Minister Ugo kracht achter La Malfa is stuwende kabinet-Fanfani nieuw Als in het aan hem ligt zal er Italië veel veranderen Monniken het slachtoffer van de Siciliaanse Maffia NEDERLAND EN HET VERRE OOSTEN Blanco paspoorten aan OAS verkocht Verkiezingen in Rhodesische Federatie op 27 april „Waterdichte verdediging tegen raketten niet mogelijk" Amerikanen en Russen spreken over het weer DOOR DR. R. VAN EGMOND Eichmanns verdediger in Jeruzalem aangekomen Menon waarschuwt Pakistan en China Nieuw radarsysteem voor Britse defensie Anti-fascist Republikein kantoormachines WOENSDAG 14 MAART 1962 11 Anti-Marx Vier kloosterlingen medeplichtig aan afpersing McNamara voor T.V. (Van onze correspondent) ROME. Natuurlijk is de voornaamste figuur in een regeringsploeg altijd de eerste minister. Italië vormt geen uitzondering en Amintore Fanfani zal in de nieuwe regering, zogoed als in de voorafgaande het geval was, de leiding geven. Dat is hem heus wel toevertrouwd. Niet alleen is Fanfani een man, die zijn gezag weet te doen gelden, maar hij is ook een man, die allerminst alleen maar politicus is. Weinig landen kunnen bogen op een eerste minister, die tevens een zo vooraanstaande figuur is in het culturele leven. Fanfani is hoogleraar in de geschiedenis der economie (van 1932 tot 1938 aan de rooms-katholieke universiteit van Milaan, dan tot 1943 in Venetië, tot hij uitweek naar Zwitser land, en tegenwoordig in Rome). Minister of niet, vrijwel ieder jaar verschijnt van zijn hand één of andere grondige studie, nu eens over „Mercantilisme en vrije handel", dan weer over de koopmansstand in de veertiende eeuw of (en dat boek verscheen pas enkele weken geleden) over het economisch leven bij de oude Grieken. Wie in deze dingen belang stelt, zal met vrucht zijn meesterwerk lezen „Rooms-katholicisme en protestantisme bij de historische vorming van het kapitalisme", een boek dat onder andere in het Engels werd vertaald. Zeer welbespraakt, niet bang voor een compromis wanneer geen andere oplossing mogelijk lijkt, is de voortvarende Fanfani een man over wie wij in de eerst komende jaren nog het nodige zullen horen. En toch is er in het nieuwe kabinet één figuur, die zo niet meer, dan toch zeker evenveel invloed gaat uitoefenen. Dat is de republikein Ugo la Malfa. Het is vreemd, dat wij pratend of schrijvend over La Malfa misschien omdat wij al zoveel ja ren het voorrecht hebben hem van nabij te kennen, altijd geneigd zijn te zeggen „de jonge La Malfa". En toch is hij niet zo piepjong meer. Vijf jaar ouder zelfs dan Fanfanimaar La Malfa is iemand die de kunst verstaat altijd een jeugdige indruk te maken. We zijn hem voor onze lezers eens gaan opzoeken, nadat bekend was geworden welke plaats hij in het nieuwe kabinet- Fanfani gaat bekleden. Hij ontvangt ons in een sobere kamer, waar hij als hoofd redacteur van de „Voce Republicana", het officiële orgaan van zijn partij, soms nog laat in de nacht te vinden is, na een he le dag werk op zijn ministerie. Het fijn- besneden gezicht, de stralende ogen ach ter de bril met een bijzonder zwaar mon tuur, het verzorgde, nog bijna ongerept zwarte, haar en vooral zijn vlugge, steeds op een doel gerichte, bewegingen, geven ons als steeds de indruk, dat we een nog echt jonge man voor ons hebben. Na hem te hebben gelukgewenst met de overwinning van „centrum-links", voor een heel groot deel zijn overwinning (hij loochent het onmiddellijk: zonder Saragat en Fanfani en Moro waren we er nooit ge komen) komt de vraag op de man af: „Ditmaal kom ik niet voor een gezellig praatje. Het wordt een vraaggesprek