Algiers: De dood van een moslem
Het stoplicht stond op rood....
Donderdag twaalf doden
in geheel Algerije
Vierde Europese Gemeenten-conferentie
Straatsburg
c
VISSERS
AANSLAG IN ALGIERS
„Redelijke kans op
topconferentie"
Gromyko terug in
Sovjet-Unie
OAS-leiders ontsnapt uit Bab el Oued
Montgomery: Eden wilde
„Nasser kapot maken"
VRIJDAG 30 MAART 1962
5
Er wordt niets gedaan
VROLIJKE
VOORJ AARS-DESSINS
Canadees Green
Niemand ziet iets
Bejaarde Rus doodt twee
wolven zonder wapen
Taylor terug in Berlijn
Zo Juist verschenen: de nieuwe
stalenboeken R D-behang, jaar
gang 1962. Wij sturen U een kleine
bloemlezing als U een briefkaartje
schrijft (met 30 ct. extra postzegels)
naar Rath Doodeheefver, Afdeling
D, Prinsengracht 730. Amsterdam.
D. J. A. Geluk
HERENHOEDEN
D
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
ALGIERS, 29 maart. De Rue Sadi
Camot in Algiers is een drukke winkel
straat, vooral 's middags om vijf uur.
Maar toch klonken boven het straat
rumoer de vijf pistoolschoten als knallen
van een zweep. Mijn Franse taxichauf
feur zei alleen maar: „hé, hé". Maar de
twee Franse volksvrouwen op de achter
bank, met wie ik de taxi deelde, begon
nen angstig te schreeuwen: „Waar moet
dat naar toe? Wees toch voorzichtig.
Stop. Rijd door. Straks worden we alle
maal nog vermoord. Alle mohamme
danen zijn beesten. Waar hebben we dat
aan verdiend? Wij willen toch alleen
maar Frans blijven". De taxichauffeur
bleef kalm. Hij zei: „Ik wil wel door
rijden, maar ik kan niet. Die kaffer in
dat Renaultje voor ons beweegt nipt
meer". Hij vergiste zich. Het Renaultje
bewoog niet meer, maar de man achter
het stuur nog wel. Hij zakte heel lang
zaam naar rechts weg, alsof de slaap zich
van hem meester maakte. En de ruit
naast zijn hoofd was versplinterd.
De vrouwen begonnen nog harder te
gillen. „Wij zijn van Bab-El-Oued, me
neer. U weet niet wat wij daar hebben
doorstaan. De Franse regering heeft Ma
rokkaanse troepen op ons af gestuurd,
meneer. Die hebben ons, met een machi
nepistool op onze borst, gedwongen ons
uit te kleden. De Franse politie heeft on
ze woningen geplunderd. Iedere dag wordt
er geschoten. Het lijkt wel Chicago. Rijd
in vredesnaam door".
Van doorrijden was geen sprake. De
kleine Renault, tien meter voor ons, bleef
de smalle straat versperren, ook toen er
een geweldig getoeter losbarstte. Dat leek
de man achter het stuur uit zijn slaap
te wekken. Heel langzaam richtte hij
zich op. Met zijn linkerhand graaide hij
naar de achteruitkijkspiegel, als wilde
hij zich daaraan optrekken. Door de ach
terruit viel opeens te zien dat er een ga
pend gat in zijn hoofd zat, aan dezelfde
kant waar ook de ruit van zijn auto ver
brijzeld was. Ik vestigde er de aan
dacht van mijn medepassagiers op. De
chauffeur bleef er onbewogen naar kij
ken, maar de vrouwen gilden nog harder:
„Die Mohammedaanse beesten hebben
hem vermoord. Straks zullen ze ons alle
maal wurgen. Je moet ze kennen, met
ze geleefd hebben zoals wij. Ze nodigen
je te eten uit en snijden je na afloop de
keel open. Dat noemen ze wapenstilstand:
nu is er weer een Fransman vermoord".
