m KERMIS IN DE REGEN Radio Philharmonisch Orkest met de Zevende Symfonie van Bruckner Kees Verwey en de mogelijkheid tot synthese van te apart gebleven schilderkunstige richtingen Nieuwe expositie in Amsterdam Jonge auteurs nemen het op voor geroyeerde Marja PROCO .crème - shampoo Fluit- en clavecimbelspel in het Frans Halsmuseum De Grafische Midzomernachtsdroom geen goed Nederlands WOENSDAG 31 JANUARI 1962 9 Bob Buys 't nieuwste! 't handigste! milder schuim, schoner haar Froco shampoo in tube geeft u snel 'n muts van schuim. Wollig schuim, dat uw hoofd doet tintelen van schoonheid. Proco is er met en zonder ei. Tube voor ca. 6 wassingen, 65 ct. Morgen haarwassen met deze nieuwe methode! 99 Nieuwe Nederlandse film, geregisseerd door Kees Brusse, weldra in première 99 „Groep 73" is thans beroepsvereniging De radio geeft donderdag T elevisieprogramma 1 «ÉiÊÉI Sas Bunge NA ZIJN EXPOSITIE in Leiden had de Haarlemse schilder Kees Verwey het plan zulk openbaar optreden voorlopig te vermijden, maar de bekroning met de Leidse Rembrandtprijs dwong hem er nog één maal toe, namelijk in'de Lakenhal. Thans exposeert hij tot 17 februari bij kunsthandel M. L. de Boer in Amsterdam en dat het publiek recht heeft op tentoonstellingen van Verwey s werk bewees het door een zeer grote belangstelling op de openingsdag. Er schuilt een gevaar voor zich-herhalen in de taak weer een verslag te maken van dit werk, omdat de gerechtvaardigde bewondering mogelijk niet direct genoeg meer uit de regels blijkt. Bovendien, hoe moeilijk moet het voor deze schilder, die de laatste jaren zo doorlopend in beweging was, wel zijn om de met vroeger werk gedane beloftes steeds te blijven nakomen. Maar deze expositie geeft de bezoeker onmiddellijk al de bevestiging van de door Verwey verworven kwaliteiten. IK WIJS DAN op een stevig portret van Mr. Dr. S. W. Schneider en dat mooie en even ontroerende portret van Willem Wit- sen Jr., dat voor mij de kwaliteiten heeft van het portret dat Verwey van Coba Rit- sema schilderde. Er zijn verder weer aqua rellen van bloemen, waarmee hij zeker hen, die de techniek en de moeilijkheden er van kennen, verbluft door de sterke en zo positieve kleurstelling. Iets te zeer reis schets bleven misschien de aquarellen uit Parijs. Met onderwerpen uit Bretagne boeide Verwey me meer. Bij deze opmer king diene men te bedenken dat deze schil der toch onmogelijk verplicht kan worden tot steeds de grootste spanning; bovendien zou men dergelijke aquarellen op exposi ties van jongeren en minder ervarene fi guren zeker waarderen om het kunnen en de plezierige schildersdrift, die uit dit werk spreekt. Men moet ze los zien van de door wrochte stillevens, gedaan met zoveel ver antwoordelij kheidsgevoel. OP HET EERSTE GEZICHT zal, naar ik dacht, vernieuwing niet zo opvallen. Maar ik kan u verzekeren, dat Verwey m beweging blijft en trachten aan te wijzen hoe hij dat op deze expositie zichtbaar maakt. Juist hier besefte ik welk een voor recht het is een ontwikkeling van zo dicht bij te mogen meemaken. Het boeiende van de wordingsgeschiedenis van een belang rijk kunstwerk, door Verwey zelve met eni ge verwondering soms genoten, heb ik op enige afstand mee mogen beleven en kan enigszins zichtbaar zijn voor de trouwe be zoekers van zijn exposities. Het is gebeurd dat Verwey opnieuw ging werken aan een al reeds geëxposeerd schilderij en het re sultaat later weer tentoonstelde. Van be paalde onderwerpen mochten we verschil lende versies ontmoeten (bijvoorbeeld Al- bert van Dalsum). Zo zijn er op deze