lil Wilkie Collins Vera Caspary Ngai< 3 Marsh r 'i 3 PÜLLa WAM ZATERDAG 10 FEBRUARI 1962 Erbij PAGINA VIER VAN DE VIJF HEREN Van Wickevoort Crommelin, die ambachtsheer waren van de heerlijkheid Berkenrode bij Heemstede, waren er drie verwoede en bekwame paarden mensen, slechts de eerste en de laatste Heer van Berkenrode hadden niet meer dan de normale belangstelling voor de edele viervoeters. Drie generaties achtereen was de naam Van Wickevoort Crommelin nauw verbonden met de wereld van het paard, meer in het bijzonder van dit van het edele, snelle paard. Geen wonder, dat bij de oudere paardenmensen de naam „Crommelin", zoals de heren in de wandeling gewoonlijk genoemd werden, nog steeds een goede klank heeft Toch is het alweer vijftig jaar geleden, dat de laatste der drie paardenminnende heren zich met de paarden bemoeide. K 18'TG Tofdml: M^fe o'm^urTe^reLTll M°°rd de StUdi° (Artists Bert De laatste der drie „paarden-Crommelins" verkocht 's lands beste draver-stoeterij /1Itf me\ Aarnoud Hendrik rij van Amerikaanse harddravers, een nog- omdat in geen enkel land als Holland, per- ~"J j komt zijn naam voort- al revolutionair idee in die dagen. Ameri- soonlijke geneigdheid of ongeneigdheid een durend tegen m de oude stukken, want het kaanse dravers waren zeer snel, dat wist zo grote rol spelen in de paardensport als moet een roerig man zijn geweest: her- men, maar ze werden niet gefokt om hun in ons lieve vaderland." Ik laat die op- opnchter van het aloude Haarlemse „Lof- uiterlijk, doch uitsluitend om hun snelheid, merking voor wat zij was, maar het staat jeyce ssenweyers Gilde later Deken En dat wilde er hier nog niet al te best als een paal boven water, dat de heer hiervan tot_ aan zijn dood, toen hij opge- in. Crommelin pakte de zaak consequent Crommelin zich diep gegriefd heeft ge- aan, ging naar Amerika, kreeg er rela- voeld doordat men een zijner paarden uit floot! In werkelijkheid had men natuurlijk De Cruquius-boerderij was indertijd een „model-boerderij". Behalve paarden stond er ook rundvee en werd t.b.- vrije melk geleverd. Het ronde gebouw is de z.g. Amerikaanse koestal. volgd werd door de befaamde Haarlem mermeerse hereboer Mr. J. P. Amers- foordt. Hij was voorts mede-oprichter van het „Sociëteit ter bevordering der verede ling van het paardenras in het Hojyinkrijk Nederland", waarvoor men gelukkig de kortere naam „Kennemer Sociëteit" uit vond. Deze zeer exclusieve vereniging, een soor Nederlandse „Jockey Club" met als leden onder meer de prinsen van het Ko ninklijke Huis, heeft in het midden der 19e eeuw getracht hier een Volbloedfokkerij en Renwezen in het leven te roepen zoals men die had in Engeland en zoals die in navol ging daarvan ook in andere Westeuropese landen werden gesticht. Ik mocht daarop reeds wijzen, toen ik in Erbij schreef over de (nog bestaande) stal len van „De Hartekamp" nabij Benne- broek. Want ook Baron Van Verschuer was „van de club", om het woord van Jhr. F. van Lennep te gebruiken. En al heeft men Mr. Amersfoordt nooit er toe kunnen bewegen om snelle paarden te gaan fokken en ze op renbanen te laten lopen, wèl had deze grote pionier der „wetenschappelijke landbouw" andere punten van gemeen schappelijke belangstelling. Zowel Van Ver schuer als ook Amersfoordt en Crommelin stelden een meer dan gewone belangstel ling in alles wat landoouw en veeteelt be trof. Van Verschuer hield er op zijn eigen buiten geen vee op na en op Haarlemmer- meerse boerderijen vlak onder Bennebroek