Het hoofd met het donkere krulhaar van
de man in het Renaultje zakte weer weg.
Maar men kon nu zien dat er dikke rode
vlekken op de voorruit zaten. Men kreeg
de neiging om hulp te schreeuwen. Er
was een mens gevaarlijk gewond, er
moest iets gedaan worden.
Maar er werd niets gedaan.
De blanken in de drukke straat gingen
door met wat zij deden. Zij, die siga
retten rookten, rookten verder. Zij, die
Advertentie
üfiegang'38/ 40
HAARLEM
Onze reisredacteur is gistermiddag
in Algiers aangekomen. Hij geeft nu
zijn eerste indrukken weer, waarvan
één alle andere heeft overheerst. Nog
geen uur na zijn aankomst werd er op
tien meter voor hem een mohamme
daan in een drukke straat doodge
schoten. De man zat in zijn auto, onze
reisredacteur in een taxi erachter.
In het bloedige Algerijnse conflict,
dat in zeven jaar al enkele honderd
duizenden doden heeft gekost, telt
één mensenleven niet meer. Maar nu
het conflict ironisch genoeg na de
pas gesloten wapenstilstand zijn
adembenemende climax nadert, ver
telt dit incident nauwkeuriger dan
welke politieke beschouwing ook,
welke emoties de Algerijnse tragedie
beheersen: haat, doodsangst, blind
heid, hijsterie.
winkelden, winkelden voort. Zij, die op een
terras koffie dronken, namen nog een
slok. Zij, die op hun toeters drukten ble
ven claxonneren.. De politieman op het
kruispunt liet het verkeer uit een zijstraat
voor gaan.
Niet meer dan tien Europeanen waren
naar het autootje komen toe lopen. Zij
bleven op anderhalve meter afstand staan
en zagen gefascineerd maar koud toe, hoe
de man nogmaals probeerde zich op te
richten. Zij keken alsof zij een aangescho
ten slang of een krokodil zijn laatste po
gingen tot leven zagen doen. De chaffeur
keek mij aan en zei: „Heeft u het be
grepen?"
De vrouwen hadden het nog niet be
grepen. Een hunner riep: „weet u dat die
schoften van de Franse politie mijn groot
vader van zeventig jaar twee uur lang
met de handen omhoog hebben laten staan
bij de huiszoeking in Bab-el-Oued? Ze
moesten hier liever eens komen kijken
hoe een Fransman als een hond wordt
neergeschoten".
De taxichauffeur en ik draaiden ons
tegelijkertijd om. „Het is een moham
medaan", zei ik. „Maak niet zo'n drukte",
zei de chauffeur. „Gelukkig", zeiden de
vrouwen, „eindelijk krijgt er een zijn ver
diende loon. Het is toch te gek. meneer,
zoals wij hier door de mohammedanen
worden geterroriseerd. U is van de pers,
schrijf in hemelsnaam de waarheid over
wat in Algerije gebeurt".
GENèVE (Reuter) „Er bestaat een
redelijke kans, dat er een topconferentie
komt," aldus heeft de Canadese minister
van buitenlandse zaken Howard Green te
Genève tegenover verslaggevers ver
klaard.
Green zei dit op het vliegveld, vóór zijn
terugkeer naar Canada. „Ik meen," aldus
Green, „dat er een redelijke kans bestaat,
dat er op sommige punten van het ontwa-
peningsoverleg overeenstemming bereikt
wordt, hetgeen weer een redelijke kans op
het houden van een topconferentie zou
scheppen."
De minister verklaarde „zeer ingeno
men" te zijn met de tot dusverre op de
ontwapeningsconferentie behaalde resulta
ten. „De geest, waarin het overleg wordt
gevoerd, is zeer gunstig, er wordt op op
bouwende wijze onderhandeld, aldus
Green.