en de eerste vraag is: hou oud bent u eigen lijk?" De minister blijkt te zijn geboren in Palermo op 16 mei 1903. Deze man met zijn Noordeuropees uiterlijk, is dus een Si- ciliaan en al ziet hij er uit, of hij binnen kort veertig zal worden, hij is bijna zestig jaar oud. En mijn tweede vraag: „Hoe bent u eigenlijk politicus geworden?". „U mag gerust zeggen, dat ik daar het fascisme dankbaar voor moet zijn, of als u dat juis ter lijkt, dat het fascisme daar'schuld aan heeft. Mijn ouders droomden voor mij een toekomst in de diplomatieke dienst en mijn opleiding is die geweest van een con- sulair-diplomatiek ambtenaar. In die tijd was Italië een fatsoenlijk land, dat men met eer in het buitenland kon vertegen woordigen. Maar toen mijn studies vol tooid waren, stonden de zaken er anders voor. Mussolini was aan het bewind geko men en de soort diplomatie, die in die ja ren werd gevoerd lag mij niet. Ik had on der andere staathuishoudkunde gestudeerd en werd directeur van het bureau ,markt- studie" Van een groot bankbedrijf. Op de vraag of er samenhang is tussen de portefeuille die hij thans heeft en zijn vroegere functie van minister voor de Buitenlandse Handel, antwoordt La Malfa: „Het is natuurlijk een goede school ge weest. Maar dit is omvangrijker". Het gaat toch voornamelijk om inkomsten en uitgaven van de staat, tenminste dat doet de naam „ministerie van het budget" mij vermoeden". „Neen, is het antwoord, con trole op het staatsbudget heeft er ook wel mee te maken, maar de naam van het ministerie is gewijzigd. Het heet nu „bud get en programmatie". We gaan dus, en dat is nieuw in de Italiaanse geschiedenis, werken aan, en later werken met, econo mische plannen. Die naamsverandering is iets waar ik persoonlijk op aangedrongen heb. Wie dat wil kan er een breuk met de oude liberale staat in zien. De Republikeinen zijn een partij met ge heel eigen opvattingen. Wij zijn geen libe ralen, maar evenmin, bijna zou ik zeggen nog veel minder, zijn wij socialisten. Maz- zini bestreed Marx juist om zijn theorie inzake de klassenstrijd. Mazzini is in het buitenland, behalve misschien in Enge land, veel te weinig bekend en toch is hij de belangrijkste figuur van de vorige eeuw in Italië. Wij zijn dus .tegen de klassen strijd, die door liberalen, en marxisten wordt gevoed en door die laatsten als on vermijdelijk beschouwd. Maar wij voelen ook niet voor een partij, die het bestaan van de klassen negeert of door een soort paternalisme tracht te sussen, zoals de hristendemocraten. Ook voor Mazzini zijn alle mensen gelijk en hebben zij dezelfde rechten. Wij willen dus de tegenstellingen uitwis sen, doen vervagen. Dat kan door aan alle jonge mensen gelijke kansen te geven. Het Ik was bevriend met Silvio Trentin en samen begonnen we kort "oor de moorcj op Matteotti (1924) een anti-fascistische beweging in studentenkringen. In 1924 kwam ik naar Rome als student en werd daar al gauw intiem met Giovanni Amen- dola (een letterkundige en wijsgeer, van 1918 tot 1922 minister van Financiën, in 1926 door terroristen van een fascistische knokploeg doodgeslagen). In 1926 promo veerde ik en spoedig begon toen het werk in de bank. Daarnaast bleef ik deelnemen aan de strijd tegen het fascisme in de groep van het tijdschrift „Pietre" (We nen). Ik werd al gauw gearresteerd, maar ook weer vrijgelaten en toen volgde de op richting van de groep „Giustizia e Liberta (recht en vrijheid). En daar weet u zelf ook wel iets van", eindigt hij met een schalkse glimlach. Voor onze lezers is die lange strijd van de Italiaanse anti-fascisten onbekend