VOOR JULLIE - v> FILATELIE Het Scala ^seizoen halverwege m HUBERT EN ZIJN PARKIET Bridge m Aym "f m m ZATERDAG 24 MAART 1962 Erbij PAGINA V1r t i - t I up - B. Dukel M. van Doorninck OOSTENRIJK. Ter herinnering aan j het feit, dat vijftien jaar geleden de elektriciteitsbedrijven in dit land wer den genationaliseerd is een serie van :e^ waarden in circulatie gebracht: 1 s. Tauernkraftwerke A.G. Kaprun, 1.50 s. Österreichische Donaukraft- aerke A.G. Ybbs-Persenbeug, 1.80 s. I1* rtriXk RtWBlfK ÖSTèB»«»ï;g Vorarlberger Illwerke A.G. Liiner- see, 3 s. Ennskraftwerke A.G. Gross raming, 4 s. Verbundgesellschaft Bi- hamberg en 6.40 s. Österreichische Draukraftwerke A.G. St. Andra. Dè egels zijn ontworpen door Adalbert Pilch en gegraveerd door Georg V/im mer (1.50, 1.80, 3 en 4 s.) en Rudolf Toth (1 en 6.40 s.). NIEUW-GUINEA. Voor het verkrij gen van eerste-dag-enveloppen en/of gestempelde zegels van de uitgifte „25 aar huwelijksfeest" kan men een nternationale postwissel zenden aan ■ie penningmeeseter van de Filatelisten Vereniging Ned. Nieuw-Guinea, post bus 22 te Hollandia. Voorwaarden: 1. Afstempeling postwissel in Nederland uiterlijk 15 april a.s. 2. Op het zij- trookje invullen: a. de gewenste aan- n.llen fdc's f 0.80 per stuk), b. de ge wenste aantallen zegels (f 0.55 per tuk). 3. Naam en adres van de afzen- 'er duidelijk in blokleters vermelden. f. De postwissel voorzien van een blauw strookje „Per luchtpost". 5. In dien „aantekenen" wordt gewenst, dan '0 cent per bestelling toevoegen. 6. Zeer 'uidelijk aangeven dat de bestelling betrekking heeft op de Jubileum- uitgifte. DE PORTUGESE KOLONIËN Ango- 'a, Kaapverdische Eilanden, Mozam bique, Guinea, St. Thomas en Principe, "imor, Macao en de voormalige kolo nie India komen binnenkort elk met ■en anti-malariapostzegel in de waar- STAOÖÖA de 1.50 esc., met uitzondering van Macao, waarvan de waarde 40 avos be draagt. Op alle zegels is groot afge beeld de anophelesmug en klein het officiële embleem van de malaria- bestrijdingsactie van de W.H.O. GRIEKENLAND. Op 14 april a.s. verschijnt een serie van zeven waar den, die gewijd is aan de elektrificatie van het land. Op de 20 lepta ziet men de stuwdam en het stuwmeer van de rivier Tavropos, op de 50 I. het water krachtstation in de rivier Ladon, op de 1 drachme het stoomkrachtstation van Ptolemais, op de 1.50 dra. de stuw dam in de rivier Luros, op de 2.50 dr. het stoomkrachtstation van Aliverion, óp de 4.50 dr. het elektriciteitsbedrijf van Thessalonikis en op de 6 dr. een binnengezicht op het waterkracht station in de rivier Agras. MONACO. Ter herinnering van de 'lste Rally Monte Carlo zal in april i.s. een postzegel ter waarde van 1 fr. erkrijgbaar worden gesteld. De zegel oont een kaartje van de route Oslo- Monte Carlo. LAOS. Een serie van vier postzegels, j 11, 14, 20 en 25 kips, is in omloop ge bracht, die betrekking hebben op Lao- 'ische legenden. De zegels zijn ontwor pen door Mare Leguay. De gravures zijn van Fenneteaux (11 k.), Frères (14 k.) en Pheulpin (20 en 25 k.). i ZW1TSERLAND-UNO. De zegel van 50 rp. van de Wereldgezondheidsorga nisatie, waarop het UNO-embleem en de esculaapstaf zijn afgebeeld heeft de opdruk „Eradication du Paludisme" I gekregen. FRANKRIJK. De Franse posterijen reven op 24 maart a.s. een postzegel jan 0.95 fr. (geelbruin, rood en groen) uit, die gewijd is aan Duinkerken. De zegel, ontworpen en gegraveerd door Combet, geeft een tekening van de laven van deze stad. VERENIGDE STATEN. Charles