gelegen, werd de landbouw beoefend. Mr. Amersfoordt woonde op zijn 200-ha- grote bedrijf, waar zich thans Badhoeve dorp uitbreidt. Dit was nu eenmaal zijn standpunt: een here-boer, die werkelijk de landbouw wil dienen, moét op zijn bedrijf wonen. Dit deed vrijwel geen enkele groot- grond-eigenaar uit de Meer Dat deed Ds kocht Amerikaanse paarden om mee voor de notaris een klassieke, degelij Van Voorst niet, dat deed ook Mr Aar- te fokken' liet zicil steeds door Amerikaan- ke boerenwagen en vanaf die eerste noud van Wickevoort Crommelin niet Hij ?e deskundiSen voorlichten, vooral over de verkoping werd dat de traditionele vei- bleef op Huize Berkenrode aan de Heren- J'ui®te wi;ize van beslaan der paarden en lingmeestersplaats. weg te Heemstede wonen Ook toen hii in ad "a betrekkelijk korte tijd de beste de Meer grond had gekocht nabij de Spaar- draver-stoeterij van ons land. Een stoete- OM KORT TE GAAN: de verkoping werd ne-uitmonding en daaron de al sooedis be- rlj> welke zelfs over onze grenzen, in lan- een Sroot Pieces, alle paarden gingen in ge kende Cimquiu" boekerij" had Sieht. den' waar *nen ook nog niet zo dik in de andere handen °ver met uitzondering van zijn typische opmerkingen, vastgelegd in Amerikaanse dravers zat, een zekere ver- VAN MR. AARNOUD is heel wat té ver- maapdheid genoot. Aarnoud Hendrik was tellen als „paardenman" en zeker ook ec er eigenlijk in zijn hart meer wed- van zijn oudste zoon HENDRIK (1832-1901) strijdman, strijder op de renbaan, dan Misschien is déze Crommelin wel de knap- i°kker- En wat er nu precies gebeurd is, ste paardenkenner van de drie geweest. :s me ndg altijd niet helemaal duidelijk, Velen hebben hem nog gekend of hij leeft maar op de Woestduin-baan moet in de althans zoals bij mij door de eens zomer van t jaar 1901 het publiek één zij- vertelde verhalen in de herinnering voort. fer Paarden hebben uitgefloten. Dat was Enkele jaren geleden stierf een brave m. iaar waarin zijn vader in juni het man in Hoofddorp, die nog als koetsier op tijdelijke met het eeuwige had verwisseld, de Cruquius-boerderij bij de heren Crom- 1 melin had gediend. Hij had zowel „de oude ALS EEN DONDERSLAG aan heldere heer Crommelin" gekend als zijn zoon Paardenhemel maakte Aarnoud Hendrik „Arnold". Die „oude heer" was Hendrik daarop bekend, dat hij nimmer meer een Charles Dickens is wel eens de voor van Wickevoort Crommelin en „Arnold" Paard, dat aan hem toebehoorde zou laten loper van onze tegenwoordige detective stelde die boekjes helemaal zélf samen. Daar kwam geen makelaar of notaris aan te pas. Men krijgt sterk de indruk, dat hij'zijn paarden al „op papier" voor een deel aan de man had gebracht, zó over tuigend wist hij z'n produkten te beschrij ven. Zo wees hij er elk jaar weer op- Wickevoort Berkenrode, Aarnoud Hendrik van Crommelin, Heer van van de Cruquius-boerderij, paardenfokker, lid der ge meenteraad van Heemstede, stierf II ;bruari 1912, een halve eeuw geleden. eigenaar beroemd de rijder de pikeur uitgefloten, maar Crommelin voelde het alleen maar als een belediging zijn stal aangedaan en dus. hém persoonlijk. OVERIGENS WERD DIE verkoping een geweldig succes waardoor de naam van de Cruquius-boerderij als stoeterij van Amerikaanse dravers nog eens extra werd onderstreept. Het gezelschap, dat de reis naar de Cruquius ondernam werd gevormd door het merkwaardige mengelmoes, de... besten, die door de eigenaar werden waaruit altijd de eeuwen door de wereld opgehouden! Later werden vanaf 