I Rendez-vous met het verleden
Toen de „star fans" nog hoge hoeden droegen
Britse artsen pleiten voor
prijsverhoging sigaretten
PETERTJE'S AVONTUUR
Panda en de reis van kapitein Robbeklopper
Polle
Pelli en
Pmöo
I DOOR CLEMENS LAAR
rUoe is het ontstaan?^
Ons vervolgverhaal
protektie tegen infektie
Dit woord:
KLIMAAT
--
Beschermt
vv -
'i'* "ï-J v'j*-' v -v, j
;V-h«V v v^-" *1 v it a--.;
-,W s.v AC V -K W f, - a ./A v f v'
54)
Toen ik in mijn badmantel door
mijn zogenaamde herenkamer naar
het bad slofte, was ik echter toch al
weer zo ver de oude Kaspar Godey-
sen dat het vooruitzicht op een wel
dadig half uurtje in de beslotenheid
der betegelde ruimte mij echt deed
opleven.
Juist op datzelfde ogenblik echter
barstte de bom los. De telefoon ging.
Het was 'n mooi toestel en ik was er
erg trots op, 't was 't luxe model van
de Keizerlijke Duitse Rijkspost. Een
lange zwarte kast, een kruk met eb
benhouten handvat, een vernikkelde,
dubbele vork en vooral een Rijksade
laar, die in goud en rood tegen de
zwarte lak afstak.
Als men dit zag, moest men wel
een verheven patriottisch gevoel over
zich krijgen.
Ditmaal echter ondervond ik niets
van een innerlijke hoerastemming ter
ere van onze opkomende industrie,
onze groeiende handel en onze overal
duidelijk in het licht tredende macht
en kracht; ik voelde mij alleen vrese
lijk beklemd.
Berkentin was het, die opbelde en
zijn stem klonk uiterst klagelijk. Zijn
schoonvader had bij hem thuis op
hem zitten wachten. „We hebben een
vreselijke scène gehad", zei de goei
erd kleintjes.
„Dus geen bruidskoor, geen hu
welijksmis, geen
..Nee, dat niet, maar
De een of ander, en Berkentin
scheen wel te vermoeden, wie dat
was geweest, had de oude heer
Spieker vrijdags even discreet als
duidelijk te verstaan gegeven, dat zijn
toekomstige schoonzoon geenszins
naar Hannover gereisd was, om de
rit van zijn regimentsmakker en
vriend Godeysen bij te wonen, doch
alleen, om, zoals gewoonlijk, een be
zoek te brengen aan zijn liefje, dat in
Hannover woonde, dat hij daar sinds
zijn tijd op de rijschool onderhield en
ook in de toekomst hoopte te blijven
onderhouden.
Berkentin had zijn schoonvader op
dat punt op erewoord gerust weten te
stellen, maar de wantrouwige, oude
vos had nu positief een dag voor het
huwelijk bepaald en vervolgens van
Berkentin een opgave verlangd van
al diens verplichtingen. Hij zelf zou
i dan „op zakelijke basis" met de
schuldeisers van Berkentin onderhan-
i délen.
„De oude schelm zal natuurlijk
overal slechts vijftig of dertig percent
aanbieden en dat ook wel klaarspe-
I len. Maar mij trekt hij natuurlijk het
volle pond van de bruidsschat af."
„Een; goed zakenman, die toekom-
st.ige schoonvader van je", was het
enige, dat ik op het eerste ogenblik
I wist te zeggen. „Je komt in goede
I handen, Berkentin, en ik maak me
I sterk, dat het je tot het einde van je
levensdagen goed zal blijven gaan".
1 „Man, klets niet; ik ben gewoon
I vertwijfeld."
„Hoezo? Alles komt toch voor je in
orde. En aan driemaal per dag naar
j de kerk gaan, zul je heus wel wen-
nen. Jullie zullen je zeker ook een
privé-kapel in je villa laten bouwen?"
I „Kaspar, het gaat immers om jou!"
Ik had het ontzettend koud en dat
1 kwam niet, doordat ik daar in mijn
l badmantel aan de telefoon stond,
I want het was een voorjaarsdag met
I een zomerse warmte. Maar nu kreeg
i ik het ineens warm. Dat had ik altijd
als iemand mij fatsoenlijk behandel-
de, of als ik hoorde, dat iemand dat
gedaan had.
1 Ik staarde naar de gouden rijks-
i adelaar van de telefoon en vond die
ineens vreselijk dwaas en smakeloos.
