Rendez-vous met het verleden i AMERIKAANSE T.V-.KIJKERS ZIEN NOOIT DE HELE RITA L PUZZEL NUMMER 25 PETERTJE'S AVONTUUR 7 m E Panda en de reis van kapitein Robbeklopper Polle DOOR CLEMENS LAAR NA ^Hoe is het ontstaan?^ Pimöo Ons vervolgverhaal Poedel Si i; I 1 2 3 4 5 6 7 6 9 10 11 12 13 14 15 16 17 2 4 6 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 B.B. en de slachthuizen Dit woord: HEELAL VJ 51. „Och oom, wilt u niet even daar boven door die wolken vliegen.... We willen zo graag zien, wat daar in is!" Oom Jansen vliegt een hele grote wolk in, het duurt even voor ze er weer uit zijn.Dan zeggen ze: „We hebben niets gezien, het was zó nevelig, maar we zijn wel kletsnat ge worden, maar het was toch leuk!" „Tsjonge, jullie mogen niet nat blijven, dan worden jullie verkouden, gelukkig dat ik altijd mijn tong bij de hand hebZoZijn jullie nu weer droogvraagt oom, nadat hij ze afgelikt heeft! - <-i- K: S s 63) Consul Rittinghaus stak zijn hoofd jj§ uit zijn' jaskraag. Zijn ogen straalden H en zijn neus stak in de lucht als een vlag: „Bravo, dat is de ware ruitergeest!' Het was mij niet helemaal duidelijk of zijn geestdrift haar oorsprong vond in sportieve instincten of in een nei- ging tot boosaardigheid. Dat kwam er nu ook niet op aan. De rest speelde zich naar mijn zin E maar al te snel en als het ware vol- gens program af. Met drie leerlingen H en twee berijders voor een paar van 1 Felsings paarden ging ik met Herze- loïde naar de startplaats. Het bleek 1 dat de merrie rijvaardig was, maar H toch voelde ik als het ware haar wan- E trouwen. Ik bemerkte, dat ik geduld E maar niet geaccepteerd werd. De vijf andere paarden waren vóór mij, verspreidden zich en ik probeer- E de toen op de linkervleugel te komen. Dat ging allemaal goed en ik stelde H met blijdschap vast, hoe gedwee de merrie zich liet hanteren. Maar toen wij opreden voelde ik de merrie on- rustig worden. De ruiter rechts voor mij hief zijn zweep op en..Van al S wat er verder gebeurde zag ik niets s meer. Ik lag volslagen verbijsterd op mijn rug, zag als door een nevel heen Herzeloïde naast mij over de grond rollen, opspringen en dwars over het veld wegrennen. Felsing kwam naar mij toe. Ik stond op, boog mijn bovenlichaam naar alle richtingen en bewoog mijn armen, S maar er was niets gebroken. „Nou ja", zei hij en meer niet. Zon- der iets te zeggen liepen wij in de rich- ting van de stallen. Tussen deze en het uiteinde van de baan wachtten consul Rittinghaus en zijn dochter ons op. Over de schouder van het meisje heen keek Herzoloïde mij aan met een on- miskenbaar gevoel van afkeer in haar ogen. i Rittinghaus zag mij vragend aan, de blik van het meisje vermeed ik. Het spreek vanzelf, dat ik op dat ogenblik alleen maar kwaad was. Niet 1 alleen op het paard, maar ook op me- 5 zelf. Ik was op een schandelijke ma il nier te kort geschoten, dat was dui- delijk. Het was mijn bedoeling, mij er met een paar nietszeggende woorden E van af te maken, maar of het nu E kwam door de nabijheid van het meis- je, of dat het een door het lot gewild toeval was, ik keek nog eens naar het H paard en nu verbeeldde ik mij, in de ogen van het dier niet alleen afkeer I maar ook zoiets als verwijt te lezen. Het is mogelijk, dat ik me dat al- leen maar