Studentenhuis is in de zomermaanden hotel 3aat~(a%'a AVRO in kort geding beschuldigd van oneerlijke verkiezingspraktijken OP EN OM HET BINNENHOF f Irw* Girorekening huldeblijk zilveren vorstenpaar Reizigers aan de grens beter af Staatssecretaris Scholten over de nieuwe omroepwet Vragen van Kamerlid over het afleggen van de eed VARA uit critiek op de overheid ZATERDAG 3 MAART 1962 5 CASA ACADEMICA: EEN EXPERIMENT KOK JOURNALIST (II) AKELIG ARGUMENT Alle rekeninghouders krijgen oranje kaart New York begroet Glenn Getuige met bezwaren bedreigd met gijzeling (Van onze Amsterdamse redacteur) De folders van een nieuw hotel in de hoofdstad liggen al bij alle grote reis bureaus in Europa. Zij vertellen: „Ge opend van 1 juni tot 30 september alle 400 kamers voorzien van douche, w.c. en telefoon grote kinderbewaar plaats met toezicht congresaccommo datie voor 400 personen". Dit nieuwe hotel is het tien verdiepingen hoge ge bouw, dat nog in aanbouw is aan de Gooiseweg in Amsterdam-Oost. Er wordt met man en macht gezwoegd om vóór juni gereed te zijn. De opening belooft bijzonder feestelijk te worden. Dit hotel, „Casa Academica", is het eerste gebouw in Nederland dat afwisselend als stu dentenhuis en toeristenhotel zal worden geëxploiteerd. Die exploitatie is, naar Scandinavisch voorbeeld, tien maanden per jaar huis vesting voor studenten, wier kamerhuur van 65,- per maand een zware verlies post oplevert, en twee maanden per jaar tijdens de zomervakantie hotel voor 800 gasten, welks exploitatie zoveel winst moet brengen, dat de verliespost weer wordt opgeheven. „Casa Academica" is een experiment dat bij goede resultaten mogelijk navol ging zal vinden in andere universiteitsste den. zij het dan op kleinere schaal. Het project is tot stand gekomen op initiatief van een onafhankelijke stichting, die alle gelden voor de bouw heeft opgenomen in leningen, die na verloop van tijd dienen te worden afgelost. Het studentenhuis hoopt men geheel ongesubsidieerd te kun nen exploiteren. Uitsluitend dit jaar zal het ook in de maanden juni en september als hotel dienen. Geslaagd compromis Met architect Clim Meijer, die verant woordelijk is voor de afwerking van het gebouw en het ontwerpen van de inte rieurs, hebben wij een rondgang gemaakt door het nog kale gebouw, dat is samen gesteld uit een betonskelet, bekleed met aluminiumgevels met dubbele beglazing. Uit de ruimten die wij betraden, de bouw tekeningen, de maquettes en de ontwer pen voor decoraties, hebben wij een beeld gekregen van het resultaat, dat een uit stekend geslaagd compromis blijkt te wor den tussen een studentenhuis en een hotel. Bij het betreden van het gebouw zal men straks staan in een ruime hal, die toegang geeft tot diverse ruimten: een zeer grote en minutieus ingerichte lounge met uitge bouwde serre, garderobes en toiletten, een kapperszaak, een souvenirwinkel en een tijdschriftenzaak. Naast de hal bevinden zich de ruimten voor de receptie, de kas en dergelijke, verbonden met de kantoren. De rest van deze verdieping wordt inge nomen door een frites- en broodjeswinkel, een restaurant en een zelfbedieningswin-j kei voor levensmiddelen, bedoeld voor be woners die hun eigen kostje willen klaar maken. De lounge zet zich via een zeer bijzonder trappenhuis voort naar de eer ste verdieping, waar worden onderge bracht een drinkbar, een grote ontbijtzaal met serre en terras, de directeurswo ning, een conferentiezaal, dienstwoningen en een aantal dubbele kamers voor ge huwde studenten. Iedere kamer anders De derde tot en met de tiende verdie ping vormen het eigenlijke studentenhuis. Er is naar gestreefd de student zo te huis vesten, dat hij binnen de grens van zijn flatje zichzelf kan zijn. Het contact met de medebewoners moet hij zelf kunnen be palen, het wordt hem niet opgedrongen. Een dergelijk contact kan onder meer Van Zwol uit Rotterdam verkoopt Etna-haarden en