m
KERMIS IN DE REGEN
Radio Philharmonisch Orkest met
de Zevende Symfonie van Bruckner
Kees Verwey en de mogelijkheid tot synthese van
te apart gebleven schilderkunstige richtingen
Nieuwe expositie in Amsterdam
Jonge auteurs nemen
het op voor geroyeerde
Marja
PROCO
.crème - shampoo
Fluit- en clavecimbelspel
in het Frans Halsmuseum
De Grafische
Midzomernachtsdroom
geen goed Nederlands
WOENSDAG 31 JANUARI 1962
9
Bob Buys
't nieuwste! 't handigste!
milder schuim, schoner haar
Froco shampoo in tube geeft u snel
'n muts van schuim. Wollig schuim,
dat uw hoofd doet tintelen van
schoonheid. Proco is er met en
zonder ei. Tube voor ca. 6 wassingen,
65 ct.
Morgen haarwassen met deze nieuwe methode!
99
Nieuwe Nederlandse film, geregisseerd door Kees Brusse, weldra in première
99
„Groep 73" is thans
beroepsvereniging
De radio geeft donderdag
T elevisieprogramma
1 «ÉiÊÉI
Sas Bunge
NA ZIJN EXPOSITIE in Leiden had de Haarlemse schilder Kees Verwey
het plan zulk openbaar optreden voorlopig te vermijden, maar de bekroning
met de Leidse Rembrandtprijs dwong hem er nog één maal toe, namelijk in'de
Lakenhal. Thans exposeert hij tot 17 februari bij kunsthandel M. L. de Boer in
Amsterdam en dat het publiek recht heeft op tentoonstellingen van Verwey s
werk bewees het door een zeer grote belangstelling op de openingsdag. Er schuilt
een gevaar voor zich-herhalen in de taak weer een verslag te maken van dit
werk, omdat de gerechtvaardigde bewondering mogelijk niet direct genoeg meer
uit de regels blijkt. Bovendien, hoe moeilijk moet het voor deze schilder, die de
laatste jaren zo doorlopend in beweging was, wel zijn om de met vroeger werk
gedane beloftes steeds te blijven nakomen. Maar deze expositie geeft de bezoeker
onmiddellijk al de bevestiging van de door Verwey verworven kwaliteiten.
IK WIJS DAN op een stevig portret van
Mr. Dr. S. W. Schneider en dat mooie en
even ontroerende portret van Willem Wit-
sen Jr., dat voor mij de kwaliteiten heeft
van het portret dat Verwey van Coba Rit-
sema schilderde. Er zijn verder weer aqua
rellen van bloemen, waarmee hij zeker hen,
die de techniek en de moeilijkheden er
van kennen, verbluft door de sterke en zo
positieve kleurstelling. Iets te zeer reis
schets bleven misschien de aquarellen uit
Parijs. Met onderwerpen uit Bretagne
boeide Verwey me meer. Bij deze opmer
king diene men te bedenken dat deze schil
der toch onmogelijk verplicht kan worden
tot steeds de grootste spanning; bovendien
zou men dergelijke aquarellen op exposi
ties van jongeren en minder ervarene fi
guren zeker waarderen om het kunnen en
de plezierige schildersdrift, die uit dit werk
spreekt. Men moet ze los zien van de door
wrochte stillevens, gedaan met zoveel ver
antwoordelij kheidsgevoel.
OP HET EERSTE GEZICHT zal, naar
ik dacht, vernieuwing niet zo opvallen.
Maar ik kan u verzekeren, dat Verwey m
beweging blijft en trachten aan te wijzen
hoe hij dat op deze expositie zichtbaar
maakt. Juist hier besefte ik welk een voor
recht het is een ontwikkeling van zo dicht
bij te mogen meemaken. Het boeiende van
de wordingsgeschiedenis van een belang
rijk kunstwerk, door Verwey zelve met eni
ge verwondering soms genoten, heb ik op
enige afstand mee mogen beleven en kan
enigszins zichtbaar zijn voor de trouwe be
zoekers van zijn exposities. Het is gebeurd
dat Verwey opnieuw ging werken aan een
al reeds geëxposeerd schilderij en het re
sultaat later weer tentoonstelde. Van be
paalde onderwerpen mochten we verschil
lende versies ontmoeten (bijvoorbeeld Al-
bert van Dalsum). Zo zijn er op deze ex
positie een schilderij, een aquarel en een
tekening in houtskool naar eenzelfde gege
ven; een stilleven, waarvan de aquarel
„Herfst" genoemd werd en de tekening als
„Compositie" in de catalogus vermeld
staat. Deze drie werken beantwoorden stuk
voor stuk aan wat we van Verwey moch
ten verwachten, hebben stuk voor stuk hun
eigen en ons vertrouwde betekenis. Zij zijn
los van elkaar geëxposeerd, want het was
niet de bedoeling om een demonstratie te
geven vanuit de keuken van de schilder.