ex positie een schilderij, een aquarel en een tekening in houtskool naar eenzelfde gege ven; een stilleven, waarvan de aquarel „Herfst" genoemd werd en de tekening als „Compositie" in de catalogus vermeld staat. Deze drie werken beantwoorden stuk voor stuk aan wat we van Verwey moch ten verwachten, hebben stuk voor stuk hun eigen en ons vertrouwde betekenis. Zij zijn los van elkaar geëxposeerd, want het was niet de bedoeling om een demonstratie te geven vanuit de keuken van de schilder. Maar waar de schilder zelf mij over deze reeks sprak acht ik mij gerechtigd te wij zen op een voorbeeld van wat een schilder in beweging aan problematiek ontmoet. HET EERSTE WERK is het schilderij, dat niet fraai ingelijst is, hetgeen zijn oor zaak vindt in het feit, dat dit op het laatste moment moest gebeuren. Verwey voelde de behoefte het onderwerp nog eeps op nieuw, en dan „monumentaler" te verbeel den. Hij probeerde dat met de waterverf; dit materiaal dwingt tot een directer con cipiëren, omdat veranderingen in het werk stuk moeilijk zijn. Het onderwerp, waar onder droge bladeren, leidde er toe dat Verwey zijn bedoelingen niet kon volgen, waardoor toch weer een meer impressio nistisch te noemen aquarel ontstond. Toen De Vereniging van letterkundigen De auteurs Simon Vinkenoog en Remco Campert hebben, mede namens een aan tal mede-leden een brief gericht aan het bestuur van de Vereniging van Letterkun digen (V.V.L.), waarin zij met klem pro testeren tegen het royement van de heer A. Th. Mooij (de auteur A. Marja). Het royement is aldus de brief uitgesproken op grond van aan de heer Mooij toegeschreven (maar door hem steeds ontkende) handelingen tegen parti culieren in hun hoedanigheid van letter kundigen. Hoewel deze letterkundigen in sommige gevallen deel uitmaken, of heb ben uitgemaakt, van het bestuur van de .V.V.L., is het belang van de V.V.L. als organisatie hierbij niet in het geding ge weest. Art 8 c van de statuten van de V.V.L. immers stelt handelingen in strijd met dit belang als royementsvoorwaarde. De valse circulaire (over het aftreden van voorzitter Stuiveling van de V.V.L., 18 januari) mag dan in het royementsbe- sluit niet als directe aanleiding genoemd zijn, het is zonder meer duidelijk stel len de briefschrijvers dat zij hierbij van doorslaggevende betekenis is geweest. Men kan zich immers afvragen, waarom de heer Mooij nu pas geroyeerd wordt op grond van aan hem toegeschreven hande lingen, die meer dan een jaar geleden hebben plaatsgevonden. (De V.V.L. stelt dat die nu pas ontdekt zijn; Red.) De schrijvers stellen dat totnogtoe geen enkel bewijs is geleverd, dat de heer Mooi] zich inderdaad schuldig heeft gemaakt aan be treffende handelingen, zowel die van re cente als vroegere datum, terwijl het be stuur van de V.V.L. hem tot op heden niet in staat heeft gesteld op de beschuldigin gen te antwoorden. Tenslotte schrijven de auteurs Vinken oog en Campert dat het feit dat de voor zitter van de V.V.L. naar aanleiding van de vervalste circulaire de recherche heeft ingeschakeld, en ook het verzoek van het betuur (van 29 januari) aan de leden om directe medewerking aan het politie-on- derzoek te verlenen, letterkundigen on waardig zijn. Volgens de beide auteurs is dit schrij ven mede uitgegaan van: drs. G. Borgers, Jan G. Elburg, Gerrit Kouwenaar, Arthur Lehning, Adriaan Morriën, Harry Mulisch Cees Nooteboom en Max Nord. heeft hij het houtskool opgenomen, dat nog meer dan de waterverf kan leiden tot een direct en helder stellen. En inderdaad ver kreeg de tekening de nagestreefde