I Rendez-vous met het verleden l
„Wetenschappelijk speurwerk is voor
vele artsen een onbereikbare luxe"
PANDA EN DE D1ENOMAAT
VISSERTJE PLUM
Elke t.v.-kijker in Holland kan
Britse programma's ontvangen
Bronchi lef f en
Pol le
Peil
DOOR CLEMENS LAAR
II ONVOLKOMENHEDEN VAN HET WEST-
EUROPESE UNIVERSITAIRE SYSTEEM
Televisie-amateurs zeggen:
Ons vervolgverhaal
MAANDAG 5 FEBRUARI ^962
7
Overbelaste artsen
De schilderijencollectie
van Somerset Maugham
Gemótorisèerd bed
28. „Ziezo, we hebben allemaal ons doel bereikt.... Je kunt starten
vriend, ik hoop dat we niet verschuiven!" „Het is heerlijk rijden zo, als
je je daarbij voorstelt, dat je zoveel vlees tegelijk vervoertBij het
woord vlees, buigt Slokop zich naar voren en zegt: „Vólle, heeft onze grote
vriend over eten gesproken.... Ik heb nu zo'n verschrikkelijke honger!"
Is
40)
Maar het moest; anders stierf
Avourneen.
Wankelend ging ik op weg, het veu
len in mijn armen.
Nooit zal ik begrijpen, hoe het mo
gelijk was, dat ik niet reeds na en
kele meters door mijn knieën zakte.
Misschien hielp de storm me. Ik her
inner me slechts twee heldere ogen
blikken. Een keer, toen ik bewust
het geweld bemerkte, waarmee ik
voortgedreven werd, en in een on-
beheerst gevoel van opluchting be
ll greep, dat ik met de wind in de
rug door de duisternis strompelde en
dat dus de richting in het algemeen
goed was. Ik herinner me, hoe ik
E mij kreunend achterover liet leunen
er, mij door de storm voortgedreven
veelde.
Het tweede moment van halve
waaktoestand kwam, toen ik ergens
tegenaan botste en ineens de stem
van Nicoline hoorde.
„Blijf hier staan, ruitertje.Leun
maar hier tegen aan. Het hek gaat
naar buiten toe open. Ik hoef alleen
maar de balken op te schuiven.
Toen was er weer niets anders om
I mij heen dat het gedruis en de duis-
ternis die om mij heen kookte, neen.
waarin ik heen en weer geslingerd
werd. Het donker werd tot een bio-
U logerend purperrood voor mijn ogen,
werd geheel licht.
i Neen, het was slechts een klein,
helder vierkant, ver voor mij uit,
I maar nu was ik ook klaar wakker.
Het veulen hing onbewegelijk met
hals en voorbenen over mijn linker-
schouder. Mijn handen hield ik on-
oer zijn achterbenen in elkaar ge
il wrongen.
Het lichte vage vierkant werd gro-
ter en plotseling had ik het gevoel,
dat ik nog uren en uren zou kunnen
lopen. Het vierkant was een venster.
1 Daarnaast blonk nu een helrode
streep. Dat was de staldeur, die op
E een kier stond.
En schaduwen kwamen op ons af.
Toen zij mij het veulen uit de ar-
men namen, sloeg ik languit tegen
de grond.
Het was heel licht en warm om
mij heen. Ik was niet bewusteloos.
Toen iemand mij optrok, stelde ik
met starre verwondering vast, dat ik
al midden op het pad in de stal
H van Eryllgobragh was.
E Er was iemand die onder mijn
linkerarm doorgekropen was en mij
probeerde te ondersteunen. Iemand
die beefde van ingehouden huilen.
Nicoline.
„Ruitertje, ruitertje.
„Waar.waar is.
„Avourneen is met ons meegeko-
men. Wij waren de hele tijd achter
je aan. Och, ruitertje.
Daarna zaten Nicoline en ik op een
paar bossen stro in de box van
5 Avourneen.
Wij waren in staldekens gehuld als
mummies en de wereld was vol
warme vrede. Avourneen was droog-
gewreven en had warme doeken over
zich heen moeten laten leggen en
nog steeds rook het naar de koffie,
het venkelaftreksel en de hete sui-
s kerstroop, die zij had moeten slik-
ken. Het rook een beetje naar Kerst-
mis.