GENèVE (AP) De Russische mini
ster van buitenlandse zaken Andrej Gro
myko, hoofd van de Sovjet-delegatie tij
dens de openingsfase van de ontwapenings
conferentie der 17 landen is vanmorgen
naar Moskou teruggekeerd. Plaatsvervan
gend minister van buitenlandse zaken Va
lerian Zorin leidt thans de Russische de
legatie.
Gromyko deelde bij zijn vertrek mee
dat de contacten met de Amerikaanse de
legatie over Berlijn zullen worden voort
gezet.
De Amerikaanse en Britse ambtgenoten
van Gromyko, Dean Rusk en Lord Ho
me, waren reeds eerder in de week naar
hun hoofdsteden teruggekeerd.
De man in de Renault was nu wel dood.
Men zag hem niet meer, maar er liep een
dun straaltje bloed uit het rechterportier.
De nieuwsgierigen hadden het alweer ge
zien, een lachte. Drie gingen naar een
café-terras, waar de ondergaande zon de
stoelen warmde. Uit de loodkleurige lucht
scheen die zon als een schrikwekkend vuur
dat de kleine bloedplas op straat deed glin
steren. Op een huismuur stond in ruwe
zwarte letters: „De p.A.S. slaat toe, waar
zij wil"
Wat was er gebeurd? Was de dode man
achter het stuur van het kleine autootje
werkelijk een lid van het F.L.N.? Of was
hij alleen maar een mohammedaan, blin
delings neergeschoten omdat toevallig net
zijn auto voor het rode licht moest stop
pen?
Ik vroeg de chauffeur: „Waarom is die
man doodgeschoten?"
Hij haalde de schouders op.
Ik vroeg: „Waar kwamen die schoten
vandaan?"
Hij vroeg: „Welke schoten?"
Ik zei: „Die schoten, die vijf pistool
schoten"
Hij zei: „Ik heb geen schoten gehoord"
Ik vroeg: „En die man dan, die dode
man?"
Hij zei: „Ik heb geen dode man gezien?"
Ik vroeg: „Maar die auto daar voor ons
met die kapotte ruit?"
Hij keek mij aan, knipoogde en zei:
„Ik heb helemaal niets gezien. En al
die mensen hier in de straat hebben ook
niets gezien. En die politieman ook niet"
Hij keek mij nog eens lang aan en
zei: „En u heeft ook niets gezien. Vol
strekt niets gezien"
Toen draaide hij rechtsaf om de vrou
wen naar huis te brengen. Bij het beta
len trilden hun handen zo, dat ze het geld
niet uit de tas konden krijgen. „Laat maar
zitten", zei de chauffeur, „Wij hebben van
daag een goede dag. Er is weer zo'n sme^
rige „meloen" kapot geschoten".
Toen wij een kwartier later langs de
zelfde plek reden, kwamen net de ambu
lances met gillende sirenes aan. Die si-
rines hoort men in Algiers de gehele dag.
En af en toe een ontploffing, of een vuur
stoot uit een machinepistool. Toch is het
vandaag een uitzonderlijk rustige dag ge
weest. De lente is vroeg ingevallen over
de blanke stad aan de blauwe Middelland
se Zee. Het is mooi zonnig weer en de
meeste winkels zijn weer open. Na de bloe
dige uitbarstingen van de vorige week, be
gint Aligers, zo zeggen de kranten hier, zo
normale gezicht te hernemen.
Er zijn vandaag maar weinig aanslagen
geweest. Maar een heb ik er gezien: op
een mohammedaan die dicht voor mij
stierf, omdat het stoplicht voor hem op
rood stond. Hij is niet de eerste en niet
de laatste. Maar ik zal het niet gauw ver
geten.
ALGIERS (Reuter-AFP-AP) Tenge
volge van aanslagen die donderdag in ge
heel Algerije werden gepleegd, kwamen
twaalf personen, van wie elf Algerijnen,
om het leven. In Algiers hadden vijf aan
slagen plaats, waardoor zeven Algerijnen
en een Europeaan werden gedood.