wijsmaakte. Iemand van ons ziet in een paard gevoelens, die hij zelf heeft, en als hij ze dan door de magie, waarmee de mens het paard S nu eenmaal beïttvloedt, aan het dier meedeelt, voelt hij zijn gevoelens be- S vestigd. En toen gebeurde er iets vreemds. Van ver weg kwam ineens de stem van de kleine Lottida: S Je hoeft toch alleen maar van me te houden..Als in een bliksemflits be ll greep ik, wat er met me gebeurd was. Daarbij hoefde ik geen ogenblik te denken aan de soldaat en officier of aan de mens Kaspar Godeysen. maar wel begreep ik, hoe ver het met de ruiter Godeysen gekomen was. Wie g weet hoe lang dat al zo ging, maar 1 het was de laatste tijd beslist een feit E geweest, dat ik alleen nog maar uit routine, om niet te zeggen uit ijdel- heid reed. Het hart was er niet meer S bij. Je hoeft toch alleen maar van me E te houden..Dat was het. Ik was een E mens zonder liefde. En wat had Rit- tinghaus, de kabouter, daarnet ook weer gezegd? Herzeloïde wilde, dat l men van haar hield. 1 Dat was een drommels verstandig heertje, die kleine consul Rittinghaus. ik dacht er geen moment meer aan S hoe ik in de knoei zat. Het pistool Bayard had ik vergeten, schulden en dienstmoeilijkheden bestonden niet meer en ineens was ik alleen nog maar door één enkele gedachte beze il ten: Als ik dit dier voor me kan win- nen, dan overwin ik ook mezelf. f§ „Ik heb meer dan veertien dagen E tijd voor de grote wedren", hoorde ik mezelf zeggen. „Ik zal proberen, uit H die tijd te halen wat ik kan". E Nu gaf consul Rittinghaus mij een E slag op de schouder, waar ik hem nooit toe in staat geacht had: „U speelt het wel klaar, Godeysen. S Ik verwed er mijn neus onder, en dat H is mijn grootste kapitaal, tegen. wel, laten we zeggen tegen uw car- j§ rière". E Weer wist ik niet precies hoe hij S dat bedoeld had. Maar zijn handdruk was hartelijk en stevig, en bovendien 5 was mij alles onverschillig, want nu kwam iemand naar mij toe, met on- E waarschijnlijk stralende ogen. „Dat doet me veel plezier. Werke lijk heel veel plezier, en overigens en vanwege de goede orde: ik ben Bim Rittinghaus". I „Eigenlijk Beate Imme", vertolkte Rittinghaus. „Naar moeder en groot- moeder. Zuid-Tirol en Nedersaksen. j Ik vind dat Bim juist in het midden j ligt. Is namelijk honderd procent Ber- j lijns". I Dat vond ik helemaal niet. Bim was j een buitengewoon mooie naam voor een vrouw. Niets beters kon bij haar j gepast hebben. Een heldere, klare j klokkeklank. Niet dreunend en gewich- j tig, maar een beetje aarzelend en be- j scheiden, zij het een beetje wijsneu- I zig. Ik zei ook zoiets, maar dit veu- j lenachtige, vrouwelijke wezentje speel- de het klaar mij het woord te ontne- men: „Onzin. Ik heb alleen te laat leren praten. En daardoor ben ik aan Bim j blijven hangen." Voor ik het wist zei ik: „Dan zou men met genoegen Bam i willen zijn!" Rittinghaus grijnsde: „Bam is al definitief aan een ander i vergeven, mijn waarde." Dat was de koude waterstraal, die i ik nodig had. Zonder nog veel te zeg- gen. keerden wij naar de stad terug. Toen zij mij thuis afzetten, verklaar- de Rittinghaus zakelijk, dat ik natuur- lijk te allen tijde over de wagen kon beschikken, zodra ik met de merrie i wilde beginnen te werken. Ik moet er wel erg somber en ge- sloten