„Perzen hadden eeuwen voor Christus alles al gezien, gezegd en uitgedrukt" EEN BIOGRAFIE VAN MICHELANGELO DOOR IRVING STONE 6 l DE WATERVAL IN HET GROENE DAL BS—SS Ss SM wg EfiCHSs „Meneer Karei" van de t.v. in Oostenrijk splijt het volk in twee kampen EXPOSITIE IN PARIJS OVER 7000 JAAR IRAANSE KUNST Tussen mens en marmer99 introductie tot levend begrip der Italiaanse Renaissance PAGINA V IJ F Bob Burn i (Van. onze correspondent) PARIJS. Hoewel de onmiddellijke aan leiding (het staatsiebezoek van het Iraanse koningspaar aan Parijs en de 2500ste verjaardag van het koningschap in dat land) al weer even naar het achterplan verschoven is, blijft in het Petit Palais de expositie „Zevenduizend jaren kunst in Iran" nog duizenden mensen trekken. Een toeloop waardoor de organisatoren zelf ook overdonderd lijken, want de onontbeerlijke en prachtig uitgevoerde catalogus is nu alleen nog maar antiquarisch te verkrijgen. Men ziet vele groepen van leerlingpn of studenten van aca demies van beeldencje kunsten die door experts worden rondgeleid, en opvallend is eveneens hoeveel tekeningen en schetsen worden gemaakt. De collectie zal ook naar Nederland worden overgebracht, en we kunnen de belangstellenden tevoren nu al wel verzekeren dat hun nu een gebeurtenis van hoge en bijzondere orde te wachten staat. BIJ DE UITGEVERIJ Hollandia n.o. te Baarn is verschenen „Tussen Mens en Marmer", het eerste van de uit drie de len bestaande „Roman van het leven van Michelangélo" van Irving Stone, auteur ook van „Het leven van Vincent van Gogh". De vertaling is van Clara Eg- gink. De verschijning van deze uitgave valt op gelukkige wijze samen met de ex positie van Italiaanse bronzen in het Rijks- museum. In mijn verslag van deze expo- katten, en hun virtuositeit drukte zich sigtig wggs ik op een toch te grote 0nbe- blijkbaar even gemakkelijk uit in steen en kendheid van het publiek met deze kunst. brons als in zilver of goud. Elk dier heeft lk heb getracht vergelijkingen te maken zijn karakteristieke expressie en trekken mgt mger vertrouwd te achten kunst. Ik behouden; de fierheid van de leeuw, de heb gewezen op kwaliteiten die ook voor geslagen domheid van het varken, de gra- dg mgns van vandaag van belang kunnen tie van het hert, de samengebalde spier- zi-n En inmiddeis bleek mij dat verschei- kracht van de bok om niettemin te dgng jongererli studerend voor de middel- worden getransformeerd of gestileerd om barg tekenaktes, moeilijker te interesse als handvat, tuit, steel te kunnen dienen. zijn voor deze kunst dan voor die van En diezelfde harmonie tussen realisme en dg Qudg Egyptenaren, van Middeleeuwers, stilering vindt ge eveneens in de ajbeel- van oude Öost-Aziaten of Midden-Ameri- dingen van menselijke gestalten als de be- kanen Merkwaardig is het feit dat een roemde vorsten Persepolis, Darius „Ko- dertigtal jaren geleden de Italiaanse Re- .rHor ning der Koningen", „Xerxes of figuren naissance een door vele kandidaten voor door de c uit de Duizend en een Nacht bedoelde akte gekozen onderwerp uit de genoiene. t, kunsthistorie was. Misschien mag men ANDRE MALRAUX, Frankrijks huidige veronderstellen dat in de bewustwording naars in tot zelfs een kort verleden som- kunnen doen verlangen naar een weerzien mige kunstbeschouwers en verscheidene van de eveneens topografisch juist beschre- schrijverer toe verleid zich te uiten in ven plekken,, die ,ik_ leerde kennem Maar de biografische romanvorm ter lering van Simenon geeft mij ook een roemde vorsten Persepolis, Darius Ko- 27rttgtaïlar7ngeïeden de Italiaanse Re- J* de'overg^te"JSÏÏiVomtMntVet ken* zemend voor me. Ik'moet melden mncr Hpr Komnffen ..Xerxes of figuren nmio u-nYtflirlnton nnnr ae overgrote ver u s ....