I Rendez-vous met het verleden I
VISSERTJE PLUM
/Ir
„Radio City" van Parij:
nadert zijn voltooiing
Jonge Russen ontplooien een verrassende godsdienstijver
PANDA EN DE DIENOMAAT
P o 11 e,
Pelli en
Pinöo
8]
Ons vervolgverhaal
DOOR CLEMENS LAAR
Amsterdamse politie
loste één derde van
alle misdrijven op
i
Yi
VRIJDAG 2 FEBRUARI 1962
i
Dick J. Dijs
26. „Neem ons alsjeblieft niet kwalijk, dat we op je tenen zijn gaan zitten,
we dachten, dat we op een boomwortel zaten! Je kunt gerust weer een
beetje vrolijker de wereld in kijken!" Zeerob slaapt rustig verder en Polle
zegt; „Zeerob kan men nooit goed wakker krijgen, het beste zal zijn, een
beetje met je teen te bewegenHet reuze-dier heft even zijn teen op
Zeerob vliegt met een boog op de grond„Geweldig", zegt Polle,
dat is dik in orde.kunnen we verder nog iets voor je doen?"
1
38) Na een poosje
E vervolgde hij: „Ik geloof trouwens
§1 ook niet, dat de merrie zich naar een
E andere berijder zou voegen. Dat klinkt
H misschien wel wat vreemd, maar het
5 is toch werkelijk zo. Hoogstens door
E iemand die buitengewoon veel van Ni-
E coline zou houden. De merrie zou dat
voelen. Misschien, als wij ooit eens 'n
E kind zouden hebben.Toen was
E het ineens, alsof hij de spraak verlo-
1 ren had. Aan dat tafereel moest ik
H denken, toen ik nu naar de onbewe-
E gelijke schouders van Nicoline stond
E te kijken. Haar hoge kapsel was losge-
E gaan en hing in een zwarte golf in
haar nek. Ik moest de ogen sluiten,
E om mij niet te laten meeslepen en
E haar over het hoofd te strijken, zoals
E Pat dat altijd deed.
S Drie stalknechts stonden om ons
1 heen en de man met de lantaarn pro-
E beerde mij in gebroken Engels uiteen
E te zetten, wat er eigenlijk gebeurd
was. Ik begreep er slechts zoveel
E van, dat Avourneen haar waterrant-
soen voor de avond zou krijgen, maar
op het ogenblik, dat de deur van haar
1 box geopend werd, was ze naar bui-
li ten gedrongen, en had de knecht on-
dersteboven gelopen. In wilde galop
1 was zij toen door het zijpad in de stal
1 gerend en bij de deur gekomen was
zij hevig met haar voorhoeven daar-
S tegen beginnen te slaan. Ongelukki-
5 gerwijze was op dat ogenblik juist de
oude verzorger aangekomen en die
had zonder erg de deur geopend, toen
1 hi.i het lawaai hoorde. Avourneen was
over hem heengesprongen en was er-
van doorgegaan. De oude man lag nu
op zijn brits en kon bijna geen adem
3 meer krijgen. Het was dus allemaal
erg raadselachtig, maar nu zei Nico-
line toonloos, zonder op te kijken: „Ik
E begrijp het allemaal wel, ruitertje.
S Het uur voor Avourneen is gekomen
E en zij is een dochter van Indra. Indra
E en al haar dochters kunnen geen veu-
len ter wereld brengen in een stal.
E Dan moeten zij naar buiten. Dat
E moet al sinds generaties lang in hen
s zitten."
E Dat was het dus. Ik herinnerde mij,
E eens van iets dergelijks gehoord te
E hebben. Een fokker uit Holstein, die
zijn paarden alleen op stal zette bij
E het guurste winterweer, had bij oom
E Quappe eens over een dergelijke mer-
E rie verteld.
E Er was eigenlijk niets bijzonders
aan. Het klimaat was niet zo streng
B en bovendien zocht de merrie telkens
5 weer dezelfde plek op.
Bij Avourneen was er helemaal
E mets geheimzinnigs aan die drang op
H het grote moment in haar leven. Haar
moeder Indra kwam uit de stoeterij)
E van een Bengaalse prins. De vader
van Nicoline had haar meegebracht.
Het was eenvoudig het instinct dat
sprak, dat gedurende een paar eeuwen
S in halve wildernis en in bijna volko-
men vrijheid gevormd was.
1 „Ik had het moeten weten", jammer
E de Nicoline. „Hoe kon ik toch zo ge-
dachteloos zijn. Ik had aan Indra moe-
ten denken.