1906 tot der paardenmensen heeft bestaan: ener- en met 1910 verkopingen van fokmateriaal zijds de „high society", anderzijds veel herhaald en er was steeds veel belang- boeren, handelaars, officieren, maar ook stelling voor. Niet in het minst door de bij- doodgewone belangstellenden, die overal zondere sfeer welke daar hing en welke ge- opduiken, waar ze maar paarden vermoe- dragen werd door de eigenaar der Cru- den. Zo was het dus ook op die merkwaar- quius zélf. Van Merkesteijn zegt in zijn dige 14e augustus 1901, toen langs het „Hippische Schetsen" over de eerste ver overigens zo stille weggetje, dat vanaf het koping onder andere: „De heer A. H. van „groene kerkje" op de oude dorpskern Wickevoort Crommelin was bij de gehele bekwaamheid en dat was niet van stro. van Heemstede, zich slingerde langs de verkoping tegenwoordig en het ontbrak Adem noch uitwendig voorkomen, kon men ruïne van het slot naar de Cruquiusbrug, niet aan kernachtige opmerkingen van zijn een plotselinge levendigheid door de fiet- zijde." Van der Wal, een gepensioneerde zeSgen, hadden bi.j de eigenaar van sen, voetgangers en rijtuigen was ont- kapitein-paardenarts, die in Heemstede op enza te lijden gehad. Een paar achter staan: hoge personages der Nederlandse het Raadhuisplein woonde en vooral in de mijn rug zeide: Een echte mannetjesvent". draf- en renkringen, pikeurs, paardenlief- Haarlemmermeer veel heeft gedaan en hebbers uit de onmiddellijke omgeving, bereikt voor de paardenfokkerij, maak- Velen kwamen alleen maar om eens een te in 1906 zo'n verkoping mee en schreef kijkje bij de befaamde stoeterij te kun- ervan: Hetgeen er te zien was, was zeer nen nemen. In de koestal kon de Inwendi- de moeite waard, zowel wat de paarden ge mens versterkt worden door de goede betrof, als de notaris, die op een geïm- zorgen van de hr. Brinkmann van de proviseerde troon (boerenwagen) met zijn Grote Markt. De eigenlijke veiling vah de staf had plaats genomen. Nadat de nota de catalogi van zijn paardenveilingen. Hij men beter met rouwrand kunnen uitgeven, want het was de aankondiging van de algehele opheffing der stoeterij: 1911 was namelijk het voor de draversport zo ramp zalige jaar, waarin de totalisator werd verboden. De heer Crommelin zag dat het geen zin meer had om dravers te fok ken, want ze zouden moeilijk te verkopen zijn. Hij was resoluut- en maakte er met één handomdraai een eind aan. Natuur- nieuw op, dat men „beslist koopjes kon lijk, daar kan men zéker van zijn, heeft komen halen". Wanneer de monsterknechts niet hard genoeg liepen of de paarden niet gunstig genoeg voorbrachten, nam Crommelin zélf de paarden over. Volgens van der Wal gaf hij dan „een proefje van ZIJN BESTE HENGST „Concurrent" moest voor een deel vooral door zijn na komelingen beroemd worden. Maar Crom melin ondersteunde de reklame-campag- ne met kernachtige gezegden. Zo liet hij hem dit besluit heel veel gekost. Om zo maar een stuk levensarbeid plus een 'fa milietraditie- over boord te zetten kost meer dan te beschrijven is. Dat hij niet geaarzeld heeft en niet nog een paar jaar heeft geprobeerd voort te sukkelen, is wel een bewijs, dat men hier met een man van karakter had te maken, iemand die knopen durfde door te hakken. Hij liet nog in de stalkleuren een catalogus drukken. Dit keer jn de En gelse taal: „Stud-farm-Cruquius-Boerderij" Hij leidde zijn verkoopbaar materiaal in met de volgende aan duidelijkheid niet te wensen latende woorden: „As the „An- ti-Betting-Law" in