I Rendez-vous met het verleden l „Wetenschappelijk speurwerk is voor vele artsen een onbereikbare luxe" PANDA EN DE D1ENOMAAT VISSERTJE PLUM Elke t.v.-kijker in Holland kan Britse programma's ontvangen Bronchi lef f en Pol le Peil DOOR CLEMENS LAAR II ONVOLKOMENHEDEN VAN HET WEST- EUROPESE UNIVERSITAIRE SYSTEEM Televisie-amateurs zeggen: Ons vervolgverhaal MAANDAG 5 FEBRUARI ^962 7 Overbelaste artsen De schilderijencollectie van Somerset Maugham Gemótorisèerd bed 28. „Ziezo, we hebben allemaal ons doel bereikt.... Je kunt starten vriend, ik hoop dat we niet verschuiven!" „Het is heerlijk rijden zo, als je je daarbij voorstelt, dat je zoveel vlees tegelijk vervoertBij het woord vlees, buigt Slokop zich naar voren en zegt: „Vólle, heeft onze grote vriend over eten gesproken.... Ik heb nu zo'n verschrikkelijke honger!" Is 40) Maar het moest; anders stierf Avourneen. Wankelend ging ik op weg, het veu len in mijn armen. Nooit zal ik begrijpen, hoe het mo gelijk was, dat ik niet reeds na en kele meters door mijn knieën zakte. Misschien hielp de storm me. Ik her inner me slechts twee heldere ogen blikken. Een keer, toen ik bewust het geweld bemerkte, waarmee ik voortgedreven werd, en in een on- beheerst gevoel van opluchting be ll greep, dat ik met de wind in de rug door de duisternis strompelde en dat dus de richting in het algemeen goed was. Ik herinner me, hoe ik E mij kreunend achterover liet leunen er, mij door de storm voortgedreven veelde. Het tweede moment van halve waaktoestand kwam, toen ik ergens tegenaan botste en ineens de stem van Nicoline hoorde. „Blijf hier staan, ruitertje.Leun maar hier tegen aan. Het hek gaat naar buiten toe open. Ik hoef alleen maar de balken op te schuiven. Toen was er weer niets anders om I mij heen dat het gedruis en de duis- ternis die om mij heen kookte, neen. waarin ik heen en weer geslingerd werd. Het donker werd tot een bio- U logerend purperrood voor mijn ogen, werd geheel licht. i Neen, het was slechts een klein, helder vierkant, ver voor mij uit, I maar nu was ik ook klaar wakker. Het veulen hing onbewegelijk met hals en voorbenen over mijn linker- schouder. Mijn handen hield ik on- oer zijn achterbenen in elkaar ge il wrongen. Het lichte vage vierkant werd gro- ter en plotseling had ik het gevoel, dat ik nog uren en uren zou kunnen lopen. Het vierkant was een venster. 1 Daarnaast blonk nu een helrode streep. Dat was de staldeur, die op E een kier stond. En schaduwen kwamen op ons af. Toen zij mij het veulen uit de ar- men namen, sloeg ik languit tegen de grond. Het was heel licht en warm om mij heen. Ik was niet bewusteloos. Toen iemand mij optrok, stelde ik met starre verwondering vast, dat ik al midden op het pad in de stal H van Eryllgobragh was. E Er was iemand die onder mijn linkerarm doorgekropen was en mij probeerde te ondersteunen. Iemand die beefde van ingehouden huilen. Nicoline. „Ruitertje, ruitertje. „Waar.waar is. „Avourneen is met ons meegeko- men. Wij waren de hele tijd achter je aan. Och, ruitertje. Daarna zaten Nicoline en ik op een paar bossen stro in de box van 5 Avourneen. Wij waren in staldekens gehuld als mummies en de wereld was vol warme vrede. Avourneen was droog- gewreven en had warme doeken over zich heen moeten laten leggen en nog steeds rook het naar de koffie, het venkelaftreksel en de hete sui- s kerstroop, die zij had moeten slik- ken. Het rook een beetje naar Kerst- mis. Het veulen stond met zijn benen ver uit elkaar, blijkbaar verzoend met het leven en dronk: en nu en dan draaide Avourneen haar mooie 1 hoofd om, keek naar haar jong en dan naar ons en telkens moest ik slikken, als ik die stille en voldane diepte van die paardenogen zag Ik dacht aan een gedicht, dat wij oo het gymnasium van buiten had- den moeten leren en dat, geloof ik „Het klokje van het Geluk" heette. 