Maar waar de schilder zelf mij over deze
reeks sprak acht ik mij gerechtigd te wij
zen op een voorbeeld van wat een schilder
in beweging aan problematiek ontmoet.
HET EERSTE WERK is het schilderij,
dat niet fraai ingelijst is, hetgeen zijn oor
zaak vindt in het feit, dat dit op het laatste
moment moest gebeuren. Verwey voelde
de behoefte het onderwerp nog eeps op
nieuw, en dan „monumentaler" te verbeel
den. Hij probeerde dat met de waterverf;
dit materiaal dwingt tot een directer con
cipiëren, omdat veranderingen in het werk
stuk moeilijk zijn. Het onderwerp, waar
onder droge bladeren, leidde er toe dat
Verwey zijn bedoelingen niet kon volgen,
waardoor toch weer een meer impressio
nistisch te noemen aquarel ontstond. Toen
De Vereniging van letterkundigen
De auteurs Simon Vinkenoog en Remco
Campert hebben, mede namens een aan
tal mede-leden een brief gericht aan het
bestuur van de Vereniging van Letterkun
digen (V.V.L.), waarin zij met klem pro
testeren tegen het royement van de heer
A. Th. Mooij (de auteur A. Marja).
Het royement is aldus de brief
uitgesproken op grond van aan de heer
Mooij toegeschreven (maar door hem
steeds ontkende) handelingen tegen parti
culieren in hun hoedanigheid van letter
kundigen. Hoewel deze letterkundigen in
sommige gevallen deel uitmaken, of heb
ben uitgemaakt, van het bestuur van de
.V.V.L., is het belang van de V.V.L. als
organisatie hierbij niet in het geding ge
weest. Art 8 c van de statuten van de
V.V.L. immers stelt handelingen in strijd
met dit belang als royementsvoorwaarde.
De valse circulaire (over het aftreden
van voorzitter Stuiveling van de V.V.L.,
18 januari) mag dan in het royementsbe-
sluit niet als directe aanleiding genoemd
zijn, het is zonder meer duidelijk stel
len de briefschrijvers dat zij hierbij
van doorslaggevende betekenis is geweest.
Men kan zich immers afvragen, waarom
de heer Mooij nu pas geroyeerd wordt op
grond van aan hem toegeschreven hande
lingen, die meer dan een jaar geleden
hebben plaatsgevonden. (De V.V.L. stelt
dat die nu pas ontdekt zijn; Red.) De
schrijvers stellen dat totnogtoe geen enkel
bewijs is geleverd, dat de heer Mooi] zich
inderdaad schuldig heeft gemaakt aan be
treffende handelingen, zowel die van re
cente als vroegere datum, terwijl het be
stuur van de V.V.L. hem tot op heden niet
in staat heeft gesteld op de beschuldigin
gen te antwoorden.
Tenslotte schrijven de auteurs Vinken
oog en Campert dat het feit dat de voor
zitter van de V.V.L. naar aanleiding van
de vervalste circulaire de recherche heeft
ingeschakeld, en ook het verzoek van het
betuur (van 29 januari) aan de leden om
directe medewerking aan het politie-on-
derzoek te verlenen, letterkundigen on
waardig zijn.
Volgens de beide auteurs is dit schrij
ven mede uitgegaan van: drs. G. Borgers,
Jan G. Elburg, Gerrit Kouwenaar, Arthur
Lehning, Adriaan Morriën, Harry Mulisch
Cees Nooteboom en Max Nord.
heeft hij het houtskool opgenomen, dat nog
meer dan de waterverf kan leiden tot een
direct en helder stellen. En inderdaad ver
kreeg de tekening de nagestreefde monu
mentale bouw.