Holland had killed, in one blow, the whole breeding of trotting horses, I will sell all my remaining young stock advertised in this catalogue by pri- op een foto van hem met zijn hengst vate sale". Vervolgens deelde hij mede, - - ,i drukken. „Hij die gev/end is met een veu— bii él zün fnkmprrip? mpf Hp prhii paarden werd geleid door notaris Boerla- ris de condities had voorgelezen, voegde len van Concurrent» te rijden, en deze ?0pende veuleSs Sevens Te itoeteri ge, die de belangen van meerdere genera- de eigenaar met heldere stem er nog een f andpr„ r„rien niet meer ae- 'open°e veuiens Denevens ae stoeterij tiès Crommelin heeft behartigd. De ver- en ander bij, waarmede hij de aanwezi- Tuikt raad ik ïn eeTvliegmaTtncte ST nT-T'Tlt 1% Tu °d w T koper had gezorgd voor een goed podium gen nogal vermaakte; aan humor heeft o /-U-f Vvof on i ffo+n miH/Jol het gedurende de gehele verkoop niet ont broken..." DAT DE LAATSTE der drie „paarden- Crommelins" een originele figuur was mo- onder meer blijken uit enkele van Oude en nieuwe misdaadverhalen kopen, aangezien dit het enigste middel tenland af.en op een gegeven moment is, dat er in snelheid het dichtst bijkomt'verkocht Crommfelin alle 13 paardén tege lijk aan zekere Herr von Marx, „Köngl. IN HET ARCHIEF te Heemstede liggen Landrat", te Hamburg, de keurige catalogi der verschillende ver kopingen, uitgevoerd in de kleuren wit en HIJ HEEFT ZIJN PAARDEN beslist ont- blauw, de kleuren van stal Crommelins. zettend gemist, dat is zeker. En hij zocht De laatste in deze kleuren gedrukt had enige compensatie door de trachten in België, even over de grens, (op de baan „Wiltrijck" nabij Antwerpen) draverijen te organiseren en op die manier de Ne derlandse dravèr-eigenaren en draver pikeurs nog een kans te geven zich aan hun liefhebberij (èn broodwinning) te wij den. Hij begon hier onmiddellijk mee in 1911, doch zou het niet lang meer vol houden want op 11 februari 1912 stierf hij als gevolg van een longontsteking. Aan zijn graf sprak Jhr. Mr. D. E. van Lennep, burgemeester van Heemste de, woorden, welke de overledene typeer den. Hij schetste hem als een levenslus tig man met een week hart, die zo bui tengewoon sympathiek bij droefheid zijn stone. The Moonstone kan werkelijk gel den als een „classic" in de detectivelittera tuur, inderdaad een der vroegste uitingen in het genre, al mist het evenals het meeste werk van Poe's vroegste navolgers de scherpe redeneertrant die kenmer kend is voor de schepper van verhalen als De moorden in de Rue Morgue en De ge stolen brief. Poe wist we hebben het hier al eens eerder betoogd de twee kan- Publiceerde Wilkie Collins in 1859 zijn The Woman in White, dat trouwens niet eens een detectiveroman kan worden ge- dat uw aandacht gevraagd wordt voor dit merkwaardige drietal, waarbij ik meer in het bijzonder wil stilstaan bij de laatste. Ook al omdat er nog velen zijn, die hem gekend hebben. Aarnoud Hendrik is groot geworden tussen de paarden op de Cru quius-boerderij. Hij heeft daar zijns va ders successen met de befaamde hengst Pullaway (waarvan de herinnering leven dig wordt gehouden door een gedenksteen in de noordmuur van het grote stalgebouw) nog meegemaakt. Zijn vrouw was Jkvr. Elizabeth van Lennep en het echtpaar heeft eerst op Klein-Berkenrode gewoond. In 1903 trekken zij in Huize Berkenrode, nadat de oude mevrouw de wens te kennen heeft gegeven liever op Klein-Berkenrode te gaan wonen. ALS IK TIJDGENOTEN en papieren bronnen goed heb