Bruggenbouw schaadt het grachtenschoon Belangrijk architectonisch monument uit jongste verleden met ondergang bedreigd AMSTERDAMS ALLERLEI ZATERDAG 10 FEBRUARI 1962 X X X P. Kloos, architect BNA, Haarlem „Zonnestraal" mag niet verloren gaan IN HILVERSUM, verscholen in het bos, ligt een merkwaardige groep ge bouwen. Zij verkeren in een slechte staat van onderhoud. Hoe komt dat? En waarom trekken wij ons dat zo aan? Waarom vinden wij, dat hieraan hoognodig iets gedaan moet worden, iets goeds gedaan moet worden? Het zijn niet de overblijfselen uit een grijs verleden: in de laatste decennia hebben wij geleerd daarmee met piëteit om te gaan. Werkelijk oude gebouwen, die voor het na geslacht waardevol zijn, staan op monumentenlijsten. Zij worden gerestaureerd en/of in stand gehouden. Dit pleit voor het niveau van onze beschaving. Wij hebben geleerd te beseffen, dat onze hedendaagse cultuurvormen niet los zijn te zien van het verleden, dat dit verleden onze voortdurende achtergrond is, die wij ons bewust moeten blijven. We schromen niet te erkennen, dat ook het vèr terugliggende verleden daarbij behoort. We gaan cultuurhistorisch terug tot archeologische tijdperken. Maar heeft het jongste verleden ons niets te zeggen? Waar ligt de grens tussen het heden, waarop wij geneigd zijn - menig maal terecht - af te geven en dit jongste verleden? Om man en paard te noemen: ik wil uw aandacht vestigen op de gebouwen van het vroegere sanatorium Zonnestraal, die ons veel te zeggen hebben en waarvan hetgeen nog over is - tenzij direct wordt ingegrepen voorgoed voor ons verloren dreigt te gaan. ALLEREERST IETS over de beteke nis van deze gebouwen. Kort na de eer ste wereldoorlog werd onder meer het kapitaal van het Koperen Stelenfonds (tot stand gebracht door de diamant slijpers), benut om de t.b.c. te bestrijden. De naam van Jan van Zutphen is hieraan onverbrekelijk verbonden. Ir. J. Duiker bouwde in 1927, samen met ir. B. Bij voet, daartoe in Hilversum het sana torium Zonnestraal. Betrekkelijk jong nog overleed architect Duiker in 1935 na verscheidene andere belangrijke ge bouwen tot stand te hebben gebracht. Behalve Zonnestraal kennen wij van hem onder andere de Cineac in de Reguliers Breestraat in Amsterdam, het hotel Gooi land in Hilversum en niet te vergeten - de Clioschool in Amsterdam. Wanneer ik de betekenis van het sanatorium Zonnestraal wil aanduiden, dan moet ik met een enkel woord deze architectuur- periode trachten te kenschetsen, waarbij ik enkele zeer globale aanduidingen zal gebruiken. TOT DE 20E EEUW vierde het eclecti- sisme in de architectuur hoogtij: vormge ving uit de meest uiteenlopende stijlen werden tot 'n nieuw geheel gebracht (Cen traal Station en Rijksmuseum in Amster dam van Ed Cuypers). De grote stoot naar werkelijk eigentijdse architektuur werd gegeven door Berlage met de Beurs in Am sterdam: een vormgeving steunend op de eigentijdse techniek. Na de eerste wereld oorlog ontstond in Nederland een schijn welvaart, die uiteraard een voedingsbo dem kon zijn voor een architectuur, die een vormenrijkdom gaf, waarbij de reali teit niet op een hoger plan werd gebracnt. Deze realiteit werd als het ware omhuld met een sprookjeswereld: architect De Klerk (de Amsterdamse School). Maar en kelen vroegen zich af of hier geen essen tiële architectonische faktoren ontbraken. Onder die enkelen nam een groep, on der de naam „De Stijlgroep", bestaande uit architecten en beeldende kunstenaars (zoals Theo van Doesburg en Piet Mon driaan) de leiding. En onder de architecten in Amsterdam en omgeving bundelden zich de krachten samen in „de 8", waarvan, als ik mij niet vergis, architect Duiker in de eerste jaren de voorzitter was en waaraan hij zijn be zielende leiding gaf. Het waren de jaren, dat Nederland cp een merkwaardige wijze de leiding nam in de moderne architectuur. Het is volkomen natuurlijk, dat die leiding niet bij één land blijft, zij het