Vreemd, dat dit me nog nooit was op-
gevallen! Hoe kwam men ertoe, het
symbool van een natie op een ge-
bruiksvoorwerp te zetten?
1 Van de Königsplatz drong ijl en
I scherp regimentsmuziek tot mij door.
Dat was de aflossing van de wacht
1 van het Alexander regiment. Zij
maakten altijd een omweg over de
1 Alsenbrug. Reclame-parade had Queis
dat eens genoemd.
De rijksadelaar als handelsmerk en
i reclame-parades
I Berkentin praatte druk verder,
maar ik luisterde nauwelijks. Het was
volkomen onzin, wat hij vertelde. Ein-
delijk viel ik hem bijna grof in de
rede:
I „Beste kerel, je meent het allemaal
wel goed, maar dat is immers vol-
komen uitgesloten. Hoe kan ik nu
mijn schulden en verplichtingen op
5 jouw lijst onderbrengen, en hoe stel
H je je dat eigenlijk voor, zelfs als
het met een beetje misleiding, wat
toch niet mogelijk is, klaar te spelen
zou zijn, hoe stel je je dan voor,
dat ik dat naderhand regel? Moet ik
dan naar je schoonvader gaan eh zeg- s
gen §j
„Lieve help, Kaspar, wees toch niet
zo vreselijk Pruisisch. Daar wordt
dan immers gewoon niet meer over
gesproken. De affaire is dan afge-
daan."
Ik moet toegeven, dat het mij een
klein beetje duizelde, maar slechts 'n g
klein beetje. Het was niet alleen de b
gedachte aan de volslagen onmoge-
liikheid, om een hele rij van zaken-
lieden ertoe te brengen, mijn schul-
den op naam van Berkentin over te
schrijven en daar dan hun mond over E
te houden. Maar het was eenvoudig
met mogelijk, dat ik mij door een
systeem van kettingleugens zou trach-
ten te redden.
„Laten we er niet meer woorden
aan verspillen. Berkentin. In alle ge-
val ben ik je dankbaar."
„Maar ik zie werkelijk geen andere
uitweg, Kaspar". I
„Ik wel", loog ik. „Maak je maar
geen zorgen. Die zaak komt wel te-
recht."
De goedgelovige goeierd scheen
werkelijk gerustgesteld te zijn.
„Maar dat hondsvot, die Rost, die
krijg ik nog wel."
„Op de eerste plaats is dat mijn
zaak. en op de tweede: waarom
eigenlijk hondsvot? Het is het goed
recht van ritmeester von Rost, iets
tegen mij te ondernemen, waar en
wanneer hem dat belieft."
„Maar niet met ongelijke wapens, 1
dat is en blijft gemeen."
Kijk, kijk, dat was een redenering
waar ik zelf nog niet aan gedacht
had. Zij was juist. Rost was onnoe-
melijk rijk en kon zich permitteren
aan de speeltafel onverschillig welk i
bedrag te verliezen.
Ik daarentegen was straatarm.
„Wacht maar eens, totdat ik de dui- 1
ten van Spieker in mijn zak heb, dan I
zal Rost me nog leren kennen".
Ik lachte en hing op. Het was een
grappig idee. zich de kleine, gedron- jj
gen Berkentin voor tè stellen, die met E
een dik chequeboek als tomahawk het
oorlogspad van het een-en-twintigen 1
en baccarat optrok. Maar nog grap-
piger was zijn onverdroten optimis-
me.
Na de proefrit, die de wakkere, j
óude Spieker zojuist als schoonvader
had afgelegd, lag het voor de hand, j
dat deze stijl in het financiële doen
en laten van de toekomstige familie
Berkentin wel blijvend ingang zou j
vinden.
Pas langzaam werd ik mij ervan j
bewust, wat het nieuws eigenlijk bé- j
tekende. I
Het betekende 'n catastrofe, tenzij i
ik 't leger met Fenris vaarwel zei.
Als ik probeerde zo lang het hoofd i
beven water te houden, iedere beta-
ling te ontwijken, een lening te slui-
ten en alles op Fenris te leggen
Dat was de moeite waard om eens
even na te rekenen. Het best gebeur
de dat in de badkuip.
Opgewekt en reeds ten halve ge
rustgesteld, wilde ik nu mijn weg
voortzetten naar de geborgenheid van
de badkamer toen de volgende slag
viel.