1 Het ging over een koning, die op het einde van zijn leven jammerend verklaarde, dat hij in duizend em- mers leven slechts enkele druppels geluk gevonden had. Een driedubbel overgehaalde idioot, I die koning. Misschien was het geluk met drup- pels te tellen, maar als er een viel was ook meteen de emmer tot de 1 rand gevuld. I Eindelijk klonk er gerammel bij -. de deur van de box en Pat perste i zich naar binnen. Hij maakte een zeer I bleke indruk en zijn ogen en mond i waren onvast. Ik kende dat verschijn- sel; Pat had de grens gepasseerd, die voorgewende en echte dronkenschap van elkaar scheidt. Hij droeg een blad, waarop een likeurglas en het glas van Nikoline, benevens een whis- kyfles en een paar glazen stonden. Toen hij zonder ietg te zeggen voor ons ging staan en alleen het blad in zijn handen een beetje beefde, keek Nikoline naar hem op, alsof zij hem thans pas bemerkte. „Hallo Pat. Dat is buitengewoon at- tent van je." ONDER DE TITEL „Een klaagzang uit Zwitserland" schrijft de arts H. Frese I in Medisch Contact, het orgaan van de Koninklijke Ncécrlandsche Maatschappij I tot Bevordering der Geneeskunst onder meer: „De nieuwbenoemde hoogleraar in de oogheelkunde aan de universiteit van Ziirich, prof. dr. R. Witmer, heeft kortgeleden zijn inaugurale rede gehouden en hij heeft van deze gelegenheid Zij zei dit zonder een bijklank van g gebruik gemaakt, eens duchtig datgene naar voren te brengen wat naar zijn spot, er was geen spoor van ironie in I \nzicM Pet universitaire systeem zoals dat in West-Europa tot heden toe wordt lUkbX mlSie^Taarop8 NircolindcC djt 11 gehandhaafd, als onvolkomen kan worden gezien", zo vriendelijk terloops zei, leek mij e staarde peinzend naar Nikoline en mij en zei toen met de moeitevolle na- drukkelijkheid van een man, die zijn e tong niet meer in bedwang heeft: g „Jullie tweeën., jullie tweeën pas- g sen werkelijk bij elkaar!" „De Neue Zürcher Zeitung" publiceert in Nikoline stond ineens op. De stalde- e een artikel van bijna een gehele pagina ken gleed van haar schouders af en g een groot deel van deze inaugurale rede, het geheel had wel iets van een grote g waarvan bepaalde woorden waarschijnlijk operascène, waarin een koningin ach- e velen onder de Nederlandse artsen en we- telocs het hermelijn van zich laat glij- g tenschappelijke werkers uit het hart zijn den. gegrepen". „Ja Pat", zei zij, helder en zonder g Na te hebben betoogd dat ieder sterk te' aarzelen. „Je hebt gelijk." onder de indruk is gekomen van de enor- Het leek precies, alsof Pat zich aan e me vooruitgang die in de afgelopen jaren het dienblad vasthield. Hij staarde g welhaast op ieder terrein van weten met een volkomen lege uitdrukking schap is geboekt, verhaalt Prof. Witmer naar Nikoline: g van de grote verschillen die er bestaan „Beter dan wij tweeën. Veel beter!" g tussen de methode van research zoals die Nikoline keerde hem haar rug toe in de Verenigde Staten wordt toegepast en ging naar Avourneen. Zachtjes zei g tegenover die in West-Europa. Hij had de zij over de hals van het paard heen: gelegenheid geruime tijd in Amerika we- Ook dat is zo. Pat". tenschappelijk te werken en hoewel hij Toen drukte zij haar gezicht tegen g toegeeft dat er ook veel werk wordt ver- de nek van Avourneen, streek vluch- g zet waarvan men het nut kan betwijfelen, tig het veulen over zijn hoekige, ho- 1 toch constateert hij dat er zeer veel meer ge