Algiers: De dood van een moslem Het stoplicht stond op rood.... Donderdag twaalf doden in geheel Algerije Vierde Europese Gemeenten-conferentie Straatsburg c VISSERS AANSLAG IN ALGIERS „Redelijke kans op topconferentie" Gromyko terug in Sovjet-Unie OAS-leiders ontsnapt uit Bab el Oued Montgomery: Eden wilde „Nasser kapot maken" VRIJDAG 30 MAART 1962 5 Er wordt niets gedaan VROLIJKE VOORJ AARS-DESSINS Canadees Green Niemand ziet iets Bejaarde Rus doodt twee wolven zonder wapen Taylor terug in Berlijn Zo Juist verschenen: de nieuwe stalenboeken R D-behang, jaar gang 1962. Wij sturen U een kleine bloemlezing als U een briefkaartje schrijft (met 30 ct. extra postzegels) naar Rath Doodeheefver, Afdeling D, Prinsengracht 730. Amsterdam. D. J. A. Geluk HERENHOEDEN D (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) ALGIERS, 29 maart. De Rue Sadi Camot in Algiers is een drukke winkel straat, vooral 's middags om vijf uur. Maar toch klonken boven het straat rumoer de vijf pistoolschoten als knallen van een zweep. Mijn Franse taxichauf feur zei alleen maar: „hé, hé". Maar de twee Franse volksvrouwen op de achter bank, met wie ik de taxi deelde, begon nen angstig te schreeuwen: „Waar moet dat naar toe? Wees toch voorzichtig. Stop. Rijd door. Straks worden we alle maal nog vermoord. Alle mohamme danen zijn beesten. Waar hebben we dat aan verdiend? Wij willen toch alleen maar Frans blijven". De taxichauffeur bleef kalm. Hij zei: „Ik wil wel door rijden, maar ik kan niet. Die kaffer in dat Renaultje voor ons beweegt nipt meer". Hij vergiste zich. Het Renaultje bewoog niet meer, maar de man achter het stuur nog wel. Hij zakte heel lang zaam naar rechts weg, alsof de slaap zich van hem meester maakte. En de ruit naast zijn hoofd was versplinterd. De vrouwen begonnen nog harder te gillen. „Wij zijn van Bab-El-Oued, me neer. U weet niet wat wij daar hebben doorstaan. De Franse regering heeft Ma rokkaanse troepen op ons af gestuurd, meneer. Die hebben ons, met een machi nepistool op onze borst, gedwongen ons uit te kleden. De Franse politie heeft on ze woningen geplunderd. Iedere dag wordt er geschoten. Het lijkt wel Chicago. Rijd in vredesnaam door". Van doorrijden was geen sprake. De kleine Renault, tien meter voor ons, bleef de smalle straat versperren, ook toen er een geweldig getoeter losbarstte. Dat leek de man achter het stuur uit zijn slaap te wekken. Heel langzaam richtte hij zich op. Met zijn linkerhand graaide hij naar de achteruitkijkspiegel, als wilde hij zich daaraan optrekken. Door de ach terruit viel opeens te zien dat er een ga pend gat in zijn hoofd zat, aan dezelfde kant waar ook de ruit van zijn auto ver brijzeld was. Ik vestigde er de aan dacht van mijn medepassagiers op. De chauffeur bleef er onbewogen naar kij ken, maar de vrouwen gilden nog harder: „Die Mohammedaanse beesten hebben hem vermoord. Straks zullen ze ons alle maal wurgen. Je moet ze kennen, met ze geleefd hebben zoals wij. Ze nodigen je te eten uit en snijden je na afloop de keel open. Dat noemen ze wapenstilstand: nu is er weer een Fransman vermoord". Het hoofd met het donkere krulhaar van de man in het Renaultje zakte weer weg. Maar men kon nu zien dat er dikke rode vlekken op de voorruit zaten. Men kreeg de neiging om hulp te schreeuwen. Er was een mens gevaarlijk gewond, er moest iets gedaan worden. Maar er werd niets gedaan. De blanken in de drukke straat gingen door met wat zij deden. Zij, die siga retten rookten, rookten verder. Zij, die Advertentie üfiegang'38/ 40 HAARLEM Onze reisredacteur is gistermiddag in Algiers aangekomen. Hij geeft nu zijn eerste indrukken weer, waarvan één alle andere heeft overheerst. Nog geen uur na zijn aankomst werd er op tien meter voor hem een mohamme daan in een drukke straat doodge schoten. De man zat in zijn auto, onze