Minister Ugo
kracht achter
La Malfa is stuwende
kabinet-Fanfani
nieuw
Als
in
het aan hem ligt zal er
Italië veel veranderen
Monniken het slachtoffer van
de Siciliaanse Maffia
NEDERLAND EN HET VERRE OOSTEN
Blanco paspoorten
aan OAS verkocht
Verkiezingen in
Rhodesische Federatie
op 27 april
„Waterdichte verdediging
tegen raketten niet
mogelijk"
Amerikanen en Russen
spreken over het weer
DOOR DR. R.
VAN EGMOND
Eichmanns verdediger in
Jeruzalem aangekomen
Menon waarschuwt
Pakistan en China
Nieuw radarsysteem
voor Britse defensie
Anti-fascist
Republikein
kantoormachines
WOENSDAG 14 MAART 1962
11
Anti-Marx
Vier kloosterlingen medeplichtig aan afpersing
McNamara voor T.V.
(Van onze correspondent)
ROME. Natuurlijk is de voornaamste figuur in een regeringsploeg altijd
de eerste minister. Italië vormt geen uitzondering en Amintore Fanfani zal in
de nieuwe regering, zogoed als in de voorafgaande het geval was, de leiding
geven. Dat is hem heus wel toevertrouwd. Niet alleen is Fanfani een man, die
zijn gezag weet te doen gelden, maar hij is ook een man, die allerminst alleen
maar politicus is. Weinig landen kunnen bogen op een eerste minister, die tevens
een zo vooraanstaande figuur is in het culturele leven. Fanfani is hoogleraar
in de geschiedenis der economie (van 1932 tot 1938 aan de rooms-katholieke
universiteit van Milaan, dan tot 1943 in Venetië, tot hij uitweek naar Zwitser
land, en tegenwoordig in Rome). Minister of niet, vrijwel ieder jaar verschijnt
van zijn hand één of andere grondige studie, nu eens over „Mercantilisme en
vrije handel", dan weer over de koopmansstand in de veertiende eeuw of (en dat
boek verscheen pas enkele weken geleden) over het economisch leven bij de oude
Grieken. Wie in deze dingen belang stelt, zal met vrucht zijn meesterwerk
lezen „Rooms-katholicisme en protestantisme bij de historische vorming van
het kapitalisme", een boek dat onder andere in het Engels werd vertaald. Zeer
welbespraakt, niet bang voor een compromis wanneer geen andere oplossing
mogelijk lijkt, is de voortvarende Fanfani een man over wie wij in de eerst
komende jaren nog het nodige zullen horen.
En toch is er in het nieuwe kabinet één
figuur, die zo niet meer, dan toch zeker
evenveel invloed gaat uitoefenen. Dat is de
republikein Ugo la Malfa. Het is vreemd,
dat wij pratend of schrijvend over La
Malfa misschien omdat wij al zoveel ja
ren het voorrecht hebben hem van nabij te
kennen, altijd geneigd zijn te zeggen „de
jonge La Malfa". En toch is hij niet zo
piepjong meer. Vijf jaar ouder zelfs dan
Fanfanimaar La Malfa is iemand
die de kunst verstaat altijd een jeugdige
indruk te maken.
We zijn hem voor onze lezers eens gaan
opzoeken, nadat bekend was geworden
welke plaats hij in het nieuwe kabinet-
Fanfani gaat bekleden. Hij ontvangt ons
in een sobere kamer, waar hij als hoofd
redacteur van de „Voce Republicana", het
officiële orgaan van zijn partij, soms nog
laat in de nacht te vinden is, na een he
le dag werk op zijn ministerie. Het fijn-
besneden gezicht, de stralende ogen ach
ter de bril met een bijzonder zwaar mon
tuur, het verzorgde, nog bijna ongerept
zwarte, haar en vooral zijn vlugge, steeds
op een doel gerichte, bewegingen, geven
ons als steeds de indruk, dat we een nog
echt jonge man voor ons hebben.
