Prachtig werk met levend
materiaal altijd boeiend
Een bontjas bestaat vaak uit
meer dan vierhonderd vellen
VELO
Sport in de IJmond
Jacht op pelsdieren
al vele eeuwen oud
Betaling abonnementsgeld
per giro
ft».
ff Veilige
rolschaatsen
Verkoop van bontjassen
neemt steeds toe
Opstellingen
Zorgvuldige behandeling
zeer belangrijk
Londen centrum voor bon
UIT
en tóch
THUIS
100% SERVICE
Medische verzorging
tijdens het weekeinde
VRIJDAG 30 MAART 1962
UDORA
Bontwerkersvak bleef Coenraad de Rooy 60 jaar trekken
„ONDERGETEKENDE VERKLAART hiermede, dat
Coenraad de Rooy als leerling bij hem in betrekking is ge
weest vanaf 11 augustus 1902 tot en met 10 november 1906
en over zijne vlijt en eerlijkheid steeds tevreden is geweest".
Deze, taalkundig zeker niet geheel juiste, mededeling is met
flinke, met zorg getekende letters neergeschreven op een dik
stuk papier, dat nu nog een ereplaats inneemt in de ver
zameling van de heer C. de Rooy, die jarenlang in Rotterdam
een eigèn bontzaak had en sinds 1938 in IJmuiden bont aan
zijn klanten verkoopt. De heer De Rooy heeft vele van der
gelijke paperassen, die een goed beeld geven van de loop
baan van een vakman van het zuiverste water, die altijd
gefascineerd is geweest door het levende materiaal, dat bont
wordt genoemd. Er zijn getuigschriften en er zijn vele dank
betuigingen van verenigingen, die naar lezingen van de heer
De Rooy hebben geluisterd. Want als men zo verzot is op
zijn vak, dat men het tegelijkertijd als zijn liefhebberij be
schouwt, wil men er over praten. De heer De Rooy heeft
er ook nooit betaling voor verlangd. Het was hem voldoende
als hij weer meer mensen in de geheimen van het bont had
kwam. Na een periode bij C. A. Volk
Amsterdam, kwam hij bij M. B. van Veen
en Zoon in Rotterdam, waar hij op zijn
negentiende jaar al het loon van een vol
wassene verdiende.
Daarna werd het weer Citroen, maar
toen kwam er al een brief van Van Veen,
die hem terugwilde. „Dan verhoog ik je
salaris", zei Citroen, maar toen men hem
bij de Koninklijke Nederlandse Hoeden-,
Petten- en Pelterijenfabriek in Rotterdam
als chef wenste, accepteerde hij toch. Als
jong vakman kwam hij daar boven tach
tig collega's te staan, die tweemaal zo oud
waren.
Veel studie
„Hoe dat mogelijk was? Ach, ik weet
het eigenlijk zelf niet. Misschien komt het
wel doordat ik zoveel las over mijn vak.
Ik heb zo'n beetje Frans en Engels ge
leerd om de vakliteratuur te kunnen vol
gen. Ik wilde alles weten over de dieren,
die het bont leveren".
De resultaten van die studie bleven dus
niet uit. Tot 1927 was hij chef, maar de
laatste anderhalf jaar had hij daarnaast
een eigen zaak. ,(Dat stond namelijk niet
in het contract", grinnikt hij zacht. „Ik
mocht niet voor anderen werken, maar
voor mezelf beginnen was geoorloofd. Ze
hadden het tenminste vergeten te verbie-
den".
Zodoende kon hij helemaal voor zichzelf
aan de slag, toen men in 1927 de fabriek
ging reorganiseren. Het pand Nieuwe Bin
nenweg 137 in Rotterdam werd een be
kend punt voor in bont geïnteresseerden.
„Ik weet het nog preeeis", zegt hij, en
zijn ogen glimmen als hij het vertelt.
„Een echtgenote van een dierkundeleraar
kwam wel als klant, en toen bracht zij
ook haar man eens mee. Hü ontdekte dat
ik wel het een en ander over pelsdieren
afwist en toen kwam er ineens een uit
nodiging van de Koninklijke Natuurhistori
sche Vereniging of ik eens een lezing wil
de houden. Die lezingen werden altijd door
geleerde mensen gegeven en ik schrok
dan ook wel toen ze mij, iemand die al
leen lagere school heeft gehad, zomaar
wilden laten praten voor al die mensen
van de wetenschap."
De heer De Rooy nam het toch aan, en
zijn betoog sloeg in. „Maar het was vel
net of ik een klap op mijn kop kreeg toen
ik daar op dat podium voor al die men-
sen stond".