hebben uitgezien en geen i wonder, want ik moest nu weer aan i Bayard denken en Hoe ik die mis schien toch nog zou kunnen ontlopen want juffrouw Rittinghaus stak mij haar liand toe op een manier, die mij aan een plots opstekende warme windvlaag deed denken: „Wij vestigen al onze hoop op u. En Herzeloïde is erg kieskeurig., maar ik weet zeker, dat u het zult klaarspelen." Ze had eens moeten weten, wat er voor mij allemaal van dat paard af hing. Toch was ik zo vol van een onver klaarbaar, bijna jubelend gevoel van hoop. dat ik letterlijk mijn woning bin- nenplofte, met het vaste voornemen, de regiekunstenaar Zeisig eens duch tig zijn oren te wassen. Maar daar kwam ik niet toe. Het kwam mij eerder voor, alsof ik het was, die op het moment dat ik mijn werkkamer binnenkwam, door een stevige hand bij mijn oren gepakt werd en van het ene prettige voorval naar het andere getrokken werd. Daar zat namelijk de kleine baron Lesky in uiterst opgewekte stemming de benen breed uit voor zich uitge spreid en voor hem stond Zeisig met rhijn heerlijke en vermoedelijk laatste fles Napoléon. Geen tien minuten daarna was zij leeg. Lesky verklaarde, dat zijn oude heer er toch erg veel voor voelde, Hyacinthe in zijn stoeterij op te ne men en dat het bovendien tegen de tradities der familie was, een behoor lijke ruitercarrière te beginnen op vreemde paarden en dat hij daarom graag reeds zondag als eigenaar op Hyacinthe wilde rijden. En of die chèque daar voldoende was. De chèque was door de oude Lesky uitgeschreven en nog mooier dan het goud-blauwe opschrift van de „Deut sche Bank" straalde mij het bedrag tegen. Zeven-en-eenhalf duizend mark „U bent stapelgek. Lesky." „Proost", zei de kleine Lesky. „De kosten van de fles moet u van het bedrag aftrek ken." Nog dezelfde middag meldde ik mij bij de plaatsvervangende comman dant. Hij was ongenadig, maar werd gauw anders. „U hebt pech gehad, mijn waarde," merkte hij zuurzoet op. „Die kwet suur van u.en dan heb ik nog zo een en ander gehoord.," Ik trok het uitdrukkingsloze gezicht dat bij zulke gelegenheden behoort. Toen kwam hij pas goed op dreef: „U bent immers lang genoeg bij het regiment, mijn beste Godeysen, bm op de hoogte te zijn van verschillende ongeschreven wetten. Vanzelfsprekend is voor de Gardeofficieren van zijne majesteit het kansspel verboden.Of ficieel weet ik daar natuurlijk ook niets van, maar bepaalde maatsta ven, die men als heer in het oog heeft te houden Dwars over zijn knijpbril heen keek hij mij aan. Ik wist precies wat er nu -ging komen. Ik had het al wel duizend maal gehoord. Er zou nu op gewezen worden hetzij direct of in de vorm van een verzachte omschrij ving dat ik van burgerlijke afkomst was, maar dat niettemin vooropge steld moest worden (Wordt vervolgd) AMERIKAANSE tv-kij- kers met scherpe ogen en oren zouden Rita Hayes kunnen herkennen aan haar handen, haar benen en zelfs haar stem. Maar tenzij zij een paar maanden geleden des ochtends naar de tv keken, hebben zij nog nooit haar gezicht gezien. Het is beslist niet zo, dat Rita Hayes geen knap ge- zich zou hebben, maar dit bewaart zij voor haar „ech te" carrière als zangeres. Intussen verdient zij met haar handen, benen en spreekstem een jaarinko men van vijf cijfers in re clamefilms voor