reisredacteur in een taxi erachter. In het bloedige Algerijnse conflict, dat in zeven jaar al enkele honderd duizenden doden heeft gekost, telt één mensenleven niet meer. Maar nu het conflict ironisch genoeg na de pas gesloten wapenstilstand zijn adembenemende climax nadert, ver telt dit incident nauwkeuriger dan welke politieke beschouwing ook, welke emoties de Algerijnse tragedie beheersen: haat, doodsangst, blind heid, hijsterie. winkelden, winkelden voort. Zij, die op een terras koffie dronken, namen nog een slok. Zij, die op hun toeters drukten ble ven claxonneren.. De politieman op het kruispunt liet het verkeer uit een zijstraat voor gaan. Niet meer dan tien Europeanen waren naar het autootje komen toe lopen. Zij bleven op anderhalve meter afstand staan en zagen gefascineerd maar koud toe, hoe de man nogmaals probeerde zich op te richten. Zij keken alsof zij een aangescho ten slang of een krokodil zijn laatste po gingen tot leven zagen doen. De chaffeur keek mij aan en zei: „Heeft u het be grepen?" De vrouwen hadden het nog niet be grepen. Een hunner riep: „weet u dat die schoften van de Franse politie mijn groot vader van zeventig jaar twee uur lang met de handen omhoog hebben laten staan bij de huiszoeking in Bab-el-Oued? Ze moesten hier liever eens komen kijken hoe een Fransman als een hond wordt neergeschoten". De taxichauffeur en ik draaiden ons tegelijkertijd om. „Het is een moham medaan", zei ik. „Maak niet zo'n drukte", zei de chauffeur. „Gelukkig", zeiden de vrouwen, „eindelijk krijgt er een zijn ver diende loon. Het is toch te gek. meneer, zoals wij hier door de mohammedanen worden geterroriseerd. U is van de pers, schrijf in hemelsnaam de waarheid over wat in Algerije gebeurt". GENèVE (Reuter) „Er bestaat een redelijke kans, dat er een topconferentie komt," aldus heeft de Canadese minister van buitenlandse zaken Howard Green te Genève tegenover verslaggevers ver klaard. Green zei dit op het vliegveld, vóór zijn terugkeer naar Canada. „Ik meen," aldus Green, „dat er een redelijke kans bestaat, dat er op sommige punten van het ontwa- peningsoverleg overeenstemming bereikt wordt, hetgeen weer een redelijke kans op het houden van een topconferentie zou scheppen." De minister verklaarde „zeer ingeno men" te zijn met de tot dusverre op de ontwapeningsconferentie behaalde resulta ten. „De geest, waarin het overleg wordt gevoerd, is zeer gunstig, er wordt op op bouwende wijze onderhandeld, aldus Green. GENèVE (AP) De Russische mini ster van buitenlandse zaken Andrej Gro myko, hoofd van de Sovjet-delegatie tij dens de openingsfase van de ontwapenings conferentie der 17 landen is vanmorgen naar Moskou teruggekeerd. Plaatsvervan gend minister van buitenlandse zaken Va lerian Zorin leidt thans de Russische de legatie. Gromyko deelde bij zijn vertrek mee dat de contacten met de Amerikaanse de legatie over Berlijn zullen worden voort gezet. De Amerikaanse en Britse ambtgenoten van Gromyko, Dean Rusk en Lord Ho me, waren reeds eerder in de week naar hun hoofdsteden teruggekeerd. De man in de Renault was nu wel dood. Men zag hem niet meer, maar er liep een dun straaltje bloed uit het rechterportier. De nieuwsgierigen hadden het alweer ge zien, een lachte. Drie gingen naar een café-terras, waar de ondergaande zon de stoelen warmde. Uit de loodkleurige lucht scheen die zon als een schrikwekkend vuur dat de kleine bloedplas op straat deed glin steren. Op een huismuur stond in ruwe zwarte letters: „De p.A.S. slaat toe, waar zij wil" Wat was er gebeurd? Was de dode man achter het stuur van het kleine autootje werkelijk een lid van het F.L.N.? Of was hij alleen maar een mohammedaan, blin delings neergeschoten omdat toevallig net zijn auto voor het rode licht moest stop pen? Ik vroeg de chauffeur: „Waarom is die man doodgeschoten?" Hij