Evans lughes (1862-1948), rechtsgeleerde en taatsman, werd honderd jaar geleden teboren. Dit feit wordt herdacht door le uitgifte (ov 11 april) van een zegel van 4 cents met zijn portret. CHARME EN SCHOPPENS. Het verrassend element bij het bieden kan het grootst zijn, wanneer de spelers over zéér grillig verdeelde spellen beschik ken. Het onderstaande spel, dat onlangs gespeeld werd tijdens de eerste ronde van de competitie voor gemengde paren, be vatte alle elementen die het een plaats in de krant waardig maakte: 10 6 5 3 0? 7 4 2 O V642 *65 Wit speelt en wint door: 1) 15-10 29x49. 2) 10-5 49x35. 3) 26-21 17x26. 4) 39-33 6x17. 5) 24-20 35x31. 6) 20x7 2x11 en nu is de nieuwe vondst het slaan van 5x8, 3x12 en 16x36. Een zeer fraai probleem! De sterke meester Raymond St. Fort uit Haiti heeft een tweede damboek geschre-' ven naar aanleiding van zijn ervaringen op het werelddamtoemooi 1960. Het zal ook in het Nederlands worden uitgegeven. Een bijzonder mooi en moeilijk vraagstuk is het volgende. pooooory ^nooOOmrrnrxxXXXXpCW^CAXXXy cv r.< <y>> nc CB 10 98653 O B A V B 9 4 W O 9 8 7 2 O H O A 10 H 10 8 7 3 2 AiH V B 4 O A V O H 9 8 7 5 3 West was gever, niemand kwetsbaar. West, een charmante Haagse speelster, begon de strijd met één harten noord paste oost bood twee klaveren waar op ik als zuid voor een biedprobleempje stond. De normale actie is bij voorbeeld 3 klaveren te bieden, waarna er weer heel wat kan gebeuren doch in elk geval zal noord dan wel een keertje aan het bieden meedoen. In werkelijkheid leek twee rui ten mij een taktisch juist bod vertrou wende de tegenpartij verder te horen en daarna beter te kunnen beslissen. Nu dat hoorde ik. Charmante west bood twee schoppen noord paste en oost maakte er vier schoppen van, die ik met het zuidspel wel dorst te doubleren. Na tuurlijk bood west hierna vijf klaveren, waarop noord en oost pasten. Het was duidelijk, dat west schoppen had geboden op een renonce of singleton maar even duidelijk was het dat oost vier of vijf schoppens had. Weinig twijfel kon er ook over bestaan, dat tegen enig schop pencontract door zuid, de westspeelster met klaveren uit zou komen waardoor zuid al gedwongen kon worden de eerste slag in te troeven. Daar het zeker was, dat de tegenpartij nog met ruitenaas aan slag zou komen en wéér klaveren zou spelen, leek vijf schoppen mij een weinig aanlok kelijk contract. Na nog eens over de situatie nagedacht te hebben, kwam ik tot de slotsom dat de tegenpartij vermoedelijk zes klaveren zou kunnen maken. Deze analyse bleek vol komen juist, want er is géén tegenspel te vinden, dat OW in dat contract kan doen do\vn gaar). Om die reden paste zuid dan ook. Wat echter op dat ogenblik mihdef" ple zierig was voor mijn partner en mij was dat NZ 6 ruiten konden maken (mits zuid het speelt), terwijl 6 schoppen slechts één down moet als oost het goed tegenspeelt (uitkomst klaveren die zuid troeft dan ruitenheer, die oost moet weigeren). Na tuurlijk was voor 6 ruiten een serie mi rakels nodig west had slechts één troef en kon dus nooit schoppen introeven, oost had slechts één harten doch kon west niet aan slag krijgen om daarvan tijdig te profi teren, terwijl tenslotte tegen alle verwach tingen in de hartenheer bij oost zat, waar west met één harten had geopend! Aan diverse tafels hadden NZ rustig 4 schoppen mogen spelen en waren OW zich niet bewust geweest van de mogelijk heden die er voor hen in klaveren aan wezig waren. De les die ik (met u) uit dit geval mag trekken is, ten eerste dat men zeer sterke spellen toch maar beter zéér sterk kan bieden en ten tweede, dat men niet te veel mag afgaan op de bridge-onschuld van charmante speelsters. Maar alles bijeen, was dit toch wel een héél geestig spel! Bridgevraag dezer week: (Zuid) *AVB 10 865<?6<>HB3*74 West gever. OW kwetsbaar, parenwed- noe w nn 1-/4 Moe l r/ZAttl «HBS» Zwart dam op 13, stukken op 2, 3, 7, 9, 10, 12, 14, 17, 18, 19, 20, 23, 24, 29. Wit dam op 44, stukken op 26, 27, 28, 31, 32, 34. 