ter rein. Het zij voldoende te herinneren aan de gebroeders Rosselli, de leiders van „Giustizia en Liberta". De oudste werd in 1926 naar het eiland Lipari verbannen en later van dit eiland (het Italiaanse Cayen ne) door zijn vrienden bevrijd, zodat hij naar Parijs kon uitwijken. In juni 1937 werden de beide broeders in Frankrijk door fascistische sluipmoordenaars neerge stoken. „Giustizia e Liberta" organiseerde ook van Frankrijk en Zwitserland uit clan destiene vluchten boven Milaan en Rome waarbij vlugschriften werden uitgestrooid Dit dwong de lascistische regering in 1928 tot 1940 iedere nacht met sterke zoeklich ten de lucht boven Rome af te zoeken naar „vijandelijke vliegers" „Maar", zo zeg ik tegen minister La Malfa, „u bent toch later in Milaan gaan wonen". „Zeker", zegt hij, „in 1934. Tij dens de oorlog was ik onder de oprichters van de Actiepartij, onder andere met Fer- ruccio Parri (Parri is de grote man van de Italiaanse verzetsbeweging, hij was eerste minister in 1945 en zou in 1955 president der republiek zijn geworden, indien hij niet geweigerd had). U weet, dat de Actie partij zich in 1946 splitste en ik voelde mij toen het dichtst bij de Republikeinen staan". Minister Ugo La Malfa is een dwaasheid en een enorme verspil ling van talent, dat alleen rijkeluiszoon tjes, al zijn ze oliedom, middelbaar en ho ger onderwijs kunnen genieten. Alle onder wijs moet gratis zijn en niet papa's geldzak maar het verstand van de zoon moet de doorslag geven. De tijd van de „regenten" en van een uit de welgestelden voortko mende leidende klasse is voorbij. Wanneer de zoon van de schillenboer een groot kern geleerde kan worden, en zich allerminst schaamt voor een paar broers, die metse laar of schoenmaker zijn, omdat hun ta lenten in die richting lagen, dan hebben we al een beetje betere wereld". „En natuurlijk bestrijden we de mono polies. Het particulier initiatief heeft alle recht van bestaan, is nodig. Maar in onze tijd en dat wordt met het jaar dringen der, moet de staat regelend optreden om te beletten, dat particulier initiatief ont aardt in uitbuiting der zwakkeren. Wij zijn het tot op grote hoogte met de socialisten eens dat de krachtbronnen, kolenmijnen elektrische centrales enzovoort in handen van de staat dienen te -zijn. Zij, vormen een der grondslagen van de hele economie en moeten niet afhankelijk zijn van parti culieren. In Italië zijn telefoon, waterlei ding en allerlei andere openbare diensten nog in handen van particulieren. Geleide lijk moet daarin verandering komen." „Verder hebben die „programma's" of plannen, die mijn ministerie gaat maken ook betrekking op de handel met het bui BRUSSEL Nadat vorige week de Brus selse opticien Jean Thiriart werd gearres teerd als verdacht van hulp aan de O.A.S. zijn nog vijf andere figuren gedurende het weekeinde aangehouden. Een van hen is een Franse officier, die zich enige maanden geleden te Brussel had gevestigd, een an der een chauffeur van het ministerie van buitenlandse zaken. Deze laatste heeft 250 blanco paspoorten gestolen in een der bu reaus van het ministerie en een deel daar van heeft hij verkocht aan de Franse of ficier. Ook bij Thiriart, die één van de voor aanstaande figuren is van de M.A.C. (Mou vement d'Action Civique), werden van de ze blanco paspoorten gevonden. Aan de Frans-Belgische grens bij Quievrain heeft de Belgische grenspolitie twee Fransen ge arresteerd, die in het bezit bleken van overigens verouderde Belgische iden titeitsbewijzen. Zij hadden er ieder één op zak en in het portier van een auto waren er nog 50 verborgen. Deze