kleine kruis en ging w|eg, zonder e wordt bereikt, meer dan in West-Europa een van ons tweeën nog aan te kij- g bij het huidige systeem mogelijk is." k<?Zo bleef ik hulpeloos en besluiteloos g tJn A fnet'ikd küïl dlleS op het stro zitten. Pat keek om zich heen als iemand „Voor wat betreft de oogheelkunde be- die tussen waken en dromen zweeft. e staan er thans in de Verenigde Staten Even dacht ik, dat hij ieder ogenblik e tenminste vijf instituten waarin alleen zui- het blad zou opheffen en het op mijn ver experimentele research geschiedt, hoofd in stukken zou slaan. Maar Pat ee waarbij alle facetten van het specia- zette het voorzichtig in een hoek van e lisme worden beschouwd. Al deze institu- de 'box bij de deur. Toen liet hij zich e ten hebben op de een of andere wijze r.3ast mij op het stro neervallen. contact met een kliniek, maar zij worden Het veulen had even opgehouden nimmer belast met routine-onderzoekingen met drinken en staarde ontzet en met e ten dienste van de dagelijkse praktijk. Zo de diepste verbazing naar het stille- werkten bijvoorbeeld in de periode, gedu- ven, dat Pat in de hoek had neerge- rende welke hij zich in New York bevond plant. Avourneen woelde in haar ha- aan Columbia University in het „Oph- ver Zo zaten wij heel lang en zeiden e thalmology Research Department" in een geen woord. Tenslotte stonden we al- e complex van veertien laboratoria die ge lebei tegelijkertijd op, als bij stille e heel gescheiden zijn van de oogheelkundi- aispraak. Wij gingen beiden nog eens ge kliniek, vier medici: een fysioloog, een naar Avourneen kijken en Pat greep e anatoom, een microbioloog en een bio- met een plotselinge en heftige bewe- e chemicus. Ieder van hen beschikte over ging naar het hoofd van de merrie een staf medewerkers: assistenten, doe- en wilde hem tegen zich aandrukken. m torandi en laboranten. En, gaat hij voort Avourneen strekte zonder schrik e dergelijke instituten bestaan er in de Ver maar vol verweer haar hals uit. e enigde Staten talloze! Al deze researchwer- Pat liet zijn armen zakken en stond kers bekleden levensposities met een be stom naar het dier te kijken. Toen hoorlijke salariëring, ze hebben zonder knikte hij heel langzaam: „Zij heeft e uitzondering recht op 't zogenaamde „sab- geen eigen ziel meer. Zij is alleen e batical leave", hetgeen betekent dat ze ie- nog maar een stuk van Nikoline." der zevende jaar hun plaats van werk- We gingen. Ik zou heel graag de zaamheid verlaten teneinde bij volle merrie nog een liefkozing hebben wil- j| saiariëring door dezelfde urüversiteit er- len geven en het veulen op de ont- gens jn het buitenland of aan de een of roerend smalle, geplooide rug geklopt andere kliniek hun kennis te verdiepen hebben, en ik wist ook, dat zij alle- en hun gezichtsveld te verbreden. En hij bei het'zich zouden hebben laten wel- verzucht: „Wie nötig hatten wir doch gevallen, maar ik was bang voor de machmal Letzteres!" ogen van Pat. Dus gingen wij. Toen wij m de hal E Idealisten afscheid van elkaar namen, reikten g wij elkaar de hand. „Natuurlijk, zo gaat professor Witmer Ik geloof, dat elk van ons drieën in voort, vindt men in zulke research-labora die nacht op een zee van eenzaamheid e toria geen mensen wier levensdoel het is heeft rondgezwalkt. in zeer korte tijd zoveel mogelijk geld te Toen ik de volgende morgen heel g verdienen. Hij, die na zijn afstuderen zo vroeg tenminste dat dacht ik e snel mogelijk in de praxis aurea wil ver- naar de stal ging en Avourneen op- e dwijnen. zoekt uiteraard andere wegen zocht trof ik daar Nikoline al aan, |j Neen, het zijn de echte idealisten, die