De volgende dag stond er in de Nieuwe I
Rotterdamse Courant een groot verslag
van de avond en het gevolg was, dat bij
eerst door de Vereniging van Huisvrou-
wen in Amsterdam werd gevraagd en
daarna door tal van verenigingen in het
gehele land. De heer De Rooy deed het
graag, want bont is zijn leven
„Het is zulk prachtig levend materiaal"
zegt hij. „En het opvallende is dan ook,
dat iedereen, die even in het vak heeft
gezeten en er feeling voor heeft, er auto
matisch weer in terugkeert".
Vak blijft trekken
Zijn eigen zoons hebben het bewezen.
Zij groeiden temidden van het bont op
Zo zag het bontschilderij van de heer
C. de Rooy eruit.
Schilderij in bont
Een hoogtepunt was voor de heer De
Roov zeker wel het bontschilderij, dat een
bedankbrief van de Koningin opleverde.
„In de krant stond een reproduktie van
een schilderij „Wintergezicht", dat de Ko
ningin had gemaakt en dat als premie
diende voor de loterij „Kunst in nood
Ik heb er toen in bont een afbeelding van
gemaakt en een foto daarvan naar Hare
Majesteit gestuurd. De kranten stonden
vol over dat bontschilderij en de bedank
brief, die ik van haar kreeg'.
Coenraad de Rooy is nu al lang weg uit
Rotterdam. Hij zit nog steeds in het bont
en het verveelt nooit. „Het is zo genuan
ceerd" zegt hij. „Elk vel is weer anders. En
ook de modellen veranderen met de mo
de. Daarom blijft het altijd nieuw".
Bont komt van pelsdieren. Bij deze die
ren liggen de haren meestal in dezelfde
richting van kop naar achteren. Dit noemt
men „vleug". De huiden der pelsdieren zijn
van belang omdat onder de lange kroon-
haren, die dikwijls dan ook worden weg
genomen, zich de kroezige wolharen be
vinden.
Al vanaf de oudste tijden is het ge
bruik van huiden in zwang. Egyptenaren
bereidden vellen, in Tibet kende men een
woonwijk van leerbewerkers, in Rome
waren ten tijde van Tacitus buitenlandse
vellen in gebruik. Karei de Groote stelde
voor bontvellen maximumprijzen vast en
bepaalde onder anderen in 808, dat een
martermantel niet meer dan 30 sous mocht
kosten.
Noord-Amerika is altijd een belangrijk
land geweest voor de pelshandel. Fransen
trokken naar het ontdekte Nova Scotia
voor vis en pelsdieren. Ze gebruikten de
Alkonkin Indianen als pelsjagers. Witte
bevervellen waren bijzonder in trek. In
1670 richtten de Engelsen de Hudson Bay
Company op, die op vele plaatsen kan
toren vestigde.
In 1700 gingen de Russen een campagne
in oostelijke richting voeren. In het boek
„Schip der gedoemden" van Herbert
Wendt leest men het onstellende verhaal
van de jacht op zeekoeien en vossen, die
in vreselijke slachtingen uitliep. De Rus
sen bereikten tenslotte zelfs Alaska.
De pelsjagers (trappers) vertrekken in
Noord-Amerika in oktober naar de vang-
plaatsen en nemen 400 tot 600 vallen mee
met mondvoorraad voor verscheidene
maanden. Komen zij ter plaatse dan gaan
zij verder per slee. Het uitzetten van de
vallen neemt drie tot vier weken in be
slag, en zijn ze bij de eerste vallen terug
gekeerd, dan kunnen de trappers de hele
rij weer langs gaan. Een der trappers
blijft bij de hut achter om de vellen te
verzorgen en te drogen. Met Kerstmis
komen de trappers terug naar huis.
- ff
v.'.>..vw V mviaWw
Wie een bontjas alleen aan de buiten
kant bekijkt zal zich wel verbazen over
de schoonheid van de meeste bontsoor
ten, maar hij zal zich niet realiseren,
hoeveel werk er zit in het vervaardigen
van zo n "jas. Toch biedt een enkele blik
aan de binnenkant meteen al andere
Vv,.,
~>X
Advertentie
wtelbevMtigin»
De heer C. de Rooy gebogen over de
velletjes van eekhoorns
en ze keerden terug. Nu leiden zij de
zaak in IJmuiden, maar hun vader, die
nu 72 is, bleef werken. Hij kan er niet
mee ophouden. „Als ik er mee zou
stoppen zou ik mijn zelfstandigheid als
mens verliezen", zegt hij. „Maar denk
niet, dat. ik me heb doodgestaard op
mijn vak. Ik had andere liefhebberijen.