Het veulen stond met zijn benen
ver uit elkaar, blijkbaar verzoend
met het leven en dronk: en nu en
dan draaide Avourneen haar mooie
1 hoofd om, keek naar haar jong en
dan naar ons en telkens moest ik
slikken, als ik die stille en voldane
diepte van die paardenogen zag
Ik dacht aan een gedicht, dat wij
oo het gymnasium van buiten had-
den moeten leren en dat, geloof ik
„Het klokje van het Geluk" heette.
1 Het ging over een koning, die op
het einde van zijn leven jammerend
verklaarde, dat hij in duizend em-
mers leven slechts enkele druppels
geluk gevonden had.
Een driedubbel overgehaalde idioot,
I die koning.
Misschien was het geluk met drup-
pels te tellen, maar als er een viel
was ook meteen de emmer tot de
1 rand gevuld.
I Eindelijk klonk er gerammel bij
-. de deur van de box en Pat perste
i zich naar binnen. Hij maakte een zeer
I bleke indruk en zijn ogen en mond
i waren onvast. Ik kende dat verschijn-
sel; Pat had de grens gepasseerd, die
voorgewende en echte dronkenschap
van elkaar scheidt. Hij droeg een
blad, waarop een likeurglas en het
glas van Nikoline, benevens een whis-
kyfles en een paar glazen stonden.
Toen hij zonder ietg te zeggen voor
ons ging staan en alleen het blad in
zijn handen een beetje beefde, keek
Nikoline naar hem op, alsof zij hem
thans pas bemerkte.
„Hallo Pat. Dat is buitengewoon at-
tent van je."
ONDER DE TITEL „Een klaagzang uit Zwitserland" schrijft de arts H. Frese
I in Medisch Contact, het orgaan van de Koninklijke Ncécrlandsche Maatschappij
I tot Bevordering der Geneeskunst onder meer: „De nieuwbenoemde hoogleraar
in de oogheelkunde aan de universiteit van Ziirich, prof. dr. R. Witmer, heeft
kortgeleden zijn inaugurale rede gehouden en hij heeft van deze gelegenheid
Zij zei dit zonder een bijklank van g gebruik gemaakt, eens duchtig datgene naar voren te brengen wat naar zijn
spot, er was geen spoor van ironie in I \nzicM Pet universitaire systeem zoals dat in West-Europa tot heden toe wordt
lUkbX mlSie^Taarop8 NircolindcC djt 11 gehandhaafd, als onvolkomen kan worden gezien",
zo vriendelijk terloops zei, leek mij e
staarde peinzend naar Nikoline en mij
en zei toen met de moeitevolle na-
drukkelijkheid van een man, die zijn e
tong niet meer in bedwang heeft: g
„Jullie tweeën., jullie tweeën pas- g
sen werkelijk bij elkaar!"
„De Neue Zürcher Zeitung" publiceert in
Nikoline stond ineens op. De stalde- e een artikel van bijna een gehele pagina
ken gleed van haar schouders af en g een groot deel van deze inaugurale rede,
het geheel had wel iets van een grote g waarvan bepaalde woorden waarschijnlijk
operascène, waarin een koningin ach- e velen onder de Nederlandse artsen en we-
telocs het hermelijn van zich laat glij- g tenschappelijke werkers uit het hart zijn
den. gegrepen".
„Ja Pat", zei zij, helder en zonder g Na te hebben betoogd dat ieder sterk
te' aarzelen. „Je hebt gelijk." onder de indruk is gekomen van de enor-
Het leek precies, alsof Pat zich aan e me vooruitgang die in de afgelopen jaren
het dienblad vasthield. Hij staarde g welhaast op ieder terrein van weten
met een volkomen lege uitdrukking schap is geboekt, verhaalt Prof. Witmer
naar Nikoline: g van de grote verschillen die er bestaan
„Beter dan wij tweeën. Veel beter!" g tussen de methode van research zoals die
Nikoline keerde hem haar rug toe in de Verenigde Staten wordt toegepast
en ging naar Avourneen. Zachtjes zei g tegenover die in West-Europa. Hij had de
zij over de hals van het paard heen: gelegenheid geruime tijd in Amerika we-
Ook dat is zo. Pat". tenschappelijk te werken en hoewel hij
Toen drukte zij haar gezicht tegen g toegeeft dat er ook veel werk wordt ver-
de nek van Avourneen, streek vluch- g zet waarvan men het nut kan betwijfelen,
tig het veulen over zijn hoekige, ho- 1 toch constateert hij dat er zeer veel meer
ge kleine kruis en ging w|eg, zonder e wordt bereikt, meer dan in West-Europa
een van ons tweeën nog aan te kij- g bij het huidige systeem mogelijk is."
k<?Zo bleef ik hulpeloos en besluiteloos g tJn A fnet'ikd küïl dlleS
op het stro zitten.
