I Rendez-vous met het verleden I Lysis trata en de bom In Canada droomt elke jongen van een carrière als ïjshockey-ster VISSERTJE PLUM PANDA EN DE DIENOMAAT Polle, Pelli en PinMo I DOOR CLEMENS LAAR I Ons vervolgverhaal Automatisering bij de Westduitse posterijen LÜNDERDAG 15 FEBRUARI 1962 >V'V 'fV" '4 Politieke dameskapsels VERLOVINGSRINGEN Kengetallen voor 2.700 postale zones 37. Ze hollen nu naar Pelli en Zeerob, die roepen hun toe: „Kijk, we komen eindelijk in een kleine stadmet goed gebouwde huizenDe be- woners zullen beslist blij zijn om ons te zien! „Het is anders een wonder lijk huis, Zeerob, de ramen zitten beneden en de deuren boven! Nou, wie dat gebouwd heeft, was ook geen slimmerd!" „Onzin, wij staan natuurlijk verkeerd; het hoofd, moet naar beneden en de staart omhoogKijk, zo ziet alles er heel gewoon uit!" CO*. MA*TEN TOONOf* Jllllllllllllllllllllllllllllllll 49) Weet u wat een laterna magica, een toverlantaren is? Nee, dat weet u natuurlijk niet. U behoort al helemaal tot de generatie van de cinema en van de huisbioscoop.Ik eigenlijk ook. maar mijn vader was altijd een heel verstandig man. „Ja, een laterna magica is een to verlantaarn. .Technisch gezien niets anders dan een eenvoudig projectie apparaat, waar glazen plaatjes in ge zet worden, waarop allerlei afbeeldin gen staan.plaatjes, die heel een voudig en kinderlijk getekend zijn. Dat kan zeker niet anders. Maar hun kleuren zijn ongelooflijk helder en ge heimzinnig en echt toverachtig. „Zelfs de toebereidselen zijn ge heimzinnig. Die beloven onvermoede wonderen en verrassingenEerst wordt alles duister gemaakt en het ruikt heerlijk naar het kleine petro leumlampje in het toestel. Een laat ste opgewonden gedoe is dan op de achtergrond te horen, want gelukkig klopt er iets niet altijd precies.Dan is er eerst ineens een heldere cirkel op het oude laken tegen de muur te zien en vlak daarop verschijnt er een schitterende wereld..Men ziet kin deren en huizen en spoortreinen. met ziet zomer en winter, bloemen en dieren en het is allemaal zoals men het kent of meent te kennen en toch betoverend." „Ja, zo zit men als kind daarvoor met gloeiende wangen. Natuurlijk vraagt niemand iets en men vraagt zichzelf niets af, maar ik weet beslist dat dit voor de harten van de kinde ren weliswaar betoverend is, maar toch niet een sprookje..Het is het geheimzinnige, bonte en lichte leven, dat zich daar voor hen openvouwt. Het is het leven, zoals zij het ver wachten. Niet een sprookjeswereld.. „Zo is het met die toverlantaarn. Wij hebben ervoor gezeten en daar na werden wij ouder en bijna volwas sen en de afbeeldingen van de tover lantaarn werden nu pure sprookjes. „Wij hadden helemaal niet bemerkt dat wij intussen naar de taferelen van een andere toverlantaarn staar den. .Wij waren weer in een betove ring gevangen en weer waren wij ge heel en al ervan vervuld." „Wat een heerlijke beelden. Duits land, het vaderland! Het duizendjarig rijk. De nieuwe orde van een hele wereld. Macht en kracht en grootheid, de nieuwe mens vol nieuwe deugden, de staat „Afbeeldingen op glas geschilderd. Kinderlijk en ongelooflijk ongekun steld. .En allen, die er naar hebben zitten staren met een gevoel van ge luk, eindeloos goedgelovig, die zeg gen thans: „Nee, hoe is het toch mogelijk ge weest, dat wij dat allemaal voor wer kelijkheid gehouden hebben. „Én nu komt even zachtjes als vroe ger mijn vader en bouwt weer een toverlantaarn voor mij. Wat een onbegrijpelijk bestaan dacht Nikoline koortsig. Die man zegt verschrikkelijke wanhopige dingen en als hij er zich tegen verzet, beginnen ze hem pijn te doen. Het ergste is, dat er zoveel van waar is, maar ik ben blij. Jurgen Godeysen weet het nog niet, maar hij is van ergens uit een afschuwelijke verte naar ons te ruggekomen. Nu mag hij alleen niet moe worden. Hij mag niet meer te rugvallen. Zij begon te spreken en deed nau welijks moeite om haar