DIT STREVEN van Verwey resulteerde
ook in een andere aquarel, een stilleven
met koffiepot. Men vindt het verder in
een groot doek van een zeer Hollands
echtpaar. Ik had het gevoel dat dit on
derwerp, waarvan de koppen zo kundig
en heerlijk geschilderd zijn, wat klemde
binnen de begrenzingen van het doek;
maar zou het wel eens in een goede lijst
willen zien omdat dan de ruimte vergroot
gedacht kan worden. Van het grote doek
„De antiquair" heb ik het begin mogen
zien. Toen was het nog een groot vol stil
leven, zoals Verwey er wel meer gemaakt
heeft. Mij verbaasde toen hoe hij met zo
weinig afstand tot zijn doek in het over
volle atelier toch tot een eenheid wist te
komen, hetgeen wel iets zegt van Ver-
wey's vermogen tot concipiëren. In het
doek was iets als een boodschap vervat,
iets van een afscheid viel er in te voelen.
Verwey leek zich wel eens te zien als
laatste vertegenwoordiger van een aan een
bepaalde tijd gebonden schilderkunst. Be
paalde museumdirecteuren sterkten hem
immers in dat gevoel. Hij ging echter
verder in het schilderijplaatste op de
voorgrond een zittende mansfiguur. Voor
werpen losten op in de met wonderlijk
licht doortrokken ruimte, die sterker van
werking werd en dat naar alle kanten.
Nu noemt hij zijn schilderij eenvoudig
„De Antiquair", maar het werd meer dan
de beeltenis van een handelaar in antiek.
Suggereert de titel dat er sprake zou kun
nen zijn van oude waarden en was het
werkstuk in opzet niet vrij van nostalgie,
thans is er schilderkunstig meer sprake
van eeuwige waarden en biedt dit schil
derij toekomst; voor Verwey misschien
onder meer een nieuwe versie. Het is
niet mijn bedoeling uit enkele opmerkin
gen van Verwey een pleidooi voor de fi
guratieve kunst te distilleren. Maar een
werk als bijvoorbeeld weer „De antiquair"
maakt het mij toch duidelijk dat veel mo
dern genoemde schilders toch maar bezig
zijn met een deel van de schilderkunst.
Mij bewijst Verwey de mogelijkheid van
een synthese van de in de verschillende
richtingen in de beeldende kunst van de
laatste honderd jaar wat apart benadruk
te waarden.
De antiquair" van Kees Verwey.
Advertentie
*985
Het streven om de uitvoeringen van
muziek uit vervlogen tijden historisch
verantwoord te doen zijn, heeft als be
grijpelijke consequentie de belangstelling
voor oude muziek zeer doen toenemen.
Men ging speurtochten naar oude werken
ondernemen in bibliotheken en archieven
met verrassende ontdekkingen als gevolg.
Ongetwijfeld is ook de cyclus van de
clavecimbel-composities van de 18e eeuw-
se Franse componist Antoine Dornel, die
door de claviciniste Marion van Harre-
veld dinsdag op een kamermuziekuitvoe
ring in de Renaissance-zaal van het Frans
Halsmuseum werd gespeeld, door een der
gelijke aktiviteit voor de dag gekomen.
Het werk is nog niet uitgegeven. Antoine
Dornel beoogde met deze cyclus voorna
melijk klankenuitbeeldingen te geven en
dit bracht hij tot stand met onderhou
dende muziek. Zij neemt wel geen hoge
vlucht, maar men kan er prettig naar
luisteren, vooral als zij wordt uitgevoerd
met de tintelende timbres, die Marion van
Harreveld op het door haar bespeelde
clavecimbel vond.
Een tweede zelfstandig optreden van de
claveciniste betrof de vertolking van de
Partita in Bes van Johann Sebastian
Bach. Een ontspanning van hét spel zal
de neiging tot het onderbreken van de
muzikale continuiteit door een wat op
gelegd rubato terug kunnen dringen.