Pat keek om zich heen als iemand „Voor wat betreft de oogheelkunde be-
die tussen waken en dromen zweeft. e staan er thans in de Verenigde Staten
Even dacht ik, dat hij ieder ogenblik e tenminste vijf instituten waarin alleen zui-
het blad zou opheffen en het op mijn ver experimentele research geschiedt,
hoofd in stukken zou slaan. Maar Pat ee waarbij alle facetten van het specia-
zette het voorzichtig in een hoek van e lisme worden beschouwd. Al deze institu-
de 'box bij de deur. Toen liet hij zich e ten hebben op de een of andere wijze
r.3ast mij op het stro neervallen. contact met een kliniek, maar zij worden
Het veulen had even opgehouden nimmer belast met routine-onderzoekingen
met drinken en staarde ontzet en met e ten dienste van de dagelijkse praktijk. Zo
de diepste verbazing naar het stille- werkten bijvoorbeeld in de periode, gedu-
ven, dat Pat in de hoek had neerge- rende welke hij zich in New York bevond
plant. Avourneen woelde in haar ha- aan Columbia University in het „Oph-
ver Zo zaten wij heel lang en zeiden e thalmology Research Department" in een
geen woord. Tenslotte stonden we al- e complex van veertien laboratoria die ge
lebei tegelijkertijd op, als bij stille e heel gescheiden zijn van de oogheelkundi-
aispraak. Wij gingen beiden nog eens ge kliniek, vier medici: een fysioloog, een
naar Avourneen kijken en Pat greep e anatoom, een microbioloog en een bio-
met een plotselinge en heftige bewe- e chemicus. Ieder van hen beschikte over
ging naar het hoofd van de merrie een staf medewerkers: assistenten, doe-
en wilde hem tegen zich aandrukken. m torandi en laboranten. En, gaat hij voort
Avourneen strekte zonder schrik e dergelijke instituten bestaan er in de Ver
maar vol verweer haar hals uit. e enigde Staten talloze! Al deze researchwer-
Pat liet zijn armen zakken en stond kers bekleden levensposities met een be
stom naar het dier te kijken. Toen hoorlijke salariëring, ze hebben zonder
knikte hij heel langzaam: „Zij heeft e uitzondering recht op 't zogenaamde „sab-
geen eigen ziel meer. Zij is alleen e batical leave", hetgeen betekent dat ze ie-
nog maar een stuk van Nikoline." der zevende jaar hun plaats van werk-
We gingen. Ik zou heel graag de zaamheid verlaten teneinde bij volle
merrie nog een liefkozing hebben wil- j| saiariëring door dezelfde urüversiteit er-
len geven en het veulen op de ont- gens jn het buitenland of aan de een of
roerend smalle, geplooide rug geklopt andere kliniek hun kennis te verdiepen
hebben, en ik wist ook, dat zij alle- en hun gezichtsveld te verbreden. En hij
bei het'zich zouden hebben laten wel- verzucht: „Wie nötig hatten wir doch
gevallen, maar ik was bang voor de machmal Letzteres!"
ogen van Pat.