„JMinrton uan Mirhplaneelo m minister voor de cultuur, heeft m zijn bij- van eigentijdse stijl het voorbeeld der Ita- jrviNG STONE koos zich een der groot |gn ecmer verscneiueuc -r> van wlkeren liaanse Ze™is°an,C? 1 ste ons wel bekende maar niet steeds ver- die ik toch gaarne aanbeveel. Er is bij- dat de wandelingen van Michelangelo in Stone's boek me niets deden. BIJ HET VELE DAT Stone belicht vie len echter verscheidene andere dingen op, Miniatuur, daterend van ongeveer 900 jaren vóór Christus. noemd dat op een kruispunt van volkeren en stromingen een cultuur-synthese van waarden en activiteiten tot stand wist te brengen. Dat samenbindende element fn de eeuwenoude Iraanse cultuur verklaart dan ook het feit dat we op deze monstershow voortdurend op bekende stijlelementen uit het Verre Oosten, Indonesië. Japan, China, van Romei nen en Grieken en ook uit de passen. Zeker acht ik het dat bij de ont- trouwde figuren. Hij tracht niet alleen een voorbeeld een gesprek tussen de dertien moeting met een oudere kunst het zoeken beeld te geven van Michelangelo's ontwik- iarige Michelangelo met leerlingen van naar altijd levende waarden meer is gaan ke)jng maar gaat ook uitvoerig in op stad gejjjke leeftijd en oudere medewerkers gelden. en landschap, maatschappelijke omstan- van Gbjriandaio's atelier over de betek-- digheden, ideologieën, collega's, kortom al- nig van de beeldhouwkunst tegenover die les wat met Michelangelo en zijn tijd te van dg scbjiderkunst; een altijd intrige- f>f mddfrnf KUNST heeft het moge- maken heeft gehad. Voor dit werk heeft rend probieem. Op werkelijk eenvoudige DE MODLRNL KUJNal neen. net mug tiia tp Florence en Rome wiov oen Hmr ïnn- lijk gemaakt meer gevoei voor en gevestigd. Hij genoot de medewerking van 'n' gn eenv-oudigen bekeken probleem, Vlaamse Middeleeuwen schenen te stui- «3 tact tussen oost en west gelegd, waarvan het gevaar dat ook bij de kunstbeschou- meten shet al auiaei J .g ngme. meer, ook op een ruimer geoiea, a levensbeschouwing of religie. Mij hindert de sporen ook in tal van voorwerpen zijn wing middel als doel zal worden gezien. mogelijk dit uit die kunstwerken >e d Vêsnrek dat wordt gewag gemaakt terug te vinden. Merkwaardige associaties Het deel willen hebben aan de problema- "J* vlor wie dat moeilijk is maakt Sto- dlt £fPn -■ - dringen zich op in dat verband, en zo lij- tiek van het ontstaan van het kunstwerk gemakkelijker want net van TaP j,. OVER VEERTIEN uitgestrekte zalen ken sommige tot vazen of kruiken herscha- maakt dat velen wat onverschillig staan nes werk dat gemak vervloekend zijn reac_ ijn die getuigenissen van zevenduizend pen dieren uit de potterie van Picasso in tegenover volmaakte oplossingen. Men be- d°eJeglPechPter te veej. Als voorbeeld daar. lo gfSDrek Maaf Stone kent de jaren kunst verspreid, onderscheiden naar yalauris afkomstig te zijn. wondert hooguit knapheid en gaat verder. rnn. „,aarin iede- in dlt,_ PwPt van mislukking", „zichzelf en „verdoofd toegevend", al- zijn die getuigenissen van zevenduizend dieren uit de potterie van Picasso in tegenover volmaakte oplossingen. Men be- I-™- naar - knapheid en gaat verder, "ik naar het begin, waarin iede- nalianenbe°te7 dan schrijver dezes. Het Toch is er nog steeds de benadering van re verplaatsing van de j°nge Mjchelan^elo .g ecbter de vraag 0f Stone voldoende beel- cultuurperioden. De tentoonstelling begint De dominerende indruk die men mee tnet de prehistorie (5000 tot 1000 vóór neerrd van deZe expositie die natuur- Christus)" en eindigt met de periode die de Perzische tapijtkunst niet