woorden te zoeken. Maar toen ze over haar lip pen kwamen, wist zij, dat het de goe de waren: „U bent ongetwijfeld een goed sol daat geweest, Jurgen Godeysen. U was beslist erg dapper. Maar nu bent u een lafaard. Ik weet namelijk, wat er in u omgaat. Ik weet het heel pre cies, en alleen u weet het nog niet. U bent nu alleen maar bang, dat de plaatjes van uw wat zei u ook weervan uw laterna magica niet zullen kloppen. Ik bedoel de laterna magica van uw vader. Maar als het er een is, dan is het er een van bijzon dere soort. Eens was er een volkomen echt en goed leven... Ja, kijkt u me maar niet aan, het is zo. U zou dat wel graag willen geloven, maar u hebt niet de moed, u nog eens te la ten teleurstellen. U bent ook een i zwakkeling. U denkt, het niet te kun nen verdragen, nog eens te moeten zeggen: glas en bonte plaatjes j Maar wie zegt u, dat het zo is? Kijk uw vader eens, die heeft altijd i weer de moed gevonden Terwijl zij sprak, had Jurgen God- eysen weer het hoofd naar haar toe- j gewend, en toen hij naar adem snakte en Nikoline het vreselijke reutelen I in zijn borst hoorde, en zijn droge en gebarsten lippen zag, moest zij zich geweld aan doen om niet op te Hlllllllllllir springen en dit uitgedoofde mannen- b gezicht tegen haar borst te drukken. |j Nu niet zwak worden, beval zij zich- b zelf. Ik mdg hem niets toegeven. |j Haar stem kwam haar nuchter n voor, toen zij zei: .Jawel, Jurgen Godeysen. U bent alleen maar bang. U bent bang voor b het leven en voor uzelf en nu lees ik s eerder." Zij wachtte even op een of ander n antwoord. Misschien zou hij botweg zeggen, dat het beter later kon, mis- |j schien werd hij wel kwaad. Zij was er b zelfs op voorbereid, dat hij haar de deur zou wijzen en dacht één secon- de: ik heb overdreven; ik ben te hard b voor hem geweest. Maar toen er niets kwam, en zij al- leen maar meende te horen, dat de man rustiger ademhaalde, begon zij hees: j| „Hoe dwaas het ook mag schijnen: j het liedje van Nicoline klonk weer in mij op, toen ik voor de eerste keer b na'zo'n oneindig lange tijd weer op het kazerneterrein stond. Ik voelde j| me er niet thuis. Alles was mij zo b vreemd geworden. Heel mijn vroege- re ik en heel mijn bestaan tot op dat ogenblik, het scheen alles niets meer met mij uitstaande te hebben. Niet dat mijn oude bestaan mij te- genstond. Het was mij enkel maar vreemd geworden en daardoor onge- looflijk onverschillig. Ik probeerde een goed soldaat te zijn, maar het lukte niet. In de oorlog kan men zich ertoe dwingen, aan die formule „een goed soldaat" te voldoen, maar niet in vre- destijd op het kazerneveld. Daar kan b men alleen maar zijn, zoals de voor- schriften eisen dat men zijn zal en zelfs dat kreeg ik met de beste wil van de wereld niet klaar. Men kan nu g eenmaal niet iets zijn, wat men niet is, en op de lange duur kan men ook niet doen alsof. E De eerste maanden en jaren waren b niet de ergste. Ik probeerde de zin te ontdekken van mijn dagelijkse be- zigheden, maar op de duur was dat maar een armzalig resultaat. Het b was altijd en eeuwig hetzelfde, telkens weer hetzelfde kunstmatige opblazen van nietigheden tot dingen van grote betekenis. i Het viel mij hoe langer hoe moei- lijker om in te zien, dat het een be- i dreiging was van de heiligste dingen s van het vaderland als de rekruut Jan- sen zijn laarzen niet poetste zoals het behoorde. In het begin was Queiss er nog en dat. was wel een goed houyast. De ge- nerale staf, dat was iets, en al werd het mij ook hoe langer hoe duidelij- ker dat ik het toch in mijn leven niet verder zou brengen dan een dooge- wene kruier in het grote gedoe van e het leger, toch vond ik een zekere troost in de gedachte, dat er ergens nog wel iets meer verlangd werd, dan altijd maar weer hetzelfde zand in de- e zelfde kar in eeuwig dezelfde richting E te kruien. Toen werd Queiss ingedeeld bij een I divisie in Lotharingen en ik zou