de tv. De nog jonge Rita is in de taal van het vak een „handmodel" en een „been model". Een paar jaar geleden zong zij met een bekende band, maar dit beviel haar niet. Daarom begon zij een carrière als solo-zangeres op te bouwen. In alle ernst vertelde zij dat „handmodellen" in twee categorieën uiteenvallen, t.w. de kosmetische han den" lange vingers, lange nagels, elegant en de huisvrouwenhanden kor tere vingers, kortere nagels, soms zonder nagellak, maar altijd goed gemanicuurd. Rita heeft het geluk dat haar handen ergens tussen beide categorieën vallen. Daarom zien de Amerika nen veel close-ups van pi ta's handen die flesjes huid- crème strelen, een pakje pudding vasthouden, een glas sinaasappelsap in schenken of naar een num mer in een telefoonboek wijzen. Er zijn ook twee soorten benen: de dunne, bijna stengelachtige, van de mo dellen voor de haute cou ture, en de meer gevormde. Die van Rita behoren tot de laatste soort. Haar voeten en benen hebben zich be wogen over glanzende keu kenvloeren om via de tv te demonstreren hoeveel stap pen een huisvrouw zich kan besparen bij het gebruik van bepaald keukengereed schap. Maar dit is niet het enige dat nodig is. Een model moet kunnen luisteren naar wat de regisseur haar zegt en precies doen wat hij be veelt. Ook is het heel be langrijk om vaste handen te hebben. Rita heeft zeer vaste handen, vandaar dat men haar „de rots" noemt. Als zij ook maar een beetje zou beven bij het vasthou den van een kopje in een close-up zou dit, vergroot op de televisie-schermen, de indruk maken van he vige rillingen. Trots en gelukkig kijkt Lucky, de moeder van deze zes Basenji-pups op haar kroost neer en trots en gelukkig kan ook haar Noorse baas zijn, want een worp van zes is voor deze dure aristocraten onder de hon- geluid denrassen een grote zeldzaamheid. De Basenji's ook wel Kongohonden genaamd voelen zich zo deftig, dat ze het zelfs beneden hun waardigheid achten, te blaffen. Inplaats daarvan brengen zij een eigenaardig zingend voort. Een persconferentie ter introductie van een nieuw soort ingeblikt voedsel voor de baas en zijn hond in de dure presidentiële suite van het Sheraton hotel in Chicago is geen onverdeeld succes geworden. Joseph V. Gatlin, president-directeur van een conservenfabriek had aan een rijk ge decoreerde tafel plaatsgenomen om zijn nieuwe produkt „Hamburgers and gravy" bereid van zuiver rundvlees aan de pers voor te stellen. Naast Gatlin zat een witte Franse poe del „Snowdrift" met een servet om zijn hals geknoopt. De president-directeur maakte een blik je open en spreidde de inhoud op een porceleinen bord van het hotelservies, maar „Snowdrift" wilde er geen bek aeji- zetten. Ondanks herhaald aandringen wei gerde het dier het voer. Tenslotte at Gat lin het hapje zelf maar op, onder hoon gelach van de journalisten. Het Millinery Institute in Londen heeft een collectieve show van de zomer- en voorjaarshoeden der Britse hoedenontwerpers gehouden. Model Sandra Russell toont hier een bonnet, die aan de dagen der Franse revolutie doet denken. 