Zeisig diende luitenant von Trotha
aan, maar Trotha volgde hem op de
h'.elen de kamer in. Onze verhouding
was heel goed. Trotha was regiments
adjudant en mij om ondoorgrondelij
ke redenen zeer gunstig gezind. Meer
dan eens had ik .gemerkt, dat hij mij
de hand boven het hoofd hield. Bo
vendien was hij nog een beetje fami
lie van Queiss.
„Slecht of goed nieuws, Trotha?"
Throtha knipperde met zijn ogen
beven zijn zeer scheve, maar uiterst
aristocratische neus
„Laten wij „pijnlijk" zeggen, beste
kerel. Daarom kom in ook persoon
lijk".
Inderdaad, het was buitengewoon
pijnlijk, wat hij te vertellen had.
Overste rijksgraaf von Tross und
Hammenfleth, die sedert enkele we
ken plaatsvervangend commandant
var. 't regiment was, en die dit regi
ment ook wel toegewezen zou krijgen,
inplaats van de prins, had mijn ziek
melding even ongelovig als ongenadig
opgevat. Bovendien had Rost gebruik
gemaakt van de officierenconferentie,
d;e iedere maandag plaatsvond en die
praktisch niets anders was als een
van frazen aaneenhangende toespraak
van de commandant, om voor ieder
een verstaanbaar mij te beklagen:
gewond bij het rijden en dan ook nog
dat verlies bij het spel
(Wordt vervolgd
„IN HET ASTOR PALACE THEATER in New
York is bet gisteren tot een noodlottig handgemeen
gekomen tussen de bewonderaars van twee acteurs.
Er ontstond een algemene veldslag waarbij het gehele
interieur van bet theater kort en klein geslagen werd
en ettelijke personen onder de voet gelopen werden.
Pas nadat grote politieversterkingen waren ontboden
kon de orde hersteld \yorden. Er zijn 22 doden en
36 zwaar gewonden geborgen".
VERONTWAARDIGD schudde een bejaarde heer zijn grijze
hoofd toen hij zag hoe een opgewonden horde „tieners" een
hotelingang bestormde. De jongelui zwaaiden met blocnotes en
autogrammenboekjes en gilden als bezetenen. Allen wilden zij
een handtekening machtig worden van een filmster, die zojuist
het hotel was binnengegaan en zij lieten er geen twijfel over
bestaan, dat niets hen daarbij zou kunnen tegenhouden. „Zoiets
waanzinnigs gebeurde in mijn tijd niet," bromde de oude heer
terwijl hij in een wijde boog om de krijsende menigte jongens
en meisjes heenliep.
HO EENS EVEN, geachte heer! In uw tijd zou iets dergelijks
nooit gebeurd zijn? Integendeel: in uw tijd ging het minstens
even zot en hysterisch toe. Alleen bent u dat waarschijnlijk
vergeten! De genoemde theaterveldslag in New York bijvoor
beeld vond in het jaar 1849 plaats tussen de vereerders van de
acteurs Forrest en Mac Ready en de inzet van het bloedige
treffen was niets anders dan de vraag, wie van deze beiden
nu wel de grootste toneelspeler was.... Tegenwoordig gaan
de „fans" hun helden (en elkaar) meestal zachtaardiger te lijf
terwijl eventueel lichamelijk letsel door
gaans tot enkele blauwe ogen beperkt blijft.
MAAR OOK dat is niets nieuw want
reeds in de tijd van Goethe heeft men der
gelijke tafrelen gekend. „Men bedenke toch
waar men zich bevindt", riep Goethe ver
twijfeld uit toen er in het Weimarse Hof
theater eens een bijzonder populaire actri
ce optrad, wier schoonheid en acteerkunst
zo in de smaak vielen dat het publiek
in hoofdzaak studenten reeds na het
eerste bedrijf zo'n oorverdovend tumult
maakte, dat de rest van de voorstelling
moest worden afgelast.
In Göttingen wierp men de postkoets,
waarmee de toneelspeelster Henriëtte Son-
tag gearriveerd was. in de rivier opdat,
na haar geen sterveling meer in die koets
zou rijden! Deze zelfde kunstenares viel
in het verwende Berlijn een ontvangst
ten deel, die zelfs de idolen van onze tijd
haar kunnen benijden. Toen zij na een
gastvoorstelling de schouwburg verliet,
was het gehele Alexanderplein met bloe
men bedekt terwijl fanatieke vereerders
ook op de gehele weg van het theater naar
haar hotel een tapijt van anjers en rozen
voor haar uitstrooiden.