Merkwaardig was het, dat Marion van
Harreveld met veel groter vrijheid haar
muzikaliteit kon laten gelden in de bege
leidingen van de fluitist Pieter Odé, die
aan deze avond zijn medewerking ver
leende. Daardoor konden de sonates van
Leonardo Vinci en van Georg Ph. Tele-
mann een bijzonder overtuigende indruk
maken. Pieter Odé speelde met een fraaie,
door expressieve dynamiek gekenmerkte
toon, die met de clavecimbel-klank een
schone eenheid vormde. Zeer heb heb ik
genoten van zijn nobele, muzikaal geladen
voordracht van de Sonate in a voor fluit-
solo van Johann Sebastian Bach.
P. Zwaanswijk
HILVERSUM, 29 januari. „Ontdekking is zo'n groot woord,
maar ik vind Guido de Moor, die een van de hoofdrollen speelt,
zeer veelbelovend. Hij is nog niet zo lang van de Toneelschool,
heeft enige tijd bij Rotterdams Toneel gespeeld en toont zich
nu een uitstekend filmspeler. We zullen hem na Kermis in de
Regen vermoedelijk nog wel in tal van andere films zien. Het
zelfde geldt trouwens voor André van den Heuvel". Dat zegt
Kees Brusse, regisseur van de nieuwste Nederlandse speelfilm,
Kermis in de Regen, die binnenkort in première zal gaan en die
gemaakt is voor Polygoon-Profilti. Kees Brusse heeft met deze
filmmaatschappij, die vooral bekend is door haar journaals, al
eerder contact gehad. Dat was toen hij de hoofdrol speelde in
De Dijk is Dicht, een film van Anton Koolhaas, die eveneens
door Polygoon-Profilti werd geproduceerd. Nu is hij dus voor
Kermis in de Regen als regisseur opgetreden en bovendien heeft
hij er zelf een rol in gespeeld. Piet Buis was de produktieleider
destijds bij De Dijk was hij cameraman. Karei Das van Grol
was nu opnameleider destijds bij De Dijk fungeerde hij als
de „jongen met de klap", die het begin van elke nieuwe scène
en opname aangaf. Zo kwamen, elf jaar na hun vorige
samenwerking, nu verscheidene mensen opnieuw bijeen, in
functies die wezen op hun ontwikkeling en promotie!
Ze hebben weer in uitstekende verstand
houding samengewerkt, verzekert Kees
Brusse. Er was een groot aantal bekende
acteurs geëngageerd, onder wie bijvoor
beeld Andrea Domburg, Ko van Dijk, .Jo
ris Diels, Cruys Voorbergh en Hetty Blok
in grotere en kleinere rollen. De binnen
opnamen, met Ruurd Fenenga en Huib
de Ru aan de camera, zijn in de studio
in Den Haag gemaakt, de buitenopnamen
voor het in Brabant spelende verhaal m
allerlei plaatsen, ook buiten die provincie,
namelijk zowel in Breda, Ginneken en
Uden als te Utrecht, Epe, Laren enz. Bij
een toneelcostumier te Breda vond men
een bijzonder mooi oud-Brabants binnen
huis, waar men kon filmen; bij een auto
handel te Nieuwkoop werden ook opna
men gemaakt. Wij hebben veel „op loca
tie gewerkt", zegt Kees Brusse, waar
mee hij bedoelt, dat men veel opnamen
buiten de studio heeft gemaakt. Dat gold
naturlijk in het bijzonder voor de buiten
opnamen (o.a. bij kermissen in het Gooi)
Daarbij is men erg afhankelijk van het
weer; de film heet wel Kermis in de re
gen, maar.regen kon men bij de op
namen niet teveel gebruiken! Gelukkig
was het tijdens de draaidagen, van eind
april tot begin augustus vrij gunstig weer,
met veel zonnige dagen.
Kees Brusse zelf speelt in de film de rol
van een onderwereldfiguur, Bertje de Gast
die een brandkast in een bank moet open
breken. Hij heeft deskundige voorlichting
gekregen van een specialist op dit gebied.
Een deel van de geschiedenis speelt zich
af aan de zelfkant van de maatschappij,
onder mensen, die min of meer „amateurs
in de onderwereld" zijn. Het verhaal, ge
baseerd op een detectiveroman van Joop
van den Broek, maar vrij voor de film
bewerkt, tekent voorts de kermissfeer en
het burgerleven in een provinciestadje. De
film is, naar Kees Brusse verklaart, be
wust gemaakt voor een groot publiek; men
heeft ernaar gestreefd, haar zowel span
nend als komisch te maken en daarbij
aan milieutypering en sfeer alle zorg be
steed.