bewijzen van een mo del, dat niet meer geldig is, waren in ja nuari gestolen in het raadhuis van Asse, een plaatsje ten noordwesten van Brussel. Thiriart heeft aangekondigd in honger staking te zullen gaan, indien hij niet „de status van politieke gevangene" krijgt. De Belgische justitie zet het onderzoek, waar over geen officiële mededelingen worden verstrekt, voort. SALISBURY (Reuter) De aangekon digde verkiezingen in de Rhodesische fe deratie zullen op 27 april worden gehou den, aldus is in Salisbury meegedeeld. Er zullen 44 afgevaardigden voor het parle ment worden gekozen onder wie acht Afri kanen en één Europeaan, die de Afrikaan se belangen in Zuid-Rhodesië moet behar tigen. De gouverneurs van Noord-Rhodesië en Nyassaland zullen ieder een Europeaan en twee Afrikanen benoemen voor het behartigen van Afrikaanse belangen. Het Afrikaans Nationale Congres heeft bevestigd, dat zij niet zal meedoen aan de Rhodesische federale verkiezingen. tenland. U weet hoezeer wij Republikeinen ons burgers van Europa voelen. De Euro pese markt en alles wat daarmee samen hangt is voor onze partij een stap in de goede richting. Hoe meer barrières er val len, hoe meer grenzen er worden geopend en hoe dichter wij komen bij de verwezen lijking der idealen van Mazzini. Maar dat gaat vrij langzaam, omdat er zo grote ver schillen bestaan tussen de verschillende landen en er zoveel gevestigde belangen moeten worden ontzien. Datzelfde geldt natuurlijk ook wel voor onze binnenlandse Italiaanse problemen. Ons noorden staat op één lijn met Zwitserland en het zuiden is in sommige opzichten ten achter niet al leen bij Portugal en Turkije, maar ook bij Noord-Af rika". Wij hebben al heel veel van de kostbare tijd van de „jonge" minister en hoofdre dacteur in beslag genomen. Bij het af scheid heeft hij vriendelijke woorden als steeds vöor ons land („maar 0p sociaal .gebied is daar ook nog wel wat te verbe teren") en zegt hij: „Wilt u via de krant de doktoren en het verder personeel van het oogheelkundig instituut in Utrecht groeten? Misschien is daar nog wel iemand, die zich mijn naam herinnert". We hebben zo de indruk, dat La Malfa de juiste man op de juiste plaats zal bij ken. Enop een heel belangrijke plaats, de spil van het nieuwe ministerie MESSINA (AP) Op Sicilië is een pro ces begonnen tegen acht leden van een bende, die de bevolking in en om Mazzari- no bij Carla Nisetta drie jaar lang heeft geterroriseerd. Onder de verdachten, die worden beschuldigd van moord met voor bedachte rade bevinden zich vier monni ken van een Capucijner klooster. De politie heeft jarenlang tevergeefs ge zocht naar de terroristen die van 1956 tot 1959 de bevolking van Mazzarino het leven zuur maakten. Boeren en winkeliers ont vingen brieven, waarin zij werden geprest belasting" te betalen. Afgelegen hoeves kregen nachtelijke bezoeken van gemas kerde afpersers. Daar één der monniken zelf bij een nachtelijke overval op het klooster door de bandieten bedreigd was, duurde het lang eer men verdenking tegen de monniken ging koesteren. De broeders werden ten slotte gearresteerd nadat de schrijfmachine waarmee de dreigbrieven geschreven waren in een kloostercel gevon den werd. (Reuter-AFP) De monniken hebben gezegd onder dwang gestaan te hebben van de tuinman van het klooster die de leider was van een bende welke hen met de dood bedreigde als zij niet meededen. De tuinman is gearresteerd en heeft in de gevangenis zelfmoord gepleegd. Gezegd wordt dat achter dit alles de plaatselijke Maffia heeft gestaan. De monniken, tegen wie van kerkelijke zijde nog geen