begrepen, war Aarnoud Hendrik een origineel man, iemand, die zo nu en dan nogal opvliegend was, dunkt mij en dap misschien wel eens beslissin gen nam, waarop hij later liever terug wilde komen. Men moet beslist om hem hebben kunnen lachen. Dat blijkt uit ver schillende uitspraken. Om zijn houding te kunnen begrijpen moet men weten wat hij eigenlijk met al zijn paarden deed. De „jonge heer Ar nold", zoals de oude koetsier hem noemde, had zich namelijk toegelegd op de fokke- ten van zijn wezen, het romantische en het rationele, gescheiden te houden en uitte het ene voornamelijk in zijn gruwelverhalen, het andere in zijn wezenlijke detective- stories; zijn negentiende-eeuwse navolgers schrijven detectiveverhalen waarin alle ingrediënten van de romantische littera- tuurvorm: melodramatische scènes, gru- weleffecten, geheimzinnige situaties en* figuren, tragische sterfgevallen etc niet het genoegen van de toekomstige lezer te alleen voorhanden zijn, maar meestal ook bederven. Wie een verhaal vol typisch de speur-intrige overvleugelen. Een vaar- romantische attributen op prijs weet te dige, maar lang-ademige verteltrant doet stellen, zij verwezen naar de Nederlandse wel, deze Wilkie Collins. Het blijkt even eens uit De vrouw in het wit (nog onlangs door de.A.V.R.O. in hoorspelvorm uitge zonden) dat, niettegenstaande vele motie ven, situaties en figuren door de heden daagse lezer nauwelijks meer au sérieux kunnen worden genomen, zo knap en boeiend verwikkeld is, dat het ook van daag nog genoten kan worden door wie de lange adem op de koop toe wenst te nemen. DE TEKENAAR Walter Hartright wordt geëngageerd op het landgoed Limme- ridge House om les te geven aan de halfzusters Marian Halcombe en Laura Fairly, Hartright wordt verliefd op Laura, doch deze heeft haar vader op diens sterf bed beloofd, te zullen trouwen met Sir Percival Glyde. Ondanks anonieme waar schuwingen en het verschijnen van een „vrouw in het wit" op het graf van Laura's moeder, gaat het huwelijk met Sir Perci val door, maar Laura beleeft er, zoals te verwachten was, weinig plezier van: over Sir Percivals verleden ligt een geheimzin nig waas en bovendien blijkt hij onder de invloed te staan vap een duistere figuur, graaf Fosco, een figuur tussen twee haak jes die Collins met veel overtuigingskracht tekent. De adembenemende situaties zijn vervolgens niet van de lucht: de vrouw in het wit wordt geïdentificeerd als de uit een inrichting ontsnapte geesteszieke doch ter van een vroegere huishoudster van Sir Percival, Sir Percival en graaf Fosco blij ken op Laura's vermogen te azen. Walter en Marian ontvangen al spoedig bericht van Laura's onverwachte doodDe intrige is te verwikkeld om er veel meer van na te vertellen, teveel op die verwik keling gebaseerd trouwens ook, om er meer van na te kunnen vertellen zonder en „me nige raadsvergadering zou minder opge wekt geweest zijn, wanneer Crommelin er niet was geweest en zijn practische blik in zaken was der gemeente tot voor deel. Hij was in brede kringen een populair man, populair in de goede zin van het woord. Wouter Slob „WILLIAM WILKIE COLLINS (1824— sponnen met de melodramatiek die veel komt bewijzen dat de diamant is wegge- 1889), Engels romancier, een vriend van schrijvers van het tijdvak eigen was. nomen door een zich daarvan geenszins bewuste slaapwandelaar! Voorwaar een ,™1U18C uci.ov.nvc- HET JAAR 1866 BRENGT het eerste anti-climax voor de lezer, die zich, een- tu kt was zijn zoon Aarnoud. Volgens deze