Ratten vormen een plaag in liet woonwagenkamp Hulpverlening aan verkeers slachtoffers eist verbetering Behoefte aan een recrea tieru im te - Êk WOENSDAG 31 JANUARI 1962 7 weehonderd Werk aan IJmuider pieren niet achter hij schema CHIRURG DR. J. DIJKSTRA: Kerkelijk nieuws Aan de rand van Velsen wonen tweehonderd mensen in een dorpje op wielen De fauteuils staan op straat en terwijl moeder stof afneemt in felrode blouse :n geel schort zit haar dochtertje wat verloren in een van de stoelen. Het is coud, maar de zon schijnt en het waait, zodat het wasgoed snel droogt. Op het choolpleintje, vlak bij de woonwagens, spelen wat kinderen; de juffrouw is ziek. tr komt een grote zwarte auto de kampingang binnenrijden; aan de motor kun e horen dat het een oudje is, maar in ieder geval een Amerikaan. „Daar heb e de rijkste vent van het kamp, bezit zeven boerderijen in de Haarlemmermeer", :egt een dikke man. Het raampje gaat open en dezelfde man vraagt nu: „heb je ;r één verkocht?" Het antwoord van de bestuurder is dat hij de boerderij niet cwijt kon. Dan rijdt hij door. Op de achterbank liggen, zo zien we vluchtig, deurige plakken schuimrubber Natuurlijk heeft die man geen zeven boerderijen en natuurlijk is hij niet rijk. Wie van de kampbewoners is dat wel? Doch van armoede is in het Velsense woonwagenkamp beslist ook geen sprake. Dat bewijzen vele interieurs, waar een grootbeeld-televisietoestel, een in het oog vallend meubelstuk is. En meneer Gerrit, die zichzelf de grootste zwendelaar van Nederland noemt, bant alle eventuele twijfel aan een minder gunstige economische status, uit. Want hij zegt: „We verdienen ons broodje wel hoor. Je kunt toch niet zeggen dat we 't slecht hebben, kijk maar!" En meneer Gerrits gebaart naar zijn grote Amerikaanse auto, waarmee hij een half uurtje geleden is aangekomen. Meneer Gerrits is handelaar in dekens. Hij gaat het nu eens in Velsen en omlig- gende plaatsen proberen. „Ik klaag niet," bezweert hij ons. De caravan heeft hij zó geplaatst dat hij uitziet op het Noordzee kanaal. Want het kanaal met de schepen zijn altijd boeiend. De auto van een andere meneer Ger rits (ze zijn allemaal familie van elkaar) is in de zachte klei weggezakt. Een aan tal weldoorvoede mannen gaat proberen de auto eruit te duwen, maar de wielen wentelen zich hoe langer hoe dieper in de vette grond. De andere meneer Gerrits met zijn groene jagershoedje stapt in zijn crèmekleurige Ford en die brengt redding. Ze helpen elkaar als dat nodig is. De vrouwen lopen allemaal op klompen Het is wasdag, maar ook de wagens krij gen een schoonmaakbeurt. Er zoemen stof zuigers en hier en daar staan de fauteuils op straat, waar ze ter dege stofvrij wor den gemaakt. Andere vrouwen vegen hun straatje voor de wagen schoon. Op het be- klinkerde kampterrein is het dan ook schoon. Maar buiten de omheining ligt een enorme hoeveelheid papier. Kampoudste J. Kabalt (familie van de inmiddels overleden man van de poppen kast op de Dam) zegt dat het niet te voorkomen is, dat men papier laat slin geren. Maar wat een malheur. Dagelijks zorgt Kabalt ervoor dat het papier in de daartoe bestemde bakken wordt gedepo neerd. Die bakken worden dan weer ge leegd in een heel grote vuilnisbak, dié een maal per week door de gemeentelijke rei nigingsdienst wordt opgehaald. Meneer Kabalt is 58 jaar. Hij is belast met het toezicht op het naleven van de orde en netheid in het Velsense woonwa genkamp. Hij is vorig jaar door de ge meente als zodanig