35, 37, 39, 40, 42, 46, 48, 49. De oplossing met het eindspel is als volgt: 1) 35-30 24x35. 2) 27-22 18x47. 3) 26-21 23x41. 4) 34x23 17x37. 5) 49-43 19x28. 6) 44- 50 35x33. 7) 43-38 33x42. 8) 50x17x8x4. Nu wordt de eindstand zwart 2, 3, 7, 9, 14; dam op 4 en de opsluitstelling moet 7-11 2x6 2-7 6-1 7-11 1-6 11-16 6-28 14-20 28-33 20-25 33-24 en de winststand is bereikt. Leerzaam is het volgend eindspel (J. J. van Tol). Zwart, vier stukken op: 9, 16, 18, 26. Wit, vier stukken op: 27, 28, 29, 37. Wit wint door 28-22 moet 9-13 22-17 13-19 37-32 19-23 29-24 26-31 27x36 16-21 17x26 18-22 36-31 22-28 24-19 23x14 32x23 14-20 23-19 20-25 19-13 25-30 waarna de stand wit 13, 26, 31 en zwart 30. Wit aan zet 13-8 30-34 8-2 34-39 2-11 39-43 26-21 en zwart staat verloren. Op dam 49 volgt 21-16 en na 49- 40 damoffer 11-44 en 31-27. Op 43-48 de dam 11-17 en 17-3. Een leerzaam eindspel. Nu een eindspel van de heer J. J. van Tol. 3000000"' ^'OOD'X^^OTOOOOCOO^ooOCJOOCOOO'-oOOOOOOOO^ncr Zwart: dam op 5, stukken op 15, 23. Wit: dammen op 24, 42, stuk op 25. Wit speelt en wint. Een moeilijker eindspel van ir. J. Vier gever. Zwart, stukken op 2, 16. 21, 30. Wit, dam op 29, stukken op 12, 22. Wit speelt en wint. Oplossingen worden ingewacht bij de heer ir. J. Viergever, Korte Gracht 4 B, Amersfoort. Vandaar zwartsbesluit, de kwaliteit te offeren. 38) Tc7xc5. 39) d4xc5 Tc8xc5. 40) Df4-d6 Dit ziet er sterk uit, daar niet alleen Dc5: maar ook f2-f4 dreigt. 40) Dg7-d4! Actie en reactie; zwart dreigt nu zowel Pe4, met herovering van de kwaliteit, als Df2:, met allerlei drei gingen. Daarom geeft wit "de kwaliteit terug. 41) Tg3xg5 Stellig overwoog wit hier slechts de consequenties van 41) hg5: bijvoorbeeld: a) 42) De7 Kg8. 43) Dg5:f met voordeel voor wit. b) 42) De7 Df2:. 43) Df7:t Kh8. 44) Df6t Kh7. 45) Dg6t Kh8. 46) Dh6t Kg8. 47) Dg5:t eveneens met voordeel voor wit. 41) Dd4xf2ü Hier begint de eigen lijke sensatie; zwart bekommert zich niet om een toren-minus en bespeelt de hang- positie van de witte torens, alsmede de verzwakking van de witte koningsstelling. 42) Dd6-g3 Naar het schijnt reeds de weerlegging; na 42) Dg3:. 43) Tg3: blijft wit eenvoudig een toren voor. Maar de combinatie begint pas. 42) Df2-d4! Wonderlijke constellatie; met het voor de hand liggende 43) Tg8 kan wit zijn en prise staande toren niet redden. Zie 43) Tc3! 44) Db8? Dh4f. 45) Kgl Del:f. 46) Kh2 Dh4f plus 47) Tel mat. Vandaar: 43) Tg5-g6 Schijnt opnieuw afdoende te zijn; 43) fg6:? faalt op 44) Dg6:t be nevens 45) Dh6:+ en 46) De6:t met gemak kelijke winst voor wit. Doch wederom zegeviert de geest over de materie. 43) Tc5-c3! 44) Dg3-e5! Dit is nu toch werkelijk het einde van zwarts offer- bokkesprongen. Immers Dh4f haalt niets meer uit nu Tel is gedekt en dameruil leidt tot een voor wit gewonnen toreneind spel. Zie: 44) De5: 45) Te5: fg6: 46) hg6:t Kg6: 47) Te6: en wit verovert ook nog de a-pion bijvoorbeeld Kg5. 48) Te7 enz., of 47) Kf7. 48) Ta6 Tc7. 