Na hem te hebben gelukgewenst met
de overwinning van „centrum-links", voor
een heel groot deel zijn overwinning (hij
loochent het onmiddellijk: zonder Saragat
en Fanfani en Moro waren we er nooit ge
komen) komt de vraag op de man af:
„Ditmaal kom ik niet voor een gezellig
praatje. Het wordt een vraaggesprek en
de eerste vraag is: hou oud bent u eigen
lijk?" De minister blijkt te zijn geboren in
Palermo op 16 mei 1903. Deze man met
zijn Noordeuropees uiterlijk, is dus een Si-
ciliaan en al ziet hij er uit, of hij binnen
kort veertig zal worden, hij is bijna zestig
jaar oud.
En mijn tweede vraag: „Hoe bent u
eigenlijk politicus geworden?". „U mag
gerust zeggen, dat ik daar het fascisme
dankbaar voor moet zijn, of als u dat juis
ter lijkt, dat het fascisme daar'schuld aan
heeft. Mijn ouders droomden voor mij een
toekomst in de diplomatieke dienst en
mijn opleiding is die geweest van een con-
sulair-diplomatiek ambtenaar. In die tijd
was Italië een fatsoenlijk land, dat men
met eer in het buitenland kon vertegen
woordigen. Maar toen mijn studies vol
tooid waren, stonden de zaken er anders
voor. Mussolini was aan het bewind geko
men en de soort diplomatie, die in die ja
ren werd gevoerd lag mij niet. Ik had on
der andere staathuishoudkunde gestudeerd
en werd directeur van het bureau ,markt-
studie" Van een groot bankbedrijf.
Op de vraag of er samenhang is tussen
de portefeuille die hij thans heeft en zijn
vroegere functie van minister voor de
Buitenlandse Handel, antwoordt La Malfa:
„Het is natuurlijk een goede school ge
weest. Maar dit is omvangrijker". Het
gaat toch voornamelijk om inkomsten en
uitgaven van de staat, tenminste dat doet
de naam „ministerie van het budget" mij
vermoeden". „Neen, is het antwoord, con
trole op het staatsbudget heeft er ook wel
mee te maken, maar de naam van het
ministerie is gewijzigd. Het heet nu „bud
get en programmatie". We gaan dus, en
dat is nieuw in de Italiaanse geschiedenis,
werken aan, en later werken met, econo
mische plannen. Die naamsverandering is
iets waar ik persoonlijk op aangedrongen
heb. Wie dat wil kan er een breuk met
de oude liberale staat in zien.
De Republikeinen zijn een partij met ge
heel eigen opvattingen. Wij zijn geen libe
ralen, maar evenmin, bijna zou ik zeggen
nog veel minder, zijn wij socialisten. Maz-
zini bestreed Marx juist om zijn theorie
inzake de klassenstrijd. Mazzini is in het
buitenland, behalve misschien in Enge
land, veel te weinig bekend en toch is hij
de belangrijkste figuur van de vorige eeuw
in Italië. Wij zijn dus .tegen de klassen
strijd, die door liberalen, en marxisten
wordt gevoed en door die laatsten als on
vermijdelijk beschouwd. Maar wij voelen
ook niet voor een partij, die het bestaan
van de klassen negeert of door een soort
paternalisme tracht te sussen, zoals de
hristendemocraten. Ook voor Mazzini zijn
alle mensen gelijk en hebben zij dezelfde
rechten.
Wij willen dus de tegenstellingen uitwis
sen, doen vervagen. Dat kan door aan alle
jonge mensen gelijke kansen te geven. Het
Ik was bevriend met Silvio Trentin en
samen begonnen we kort "oor de moorcj
op Matteotti (1924) een anti-fascistische
beweging in studentenkringen. In 1924
kwam ik naar Rome als student en werd
daar al gauw intiem met Giovanni Amen-
dola (een letterkundige en wijsgeer, van
1918 tot 1922 minister van Financiën, in
1926 door terroristen van een fascistische
knokploeg doodgeslagen). In 1926 promo
veerde ik en spoedig begon toen het werk
in de bank. Daarnaast bleef ik deelnemen
aan de strijd tegen het fascisme in de
groep van het tijdschrift „Pietre" (We
nen). Ik werd al gauw gearresteerd, maar
ook weer vrijgelaten en toen volgde de op
richting van de groep „Giustizia e Liberta
(recht en vrijheid). En daar weet u zelf
ook wel iets van", eindigt hij met een
schalkse glimlach.