snor- uitkomen in Nederland op een renbaan. En schrijvers genoemd". Aldus de uitgever detectiveverhaal in romanvorm: L'Affaire maal op dat punt aangeland, niettemin Belangstelling kon tonen. In de gemeente- rebaard moet de „oüde heer" een „fijne dat nadat Stal Crommelin negen jaar ach- (L. J. Veen) op de achterkaft van Wilkie Lerouge, van de Fransman Emil Gaboriau, heeft beziggehouden met een hoogst onder- van weemstecie was mj „de prac- koetsier" geweest zijn. Hij zette rustig twee tereen aan het hoofd der winnende stal- Collins' De vrouw in het wit, voor de reeks en 1866 tenslotte Wilkie Collins' The Moon- houdend boek. Vertellen kan hij namelijk t,scne man en ae vrolijke man hengsten naast elkaar in het span. Nu zegt len had gestaan! In een brief aan de heer Amstelboeken vertaald en bewerkt door dit u, groot geworden als ge zijt in een bijna Bultman, eveneens een paardenman-van- R. W. M. VeenBakhuis, paardenloze omgeving en vertrouwd als u naam, wonende op „Hermans Hoeve" in bent met motorrijtuigen, misschien niets, RiJk (thans Schiphol) schreef Crommelin: Het ]jjkt ons dat by deze bewering de maar weet dan, dat er in Nederland wei- .De reden van de verkoop van alle mijne chronologie we'i enigszins uit het oog is mg paardenmensen zijn te vinden die twee harddravers is voornamelijk te danken aan verloren- hooestens zou men Collins Ho hengsten naast elkaar dtirven inspannen en de houding van het publiek op de tribune voorloper van de EnsTeTetectWeschrb- er mee de weg op zouden durven gaan. te Woestduin waar het zonder enige reden rommelin deed het en daarmede verdien- paaid uitfloot, t welk zijn record 5 bet algemeen desnoods, maar het vader- de hij op slag zich een naam als „paar- seconden verbeterde en naar mijn mening schaD v h t e g h t h denman". Jhr. van Lennep heeft in zijn getracht heeft te winnen. Ik geef u bij zgk^ toekennen studie over Appie en Ampie (Jaarboek dezen de verzekering, dat er in ons land Ver. Haerlem 1960) geestig en meesterlijk vanaf heden nimmer een enkele harddra- de figuur van Hendrik beschreven; niet ver meer zal starten onder mijn naam of hem alleen, doch ook het echtpaar. Daar pseudoniem." Voqr zover ik heb kunnen kan men onder meer lezen, dat Hendrik nagaan is dit laatste danook niet meer altijd op de bok zat van zijn rijtuigen en gebeurd. Ook ging de verkoping van een ÏPem i en ln 1868 detectiveverhaal The zich van society-plichten weinig aantrok, gedeelte van zijn fokmateriaal door. Hoe- Moonst°ne> met Poe's The Murders of the Hij en zijn zoon Aarnoud Hendrik zijn vol- wel hij misschien impulsief als hij was ^ue Morgue was reeds in 1845 de eerste gens Van Lennep „potelingen" geweest, met alles had willen ophouden, werd al detectivegeschiedenis in de strikte zin van die onder meer twee dieven met hun blote spoedig in „De Meerbode" bekend ge- ke': woord verschenen. Het is voorts nie- handen vingen en ze met koetouwen (die maakt, dat hij wèl zou blijven fokken om nJand "tinder dan Dickens, die in 1850 immers tóch in de vestibule van Berken- de produkten dan op 3-jarige leeftijd te d'nnen ket raam van zijn roman Bleak rode lagen!) vastbonden. Hendrik i- de verkopen. Aan de sport doet hij dus niet House reeds een detectiveverhaal invoegt, „oude heer Crommelin" dus stierf op meer actief mee. Volgens Bultman moet ln de vorm van de moord op de advocaat het veld van eer. Tenminste men kan rus- de „gentleman-rider" Abraham van Hobe- Tulkinghorn, die door de Scotland-Yard- tig aannemen, dat