49) Th6: met winst van de h-pion en beslissend voordeel. Het mocht wat! Er is ook nog zoiets als een torenoffer op lange termijn. 44) Dd4xe5. 46) Telxe5 Tc3-a3ü Ongelooflijk. Opnieuw maakt zwart gebruik van de om standigheid, dat Tg6 niet te redden is. Weliswaar slaagt wit er nog net in. de be dreigde a-pion te dekken, maar daarna is de positie toch aanzienlijk gunstiger voor zwart dan in de bij de 44ste zet aangegeven afwikkeling. 46) Te5xf5 e6xf5. 47) Tg6-a6 Ta3-alt! Anders speelt wit eerst Kgl. waarna zijn koning de zwarte d-pion tegen houdt. Na de tekstzet zorgt die pion voor afdoende compensatie. 48) Khl-h2 d5-d4. 49) Ta6xa7 Kh7-g7. 50) b5-b6 d4-d3. 51) Ta7-d7 Talxa4. 52) Td7xd3 Ta4-b4. 53) Td3-d6 Tb4-b3. 54) g2-g3 Kg8-g7. 55) Kh2- g2 Kh7-g7. 56) Kg2-f2 Kg7-h7 en wit nam genoegen met remise, daar hij niet verder kan komen. Schaak van toren hoog gehalte! Mr. Ed. Spanjadrd •pep jaapuajaAejq ua MnojAuapep 'jaaquad -doips JS3AA lClA\J3} 'gUt[apj3A Z9 I uaa pep jads s;soo iPJ-iripaguee jep n pen 'uaqqap pjaAajagdo UMop uaa uapnj taui T-Stuoptm ap noz ^Cppead ap uj uaiooggaM ubjj aCjuapnj uaa ja^ej jaaquaddoqos s;saM do tsoo reep 'uaqqap uaAagag neapeo peu? -uoa jap noz seeuaddoqos jaui aauiojfttn ■jsaM C[q pieeq atp ;iz qfpapaouuaA 'jjaap jaaquaddoqos ap isoo ;aiu jep 'pftjaptnp I3A\ st jan juauiopjtn paog ppp taoui Wsui 'uapaiq aapuaA jaiu ;aoui pmz fiz ;ap aon ■uaiposstuj piaaiqnop jo ;sed jaoq-MnojA -uajaABjp ua A\nojAua;ma 'jaaquapieq Ctq-ieeM gupapjaA gf.g uaa }aui 'puoojq 'uaanaqag ;aotu ja jbm ueq uajap -jooaq ja}aq jpoipaM atp peepiaAO pjoou UEE gutsspsaq ap ;ip jeep ismf uamop -(OA ua^jep jaiA do uassed jap si pjaap uaAajpastuo ^Cpaptnp ua apuaopjoA tads uCtz poquaddopos aaAvj uftz jatu pmz jeea jazap SgejAaSpijq do pjooMjuy „Goede morgen", zei Hubert 's mor gens tegen zijn grijsgroene parkiet. En de grijsgroene parkiet zei: „Goede mor gen, Hubert. Breng me eens een bakje fris water." Dan haalde Hubert een bakje fris wa ter en zei: „Toe, vertel me nog eens.." „Van de kalief of van de zeerovers kapitein?" vroeg de parkiet. „Van de zeeroverskapitein maar", zei Hubert. En hij klom in de venster bank naast de kooi van de grijsgroene parkiet. En hij luisterde. Hij luisterde naar het verhapl van de wilde, woeste zeeroverskapitein. Want zijn grijsgroene parkiet was óók parkiet geweest op een echt kaperschip. Of hij luisterde naar het verhaal van de mach tige kalief. Want zijn parkiet was óók parkiet geweest aan een sprookjeshof. Of hij luisterde naar het verhaal van de verschrikkelijke reus van Akkerwou- de. Want zijn grijsgroene parkiet was óók parkiet geweest in Akkerwoude. Hij luisterde luisterde, luisterde maar. Er was geen parkiet op de wereld die zoveel beleefd had als zijn grijsgroe ne parkiet. En er was óók geen parkiet op de hele wereld die zo mooi kon ver tellen. Maar het allermooiste kon de grijs groene parkiet vertellen van het groen grijze parkietje. Daar vertelde hij maar zelden van. Alleen als er iets bijzonders aan de hand was. Als Hubert wat noot- les voor hem had bewaard bijvoorbeeld. Of zijn kooi eens helemaal had schoon gemaakt. Dan vertelde hij van het groengrijze parkietje. En als hij uitverteld was, dan bleef hij altijd nog een hele tijd triest voor zich uitstaren. En dan staarde Hu- bert nog een hele tijd triest met hem mee. Tot hij eindelijk naar school moest ben je?" En ze liepen de tuin in en rie pen: „Hubert, thuis komen eten!" Maar Hubert kwam niet. Hij was nog steeds op zoek naar dat hele