Voor onze lezers is die lange strijd van
de Italiaanse anti-fascisten onbekend ter
rein. Het zij voldoende te herinneren aan
de gebroeders Rosselli, de leiders van
„Giustizia en Liberta". De oudste werd in
1926 naar het eiland Lipari verbannen en
later van dit eiland (het Italiaanse Cayen
ne) door zijn vrienden bevrijd, zodat hij
naar Parijs kon uitwijken. In juni 1937
werden de beide broeders in Frankrijk
door fascistische sluipmoordenaars neerge
stoken. „Giustizia e Liberta" organiseerde
ook van Frankrijk en Zwitserland uit clan
destiene vluchten boven Milaan en Rome
waarbij vlugschriften werden uitgestrooid
Dit dwong de lascistische regering in 1928
tot 1940 iedere nacht met sterke zoeklich
ten de lucht boven Rome af te zoeken naar
„vijandelijke vliegers"
„Maar", zo zeg ik tegen minister La
Malfa, „u bent toch later in Milaan gaan
wonen". „Zeker", zegt hij, „in 1934. Tij
dens de oorlog was ik onder de oprichters
van de Actiepartij, onder andere met Fer-
ruccio Parri (Parri is de grote man van de
Italiaanse verzetsbeweging, hij was eerste
minister in 1945 en zou in 1955 president
der republiek zijn geworden, indien hij niet
geweigerd had). U weet, dat de Actie
partij zich in 1946 splitste en ik voelde
mij toen het dichtst bij de Republikeinen
staan".
Minister Ugo La Malfa
is een dwaasheid en een enorme verspil
ling van talent, dat alleen rijkeluiszoon
tjes, al zijn ze oliedom, middelbaar en ho
ger onderwijs kunnen genieten. Alle onder
wijs moet gratis zijn en niet papa's geldzak
maar het verstand van de zoon moet de
doorslag geven. De tijd van de „regenten"
en van een uit de welgestelden voortko
mende leidende klasse is voorbij. Wanneer
de zoon van de schillenboer een groot kern
geleerde kan worden, en zich allerminst
schaamt voor een paar broers, die metse
laar of schoenmaker zijn, omdat hun ta
lenten in die richting lagen, dan hebben
we al een beetje betere wereld".
„En natuurlijk bestrijden we de mono
polies. Het particulier initiatief heeft alle
recht van bestaan, is nodig. Maar in onze
tijd en dat wordt met het jaar dringen
der, moet de staat regelend optreden om
te beletten, dat particulier initiatief ont
aardt in uitbuiting der zwakkeren. Wij zijn
het tot op grote hoogte met de socialisten
eens dat de krachtbronnen, kolenmijnen
elektrische centrales enzovoort in handen
van de staat dienen te -zijn. Zij, vormen
een der grondslagen van de hele economie
en moeten niet afhankelijk zijn van parti
culieren. In Italië zijn telefoon, waterlei
ding en allerlei andere openbare diensten
nog in handen van particulieren. Geleide
lijk moet daarin verandering komen."
„Verder hebben die „programma's" of
plannen, die mijn ministerie gaat maken
ook betrekking op de handel met het bui
BRUSSEL Nadat vorige week de Brus
selse opticien Jean Thiriart werd gearres
teerd als verdacht van hulp aan de O.A.S.
zijn nog vijf andere figuren gedurende het
weekeinde aangehouden. Een van hen is
een Franse officier, die zich enige maanden
geleden te Brussel had gevestigd, een an
der een chauffeur van het ministerie van
buitenlandse zaken. Deze laatste heeft 250
blanco paspoorten gestolen in een der bu
reaus van het ministerie en een deel daar
van heeft hij verkocht aan de Franse of
ficier.
Ook bij Thiriart, die één van de voor
aanstaande figuren is van de M.A.C. (Mou
vement d'Action Civique), werden van de
ze blanco paspoorten gevonden. Aan de
Frans-Belgische grens bij Quievrain heeft
de Belgische grenspolitie twee Fransen ge
arresteerd, die in het bezit bleken van
overigens verouderde Belgische iden
titeitsbewijzen.