dit door hem zo gevoeld ken, toen naar hartelust in Engeland rij- insPecteur Bucket wordt opgelost een zou zijn, toen hij verscheiden moest als dend en mennend, eens tegen hem gezegd episode die alle typische kenmerken van gevolg van een val van zijn dogcart. hebben, „dat Holland het beroerdste land het Senre bezit. en die dus feitelijk als de TH.Ha „.XT voor de paardensport is, dat er bestaat, eerste detective-intrige van Engelse bodem THANS BEN IK DAN gekomen aan de mag gelden In 1859 verschijnt dan The laatste der drie paardenmensen, aan Aar- Gedenksteen in de noord-muur van de Woman in White in Dickens tijdschrift All noud Hendrik (1864-1912), en het is eigen- grote schuur ter herklnering aan de beste the Year Round, in 1860 in boekvorm. Als lijk omdat het morgen 11 februari, juist een hengst van H. v. Wickevoort Crommelin gezegd: een detectiveroman is het niet, wel halve eeuw geleden zal zijn, dat hij stierf, ttpuuaway"_ piat was nog in de tijd van een verhaal rond een misdaadgeval, uitge- snelle koets en sierlijke équipe-paarden. ook bij een boek als The Moonstone de versie van Collins roman in de ruim 400 Wat volgt is èen ontwikkeling vol verras singen, intelligent in elkaar gezet en met vraag rijzen of in de negentiende eeuw bladzijden tellende dubbel Amstel-pocket spanninj? en vaart geschreven door een Pfl Vl "f ColHF unnr imol mnlr ml li /->+• Ir v vrnmxr H10 Cforo y-n ooclorocce ic i v-i Kol r- r-. 1— (en hetzelfde geldt voor veel werk uit het begin van de twintigste) het genre eigen lijk wel rijp was voor de romanvorm en niet beter gedijde in die van het korte ver haal. Het verhaal van „de maansteen", de verdwenen kostbare diamant van Lady Verinder, is bijzonder goed geïntrigeerd, maar niettemin moet men tot de conclusie komen dat Collins' speurder, inspecteur Cuff van Scotland Yard, niet tot de han digste detectives behoort: in het eerste deel van het boek verdenkt hij een onschuldig dienstmeisje, dat zich hyper-romantisch De vrouw in het wit. VOOR DE MODERNE smaak is er in de Prisma-reeks een bijzonder geslaagde vrouw die een meesteresse is in het schep pen van beklemmende situaties en intri gerende karakters. LIEFHEBBERS van de Nieuw-Zeeland- ,u't, wanhoop daarover in het leeft zich zo volkomen in het wezen van drijfzand stort, vervolgens verdwijnt hij de vermoorde in, dat hij op een gegeven de hele tweede helft van het toneel, om moment moet bekennen, verliefd op haar pas na zijn pensioen terug te keren en te zijn geworden. Over haar mijmerend dan nog de zegepalm te zien wegdragen doezelt hij weg in zijn stoel, tot hij gewekt door een aan opium verslaafde arts, die wordt door een geheimzinnige stem vTfrJT 06 vaard.ige thriller-schrijfster se schrijfster Ngaio Marsh zullen het Pris- al bekendheid heeft gekregen door de Fox film Laura, met Gene Tierney en Dana Andrews. Een heel bijzondere manier van speuren in dit verhaal: rechercheur Mc- Pherson, belast met het onderzoek in de moord op de mooie jonge vrouw Laura, in crime) met vreugde begroeten. Als een groep aankomende schilders zich amuseert met het uitdenken louter in theorie van de volmaakte moord op een schilders model en zo'n moord heeft dan een v/eek later in de praktijk plaats dan zijn er slechts de vaardige pen van Ngaio Marsh en het vernuft van haar speurder, hoofd inspecteur Alleyn, voor nodig om uit dit gegeven een detectiveroman van de boven ste plank geboren te doen worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 16