mooie groengrijze parkietje. En 's avonds was Hubert nog niet te rug. Toen begonnen zijn vader en moe der heel erg ongerust te worden. Ze vroegen aan de buren of die Hubert soms hadden gezien. „Nee", zeiden de buren, „wij hebben Hubert de hele dag al niet meer gezien." En ze vroegen aan de overburen of Hubert daar soms was. Maar ook bij de overburen was Hubert niet. Toen werden zijn vader en moeder nóg ongeruster. „Kom", zeiden de buren, „wij gaan Hubert zoeken." „Ja", zeiden de over buren, „wij gaan ook." En de slager van de hoek wilde ook mee. En de post bode ook. En eigenlijk iedereen in de straat wilde wel mee om Hubert te gaan zoeken. Ze kwamen allemaal bij elkaar voor het huis van Hubert om af te spreken welke kant ze uit zouden gaan. En op eens riep iemand: „Kijk daar eens!" En iedereen keek direct naar het raam Het verhaal van het groengrijze par kietje was eigenlijk wel een droef ver haal. Het groengrijze parkietje was het mooiste parkietje dat ooit iemand had gezien En de liefste ook. En de grijs groene parkiet van Hubert was graag met haar getrouwd. Maar er was tel kens, telkens iets tussen gekomen. „Weet je wat", zei Hubert op een morgen tegen zijn parkiet, „ik ga haar voor je zoeken. En ik vind haar vast wel. Want ik heb hele goede zoek-ogen. Bovendien neem ik mijn verrekijker mee." Hij trok zijn asje aan en hij stak de oude bril van zijn vader, die hij zijn verrekijker noemde, bij zich. 's Middags vroegen de vader en moe der van Hubert zich verbaasd af, waar Hubert bleef. Ze liepen het hele huis door en riepen: „Hubert, Hubert, waar van Huberts kamer. Wat zagen ze? De grijsgroene parkiet vloog door het open raam naar b-iten. Ja, de grijsgroene parkiet was het ge lukt uit zijn kooi te komen. En nu ging hij óók op zoek naar Hubert. En ieder een holde achter hem aan. „Hij weet vast en zeker wel waar Hu- bert is", riepen sommigen. „In elk geval kan hij hem het eerst van ons allemaal zien", riepen anderen, „want hij kijkt over alles heen." En ze holden, holden Heel ver buiten de stad was een prachtige speeltuin. En daar streek de parkiet neer. Vlak bij een schommel bootje. En alle mensen liepen naar dat schommelbootje toe. En iedereen riep: „Hoera!" want in dat schommelbootje lag Hubert te slapen. En in zijn hand hield hij een prachtig klein parkietje. Een heel, héél mooi groengrijs parkiet je. Nu heeft Hubert twee parkietjes. Een grijsgroene en een groengrijze. En die twee parkietjes broeden nu om de beurt op twee eieren. En wat denk je wat uit die eieren komt? Ik denk een hele maal grijs en een helemaal groen par kietje. Want dat zou 't leukste zijn! FERDINAND LANGEN West gever. OW kwetsbaar, parenwea- strijd. Bieden: west pas noord pas oost. 1 harten zuid 2 schoppen west pas noord 2 Sansatout oost 4 harten zuid pas west pas noord pas. Vragen: Is het juist, dat zuid over 4 har ten past? En waarmede moet zuid thans tegen 4 harten uitkomen? Antwoorden elders op deze bladzijde. Vorig maal bespraken wij het slot van de partij MaroczyTartakower Teplitz Schönau 1922, waarin de zwartspeler een torenoffer op lange termijn bracht, dat hem tenslotte de overwinning opleverde. Sindsdien is de techniek van de top- spelers verder geperfectioneerd, hetgeen ten gevolge heeft dat het steeds moeilijker wordt, belangrijk voordeel te verwerven en door offers van zwaar materiaal suc cessen af te dwingen. Dat dit laatste echter ook heden nog mo gelijk is op het hoogste niveau, bewees de partij GeilerKorchnoi, onlangs