monu mentale bouw. DIT STREVEN van Verwey resulteerde ook in een andere aquarel, een stilleven met koffiepot. Men vindt het verder in een groot doek van een zeer Hollands echtpaar. Ik had het gevoel dat dit on derwerp, waarvan de koppen zo kundig en heerlijk geschilderd zijn, wat klemde binnen de begrenzingen van het doek; maar zou het wel eens in een goede lijst willen zien omdat dan de ruimte vergroot gedacht kan worden. Van het grote doek „De antiquair" heb ik het begin mogen zien. Toen was het nog een groot vol stil leven, zoals Verwey er wel meer gemaakt heeft. Mij verbaasde toen hoe hij met zo weinig afstand tot zijn doek in het over volle atelier toch tot een eenheid wist te komen, hetgeen wel iets zegt van Ver- wey's vermogen tot concipiëren. In het doek was iets als een boodschap vervat, iets van een afscheid viel er in te voelen. Verwey leek zich wel eens te zien als laatste vertegenwoordiger van een aan een bepaalde tijd gebonden schilderkunst. Be paalde museumdirecteuren sterkten hem immers in dat gevoel. Hij ging echter verder in het schilderijplaatste op de voorgrond een zittende mansfiguur. Voor werpen losten op in de met wonderlijk licht doortrokken ruimte, die sterker van werking werd en dat naar alle kanten. Nu noemt hij zijn schilderij eenvoudig „De Antiquair", maar het werd meer dan de beeltenis van een handelaar in antiek. Suggereert de titel dat er sprake zou kun nen zijn van oude waarden en was het werkstuk in opzet niet vrij van nostalgie, thans is er schilderkunstig meer sprake van eeuwige waarden en biedt dit schil derij toekomst; voor Verwey misschien onder meer een nieuwe versie. Het is niet mijn bedoeling uit enkele opmerkin gen van Verwey een pleidooi voor de fi guratieve kunst te distilleren. Maar een werk als bijvoorbeeld weer „De antiquair" maakt het mij toch duidelijk dat veel mo dern genoemde schilders toch maar bezig zijn met een deel van de schilderkunst. Mij bewijst Verwey de mogelijkheid van een synthese van de in de verschillende richtingen in de beeldende kunst van de laatste honderd jaar wat apart benadruk te waarden. De antiquair" van Kees Verwey. Advertentie *985 Het streven om de uitvoeringen van muziek uit vervlogen tijden historisch verantwoord te doen zijn, heeft als be grijpelijke consequentie de belangstelling voor oude muziek zeer doen toenemen. Men ging speurtochten naar oude werken ondernemen in bibliotheken en archieven met verrassende ontdekkingen als gevolg. Ongetwijfeld is ook de cyclus van de clavecimbel-composities van de 18e eeuw- se Franse componist Antoine Dornel, die door de claviciniste Marion van Harre- veld dinsdag op een kamermuziekuitvoe ring in de Renaissance-zaal van het Frans Halsmuseum werd gespeeld, door een der gelijke aktiviteit voor de dag gekomen. Het werk is nog niet uitgegeven. Antoine Dornel beoogde met deze cyclus voorna melijk klankenuitbeeldingen te geven en dit bracht hij tot stand met onderhou dende muziek. Zij neemt wel geen hoge vlucht, maar men kan er prettig naar luisteren, vooral als zij wordt uitgevoerd met de tintelende timbres, die Marion van Harreveld op het door haar bespeelde clavecimbel vond. Een tweede zelfstandig optreden van de claveciniste betrof de vertolking van de Partita in Bes van Johann Sebastian Bach. Een ontspanning van hét spel zal de neiging tot het onderbreken van de muzikale continuiteit door een wat op gelegd rubato terug kunnen dringen. Merkwaardig was het, dat Marion van Harreveld met veel groter vrijheid haar muzikaliteit kon laten gelden in de bege