adverteert: „De kok die de brei nooit bederft heet Etna". Maar hij bederft de schreiftaal wèl. JOURNALIST (I) De Volkskrant "schrijft: hij meende dat de Tweede Kamer, de Staten Generaal en het Nederlandse volk in het algemeen een groot verlies heeft geleden". Sommige journalisten moet nog Nederlands leren. Het Parool daarentegen ver- bleidt mei met de kop: „Museum in Amerikaanse Mojave- woestein". Oók een fein staaltje schreifkunst. Algemeen Dagblad vertelt, zelfs mèt een plaatje, over een dame die er maar akelig bij loopt: „Mevrouw Lagerwey in Den Haag heeft nooit geen ladders in haar kousen". Is het slordigheid of ligt het aan het merk? De onbewoonbaarverklaring van enige woningen in Amsterdam vond. volgens D e Wa a r h e i d haar oor zaak in - „het ontbreken van voldoende privaat, vochtigheid en brardge- vaarlijke toêStahd". De houdbaarheid van het derde' argument zie ik niet. Talarim worden gelegd in de gemeenschappelijke keukens, waarvan er één op gemiddeld tien kamers is geprojecteerd. De student kan daar zelf zijn maaltijd bereiden en nuttigen. Wat krijgt de student voor zijn 65,- maandhuur? Als hij de deur van zijn flat je opent, komt hij in een halletje, dat toe gang geeft tot een grote garderobekast en een toiletruimte met w.c., douche en was tafel. Vanuit het halletje geeft een deur toegang tot de zit-slaapkamer van 3 bij 4.50 meter, voorzien van centrale verwar ming en telefoon. Het meubilair bestaat uit een dubbele bedbank, twee lage tafel tjes, een fauteuil, een bureau, een bu reaustoel, een platentafel, een bergkastje, een open kastje, boekenplanken, een prul lenbak, een bureaulamp en een staande schemerlamp. Er is geen sprake van uniforme ka mers. Architect Meijer heeft alle meube len ontworpen in eenheden, die zijn ge baseerd op 1/6 van de kamerbreedte. Hier door kan men het meubilair in talloze va riaties opstellen en combineren, terwijl het overal precies past. Bovendien zijn er voor de stoffering 40 kleurencombinaties mogelijk. Het is dus denkbaar dat er van de 400 kamers niet twee gelijk zullen zijn ingericht. Studentenbediening In de maanden juli en augustus worden er geen colleges gegeven. In die periode moet de student het veld ruimen. Hij be taalt dan ook geen huur. De eerste stu- dentenhospita, die een soortgelijke rege ling kent. moet nog worden gevonden. Zijn privé-bezittingen kan hij in juli en augus tus kwijt in speciale opbergruimten. In september, als zijn kamer twee maanden lang voor hotelkamer heeft gediend, kan hij terugkeren. Dit jaar is het gebouw dus eerst hotel. In september komen de eerste studenten-bewoners. Vrijwel alle kamers voor het komende akademische jaar zijn reeds verhuurd. Er wordt een beperkt aan tal vrijgehouden voor de eerstejaars-stu denten. Gdurende de maanden, dat „Casa Aca demica" als hotel in bedrijf is wordt een personeelsstaf gevormd, die hoofdzakelijk zal bestaan uit werkstudenten. Men hoopt hierdoor de gasten een aparte sfeer te geven, die hen later graag doet terugke ren. De bouw van „Casa Academica" heeft ongeveer 10 miljoen gulden gekost. Het gebouw is ontworpen door de archi tecten J. Bolkestein en A. N. Bovenberg van het architectenbureau Feenstra te Arnhem. De komende week zullen alle rekening houders bij de postcheque- en girodienst een oranje kaart ontvangen. Als zij daarop hun gironummer, een bedrag invullen en de kaart op de gewone wijze verzenden maken zij dat bedrag over op rekening nummer 25. De houder van deze rekening is het „Nationaal Comité voor het Zilve ren Huwelijksfeest van Koningin en Prins der Nederlanden". Het bedrag der stortingen zal gevoegd worden bij de bijdragen die het Neder landse volk op andere wijze zal verlenen, bijvoorbeeld door het zenden van felicita- tiekaarten naar het Koninklijk paar, waar van de frankeerwaarde van de postzegels ten goede komt aan het fonds van het nationaal comité. Andere middelen die het comité