maatregelen zijn genomen dragen nog hun kloosterpij en hebben tot nog toe elke dag in hun arrestantencel de mis opgedragen. De geschiedenis zou een aanvang hebben genomen in 1956 toen met een jachtgeweer twee schoten werden afgevuurd door het raam van de kloostercel waar pater Agrip pino aan het bidden was. De tuinman bleek hiervan meer af te weten. Hij verklaarde ronduit dat vrienden van hem geld nodig hadden. De monniken zouden toen een paar honderd gulden betaald hebben. Daarna was een regen van dreigbrieven neerge daald over de notabelen van het twintig duizend inwoners tellende Mazzarino. De brieven waren beleefd en bloemrijk gesteld en men twijfelde er niet aan dat zij van de Maffia afkomstig waren. Een zekere pater Constantijn, die op doorreis in het klooster vertoefde, was het eerste slachtoffer. Pater Agrippino zou hem onder bedreiging met de dood er toe ge bracht hebben een paar duizend gulden te betalen. Een half jaar later was pater Agrippino naar Syracuse gegaan en zou daar van de provinciale overste van de orde ook onder bedreigingen een som gelds hebben losgekregen. De justitie begon zich met de geschie denis te bemoeien nadat de grondbezitter Angelo Cannada, die weigerachtig was ge bleven om op herhaalde dreigbrieven, waarin tien miljoen lire (zestigduizend gul den) van hem werden verlangd, in te gaan, in 1958 „bij wijze van waarschuwing" een schot hagel in het lichaam had gekregen, aan de gevolgen waarvan hij echter in het ziekenhuis overleed. Advertentie RUYS NEW YORK ..Amerikaanse en Russi sche deskundigen zijn maandag in Genève besprekingen begonnen over het gebruik van satellieten voor weerkundige onderzoe kingen. De beide deskundigen, de Russi sche professor Boegaev en dr. Alaka van de Verenigde Staten, treden op als advi seurs van de internationale weerkundige organisatie onder auspiciën van het bu reau voor ruimte-onderzoek van de UNO De zogenaamde ambassa deursconferentie van Neder landse hoge vertegenwoordi gers in het Verre Oosten, wel ke minister Luns zo juist in Tokio heeft geleid, vestigt de aandacht op de betrekkingen tussen ons land en dat bij uit stek interessante gedeelte van de wereld. Wie vroeger beoos ten Suez kwam, ervoer het onmiddellijk: van Colombo tot Tokio was Nederland een dui delijk begrip, een land waar aan men herinneringen had vaak oude herinnerirfgen en gewoonlijk van de beste soort en een land waarmee men ook in het heden goede betrek kingen onderhield. Wij denken nu niet aan het toenmalige Nederlands-Indië. omdat de relaties met dat land met geen mogelijkheid tot de buiten landse betrekkingen konden worden gerekend; wij denken echter wel aan de beide grote mogendheden van het Verre Oosten, aan China en Japan, en verder aan de vele kleinere die toen, vóór de tweede we reldoorlog, meestal nog afhan- klijk waren van een Europese mogendheid. En wat voor het Verre Oosten gold, was in ze kere zin ook waar voor de lan den van het Midden Oosten. Thans willen wij ons echter bepalen tot de eerste, omdat die op zichzelf al zeer interes sant voor ons zijn. Vroeger golden wijzelf in tiet Verre Oosten als een gro te mogendheid een positie welke wij in Europa nimmer hebben kunnen verwerven. Dit was natuurlijk dankzij onze toenmalige positie in Indone sië. Die tijd is voorbij en hij keert nooit weerom. Verreweg de meeste Nederlanders zijn ook veel te nuchter om die verandering te betreuren en zij hebben gelijk. Want poli tiek en militair gesproken z ij n wij steeds een kleine, of ten hoogste een middelgrote mogendheid geweest, ook in het Verre Oosten. Het wekte de verbazing op van iedere vreemde bezoeker, hoe wij met een handjevol K.N.I.L.