Ineens begon zij wild te snikken.
E Snel overlegde ik. Tenslotte be-
E vonden wij ons in Ierland en niet er-
1 gens in de steppen van Bengalen. Wij
waren niet op een of andere Ameri-
E kaanse prairie of midden in een
Australische wildernis. Het leven van
E Avourneen speelde zich niet af binnen
H een gebied van enkele honderden kilo-
E meters.
E Ik dacht aan de merrie uit Holstein.
S Veel anders kon het hier ook niet zijn.
Avourneen zou ongetwijfeld haar ge-
E wone wei opzoeken en daar op een of
E andere verborgen en veilig gelegen
plek haar veulen ter wereld brengen.
Als er bij deze storm zo'n plaats te
E vinden was!
E Plotseling schrok ik. Het hele mas-
sieve stalgebouw schudde ineens door
het geweld van de razende storm. Nog
3 erger was de ijzige kou, die hij met
S zich mee bracht. En Avourneen
1 kreeg voor de eerste maal een jong
E en bovendien nog te vroeg.
E Haperend en telkens weer vertwij-
feld naar woorden zoekend, deed ik
E mijn best om de stalknechts duidelijk
E te maken, dat Avourneen alleen kon
7-ijn op de plaats waar ze gewoon was
te grazen en dat wij onmiddellijk daar
I heen moesten. Zij zouden zoveel de-
S kens meenemen als zij maar dragen
konden en in de keuken moest iemand
E een aftreksel van koffie en venkel
E maken. Helaas vond ik het Engelse
woord voor koffie niet en voor ven-
B kei helemaal niet. De mannen staar-
5 den mij verlegen aan. Toen draaide
5 Nicoline zich om: „Maar gaan jullie
E dan toch. Haast je.iedere minuut
is immers belangrijk!"
E De mannen keken strak en zonder
begrip naar haar zonder mij te zien.
S De jongste mompelde in het Engels:
E Het veulen is toch dood en de merrie
is sterk. Morgenvroeg is zij weer te-
rug."
Maar dat klonk allesbehalve over-
tuigd.
Nicoline hief haar armen radeloos
op Het was alsof zij de mannen in 3
het gezicht wilde slaan:
„Komen jullie toch in beweging!"
Zij schudden zwijgend het hoofd en
toen zei de man met de lantaarn iets E
in het Gaelisch tegen Nicoline.
Zelfs bij het vale licht van de stal
zag ik de ogen van Nicoline donker E
en groot worden.
Ineens rukte zij de man de lan- i
taarn uit de hand, duwde hem opzij
en rende langs het stalpad naar de E
deur.
Zonder te begrijpen wat zij van e
plan was staarde ik haar na en dacht E
dat zij misschien nog andere mensen E
te hulp ging roepen. Pas toen zij zich
tegen de deur wierp, begon ik te ver- E
rooeden wat zij van plan was. E
Nicoline was slank en tamelijk
klein, maar zij beschikte over de
krachtige gezondheid van de paard- e
rijdster en van de vrouw die op het
land woont. Nog voordat ik mij in
beweging had kunnen zetten was zij
erin geslaagd de deur, tegen de E
kracht van de storm in, open te du- E
wen. E
Nog wilde ik niet aannemen, dat zij
zo zonder bezinning, geheel afgaande e
op de drang van haar opgeschrikt e
hart gehandeld had. maar toen ik, bij E
de deur gekomen, de eerste verbluft- E
heid van mij afgeschud had, zag ik
voor mij, schijnbaar al eindeloos ver, E
het flauwe licht van de lantaarn heen
en weer dansen.
De storm geselde het land; de duis- Ej
ternis was als een eindeloze lawine.