leidingen van de fluitist Pieter Odé, die aan deze avond zijn medewerking ver leende. Daardoor konden de sonates van Leonardo Vinci en van Georg Ph. Tele- mann een bijzonder overtuigende indruk maken. Pieter Odé speelde met een fraaie, door expressieve dynamiek gekenmerkte toon, die met de clavecimbel-klank een schone eenheid vormde. Zeer heb heb ik genoten van zijn nobele, muzikaal geladen voordracht van de Sonate in a voor fluit- solo van Johann Sebastian Bach. P. Zwaanswijk HILVERSUM, 29 januari. „Ontdekking is zo'n groot woord, maar ik vind Guido de Moor, die een van de hoofdrollen speelt, zeer veelbelovend. Hij is nog niet zo lang van de Toneelschool, heeft enige tijd bij Rotterdams Toneel gespeeld en toont zich nu een uitstekend filmspeler. We zullen hem na Kermis in de Regen vermoedelijk nog wel in tal van andere films zien. Het zelfde geldt trouwens voor André van den Heuvel". Dat zegt Kees Brusse, regisseur van de nieuwste Nederlandse speelfilm, Kermis in de Regen, die binnenkort in première zal gaan en die gemaakt is voor Polygoon-Profilti. Kees Brusse heeft met deze filmmaatschappij, die vooral bekend is door haar journaals, al eerder contact gehad. Dat was toen hij de hoofdrol speelde in De Dijk is Dicht, een film van Anton Koolhaas, die eveneens door Polygoon-Profilti werd geproduceerd. Nu is hij dus voor Kermis in de Regen als regisseur opgetreden en bovendien heeft hij er zelf een rol in gespeeld. Piet Buis was de produktieleider destijds bij De Dijk was hij cameraman. Karei Das van Grol was nu opnameleider destijds bij De Dijk fungeerde hij als de „jongen met de klap", die het begin van elke nieuwe scène en opname aangaf. Zo kwamen, elf jaar na hun vorige samenwerking, nu verscheidene mensen opnieuw bijeen, in functies die wezen op hun ontwikkeling en promotie! Ze hebben weer in uitstekende verstand houding samengewerkt, verzekert Kees Brusse. Er was een groot aantal bekende acteurs geëngageerd, onder wie bijvoor beeld Andrea Domburg, Ko van Dijk, .Jo ris Diels, Cruys Voorbergh en Hetty Blok in grotere en kleinere rollen. De binnen opnamen, met Ruurd Fenenga en Huib de Ru aan de camera, zijn in de studio in Den Haag gemaakt, de buitenopnamen voor het in Brabant spelende verhaal m allerlei plaatsen, ook buiten die provincie, namelijk zowel in Breda, Ginneken en Uden als te Utrecht, Epe, Laren enz. Bij een toneelcostumier te Breda vond men een bijzonder mooi oud-Brabants binnen huis, waar men kon filmen; bij een auto handel te Nieuwkoop werden ook opna men gemaakt. Wij hebben veel „op loca tie gewerkt", zegt Kees Brusse, waar mee hij bedoelt, dat men veel opnamen buiten de studio heeft gemaakt. Dat gold naturlijk in het bijzonder voor de buiten opnamen (o.a. bij kermissen in het Gooi) Daarbij is men erg afhankelijk van het weer; de film heet wel Kermis in de re gen, maar.regen kon men bij de op namen niet teveel gebruiken! Gelukkig was het tijdens de draaidagen, van eind april tot begin augustus vrij gunstig weer, met veel zonnige dagen. Kees Brusse zelf speelt in de film de rol van een onderwereldfiguur, Bertje de Gast die een brandkast in een bank moet open breken. Hij heeft deskundige voorlichting gekregen van een specialist op dit gebied. Een deel van de geschiedenis speelt zich af aan de zelfkant van de maatschappij, onder mensen, die min of meer „amateurs in de onderwereld" zijn. Het verhaal, ge baseerd op een detectiveroman van Joop van den Broek, maar vrij voor de film bewerkt, tekent voorts de kermissfeer en het burgerleven in een provinciestadje. De