Dus gingen wij. Toen wij m de hal E Idealisten
afscheid van elkaar namen, reikten g
wij elkaar de hand. „Natuurlijk, zo gaat professor Witmer
Ik geloof, dat elk van ons drieën in voort, vindt men in zulke research-labora
die nacht op een zee van eenzaamheid e toria geen mensen wier levensdoel het is
heeft rondgezwalkt. in zeer korte tijd zoveel mogelijk geld te
Toen ik de volgende morgen heel g verdienen. Hij, die na zijn afstuderen zo
vroeg tenminste dat dacht ik e snel mogelijk in de praxis aurea wil ver-
naar de stal ging en Avourneen op- e dwijnen. zoekt uiteraard andere wegen
zocht trof ik daar Nikoline al aan, |j Neen, het zijn de echte idealisten, die uit-
samen met de veearts uit Dungarvan. sluitend om der wille van de wetenschap
De veearts, die er uitzag als een g hun leven wijden aan deze research en
lichtblonde, grotere uitgave van Pat, genoegen nemen met een bescheiden, hoe
was ondanks de razende storm uit de e wel zeer voldoend, inkomen, niet gehin
havenstad gekomen, en ik meende e derd door ziekenfondsen, verzekeringsin
san hem te merken, dat hij dat 11 stituten of patiënten",
slechts voor één vrouw ter wereld g
doen zou. e
Hij keek mij tamelijk kwaad aan
•en zei toen met tegenzin iets in knor-
rend Engels, dat ik niet verstond. Ni-
kuline beweerde, dat de dokter had e
gezegd, dat hij het zelf niet beter ge- g
daan zou hebben en ik begreep, dat
die opmerking hem een grote zelf-
overwinning gekost moest hebben. g
We moesten Avourneen een halster
ore doen en haar met een ketting I
vastleggen, terwijl de veearts het veu- e
len onderzocht. Het was een merrie-
veulen 'en volgens de dierenarts vol-
komen normaal ontwikkeld. Het lik-
te Nikoline de handen, terwijl de dok- e
ter tamelijk ruw het beenderstel van e
de achterbenen betastte. Nikoline boog
zich een beetje voorover en hield haar e
handen als een platte schaal voor het e I
diertje. I
„Zouden er zich nog complicaties
voordoen?" vroeg Nikoline. De vee- e
arts keek zoekend naar zijn jas om. e
„Met haar niet, maar met mij. Als e
uw man mij tenminste niet tijdig de
wagen terugstuurt."
Ik keek Nikoline vragend aan en het
bleek, dat Pat en mister Alexander
een half uur geleden met de auto van
de veearts Eryllgobragh hadden ver
laten.
(Wordt vervolgd) I
Men zou de nieuwe hoogleraar echter
misverstaan indien men dacht, dat hij
met deze laatste zinswending de mening
verkondigde, dat de patiënten een „be
lasting" vormen voor de arts. Hij betoogt
echter dat het een ideale toestand is als
men zich in researchwerk kan verdiepen
zonder constant in tijdgebrek te zijn".
,Men moet hem, zo gaat hij dan ver
der, maar liever niet vragen waar in Zwit
serland het instituut voor wetenschappelij
ke oogheelkunde is gevestigd en waar de
artsen zijn gehuisvest, die zuivere ophthal-
mologische research verrichten. Het ant
woord is eenvoudig: het instituut bestaat
niet. Men vindt het tegenwoordig in Zwit
serland, evenals bij ons, nog vanzelfspre
kend en normaal, dat de hoogleraar en in
het bijzonder de clinicus, de research niet
als hoofdfunctie uitoefent. Onder zijn be
roep kan men dan verstaan zijn functies
als docent, leider van de kliniek, arts
chirurg, consulent, etc. En men begrijpt
tot de huidige dag nog niet, dat deze cli
nicus ook gaarne eens researchwerker zou
willen zijn. Men rekent er reeds bij zijn
aanstelling op, dat hij een belangrijk ge
deelte van zijn inkomen zal verdienen in
zijn particuliere praktijk."
„Natuurlijk, zo gaat prof. Witmer ver
der, zijn wij clinici in de eerste plaats
arts en vanzelfsprekend zijn wij zoals iede
re arts in hoofdzaak aangewezen op het
contact met de patiënt. Men zou dit con
tact nooit willen missen, maar de huidige
organisatievorm komt de research niet ten
goede."
„In het tweede deel van zijn betoog
spreekt Professor Witmer over het in Zwit
seriand op schrikbarende wijze teruglopen
van het aantal medische studenten. Zijn
opvatting omtrent de oorzaken hiervoor is
interessant en, hoewel niet geheel verge
lijkbaar met Nederlandse toestanden, toch
wel leerzaam. Het is voor hem duidelijk
dat het beroep van arts voor een jonge
academicus tegenwoordig niet meer at
tractief is. De oorzaak hiervan is volgens
hem: de „Verstaatlichung" van het beroep
door het hand over hand toenemen van de
invloed van de ziekenfondsen en de af
hankelijkheid van de arts van deze instel
lingen, waarbij de overbelasting van de
arts eveneens hoofdzakelijk aan het zie
kenfonds wordt verweten."