gespeeld in het interzonetoernooi te Stockholm. We krijgen daar een combat de générosité te zien: eerst offert zwart een kwaliteit, ver volgens geeft wit die terug. Daarna neemt zwart een toren niet, welke hij kan slaan, doch speelt hij vele zetten met een volle toren minder. Dat het resterende eindspel tussen de twee Russische ridders zonder vrees of blaam in remise eindigt, zal stel lig een ieder kunnen bevredigen. Na de 38ste zet van wit was de volgende stelling ontstaan: Zwart: KORCHNOI (aan zet) 30000c X.Krx o v xxjck x v xxx)OOOOnof v '00t10'^^10 ÖÖÖ0^Éo0000^^^b0C300<X3000600000^^^^)000000C Wit: GELLER Zwart: 2, 3, 6, 12, 13, 14, 17, 19, 22, 27, 29. 'wit dreigt zeer onaangenaam 39) a5, ge- Wit: 11, 15, 16, 24, 26, 30, 33, 37, 39, 40, 43. volgd door een opmars' van zijn b-pion. De Nederlandse damprobleemkampioen Dick de Ruiter is er in geslaagd in een zij ner vraagstukken een geheel nieuwe slag wending aan te brengen. De wijze waarop de dammers kennis kregen van de nieuwe vondst was ook origineel. Tijdens de bevrijdingsfeesten te Eind- noven demonstreerde de componist het probleem met levende stukken voor een groot publiek. Het vraagstuk is als volgt. ,,vym KTOOOOOCOO. ■nnooocr. OOOorrv-y"IA. 7/////A deze keer voorbij. Evenals „La Favorita" van Donizetti, een opera de drieënzes- tigste van deze componist die men zo ongeveer iedere tien jaar eens in de Scala aan kan treffen en waarin de ook in ons land geliefde Simionato als de zoveelste Leonora uit de muziekdrama tische literatuur, de haar niet onbekende, lauweren mocht oogsten. Dit geschiedt dan om nog even stil te kunnen blijven staan bij twee uitvoeringen; de een als typerend voorbeeld van hetgeen de Piccolo Scala heeft te bieden, de andere van wege zijn sporadisch uitgevoerde werken, waarvan men er een echter op het a.s. Holland- Festival zal kunnen zien. DE VOORSTELLINGEN, die het ver rukkelijke kleine zaaltje van de Piccola Scala het best doen beantwoorden aan zijn doel, zijn de een- en tweeakters uit het klassieke Italiaanse repertoire. Ook aan deze kleven echter meestal de in dit milieu min of meer gebruikelijke bezwaren. De akoestiek is namelijk helaas in deze „dépendance" niet helemaal gelukt en sommige van de vele bekwame decoront werpers, die dit land bezit, blijken sedert de opening in 1955 nog steeds niet te be schikken over het voor dit Toneel vereiste maatgevoel. Zij ontkomen niet aan de ver leiding de scène te overbouwen als gold het een „grote" opera, waar zij van ouds in de Scala, met zijn door de traditie ge adelde pompeuze ensceneringen, aan zijn gewend. Onder deze ietwat scheefgetrok ken visie leed ditmaal ook het Rossini- werkje „L'Occasiona fa il Ladro" (De ge legenheid maakt de dief), een van die kleine programma-openingen, waarmee de „zwaan van Pesaro' in 1812 zijn loopbaan is begonnen en die men hier om de paar jaar beurtelings tegenkomt. Dat het voor naamste tot dusver bij een „La Pietra di Paragone" en vooral bij „II Signor Bru- schino" achter was gebleven, bleek bij kennismaking niet zonder reden. Met het wat zwaartillende libretto komt het opera- tje moeilijk op gang en ook in het verdere (Vervolg van pagina 2) verloop krijgt het stuk nergens vleugels. De daarop aansluitende Donizetti daaren tegen („II Campanello della Speziale: De nachtbei van de Apotheker") ondervindt terecht overal een betere behandeling. Het werkje werd door de componist in 1836 geschreven in enkele dagen tijds om een bevriende impressario te helpen en