ook, dat men teleurgesteld is, telkens wanneer routine, sleur en gebrek aan kunstenaarsschap in later jaren tot zo veel matigheid in ons land leidt. van arbeidstherapie. Bewust werd aan vaard, dat primitieve constructies, die meer onderhoud zouden vergen dan duur dere constructies, economisch waren, om dat die arbeidstherapie daarin een econo misch arbeidsveld zou vinden. Uiteraard moeten we buiten beschouwing laten of dit standpunt van opdrachtgever en archi- tekt nu nog als juist wordt beschouwd. Daarentegen is het duidelijk, dat Zonne straal ons na 35 jaren heeft geleerd, dat wij nu andere constructieve eisen aan on ze gebouwen moeten stellen. Maar wan neer wij nu „wel beter weten", dan zien wij eveneens, dat ons betere technisch kunnen helaas menigmaal in dienst staat van een pover architektonisch vermogen. terdam en in Hilversum straal. WAAROM IS ZONNESTRAAL in het bij zonder, voor ons van blijvende betekenis? Eenvoudig, omdat zelden met zo'n verhe ven dichterlijkheid de meest concrete en nuchtere zakelijkheden zijn gerealiseerd en dus boven hun nuchtere kwaliteiten zijn uitgestegen tot een zo grote schoonheid. Het was onmogelijk met Duiker te spre ken over „esthetica" in architectuur, of over de zakelijke kanten daarvan. „Dat is toch alles één?" En daar lag zijn geheim, dat hij ons in zijn nagelaten werk, waar voor wij verantwoordelijkheid dragen, heeft geopenbaard; voor wie ogen heeft om te zien. Het is niet de gemakkelijke schoonheid, die wij allen hebben leren waarderen in de lagere schoolbanken. Het is de tal van hedendaagse structuren. Daar bij coïncideren als het ware door 'n wonder structurele maten van de meest verschil lende functies. Zowel constructieve func ties, als gebruiksfuncties. De maat van een deur, van een vertrek, van een gang; de hoogte der delen, de verhouding der ruimten, de relaties der ruimten, de ver houding tot de mens; het is alles doorwe ven door één onnaspeurlijke draad, 'ik denk, dat daarbij de relatie tot de mens en zijn gevoelsleven primair is, dat wij daarom, zelfs nu nog, zo diep ontroerd worden, wanneer wij de restanten van Zonnestraal bezoeken. ontstond Zonne- nog onvoldoende ervaring. Voorbeeld: sta len ramen en andere stalen onderdelen meende men onverzinkt te kunnen toepas sen. Gevolg: door roest springen de ruiten en gaan aangrenzende betondelen steeds verder te gronde. Daar kwam ook nog het volgende bij: zowel opdrachtgever als ar- STELLIG ZAL IEDER toen eveneens begrepen hebben, dat men de kans liep, dat alles toch nog anders zou kunnen lo pen. Men heeft niet kunnen voorzien hoe snel de ontwikkeling zou plaatshebben. Dat men aan het begin stond van een nieuw tijdperk, wist men. Maar niets kon men weten van het stormachtig tempo van die ontwikkeling; dat men aan de vooravond stond van ruimtevaart, van atoomsplitsing, die heil èn totale onder gang kan betekenen. En in die tijd, waar in men droomde over „nooit meer oorlog", waarin men met gebroken geweertjes op zijn revers rondliep, kon men niet vermoe den, dat er een tweede wereldoorlog voor de deur stond met Auschwitz. En wanneer wij ons nu bezinnen op dit adembenemende tempo, wetende, dat ons gevoelsleven misschien sinds de Grieken niet of nauwelijks is veranderd, dan reali seren wij ons de behoefte om vast te hou den wat mogelijk is van de momentopna men uit onze geschiedenis. Ook uit ons jongste verleden. De erkenning van de waarden van ons jongste verleden zou kunnen wijzen op een zekere volwassen heid van onze beschaving. Deze zou dan niet meer lijden aan het puberteitsver schijnsel, waarbij men zijn vader mis kent, terwijl men in zijn grootvader, die men eventueel in het geheel niet gekend heeft, „een vent" ziet. WAT KUNNEN WIJ doen om te voorko men, dat Zonnestraal te gronde gaat? Moe ten wij er een muur omheen laten bouwen met gaten erin, die ramen voorstellen? De plannen daarvoor schijnen klaar te liggen. Mij dunkt, dat dit de