aangesteld. Maar hij komt niet van buiten het kamp. Hij is in een woonwagen geboren, toen zijn ouders zich in Delden bevonden. De ratten zijn de heer Kabalt als kamp oudste een doorn in het oog „Er zitten er wel tweehonderd," beweert hij. En hij kon wel eens gelijk hebben. Want de vele gaten in de oever van een sloot achter het kamp en vóór de rioolwaterzuiverings installatie, wijzen op een flinke rattenko- lonie. De beesten vertonen zich overdag nooit, maar 's avonds en 's nachts trippe len ze ever het verlaten kamppleintje. Het komt allemaal door die sloot. In de sloot monden twee betonnen goten uit. Hierin liggen altijd veel etensresten. Wel iswaar wordt het afval regelmatig verwij derd, maar je kunt niet aan de gang blij ven In ieder geval hebben de ratten het hier best. Maar de bewoners zitten ermee. Er zijn er die last van diarree hebben ge had. Onder hen waren ook kinderen. En een bejaarde kampbewoner ligt thans ook met een buikaandoening te bed. De heer Kabalt nu, beweert niet dat het door de ratten komt. Maar hij is het met de dokter eens, dat er ergens een oorzaak moet zijn voor die buikaandoening. De gemeentelijke rattenbestrijder is in lange tijd niet meer geweest. Laatst was er met veel zorg rattenkruid gestrooid buiten de omheining. De volgende dag lagen er tien tallen dode ratten. „Vorig jaar maart heb ik gevraagd of hij wilde komen, maar hij is nog steeds niet geweest," deelt de heer Kabalt mede. Ondertussen neemt het aantal gaten in de oever van het slootje dat kennelijk niet gedempt kan worden toe. Het zijn er ontstellend veel. De kampoudste Kabalt is een vraagbaak voor iedere bewoner. Hij is ook de con- tactman tussen hen en de „buitenwe reld". De plaats van het kamp vindt hij ideaal en met hem de meeste vaste bewoners. Er zijn water, electriciteit, een telefoon, toiletten, vuilnisbakken, bezems en schoppen. Het terrein zelf is bestraat. Het terrein is overigens te klein om alle woonwagenbewoners te bergen. Van daar dat er enkele wagens maar die zijn meestal niet van de mensen die lang blijven buiten de omheining staan. Vol gens verordening mogen er op het ter rein 32 wagens staan. Thans zijn er ruim vijftig. Bovendien telt men ruim veertig personenauto's. Want paarden zie je niet meer. Of toch nog? Ja, er graast een oud pony-paardje op de kale kanaal dijk. ■>f«vr i fff t Er wonen ruim tweehonderd mensen in het kamp. Hiervan zijn circa honderd kin deren. De kleuters krijgen 's morgens les in de kampschool, de oudere kinderen gaan des middags in hetzelfde houten ge bouwtje („om door een ringetje te halen") naar de lagere school. Veel bewoners, voor zover zij geen handelslieden zijn, hebben een vaste betrekking in een van de bedrijven. .Veel jonge dames werken in de IJmuidense visconservenfabrieken. De heer Kabalt zit een beetje met de ontspanning van de jeugd in de maag. 's Avonds vooral zou hij graag zien dat de wat oudere jongelui onderdak hadden in een speciaal gebouwtje In de school kan dat nu eenmaal niet. „Hou je ze een beetje van de straat, ziet u", zegt de kampoudste. Over de plaats van het kamp in Vel sen, zijn de bewoners best tevreden. De voorzieningen zijn goed. „Wat een ver schil met Bussum", vertelt een bewo ner, „een grote troep. Da's nou het dure Gooi". Minder tevreden zijn de mensen over de plaats van een nieuw regionaal kamp, dat in Heemskerk komt. Hier wor den dan de wagens van Velsen en Bever wijk bij elkaar gezet. De bewoners zijn ervan overtuigd dat het een