3 5 7 Horizontaal: 1 toestel; gelijkelijk verde len - 2 delfstof; grote stommiteit; pers. voornaamw. - 3 gas; azijn; beroemd Duits sterrenkundige - 4 kleur; hoesttabletje; plaats in Groningen - 5 loofboom; deel van de week; adreskaartje; hert - 6 Span jaard; lichaamsorgaan; niet warm - 7 mu zieknoot; beknopt; loot (mv.); pers. voornw. - 8 roerpen; landbouwer; kippenhok - 9 gast; 9 dagen durende gebedsoefening; urn - 10 fijn linnen; draagbalk; vrucht - 11 tentoonstellinggebouw; deel van het jaar; gletsjerwaldam; dorp in Noord-Brabant - 12 monster; insekt; hedendaags Neder lands letterkundige - 13 landbouwwerk tuig; bij; bijzitter - 14 vis; iemand die ge bruikt wordt bij gebrek aan beter; jon gensnaam 15 spoedig; niet vroeg; plaats in Noordholland: vogel - 16 gelijk; voor zetsel; steuntouw; plaats in Gelderland; bijwoord - 17 steenmassa; soort ijsberg; meisjesnaam; stutpaal. Verticaal: 1 indruk; halsader - 2 Romeins keizer; ongedwongen; zeer langzaam (muz.) - 3 waterdamp; plant; afgodisch - 4 soort dans; prijs; doorzichtige stof 5 knol; ui; waardigheid; mestvocht - 6 lansier; voor zetsel; oude lap; onrustig (muz.) - 7 het menselijk geslacht; deel van een etmaal; organische verbinding - 8 voegwoord; uit stalkast; plaats in Noordholland; Europees staatshoofd - 9 noodzakelijk; vreemde munt; opleidingsschool voor militairen; godheid - 10 snelle afwisseling van twee op elkaar volgende tonen; dorp in Drente; met veel sap - 11 voorzetsel; plant; bloei- 2C-25. De krokodil vond die mep op z'n kop helemaal niet leuk..Het monster dook meteen onder: en Petertje zag de staart in het water verdwijnen. Zo, zei hij opgelucht. Die is geluk kig weg! Ja zo'n klap op z'n kop is wel vol doende! lachte Hahiboe. Van hem zullen we geen last meer hebben, dus wees maar niet bang! Toen voeren ze weer verder met de ka no. wijze; vreemde munt (afk.); vrucht 12 stutpaal; schrijnwerker; godin, slot - 13 dief; sein; rangtelwoord; tenor (afk.) - 14 eetgerei; specerij; stierenvechter - 15 deel van een vliegtuig; Vlaams schilder; moh. geestelijke - 16 school; gerecht; uitroep - 17 kinderjuffrouw; hiertoe behoort de puz- zelarij; woonschip. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen voor donderdag a.s. in ons bezit te zijn. OPLOSSING PUZZEL NUMMER 24 Horizontaal: 1 kalot; 5 eer; 8 bodem; 13 alom; 14 inleg; 16 sage; 17 rob; 18 br; 19 er; 21 men; 22 te; 23 boor; 25 krat; 27 la; 28 arena; 29 radar; 31 nederig; 33 aniline; 35 stee; 36 stok; 37 oma; 38 ets; 39 slak; 43 tast; 47 propaan; 49 artikel; 52 Borne; 53 Kreta; 54 ik; 56 Tiel; 57 sero; 58 de; 59 eis; 61 Ee; 63 Se; 64 bod; 65 Elia; 67 nadat; 70 logé; 71 lorre; 72 les; 73 kijker. Verticaal: 1 karton; 2. aloë; 3 lob; 4 om; 5 en; 6 elf; 7 re; 9 os; 10 dam; 11 egel; 12 menage; 14 ironie; 15 gerant; 18 boert 20 radio; 23 bres; 24 rage; 25 kras; 26 talk; 28 ad; 30 R.I.; 32 emmer; 34 natie; 39 spot; 40 larie; 41 aaneen; 42 knel; 43 taks; 44 arrest; 45 stere; 46 Tito; 47 prieel; 48 Ob; 50 ka; 51 loeder; 55 kilo; 58 doge; 60 sir; 62 ode; 64 bok; 66 ar; 68 al; 69 as; 70 lij. PRIJSWINNAARS PUZZEL NUMMER 24 f 7.50: Mej. K. Porck, Kennemerlaan 163, IJmuiden; ƒ5.00: M. Romijn, Koninginne weg 54, Haarlem; 2.50: Mevr. Van Wijk, Eendrachtstraat 34, Haarlem. Het is niet uitgesloten dat de naam van Brigitte Bardot zal worden gekoppeld aan een nieuwe Franse wet voor een humaner slachtwijze van kalveren, schapen en gei ten. Brigitte hêeft onlangs in een televisie programma gepleit voor een