Ontelbare keren viel ik, kroop ik weer
overeind en liep ik als een razende E
verder tegen de storm in. Ik bereik- E
te Nicoline toch pas, toen in het flakke-
rende licht van de lantaarn de dof
glimmende palen van een omheind E
grasveld opdoken. Uitgeput hing Ni-
coline aan de omheining. Zij had niet
meer de kracht gehad om de slui- E
tingspalen op te tillen. E
De wind rukte aan haar kleren. Om
haar benen en dijen waren zij al in
flarden. Zij sidderde. e
Zolang de orkaan woedde, bemerk- E
te men niets van de brandende pijn E
die door zijn felle slagen werd ver- e
oorzaakt; daarvoor was de kou te E
verdovend. Maar als het plotseling
tussen de stoten van de storm in even
stilbleef, was het alsof dit stuk van E
de wereld het heelal ingeslingerd
was. Toen ik mijn jas uittrok, kon ik
.nauwelijks de armen bewegen. Wat E
een geluk dacht ik niettemin, dat dit
aJj£s. niet gisteren is gebeurd.. Gis- S
teren waren wij' in rok en avondkle- E
ding. Vandaag had Pat het beter ge-
vonden niet te formeel te doen en
daardoor kon ik Nicoline nu tenmin- E
ste in een enigermate warm kledings- E
stuk inpakken. E
De lantaarn, die ik op de grond ge-
zet had. belichtte haar gezicht. Ik zag s
alleen haar lippen en hoe die bewo- E
gen. Er was niets te horen, maar ik
meende tezien, dat die lippen nu niet
„Avourneen", zeiden, maar „ruiter- E
tjè". E
Toen vochten wij verder. Ik had
een arm om Nicoline heengelegd, e
maar het drong niet eens tot mij
door, dat ik dit een paar minuten ge- e
leden nog tot een ondenkbare zalig- s
heid had gerekend. E
Als twee verloren zielen dwaalden
wij door storm en duisternis. Twee- E
maal gleed de lantaarn uit mijn han- E
den, tweemaal slaagde ik er met in-
spanning van alle krachten in, mij
v/eer te bukken om ze op te nemen. E
Het was allemaal hopeloos en dat E
wilde ik tegen Nicoline zeggen, het
haar tenminste toeschreeuwen, toen
ik opeens de merrie zag liggen. E
Ik zag ook nog iets anders en door E
de ontzetting die mij bij die aanblik
vervulde, slaagde ik erin mijn ver-
lamde en verstijfde spieren weer los- E
ser te maken. E
Avourneen werkte met schokken.
De droge, ijskoude wind had ieder e
spoor van zweet reeds in de poriën E
moeten doen verdwijnen, maar Avour E
neen blonk als kwam zij pas uit het e
water. De weeën waren blijkbaar al e
een hele tijd geleden begonnen. Ik E
zag het tere benige stuk van 'n voor-
been met een zeer kleine hoef.
Alleen dat ene been.e
Nu brak ook mij het zweet uit. E
Het veulen lag verkeerd en het an- S
dere been was blijven haken. Nicoline e
had zich naast de hals van de merrie e
op de grond geworpen Zij probeerde E
het hoofd van het dier tegen haar E
borst te trekken.
(Wordt vervolgd) E
A
35
3435. Daar stond vissertje Plum. Met
verbaasde Ogen keek hij in 't rond.
Dit was een vreemd strand, dat hij nog
nooit had gezien.' Het was niet het strand,
waar hij woonde.
Waar zou die reuzengolf hem eigenlijk
heen gebracht hebben? Hij mocht van ge
luk spreken, dat hij in de woeste golven
niet verdronken was. Maar vissertje Plum
vroeg zich af, waar hij eigenlijk terecht
gekomen was
WIE OOK aan het toekomstperspectief
van de radio mocht twijfelen, de Fransen
niet. Op het ogenblik wordt in Parijs een
enorm gebouw voltooid van waaruit de
radio-programma's voor binnen- en bui
tenland zullen worden uitgezonden. Eind
1954 is men met de bouw ervan begonnen,
eind 1962 wil men het in gebruik nemen.
De reusachtige studioflat torent 67 meter
(21 etages) bove. i west-Parijs uit. Zij wordt
omsloten door een cirkelvormig gebouw,
waarvan de ene helft 37, de andere 24
meter hoog is. Het staat vlak langs de
Seine, nabij het Vrijheidsbeeld op de Pont
de Srenelle. Alvorens met de bouw kon
worden begonnen, moest het stadion van
de Parijse politiesportvereniging worden
afgebroken. En voordat men met dat kar
wei kon beginnen, moest er een felle strijd
tegen de politievereniging geleverd wor
den.
De Fransen zeggen dat dit het modern
ste radiogebouw ter wereld wordt. Of
cieze bewering juist is, kunnen wij niet
beoordelen. Maar modern wordt het ge
bouw wel, en groots van opzet ook de
foto's tonen het u!