mooi kamp zal worden. Maar Wasdag in het Velsense woon wagenkamp. Ook het meubilair krijgt dan meestal een beurt. over de excentrische ligging ten opzichte van de bedrijven en de bebouwing in het algemeen, is men in Velsen niet te spre ken. De plannen voor dit regionale woon wagenkamp in de IJmond verkeren in het stadium, dat in de eerstvolgende verga dering van het Adviescollege voor het IJmondgebied, op 16 februari, het voor stel tot oprichting van zulk een kamp wordt besproken. De auto van cle „rijkste man van heel het kamp" rijdt het terrein af. Hij grin nikt. Op de achterbank liggen dekens. De auto nakijkend, vragen we ons af of het argument van de bewoners namelijk de excentrische ligging van het eventuele re gionale woonwagenkamp wel steekhou dend is. De heer Kabalt de kampoudste wijst de plaats aan, waar de ratten huizen. Moeder op klompen wast het trapje van haar woning-op-wielen, terwijl haar dochtertje op moeders schoenen toekijkt. De werkzaamheden ter verlenging van de IJmuider pieren en voor de verbetering van de havenmond in het algemeen zijn tot dusver geheel volgens het schema en de verwachtingen verlopen. Geruchten als zouden ten gevolge van slecht weer onver wachte tegenslagen zijn ondervonden, zijn geheel onjuist. Met slechte weersomstan digheden is uiteraard wel degelijk reke ning gehouden, maar wat dit betreft is alles nogal meegevallen. Het steentransport naar de opslag ten zuiden van de nieuwe haringhaven, dat se dert november van het vorige jaar is on derbroken, zal niet eerder worden hervat dan na het gereedkonjen van de uitbrei ding van genoemde haven, in het midden van de komende zomer. Het woonwagenkamp in Velsen ligt aan de voet van de rioolwaterzuive ringsinstallatie en dicht bij de ven tilatiegebouwen van de autotunnel. Op het bestrate terrein staan circa vijftig wagens, ofschoon er maar tweeëndertig mogen staan. Ook hier moet men dus woekeren met de ruimte. De bewoners hebben 't hier naar de zin en zij willen niet graag naar een andere plek in de IJmond verhuizen, omdat het hier rustig is, het uitzicht boeiend is en het kamp dicht bij de stad is gelegen. De uiteenlopende kwaliteiten van motorvoertuig en bestuurder spelen bij het uitstaan van het ernstige verkeersongeval een relatief veel belangrijker rol dan le toeneming van het aantal voertuigen. Langs de openbare weg vallen in ons iand ongeveer tweeduizend doden per jaar. Dit is gemiddeld zes per dag, welk fetal met vijfentwintig moet worden vermenigvuldigd om een indruk te Krijgen /an het totaal aantal gewonden en met twaalf om ten naaste bij georiënteerd te djn over het aantal ernstig gewonden. Dit concludeert dr. J. Dijkstra, chirurg in Woerden, in het maandblad van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Dr. Dijkstra heeft een belangrijk aandeel ge had in de hulpverlening na de treinramp bij Harmeien. Hij vraagt zich af, of men zich van me dische zijde nu toch eindelijk niet eens met meer energie moet inzetten in de door anderen reeds aangebonden strijd ter preventie van verkeersongevallen. Ve len, zo zegt hij, aanvaarden de rampzalige gevolgen van het wegverkeer met een zekere onverschilligheid of met een be rusting, gebaseerd op een vermeende on- Ned. Ilerv. Kerk Beroepen te Wijckel (Fr.) E. J. C. Ham- minga, kand. te Voorschoten. Aangenomen naar Helium (Gron.) M. Brinksma te Overschie. Bedankt voor Opende (Gron.) M. H. Geertsema te Stedum. Geref. Kerken Beroepen te Utrecht-Zuid (vac. J. van Reeven) en te Groningen-Noord (vac.