haalde de schouders op. Ik vroeg: „Waar kwamen die schoten vandaan?" Hij vroeg: „Welke schoten?" Ik zei: „Die schoten, die vijf pistool schoten" Hij zei: „Ik heb geen schoten gehoord" Ik vroeg: „En die man dan, die dode man?" Hij zei: „Ik heb geen dode man gezien?" Ik vroeg: „Maar die auto daar voor ons met die kapotte ruit?" Hij keek mij aan, knipoogde en zei: „Ik heb helemaal niets gezien. En al die mensen hier in de straat hebben ook niets gezien. En die politieman ook niet" Hij keek mij nog eens lang aan en zei: „En u heeft ook niets gezien. Vol strekt niets gezien" Toen draaide hij rechtsaf om de vrou wen naar huis te brengen. Bij het beta len trilden hun handen zo, dat ze het geld niet uit de tas konden krijgen. „Laat maar zitten", zei de chauffeur, „Wij hebben van daag een goede dag. Er is weer zo'n sme^ rige „meloen" kapot geschoten". Toen wij een kwartier later langs de zelfde plek reden, kwamen net de ambu lances met gillende sirenes aan. Die si- rines hoort men in Algiers de gehele dag. En af en toe een ontploffing, of een vuur stoot uit een machinepistool. Toch is het vandaag een uitzonderlijk rustige dag ge weest. De lente is vroeg ingevallen over de blanke stad aan de blauwe Middelland se Zee. Het is mooi zonnig weer en de meeste winkels zijn weer open. Na de bloe dige uitbarstingen van de vorige week, be gint Aligers, zo zeggen de kranten hier, zo normale gezicht te hernemen. Er zijn vandaag maar weinig aanslagen geweest. Maar een heb ik er gezien: op een mohammedaan die dicht voor mij stierf, omdat het stoplicht voor hem op rood stond. Hij is niet de eerste en niet de laatste. Maar ik zal het niet gauw ver geten. ALGIERS (Reuter-AFP-AP) Tenge volge van aanslagen die donderdag in ge heel Algerije werden gepleegd, kwamen twaalf personen, van wie elf Algerijnen, om het leven. In Algiers hadden vijf aan slagen plaats, waardoor zeven Algerijnen en een Europeaan werden gedood. Volgens niet-officiële berichten zijn tij dens de huiszoekingen, welke in de afge lopen dagen in de Europese arbeiderswijk Bab-El-Oued (Algiers) zijn verricht, onge veer 3.500 personen aangehouden, terwijl 1350 wapens in beslag werden genomen. De voormannen van de O.A.S., die de leiding hebben gehad bij de gevechten, die vorige week vrijdag in Bab-El-Oued tegen Franse troepen werden geleverd, hebben echter kans gezien vóór de afzetting van de wijk weg te glippen. Ook schijnt men de zware wapens, die de O.A.S. bij die ge vechten heeft ingezet, hebben weten weg te krijgen. De afsluiting van de wijk is donderdag opgeheven, blijkbaar om de spanning in Algiers, waar het leven donderdag bijkans zijn normale aanzien weer had, te vermin deren. Na de opheffing van de afsluiting ging de reinigingsdienst aan het werk om de stinkende afval, die zich in de straten had opgehoopt, te verwijderen. Ratten wa ren daar reeds op af gekomen en renden voor de auto's van bezoekende journalis ten weg. Overal lag glas en stonden auto wrakken en de muren der huizen vertoon den legio kogelgaten. (AP) Abder Rahmane Farès, de mo hammedaanse president van de nieuwe voorlopige regering voor Algerije is gis teren uit Frankrijk aangekomen in het versterkte administratieve hoofdkwartier te Rocher Noir, 48 kilometer ten oosten van Algiers. De O.A.S. markeerde de aan komst van Farès met een golf nieuwe aan slagen met kneedbommen en straatover vallen. De meeste telefoonverbindingen tussen Algiers en Europa vielen uit bijna op het ogenblik waarop Farès in Algiers aankwam. Van de zijde van de P.T.T. werd meegedeeld dat de O.A.S. een hoofd kabel van de telefoon nabij de voorstad Maison Carrée had vernield. PARIJS (Reuter-AFP) Op de zesde etage van een flatgebouw in het veertien de arrondissement van Parijs, heeft dom derdag een hevige ontploffing plaats ge had, vermoedelijk van een kneedbom. In