grondigste (en stellig goedkoopste) wijze is om het te gronde te richten. Dat moet dus zeker voorkomen worden. Laat ons hopen, dat er voor Zon nestraal plaats op de Rijksmonumenten lijst is en dat de gebouwen, die er nog zijn, worden gerestaureerd. Dit is geen bittere opmerking terzijde, naar wil juist een licht werpen op onze plicht om ons goed voor ogen te houden wat er in die critische jaren, tussen de twee wereldoorlogen, gebeurd is: Rietveld bouwde zijn huisje in Utrecht, Brinkman en V. d. Vlugt bouwden van Nelle in Rot- JA LEZER, „zelfs nu nog" en „restan ten". Het is iets, dat ons blijvend aan gaat. En er is niet zo heel veel meer van over. Hoe komt dat? Vele oorzaken zijn te noemen en zij hebben cumulatief gewerkt. Er begon destijds een nieuWe stijlperiode. Van de techniek om die te realiseren had men chitect beseften, dat het erom ging voor het beschikbare bedrag een maximum aantal „bedden" te realiseren. Voor on middellijk gebruik. Men leefde (voor het eerst?) in de tijd OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCXX>DCX)OOOOOOOOOOOOOüOOOOÜOC>jOOOOOOOCXXX)OOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC>OC (Van onze Amsterdamse redacteur) VENETIë STAAT BEKEND om zijn bruggen en kanalen, maar het is niet bij iedere toerist bekend, dat Amsterdam meer kanalen en meer bruggen telt dan die beroemde Italiaanse stad. Iemand heeft eens gezegd, dat Venetië eigenlijk het Amsterdam-van-het-Zuiden is en mis schien is dat wel juist uitgedrukt. De grachten van Amsterdam dat staat wel vast zullen voor het nageslacht be waard blijven. Niemand durft nog serieus over demping te spreken. Maar ook het aanzien van de grachten zal be waard moeten blijven wil men althans het cultuurhistorische karakter van deze fraaie stedebouw niet aantasten. Dit laatste blijft een moeilijke zaak, want waar water is komen bruggen en als het verkeer voort durend toeneemt steeds méér bruggen. Het is met name de Amstel, die daarvan heeft te lijden. Hoewel wij persoonlijk de nieuwe brug van de rijksweg naar Utrecnt zeer kunnen waarderen, zijn er mensen, die menen, dat het landelijk vergezicht op deze plaats is aangetast. Bouwen van Amstelbruggen binnen de bebouwde kom heeft onmiddellijk consequenties voor het stadsbeeld. Reeds kan men zien hoe de vroeger gebouwde Blauwbrug en de Hoge Sluis een vergezicht op de prachtige Ma gere Brug met zijn rijke omgeving be lemmeren. Niet te veel bruggen dus over die Amstel. Maar het verkeer schreeuwt erom en de Dienst der Publieke Werken heeft na lang aarzelen een brug geprojec teerd voor een verbinding Stadhouderska de-Wibautstraat. Op het ogenblik is er op deze plaats een soort noodbrug gekomen om een zware zinker te doen verplaatsen. Men kan hierdoor reeds een indruk krij gen van de wijze, waarop bijvoorbeeld het Amstelhotel straks tussen twee brug gen zal zijn ingeklemd. De nieuwe brug, die stellig zeer fraai zal worden, zal op nieuw een klein stukje Amstel verloren doen gaan. Er is echter geen ontkomen aan als men Amsterdam als een levende stad wil laten voortbestaan. „Krasduiven" weg EEN VAN DE FRAAISTE verblijven van het Grand Hotel Krasnapolsky staat leeg: het prachtige duivenhok op het dak van het gebouwencomplex. Jarenlang heb ben hier een honderdtal fraaie duiven ge woond en zij kregen een verzorging, die zeker niet onderdeed voor die van de ho telgasten. Krasnapolsky-directeur J. F. Staal is een groot duivenliefhebber en al tijd een trouw en vlijtig beoefenaar van de duivensport geweest. Deze hobby, die met name in de Jordaan veel aanhangers telt, heeft hij gemeen met vele vooraan- In Zonnestraal liggen waarden, die niet verloren mogen gaan. Straks behoort het gerestaureerde monument niet meer tot het jongste verleden en het nageslacht zal ons dankbaar zijn voor een getuigenis uit deze merkwaardige periode. EEN GROEP JONGE architecten heeft alles willen doen om dit laatste te berei ken. Daartoe heeft men