in vergevorderde voorbereiding heeft worden binnenkort bekend gemaakt. Het bijeengebrachte geld zal als blijk van verbondenheid van ons volk met het Oranjehuis bij de viering van het 25-jarig huwelijksfeest aan het vorstenpaar worden aangeboden. Reizigers die van een bezoek aan het buitenland goederen in hun bagage mee brengen, zullen bij de nadering van de grens niet meer op hete kolen behoeven te zitten. Als de artikelen die ze mee nemen duidelijk geen handelswaar zijn en de waarde ervan niet meer bedraagt dan 215, zullen zij binnenkort kunnen reke nen op een invoerrecht van tien percent, zodat zij bij het kopen van hun artike- kelen reeds weten kunnen waar zij aan toe zijn. Dit blijkt uit een beschikking van de EEG-Ministerraad, die op 28 februari is afgekondigd in het officiële publikatieblad van de Europese Gemeenschappen en die over twintig dagen van kracht wordt. De beschikking luidt: er wordt een for faitair invoerrecht van tien percent ad valorem ingesteld, dat van toepassing is op goederen, vervat in aan particulieren gerichte kleine zendingen dan wel in de persoonlijke bagage van reizigers, voorzo ver het invoer betreft waaraan elk han delskarakter vreemd is. Als invoer waaraan elk handelskarak ter vreemd is, wordt beschouwd invoer die een incidenteel karakter draagt, uitslui tend betrekking heeft op goederen voor persoonlijk gebruik van de reiziger of de geadresseerde, dan wel voor gebruik door leden van zijn gezin, mits blijkens de aard en de hoeveelheid der goederen aan die invoer geen commerciële overwegin gen ten grondslag liggen, en de invoer is samengesteld uit goederen waarvan de totale waarde niet meer bedraagt dan zestig dollars. Overigens heeft men het recht om in plaats van dit invoerrecht van tien per cent te vragen om toepassing van het gewone invoerrecht. De staatssecretaris van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen, mr. Y. Scholten, heeft bij de herdenking van het vijftien jarig bestaan van de Nederlandse Radio- Unie in het raadhuis te Hilversum de ge lukwensen van de regering overgebracht. Hij constateerde in zijn rede, dat zich in de situatie van 1947, vergeleken met die van vóór 1940, wezenlijke veranderingen hebben voltrokken: vóór 1940 apartheid, in 1947 een vorm van samenwerking op vele gebieden. Over het „waar ligt de grens van de samenwerking" zei de staats secretaris, dat op een gegeven ogenblik wel is gedacht aan een gemeenschappelijk programma. Deze idee is echter ver schraald, hetgeen mr. Scholten betreurde. Hij zei voorts, niet de onzekerheid te kun nen wegnemen over de vraag, wanneer een nieuwe omroepwet het staatsblad zal heb ben bereikt. „Dat die onzekerheid nog voortduurt, vloeit voort uit het feit dat ik op dit punt het licht van de toekomst van groter belang acht dan het donker van de slechts tijdelijke onzekerheid van het heden. In de toekomst zal er wel licht, mede door technische ontwikke lingen, plaats voor meer omroepgegadig- den zijn. Het open bestel waar ook uw vertegenwoordigers voorstander van zijn zal er' in een of andere-vorm moeten ko men. Ook dan zal er echter een samen werkingsorgaan als dê N.R.U. moeten zijn". De voorzitter van de N.R.U. mr. A. B. Roosjen hield een korte inleiding, waarin hij de nadruk legda op het typisch Neder landse karakter van het huidige omroep bestel. De gehele structuur van ons om roepbestel, ontstaan uit particulier initia tief voor 1940, past in het kader van on ze democratische volksgemeenschap. Zij, die vaak ir onze tijd critiek uitoefenen op het omroepbestel, gaan aan de histo rische wording hiervan dikwijls voorbij. De N.R.U. is gegroeid tot een instituut van samenwerking, dat in de praktijk aan de verwachtingen heeft voldaan. Het is een samenwerking op velerlei terrein, waarbij de autonomie der omroepvereni gingen ten aanzien van het programma wordt gehandhaafd. Als zodanig, aldus mr. Roosjen, is