- mensen en enkele schaarse marine-eenheden waaraan een zuinige regering en een zuinig parlement alsmaar schenen te knabbelen, zowel de inwendige als de uitwendige vrede in de wereld van Indonesië wisten te handhaven tot in 1942 de Japarrée aanval kwam. Men kan eruit afleiden dat ons be stuur daar de bevolking zo kwaad nog niet voorkwam (en ook die conclusie houden wij voor volkomen juist). Maar men kan er natuurlijk onmo gelijk uit afleiden dat wij in derdaad de grote mogendheid waren waarvoor men ons toen in het Verre Oosten aanzag. Thans gaat het erom, een nieuw evenwicht te vinden in onze betrekkingen met de lan den van het Verre Oosten. Juist nu Indonesië niet alleen in politiek, maar ook in eco nomisch opzicht vrijwel geheel voor ons is verloren gegaan, is voor Nederland het belang van goede relaties met de ove rige landen van het Verre Oos ten nog groter geworden dan het vroeger al was. China zowel als Japan nemen in de wereldpolitiek ook een zo gewichtige plaats in dat mede daarom de betrekkingen met die staten ons verre van onverschillig kunnen zijn. Ne derland is er destijds nogal vroeg bij geweest om het com munistische regime in Peking te erkennen een beslissing die ons, ook achteraf bezien, wel uist lijkt, aangezien een andere politiek ons steeds ver der van de werkelijkheid zou hebben verwijderd. Maar aan de andere kant behoeven wij ons, in de betrekkingen met welk communistisch land dan- ook, nimmer de illusie te ma ken dat er enigerlei basis voor een politieke samenwerking zou bestaan. Niettegenstaande het misschien ook' wel over dreven conflict tussen Pe king en Moskou is China zon der twijfel een evenzeer com munistisch georiënteerd land als de U.S.S.R. Ja, het is waar schijnlijk in dit opzicht nog or thodoxer, nog zuiverder op de graat. En het zal ons dus steeds als een potentiële vijand zien omdat wij een „kapitalis tisch" land zijn in China's ogen. Maar dit behoeft aan de goederenruil, althans die in niet-strategische goederen, geen afbreuk te doen en de bij zonder opmerkelijke ontwikke ling van China geeft ons land potentieel wel goede kansen voor leveringen. Die kansen kunnen echter ook gemakkelijk bedorven worden, en wel bij een verdere toespitsing van het conflict dat wij met Indonesië hebben over Nieuw-Guinea. Zijn de inlich- tingen waarover het Tweede- Kamerlid de heer F. Goedhart beschikt juist (en zij maken een geloofwaardige indruk) dan wordt vanuit China een invasie op Nieuw-Guinea, ter ondersteuning van Indonesië, voorbereid. Wat onze betrekkingen met Japan betreft, deze zijn sedert de tweede wereldoorlog nogal delicaat van aard omdat wij in die oorlog tegenstanders wa ren Er zijn toen aan weers zijden, maar vooral toch aan onze kant, heel veel slachtof fers gevallen veel meer dan gewoonlijk in Nederland wordt gedacht. Ook slachtoffers die er niet hadden behoeven te zijn: de internering van bijna alle Nederlanders, met inbe grip van vrouwen en kinderen, berustte op geen enkele mili taire noodzaak. Het is evenmin nodig dit nu te vergeten als het nodig is om te vergeten wat Duitsland in die jaren onze Joodse landgenoten heeft aangedaan. Toegegeven zij al leen dat de Japanners zich in vergelijking met hun toen malige bondgenoten nog be trekkelijk humaan hebben ge dragen. Maar hoe dan ook, de strijd bijl is nu alweer lang begraven en de betrekkingen tussen Nederland, juist Nederland en Japan gaan meer dan drie eeuwen terug en verdienen in ere gehouden te worden. Japan heeft tegenover Nederland en de andere