OP EEN PAAR miljoen francs heeft
men bij de bouw en inrichting niet ge
keken. Het gebouw krijgt bijna duizend
werkvertrekken voor het administratieve
personeel; 55 studio's; drie grote zalen
voor muziek, toneel en variété (waarvan
de grootste met achthonderd zitplaatsen);
enorme ruimten voor het opbergen van
grammofoonplaten en boeken over litera
tuur, toneel en muziek; foyers voor de
medewerkers; een kantine (500 zitplaat
sen); een crèche (200 kinderen); vergader
en ontspanningszalen, leslokalen en par
keerruimte voor 350 auto's. Het gebouw
is tevens bet eerste in Parijs- dat-, stra-
lingsvrije kelders bezit. Zevenhonderd
mensen zullen er een schuilplaats kunnen
vinden.
HET ONTWERP van architect Henry
Bernard, winnaar van de Grand Prix, is
uit een oogpunt van moderne architectuur
niet stoutmoedig, maar wel ongewoon.
Bernard heeft een cirkelvormige opzet
gekozen om zoveel mogelijk stadslawaai
te kunnen weren cn een zo goed mogelijke
akoestiek te verkrijgen. Vijftien maanden
lang heeft men hiervoor met schaal
modellen proefnemingen verricht. Pas
toen was men met het resultaat tevreden.
Het is daarom dat de heer Bernard met
trots kon zeggen: „Het gebouw zal een
vriend zijn van klanken, maar een vijand
van lawaai."
Twee details vam het nieuwe gebouw.
De immense studioflat is omgeven door
twee halfcirkelvormige vleugels waarin
het administratieve personeel wordt
ondergebracht. Deze vleugels zullen, zo
hoopt men, het straatrumoer beletten
door te dringen tot in de grote muziek-
studio's op de beneden-etages van
de torenflat.
Op het ogenblik werken de vele afde
lingen van de Franse radio in talloze ge
bouwen die over geheel Parijs en de „ban-
lieu" zijn verspreid. Maar aan het eind
van dit jaar zal alles wat met de radio-
omroep te maken heeft in dit bolwerk
worden samengetrokken.
Van de 20.166 misdrijven die in 1961 ter
kennis van de hoofdstedelijke politie kwa
men (20.426 in 1960) zijn er 6639 opgelost.
Dit blijkt uit de jaarcijfers van het Bureau
ter Voorkoming van Misdrijven van de
Amsterdamse Politie.
Totaal heeft de Amsterdamse politie
vorig jaar 91.828 processenverbaal opge
maakt. Van 7560 gepakte daders (in 1960
7782) waren 2323 (2152) strafrechtelijke
minderjarigen (tot 18 jaar).
De fietsendieven bleven in de hoofdstad
ook in het afgelopen jaar actief, hoewel
hun buit (5553 fietsen en.2863 bromfietsen)
beneden de „oogst" van het jaar daarvoor
bleef (totaal 8946). De rubriek „eenvou
dige diefstallen" (totaal 14.330) vermeldt
voorts 387 gestolen auto's, 984 winkeldief
stallen (1024 in 1960, doch in 1953 „slechts"
144), 210 gevallen van zakkenrollerij en
269 gestolen motorfietsen.
Het aantal inbraken vertoonde een flin
ke stijging: van 1411 naar 1939. Daaren
tegen liep het aantal bekend geworden
zedenmisdrijven terug van 629 tot 553.
Hiervoor werden 428 (422) daders gegre
pen. Het aantal gevallen van openbare
dronkenschap bedroeg 485. Wegens het rij
den onder invloed werden 412 automobilis
ten geverbaliseerd. Er werden 456 geval
len van oplichting en verduistering bekend
(vorig jaar 576), waarvoor 420 daders (552)
werden gegrepen.
Dat veel Amsterdammers het met de
verkeersvoorschriften niet zo nauw ne
men, blijkt uit het aantal overtredingen:
75.295 in 1961.
Tenslotte heeft de Amsterdamse politie
nog 828 vreemdelingen aangehouden, waar
van er 672 werden uitgeleid.
De stad München is
onlangs een niet
alledaagse attractie
rijker geworden: een
museum, dat geheel
gewijd is aan de ont
wikkelingsgeschiede
nis van de dames
kous. Behalve nor
male kousen uit al
lerlei tijdperken, va
riërend van de
„twee rechts- twee
averechts" zelfge
breide bratkousen
onzer overgrootmoe
ders tot aan de naad
loze supernylons van
onze tijd, kan men
er ook vele luxueuze
exemplaren bewon
deren zoals deze na
tuurzijden avandkous
met een versiering
van echte Brusselse
kant, die destijds
omtrent de eeuw
wisseling 200
goudmark per paar
gekost hebben. Af-
neemsters voor dit
soort kousen waren
in hoofdzaak, zo
mompelt ment dames
vam lichte doch ple
zierige zeden...