sluit in stijl onmiddellijk aan op de Napolitaan- se intermezzi van een Cimarosa of Pergo- lesi. Gecomponeerd op het verhaal van een gefopte apotheker, die in zijn huwelijks nacht door een jaloerse neef, in telkens andere gedaantes, voor allerlei loze mid deltjes uit zijn bed wordt gebeld, slaat deze flonkerende miniatuur-opera naast een „Don Pasqua-le" zeker geen gek figuur. Zo'n maaltijd van de bruiloftsgasten is als inzet van een kostelijke vondst en met een meeslepende bariton als Rolanto Panerai in de rol van neef Erico is het succes ver zekerd. OOK DE GROTE SCALA bood twee opera's op één avond. Voor een operalief hebber is de vraag natuurlijk interessant of Busoni's lang vergeten „Turandot", dat op hetzelfde Gozzi-sprookje is ingebouwd als de laatste opera van Puccini, naast deze nog een eigen leven is beschoren, dan wel of ze na de opgelaten proefballon weer spoed'g zal verdwijnen. Wat ons betreft: wij profeteren haar het laatste. Duidelijker nog dan in zijn „dokter Faust", schrijft Busoni hier lijnrecht tegen de dramatiek en daar kunnen geen ingelaste „commedia dell'arte"-figuren iets aan veranderen. Zij lopen in deze „Turandot" zelfs de anderen voor de voeten. En waar Puccini ze (de ministers Ping, Pang en Pong) tot een drie tal samenbindt, dat hij als contra-punte rend scherzo laat fungeren, houden ze hier met hun storende parlandi de handeling nodeloos op. Wil de lezer nog een voor beeld hoe Puccini met deze materie heeft gewerkt, terwijl Busoni zich zijn drama tische kansen liet ontgaan: De trouwhar tige slavin Lui blijft weigerachtig de naam van de beminde Calaf te verraden en sterft daarom de liefdesdood. Bij Busoni koopt de slavin Adelma aanstonds haar vrijheid door die naam te noemen. De Scala heeft Busoni, vooral scenisch, het volle pond ge geven nooit zagen wij zelfs te dezer plaatse de Romantiek zo modem verbeeld en „doorgelicht" maar tegelijk kondigt zij voor later in het seizoen reprises aan van de Puccini-opera en daarmee valt dan pas goed over Busoni weer het scherm. VOORAF GING DALLAPICCOLA's opera bi odschap „II Prigioniero" („De Ge vangene") eer werk daterend al van 1949 dat men deze zomer ook bij ons zal kpnner zien. Geschreven met een „ge matigd" gebruil van het twaalftonenstelsel en voorzien van een reeks akoestische en ritmische effecten, die deze martelgang van de enkeling naar een imaginaire vrij heid voortreffelijk dramatiseren (opvallend is de instrumentale behandeling van de menselijke stem), blijft ze ook bij een her haalde auditie na ruim tien jaar een der representatiefste moderne opera's. „La torture par l'espérance" uit de „Contes Cruels" van Villiers de l'Isle-Adam en Charles de Coster's „Legende van Uilen spiegel en Lamme Goedzak" zijn de aan leiding tot het schrijven van deze „Ge vangene" geweest. En het laatste boek geeft ook de oriëntatie omtrent tijd en plaats: de strijd in Vlaanderen tegen de Spaanse onderdrukking met als handeling de methoden der Inquisitie. Ervaringen uit de laatste wereldoorlog verleenden echter aan de opera een meer algemeen aspect. Zodat wij, bij het ondergaan van deze vruchteloze en nooit eindigende onderzoe- kingtocht van de C evangene naar een rechtvaardiging van zijn Hoop, ons de oor sprong niet allereerst behoeven te herin neren. Eberhard Wachter, gast uit Wenen, maakte het werk in Milaan tot een be levenis. Het komende Holland-Festival geeft nog alle aanleidingen er op terug te komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 17