EHBO heeft altijd mijn liefde gehad.
Ik heb drie diploma's".
De heer De Rooy vertelt daar niet ver
der over. Langs de redding, die hij eens
verrichtte, en waarvoor hij de bronzen
medaille van de Maatschappij tot Redden
van Drenkelingen heeft gekregen, loopt hij
maar snel heen. Hij pakt een bontvelle
tje op en streelt het. „Nee, mijn leven is
niet leeg geweest", zegt hij.
Twaalf jaar was Coenraad de Rooy toen
hij als leerling bij de pelterijen fabriek
Emile Citroen in Amsterdam in dienst
perspectieven. Want dan blijkt onmid
dellijk uit hoeveel vellen zo'n jas eigen
lijk wel is samengesteld.
Zeer opvallend is dat bijvoorbeeld bij
de Zobel-feejassen. die zijn vervaardigd
uit velletjes van in noordelijke streken
levende eekhoorns. Op het atelier krijgt
men het bont, dat van de buikjes van deze
dieren afkomstig is, binnen, en dan moet
men al zorgen, dat de juiste kleurscha
keringen bij elkaar komen. Van de vel
letjes stikt men dan repen, die weer wor
den samengevoegd tot een vel, bestaande
uit 280 vellen. De oppervlakte van zo'n vel
is 2.10 meter bij 1.25 meter. Dat is echter
nog niet voldoende voor een bontjas. Want
voor de mouwen heeft men ook nog eens
120 vellen nodig. In Engeland worden de
vellen geverfd en dan worden ze op het
Nederlandse atelier van de bontwerker
weer tot jassen omgetoverd.
Maar er zijn nog veel ingewikkelder
dingen. Men heeft nertsjassen, die gemaakt
zijn van het bont, dat afkomstig is van
nertsafval: koppen of oksels. De mooiste
stukken van de nertsen blijven in Amerika,
want een echte mink-coat van de edelste
stukken is voor de gemiddelde Nederlan
ders niet te betalen. De prijs kan tot
f 20.000 lopen.
De afvalstukken gaan naar de achterge
bleven gebieden, waar hele families in de
deuropening onmogelijk kleine velletjes
met onvoorstelbaar geduld en grote han
digheid aan elkaar bevestigen. Doordat in
het zuidoosten, in Griekenland, Turkije en
Perzië de lonen zo laag liggen, zijn deze
jassen van afval, die in Nederland weer
uit de vellen worden gemaakt, nog te be
talen.
Overigens is nerts nog niet eens de duur
ste bontsoort. Dat is de Chinchilla, waar
van een jas zo'n slordige 80.000 kost.
Persianers (Perzisch schapenbont) is
weer wat goedkoper dan nerts. Dan komt
Bisam, even duur als nertskoppen, en zo
loopt de duurterij af via veulen (nu zeer
schaars, omdat er haast geen paarden meer
zijn), zobel-fee, hamster, yemen (Arabisch
geitenbont),- naar kid-leg (geitenpoot) en
lamb-leg (lammetjespoot) welke twee soor
ten zeer sterk zijn.
Maar een hele bontjas zal men toch
nooit onder de 375 kunnen kopen. De
Persianer van het Perzische vetstaart-
schaap levert de grootste vellen, bisam-
Dit is het resultaat: een Zobel-fee
bontjas, die door zoon J. de Rooy
zorgvuldig wordt bekeken.
Er wordt tegenwoordig veel meer bont.
gekocht dan vroeger. Was het indertijd
iets, dat alleen de upper ten zich kon ver
oorloven, nu zijn er veel meer mensen,
die over een bontjas denken, en vaak de
daad bij het woord voegen.
In Amerika wordt zeer veel bont ge
dragen. Daar neemt de vrouw, die het
maar even kan doen, elke paar jaar een
nieuwe jas. Het kredietsysteem werkt
daartoe mee.
De Amsterdamse afdeling van de Inter
nationale Bond van Bontwerkers telde in
1914 veertien leden. Nu zijn het er enige
honderden. De emancipatie van de vrouw
en de gestegen welstand spelen daarbij
een belangrijke rol.
LANGE NIEUWSTRAAT 491
Wijk aan Zee (thuis tegen ADO '20): J.
de Blok; Schellevis en De Winter; Bol,
Scholten en C. de Blok; Seysener, E. Snij
ders, Durge, A. Snijders en v. d. Wel.
ADO '20 (uit tegen Wijk aan Zee): Bur
ger; Glorie en Welboren; Bakkum, Dam en
De Wit; v. Duivenvoorde, Aardenburg,
Beentjes, Duin en Van Tunen.