„De huisarts en de jonge specialist in
de stad worden door de „ongezonde over-
verzekering" van de bevolking gedwongen
twaalf of zelfs meer ufen per dag te wer
ken, vijftig of meer patiënten per werk
dag te beoordelen, op zaterdag en veelal
ook nog op zondag te werken om de steeds
stijgende uitgaven in evenwicht te houden
met de inkomsten. Het is paradoxaal en
treurig, zegt prof. Witmer, dat in de te
genwoordige tijd, waarin de verkorting van
de werktijd op ieders lippen ligt, de art
sen gedwongen zijn zestig en meer uren
in de week te werken, eenvoudig omdat
ze anders in de korte produktie've perio
de, die hun na een lange studie overblijft,
niet het nodige kunnen verdienen om voor
een behoorlijke oudedagsvoorziening te
zorgen."
.Schamper merkt hij op, dat de arts die
zich wil specialiseren, gedurende zijn as-
sistentijd veelal minder verdient dan de
chauffeur die de patiënt in het ziekenhuis
aflevert."
„Behartigenswaardige opmerkingen, naar
wij menen, hoewel de situatie in Neder
land duidelijk gunstiger lijkt en wij met
name zijn opmerkingen over de zieken
fondsen niet tot de onze zouden willen ma
ken," aldus de slotsom van de arts H,
Frese in „Medisch Contact".
De Britse schrijver Somerset Maugham
heeft meegedeeld, dat hij in het geheim
zijn schilderij en verzameling, die op 2 mil
joen dollar wordt geschat, naar Londen
voor verkoop heeft laten overbrengen om
dat hij bang is dat zij gestolen zou worden
uit zijn villa aan de Rivièra.
De 35 doeken werden onder bewaking
naar Sotheby gebracht, waaronder drie
Picasso's, drie Renoirs, twee Matisses en
andere gesigneerd door Monet, Utrillo,
Bonnard, Toulouse Lautrec en Dufy. De
verkoop zal in april plaats hebben. Er is
één grote moeilijkheid: een Incasso, „De
Dood van de Harlekijn", geschat op 168.000
dollar, heeft aan de achterzijde een andere
Picasso, volgens schatting van 56.000
dollar.
„De kerk onderweg" heet deze grote
vrachtauto met aanhangwagen, die de
Duitse pastoor Otto von Stockhausen
heeft laten houwen om er in de komen
de zomer mee naar de kampeerterrei
nen in de Bondsrepubliek te trekken.
De rijdende kerk biedt plaats aan
zeventig kerkgangers, 's Winters zal de
auto dienst doen als noodkerk in kleine
dorpen, die geen eigen kerk bezitten.
v-
Advertentie
MET ENIGE technische hand
grepen en foefjes, alsmede de nodige
contanten, kan elke t.v.-kijker in het
westen des lands regelmatig 'alle tele
visiezenders in Engeland, Wales en
Schotland ontvangen. Dat is zelfs
meer dan de Britten zelf kunnen zien.
Nodig zijn een perfecte antenne
installatie en een kleine „verbouwing"
van een Nederlandse vier systemen
t.v.-ontvanger om deze geschikt te
maken voor ontvangst van het En
gelse 405-beeldlijnenstelsel.
DEZE ONDERVINDING is opgedaan
door de amateur-televisiepioniers J. H.
Adama uit Wassenaar en Th. C. L. Dob-
be te Amsterdam, die er alle nega
tieve deskundige vooroordelen ten spijt
in geslaagd zijn, zich de veelvuldige
ontvangst te verzekeren van t.v.-pro-
gramma's uit heel Engeland, Frankrijk,
België, Duitsland, Spanje, Portugal, de
Scandinavische landen en soms zelfs
uitzendingen uit Moskou, Polen, Boeda
pest en Boekarest.