ver- kunst door het leren kennen van de ach- wrft_pbrofttjroOT de ^^ehjkjopo- dend vermogen bezit om onsjijn veel in de 16e eeuw inzet om ook onze eigen waarioost ^S5eWS tergronden, van het soort leven, waarvan gr^sch juiste opsommingvan ibel.ng- waar temaken. Toen tijd te bereiken, ofschoon de „moderne" se""e7enwicht puurheid: karaktertrekken deze kunst uitdrukking is. Wanneer we rijke monumenten Slt dacht dat dit.enorme i1'Tevend kunst, getuige althans deze expositie,op va'n een kuns't waarin menselijke emoties daarvan iets weten accepteren wij gemak- ^bbenJnujM kungt geïnteres. g^^üe^kan^jnRenajssance mits men de tijd er voor over heeft dit boek door te werken. kunst, getuige aitnans aeze expositie, ip van een kunst waarin menselijke emoties aaarvan iets weten in kunst seïnteres Iran weinig vat moet hebben gehad. Maar elfvaringen al tot schoonheid waren ge- kelijker^zekere dingerd,e^dan nie^..nor,- C wat betekent modern voor een cultuur die sublimeerd° in tijden dat gelijk opgemerkt ze tijd passen, maar die danook niet meer niet met jaren en zelfs niet met eeuwen elders ter wereld de eerste stenen ener het gezicht belemmeren op waarden, die maar met tijdsperioden van minstens vier nationale cultuur nog gelegd en zelfs ver- ook voor ons nog gelden. Zo heeft dan de cijfers rekent, en die bovendien eigenlijk gaard moesten worden. grote bewondering voor sommige kunste- seerde toerist en misschien de kunsthis toricus een herinnering even levend maakt. Zelf ken ik dat uit Simenons aanduidingen van de routes van zijn Maigret, die mij alles al wel lijkt gezien, gezegd, ervaren en uitgedrukt te hebben. IN DE CATALOGUS kan men lezen hoe Iran zijn hoogste troeven van culturele grootheid misschien nog wel in de archi tectuur heeft uitgespeeld. Met een enkele maquette is wel gepoogd een indruk van de Perzische bouwkunst moskeeën en paleizen te geven en ook werd hier een aantal afgietsels van grotere beeld houwwerken van koningen in hun epische en vaak wrede majesteit vertoond. Doch niettemin ligt de nadruk van de expositie- toch wel op de dagelijkse gebruiksvoorwer pen en miniaturen. Schoppen, bijlen, hoofdstel-bitten (die de leiders van dit ca valeristenvolk in hun doodkist werden mee gegeven), vazen, bloembakken en ook armbanden, kettingen, broches, spelden. Dat vooral dit „kleine goed' 'hier kwanti tatief en kwalitatief zo hoog vertegenwoor digd is, behoeft intussen nog niet tot de conclusie te leiden dat de Perzen zich tot de miniaturen in 't bijzonder voel(d)en aangetrokken. In die zevenduizend jaren moet er in dit land, dat heel wat inva sies heeft gekend natuurlijk ook wel 't een en ander zijn stukgeslagen en weggeroofd en voor een ruim deel zijn de voorwerpen welke hier nu verenigd zijn, dan ook af komstig uit graftomben die pas veel la ter door archeologen werden blootgelegd. VOOR EEN GOED DEEL bestaat de collectie derhalve uit „toegepaste kunst" gebruiksvoorwerpen dus in tegenstel ling tot schilderijen of beeldhouwkunst fhfp^p^i^jp^Perzen^n^un^ïgèhikse'^e- het water zich'een weg""door 'Te kloof, de de waterval de zilveren brug. En zoals b^ders hadden de tenten'op de "lastdieren ven Voorardferenmotieven werden door waarvan de wanden loodrecht oprezen, het terrein rond de watervalJiet^e.gendom geladen en waren weggetrokken, de vlakte ALS EEN DUN, doorzichtig zilveren gordijn hing de waterval van de gele hooM tusse^ de'lang^^zijdt rotswand omlaag. De wind deed hem heen en weer zwaaien en soms loste die acbtige wimpers keken haar ogen de we- zilveren watermassa op in een regenboog van sproeiende droppels, waardoor reld to, één oog alleen ^te^zwart^ster^ de zwaluwen, die de reis