film is, naar Kees Brusse verklaart, be wust gemaakt voor een groot publiek; men heeft ernaar gestreefd, haar zowel span nend als komisch te maken en daarbij aan milieutypering en sfeer alle zorg be steed. Ik vraag Kees Brusse, die met enkele voor Pro Juventute gemaakte films de aandacht op zijn capaciteiten als cineast heeft gevestigd beide films kregen tal van onderscheidingen of de documen taire hem niet trekt. „Nee, ik wil me daaraan niet wagen; er zijn anderen in ons land, die dat m elk geval duizend maal beter doen. Mis schien maken anderen ook veel betere speelfilms, maar op het terrein van de speelfilm voel ik me in elk geval thuis. Ik wil daarmee ook doorgaan: ik heb al weer enige nieuwe opdrachten voor korte speelfilms, voor verschillende organisaties te maken en de kans dat ik ean tweede lange film kan maken is heel reëel. Uiter aard ben ik ontzettend benieuwd naar de reacties, die Kermis in de Regen z.d uitlokken. Er is trouwens niet alleen bin nenlandse, maar nu ook al buitenlandse belangstelling voor de film, namelijk o.a. van Duitse, Amerikaanse en Russische uj- de. De Paraplu, die ik in 1956 voor Pro Juventute maakte, was de enige buiten landse film, die te Washington op de White House Conference werd vertoond en dat heeft me veel voldoening gegeven. Ik hoop dat Kermis in de Regen een succes zal blijken te zijn." Jan Koomen De „Groep 73" (regisseurs, produktielei- ders en redacteuren, werkzaam bij de Ne derlandse Televisie) heeft tijdens een vergadering in „De Karseboom" te Hil versum, uitvoering gegeven aan het in no vember genomen principebesluit tot op richting van een beroepsvereniging door de aanwijzing van een voorlopig bestuur. Dit bestuur zal fungeren als commissie van redactie van statuten en reglementen ter verkrijging van koninklijke goedkeu ring. Het bestaat uit mr. Ben Schmitz, secretaris, Gerard Trebert, tweede secre taris, Coen van Hoewijk, penningmeester, Milo Anstadt, David Koning, Joes Odufré, Erik de Vries, leden. Voorzitter is Ab van Roon. De naam van de organisatie luidt: beroepsvereniging van creatieve televisie medewerkers Groep 73. De organisatie blijft voorlopig onafhan kelijk. Zij treedt, voor het in de eerstko mende twee jaar te voeren beleid inzake specifieke belangen, op in overleg met de Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars en de Federatie van Neder landse Journalisten. Bovendien zal bij de bepaling van ballotage overleg worden ge pleegd met vertegenwoordigers van de operationale sectoren van de Nederlandse televisie. De „Groep 73" heeft in novem ber 24 uur gestaakt voor betere arbeids voorwaarden. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV. KRO: 7.00 Nws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Schoolradio. NCRV: 10.00 Gram. 10.15 Morgen dienst. 10.45 Gram. KRO: 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gewijde muz. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.04 Pianospel. 12.25 Wij van het land, lezing. 12.35 Land- en tuinbouwmeded. 12.38 Gram. 12.50 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte muz. 13.40 Licht progr. (herh.). NCRV: 14.00 Metropole-ork. 14.30 Gram. 15.35 Amus.muz. 16.00 Verkenningen in de Bijbel. 16.20 Kamermuz. 16.40 Gram. 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40- Beursber. 17.45 Ma rinierskapel. 18 15 Sportrubriek. 18.30 Vocaal ens. 18.50 Sociaal perspectief, lezing. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Pol. lezing. 20.00 Gevar. progr. 22.30 Nieuws. 22.40 Avondoverdenking. 22.55 Boekbespr 23.00 Sopr. en piano. 