de N.R.U. binnen ons volk een kostbaar goed. Wolken papiersnippers omgeven de Amerikaanse astronaut John Herschel Glenn bij zijn triomfale intocht in New York. Gezeten in een open auto wuift Glenn (links op de voorgrond) naast zijn vrouw Annie en vice-pre sident Lyndon Johnson naar de tien duizenden juichende mensen langs Broadway. Toeschouwers klommen op een in aanbouw zijnd huis (rechts) om beter te kunnen zien. (Telefoto) Het Tweede Kamerlid Scheps (Pv.d.A.) heeft aan de minister van Justitie schrif telijke vragen gesteld over een opmer king over het afleggen van de eed, die zou zijn gemaakt door de president van de rechtbank te Utrecht op 13 februari. Een getuige had gevraagd om geen eed te behoeven afleggen, omdat hij niet in God geloofde. De president zou daarop hebben gezegd dat de wet geen geldige reden geeft de eed achterwege te laten en hij zóu dé getuige hebben béóréigd mot gijzeling. Volgens berichten in de pers heeft de getuige daarop „mokkend" de eed afgelegd. De heer Scheps vraagt of het juist is dat de president na dit gebeuren aan de pers heeft verklaard: Men kan dat artikel (van de wet van 28 april 1916) op twee manieren uit leggen. De Hoge Raad heeft eens bij een herhaalde zaak het „ik geloof niet aan een God" niet willen aanvaarden voor het niet-afleggen van een eed, en „ik ben niet gul met het papiertje, waar op men een verklaring inplaats van een eed tekent". ■,Moet uit deze woorden aangenomen, dat ze juist zijn weergegeven, worden afgeleid, dat het al of niet gedwongen worden tot het afleggen van een eed afhankelijk »s van het wisselend inzicht van de(ze) rech ter?", zo vraagt de heer Scheps. Hij stelt voorts de vraag of de mini ster niet van oordeel is, dat de op deze afgedwongen eden niet alleen getuigen te kort doen die bezwaren hebben tegen de eed, doch bovendien de eed zelf wezen lijk miskennen. DE OUD-DIRECTEUR van de AVRO, de heer W. Vogt, wil als getuige verklaren, dat deze omroepvereniging vóór de oorlog genoodzaakt was de verkiezingen van de gewestelijke besturen te harnassen tegen infiltratiepogingen van de N.S.B. en voorts dat deze noodmaatregel na de oorlog niet meer noodzakelijk was. Dit verklaarde mr. L. F. Canté uit Zwolle gisteren in een kort geding voor de president van de Amsterdamse rechtbank, waarin hij optrad voor negen AVRO-leden, die zich kandi daat hebben gesteld voor de gewestelijke besturen en het AVRO-bestuur hebben gedagvaard omdat dit bestuur deze verkiezing op onrechtmatige wijze zou hebben beperkt en bemoeilijkt. Sinds 1937 geschiedt de toezending van stembiljetten uitsluitend op schriftelijke aanvraag van de leden, hetgeen in strijd zou zijn met artikel 10 van de statuten. Het gevolg is dan ook geweest dat sinds dien nimmer meer een door de leden ge stelde kandidaat in een gewestelijk be stuur is gekozen. Voorts weest mr. Canté op de misstanden die zich bij de thans gaande zijnde verkiezingen door dit sys teem voordoen. „De AVRO-propagandist Jansen uit Leiden is bereid hier onder ede te verklaren, dat hij opdracht heeft ge frankeerde briefkaarten voor het aanvra gen van stembiljetten uit te delen aan „goede AVRO-leden" die willen stemmen op de bestuurskandidaat Van Asperen. De ze kaarten zijn in een hoekje gemerkt, zo dat het bestuur controle heeft op het re sultaat van deze actie. De heer Jansen is een geldelijke beloning toegezegd voor het geval dat als gevolg van zijn actie de heer Van Asperen inderdaad wordt ge kozen. Hij kan ook verklaren, dat er met de stembiljetten zelf wordt geknoeid". Ten bewijze van deze propaganda-actie legde mr. Canté enkele briefkaarten aan de pre sident over die de heer Jansen over de „goede leden" moest verspreiden. „Ongelooflijke insinuaties en stemming makerijen", was de repliek van mr. C. Q. van Daalen, die voor het AVRO-bestuur pleitte. Hij achtte de eis die in de dag vaarding was vermeld en die alsnog toe zending