Volgens niet-officiële berichten zijn tij
dens de huiszoekingen, welke in de afge
lopen dagen in de Europese arbeiderswijk
Bab-El-Oued (Algiers) zijn verricht, onge
veer 3.500 personen aangehouden, terwijl
1350 wapens in beslag werden genomen.
De voormannen van de O.A.S., die de
leiding hebben gehad bij de gevechten, die
vorige week vrijdag in Bab-El-Oued tegen
Franse troepen werden geleverd, hebben
echter kans gezien vóór de afzetting van
de wijk weg te glippen. Ook schijnt men de
zware wapens, die de O.A.S. bij die ge
vechten heeft ingezet, hebben weten weg
te krijgen.
De afsluiting van de wijk is donderdag
opgeheven, blijkbaar om de spanning in
Algiers, waar het leven donderdag bijkans
zijn normale aanzien weer had, te vermin
deren. Na de opheffing van de afsluiting
ging de reinigingsdienst aan het werk om
de stinkende afval, die zich in de straten
had opgehoopt, te verwijderen. Ratten wa
ren daar reeds op af gekomen en renden
voor de auto's van bezoekende journalis
ten weg. Overal lag glas en stonden auto
wrakken en de muren der huizen vertoon
den legio kogelgaten.
(AP) Abder Rahmane Farès, de mo
hammedaanse president van de nieuwe
voorlopige regering voor Algerije is gis
teren uit Frankrijk aangekomen in het
versterkte administratieve hoofdkwartier
te Rocher Noir, 48 kilometer ten oosten
van Algiers. De O.A.S. markeerde de aan
komst van Farès met een golf nieuwe aan
slagen met kneedbommen en straatover
vallen. De meeste telefoonverbindingen
tussen Algiers en Europa vielen uit bijna
op het ogenblik waarop Farès in Algiers
aankwam. Van de zijde van de P.T.T.
werd meegedeeld dat de O.A.S. een hoofd
kabel van de telefoon nabij de voorstad
Maison Carrée had vernield.
PARIJS (Reuter-AFP) Op de zesde
etage van een flatgebouw in het veertien
de arrondissement van Parijs, heeft dom
derdag een hevige ontploffing plaats ge
had, vermoedelijk van een kneedbom. In
LONDEN (AP) Radio Moskou bericht
dat een oude Rus twee wolven heeft ge
dood met zijn blote handen. Tsjoecharev
werd volgens de radio, terwijl hij door
een bos bij een bergdorp in de Oeral
op weg was naar huis door de wolven
aangevallen. De man, die al van zijn
pensioen geniet, velde een van de wolven
met een vuistslag en doodde hem ver
volgens met een stoot in de maag. De
tweede wierp zich van achteren op hem
en verscheurde zijn jas van schapevacht,
aldus radio Moskou, maar de dorpsbe
woner greep het ondier bij de keel en
worgde het.
het gebouw, waarvan drie etages zwaar be
schadigd werden, woont onder meer een
lid van de Franse vredesbeweging. Verder
deed zich een kneedbomontploffing voor in
de woning van een als liberaal bekend
staande Parijse architect. Het huis werd
ernstig beschadigd. In Noord-Frankrijk
werden drie kneedbommen tot ontploffing
gebracht.
(AP) De wekelijkse bijeenkomst van
het Franse kabinet kon gisteren niet door
gaan ten gevolge van griep. De minister
voor Algerije, Louis Joxe en premier Mi
chel Debré, liggen met griep te bed. De
minister van Binnenlandse Zaken Roger
Frey heeft een zware kou. Verwacht wordt
dat het kabinet vandaag bijeenkomt, als
de gezondheidstoestand van de ministers
verbeterd is.
Generaal Maxwell D. Taylor, militair
adviseur van president Kennedy heeft
tijdens een bezoek aan Berlijn de
scheidingsmuur tussen het oostelijke
en westelijke stadsdeel bezichtigd.