23.35 Flit sen van het congres De muzikale vorming van de amateur. 23 55—24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24 00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Voor de vrouw. 11.15 Radio-kamerork. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land en tuinbouwmeded. 12.33 Uit het bedrijfsleven, lezing. 12 43 Hammondorgelspel en zang. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Beursber. 13.30 Lichte muz. 14.00 Pianorecital. 14.30 Voor de vrouw. 15.05 Gram. 15.30 Act. 16.00 Gevar. programma 17 00 Gram. 17.30 Voor de jeugd. 18.00 Nieuws. 18.15 Eventueel act. 18.20 Gram. 18.30 Sportpraatje. 18 35 Gesproken brief. 18.40 Lichte muz. 19.00 Voor de kinderen. 19.05 Gram. 19.30 Voor de jeugd 20.00 Nieuws. 20.05 Omr.ork. en soliste. 21 05 Concerto in F, hoorspel. 22.00 Milit. orkest. 22.30 Nieuws en meded. 22.40 Act. 23.00 Sportact. 23.10 Discotaria. 23.5524.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Nieuws. 12.03 Gram. 12.30 Weerber. 12.35 Amus.orkest. 12.50 Beursber. 13.00 Nieuws. 13.15 Kamermuziek. 14 00 Schoolradio 16.00 Beursber. 16.06 Franse les. 16.21 Gram. 17.00 Nieuws. 17.15 Voor de kinderen. 18.15 Lichte muz. 18.20 Voor de soldaten 18 50 Sportkron. 19.00 Nieuws. 19.40 Amus.muz 19.50 Vrije pol. tribune. 20 00 Lichte muz. 20 30 Ork conc. 21.15 Lichte muz. 22 00 Nws. en ber. voor de toeristen. 22.15 Gram. 22.5523.00 Nieuws. VOOR WOENSDAG NTS: 17.00 Jeugdjournaal. VPRO: 17.10—17.40 Voor de kinderen. NTS: 20.00 Journaal en week- overz. KRO: 20 20 In woord en beeld. 20 30 Van onze sportredacteur. 21.00 Piste, gevarieerd progr. 21.40 Uitverkoop, filmreport. 21.55 Epiloog. 22 05 Avondcollege Nederlands. VOOR DONDERDAG NTS 20.00 Journaal. AVRO 20.20 In AVRÖ's Televizier. 20 30 Kleine wereldburgers, documen taire. 21.00—22 30 De ongeloofwaardige wereld van Horace Ford, TV-spel. SLECHTS TWEE WERKEN vermeldde het programma dat door het Radio Philharmonisch Orkest onder leiding van Franz-Paul Decker (sinds kort benoemd tot mede-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest) als zesde concert in de dinsdagserie ten gehore werd gebracht. Evenals in het vorig seizoen was de hoofdschotel ook thans weer een Symfonie van Bruckner, een keuze die zin heeft omdat ons Haarlemse orkest voor een dergelijk werk niet uitgebreid genoeg is. De honderd man van het radio-orkest vormen een klanklichaam dat tegen alle eisen van Bruckners massieve partituren is opgewassen, zowel wat betreft volume, als qua voll^pid. En tevens beschikt het over de epische langademigheid die nodig is om de toppen van een beschouwelijke extase te bereiken en in een "gestadige stijgirlg en daling van het spanningsverloop de toehoorder mee te nemen van het ene culminatiepunt naar het volgende. DITMAAL HEEFT MEN de Zevende Symfonie gehoord, een van de meest be kende, al was het maar om het wijdings volle Adagio met de vier Wagnertuba's, een soort mengvorm van tuba en hoorn, voor het eerst gebruikt door Wagner in zijn opera's Rheingold en Walküre. Franz- Paul Decker heeft de Symfonie met mees terschap gedirigeerd in een krachtige, vloeiende stijl waarbij de climaxen nooit tot excessen werden maar de uitkomst wa ren van een organische groei die in bre de perioden verliep. Met superieur gebaar liet hij het woud der strijkers als van ver re in melodie opbloeien, noodde hij het ko per tot legendarisch schallen, liet hij de houtblazers een weids en verstild panora ma openen tegen het suizelen der tremo- lerende violen. EEN SYMFONIE van Bruckner is een tocht door een monumentale maar ver trouwde natuur, een Alpine paradijs zon der slang. Zijn muziek is niet schokkend of vertederend, maar na afloop heeft men wel het gevoel: daar werd iets groots ver richt. Er is een beperkt veld van bele ven waarbinnen een rijkdom aan hymmi- sche en pastorale stemmingen heerst. Wie hiervoor gevoelig zijn hebben zich kunnen laven aan de in het juiste „klimaat" ge situeerde uitvoering van het Radio Philhar monisch Orkest. En dat waren er velen, blijkens het warme applaus. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Grafische zal van 3 t/m 25 fe.bruari in het Stedelijk Museum te Amsterdam de jubileumtentoonstelling „Prent" worden gehouden. De expositie wordt geopend door mr. Arn. J. d'Ailly. EEN SOLO-CANTATE van Haydn, „Ariadne auf Naxos" getiteld, ging vóór de pauze aan deze Symfonie vooraf. De uitvoering maakte een oneigenlijke indruk, wellicht ook omdat door de negentiende- eeuwse instrumentatie van zekere Ernst Franck alles veel te aangedikt klonk. De medewerking van het voltallige strijkor kest op het podium was ook niet geschikt om Haydn's geest over de executanten vaardig te doen worden. Aafje Heynis zong de solo-partij met begrip en met een bewogenheid die wellicht een betere zaak waardig geweest was. IN ONZE BESPREKING van de voor stelling van Shakespeare's „Midzomer nachtsdroom", op 20 januari door de Ne derlandse Comedie in Haarlem gegeven, kwam de opmerking voor dat vertalers voor dat blijspel toch eens een andere ti tel moesten vinden, „want „Midzomer nachtsdroom" is niet alleen lelijk Neder lands maar zelfs geen goed Nederlands." Naar aanleiding daarvan hebben wij enige brieven van lezers ontvangen, waar in instemming werd betuigd met onze mening dat een betere titel gewenst zou zijn. Een van die briefschrijvers, die het met ons eens waren, 70as tot onze ver rassing de vertaler zélf, Dolf Verspoor. Hij vond het plezierig dat wij de vinger hadden gelegd op een hem na aan het hart liggend punt, want hijzelf had zijn vertaling een andere titel gegeven, name lijk „Droom van een midzomernacht". Deze titel was oorspronkelijk door de di rectie van het gezelschap aanvaard, maar later niettemin gewijzigd op grond van de overweging dat het hier een Nederlandse traditie betrof waaraan niet getornd mocht wordt. Terecht betoogt de heer Verspoor, dat die „traditie" (gebaseerd op de vertaling van Burgersdijk) nog geen tachtig jaar oud is en behept met alle nadelen van de woordkoekerij der Tachtigers". De „s" tussen „nacht" en „droom" noemt hij (zoals ook wij het voelden) foutief Nederlands, even foutief als het zou zijn om van „De nachtswacht" of van een „nachtsmerrie" te spreken. Ook mevrouw dr. Mea Nijland-Verwey heeft op onze opmerking gereageerd. Zij wijst erop dat haar grootvader, de des tijds zeer bekende letterkundige prof. Jo hannes van Vloten (1818-1883), Shakespea re's blijspel altijd „De Sintjansnacht- droom" noemde. De Sintjansnacht was volgens oude overlevering de nacht waar in alom toverij heerste; de folklore die aan deze overlevering vastzit zou ook al lerlei toespelingen en belevenissen van de personages uit het stuk duidelijker kun nen maken. Het is te hopen dat de Nederlandse to neelleiders enige aandacht aan deze sug gesties zullen willen wijden. Intussen ver heugt het ons dat Verspoors vertaling in boekvorm zal uitkomen onder de door hem gekozen titel, „Droom van een mid zomernacht" (hoewel men in het Neder lands naar ons gevoel ook dat „mid" best zou kunnen missen).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9