naar noordelijker streken nog niet begonnen waren, was reeds blind aan één oog als zoveel heen en weer zwierden als blauwzwarte sikkels. Boven aan de overkragende van haar Libische lotgenoten. rotslip, waar flarden groen aan hingen, had de eeuwenlange val van het water BLINDE OUDE man, de ruige oude een goot uitgebouwd van afgezette kalksteen. Een walgelijke gargouille met ezel, en het mooie kind waren de enige be- uitpuilende ogen en uitstekende jukbeenderen was daar uit de kalksteen tevoor- ^°aar®je^a^ho^het^We'en^zeUde. Etens- schijn aekomen. Zijn ver vooruitstekende tong was het verste punt dat het water voorraad was er in de ghorfa de be- bereikte, eer het de duizelingwekkende sprong maakte naar de metersdiepe ^aa^kd^Gduiste^atceiste^ naast het huis. poel waarin het water met een werveling van zilveren bellen en opspattend Want het was voorjaar en heel de stam was weggetrokken met de kudden om de- schuim neerstoi tteze laten grazen op de hoogvlakte, waar nu het graan was afgeoogst en de stoppel- velden wachtten, evenals het opsprietende OM DE POEL lagen rotsblokken als wanden vaneen en werd de kloof van de jonge gras. voor dë kudden was het een 'L prehistorische monsters. Daar gromden waterval een vallei. Tussen de wereld van goede tijd; de jongen waren geworpen, de kikkers en schoten pijlsnelle libellen als de hoogvlakte boven de vallei en de groe- moederdjeren gaven volop melk, genoeg A t iK lichtflitsen voorbij. Vanuit de poel zocht ne en vruchtbare wereld van dit dal vorm- voor de jongen en de mensen beiden. Hun 1 'i ui.J 1,1 rlo rl cs Hp 7llvPT*Pn hni2. En zoals 111 JJ /J/% lopl/lioron t il ll Voorbeeld, van gestileerde mens- en dier figuren. Hip frpaip esthetische" Iraanse kunste- geelwit en kaal, behalve waar een dappere was van talloze vogels, zo was het groene Daar wag nu voortaan het land, waar m OVER EEN PAAR WEKEN konden de (Van onze correspondent) WENEN WANNEER MEN MIJ ZOU vragen, waarover in Oostenrijk en vooral in Wenen het meest wordt gesproken en gediscussieerd, moet ik ant woorden over „Meneer Karei". Toen deze figuur voor 't eerst óp de cevisieschermen ver scheen, ontstond er al dadelijk 'n felle discussie, die nog steeds voortduurt, al is ze iets be koeld. Veel toeschouwers von den de typering juist; voor hen was die „Meneer Karei" geen fantasie maar harde, grijpbare werkelijkheid, een gestalte die zij vroeger had den gekend en die ook nu nog blijkt te bestaan, een meng sel van karakterloosheid en kruiperigheid, kortom een stuk werkelijkheid, waarin de meesten niet zichzelf, maar wel anderen herkenden. Anderen weer waren verontwaardigd; zij vonden de typering over dreven, want volgens hen werd hier een uitzondering gegeneraliseerd en voorgesteld als „de" Oostenrijker of „de" Wener bij uitstek. Volgens deze groep, die nog steeds hlijft protesteren, hebben de uiwerpers van dit monster lun eigen land en volk te kijk gezet en hun eigen nest be vuild. Vooral de Algemene Katholieke Jeugdvereniging protesteerde in een open brie) egen deze karakteristiek, die 'iet mocht worden voorgesteld i's het portret van de Oosten- ijker in doorsnee De discus- ues duren nog steeds voort en de belangstelling neemt voort durend toe. HET BEGON DUS MET een televisieschets die nauwelijks een uur duurde. De tekst is afkomstig van twee bekende humoristische schrijvers, Carl Merz en Helmut Qualtinger. Al jarenlang hebben zij liedjes en teksten geschreven voor het sarcastische cabaret in de Weense Liliengasse.waar Qual tinger bovendien als de voor naamste acteur optreedt. Hij is het ook die deze „Meneer Karei" voor de televisie creëerde. Het is een gedrongen, zwaarlijvige