Ik vraag Kees Brusse, die met enkele
voor Pro Juventute gemaakte films de
aandacht op zijn capaciteiten als cineast
heeft gevestigd beide films kregen tal
van onderscheidingen of de documen
taire hem niet trekt.
„Nee, ik wil me daaraan niet wagen;
er zijn anderen in ons land, die dat m
elk geval duizend maal beter doen. Mis
schien maken anderen ook veel betere
speelfilms, maar op het terrein van de
speelfilm voel ik me in elk geval thuis.
Ik wil daarmee ook doorgaan: ik heb al
weer enige nieuwe opdrachten voor korte
speelfilms, voor verschillende organisaties
te maken en de kans dat ik ean tweede
lange film kan maken is heel reëel. Uiter
aard ben ik ontzettend benieuwd naar
de reacties, die Kermis in de Regen z.d
uitlokken. Er is trouwens niet alleen bin
nenlandse, maar nu ook al buitenlandse
belangstelling voor de film, namelijk o.a.
van Duitse, Amerikaanse en Russische uj-
de. De Paraplu, die ik in 1956 voor Pro
Juventute maakte, was de enige buiten
landse film, die te Washington op de White
House Conference werd vertoond en dat
heeft me veel voldoening gegeven. Ik hoop
dat Kermis in de Regen een succes zal
blijken te zijn."
Jan Koomen
De „Groep 73" (regisseurs, produktielei-
ders en redacteuren, werkzaam bij de Ne
derlandse Televisie) heeft tijdens een
vergadering in „De Karseboom" te Hil
versum, uitvoering gegeven aan het in no
vember genomen principebesluit tot op
richting van een beroepsvereniging door
de aanwijzing van een voorlopig bestuur.
Dit bestuur zal fungeren als commissie
van redactie van statuten en reglementen
ter verkrijging van koninklijke goedkeu
ring. Het bestaat uit mr. Ben Schmitz,
secretaris, Gerard Trebert, tweede secre
taris, Coen van Hoewijk, penningmeester,
Milo Anstadt, David Koning, Joes Odufré,
Erik de Vries, leden. Voorzitter is Ab van
Roon. De naam van de organisatie luidt:
beroepsvereniging van creatieve televisie
medewerkers Groep 73.
De organisatie blijft voorlopig onafhan
kelijk. Zij treedt, voor het in de eerstko
mende twee jaar te voeren beleid inzake
specifieke belangen, op in overleg met de
Federatie van Beroepsverenigingen van
Kunstenaars en de Federatie van Neder
landse Journalisten. Bovendien zal bij de
bepaling van ballotage overleg worden ge
pleegd met vertegenwoordigers van de
operationale sectoren van de Nederlandse
televisie. De „Groep 73" heeft in novem
ber 24 uur gestaakt voor betere arbeids
voorwaarden.
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV.
11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV.
KRO: 7.00 Nws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd.
7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws.
8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40
Schoolradio. NCRV: 10.00 Gram. 10.15 Morgen
dienst. 10.45 Gram. KRO: 11.00 Voor de zieken.
11.45 Gewijde muz. 12.00 Middagklok - noodklok.
12.04 Pianospel. 12.25 Wij van het land, lezing.
12.35 Land- en tuinbouwmeded. 12.38 Gram. 12.50
Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte muz. 13.40 Licht
progr. (herh.). NCRV: 14.00 Metropole-ork. 14.30
Gram. 15.35 Amus.muz. 16.00 Verkenningen in de
Bijbel. 16.20 Kamermuz. 16.40 Gram. 17.00 Voor
de jeugd. 17.30 Gram. 17.40- Beursber. 17.45 Ma
rinierskapel. 18 15 Sportrubriek. 18.30 Vocaal ens.
18.50 Sociaal perspectief, lezing. 19.00 Nieuws en
weerber. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gram.
19.30 Radiokrant. 19.50 Pol. lezing. 20.00 Gevar.
progr. 22.30 Nieuws. 22.40 Avondoverdenking.
22.55 Boekbespr 23.00 Sopr. en piano. 23.35 Flit
sen van het congres De muzikale vorming van
de amateur. 23 55—24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO.