'l
ER ZIJN NIEUWE moeilijkheden
ontstaan in Wladimir, zo meldt Komso-
molskaja Pravda, het blad voor de Rus
sische jongeren. Wladimir, een stadje op
een tweehonderd kilometer ten oosten
van Moskou, is om meerdere redenen
bekend. Het is een oud godsdienstig
centrum dat op tal van bijzonder fraaie
kerken kan bogen. Bovendien is het de
stad waar de Amerikaanse U-2-piloot
m
•73-69
73. Het kogelgat in de leidingbuis was groot genoeg
om heel wat water door te laten en het werd dus al
spoedig een flink gespatter en gesop in de hal van het
bankgebouw. De Dienomaat scheen echter, zoals we ge
zien hebben, niet graag nattigheid te voelen, en toen
de plassen niet meer te ontkomen waren, greep hij de
geldzak, nam kort en goed Jolliepop stevig in de kraag,
en zocht een goed heenkomen naar hoger liggende en
droge verdiepingen. „Bah!", knarste hij vol afgrijzen.
„Water is slecht voor batterijen en bewegende delen;
slecht voor slaap, slecht voor dromen, slecht voor Pap
pie!"
De enige die deze overhaaste terugtocht opmerkte
was de scherpzinnige Brigadier Sipkes; en deze autori
teit gevoelde dat er uit het waargenomene gevolgtrek
kingen te maken waren als men maar diep genoeg na
dacht, zodat hij tot een ogenblik van stilte verviel. Dat
was echter, waar Panda op gewacht had. Eindelijk kon
hij eens aan het woord komen! „Brigadier", zei hij, be
leefd, maar indringend, „de professor en ik hebben hier
een machine waarmee we de robot onschadelijk kun
nen maken! Het is een zogenaamde Inactivator, en door
die in te schakelen stelt men alle machines in de buurt
buiten bedrijf. Als we die nu eens
De brigadier was echter zo druk in de weer geweest
met zijn gevolgtrekkingen, dat hij er geen woord van
had gehoord maar wèl had hij persoonlijk een slot
som bereikt, „Houd je mond, jongen!", riep hij grof.
„Ik weet wat er gebeuren moet. Als die robot dan zo
bang voor water is, dan laten we de brandweer aan
rukken!"
Het was sneu voor Panda, maar erkend moet wor
den dat Brigadier Sipkes de zaken niet kinderachtig
aanvatte.
Francis Ganj Powers gevangen heeft ge
zeten en tenslotte Jcwam Wladimir in
het nieuws doordat een groep jeugdige
straatschenders er vorig jaar een overval
heeft gepleegd op het politiebureau.
Zij werden gearresteerd en ter dood
gebracht.
HET COMMUNISTISCHE jeugdblad
meldt echter een geheel nieuw feit
de invloed van de kerk neemt er
toe. Op een vergadering van de com
munistische jeugdbond heeft een der
leden, aldus het blad, meegedeeld dat
er in Wladimir in het afgelopen jaar
meer zuigelingen zijn gedoopt dan in
1960 en dat de meerderheid van de
vaders en moeders die hun kinderen
in de kerk lieten dopen jonge mensen
zijn. „Er zijn zelfs leden van de com
munistische jeugdbond bij," aldus
Komsomolskaja Pravda.
DE SECRETARIS van de jeugdbondsaf
deling in een bepaalde fabriek had zijn
kind laten dopen en dat was ook gebeurd
met een kind van de secretaris van een
bouwvakafdeling van die bond.
Bovendien waren zes bondsleden die op
collectieve boerderij werkzaam zijn, in de
kerk getrouwd. „Een storm van veront
waardiging stak op," zo meldt het blad,
„toen men hoorde dat de slaapzaal voor
fabrieksarbeiders thans regelmatig door
een priester wordt bezocht."
Het Russische blad verwijt het regionale
bestuur van de jeugdbond, dat het niet
zorgt voor een goede vrijetijdsbesteding
van de 'eugd en dat daarom straatschen
derijen en drinkgelagen voorkomen.
„Er zijn honderdduizendenden jonge com
munisten in het district Wladimir en die
zijn krachtig genoeg om de strijd aan te
binden tegen de drank, de straatschenderij
en de godsdienst," aldus het blad.
„jyc>
9,0 ooQ„
O o ofr
o o o.