De zangeres Malibran werd na haar af-
scheidsvoorstelling in Venetië op de schou
ders van haar vereerders naar huis gedra
gen. Haar garderobe werd daarbij een
prooi van verwoede souvenierjagers. die
haar achtereenvolgens hoed, handschoe
nen, avondcape en sjaal van het lijf ruk
ten en aan stukken scheurden. Dat over
kwam ook Pauline Lucca tijdens een ope
ratournee m Rusland, waar de verrukte
Moscovieten haar op de weg naar haar ho
tel letterlijk tot op het hemd uitkleedden.
De befaamde Weensde actrice Amalie
Neuman offerde haar bewonderaars van
tijd tot tijd een paar avondschoentjes, die
dan door de begunstigden gebruikt werden
om er op haar heil champagne uit
te drinken.
DE ZWARTE LOKKEN van Johann
Strauss prijkten als een kostbaar kleinood
in de gouden medaillons, die de boezem
van vele schone Wenerinnen sierden. Men
vertelt dat de meeste van deze lokken
niet van de grote meester zelf stamden,
maar van zijn geliefde zwarte poedel
en dat zijn kamerdienaar zichzelf op deze
wijze een zeer plezierige bijverdienste ver
schaft had.
EN DAN FANNY ELSLER! Ettelijke
malen moesten in Wenen de militairen te
hulp komen om de extatische massa's tot
rede te brengen, als de begenadigde „dan
seres van twee werelden" daar was opge
treden. De dolste excessen van idolatrie
speelden zich daarbij af en ook was er
een hele souvernirindustrie ontstaan om de
figuur van Fanny Elsler. „Fannytisme"
noemde de Weense bladen deze cultus der
verdwazing die zijn toppunt bereikte in
het Fanny Elsler-sigarettenpijpje, een mo
del, in been of ivoor, van een der beroem
de benen van de danseres waarvoor grif
vijftig tot honderd gulden werd neerge
teld
Fanny Elsler bezat een bijzonder fraai
privé-rijtuig, maar de kosten van de paar
den had zij zich wel kunnen besparen.
Want waar zij verscheen, spanden de We
ners de paarden uit om zelf haar koetsje
te trekken als een bewijs van hun slaafse
aanbidding. En in New York heeft men
haar zelfs een keeringehaald met een
ere-escorte van vijftig versierde arresle-
den, en in Londen kusten „nuchtere"
Britse balletomanen de trappen waarover
zij gelopen had
DAAR ZIJN DE teenagerhelden van van
daag maar kleine jongens en meisjes bij.
Elvis Presley mag dan wel eens een strop-
dag kwijtraken in de confrontatie met zijn
fans, maar daar blijft het dan ook bij. En
Filmidool Pat Boone (zijn ster is reeds
gedaald) wordt „belaagd" door zijn
vereerders. Vergeleken bij vroeger
tijden, gaat het allemaal nogal tam
en vreemdzaam toe.
overigens heeft zijn persagent altijd een
fikse voorraad zelfbinders bij de hand ter
verdeling onder de liefhebbers. En ook
Marilyn Monroe lean gerust zijn: zelfs
haar vurigste vereerders zullen het niet in
hun hoofd halen haar publiekelijk uit te
kleden zoals met de onfortuinlijke Pauline
Lucca geschiedde in het Moskou uit groot
vaders tijd en bij een temperatuur van
elf graden onder nul!
Gerhard, Benescli
Toen er nog geen auto's waren, reden
de sterren in paardenkoetsen. Het gold
als een teken van bijzondere ver
ering, de paarden uit te spannen en
het rijtuig met held of heldin met
mannekracht naar huis te kruien. De
befaamde danseres Fanny Elsler werd
ettelijke malen op deze wijze rond
gereden.
Een comité van invloedrijke Britse art
sen zal de Engelse regering verzoeken, met
het oog op de volksgezondheid de prjjs van
sigaretten aanzienlijk te verhogen en de
prijs van pijptabak en sigaren te verlagen,
zo meldden de Londensc bladen. Tal van
doktoren ge'oven dat het roken van pijpen
er sigaren minder gevaar voor longkanker
met zich meebrengt dan het roken van si
garetten.