van stembiljetten naar alle AVRO- leden inhield, een praktische onmogelijk heid. Hij bestreed het belang dat de ne gen eisende leden hierbij zouden hebben. ..Het zich noemende actie-comité heeft en kele jaren geleden 8000 adhesiebetuigin gen gekregen. Dat is slechts 2 percent van het totaal aantal AVRO-leden, maar zelfs kan men niet in redelijkheid aantonen, dat deze 8000 mensen op deze 9 kandidaten zouden stemmen. Wat zouden deze kandi daten ook moeten beginnen tegen het Slag in de luclit Minister van Aartsen heeft het met zijn woningbouwbeleid bij de grote meerder heid in de Tweede Kamer volkomen ver korven. Hem is, gelijk reeds uit de cij fers blijkt, de toeneming van hetgeen er in de vrije sector gebouwd wordt, geheel en al uit de hand gelopen. En als hem dat onder zijn ministeriële neus wordt gewreven, is vrijwel het enige, dat hij tot zijn verweer heeft aan te voeren, dat die aanwas nog veel groter geweest zou zijn als hij dat niet voorkomen had! Het is begrijpelijk, dat zulk een manier van argumenteren op de meeste afgevaar digden bitter weinig indruk maakt en dan- ook licht de toch reeds bestaande ontevre denheid zowel over wat de minister van Volkshuisvesting doet alsook over wat hij nalaat, alleen nog maar doet toenemen. Toen op de eerste dag van de behande ling van 's ministers begroting behalve de heer Bommer (P.v.d.A.) ook sprekers uit de anti-revolutionaire en uit de christe- lijk-historische groep kritiek te horen ga ven, en de heer Andriessen (K.V.P.) er allesbehalve een geheim van maakte dat verhoging van het contingent woningwet woningen, ten koste van de vrije sector, geboden was en wel met vijfduizend wo ningen (van 40.000 moest het aantal ep 45.000 per jaar komen), ging men zich af vragen wat er nu verder zou gaan gebeu ren. In zijn beantwoording van de verschil lende sprekers maakte de minister heel duidelijk, dat hij van inwilliging van die wens niets wilde weten. Sterker nog, dat het kabinet in zijn geheel dit afwijzende standpunt innam. Dit vormde voor de heer Andriessen geen aanleiding om zich, zij het knarsetandend bij die afwijzing neer te leggen. Neen, hij kwam met een motie voor de dag. Dat leek aanvankelijk heel moedig. Doch tenslotte is gebleken, dat de K.V.P.-fractie het opnieuw al voldoen de vond haar opgekropt gemoed te luch ten met iets, dat uitsluitend een slag in de lucht zou worden. Immers, de K.V.P.-ers gaven wel hun stem aan de met niet minder dan 93-34 aan genomen motie (de V.V.D.-ers, de Staat kundig-Gereformeerden alsmede de mees te Anti-Revolutionairen en Christelijk His- torischen hadden het „tegen" laten ho ren), maar hoewel de minister te voren verklaard had de motie, ook als zij werd aangenomen naast zich neer te zullen leg gen (de heer Bruins Slot (A.R.) had dit uitgelokt, wat de heer Andriessen niet be paald kon waarderen), legden de heer Andriessen en diens politieke vrien den zich op hun beurt bij 's ministers weigering neer. Zo was de Kameruit spraak, wat de zakèlijke kant ervan be treft, meteen niets anders dan een slag in de lucht geworden. Slag in het gezicht Tegelijkertijd echter was het op een slag in het gezicht van de minister uit gelopen, zoals mr. Burger (Arb.) kon vast stellen, doordat de heer Andriessen on danks en na het verzet van minister Van Aartsen toch vóór de motie had gestemd. In wezen betekende dit inderdaad niets meer of minder dan een afkeuring van het beleid van de minister. Nog duidelij ker kwam dit tot uiting door de verkla ring, welke de heer Andriessen vrijwel vlak daarop gaf, omtrent de houding zij ner fractie betreffende het stemmen voor de begroting van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. E)it gebeurde omdat de dames en heren van de K.V.P. het op dit ogen blik in verband met overwegingen van na tionale en van internationale aard niet verantwoord achtten, een kabinetscrisis te doen ontstaan. En dat zou het gevolg zijn geweest van verwerping van die begro ting. De heer Burger lachte in zijn vuist je. Hardop stelde hij vast, dat de K.V.P.