mis- schien, misleid door mijn jeugd en de traditionele onnadenkenheid der j Godeysens en door de drang om toe te geven aan iedere avontuurlijke lokstem, al te vroeg naar de weer- j licht gegaan zijn, als er niet nog dat lied van Éryllgobragh geweest was en Pat en ook zijn woorden Een ijl en tenslotte verstikt lachen I deed Nikoline Pratt ineen krimpen, j Verward keek zij op. Was dat Jifr- j gen Godeysen, die dat deed? Een trek van dat lelijke lachje lag nog om zijn lippen. j „Juist, „Gentleman ride". Wat een j idioot overdreven, wat een aanstelle- rig woord". i „Maar toch was er een, die daar- j voor sterven wilde". „Dan blijft het niettemin hoogmoe- i dig. Lieve help, wat een mensen. Nikoline moest een paar keren slik ken voor zij kon antwoorden: „Juist, Jurgen Godeysen, het laat ste. wat u daar zegt, is juist. Wat een mensen.Echte, behoorlijke, goede mensen. En als u niet zo ver schrikkelijk koppig was, en als u maar niet telkens over het hoofd wilde zien.misschien, bmdat u met beter geleerd en ervaren hebt. maar dat woord van die heren, die behoren te rijden, dat hebt u hele maal niet begrepen. Wel allerminst zoals.zoals mijn grootvader en zo als uw vader. Ga eens na wat mijn grootvader gezegd heeft. Alle vra gen die zich voordoen in het leven in een ruiterlijke geest oplossen! En dat betekent: rechtvaardig oplossen. AJs u ruiter bent, behoort u toch te weten, dat er op de eerste plaats rechtvaardigheid bij komt kijken en ast een ruiter onder geen enkele om standigheid zijn paard onrecht mag aandoen. (Wordt vervolgd LONDEN, 11 febr. (AP) Onder de leden van de „Anti Nuclear Campaign", een Engelse beweging tot afschaffing van de kernwapens die met het Comité van Honderd" cortcurreert, is het denk beeld ontstaan, de bom nu ook te gaan bestrijden met acties van strikt huise lijke aard. Alle bij de beweging aangesloten vrouwen zullen worden aangespoord, hun echtgenoten alle huiselijke dien sten te weigeren tot de mannen erin toestemmen, ook voor de afschaffing van kernwapens te gaan wedijveren. Het middel is niet nieuw. Het werd in de oudheid beschreven door de Oriekse treurspeldichter Aristofanes in een stuk over een oorlog tussen Sparta en Athene. In dit stuk spoort de heldin, Lysistrata, de Atheense vrouwen aan, zich van haar echtgenoten af te wen den tot deze in arren moede vrede zou den sluiten met Sparta. In dat klassieke drama gaat het uit sluitend om datgene wat in juridische terment wordt omschreven als de na tuurlijke plichten van de echtgenoten. De huidige initiatiefnemer, de 45-jarige Britse fabrikant John R. Boyden, heeft echter een plan dat veel meer omvat. „Misschien zullen vele mannen er niet zo erg tegenop zien, geen liefde meer te ontvangen voordat Ae bom is uitgebannen," aldus Boyden. „Maar als ze geen warme maaltijden meer krijgen dan piepen ze wel anders. In elk geval zal het ze tot nadenken stemmen." In West-Berlijn is onthuld dat de Oost- duitse „kapcommissie" op 28 februari een show zal organiseren om „op politieke overwegingen steunende haardrachten" te lanceren. Een lid van deze commissie zou verklaard hebben: „de sociale one wikkeling in onze staat heeft het nood zakelijk gemaakt onze eigen opvattingen op het gebied van de haarmode naar vo ren te brengen". Hij onthulde niet hoe een haardracht een politieke inslag kan hebben, maar hij keerde zich wel tegen „vrouwen die het haar hoog op het hoofd opstapelen" of „slordige paardestaarten" dragen, waar voor zelfs het paard van een schilleboer zich schamen zou. Twist. De 21-jari,ge Kevin O'Brien heeft in Harlow (Engeland) 500 gulden ge wonnen door zestig jongens en meisjes te verslaan in een marathon-twist. Hij danste bijna 33 uur met slechts enkele onderbre kingen voor een korte rust en maaltijden. Het vorige Amerikaanse „record' was achttien uur. Kevin ging na afloop nog „een beetje jiven". HET IS EEN BEKEND - hoewel nooit helemaal verklaard - feit dat tal van volken uitmunten in één bepaalde tak van sport. Ons land heeft zijn „won- der-zwemsters". Amerika is trots op zijn honkbalsupprematie. Japan leverde tot voor kort 's werelds beste judokas. India en Pakistan kunnen bogen op de sterkste hockeyers. Maleiers en Birrnanen excelleren in badminton, de Oosten rijkers in de skisport. Maar voor ijshockey is er eigenlijk maar een volk, dat de scepter zwaait, en dat is het Canadese. ZODRA HET IN Canada gaat winteren, worden er op de bevroren rivieren en me ren met grote ijver allerlei banen en baan tjes uitgezet. Is er zo'n veld gereed, dan neemt de manlijke jeugd van een stad, of dorp of streek er bezit van. Jongens van zes en zeven jaar, meestal al geroutineer de schaatsers, bestrijden elkaar hier ieder vrij ogenblik in oefenpartijtjes ijshockey, net zoals bij ons de prille jeugd het straat- voetbal bedrijft. En wie ooit zo'n partijtje tussen piepjonge knapen heeft gadegesla gen, die zal beamen, dat er al volop span ning is. De behendigheid der speledtjes is even hartverwarmend als hun geestdrift die zelfs de felste vrieskou overleeft. Art sen kunnen u zeggen, dat het bovendien een bijzonder gezonde sport is, omdat alle Jongens van zes, zeven jaar spelen er ijshockey, zoals hun leeftijdgenoten bij ons straatvoetbal beoefenen. spieren hierbij „hun beurt krijgen", ter wijl de versnelde bloedsomloop ook het functioneren van alle organen stimuleert. MAAR MET ZULKE overwegingen hou den de jonge Canadeesjes zich natuurlijk niet bezig. Voor hen is ijshockey een ple zierig vermaak en ookeen erezaak. Want niet zelden gebeurt het, dat er on der de toeschouwers bij hun spel ook oude ren zijn, die hun verrichtingen met meer dan gewone belangstelling volgen. Dat zijn dan de „talentenspeurders" van de grote ijshockey-verenigingen, op zoek naar nieu we veelbelovende adspiranten. Dat zij hun vak verstaan blijkt hieruit dat op enkele weinige uitzonderingen na alle professio nals die in Canada's Nationale IJshockey Liga uitkomen, voortgekomen zijn uit groepjes jeugdige knapen, die ergens in een „bevroren achtertuintje" hun eerste puck over het gladde ijs geschoven heb ben. HEBBEN DE jongens de leeftijd van ne gen jaar bereikt, dan kunnen zij als juniores al lid worden van echte clubs en dus in georganiseerd verband oefenen en spe len. Dan begint ook hun eigenlijke trai ning, die zeer hard is. En dat moet ook wel, want ijshockey is een harde sport, die niet alleen hoge eisen stelt aan de schaats- vaardigJjeifU en aan d.e „intelligentie van haar beoefenaars, maar ook aan hun licha melijke conditie. De uitblinkers worden dan ook al vrij gauw uit de juniorencompetitie genomen en in een centrale training opgenomen,waarbij de clubcoach en zijn assistenten hen li chamelijk en geestelijk rijp maken voor het beroepsijshockey. In trainingskampen krijgen de uitverkorenen dan in de week ends en tijdens de kerstvakantie les in tac tiek en techniek, waarbij tevens scherp ge let wordt op karaktervorming, sportiviteit en algemeen gedrag. In een later stadium krijgen zij ook lessen in boksen, worstelen en andere krachtsporten, want de toekom stige professional moet echt tegen een stootje kunnen. HET IS DE DROOM van elke Canadese jongen, eens deel te zullen uitmaken van een der beroemde profteams in Canada of L inks: De Stanley Cup, de felst- begeerde trofee in het internationale ijshockeywereldje. Rechts: Een coach van een der grote profclubs wijdt de hoop der toekomst in de geheimen van de tactiek in. in de V. S. die elkaar jaarlijks de Stanley Cup betwisten: het felbegeerde symbool van de internationale ijshockeysupprema- tie. Natuurlijk is ook het supporterdom sterk ontwikkeld. Nagenoeg iedere jongen is lid van een supportervereniging. Dat blijkt niet alleen uit zijn meeleven met al het wel en wee van „zijn" club, maar ook uit zijn kleding. Hij draagt eenzelfde soort sporttrui als zijn