Zij hadden er ieder één op zak en in
het portier van een auto waren er nog
50 verborgen. Deze bewijzen van een mo
del, dat niet meer geldig is, waren in ja
nuari gestolen in het raadhuis van Asse,
een plaatsje ten noordwesten van Brussel.
Thiriart heeft aangekondigd in honger
staking te zullen gaan, indien hij niet „de
status van politieke gevangene" krijgt. De
Belgische justitie zet het onderzoek, waar
over geen officiële mededelingen worden
verstrekt, voort.
SALISBURY (Reuter) De aangekon
digde verkiezingen in de Rhodesische fe
deratie zullen op 27 april worden gehou
den, aldus is in Salisbury meegedeeld. Er
zullen 44 afgevaardigden voor het parle
ment worden gekozen onder wie acht Afri
kanen en één Europeaan, die de Afrikaan
se belangen in Zuid-Rhodesië moet behar
tigen. De gouverneurs van Noord-Rhodesië
en Nyassaland zullen ieder een Europeaan
en twee Afrikanen benoemen voor het
behartigen van Afrikaanse belangen.
Het Afrikaans Nationale Congres heeft
bevestigd, dat zij niet zal meedoen aan
de Rhodesische federale verkiezingen.
tenland. U weet hoezeer wij Republikeinen
ons burgers van Europa voelen. De Euro
pese markt en alles wat daarmee samen
hangt is voor onze partij een stap in de
goede richting. Hoe meer barrières er val
len, hoe meer grenzen er worden geopend
en hoe dichter wij komen bij de verwezen
lijking der idealen van Mazzini. Maar dat
gaat vrij langzaam, omdat er zo grote ver
schillen bestaan tussen de verschillende
landen en er zoveel gevestigde belangen
moeten worden ontzien. Datzelfde geldt
natuurlijk ook wel voor onze binnenlandse
Italiaanse problemen. Ons noorden staat
op één lijn met Zwitserland en het zuiden
is in sommige opzichten ten achter niet al
leen bij Portugal en Turkije, maar ook bij
Noord-Af rika".
Wij hebben al heel veel van de kostbare
tijd van de „jonge" minister en hoofdre
dacteur in beslag genomen. Bij het af
scheid heeft hij vriendelijke woorden als
steeds vöor ons land („maar 0p sociaal
.gebied is daar ook nog wel wat te verbe
teren") en zegt hij: „Wilt u via de krant
de doktoren en het verder personeel van
het oogheelkundig instituut in Utrecht
groeten? Misschien is daar nog wel
iemand, die zich mijn naam herinnert".
We hebben zo de indruk, dat La Malfa
de juiste man op de juiste plaats zal bij
ken. Enop een heel belangrijke
plaats, de spil van het nieuwe ministerie
MESSINA (AP) Op Sicilië is een pro
ces begonnen tegen acht leden van een
bende, die de bevolking in en om Mazzari-
no bij Carla Nisetta drie jaar lang heeft
geterroriseerd. Onder de verdachten, die
worden beschuldigd van moord met voor
bedachte rade bevinden zich vier monni
ken van een Capucijner klooster.
De politie heeft jarenlang tevergeefs ge
zocht naar de terroristen die van 1956 tot
1959 de bevolking van Mazzarino het leven
zuur maakten. Boeren en winkeliers ont
vingen brieven, waarin zij werden geprest
belasting" te betalen. Afgelegen hoeves
kregen nachtelijke bezoeken van gemas
kerde afpersers. Daar één der monniken
zelf bij een nachtelijke overval op het
klooster door de bandieten bedreigd was,
duurde het lang eer men verdenking tegen
de monniken ging koesteren. De broeders
werden ten slotte gearresteerd nadat de
schrijfmachine waarmee de dreigbrieven
geschreven waren in een kloostercel gevon
den werd.
(Reuter-AFP) De monniken hebben
gezegd onder dwang gestaan te hebben
van de tuinman van het klooster die de
leider was van een bende welke hen met
de dood bedreigde als zij niet meededen.
De tuinman is gearresteerd en heeft in
de gevangenis zelfmoord gepleegd. Gezegd
wordt dat achter dit alles de plaatselijke
Maffia heeft gestaan.