- ers geenszins hun stem aan deze begro- ing gaven omdat zij in het beleid van de bewindsman in kwestie vertrouwen stel den, maar louter uit vrees voor een poli tieke crisis. Bii de P.v.d.A. lag de zaak anders. Daar vond men al voldoende aanleiding om tegen de begroting te stemmen in het feit dat minister Van Aartsen de houding aannam van „klets maar raak, het interes seert mij niet wat het parlement doet". Niet te ontkennen valt, dat de heer An driessen en diens fractiegenoten inder daad overduidelijk hadden laten blijken, fel gekant te zijn tegen het beleid van minister Van Aartsen. Daarom kwam in werkelijkheid de slag toch wel heel hard aan, was het een slag in zijn gezicnt. Nota Van der Putten De heer Bakker (Comm.) stelde een vraag, die op veler lippen is gekomen sinds er nog altijd geen beslissing gevallen is of de Kamer iets wenst te gaan doen en zo ja, wat in verband met de nota van minister Visser over de kwestie Van der Putten. Genoemde afgevaardigde vroeg wat er nu gaat gebeuren. Aanstaande dinsdag hoopt voorzitter Kor- tenhorst met een voorstel voor de dag te komen. Nu het heette dat men in het senioren-convent niet tot overeen stemming is kunnen geraken om de instel ling ener parlementaire enquête te be pleiten, lijkt het voorshands twijfelachtig dat het daarop zal uitlopen. Mogelijk vindt men een oplossing die althans de heel erg wantrouwigen enigermate zal kunnen be vredigen, zoals bv. mogelijk zou kunnen zijn indien men een commissie in het le ven riep zonder dat deze de bevoegdheid van een enquête-commissie zou krijgen. Nieuw-Guinea Hetzelfde communistische kamerlid heeft een, in beginsel al toegestane, interpella tie met betrekking tot het Nieuw-Guinea- beleid aangevraagd. Voor dat verzoek wa ren en zijn er ongetwijfeld goede gron den aanwezig. Het wil in de jongste tijd helemaal niet vlotten met het streven om tot een vreedzame oplossing te komen van het Nieuw-Guinea-vraagstuk. Bovendien krijgt men meer en meer de indruk, dat er in dit opzicht weer iets nieuws gaan de is. Het heeft er. alles tezamen genomen, veel van weg dat na en vermoedelijk als gevolg van het door de Amerikaan se minister van Justitie Robert Kennedy aan Den Haag gebrachte bezoek, de Ne derlandse ministersploeg tot het inzicht is gekomen (of gebracht), dat het aanbeve ling zou verdienen het nu maar fluks over een andere boeg te gaan gooien. Wellicht zelfs over die van een gesprek met Indo nesië zónder een derde er bij, althans niet via de secretaris-generaal van de Verenig de Naties. De hoge heren in Den Haag sloven zich Uit om de goegemeente hier te lande zoet te houden met praatjes voor de vaak. Des wege trachten zij ook de grootst moge lijke geheimzinnigheid aan de dag te leg gen. Voor dit beleid kan ik moeiiijk be wondering koesteren. Telkens en telkens weer toch blijkt, dat men op die manier alleen maar toeneming van wantrouwen in de politiek van de regering bevordert. Dat is, van een politieke gezichtshoek uit be keken, nodeloos en dom. Maar ja, tot nu toe kon het kabinet-De' Quay in de aan gelegenheid Nieuw-Guinea rustig zijn gang gaan: een flinke meerderheid at immers uit de hand. Onderwijl is er iets aan het veranderen. Binnenskamers kon men in de laatste tijd al vrij veelvuldig horen, dat er ook in de fractie van de K.V.P. terdege kritiek op het beleid van minister Luns bestond. Thans is het zover dat er nu ook iets van naar buiten is getreden. - Dit in de vorm van een interview met mr. Th. M. J. de Graaf, die ten lange leste geen geheim meer heeft gemaakt van zijn, ten opzichte van het officiële standpunt zijner partij af wijkende, mening inzake Nieuw-Guinea. „Als er één schaap over de dam is, vol gen er meer," zo heet het wel. Wie volgt? is dan ook de vraag van de dag. Of ?