landen van de Euro- markt verlangens die op den duur zeker moeten worden in gewilligd: het vraagt toegang voor zijn industrieprodukten, op voet van gelijkheid met an dere industrielanden. De boze herinneringen aan de Japanse spotgoedkope artikelen die in de jaren van de grote depressie onze markt en onze eigen in dustrie bedreigden, schijnen de West-Europeanen nog steeds parten te spelen, maar de om standigheden zijn thans zo ra dicaal anders dat een beetje Japanse concurrentie althans de consumenten zeker niet on welkom kan zijn en de eigen industrie waarschijnlijk nau welijks zal deren. Ook schijnen de produktiekosten in Japan sterk te zijn gestegen. Omgekeerd kan ook Japan voor Nederland een zekere be tekenis hebben als markt en de bereidwilligheid van dat land om onze waren te kopen is vermoedelijk recht even redig aan de onze om de spe ciale handelsbelemmeringen uit de weg te ruimen. Ook hier ontbreekt het dus niet aan mogelijkheden. Het is daarom weer zeer te betreu ren dat het conflict over Nieuw-Guinea nu al bij her haling ook heeft geleid tot een conflicts-atmosfeer in onze verhouding tot Japan. Men herinnert zich de pijnlijke wei gering om de Karei Doorman daar te ontvangen en nog ver ser in het geheugen liggen de moeilijkheden bij het vervoer in transito, door de lucht via. Tokio, van Nederlandse mili tairen naar Nieuw-Guinea. Het is zo spijtig wanneer de goodwill waarover wij in een land als Japan toch nog altijd beschikken, moet worden ver bruikt door minister Luns om te trachten daar gedaan te krijgen dat men voortaan wél Nederlandse militairen in burger, en met een onjuiste beroepsaanduiding in de pas poorten! in Tokio doorlaat. Ook daarom zo spijtig omdat dit alles toch niet zal helpen zodra de poppen echt aan het dansen gaan dan wint het nabije en steeds aanwezige In donesië het pleit van het verre Nederland dat straks immers tóch uit Nieuw-Guinea ver dwenen zal zijn. Van de vele kleinere landen willen wij in het bijzonder Vietnam en Laos noemen, om dat daar Nederland heel an dere verwikkelingen bedrei gen wanneer het zich al thans op sleeptouw laat nemen door Amerika, dat de verant woordelijkheden die vroeger Frankrijk in die landen had, min of meer schijnt te hebben de consumenten zeker niet on- z e zaak is het bepaald niet. Wij hebben in het Verre Oos ten genoeg, veel meer dan ge noeg, aan de kwestie Nieuw- Guinea en hoe eerder die uit de weg is geruimd, hoe minder schade wij er in het Verre Oosten van zullen ondervin den. Dit geldt zeker ook voor onze verhouding tot alle buur landen van Indonesië, tot de Maleise Federatie, Singapore, de Philippijnen, ja, uiteindelijk ook Australië. Het zal een ieder duidelijk zijn dat, dit zo zijnde, geen Nederlands regeringsbesluit ongelukkiger gevolgen voor onze verhoudingen in het Ver re Oosten zou kunnen hebben dan dat van het zenden van wezenlijke versterkingen naar Nieuw-Guinea. WASHINGTON (AFP) De Amerikaan se minister van landsverdediging, Robert McNamara, heeft in een televisiegesprek met de republikeinse senator Kenneth Kea ting verklaard, dat „redelijkerwijs niet kan worden aangenomen, dat het thans mogelijk is een waterdichte verdediging tegen aanvallen door vijandelijke raketten op te bouwen". De minister zei ook dat nu nog niet kon worden uitgemaakt of de Verenigde Sta ten voor hun verdediging voldoende had den aan hun raketten op hun eigen ge bied. McNamara verzekerde voorts, dat het hem „noch noodzakelijk en noch wense lijk' 'voorkwam de vervaardiging van de sneller dan het geluid vliegende bommen werper van het type B-70 te versnellen. Hij