uit- samen met de veearts uit Dungarvan. sluitend om der wille van de wetenschap De veearts, die er uitzag als een g hun leven wijden aan deze research en lichtblonde, grotere uitgave van Pat, genoegen nemen met een bescheiden, hoe was ondanks de razende storm uit de e wel zeer voldoend, inkomen, niet gehin havenstad gekomen, en ik meende e derd door ziekenfondsen, verzekeringsin san hem te merken, dat hij dat 11 stituten of patiënten", slechts voor één vrouw ter wereld g doen zou. e Hij keek mij tamelijk kwaad aan •en zei toen met tegenzin iets in knor- rend Engels, dat ik niet verstond. Ni- kuline beweerde, dat de dokter had e gezegd, dat hij het zelf niet beter ge- g daan zou hebben en ik begreep, dat die opmerking hem een grote zelf- overwinning gekost moest hebben. g We moesten Avourneen een halster ore doen en haar met een ketting I vastleggen, terwijl de veearts het veu- e len onderzocht. Het was een merrie- veulen 'en volgens de dierenarts vol- komen normaal ontwikkeld. Het lik- te Nikoline de handen, terwijl de dok- e ter tamelijk ruw het beenderstel van e de achterbenen betastte. Nikoline boog zich een beetje voorover en hield haar e handen als een platte schaal voor het e I diertje. I „Zouden er zich nog complicaties voordoen?" vroeg Nikoline. De vee- e arts keek zoekend naar zijn jas om. e „Met haar niet, maar met mij. Als e uw man mij tenminste niet tijdig de wagen terugstuurt." Ik keek Nikoline vragend aan en het bleek, dat Pat en mister Alexander een half uur geleden met de auto van de veearts Eryllgobragh hadden ver laten. (Wordt vervolgd) I Men zou de nieuwe hoogleraar echter misverstaan indien men dacht, dat hij met deze laatste zinswending de mening verkondigde, dat de patiënten een „be lasting" vormen voor de arts. Hij betoogt echter dat het een ideale toestand is als men zich in researchwerk kan verdiepen zonder constant in tijdgebrek te zijn". ,Men moet hem, zo gaat hij dan ver der, maar liever niet vragen waar in Zwit serland het instituut voor wetenschappelij ke oogheelkunde is gevestigd en waar de artsen zijn gehuisvest, die zuivere ophthal- mologische research verrichten. Het ant woord is eenvoudig: het instituut bestaat niet. Men vindt het tegenwoordig in Zwit serland, evenals bij ons, nog vanzelfspre kend en normaal, dat de hoogleraar en in het bijzonder de clinicus, de research niet als hoofdfunctie uitoefent. Onder zijn be roep kan men dan verstaan zijn functies als docent, leider van de kliniek, arts chirurg, consulent, etc. En men begrijpt tot de huidige dag nog niet, dat deze cli nicus ook gaarne eens researchwerker zou willen zijn. Men rekent er reeds bij zijn aanstelling op, dat hij een belangrijk ge deelte van zijn inkomen zal verdienen in zijn particuliere praktijk." „Natuurlijk, zo gaat prof. Witmer ver der, zijn wij clinici in de eerste plaats arts en vanzelfsprekend zijn wij zoals iede re arts in hoofdzaak aangewezen op het contact met de patiënt. Men zou dit con tact nooit willen missen, maar de huidige organisatievorm komt de research niet ten goede." „In het tweede deel van zijn betoog spreekt Professor Witmer over het in Zwit seriand op schrikbarende wijze teruglopen van het aantal medische studenten. Zijn opvatting omtrent de oorzaken hiervoor is interessant en, hoewel niet geheel verge lijkbaar met Nederlandse toestanden, toch wel leerzaam. Het is voor hem duidelijk dat het beroep van arts voor een jonge academicus tegenwoordig niet meer at tractief is. De oorzaak hiervan is volgens hem: de „Verstaatlichung" van het beroep door het hand over hand toenemen van de invloed van de ziekenfondsen en de