*1 de zorgzame schaapherder, van wie men overigens niets te zien of te horen krijgt, er nog wel in slagen zijn overige schaap jes bijeen te houden? Dr. E. van RaaJte machtige propaganda-apparaat, dat het AVRO-bestuur voor zijn eigen kandidaten kan inschakelen? De eisers hebben geen schijn van kans te worden gekozen en ze zijn waarschijnlijk het beste af, als de eis wordt afgewezen Tenzij het hen te doen is om de dwangsom van 10.000 Mr. Van Daalen zei van mening te zijn, dat het niet de taak van de president van de rechtbank is een einde te maken aan het huidige systeem van verkiezingen. Hij bestreed de opvatting, dat dit systeem on democratisch zou zijn. Mr. van Daalen had bezwaren tegen het horen van de pro pagandist Jansen als getuige. Mr. Canté merkte nog op, dat de NCRV en de VARA in hun radiogidsen de le den met nadruk opwekken de verkiezings vergaderingen bij te wonen, doch dat de AVRO in haar. orgaan in een verborgen hoekje en in het kleinste lettertype me dedeelt, dat de leden die willen stemmen een stembiljet kunnen aanvragen. De AVRO weigert daarnaast inzage te geven van de ledenlijsten, zodat het moeilijk is tegenkandidaten te stellen, waarvoor im mers de steun van 20 leden noodzakelijk is. Hij zei dat in 1935, toen de verkie zingen nog volgens de statuten plaatshad den, 95.000 stemmen zijn geteld, die in de radiobode op overzichtelijke wijze wer den vermeld. Sinds 1935 zijn er geen cij fers meer gepubliceerd en wordt slechts meegedeeld, dat meneer A meer stem men heeft gekregen dan meneer B. Mr. Canté verzocht de eis toe te wijzen en de AVRO tevens te verplichten nieuwe stembiljetten te gebruiken, zodat de thans in omloop zijnde biljetten komen te ver vallen. De verkiezing van de gewestelijke besturen moet op 20 maart a.s. haar be slag hebben. De president van de rechtbank, mr. U. W. H. Stheeman, maakte gedurende de zitting geen enkele opmerking. Hij be paalde de uitspraak op volgende week vrijdag om 10.00 uur. „Wat de verhoudingen in de Nederland se geluids- en beeldomroep betreft kun nen we zeggen, dat de vraagstukken en de moeilijkheden zich in 1961 wel hebben uitgebreid en voortgezet, maar dat van een doortastend regeringsbeleid, gericht op een snelle oplossing, ook in dit jaar nog geen sprake was", aldus het zo-juist verschenen jaarverslag over 1961 van de VARA, waaraan is toegevoegd het om- roeprapport en het televisierapport over dat jaar. Met betrekking tot het omroepbestel wordt in het verslag onder meer opge merkt dat men terzake nu al een reeks van jaren in een situatie van voortduren de onzekerheid verkeert. „En de gevol gen daarvan zijn ernstig. Al te veel ta lent en energie, bestemd vóór de uitoefe ning van de eigenlijke omroeparbeid, moet jaar in jaar uit worden gebruikt in de strijd voor het behoud van elemen taire waarden". Hieraan wordt in het ver slag toegevoegd, dat „agitatie en onrust rondom het omroepbestel de sfeer ver troebelen, waarin gewerkt moet worden. Financiële problemen blijven onopgelost. Een beleid op lang zicht blijft onmoge lijk". Over de instelling van de „Commissie Scholten" wordt in het rapport gezegd, dat zowel het instellen van de commissie als de opdracht en zijn samenstelling „wat vreemd aandoen". Opgemerkt wordt dat de samenstelling in geen enkel opzicht in overeenstemming is met de verhoudin gen omtrent de inzichten over de omroep wet, zoals deze in ons volk leven. „Hst is niet moeilijk te voorspellen dat een commissie met een dergelijke samenstel ling moeilijk uit de bus kan komen met een eensgezind standpunt". In het VARA-verslag wordt meegedeeld, dat in 1961 het aantal leden-abonnees een vooruitgang heeft te zien gegeven van 7150 personen, waardoor het totaal aantal leden is gestegen tot 540.828 De netto- vooruitgang is minder groot dan in voor gaande iaren. De VARA telt 15 districten met 653 afdelingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 5