Rendez-vous met het verleden Polle» Pelli en Pingo PETERTJE'S AVONTUUR I Panda en de reis van kapitein Robbeklopper DOOR CLEMENS LAAR Parijs onthult zijn geheimen 'JUBsÊSt Ons vervolgverhaal 47. Met z'n drieën gaan ze nu naar de vriendelijke oom toe, „we zijn klaar om te gaan, zullen we op je rug klimmenJansen, we zullen je echt, niet kriebelen!" „Neen, neen.Ik rol mijn bovenlip op, makkelijk hè? Op deze bijzonderheid ben ik heel trots, ik verraad aan niemand het patent!" „Kom Polle, in de gondel, maar maak je niet zo dik, wij willen ook nog een plaatsje hebben!" DINSDAG 27 FEBRUARI 1962 M IWIIf l üülllllllllllllllllllllllllllt IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM '"'Ik T' "fT" 5" 'r' T'y '"1 g 16-17. Ziezo, lachte Habiboe tevreden. Nu ben je zo groot als wij, dus nu pas je wel bij ons. Kom maar mee! Samen klommen ze op het nachtkast je. en toen stond Petertje opeens mid den in zijn eigen tekening. De slaapkamer en het bed waren verdwenen; nu was er alleen nog het landschap met de neger tjes. Kijk, dit is mijn vriend Noboma! zei Habiboe. Dit blauw-genopte witzijden jurkje van Yves St. Laurent heeft een pseudo-broekrok. Alleen voor zeer slanke dames, deze „Knickerbocker- look". „Café de Flore", een deux-pièces van I.larc Bohan (Dior). De rok is van grijze flanel. De blouson is zwart, wit en grijs geruit. (Wordt vervolgd) „Aristoloche", een diep gedécolle teerde avondjapon in oranje crêpe van Jacques Heim. Van de zeer hoge taille is de franje gedrapeerd. „Die zou ik wel als vijand willen hebben", zei iemand, en een andere E stem beweerde, dat men niet moest I schieten als men verliefd was. „Kom maar, Barry'tje, ik krijg zelfs geen pop als aandenken". Toen zaten we in een kleine bier- li tent in een afgelegen hoek van het terrein. Achter Lotte's hoofd spoot af- wisselend in rose en smaragdgroene kleur, de grote fontein omhoog. Ik S keek afwezig naar de lichtreclames op de witte muren achter het hippo- droom en nam kennis van het feit, dat de keizerlijke-koninklijke hofbar- 1 bier Hany nu ook oorbeschermers le- i verde. Het Berliner Tageblatt diende 5 zich met zijn tweehonderdduizend abonné's aan als wereldblad en Nor- j§ derney was het onovertroffen Duitse familieblad en stond onder de hoge bescherming van de groothertog van Mecklenburg. Dat vond ik even vreemd als het 1 feit, dat ik het nog klaar speelde hier te zitten. Krampachtig probeerde ik, i langs Lotte heen te kijken. Links, tussen de kleurige vlekken van de lampions op het donkere meer gleden witte bootjes voorbij. Ik moest aan een schilderij denken, dat ik H eens gezien had. Het heette: „De bootjes der zaligen". E Ergens uit de hemel kwam de wals van de dorpskinderen weer doorklin- ken. De wereld was vol geluk, alleen het mijne had ik ergens bedorven. Misschien indertijd in Eryllgobragh, of mogelijk ook vanmorgen, toen ik weggelopen was van het meisje met j= de vrolijke, goedhartige blik, of mis- 1 schien ook nu Ineens zei ik: „Kijk, Lotte, ik ben een arme blik- I sem. Het zal mij niet goed gaan i Daardoor is alles afgelopen. Ik heb je niets meer te bieden. Niets meer. 1 En jij bent jong en Ik voelde, dat zij mij strak aan- keek, en ineens kon zij zich niet lan- H ger meer goedhouden. Zij drukte haar vuistjes tegen haar ogen. „Je je hoeft toch alleen maar van me te houden." Ik zette mijn H tanden opeen. Lang bleven wij zo zit- ten, zonder iets te zeggen; alleen veegde Lotte nu en dan haar tranen van haar wangen weg. 5 Ons bier rook verschaald. Mis- schien was het ook de lucht, of de hele wereld? Ineens stond zij op. „Nu gaat het wel weer, Barry'tje". Toen ik in de richting van het wijn- 5 huis wilde gaan, schudde zij het hoofd 1 en liep naar de uitgang. Langs ver- 1 guide dieren gingen wij de trappen op. Een rumoerig troepje kwam ons 5 tegemoet. H De meisjes zongen luid en zorge- I loos: „Wenn ein Madel einen Herrn H hat, der sie liebt und den sie gem hat Lotte klemde zich aan mij vast en verborg haar gezicht tegen mijn borst: „Je zult nog wel gelukkig wor- den, Barry'tje, vast heel vast." Ik wist niet, wat ik zeggen moest; ik E zou trouwens geen woord hebben kun- nen uitbrengen. Bij de uitgang was zij weer echt het