af hankelijkheid van de arts van deze instel lingen, waarbij de overbelasting van de arts eveneens hoofdzakelijk aan het zie kenfonds wordt verweten." „De huisarts en de jonge specialist in de stad worden door de „ongezonde over- verzekering" van de bevolking gedwongen twaalf of zelfs meer ufen per dag te wer ken, vijftig of meer patiënten per werk dag te beoordelen, op zaterdag en veelal ook nog op zondag te werken om de steeds stijgende uitgaven in evenwicht te houden met de inkomsten. Het is paradoxaal en treurig, zegt prof. Witmer, dat in de te genwoordige tijd, waarin de verkorting van de werktijd op ieders lippen ligt, de art sen gedwongen zijn zestig en meer uren in de week te werken, eenvoudig omdat ze anders in de korte produktie've perio de, die hun na een lange studie overblijft, niet het nodige kunnen verdienen om voor een behoorlijke oudedagsvoorziening te zorgen." .Schamper merkt hij op, dat de arts die zich wil specialiseren, gedurende zijn as- sistentijd veelal minder verdient dan de chauffeur die de patiënt in het ziekenhuis aflevert." „Behartigenswaardige opmerkingen, naar wij menen, hoewel de situatie in Neder land duidelijk gunstiger lijkt en wij met name zijn opmerkingen over de zieken fondsen niet tot de onze zouden willen ma ken," aldus de slotsom van de arts H, Frese in „Medisch Contact". De Britse schrijver Somerset Maugham heeft meegedeeld, dat hij in het geheim zijn schilderij en verzameling, die op 2 mil joen dollar wordt geschat, naar Londen voor verkoop heeft laten overbrengen om dat hij bang is dat zij gestolen zou worden uit zijn villa aan de Rivièra. De 35 doeken werden onder bewaking naar Sotheby gebracht, waaronder drie Picasso's, drie Renoirs, twee Matisses en andere gesigneerd door Monet, Utrillo, Bonnard, Toulouse Lautrec en Dufy. De verkoop zal in april plaats hebben. Er is één grote moeilijkheid: een Incasso, „De Dood van de Harlekijn", geschat op 168.000 dollar, heeft aan de achterzijde een andere Picasso, volgens schatting van 56.000 dollar. „De kerk onderweg" heet deze grote vrachtauto met aanhangwagen, die de Duitse pastoor Otto von Stockhausen heeft laten houwen om er in de komen de zomer mee naar de kampeerterrei nen in de Bondsrepubliek te trekken. De rijdende kerk biedt plaats aan zeventig kerkgangers, 's Winters zal de auto dienst doen als noodkerk in kleine dorpen, die geen eigen kerk bezitten. v- Advertentie MET ENIGE technische hand grepen en foefjes, alsmede de nodige contanten, kan elke t.v.-kijker in het westen des lands regelmatig 'alle tele visiezenders in Engeland, Wales en Schotland ontvangen. Dat is zelfs meer dan de Britten zelf kunnen zien. Nodig zijn een perfecte antenne installatie en een kleine „verbouwing" van een Nederlandse vier systemen t.v.-ontvanger om deze geschikt te maken voor ontvangst van het En gelse 405-beeldlijnenstelsel. DEZE ONDERVINDING is opgedaan door de amateur-televisiepioniers J. H. Adama uit Wassenaar en Th. C. L. Dob- be te Amsterdam, die er alle nega tieve deskundige vooroordelen ten spijt in geslaagd zijn, zich de veelvuldige ontvangst te verzekeren van t.v.-pro- gramma's uit heel Engeland, Frankrijk, België, Duitsland, Spanje, Portugal, de Scandinavische landen en soms zelfs uitzendingen uit Moskou, Polen, Boeda pest en Boekarest. De heren Adama en Dobbe zullen bovendien waarschijnlijk de eerste Ne derlanders zijn die regelmatig een kleurentelevisieprogramma kunnen ont vangen: „Crystal Palace", de Engelse kleuren-t.v.