De monniken, tegen wie van kerkelijke
zijde nog geen maatregelen zijn genomen
dragen nog hun kloosterpij en hebben tot
nog toe elke dag in hun arrestantencel de
mis opgedragen.
De geschiedenis zou een aanvang hebben
genomen in 1956 toen met een jachtgeweer
twee schoten werden afgevuurd door het
raam van de kloostercel waar pater Agrip
pino aan het bidden was. De tuinman bleek
hiervan meer af te weten. Hij verklaarde
ronduit dat vrienden van hem geld nodig
hadden. De monniken zouden toen een paar
honderd gulden betaald hebben. Daarna
was een regen van dreigbrieven neerge
daald over de notabelen van het twintig
duizend inwoners tellende Mazzarino. De
brieven waren beleefd en bloemrijk gesteld
en men twijfelde er niet aan dat zij van
de Maffia afkomstig waren.
Een zekere pater Constantijn, die op
doorreis in het klooster vertoefde, was het
eerste slachtoffer. Pater Agrippino zou hem
onder bedreiging met de dood er toe ge
bracht hebben een paar duizend gulden te
betalen. Een half jaar later was pater
Agrippino naar Syracuse gegaan en zou
daar van de provinciale overste van de
orde ook onder bedreigingen een som gelds
hebben losgekregen.
De justitie begon zich met de geschie
denis te bemoeien nadat de grondbezitter
Angelo Cannada, die weigerachtig was ge
bleven om op herhaalde dreigbrieven,
waarin tien miljoen lire (zestigduizend gul
den) van hem werden verlangd, in te gaan,
in 1958 „bij wijze van waarschuwing" een
schot hagel in het lichaam had gekregen,
aan de gevolgen waarvan hij echter in het
ziekenhuis overleed.
Advertentie
RUYS
NEW YORK ..Amerikaanse en Russi
sche deskundigen zijn maandag in Genève
besprekingen begonnen over het gebruik
van satellieten voor weerkundige onderzoe
kingen. De beide deskundigen, de Russi
sche professor Boegaev en dr. Alaka van
de Verenigde Staten, treden op als advi
seurs van de internationale weerkundige
organisatie onder auspiciën van het bu
reau voor ruimte-onderzoek van de UNO
De zogenaamde ambassa
deursconferentie van Neder
landse hoge vertegenwoordi
gers in het Verre Oosten, wel
ke minister Luns zo juist in
Tokio heeft geleid, vestigt de
aandacht op de betrekkingen
tussen ons land en dat bij uit
stek interessante gedeelte van
de wereld. Wie vroeger beoos
ten Suez kwam, ervoer het
onmiddellijk: van Colombo tot
Tokio was Nederland een dui
delijk begrip, een land waar
aan men herinneringen had
vaak oude herinnerirfgen en
gewoonlijk van de beste soort
en een land waarmee men
ook in het heden goede betrek
kingen onderhield. Wij denken
nu niet aan het toenmalige
Nederlands-Indië. omdat de
relaties met dat land met geen
mogelijkheid tot de buiten
landse betrekkingen konden
worden gerekend; wij denken
echter wel aan de beide grote
mogendheden van het Verre
Oosten, aan China en Japan,
en verder aan de vele kleinere
die toen, vóór de tweede we
reldoorlog, meestal nog afhan-
klijk waren van een Europese
mogendheid. En wat voor het
Verre Oosten gold, was in ze
kere zin ook waar voor de lan
den van het Midden Oosten.
Thans willen wij ons echter
bepalen tot de eerste, omdat
die op zichzelf al zeer interes
sant voor ons zijn.