nationale abattoirwet. Op het ogenblik worden de regelingen voor de slachthuizen bij plaat selijke verordening vastgesteld. Het dagblad France Soir heeft een brief van B.B. gepubliceerd, waarin zij haar pleidooi herhaalt. Volgens France Soir be reidt de regering een wet voor de Bar dot-wet om aan haar bezwaren tege moet te komen. Na de televisie-uitzending zou er een stroom van brieven met sym pathiebetuigingen zijn binnengekomen. In haar brief aan France Soir schrijft B.B.: „Schapen, kalveren en geiten wordt levend de hals afgesneden zonder dat de dieren eerst een kopschot krijgen en zon der dat er iets wordt gedaan om hun lij den te verlichten.Daarom hoop ik dat wij, met hulp van iedereen, een wet krij gen waarin het slachten van dieren op na tionaal niveau wordt geregeld". 10. „Toen ik met m'n gehavende schuit weer veilig de haven inliep," ging de kapitein verontwaardigd ver der, „begon de miserie pas goed? Ik zei je al, maatje, dat het kompas van streek was geraakt en daarom weet ik de plek niet meer, waar ik dat goud overboord ge zet heb. Het was bij een klein eilandje, dat is alles wat ik nog weet. Een goed zeeman offert alles op om z'n schuit te redden, maatje, alles! Dus ook de lading, al is die ook nog zo kostbaar! Maar die weergase zee- kakkelobbesen hier denken, dat ik de plek wèl weet en dat ik dat goud weer stiekum op ga halen! En daar moeten ze een eerlijk zeeman niet mee aan boord ko men, dat maakt me sikkeneurig, vat je?" En met een woedend gezicht hees de kapitein zich weer in zijn wagentje. „Volle kracht vooruit, maatje!" riep hij boos. „Terug naar mijn goeie schipJe bent gemonsterd als stuurman, want jij bent een eerlijk maatje! Maar als iemand het woord goud tegen me durft te zeggen, schop ik hem naar de maan!" Zodra de kapitein en Panda verdwenen waren, trad Joris Goedbloed uit zijn schuilplaats tevoorschijn. „Tut, tut!" mompelde hij nadenkend. „Mijns inziens is gindse pikbroek wel degelijk voornemens, het goud heimelijk op te halen! Een k\vaad idee is dat voorwaar niet! Zelfs begint bij mij het verlangen op te komen, de reis op zijn eenvoudig huikje mee te maken! Daar ik ech ter afwijzend sta tegenover een door deze ongecompli ceerde zeerob georganiseerde reis naar de maan, is hier tact en overleg geboden..." En zo mompelend repte hij zich weg. Het woord heelal danken wij aan de 17e eeuwse dichter P. C. Hooft en wij mogen hem bewonderen om deze vondst, die imponeert door visionaire kracht. Toch is de samenstelling zeer eenvoudig: het woord bestaat uit het bijwoord heel, geheel" en het zelfstan dige naamwoord a 1 in de betekenis: het alles omvattende, de totaliteit van alles wat bestaat. Men schreef het woord a 1 vroeger wel met een hoofletter: het Al. Zo kent het Duits: das all, das Weltall, het Grieks: to pan. Vroeger kwam ook het woord g e h e e 1 a 1 wel voor, maar dat is volkomen in onbruik geraakt. De vorm heelal is ook te verkiezen; hij is kort, krachtig en dui delijk. „Pour Lucrèce". De Haagse Comedie heeft in studie genomen „Pour Lucrèce" van Jean Giraudoux, vertaald door Max Nord onder de titel „De Engel van het Kwaad". De regie is in handen van Bob de Lange; decors en kostuums worden verzorgd door Harry Wich.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 11