-zender.. Van hun experi menten wordt zelfs door research- experts met belangstelling kennis ge nomen. De Engelse televisie-autoriteiten volgen al geruime tijd de verrichitngen der beide Nederlandse pioniers op de voet. Zowel de heer Adama als de heer Dobbe trad voor de BBC op in een vraaggesprek over de ontvangst van Engelse programma's in ons land. En gelse programmabladen schreven reeds over het tweetal. Dank zij de bemoeiin gen van de heer Adama en Dobbe kun nen twee Britse gezinnen in Den Haag tegenwoordig ook de televisieprogram ma's uit hun moederland ontvangen. 75- ö9 miiiiiiiii!iniu(>.<>>) 'itnniiiniituiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKtiiiimiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiitiiiiniiiiiiii J 75. De brandweerlieden drongen met prijzenswaardi ge ijver de Vaderlandse Nering Bank binnen, en begon nen in. het inwendige van deze eerbiedwaardige instel ling een aanzienlijke waterschade aan te richten. Er was uiteraard geen brand; het enige aanwezige vuur was dat van het enthousiasme waarmee deze beambten zich van hun taak kweten. Opnieuw voelden zij welk een mooie roeping zij gevolgd hadden want bestaat er wel één vermakelijker, zindelijker en frisser bezig heid dan plassen met water? Deze opvatting werd ech ter in het geheel niet gedeeld door de vluchtende Die- nomaat die (zoals we gezien hebben) een sterke afkeer van water had en nu door het rondspatterend vocht naar hoger sferen werd gedreven. „Pappie houdt niet van water!" deelde hij de rustende Jolliepop mede. Water maakt Pappie wakker! Kwaad volk gooit ons met water. Maar Pappie gaat mij helpen en dan win nen wij het toch." Hoe de verdoofde bediende die zijn geestelijke vader was hem zou helpen, zal de toekomst uitwijzen. Intussen had Panda het gedoe van de brand weer met enige bezorgdheid aangezien. Door al dit grootscheepse optreden met zwaar materiaal zou ook Jolliepop wel eens iets onaangenaams kunnen overko men, en dat wilde hij beslist niet hebben! Vandaar dan ook dat hij een laatste poging deed om de aandacht van Brigadier Sipkes te vestigen op de door Professor Kalker uitgevonden Inactivator, die de helee zaak veel eenvoudiger kon oplossen. „Kijk nu toch eens even, mijnheer de brigadier!" zei hij beleefd maar de bri gadier ging geheel op in de leiding van de operatie en keek noch luisterde. LONDEN De Britse student Richard Brown zal zich voor de rechter moeten verantwoorden omdat hij zonder vergun ning in een bed rondgereden heeft. Hem wordt ten laste gelegd dat voor zijn ge motoriseerd bed ontbraken: de verzeke ringspapieren, een nummerplaat, behoor lijke remmen en een bord met een L om aan te geven dat Brown een leerling-auto mobilist is. Twaalf vrienden van Brown zullen ook moeten verschijnen wegens hulpverlening bij diens rijtoer door de straten van Farn- borough. Zij waren allen leden van een comité dat een liefdadigheidsoptocht geor ganiseerd had welke 6000 gulden opge bracht heeft. Het oude ijzeren ledikant werd voortge dreven door een motorfietsmotor. Gehuld in dekens, met een slaapmuts op en een hansop aan, zat Brown aan het stuur. Tijdens de optocht werd Brown aange houden door een agent die proces-verbaal opmaakte. „Deze politiejongens hebben geen gevoel voor humor", zeggen Browns mede-comitéleden. Advertentie Hoestdrank in tabletvorm. 95ct 3839. Toen vissertje Plum daar met moeite tegen de rotswand opklom, kwam hij opeens voor een opening te staan. Dat was de ingang van een hol in de berg. Vissertje Plum bleef ervoor staan en keek nieuwsgierig naar binnen. Hier zou eigenlijk een mooi schuil- plaatsje zijn voor die akelige stormwind! dacht vissertje Plum. En daarom liep hij\ het hol in. L28-C' B. Bo« 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7