Generaal Taylor was van 1949 tot 1951
Amerikaans stadscommandant in Ber
lijn. Op de foto ziet men generaal Tay
lor (in burger) naast de huidige
Amerikaanse stadscommandant, gene-
raal-majoor Albert Watson
(in uniform).
Woensdag j.l. publiceerden wij het
eerste van twee artikelen over de
Vierde Europese Gemeenten-Confe
rentie, voor ons blad geschreven door
de Haarlemse wethouder van Onder
wijs en Kunstzaken, de heer D. J. A.
Geluk, die een van de zeven Neder
landse afgevaardigden naar die con
ferentie was. Hier is het tweede en
laatste artikel.
Advertentie
•n R&D'HUIS
HARTELIJK CENTRUM
VAN ONS LEVEN
Op de agenda van de vierde zitting van
de conferentie kwamen onderwerpen van
staatsrechtelijke en politieke, van economi
sche en sociale aard en culturele onder
werpen voor.
De werkwijze is als volgt: door een des
kundige wordt over een bepaald onderwerp
een rapport samengesteld, dat de materie
behandelt in het licht van de Europese
eenwording en uit een oogpunt van het be
lang dat de gemeenten daarbij hebben.
Voorts wordt door het permanente comi
té van de conferentie voor elk onderwerp
een der gedelegeerden als rapporteur aan
gewezen, die tijdig een ontwerp van de re
solutie voorlegt, waarover de conferentie
dus heeft te discussiëren en te beslissen.
Zowel de opsteller van het rapport als
de rapporteur komen bij de aanbieding aan
de conferentie aan het woord. Met of zon
der discussie in de plenaire zitting wordt
de resolutie verwezen naar een der vaste
commissies, die de resolutie gaat bespre
ken en haar dikwijls ingrijpend wijzigt.
Daarop komt in de tweede plenaire zit
ting het rapport van de betreffende com
missie met de definitieve ontwerp-resolu-
tie aan de orde. Zijn er punten van ver
schil, dan kan soms ook daar nog een uit
voerige discussie worden gevoerd, alvorens
de definitieve resolutie wordt aangenomen.
Daarbij valt het op, dat vertegenwoor
digers van bepaalde landen vaak lange be
togen houden, die meer de indruk vesti
gen bestemd te zijn ter bevordering van de
carrière van de spreker dan alleen maar
bij te dragen tot een nuttige discussie. Voor
al de Fransen en Italianen leggen dikwijls
een grote breedsprakigheid aan de dag.
Dit houdt gedeeltelijk verband met de po
litieke situatie in die landen, aangezien
een gedelegeerde meestal een burgemees
ter, dikwijls tegelijkertijd een vooraan
staand kamerlid in zijn land is en met
een betoon van grote activiteit op het ge
bied van de Europese zaak zijn carrière
in het nationale politieke leven denkt te
dienen. Vandaar ook dat dikwijls juist van
Franse en Italiaanse en soms ook van
Belgische zijde een hardnekkige strijd
gestreden wordt om het voorzitterschap
van commissies of het vice-voorzitterschap
van de conferentie. De Duitsers zijn mees
tal reeds veel zakelijker in hun betoog
trant, terwijl bij de Engelsen, de Neder
landers en de Scandinaviërs een kort za
kelijk betoog tot de vaste gewoonten be
hoort.
Op de achtergrond speelt hier vooral ten
opzichte van de Nederlandse delegatie nog
een rol het feit, dat deze delegatie voor het
grootste gedeelte (vijf van de zeven leden)
uit burgemeesters bestaat en deze burge
meesters door hun Franse en Belgische
collega's niet zozeer gezien worden als de
vertegenwoordigers van de autonome posi
tie van de gemeenten, aangezien zij niet
door de bevolking dezer gemeenten zijn ge
kozen, maar door de regering of de Kroon
benoemd. De Nederlandse burgemeester 'S
in veel minder sterke mate een politieke
figuur dan zijn buitenlandse collega's.