De heren Adama en Dobbe zullen
bovendien waarschijnlijk de eerste Ne
derlanders zijn die regelmatig een
kleurentelevisieprogramma kunnen ont
vangen: „Crystal Palace", de Engelse
kleuren-t.v.-zender.. Van hun experi
menten wordt zelfs door research-
experts met belangstelling kennis ge
nomen. De Engelse televisie-autoriteiten
volgen al geruime tijd de verrichitngen
der beide Nederlandse pioniers op de
voet. Zowel de heer Adama als de heer
Dobbe trad voor de BBC op in een
vraaggesprek over de ontvangst van
Engelse programma's in ons land. En
gelse programmabladen schreven reeds
over het tweetal. Dank zij de bemoeiin
gen van de heer Adama en Dobbe kun
nen twee Britse gezinnen in Den Haag
tegenwoordig ook de televisieprogram
ma's uit hun moederland ontvangen.
75- ö9
miiiiiiiii!iniu(>.<>>) 'itnniiiniituiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKtiiiimiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiitiiiiniiiiiiii J
75. De brandweerlieden drongen met prijzenswaardi
ge ijver de Vaderlandse Nering Bank binnen, en begon
nen in. het inwendige van deze eerbiedwaardige instel
ling een aanzienlijke waterschade aan te richten. Er
was uiteraard geen brand; het enige aanwezige vuur
was dat van het enthousiasme waarmee deze beambten
zich van hun taak kweten. Opnieuw voelden zij welk
een mooie roeping zij gevolgd hadden want bestaat
er wel één vermakelijker, zindelijker en frisser bezig
heid dan plassen met water? Deze opvatting werd ech
ter in het geheel niet gedeeld door de vluchtende Die-
nomaat die (zoals we gezien hebben) een sterke afkeer
van water had en nu door het rondspatterend vocht
naar hoger sferen werd gedreven. „Pappie houdt niet
van water!" deelde hij de rustende Jolliepop mede.
Water maakt Pappie wakker! Kwaad volk gooit ons
met water. Maar Pappie gaat mij helpen en dan win
nen wij het toch." Hoe de verdoofde bediende die zijn
geestelijke vader was hem zou helpen, zal de toekomst
uitwijzen. Intussen had Panda het gedoe van de brand
weer met enige bezorgdheid aangezien. Door al dit
grootscheepse optreden met zwaar materiaal zou ook
Jolliepop wel eens iets onaangenaams kunnen overko
men, en dat wilde hij beslist niet hebben! Vandaar dan
ook dat hij een laatste poging deed om de aandacht
van Brigadier Sipkes te vestigen op de door Professor
Kalker uitgevonden Inactivator, die de helee zaak veel
eenvoudiger kon oplossen. „Kijk nu toch eens even,
mijnheer de brigadier!" zei hij beleefd maar de bri
gadier ging geheel op in de leiding van de operatie en
keek noch luisterde.
LONDEN De Britse student Richard
Brown zal zich voor de rechter moeten
verantwoorden omdat hij zonder vergun
ning in een bed rondgereden heeft. Hem
wordt ten laste gelegd dat voor zijn ge
motoriseerd bed ontbraken: de verzeke
ringspapieren, een nummerplaat, behoor
lijke remmen en een bord met een L om
aan te geven dat Brown een leerling-auto
mobilist is.
Twaalf vrienden van Brown zullen ook
moeten verschijnen wegens hulpverlening
bij diens rijtoer door de straten van Farn-
borough. Zij waren allen leden van een
comité dat een liefdadigheidsoptocht geor
ganiseerd had welke 6000 gulden opge
bracht heeft.
Het oude ijzeren ledikant werd voortge
dreven door een motorfietsmotor. Gehuld
in dekens, met een slaapmuts op en een
hansop aan, zat Brown aan het stuur.
Tijdens de optocht werd Brown aange
houden door een agent die proces-verbaal
opmaakte. „Deze politiejongens hebben
geen gevoel voor humor", zeggen Browns
mede-comitéleden.
Advertentie
Hoestdrank in tabletvorm. 95ct
3839. Toen vissertje Plum daar met
moeite tegen de rotswand opklom, kwam
hij opeens voor een opening te staan.
Dat was de ingang van een hol in de
berg. Vissertje Plum bleef ervoor staan
en keek nieuwsgierig naar binnen.
Hier zou eigenlijk een mooi schuil-
plaatsje zijn voor die akelige stormwind!
dacht vissertje Plum. En daarom liep hij\
het hol in.
L28-C'
B. Bo« 6