LONDEN (AP) Radio Moskou bericht dat een oude Rus twee wolven heeft ge dood met zijn blote handen. Tsjoecharev werd volgens de radio, terwijl hij door een bos bij een bergdorp in de Oeral op weg was naar huis door de wolven aangevallen. De man, die al van zijn pensioen geniet, velde een van de wolven met een vuistslag en doodde hem ver volgens met een stoot in de maag. De tweede wierp zich van achteren op hem en verscheurde zijn jas van schapevacht, aldus radio Moskou, maar de dorpsbe woner greep het ondier bij de keel en worgde het. het gebouw, waarvan drie etages zwaar be schadigd werden, woont onder meer een lid van de Franse vredesbeweging. Verder deed zich een kneedbomontploffing voor in de woning van een als liberaal bekend staande Parijse architect. Het huis werd ernstig beschadigd. In Noord-Frankrijk werden drie kneedbommen tot ontploffing gebracht. (AP) De wekelijkse bijeenkomst van het Franse kabinet kon gisteren niet door gaan ten gevolge van griep. De minister voor Algerije, Louis Joxe en premier Mi chel Debré, liggen met griep te bed. De minister van Binnenlandse Zaken Roger Frey heeft een zware kou. Verwacht wordt dat het kabinet vandaag bijeenkomt, als de gezondheidstoestand van de ministers verbeterd is. Generaal Maxwell D. Taylor, militair adviseur van president Kennedy heeft tijdens een bezoek aan Berlijn de scheidingsmuur tussen het oostelijke en westelijke stadsdeel bezichtigd. Generaal Taylor was van 1949 tot 1951 Amerikaans stadscommandant in Ber lijn. Op de foto ziet men generaal Tay lor (in burger) naast de huidige Amerikaanse stadscommandant, gene- raal-majoor Albert Watson (in uniform). Woensdag j.l. publiceerden wij het eerste van twee artikelen over de Vierde Europese Gemeenten-Confe rentie, voor ons blad geschreven door de Haarlemse wethouder van Onder wijs en Kunstzaken, de heer D. J. A. Geluk, die een van de zeven Neder landse afgevaardigden naar die con ferentie was. Hier is het tweede en laatste artikel. Advertentie •n R&D'HUIS HARTELIJK CENTRUM VAN ONS LEVEN Op de agenda van de vierde zitting van de conferentie kwamen onderwerpen van staatsrechtelijke en politieke, van economi sche en sociale aard en culturele onder werpen voor. De werkwijze is als volgt: door een des kundige wordt over een bepaald onderwerp een rapport samengesteld, dat de materie behandelt in het licht van de Europese eenwording en uit een oogpunt van het be lang dat de gemeenten daarbij hebben. Voorts wordt door het permanente comi té van de conferentie voor elk onderwerp een der gedelegeerden als rapporteur aan gewezen, die tijdig een ontwerp van de re solutie voorlegt, waarover de conferentie dus heeft te discussiëren en te beslissen. Zowel de opsteller van het rapport als de rapporteur komen bij de aanbieding aan de conferentie aan het woord. Met of zon der discussie in de plenaire zitting wordt de resolutie verwezen naar een der vaste commissies, die de resolutie gaat bespre ken en haar dikwijls ingrijpend wijzigt. Daarop komt in de tweede plenaire zit ting het rapport van de betreffende com missie met de definitieve ontwerp-resolu- tie aan de orde. Zijn er punten van ver schil, dan kan soms ook daar nog een uit voerige discussie worden gevoerd, alvorens de definitieve resolutie wordt aangenomen. Daarbij valt het op, dat vertegenwoor digers van bepaalde landen vaak lange be togen houden, die meer de indruk vesti gen bestemd te zijn ter bevordering van de carrière van de spreker dan alleen maar bij te dragen tot een nuttige discussie. Voor al de Fransen en Italianen leggen dikwijls een grote breedsprakigheid aan de dag. Dit houdt gedeeltelijk verband met de po litieke situatie in die landen, aangezien een gedelegeerde meestal een burgemees ter, dikwijls tegelijkertijd een vooraan staand kamerlid in zijn land is en met een