Vroeger golden wijzelf in
tiet Verre Oosten als een gro
te mogendheid een positie
welke wij in Europa nimmer
hebben kunnen verwerven. Dit
was natuurlijk dankzij onze
toenmalige positie in Indone
sië. Die tijd is voorbij en hij
keert nooit weerom. Verreweg
de meeste Nederlanders zijn
ook veel te nuchter om die
verandering te betreuren en
zij hebben gelijk. Want poli
tiek en militair gesproken
z ij n wij steeds een kleine, of
ten hoogste een middelgrote
mogendheid geweest, ook in
het Verre Oosten. Het wekte
de verbazing op van iedere
vreemde bezoeker, hoe wij
met een handjevol K.N.I.L.-
mensen en enkele schaarse
marine-eenheden waaraan een
zuinige regering en een zuinig
parlement alsmaar schenen te
knabbelen, zowel de inwendige
als de uitwendige vrede in de
wereld van Indonesië wisten
te handhaven tot in 1942
de Japarrée aanval kwam. Men
kan eruit afleiden dat ons be
stuur daar de bevolking zo
kwaad nog niet voorkwam (en
ook die conclusie houden wij
voor volkomen juist). Maar
men kan er natuurlijk onmo
gelijk uit afleiden dat wij in
derdaad de grote mogendheid
waren waarvoor men ons toen
in het Verre Oosten aanzag.
Thans gaat het erom, een
nieuw evenwicht te vinden in
onze betrekkingen met de lan
den van het Verre Oosten.
Juist nu Indonesië niet alleen
in politiek, maar ook in eco
nomisch opzicht vrijwel geheel
voor ons is verloren gegaan,
is voor Nederland het belang
van goede relaties met de ove
rige landen van het Verre Oos
ten nog groter geworden dan
het vroeger al was.
China zowel als Japan nemen
in de wereldpolitiek ook
een zo gewichtige plaats in dat
mede daarom de betrekkingen
met die staten ons verre van
onverschillig kunnen zijn. Ne
derland is er destijds nogal
vroeg bij geweest om het com
munistische regime in Peking
te erkennen een beslissing
die ons, ook achteraf bezien,
wel uist lijkt, aangezien een
andere politiek ons steeds ver
der van de werkelijkheid zou
hebben verwijderd. Maar aan
de andere kant behoeven wij
ons, in de betrekkingen met
welk communistisch land dan-
ook, nimmer de illusie te ma
ken dat er enigerlei basis voor
een politieke samenwerking
zou bestaan. Niettegenstaande
het misschien ook' wel over
dreven conflict tussen Pe
king en Moskou is China zon
der twijfel een evenzeer com
munistisch georiënteerd land
als de U.S.S.R. Ja, het is waar
schijnlijk in dit opzicht nog or
thodoxer, nog zuiverder op de
graat. En het zal ons dus
steeds als een potentiële vijand
zien omdat wij een „kapitalis
tisch" land zijn in China's
ogen. Maar dit behoeft aan de
goederenruil, althans die in
niet-strategische goederen,
geen afbreuk te doen en de bij
zonder opmerkelijke ontwikke
ling van China geeft ons land
potentieel wel goede kansen
voor leveringen.
Die kansen kunnen echter
ook gemakkelijk bedorven
worden, en wel bij een verdere
toespitsing van het conflict dat
wij met Indonesië hebben over
Nieuw-Guinea. Zijn de inlich-
tingen waarover het Tweede-
Kamerlid de heer F. Goedhart
beschikt juist (en zij maken
een geloofwaardige indruk)
dan wordt vanuit China een
invasie op Nieuw-Guinea, ter
ondersteuning van Indonesië,
voorbereid.
Wat onze betrekkingen met
Japan betreft, deze zijn sedert
de tweede wereldoorlog nogal
delicaat van aard omdat wij in
die oorlog tegenstanders wa
ren Er zijn toen aan weers
zijden, maar vooral toch aan
onze kant, heel veel slachtof
fers gevallen veel meer dan
gewoonlijk in Nederland wordt
gedacht. Ook slachtoffers die
er niet hadden behoeven te
zijn: de internering van bijna
alle Nederlanders, met inbe
grip van vrouwen en kinderen,
berustte op geen enkele mili
taire noodzaak. Het is evenmin
nodig dit nu te vergeten als
het nodig is om te vergeten
wat Duitsland in die jaren
onze Joodse landgenoten heeft
aangedaan. Toegegeven zij al
leen dat de Japanners zich in
vergelijking met hun toen
malige bondgenoten nog be
trekkelijk humaan hebben ge
dragen.