-J. G. Baumfalk te Ommen. Beroepen te Idskenhuizen N. Wijngaar den te Vollenhove - te Oudega (Wijmbr.) en te Hollum op Ameland G. Kerssies, kand. te Zuidlaren (Dr.) - te Edam J. van Eijk, kand. te Emmen. Geref. Kerken (Vrijgemaakt) Tweetal te Zuidhorn H. J. Nijenhuis te Overschie en A. G. Versteeg te Emmeloord. Bedankt voor Grand-Rapids (U.S.A.) D. Deddens te Mariënberg. Baptisten Gemeenten Aangenomen raar Winschoten C. Mos- tert te Harlingen. afwendbaarheid, zoals de middeleeuwse aardbewoners die van pest en cholera. De preventie van ziekte en ongeval be hoort, naar zijn mening, tot de belang rijkste taken van de arts en er ligt dan ook voor de arts en zijn organisaties met betrekking tot de voorkoming van ver keersongevallen en verwondingen nog een groot terrein braak. In het maandblad van het Nederlands Huisartsengenootschap geeft dr. Dijkstra een beschouwend overzicht over de on- gevalsgeneeskunde, waarbij hij vooral aandacht schenkt aan de hulpverlening ter plaatse en tijdens het transport van de gewonde. Het vervoer van het slachtoffer ziet' dr. Dijkstra als een bijkomende belasting, die tot een minimum moet worden geredu ceerd. Hij bespreekt onder meer de scha delijke invloed van snelrijdende ambu lance-auto's op het min of meer labiele zenuwstelsel van de gewonde. Bloeddruk bepalingen tijdens dergelijke ritten heb ben uitgewezen, dat snel optrekken en afremmen van de wagen nadelig werkt op de reeds meer of minder gestoorde bloedverdeling van het slachtoffer. Dr. Dijkstra meent, dat in het algemeen het transport van het ernstig gewonde ver keersslachtoffer zonder spoed dient te ge schieden. De ambulancewagen moet rus tig rijden, zonder sirenegeloei en op zijn weg verkeersregels en stoplichten op de zelfde wijze respecteren als het gewone verkeer. Hij is voorts van oordeel, dat in ons land met zijn doorgaans kleine afstanden de eerste hulpverlening aan het zwaar ge wonde verkeersslachtoffer in eerste in stantie dient te worden verbeterd door het instellen van telefoonposten langs de snelwegen, verbonden met een centraal- post, die een snelle hulpverlening orga niseert. Daarnaast dienen volgens hem de zo wel voor de arts als voor de leek-EHBO- er geldende maatregelen bij de eerste hulpverlening te worden herzien. Deze zijn bij de letsels van de verkeersslachtoffers in het ene geval te summier en in het andere geval te bewerkelijk. Opleiding van een kleine groep leken acht hij noodzakelijk, met name van het personeel van ziekenwagens, doch ook van de serieuze kern zoals iedere EHBO- vereniging die bezit. Ook de opleiding tot verpleegster behoeft in dit opzicht een aanvulling. Dr. Dijkstra meent, dat er voor de gewone EHBO-er, zoals bedoeld in de leus „in ieder huis een EHBO-er" geen plaats is in de zeer gecompliceerde verkeersongevallengeneeskunde. Uitvoerig besteedt dr. Dijkstra aandacht aan de maatregelen die men bij de eerste hulpverlening kan nemen om ern stige uitwendige bloedingen tot staan te brengen. Hierbij wil hij eindelijk eens uitbannen de fictie, als zouden arts en getrainde leek in het algemeen bij eerste hulpverlening in staat zijn, de uitwendi ge slagaderlijke bloeding te beheersen door dichtdrukken van de hoofdslagader op bepaalde drukpunten tussen wond en hart op een harde onderlaag. Daarom dient volgens hem uit het gebruikelijke EHBO-onderwijs aan leken het knevelver- band te worden weggelaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 4