betoon van grote activiteit op het ge bied van de Europese zaak zijn carrière in het nationale politieke leven denkt te dienen. Vandaar ook dat dikwijls juist van Franse en Italiaanse en soms ook van Belgische zijde een hardnekkige strijd gestreden wordt om het voorzitterschap van commissies of het vice-voorzitterschap van de conferentie. De Duitsers zijn mees tal reeds veel zakelijker in hun betoog trant, terwijl bij de Engelsen, de Neder landers en de Scandinaviërs een kort za kelijk betoog tot de vaste gewoonten be hoort. Op de achtergrond speelt hier vooral ten opzichte van de Nederlandse delegatie nog een rol het feit, dat deze delegatie voor het grootste gedeelte (vijf van de zeven leden) uit burgemeesters bestaat en deze burge meesters door hun Franse en Belgische collega's niet zozeer gezien worden als de vertegenwoordigers van de autonome posi tie van de gemeenten, aangezien zij niet door de bevolking dezer gemeenten zijn ge kozen, maar door de regering of de Kroon benoemd. De Nederlandse burgemeester 'S in veel minder sterke mate een politieke figuur dan zijn buitenlandse collega's. Vanaf het begin van het bestaan der con ferentie stelt deze zich ten doel, voor de gemeenten een eigen plaats in de Europe se gemeenschappen te verwerven. Waar de Raad van Europa de verklaring van de rechten van de mens als een van zijn belangrijkste principes aanvaardt, stel len de gemeentelijke vertegenwoordigers, dat deze rechten nie alleen geïnterpreteerd mogen worden als de individuele rechten van de Europese burger, maar ook als de rechten van de collectiviteiten van burgers, zijnde in het bijzonder de gemeentelijke en gewestelijke bestuursorganen. Een belang rijk rapport op deze conferentie was dan ook dat over de arbeid van de Raad van Europa op het gebied van de gemeente lijke autonomie. Uitgebracht werden voorts rapporten over de ontwikkeling van de Europese Kolen en Staalgemeenschap, Europese Economi sche Gemeenschap, over een Europese In vesteringsbank (in de voorbereiding waar van in het verleden vooral onze landge noot de heer Vogel, directeur van de Bank van Nederlandse Gemeenten, een rol heeft gespeeld). Voorts werd een rapport uitgebracht over de activiteiten van de Commissie voor Euro pese regionale planning en een rapport over financiële maatregelen tot bevordering van gemeentelijke en gewestelijke economi sche ontwikkeling. Voor het eerste zijn vooral van groot belang de problemen van de planning in gebieden van verschillende landen (b.v. Twente-Westfalen). Meer op het terrein van de hygiëne lag een rapport over de verontreiniging van de atmosfeer en de vraag, welke rol de ge meenten in de bestrijding van de lucht verontreiniging kan spelen, alsmede een rapport over de bevordering van de recru- tering van bloed-donors. Vooral het eerstgenoemde van deze bei de onderwerpen is voor tal van gemeenten een belangrijk en snel groeiend probleem. De verontreiniging van de lucht door in dustrieën, maar ook door het verkeer, heeft in vele grote steden verontrustende vor men aangenomen en is een kwaad, dat wellicht op internationaal niveau bestrij ding zal moeten vinden. Er zijn voorbeel den van steden, die thans reeds eigen maatregelen daartegen nemen. Met name de omschakeling van dieselmotoren voor stadsbussen op benzinemotoren is een maatregel, waartoe sommigen besloten. Tenslotte waren een zestal rapporten op het gebied van de Europese culturele acti- viteient van de gemeenten uitgebracht. Het algemeen gevoelen bestond, dat juist op dit culturele terrein goed praktisch werk te doen is, in tegenstelling tot vele andere on derwerpen, die dikwjls van zeer theoreti sche aard zijn en waarbij de taak van de gemeenten soms moeilijk is te concretiseren. De erkenning van de gemeente als be langrijke drager van de Europese cultuur is algemeen. De