Maar hoe dan ook, de strijd
bijl is nu alweer lang begraven
en de betrekkingen tussen
Nederland, juist Nederland en
Japan gaan meer dan drie
eeuwen terug en verdienen in
ere gehouden te worden. Japan
heeft tegenover Nederland en
de andere landen van de Euro-
markt verlangens die op den
duur zeker moeten worden in
gewilligd: het vraagt toegang
voor zijn industrieprodukten,
op voet van gelijkheid met an
dere industrielanden. De boze
herinneringen aan de Japanse
spotgoedkope artikelen die in
de jaren van de grote depressie
onze markt en onze eigen in
dustrie bedreigden, schijnen de
West-Europeanen nog steeds
parten te spelen, maar de om
standigheden zijn thans zo ra
dicaal anders dat een beetje
Japanse concurrentie althans
de consumenten zeker niet on
welkom kan zijn en de eigen
industrie waarschijnlijk nau
welijks zal deren. Ook schijnen
de produktiekosten in Japan
sterk te zijn gestegen.
Omgekeerd kan ook Japan
voor Nederland een zekere be
tekenis hebben als markt en
de bereidwilligheid van dat
land om onze waren te kopen
is vermoedelijk recht even
redig aan de onze om de spe
ciale handelsbelemmeringen
uit de weg te ruimen.
Ook hier ontbreekt het dus
niet aan mogelijkheden. Het
is daarom weer zeer te betreu
ren dat het conflict over
Nieuw-Guinea nu al bij her
haling ook heeft geleid tot een
conflicts-atmosfeer in onze
verhouding tot Japan. Men
herinnert zich de pijnlijke wei
gering om de Karei Doorman
daar te ontvangen en nog ver
ser in het geheugen liggen de
moeilijkheden bij het vervoer
in transito, door de lucht via.
Tokio, van Nederlandse mili
tairen naar Nieuw-Guinea.
Het is zo spijtig wanneer de
goodwill waarover wij in een
land als Japan toch nog altijd
beschikken, moet worden ver
bruikt door minister Luns om
te trachten daar gedaan te
krijgen dat men voortaan wél
Nederlandse militairen in
burger, en met een onjuiste
beroepsaanduiding in de pas
poorten! in Tokio doorlaat.
Ook daarom zo spijtig omdat
dit alles toch niet zal helpen
zodra de poppen echt aan het
dansen gaan dan wint het
nabije en steeds aanwezige In
donesië het pleit van het verre
Nederland dat straks immers
tóch uit Nieuw-Guinea ver
dwenen zal zijn.
Van de vele kleinere landen
willen wij in het bijzonder
Vietnam en Laos noemen, om
dat daar Nederland heel an
dere verwikkelingen bedrei
gen wanneer het zich al
thans op sleeptouw laat nemen
door Amerika, dat de verant
woordelijkheden die vroeger
Frankrijk in die landen had,
min of meer schijnt te hebben
de consumenten zeker niet on-
z e zaak is het bepaald niet.
Wij hebben in het Verre Oos
ten genoeg, veel meer dan ge
noeg, aan de kwestie Nieuw-
Guinea en hoe eerder die uit
de weg is geruimd, hoe minder
schade wij er in het Verre
Oosten van zullen ondervin
den. Dit geldt zeker ook voor
onze verhouding tot alle buur
landen van Indonesië, tot de
Maleise Federatie, Singapore,
de Philippijnen, ja, uiteindelijk
ook Australië.
Het zal een ieder duidelijk
zijn dat, dit zo zijnde, geen
Nederlands regeringsbesluit
ongelukkiger gevolgen voor
onze verhoudingen in het Ver
re Oosten zou kunnen hebben
dan dat van het zenden van
wezenlijke versterkingen naar
Nieuw-Guinea.
WASHINGTON (AFP) De Amerikaan
se minister van landsverdediging, Robert
McNamara, heeft in een televisiegesprek
met de republikeinse senator Kenneth Kea
ting verklaard, dat „redelijkerwijs niet
kan worden aangenomen, dat het thans
mogelijk is een waterdichte verdediging
tegen aanvallen door vijandelijke raketten
op te bouwen".
De minister zei ook dat nu nog niet kon
worden uitgemaakt of de Verenigde Sta
ten voor hun verdediging voldoende had
den aan hun raketten op hun eigen ge
bied.
McNamara verzekerde voorts, dat het
hem „noch noodzakelijk en noch wense
lijk' 'voorkwam de vervaardiging van de
sneller dan het geluid vliegende bommen
werper van het type B-70 te versnellen.