pientere, verstandige Berlijnse meis- je. Alleen haar ogen waren onnatuur- lijk groot. „We zullen het kort maken, Barry. Daarginds staan taxi's. Ik rij alleen i weg." Toen ik het portier van de eer- ste wagen openmaakte, leunde zij echter toch nog eens tegen mij aan, met haar voorhoofd tegen het mijne 1 en fluisterde: „Barry'tje, nu moet je 5 tegen de chauffeur zeggen: Zorg, dat je me dat kind veilig naar huis I brengt. Anders trek ik je de volgende keer je banden van je wagen. Toe, zeg dat, Barry'tje!" Ik zei het niet. I Ik kon alleen maar stijf en verstard i bij de wagen staan. Eindelijk ver- dween deze in de richting van de Ha- E lenmeerbrug, maar er wenkte geen hand uit het open dak boven de gou- den streep. In die auto probeerde 1 iemand nu alleen maar zijn snikken te dempen in de duffe bekleding. 1 Je hoeft toch alleen maar van me I te houden Zelfs dat heb ik niet gekund kleine Lottida, en dat is mijn schuld. Heel een warm, popelend mensen- hart in ruil voor een paar gezellige 1 uurtjes, voor een paar armzalige ca ll deautjes en tederheden, met de lin- E kerhand gegeven. E Ik was een bedrieger. Ik had het mij gemakkelijk ge il maakt omdat ik meende, dat het ge- makkelijk was, maar de rekening klopte niet. Terwijl ik daar stond, omringd door vrolijke mensen of door mensen die gereed stonden om vrolijk te worden, begreep ik, dat hier de sleutel lag j§ van alle vraagstukken. Ik had van niets meer gehouden, ik had niets meer met de gehele inzet van mijn hart gedaan. Voor ik het wist, was ik thuis, zon der te weten, hoe ik dat klaargespeeld had. Ik was een vluchteling, Kaspar Godeysen op de vlucht voor Kaspar Gndeysen. Het was geen vast, mannelijk be sluit meer, het was enkel een gevoel van panische angst, dat mij thuis rechtstreeks naar de linker la van mijn schrijftafel dreef. Ik had mij niet eens de tijd ge gund, licht te maken, maar toen ik de Bayard uit de la nam en spande, hoorde ik aan de holle klank, dat er geen patroon in zat. Het magazijn was leeg. Zeisig natuurlijk! Met een vloek slingerde ik het nutteloze ding in een hoek. Toen werd het licht en ver scheen Zeisig met het traditionele avondbrood. Ik knipperde met de ogen en vond mezelf zo dwaas en dom, dat ik niet zo tegen hem kon uitvallen als ik wel graag gewild had. Tamelijk tam mopperde ik dus maar: „Als je voorlopig voor me uit wilt blijven lopen, om alle vuurwa pens uit de weg te ruimen, dan krijg je het nog heel druk, magister." Gelaten en zonder iets te zeggen, dekte hij de tafel. Ik stond er bij te kijken en wist niet goed, wat ik doen moest. Toen deed ik wat alle zwakke lingen te allen tijde gedaan hebben, als zij geen raad meer wisten: ik kroop in bed. Ik hoorde de stem van Lottida: „Je hoeft toch alleen maar van me te houden", en toen zag ik vlak voor mij een vrouwengezicht zweven. Was 't het lieve gezicht van Niko- line 't waren toch niet haar ogen. j In een halve sluimer hoorde ik iets i voor de deur van mijn slaapkamer schuifelen. Hoe verdoofd ik ook was, ik wist toch, wat dit betekende. Het was Zeisig, die een stoel ge- haald had en nu de nachtwacht voor 1 mijn kamer betrok. Hij was vreselijk geraffineerd en onhandig. Het was maar goed, dat Nikoline Pratt op die plaats een zinvolle pauze kon maken, 't Wordt de hoogste tijd, dacht zij, want het kwam haar voor, alsof zij de laatste minuten alleen maar zowat had zitten lallen. Haar mond was volkomen uitge droogd en iedere ademhaling deed haar pijn, een zachte, prikkelende pijn. In de late namiddag had zij al een beetje hoofdpijn gevoeld, maar nu was die zo erg geworden, dat zij er bijna duizelig van werd. Hetwas heerlijk om, een paar mi" nuten lang te kunnen zwijgen. Zij had niet verwacht, dat Jurgen Go deysen daaraan zou denken. Zij kon zich niet anders voorstellen, dan dat hij alleen notitie van haar nam, als van een onpersoonlijke stem. Want hij werd tenslotte tegen zijn wil en zonder dat hij het wist uit een vrese lijke, absolute leegte weggetrokken. Daardoor voelde zij haar wangen rood worden, toen hij haperend zei: „Maar u zult wel moe zijn Ik begrijp niet, dat ik Juist op dat ogenblik kwam het haar voor, alsof het licht zwakker werd. Zou zij nu een flauwte