ijshockey-helden waarop trots het embleem, de naam of de initialen van zijn vereniging prijken. En de werkelijke sterren onder de beroepsspe lers genieten in Canada een grotere popu lariteit dan wie ook met het onvermij delijke gevolg dat zulke lieden meestal on uitstaanbaar pedant zijn. Dat blijkt wel uit de volgende, aan pre mier Diefenbaker toegeschreven anecdo te. Toen deze zich eens op een perscon ferentie verdedigen moest tegen het be dekte verwijt, dat hij alleen persoonlijke glorie zou nastreven, repliceerde hij „Mijne heren, als ik inderdaad zo ijdel was als een uwer meent, dan was ik geen politicus, maar ijshockeyer geworden!" 84. Toen Jolliepop na zijn lange slaap de ogen open sloeg en zag waar hij zich bevond, was hij zeer ver baasd. Sterker nog; hij geraakte in paniek. „Zeer on gewenst!" kreet hij. „Men bevindt zich niet in zijn legerstede! Men schijnt tot slaapwandelen te zijn over gegaan! Men moet onmiddellijk gered worden!" Bij zijn verwilderde pogingen zich in veiligheid te stellen werd hij uiterst welwillend terzijde gestaan door de Dienomaat die, nu hij eenmaal door het wekkerge- snerp van de boze dromen was afgeholpen, zijn vroe ger Jollipopskarakter weer aangenomen scheen te heb ben. Toen zij eenmaal beiden veilig in de dakgoot ston den, keken de twee herenbedienden elkaar in opperste verbazing aan. „Een onverwacht genoegen, Mijnheer Jolliepop", sprak de Dienomaat hoffelijk, terwijl hij behendig stofjes van Jolliepops jas schuierde. „U ver keert toch hopelijk in goede welstand?" Dank u, Mijnheer Dienomaat, ik voel me nu weer uitstekend", antwoordde Jolliepop. „Men is verheugd, een goede collega te treffen nu men zich hier zo on verwacht in een onaangename positie blijkt te bevin den!" „Doen jullie nu niet zo gek!" riep Panda hen geër gerd toe. „Jullie staan je daar keurig aan te stellen, 'terwijl jullie een minuut geleden nog aan een bankroof bezig waren!" „Men verzoekt ons om verschoning", zei Jolliepop verbaasd. „Een bankroof? Men zou niet aan zoiets dénken!" „Niet in zijn stoutste dromen!" viel de even eens onthutste Dienomaat hem bij. Advertentie GROTE COLLECTIE MODERNE HAARLEM CROOTE HOUTSTRAAT 49 -TEE. 20040 FRANKFORT (AP) In West-Duits- land zal de postverzending gedeeltelijk ge automatiseerd worden, maar de hardnek kige individualist hoeft hieraan zijn me dewerking niet te verlenen. Hij zal dan echter wel meer port moeten betalen. Weldra zal aan de twintig miljoen West duitse huishoudingen een boekje gezonden worden van het formaat van een kleine telefoongids. Het boekje bevat de namen van de 2700 genummerde postzones waar in het land verdeeld is. Met ingang van het volgend jaar moet alle binnenlandse briefpost in Westduits- land behalve het adres het kengetal („Leitzahl") bevatten van de zone, waar voor het poststuk bestemd is. Tezelfdertijd zullen elektronische sor- teermachines opgesteld worden in alle grote Westduitse steden. Deze machines kunnen tienduizenden brieven en brief kaarten per uur sorteren. De elktronische machines kunnen alleen genummerd post verwerken. Andere stukken moeten met de hand behandeld worden. Het vervoer van deze brieven zal 25 percent meer kos ten. De Westduitse industrie is reeds bezig haar adresseermachines te wijzigen. De kosten van de nodige veranderingen va riëren van vijftig tot honderd miljoen mark. Verleden jaar brachten de vijftig mil joen Westduitsers acht miljard stukken ter post. 5657. Terwijl hij grinnikend om zich heen keek, maakte vissertje Plum de zwa re zak open, stak z'n handen erin en liet de anderen allerlei flonkerende edelstenen en gouden munten zien. Kijk, zei hij gretig. Nou heb ik toch eindelijk eens een goeie vangst gehad! Wat wat is dat?! riepen de ande ren verbaasd, terwijl ze zich in 'n kluwen om hem heen verdrongen, Ik heb de zeeroversschat gevonden! lachte vissertje Plum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 15