Een uitgebreid onderzoek naar dit alles
is ingesteld door een comité van het Ko
ninklijk College van Artsen, dat Op 7 maart
een rapport over zijn bevindingen zal uit
brengen, welk rapport ook als pocketboek
uitgegeven zal worden. De belangrijkste
aspecten van dit rapport zijn gepubliceerd
door een medisch tijdschrift in Zuid Afri
ka. dat reeds 'n exemplaar van het pock
etboek ontvangen heeft. Als gevolg van
deze publicatie zijn' de tabaksaandelen op
de Lcndense effectenbeurs omlaag gegaan.
In het rapport, getiteld „Roken en ge
zondheid" zal er naar men verwacht op ge
wezen worden dat nu de verschillende vor
men van propaganda tegen sigarettenroken
geen uitwerking hebben gehad, alleen eco
nomische druk waarschijnlijk nog effectief
zal zijn. Verder wordt het publiek aange
raden als het dan met alle geweld sigaret
ten wil roken, de?e nigt tot, een klein peuk
je op te roken, aangezien zich in dit peukje
de meeste teer en nicotine samentrekt.
Voorgesteld wordt verder dat de fabrikan
ten deugdelijker filters op de markt bren
gen. Het rapport is reeds aangeboden aan
het ministerie van Gezondheid en zal aan
alle parlementsleden gezonden worden.
Advertentie
Verkoudheidsbacillen
zijn als de dood voor
ietekent:
1. Panda was weer eens op zoek naar een baantje. Deze
keer zocht hij het in de zeevaart, want hij had pas een
boek gelezen over een jongeling in een blauw geruite
kiel, die het tot admiraal had gebracht en dat leek hem
wel wat. Maar helaas scheen niemand een toekomstig
admiraal in hem te zien. „Varen is geen kinderwerk,
dreumes!" hoonden enkele zeelui, bij wie hij had ge
vraagd, of hij een baantje aan boord kon krijgen, „eet
eerst wat meer pap, daar krijg je zeebenen van!" Be
ledigd liep Panda verder. „Echt flauw van ze, om me
geen kans te geven," dacht hij. „Maar ik geef het niet
op. Als ik admiraal wil worden, moet ik op een boot be
ginnen, dat is duidelijk." Toen viel zijn blik op een
groot stuk papier, dat op de romp van een oude, krake
rige schuit was geplakt en hij kreeg weer nieuwe hoop.
„ECHTE ZEELUI GEVRAAGD", stond er met grote
letters op geschreven en daaronder was er aan toege
voegd: „GOED KUNNENDE ZWEMMEN". „Zou ik het
hier nog eens proberen?" dacht Panda, „ik ben wel nóg
geen echte zeeman, maar ik kan góed zwemmen!"
Er is een Grieks werkwoord klinein
dat betekent; buigen. Het daarmee sa
menhangende zelfstandige naamwoord
k 1 i m a werd gebruikt voor de helling
van de aardas naar het noorden en
vandaar ook voor: de zich naar de graad
dier helling richtende warmte. Als eer
ste betekenis van ons woord klimaat
vindt men opgetekend: de strook van
het aardoppervlak welke zich bevindt
tussen twee parallelcirkels, met inbe
grip van de lucht erboven. Vandaar de
betekenis: landstreek benevens de at
mosfeer daar en tenslotte: de weerstoe-
stand in een bepaalde landstreek.
Van het werkwoord klinein is ook
afgeleid het woord k 1 i m a x, dat in
het Grieks ladder betekende en dat
wij gebruiken voor: stijging, klimming,
versterking, bijv. mooi prachtig
schitterend.
B Bo« 6 CoMihoaet
42-21
I7 .^*&COOO©ö©©©2CÓCCCCxXG©OOC<!OOOOCXv G
7. Toen Petertje klaar was met z'n
o'c tekening hield hij het papier rechtop
en bekeek tevreden, wat hij daarop had
getekend: twee negertjes, die naast een
hut stonden. Er was ook een palmboom
op en een vrolijk lachend zonnetje, dat
tussen de wolken door keek.
Maar hij wou de tekening nog kleuren
ook, en dat deed hij zo mooi mogelijk
42. „Ja", zegt Polle, „maar is het niet naar, om het hoofd zo helemaal
onderaan te hebbenJe kunt toch helemaal niet ver kijken„Neem
neen, Polle, kijk eens wat handig of mijn hoöfd zit, ah ik mij scheren wil!"
„En het is ook heel gemakkelijk, wanneer men een dubbeltje verloren
heeft, om dat terug te vindenals je er tenminste één verloren hebt!"
„En als men het eten knokt, komt de damp niet altijd in de neys, bovendien
ziet men goed, of het vuur gelijk brandt!"
i