man, die enigs zins op Laughton gelijkt, maar die bovendien een uitzonder lijke combinatie is van een geestig en scherpzinnig schrij ver en van een zeer begaafde toneelspeler. Zijn „Meneer dat alleen, zolang de bazin buiten schot blijft. Ver heeft hij het niet gebracht, maar hij dweept met het verleden, zoals hij het ziet en beschrijft, met de politiek en vooral met zijn eigen gebrek aan karak ter. Vijf omwentelingen heeft hij meegemaakt en elke keer is hij met de stroom meege- zwommen. Eerst heeft hij voor Dolfuss gedemonstreerd, daar na voor de socialisten, al naar gelang hij ervoor werd betaald met een fooi van vijf of zes schilling. Daarna kwam de heldhaftige tijd onder Hitier. Wanneer hij daarover praat, beginnen zijn ogen te schitte ren en wordt hij zelfs poëtisch, een aarden huis; een handvol kamers om Het boerenwerk was voorlopig afgelopen. een binnenplaats, in de schaduw van oer- Tot de nieuwe oogst moest worden binnen- oude, verwrongen olijfbomen. gehaald zouden ze wegblijven, maar de oude man en het kind zouden hen nu spoe- HET HUIS zag er verlaten uit. Er waren dig terugzien, want op de akkertjes in het t d kuddpn terugkeren ienJ J Rn sen vliegen vdn zich af te houden. Een oude, en de olijven hadden gebloeid, weelderig voorbij. Maar de Berbers zouden blij zijn konkelt hij met de J*"®® b]indp man leunde tegen een zonnige muur en rijk. Het was een goed jaar geweest als ze weer thuis waren. Tenslotte waren dan met de Amerikane droomde. Zijn melkwitte ogen keken met veel regen. De boeren die de vallei zij geen nomaden Ze hielden er helemaal nu, nu voelt hij zie regelrecht in de zon, die zijn oude botten bewerkten waren goede boeren. Ze hadden niet van om onder een lage tent te leven> echte Oostenrijker die trots is met weldoerïde warmte, alle moeite gedaan om uit de grond te die weinig beschutting bood tegen koude op het staatsverdrag, op de o pezige handen, afgewerkt en moe, la- halen wat er in zat. Zorgvuldig hadden ze of hitte. Ze hielden er met van om achter afhankelijkheid en op cte j £oelfoos zijn opgetrokken knieën, stenen walletjes opgeworpen dwars door de geiten en schapen aan te trekken, deze groeiende welvaart. Zo zwetst n zwertrden om bem heen, maar hij de vallei, die trappen vormden waar de te volgen waar ze voedsel vonden en on- en kletst hij een heel uur vol vef. ze niet Naasf hem speelde een akkers langs de helling van de dalbodem der de blote hemel te bivakkeren als de Karei" duurt ongeveer een uur, hij speelt hem helemaal alleen, zodat we hiei te doen aebben met een one man show, maar dan van het sarcastische, onbarmhartige en niets-ont- ziende genre. „MENEER KAREL" is on dergeschikte bediende in een comestibleszaak. Hij zit, staat en praat in de kelder, waar hij de voorraden controleert en aanvult. Hij is lui, laat zo nu en dan een blikje sardien tjes of een doosje smeerkaas in zijn eigen zak verdwijnen, maar hij blijft een kleine dief, zoals alles wat hij doet en denkt klein is. Groot is hij alleen met zijn mond en ook gebruik makend van d slag woorden uit redevoeringen en hoofdartikelen. „Toen voelden wij ons onder elkaar", zegt hij. EVEN KARAKTERLOOS is die „Meneer Karei" ten op zichte van vrouwen en meis jes. Hij heeft van hen gepro fiteerd en bleef daarom ook lange tijd vrijgezel. Tenslotte is hij uit „economische over wegingen" getrouwd. Dat zijn vrouw tijdens d Duitse bezet ting haar eigen gang ging, vindt hij niet erg, maar hij voelt zich in zijn eer aange tast, wanneer zij relaties aan knoopt met mannen van „vreemd ras". Dan smijt hij haar de deur uit. Die heer- leen magistrale prestatie van de acteur Qualtinger), maar hij beseft