een kleine tentoon stelling ingericht in het Stedelijk Museum te Amsterdam, die een bezoek waard is (van 3 februari tot 19 maart). Zojuist is bovendien een nummer ver schenen van het tijdschrift Forum, orgaan van het Genootschap Architectura et Ami- citia, dat gewijd is aan ditzelfde onderwerp En zeer binnenkort zal een tweede „Dui- kemummer" verschijnen. Na de opening van de tentoonstelling in het Stedelijk Museum door architect J. Ba- kema op zaterdag 3 februari j.l. hebben een groot aantal belangstellenden overleg gepleegd over de stappen, die nodig zijn om te bereiken, dat de bevoegde instan ties voorkomen, dat verdere verminking van het monument Zonnestraal plaatsvindt en zo spoedig mogelijk wordt overgegaan tot de nodige restauratie. Telegrammen van deze strekking zijn daartoe verzonden aan het Gemeentebestuur van Amsterdam, 't Gemeentebestuur van Hilversum en aan het Bestuur van de Stichting Zonnestraal. Zij die adhesie willen betuigen kunnen daaromtrent bericht zenden aan de Redac tie van het tijdschrift Forum, p.a. Ir. E. J. Jelles, Sarpatistraat 95, Amsterdam. DOCOOOO<XOOOOOCX)OOCOCXXXX)COOOCOOOOCCOOOOOOOOOOOCOOOOOOOC staande Amsterdammers, zoals bijvoor beeld oud-burgemeester mr. Arn. J. d'Ail- ly. Waarom dan die „Kras"-duiven opge ruimd? De 67-jarige heer Staal heeft hier toe besloten, omdat hij geen nieuwe ver zorger voor zijn duiven kan vinden en voorts omdat hij het komende jaar enige verre reizen op het programma heeft staan. De duiven zijn verkocht en het hok is ge sloten. Misschien, dat de duiven, die het Damplein bevolken, er wel eens verlan gend naar kijken. Want wonen in de toch tige paleiskoepel is niet zo gerieflijk. Voor nieuw huis IN HET BINNENGASTHUIS en het Wil- helminagasthuis kan men sinds een jaar onder de schoonmaaksters meisjes „van goede huize" aantreffen, die schrobben en dweilen dat het een lust is, maar.er geen cent mee verdienen. Het loon, dat 14,- per werkdag bedraagt, wordt wel uitbetaald, maar het komt in de kas van de A.V.S.V., de Algemene Vrouwelijke Studentenvereniging. De schoonmaakactie waaraan totaal driehonderd vrouwelijke studenten hebben deelgenomen, is één van de acties, die geld in het laatje moeten brengen voor de aankoop van een nieuw tehuis. De A.V.S.V. bestaat al zestig jaar en zolang wij de vereniging kennen heeft zij haar sociëteit in „Het Gulden Huis" aan de Herengracht. Nu de A.V.S.V. ruim 600 leden telt, is dit tehuis te klein geworden. Het is bovendien geen eigendom van de vereniging en er is dus altijd een kansje, dat zij eens op straat komt te staan. Naar een eigen en groter tehuis dus. Na enkele jaren sparen en geldverdienen met handeltjes in bloembol len en sleutelringen of met het verrich ten van diensten is men nu zover, dat de nieuwe tehuis bijeen is. De meest zake lijke clubleden hebben al een plan uitge broed om de begroting voor de feestvie ring bij het 60-jarig bestaan met een batig saldo te laten sluiten. En als alles naar wens verloopt hoopt men over drie jaar het nieuwe huis te kunnen betalen. Mis schien dat tegen die tijd het vinden van een geschikt pand nog de grootste pro blemen zal geven. Betere Beurs VOOR HET BEURSGEBOUW van Ber lage is een schutting opgetrokken. Pessi misten denk misschien aan zakkende fun deringen of scheurende muren. Maar ach ter dieschutting gebeurt niets anders dan het op aanwijzingen van architect G. T. Rietveld veranderen van een van de in gangen van het gebouw. Tot dusver was het een loze ingang, want erachter bevond zich een rij telefooncellen. Nu wordt de entree opengebroken om toegang te geven tot de ruimten, die binnenkort het Cen trum voor Industriële Vormgeving zullen huisvesten. Maar ook de werkzaamheden om de constructiefouten van het gebouw te verbeteren gaan intussen nog steeds voort. Op het ogenblik zijn het dak en het plafond van de grote beurszaal onder han den genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 15