8.00—24 00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen
teman. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram.
10.50 Voor de kleuters. 11.00 Voor de vrouw. 11.15
Radio-kamerork. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land
en tuinbouwmeded. 12.33 Uit het bedrijfsleven,
lezing. 12 43 Hammondorgelspel en zang. 13.00
Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Beursber.
13.30 Lichte muz. 14.00 Pianorecital. 14.30 Voor
de vrouw. 15.05 Gram. 15.30 Act. 16.00 Gevar.
programma 17 00 Gram. 17.30 Voor de jeugd. 18.00
Nieuws. 18.15 Eventueel act. 18.20 Gram. 18.30
Sportpraatje. 18 35 Gesproken brief. 18.40 Lichte
muz. 19.00 Voor de kinderen. 19.05 Gram. 19.30
Voor de jeugd 20.00 Nieuws. 20.05 Omr.ork. en
soliste. 21 05 Concerto in F, hoorspel. 22.00 Milit.
orkest. 22.30 Nieuws en meded. 22.40 Act. 23.00
Sportact. 23.10 Discotaria. 23.5524.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Nieuws. 12.03 Gram. 12.30 Weerber. 12.35
Amus.orkest. 12.50 Beursber. 13.00 Nieuws. 13.15
Kamermuziek. 14 00 Schoolradio 16.00 Beursber.
16.06 Franse les. 16.21 Gram. 17.00 Nieuws. 17.15
Voor de kinderen. 18.15 Lichte muz. 18.20 Voor
de soldaten 18 50 Sportkron. 19.00 Nieuws. 19.40
Amus.muz 19.50 Vrije pol. tribune. 20 00 Lichte
muz. 20 30 Ork conc. 21.15 Lichte muz. 22 00 Nws.
en ber. voor de toeristen. 22.15 Gram. 22.5523.00
Nieuws.
VOOR WOENSDAG
NTS: 17.00 Jeugdjournaal. VPRO: 17.10—17.40
Voor de kinderen. NTS: 20.00 Journaal en week-
overz. KRO: 20 20 In woord en beeld. 20 30 Van
onze sportredacteur. 21.00 Piste, gevarieerd progr.
21.40 Uitverkoop, filmreport. 21.55 Epiloog. 22 05
Avondcollege Nederlands.
VOOR DONDERDAG
NTS 20.00 Journaal. AVRO 20.20 In AVRÖ's
Televizier. 20 30 Kleine wereldburgers, documen
taire. 21.00—22 30 De ongeloofwaardige wereld
van Horace Ford, TV-spel.
SLECHTS TWEE WERKEN vermeldde het programma dat door het Radio
Philharmonisch Orkest onder leiding van Franz-Paul Decker (sinds kort benoemd
tot mede-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest) als zesde concert
in de dinsdagserie ten gehore werd gebracht. Evenals in het vorig seizoen was de
hoofdschotel ook thans weer een Symfonie van Bruckner, een keuze die zin
heeft omdat ons Haarlemse orkest voor een dergelijk werk niet uitgebreid genoeg
is. De honderd man van het radio-orkest vormen een klanklichaam dat tegen
alle eisen van Bruckners massieve partituren is opgewassen, zowel wat betreft
volume, als qua voll^pid. En tevens beschikt het over de epische langademigheid
die nodig is om de toppen van een beschouwelijke extase te bereiken en in een
"gestadige stijgirlg en daling van het spanningsverloop de toehoorder mee te
nemen van het ene culminatiepunt naar het volgende.
DITMAAL HEEFT MEN de Zevende
Symfonie gehoord, een van de meest be
kende, al was het maar om het wijdings
volle Adagio met de vier Wagnertuba's,
een soort mengvorm van tuba en hoorn,
voor het eerst gebruikt door Wagner in
zijn opera's Rheingold en Walküre. Franz-
Paul Decker heeft de Symfonie met mees
terschap gedirigeerd in een krachtige,
vloeiende stijl waarbij de climaxen nooit
tot excessen werden maar de uitkomst wa
ren van een organische groei die in bre
de perioden verliep. Met superieur gebaar
liet hij het woud der strijkers als van ver
re in melodie opbloeien, noodde hij het ko
per tot legendarisch schallen, liet hij de
houtblazers een weids en verstild panora
ma openen tegen het suizelen der tremo-
lerende violen.