belangrijke taak, die de gemeenten in alle Europese landen hebben ten aanzien van de bevordering van de culturele belangen van de bevolking en van het onderwijs, gaf zo vele concrete aan grijpingspunten, dat de resoluties met aan bevelingen op dit terrein bijna overal di rect praktische resultaten kunnen opleve- ;n. Het was uit hoofde van deze belangrijke gemeentelijke taak dat in een inleidend rap port over de culturele activiteiten gepleit werd voor het betrekken van een gemeen telijke vertegenwoordiging in de Raad voor de culturele samenwerking, die is ingesteld door het Comité van Ministers. Algemeen werd door de conferentie de instelling van deze Raad voor culturele amenwerking, naar zijn Franse naam „Conseil de la Co operation Culturelle" kortweg aangeduid met de letters „C.C.C." toegejuicht. De taak van deze C.C.C. is het vaststel len van de culturele politiek van de Raad van Europa, coördinatie en effectuéren van het culturele programma van de Raad van Europa en de verdeling van de gelden van het Europese Culturele Fonds, dat door de regeringen van de leden-staten wordt ge voed. Een aansporing aan de grote gemeen ten om zelf ook bijdragen aan het culture le fonds te geven, waaruit kleinere ge meenten met bijdragen geholpen kunnen worden, stuitte af op de bestaande situatie in de meeste landen, waarbij het aan de gemeenten niet zou worden toegestaan der gelijke uitgaven in internationaal verband te doen. In een van de andere rapporten, name lijk dat betreffende de gemeentelijke uit wisselingen, werd wel reeds een aanslag gedaan op dit culturele fonds. Er werd daarin op aangedrongen, dat uit het cultu rele fonds bijdragen zullen worden gege< ven ter bevordering van de uitwisseling van kleinere gemeenten, die deze zelf "i- nancieel niet geheel kunnen dragen en voor gemeenten, die ver van de gemeenschappe lijke grenzen gelegen zijn en daardoor veel hogere reiskosten hebben. Voorts wordt op de regeringen van de aangesloten landen een beroep gedaan een regeling te treffen zoals die in West-Duitsland bestaat, waar bij voor uitwisseling van scholen en jeugd groepen een speciale subsidieregeling van rijkswege bestaat. Voor subsidiëring van gemeentelijke uitwisselingen zouden alleen uitwisselingen in aanmerking komen die gemeenten betreffen, die gelegen zijn in tenminste drie van de Europese landen. Eerst dan kan van een werkelijke „jume lage" in Europees verband gesproken wor den. Uitvoerige discussie ontstond over de vraag, of uitwisselingen met gemeenten of organisaties in dictatoriaal geregeerde lan den moesten worden afgeraden. Dit hield verband met het bestaan van een Frans- Italiaanse organisatie van uitwisselende steden, die voornamelijk bestaat uit ver 'X tegenwoordigers van gemeenten met com munistische bestuurders. Met grote meerderheid van stemmen be sloot de conferentie zich te keren tegen dergelijke organisaties, ofschoon men in dividuele uitwisselingen niet beïnvloed door organisaties sterk zou willen be vorderen, teneinde de mogelijkheden van contaqten onder meer met de landen ach ter het ijzeren gordijn, open te laten. Dit laatste werd vooral sterk bepleit door de burgemeester van Steglitz in West-Berlijn. In een andere resolutie zijn een aantal aanbevelingen vastgelegd met betrekking tot de bevordering van de Europese ge dachte bij het onderwijs en de jeugd. Ondergetekende had de taak daarbij een resolutie aan te bieden, die de aandacht van de gemeenten in Europa vraagt voor het bevorderen van het Europese staats burgerschap, in het bijzonder bij de jeugd. Gesteld werd, dat daartoe steun zou moe ten worden verleend door de gemeentelijke overheden aan alle activiteiten van on derwijsinstellingen en organisaties die zich met het bevorderen van deze Europese ge dachte bezig houden en dat op ruime schaal voorlichting