Vanaf het begin van het bestaan der con
ferentie stelt deze zich ten doel, voor de
gemeenten een eigen plaats in de Europe
se gemeenschappen te verwerven.
Waar de Raad van Europa de verklaring
van de rechten van de mens als een van
zijn belangrijkste principes aanvaardt, stel
len de gemeentelijke vertegenwoordigers,
dat deze rechten nie alleen geïnterpreteerd
mogen worden als de individuele rechten
van de Europese burger, maar ook als de
rechten van de collectiviteiten van burgers,
zijnde in het bijzonder de gemeentelijke en
gewestelijke bestuursorganen. Een belang
rijk rapport op deze conferentie was dan
ook dat over de arbeid van de Raad van
Europa op het gebied van de gemeente
lijke autonomie.
Uitgebracht werden voorts rapporten over
de ontwikkeling van de Europese Kolen
en Staalgemeenschap, Europese Economi
sche Gemeenschap, over een Europese In
vesteringsbank (in de voorbereiding waar
van in het verleden vooral onze landge
noot de heer Vogel, directeur van de Bank
van Nederlandse Gemeenten, een rol heeft
gespeeld).
Voorts werd een rapport uitgebracht over
de activiteiten van de Commissie voor Euro
pese regionale planning en een rapport over
financiële maatregelen tot bevordering van
gemeentelijke en gewestelijke economi
sche ontwikkeling. Voor het eerste zijn
vooral van groot belang de problemen van
de planning in gebieden van verschillende
landen (b.v. Twente-Westfalen).
Meer op het terrein van de hygiëne lag
een rapport over de verontreiniging van de
atmosfeer en de vraag, welke rol de ge
meenten in de bestrijding van de lucht
verontreiniging kan spelen, alsmede een
rapport over de bevordering van de recru-
tering van bloed-donors.
Vooral het eerstgenoemde van deze bei
de onderwerpen is voor tal van gemeenten
een belangrijk en snel groeiend probleem.
De verontreiniging van de lucht door in
dustrieën, maar ook door het verkeer, heeft
in vele grote steden verontrustende vor
men aangenomen en is een kwaad, dat
wellicht op internationaal niveau bestrij
ding zal moeten vinden. Er zijn voorbeel
den van steden, die thans reeds eigen
maatregelen daartegen nemen. Met name
de omschakeling van dieselmotoren voor
stadsbussen op benzinemotoren is een
maatregel, waartoe sommigen besloten.
Tenslotte waren een zestal rapporten op
het gebied van de Europese culturele acti-
viteient van de gemeenten uitgebracht. Het
algemeen gevoelen bestond, dat juist op dit
culturele terrein goed praktisch werk te
doen is, in tegenstelling tot vele andere on
derwerpen, die dikwjls van zeer theoreti
sche aard zijn en waarbij de taak van de
gemeenten soms moeilijk is te concretiseren.
De erkenning van de gemeente als be
langrijke drager van de Europese cultuur
is algemeen. De belangrijke taak, die de
gemeenten in alle Europese landen hebben
ten aanzien van de bevordering van de
culturele belangen van de bevolking en van
het onderwijs, gaf zo vele concrete aan
grijpingspunten, dat de resoluties met aan
bevelingen op dit terrein bijna overal di
rect praktische resultaten kunnen opleve-
;n.
Het was uit hoofde van deze belangrijke
gemeentelijke taak dat in een inleidend rap
port over de culturele activiteiten gepleit
werd voor het betrekken van een gemeen
telijke vertegenwoordiging in de Raad voor
de culturele samenwerking, die is ingesteld
door het Comité van Ministers. Algemeen
werd door de conferentie de instelling van
deze Raad voor culturele amenwerking,
naar zijn Franse naam „Conseil de la Co
operation Culturelle" kortweg aangeduid
met de letters „C.C.C." toegejuicht.