EEN SYMFONIE van Bruckner is een
tocht door een monumentale maar ver
trouwde natuur, een Alpine paradijs zon
der slang. Zijn muziek is niet schokkend
of vertederend, maar na afloop heeft men
wel het gevoel: daar werd iets groots ver
richt. Er is een beperkt veld van bele
ven waarbinnen een rijkdom aan hymmi-
sche en pastorale stemmingen heerst. Wie
hiervoor gevoelig zijn hebben zich kunnen
laven aan de in het juiste „klimaat" ge
situeerde uitvoering van het Radio Philhar
monisch Orkest. En dat waren er velen,
blijkens het warme applaus.
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan
van de Grafische zal van 3 t/m 25 fe.bruari
in het Stedelijk Museum te Amsterdam de
jubileumtentoonstelling „Prent" worden
gehouden. De expositie wordt geopend
door mr. Arn. J. d'Ailly.
EEN SOLO-CANTATE van Haydn,
„Ariadne auf Naxos" getiteld, ging vóór
de pauze aan deze Symfonie vooraf. De
uitvoering maakte een oneigenlijke indruk,
wellicht ook omdat door de negentiende-
eeuwse instrumentatie van zekere Ernst
Franck alles veel te aangedikt klonk. De
medewerking van het voltallige strijkor
kest op het podium was ook niet geschikt
om Haydn's geest over de executanten
vaardig te doen worden. Aafje Heynis
zong de solo-partij met begrip en met een
bewogenheid die wellicht een betere zaak
waardig geweest was.
IN ONZE BESPREKING van de voor
stelling van Shakespeare's „Midzomer
nachtsdroom", op 20 januari door de Ne
derlandse Comedie in Haarlem gegeven,
kwam de opmerking voor dat vertalers
voor dat blijspel toch eens een andere ti
tel moesten vinden, „want „Midzomer
nachtsdroom" is niet alleen lelijk Neder
lands maar zelfs geen goed Nederlands."
Naar aanleiding daarvan hebben wij
enige brieven van lezers ontvangen, waar
in instemming werd betuigd met onze
mening dat een betere titel gewenst zou
zijn. Een van die briefschrijvers, die het
met ons eens waren, 70as tot onze ver
rassing de vertaler zélf, Dolf Verspoor.
Hij vond het plezierig dat wij de vinger
hadden gelegd op een hem na aan het
hart liggend punt, want hijzelf had zijn
vertaling een andere titel gegeven, name
lijk „Droom van een midzomernacht".
Deze titel was oorspronkelijk door de di
rectie van het gezelschap aanvaard, maar
later niettemin gewijzigd op grond van de
overweging dat het hier een Nederlandse
traditie betrof waaraan niet getornd
mocht wordt. Terecht betoogt de heer
Verspoor, dat die „traditie" (gebaseerd
op de vertaling van Burgersdijk) nog
geen tachtig jaar oud is en behept met
alle nadelen van de woordkoekerij der
Tachtigers". De „s" tussen „nacht" en
„droom" noemt hij (zoals ook wij het
voelden) foutief Nederlands, even foutief
als het zou zijn om van „De nachtswacht"
of van een „nachtsmerrie" te spreken.
Ook mevrouw dr. Mea Nijland-Verwey
heeft op onze opmerking gereageerd. Zij
wijst erop dat haar grootvader, de des
tijds zeer bekende letterkundige prof. Jo
hannes van Vloten (1818-1883), Shakespea
re's blijspel altijd „De Sintjansnacht-
droom" noemde. De Sintjansnacht was
volgens oude overlevering de nacht waar
in alom toverij heerste; de folklore die
aan deze overlevering vastzit zou ook al
lerlei toespelingen en belevenissen van de
personages uit het stuk duidelijker kun
nen maken.
Het is te hopen dat de Nederlandse to
neelleiders enige aandacht aan deze sug
gesties zullen willen wijden. Intussen ver
heugt het ons dat Verspoors vertaling in
boekvorm zal uitkomen onder de door
hem gekozen titel, „Droom van een mid
zomernacht" (hoewel men in het Neder
lands naar ons gevoel ook dat „mid" best
zou kunnen missen).