gegeven moest worden aan de genen, die zich met onderwijs en opvoe ding bezig houden. Voorts werd aanbevo len aandacht te schenken aan de voor lichting van ambtenaren en in het bij zonder van de jongeren onder hen. In een rapport over de z.g. Europahui zen, centra van Europese culturele activi teiten zoals deze met name in Frankrijk en Duitsland reeds in een aantal gemeen ten bestaan, wordt aan de gemeentebestu ren gevraagd materiële en morele steun te verlenen aan oprichting en instandhou ding van dergelijke huizen en andere in stituten, die zich het tot elkaar brengen van de bevolkingg van Europese landen ten doel stellen. Ten aanzien van de viering van een jaar lijkse Dag van Europa lag een voorstel ter tafel om deze viering van de eerste woensdag in maart te verschuiven naar de eerste mei. Een tegenvoorstel mijner zijds om deze zaak opnieuw voor te leg gen aan de door het Comité van Minis ters aanbevolen ronde-tafel-conferentie, waarin de Europese onderwijsorganisaties betrokken zouden worden en voorlopig, zo lang geen definitieve beslissing genomen was, de viering op de eerste woensdag \n maart nog te handhaven, werd door de conferentie aanvaard. Zij nog vermeld, dat op de eerste dag van de conferentie de plechtige uitreiking van de Europa-prijs aan twee kleine ge meenten plaats had, namelijk aan Schwar- zenbeck op enkele kilometers afstand van de zonegrens in Duitsland, dat een inte- sieve uitwisseling met plaatsen in andere Europese landen is aangegaan, en aan de stad Rhodes op het Griekse eiland Rho des. In het bijzonder werd de prijs aan twee kleine gemeenten uitgereikt, die m eeij randgebied van de Europese samen werking liggen, en het geheel droeg daar mede dan ook een enigszins demonstratief karakter. Als totale indruk van deze gemeenten conferentie kan worden gezegd, dat zij ze ker veel constructief werk heeft verricht ten aanzien van de inschakeling van de gemeenten bij de Europese samenwerking maar dat het zal afhangen van het wek ken van belangstelling bij de gemeente besturen in de ledenstaten van Europa, of dit werk ook inderdaad tot de bevolking van de gemeenten zal doordringen en daar mede in de praktijk en naar de geest kan bijdragen tot de Europese eenwording. Advertentie ZEER GOED GESORTEERD IN in de klassieke en moderne stijl. KRUISSTRAAT 2 - HAARLEM U weet wel op de hoek b(j de brug. LONDEN (AP) Ex-veldmaarschalk, thans burggraaf Montgomery, heeft in het Hogerhuis verklaard dat Anthony Eden, Brits premier tijdens de Suezcrisis in 1956, hem destijds had verteld dat het oogmerk van de invasie in Egypte was geweest „Nas ser kapot" te maken. Eden heeft, als ge volg van de Suez-affaire later zijn ontslag ingediend. Sindsdien is hij in de adelstand verheven als Lord Avon. Montgomery ver klaarde tijdens het debat over buitenland se zaken in het Hogerhuis dat Eden hem ontboden had toen de actie werd voorbe reid. „Ik vroeg hem: „Wat is de bedoe ling van de actie. Wat wilt u bereiken?" De premier antwoordde: „Nasser kapot te maken."" Hierop had Montgomery gezegd dat hij, als zijn militair advies werd gevraagd, ook zou moeten weten wat er voor po litieke oogmerken zouden worden nage streefd, want dat zou mede bepalen hoe de actie het best kon worden uitgevoerd. „Het was deze onzekerheid over de poli tieke oogmerken die de Suez-operatie van meet af aan parten heeft gespeeld," aldus Montgomery. Enige maanden nadien trad Eden af als premier en als leider van de Conservatie ve partij. Nasser zit nog steeds in het za del als hoofd van de Egyptische regering. Lord Avon heeft in een onlangs versche nen boek verklaard dat de Suez-actie ten doel had een eind te maken aan de strijd tussen Egypte en Israel en het Suezkanaal open te houden voor de internationale scheepvaart.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 5