krijgen? Dat mocht in geen geval! Nu niet aan zo'n kleinigheid toegeven. Ver man je, Nikoline! Nu heb je werke lijk eens iets te doen en dan zou je flauw vallen! En waarschijnlijk al leen, omdat je een lege maag hebt Dwaas, dom en armzalig! Maar het gevoel van uitputting liet zich niet verdrijven. Zij dacht, dat haar stem kraste toen zij zei: „Dat dat komt er immers niet op" aan. Ik voel me alleen een beetje flauw. En voor de tweede keer begin ik nu wat meer eerbied te krijgen voor toneelspeelsters. Zo'n hele avond praten Toen gebeurde er weer iets, dat niet alleen wonderlijk, maar veel meer dan dat was. Weer zo'n klein, vei rukkelijk wonder. Jurgen Godey sen lachte en al klonk het ook hol en moeilijk, er was niets kunstmatigs aan, er klonk werkelijk een zachte, ^chte vrolijkheid in: „U bent immers al helemaal hees. 't 'is werkelijk een schande Op dat ogenblik werd er geklopt op de manier zoals Gunthermann dat deed. Het was echter niet_ de genees heer-directeur, die binnenkwam, maar een van zijn assistenten. Hij liep op het bed toe en zei toen eerlijk verbaasd: „Wel, wel, mijnheer Godeysen. U ziet er patent uit. Net als „Cheverny" heet Balmain's fraaie avondjurk van grijs-zijden organdi met wit boorduurwerk. De ruime rok is aan de voorzijde iets korter dan van achteren. „Aurelia", een eenvoudige namiddag jurk van toile en wit linnen van Nina Ricci. De rok heeft opliggende plooien op de heupen. Bij de japon hoort een blauwwollen mantel. „Kalief", een cocktailjurk van veel kleurige katoen en gedrapeerd op een schouder (ontwerp Carven). De rok is wijd en rijk geplisseerd. trozen, vat je, maar het lijkt wel of iedereen die op m'n eerlijke schuit wil varen, het verkeerde tegen me zegt, en dan word ik sikkeneurig. Ik heb maats nodig, maar d'r zijn dingen, waar ze me niet mee aan boord moeten komen want dan schop ik ze naar de maan!" „Het ver keerde? Wat zou de kapitein daarmee bedoelen?" dacht Panda, maar op dat ogenblik kwam een getaande zeerob dichterbij. „Ahoy, kapitein Robbeklopper," zei hij met een slim knipoogje, „ik hoor, dat je zeelui ron selt en ik wil wel op die krakkemakke schuit van je varen!" Roberto Capucci presenteert dit charmante pakje van bladgroene wol, de blouse, die in de rok wordt 11 gedragen, is roze evenals de ascot- sjaal en de bijpassende sombrero. 6. „Je bent een stuurman van niks," bromde de kapi tein, „als ik BAK-boord zeg, moet je niet recht vooruit op de klippen koersen!" „Maar ik wist niet, wat bak boord betekent," antwoordde Panda. „Hij weet niet wat bakboord betekent zuchtte de kapitein, „en dat is nou mijn stuurman! Het is wel deksels moeilijk om goeie zeelieden op mijn goeie schuit te krijgen!" „Geen wonder, als u de zeelieden zo hard van boord trapt, dat u uw been pijn doet!" merkte Panda op. „En waaróm hebt u die matroos eigenlijk zo'n harde schop gege ven?" „Ach," bromde de kapitein, laten we het daar maar niet over hebben, stuur. Ik monster nieuwe ma- VANDAAG hebben de Parijse modehuizen dan eindelijk de fotos van hun reeds in januari getoonde voorjaars- en zomercollecties voor publikatie vrijgegeven. Enkele der meest-geslaagde modellen zijn hier afgebeeld. Ondanks de vaak bijzonder grote verschillen van lijn en vormgeving in de diverse collecties, is er één prettige grootste gemene deler: de ont werpers laten de vrouwelijke charmes en lijnen meer recht wedervaren dan in het zakjurkerige verleden en bovendien zullen hun meeste modellen ook voor de „gewone vrouw" draagbaar zijn. Namiddagensemble van Pierre Cardin uit lichtgewicht wol. De blouse is van bedrukte zijde, evenals de voering van omslagcape en hoed. Guy Laroche brengt deze gestreepte zijden japon, .'lie kleuren van de re genboog komen hierin voor. Boven de taille is de jurk blousend. Avondjapon in cerise chiffon van Jean Desses. De rok geeft het idee van een Chinese lampion. Een diamanten hals ketting completeert het toilet. Lanvin-Castillo ontwierp deze opval lende regenmantels met bijbehorende hoedjes en paraplu's „Giboulee" (links) is van geïmpregneerde witte zij met zwarte noppen „Ondee" (rechts) van witte zij met donkerblauw „panter-dessin". I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 5