Hij achtte het echter in de huidige si
tuatie niet verantwoord het programma
voor ontwikkeling van de bommenwerper
van dit type, dat een investering van tien
miljard dollar vergt, in zijn geheel in uit
voering te nemen.
McNamara zei verder dat het hem thans
niet mogelijk was te zeggen wanneer de
Verenigde Staten over een doelmatige an
ti-raket zouden beschikken. Hij kon slechts
zeggen dat het de Verenigde Staten thans
ongeacht het geld, dat zij hiervoor zou
den uittrekken, nog niet mogelijk is een
volkomen waterdichte verdediging tegen
aanvallen door vijandelijke raketten op
te bouwen.
TEL AVIV (Reuter, AP) Dr. Robert
Servatius, verdediger van Adolf Eich-
mann, is uit Keulen in Jeruzalem aangeko
men ter voorbereiding van de behandeling
van het beroepschrift op 22 maart. De Bfe-
handeling zal, naar verwacht, een week
duren. Een maand later zal het hof uit
spraak doen.
Ingeval het Israëlische hooggerechtshof
afwijzend beschikt op het beroep van
Eichmann, zal dr. Servatius gratie voor zijn
cliënt vragen bij president Ben Zwi. Hoe
wel de meeste Israëliërs voorstander zijn
van een terechtstelling van Eichmann,
hebben de tegenstanders van de doodstraf
de laatste tijd hun actie uitgebreid. De
wijsgeer Martin Buber heeft onlangs in een
gesprek premier Ben Góerion ervan trach
ten te overtuigen, dat een eventueel dood
vonnis niet ten uitvoer mag worden ge
legd. De eerste-minister zou zich echter
niet hebben laten overreden.
Dr. Servatius deelde mee dat een van
Eichmanns broers wellicht ook een bezoek
aan de Ramleh-gevangenis nabij Tel Aviv
zal brengen. De minister van Justitie dr.
Joseph heeft het Israëlische parlement
meegedeeld dat de regering niet van plan
is de proceskosten te financieren door de
publikatie van Eichmanns memoires. Dr.
Joseph zei voorts dat dr. Servatius heeft
gevraagd of hij het manuscript mocht
meenemen om het te doen uitgeven.
De gevangenisautoriteiten hebben de be
voegdheid alle brieven, manuscripten of
aantekeningen, welke een gevangene voor
of na zijn schuldigverklaring heeft ge
schreven, in beslag te nemen.
NEW DELHI (AP) De Indische mi
nister van defensie Krisjna Menon heeft
gedreigd met militaire maatregelen tegen
Pakistan en China, welke landen, volgens
India, delen van Indisch gebied bezet
houden.
„Indien ons geduld ten onrechte wordt
uitgelegd als beduchtheid en onze zelfbe
heersing als onderdanigheid, dan zal dit
land vandaag, morgen, of overmorgen
als één man opstaan om de soeverei
niteit te heroveren over de gebieden, die
op het ogenblik door buitenlandse mogend
heden bezet worden, zo zei Menon.
India beschuldigt als bekend Pakistan
een deel van Kasjmir ten onrechte bezet
te houden. China wordt beschuldigd 35.000
km2 grensgebied van India bezet te hou
den. Menon herinnerde zijn gehoor verder
aan het succesvolle optreden tegen Goa.
LONDEN In Engeland wordt op het
ogenblik met een nieuw, zeer krachtig ra
dar-systeem geëxperimenteerd, dat de ba
sis zal moeten vormen voor afweergeschut
tegen atoomprojectielen. De grootste en
sterkste radarzender wordt thans door
het marconilaboratorium in Essex ge
bouwd. Deze radar-installatie zal enige
malen sterker zijn dan het nieuwe, groten
deels door de Verenigde Staten gefinan
cierde, radarwaarschuwingsbaken van Fy-
lingdales in Yorkshire, dat vier minuten
voor een aanval alarm maakt.
De allernieuwste radar zou in staat zijn
een scherm van atoom-projectielen op af
standen van vijf tot zeshonderd kilometer
te ontdekken, zodat deze door defensieve
projectielen zouden kunnen worden ver
nietigd.