achtte het echter in de huidige si tuatie niet verantwoord het programma voor ontwikkeling van de bommenwerper van dit type, dat een investering van tien miljard dollar vergt, in zijn geheel in uit voering te nemen. McNamara zei verder dat het hem thans niet mogelijk was te zeggen wanneer de Verenigde Staten over een doelmatige an ti-raket zouden beschikken. Hij kon slechts zeggen dat het de Verenigde Staten thans ongeacht het geld, dat zij hiervoor zou den uittrekken, nog niet mogelijk is een volkomen waterdichte verdediging tegen aanvallen door vijandelijke raketten op te bouwen. TEL AVIV (Reuter, AP) Dr. Robert Servatius, verdediger van Adolf Eich- mann, is uit Keulen in Jeruzalem aangeko men ter voorbereiding van de behandeling van het beroepschrift op 22 maart. De Bfe- handeling zal, naar verwacht, een week duren. Een maand later zal het hof uit spraak doen. Ingeval het Israëlische hooggerechtshof afwijzend beschikt op het beroep van Eichmann, zal dr. Servatius gratie voor zijn cliënt vragen bij president Ben Zwi. Hoe wel de meeste Israëliërs voorstander zijn van een terechtstelling van Eichmann, hebben de tegenstanders van de doodstraf de laatste tijd hun actie uitgebreid. De wijsgeer Martin Buber heeft onlangs in een gesprek premier Ben Góerion ervan trach ten te overtuigen, dat een eventueel dood vonnis niet ten uitvoer mag worden ge legd. De eerste-minister zou zich echter niet hebben laten overreden. Dr. Servatius deelde mee dat een van Eichmanns broers wellicht ook een bezoek aan de Ramleh-gevangenis nabij Tel Aviv zal brengen. De minister van Justitie dr. Joseph heeft het Israëlische parlement meegedeeld dat de regering niet van plan is de proceskosten te financieren door de publikatie van Eichmanns memoires. Dr. Joseph zei voorts dat dr. Servatius heeft gevraagd of hij het manuscript mocht meenemen om het te doen uitgeven. De gevangenisautoriteiten hebben de be voegdheid alle brieven, manuscripten of aantekeningen, welke een gevangene voor of na zijn schuldigverklaring heeft ge schreven, in beslag te nemen. NEW DELHI (AP) De Indische mi nister van defensie Krisjna Menon heeft gedreigd met militaire maatregelen tegen Pakistan en China, welke landen, volgens India, delen van Indisch gebied bezet houden. „Indien ons geduld ten onrechte wordt uitgelegd als beduchtheid en onze zelfbe heersing als onderdanigheid, dan zal dit land vandaag, morgen, of overmorgen als één man opstaan om de soeverei niteit te heroveren over de gebieden, die op het ogenblik door buitenlandse mogend heden bezet worden, zo zei Menon. India beschuldigt als bekend Pakistan een deel van Kasjmir ten onrechte bezet te houden. China wordt beschuldigd 35.000 km2 grensgebied van India bezet te hou den. Menon herinnerde zijn gehoor verder aan het succesvolle optreden tegen Goa. LONDEN In Engeland wordt op het ogenblik met een nieuw, zeer krachtig ra dar-systeem geëxperimenteerd, dat de ba sis zal moeten vormen voor afweergeschut tegen atoomprojectielen. De grootste en sterkste radarzender wordt thans door het marconilaboratorium in Essex ge bouwd. Deze radar-installatie zal enige malen sterker zijn dan het nieuwe, groten deels door de Verenigde Staten gefinan cierde, radarwaarschuwingsbaken van Fy- lingdales in Yorkshire, dat vier minuten voor een aanval alarm maakt. De allernieuwste radar zou in staat zijn een scherm van atoom-projectielen op af standen van vijf tot zeshonderd kilometer te ontdekken, zodat deze door defensieve projectielen zouden kunnen worden ver nietigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 11