De taak van deze C.C.C. is het vaststel
len van de culturele politiek van de Raad
van Europa, coördinatie en effectuéren van
het culturele programma van de Raad van
Europa en de verdeling van de gelden van
het Europese Culturele Fonds, dat door de
regeringen van de leden-staten wordt ge
voed. Een aansporing aan de grote gemeen
ten om zelf ook bijdragen aan het culture
le fonds te geven, waaruit kleinere ge
meenten met bijdragen geholpen kunnen
worden, stuitte af op de bestaande situatie
in de meeste landen, waarbij het aan de
gemeenten niet zou worden toegestaan der
gelijke uitgaven in internationaal verband
te doen.
In een van de andere rapporten, name
lijk dat betreffende de gemeentelijke uit
wisselingen, werd wel reeds een aanslag
gedaan op dit culturele fonds. Er werd
daarin op aangedrongen, dat uit het cultu
rele fonds bijdragen zullen worden gege<
ven ter bevordering van de uitwisseling
van kleinere gemeenten, die deze zelf "i-
nancieel niet geheel kunnen dragen en voor
gemeenten, die ver van de gemeenschappe
lijke grenzen gelegen zijn en daardoor veel
hogere reiskosten hebben. Voorts wordt op
de regeringen van de aangesloten landen
een beroep gedaan een regeling te treffen
zoals die in West-Duitsland bestaat, waar
bij voor uitwisseling van scholen en jeugd
groepen een speciale subsidieregeling van
rijkswege bestaat. Voor subsidiëring van
gemeentelijke uitwisselingen zouden alleen
uitwisselingen in aanmerking komen die
gemeenten betreffen, die gelegen zijn in
tenminste drie van de Europese landen.
Eerst dan kan van een werkelijke „jume
lage" in Europees verband gesproken wor
den.
Uitvoerige discussie ontstond over de
vraag, of uitwisselingen met gemeenten of
organisaties in dictatoriaal geregeerde lan
den moesten worden afgeraden. Dit hield
verband met het bestaan van een Frans-
Italiaanse organisatie van uitwisselende
steden, die voornamelijk bestaat uit ver
'X
tegenwoordigers van gemeenten met com
munistische bestuurders.
Met grote meerderheid van stemmen be
sloot de conferentie zich te keren tegen
dergelijke organisaties, ofschoon men in
dividuele uitwisselingen niet beïnvloed
door organisaties sterk zou willen be
vorderen, teneinde de mogelijkheden van
contaqten onder meer met de landen ach
ter het ijzeren gordijn, open te laten. Dit
laatste werd vooral sterk bepleit door de
burgemeester van Steglitz in West-Berlijn.
In een andere resolutie zijn een aantal
aanbevelingen vastgelegd met betrekking
tot de bevordering van de Europese ge
dachte bij het onderwijs en de jeugd.
Ondergetekende had de taak daarbij een
resolutie aan te bieden, die de aandacht
van de gemeenten in Europa vraagt voor
het bevorderen van het Europese staats
burgerschap, in het bijzonder bij de jeugd.
Gesteld werd, dat daartoe steun zou moe
ten worden verleend door de gemeentelijke
overheden aan alle activiteiten van on
derwijsinstellingen en organisaties die zich
met het bevorderen van deze Europese ge
dachte bezig houden en dat op ruime schaal
voorlichting gegeven moest worden aan de
genen, die zich met onderwijs en opvoe
ding bezig houden. Voorts werd aanbevo
len aandacht te schenken aan de voor
lichting van ambtenaren en in het bij
zonder van de jongeren onder hen.