niet, hoe bekrompen, armtierig en karakterloos hij is. TERWIJL NOG STEEDS over deze „Meneer Karei wordt gediscussieerd, is hij intussen reeds een begrip ge worden, een vaststaande fi guur, zoals „Knierim" uit een stuk van Nestroy of „Leute- nant Gustl" uit een komedie van Schnitzler. In de hoofd artikelen treedt hij reeds op als symbool en op de middel bare scholen schrijven de kin deren opstellen over hem. In tussen moest de televisievoor stelling worden herhaald, bo- veridien speelt Qualtinger deze rol avond aan avond in het Konzerthaus-Theater, waar alle voorstellingen uitverkocht zijn en tenslotte kwam er van deze sketch een grammofoon plaat op de markt, waarvan er kort voor Kerstmis alleen in Wenen al 4000 werden ver kocht. DE EERSTE verontwaardi ging is nu iets bekoeld, omdat de Oostenrijkers tot de over tuiging zijn gekomen dat er in het verleden werkelijk heel veel „Kareis" zijn geweest en vooral dat in ieder van hen wel een stukje van dit ge drocht verborgen is. Op de keper beschouwd hebben de twee schrijvers alleen de goede oude traditie in Oosten rijk voortgezet door het volk een spiegel voor het gezicht te houden. Zolang dat nog ge beurt, zolang een volk sterk genoeg is voor zulke zelf- critiek en zelfspot zolang is het nog niet verloren. vmUCK IllCb. ildaai wem J j klein meisje, gekleed in een voddig ka- omlaag gingen. Ieder dammetje hield het dieren te ver gingen om voor de ayond toenen jurkje, in het zand. Ze bouwde er water tegen en een overlaat zorgde voor weer bij de tenten terug te zijn. Want het een huisje van kleine stenen, een lapje wat er teveel was. Maar die dammetjes tempo van de dag werd enkel en alleen deed dienst als popje. Het was een heel hielden ook de aarde tegen, zodat de wilde door de grazende dieren bepaald. mooi kindje met een gaaf bruin snoetje, stortvloeden van januari deze niet konden Rprbpr<, waren geen bedoeïenen ze Ze had gezonde rode wangen en een war- meeslepen Iedere olijfboom had een eigen De Berbers waren geen oeaoeienen, rige pruik wild, zwart krulhaar, dat in dammetje en iedere vijg was vakkundig waren bergbewoners. Ze w- ren b°®r®n spiralen om haar halsje en over haar voor- pesnoeid. f^hu^of ïn'grot5 wo^en^nie" S winderige tenten. Ze hielden van het le- ven tussen het beperkte uitzicht op de bergwanden van hun valleien. Ze hielden ervan hun akkers te bebouwen en hun vruchtbomen te verzorgen. Ze waren trots op hun land, hun geschiedenis, hun eigen taal en hun bergen. En al was hun bestaan in de ogen van meer gezegende volkeren op zijn best een hachelijke onderneming, met altijd wéér hongersnood ten gevolge van slechte oogsten, ziekte /an het vee, of gebrek aan regen; al blies de verschrikke lijke ghibli met zijn hete woestijnadem ge regeld het hele Libische land dor en dood, toch waren ze er niet dan met de uiterste noodzaak toe te bewegen om dit harde land te verlaten TEGEN DE LAUWE MUUR zat de oude man in de zon te staren Het kleine meisje wist eensklaps dat ze slaap had. Ze liet haar stenen en lapje 'iggen en kroop tegen haar grootvader aan. Ze groef zich in zijn warme witte mantel en deed de ogen dicht. De oude man lachte even Zijn blin de ogen staarden Drecies naar het punt aan de rand van de kloof hoog boven hem, waar eens op de gestelde tijd de profielen zouden verschijnen van de herders, de gei ten en schapen, en de zwaar beladen last dieren, die terugkeerden '■aar hun zo ge liefde, veilige vallei, naai het aarden huis en de kleine binnenplaats. De zilveren waterval ruiste, een brug tussen hun twee werelden. De oude man en het kindje sliepen. Bob Tadema Sporry

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 17