In een rapport over de z.g. Europahui
zen, centra van Europese culturele activi
teiten zoals deze met name in Frankrijk
en Duitsland reeds in een aantal gemeen
ten bestaan, wordt aan de gemeentebestu
ren gevraagd materiële en morele steun
te verlenen aan oprichting en instandhou
ding van dergelijke huizen en andere in
stituten, die zich het tot elkaar brengen
van de bevolkingg van Europese landen
ten doel stellen.
Ten aanzien van de viering van een jaar
lijkse Dag van Europa lag een voorstel
ter tafel om deze viering van de eerste
woensdag in maart te verschuiven naar
de eerste mei. Een tegenvoorstel mijner
zijds om deze zaak opnieuw voor te leg
gen aan de door het Comité van Minis
ters aanbevolen ronde-tafel-conferentie,
waarin de Europese onderwijsorganisaties
betrokken zouden worden en voorlopig, zo
lang geen definitieve beslissing genomen
was, de viering op de eerste woensdag \n
maart nog te handhaven, werd door de
conferentie aanvaard.
Zij nog vermeld, dat op de eerste dag
van de conferentie de plechtige uitreiking
van de Europa-prijs aan twee kleine ge
meenten plaats had, namelijk aan Schwar-
zenbeck op enkele kilometers afstand van
de zonegrens in Duitsland, dat een inte-
sieve uitwisseling met plaatsen in andere
Europese landen is aangegaan, en aan
de stad Rhodes op het Griekse eiland Rho
des. In het bijzonder werd de prijs aan
twee kleine gemeenten uitgereikt, die m
eeij randgebied van de Europese samen
werking liggen, en het geheel droeg daar
mede dan ook een enigszins demonstratief
karakter.
Als totale indruk van deze gemeenten
conferentie kan worden gezegd, dat zij ze
ker veel constructief werk heeft verricht
ten aanzien van de inschakeling van de
gemeenten bij de Europese samenwerking
maar dat het zal afhangen van het wek
ken van belangstelling bij de gemeente
besturen in de ledenstaten van Europa,
of dit werk ook inderdaad tot de bevolking
van de gemeenten zal doordringen en daar
mede in de praktijk en naar de geest
kan bijdragen tot de Europese eenwording.
Advertentie
ZEER GOED GESORTEERD IN
in de klassieke en moderne stijl.
KRUISSTRAAT 2 - HAARLEM
U weet wel op de hoek b(j de brug.
LONDEN (AP) Ex-veldmaarschalk,
thans burggraaf Montgomery, heeft in het
Hogerhuis verklaard dat Anthony Eden,
Brits premier tijdens de Suezcrisis in 1956,
hem destijds had verteld dat het oogmerk
van de invasie in Egypte was geweest „Nas
ser kapot" te maken. Eden heeft, als ge
volg van de Suez-affaire later zijn ontslag
ingediend. Sindsdien is hij in de adelstand
verheven als Lord Avon. Montgomery ver
klaarde tijdens het debat over buitenland
se zaken in het Hogerhuis dat Eden hem
ontboden had toen de actie werd voorbe
reid. „Ik vroeg hem: „Wat is de bedoe
ling van de actie. Wat wilt u bereiken?"
De premier antwoordde: „Nasser kapot te
maken.""
Hierop had Montgomery gezegd dat hij,
als zijn militair advies werd gevraagd,
ook zou moeten weten wat er voor po
litieke oogmerken zouden worden nage
streefd, want dat zou mede bepalen hoe
de actie het best kon worden uitgevoerd.
„Het was deze onzekerheid over de poli
tieke oogmerken die de Suez-operatie van
meet af aan parten heeft gespeeld," aldus
Montgomery.
Enige maanden nadien trad Eden af als
premier en als leider van de Conservatie
ve partij. Nasser zit nog steeds in het za
del als hoofd van de Egyptische regering.
Lord Avon heeft in een onlangs versche
nen boek verklaard dat de Suez-actie ten
doel had een eind te maken aan de strijd
tussen Egypte en Israel en het Suezkanaal
open te houden voor de internationale
scheepvaart.