WBVitesse '22 (terreinen CVB, Roos-
wijkerlaan, twaalf uur): WB: Van den
Boogaard; R. Luitjes en Altena; Van
ren Both en Kersbergen; A. Luitjes, Ef-
fern, Van der Horst, Hoogendijk en R. Mus-
kee.
Bont moet zorgvuldig worden behan
deld. Zo moet een bontjas noovt
in de zon worden gehangen. De kroon-
haren verbranden dan in de zon en
bovendien krijgt men juist dan motten.
Luchten is goed, maar dan niet in de
zon. Bovendien moet men bont op een
droge plaats bewaren. En een zeer be
langrijke factor is het netjes dragen
van de jas.
De Hudson Bay Company in Londen is
het centrum van de bonthandel. Daar
wordt alles geveild. Zoals men dezer dagen
heeft kunnen lezen is de kans groot dat ook
in Amsterdam binnenkort weer bont zal
worden geveild. Dit is dan te danken aan
de moeilijkheden tussen West- en Oost-
Duitsland.
De chinchilla, het kostbaarste pels- i geven de verhoudingen aardig weer.
diertje ter wereld, is maar klein van Toch is dit diertje tussen de 500 en
stuk. De bloempot en de bladeren I 1900 gulden waard, afhankelijk van
de waardering.
Ook de eekhoorn levert bont.
ratten weer veel kleinere. Een van de in
teressantste soorten is nutria-bont. De
nutria, een knaagdier, draagt in het water
zijn jongen op de rug, en heeft daarom aan
die kant de tepels zitten. Daarom is het
bont van nutria op de buikzijde mooier
dan op de rug, in tegenstelling met andere
soorten.
Het is wel duidelijk, dat de bontbranche
niet zo eenvoudig is. De duurste soorten
zijn lang niet altijd het sterkst, en bijna
overal heeft men weer tal van kwaliteiten
bont, die niet alleen afhangen van de
plaats van het lichaam, waar het vel van
daan komt. maar ook nog van de beharing.
Juist dit laatste doet veronderstellen, dat
het kweken van chinchilla's of nertsen in
Nederland toch altijd het nadeel heeft, dat
de dieren hier niet in hun natuurlijke om
geving zijn en dus minder beharing zullen
krijgen dan hun collega's in kouder
streken.
Men komt tegenwoordig ook wel eens
namen tegen als „Seal Electric" en „Mink
Chevrette". Het eerste is echter elektrisch
geschoren konijnenvel, het tweede mink-
kleurig geitenbont.
Met de namen is vroeger wel eens meer
gemanoeuvreerd. Zo is de Chinese hond
lange tijd een leverancier van bont ge
weest, al is dit bont niet altijd als „Chi
nese hond" verkocht.
Advertentie
U kunt het uzelf gemakkelijk maken
door het abonnementsgeld voor het
volgende kwartaal te voldoen op
onze postrekening no. 129288 ten
name van De IJmuider Courant U
bespaart daarmee incass ïkosten en
vermijdt geloop aan de deur.
Het te gireren bedrag is f 7.65, post-
abonnees f 8.15.
U kunt het or s gemakkelijk maken
door uw giro-opdracht te verzenden
voor het eind van de maand, voor
zien van wc juiste naum en adres
Wij behoeven dan geen kwitanties
uit te zenden. Indign u voor een
ander gireert, wilt u dan het bezorg
adres van de krant vermelden7
Voor automatische girobetalingen
(het allergemakkelijkste) zijn formu
lieren op aanvraag gaarne ter be
schikking. In dat geval dient men
wel voor voldoende saldo op de
giro-rekening zorg te dragen.
DE ADMINISTRATIE
Met PHILIPS TELEVISIE
gezellige avonden
Ook voor het
allerlaatste sportnieuws
PHILIPS-DEALER
Trompstraat 68 - Telefoon 5198
De Heemskerkse kortebaandraverij zal
dit jaar plaats vinden op donderdag 6 sep
tember.
Dit maakte de voorzitter, de heer K. Rol
bekend op de in zaal Dam gehouden jaar
vergadering van de vereniging. In 1963 zal
in Heemskerk het kampioenschap van Ne
derland op de korte baan worden ver
reden.
De course van verleden jaar noemde de
heer Rol ondanks de minder gunstige
weerstomstandigheden toch wel geslaagd.
De eindritten hadden echter een saai ver
loop omdat hierin vier paarden van de
zelfde eigenaar uitkwamen.
Uit het jaaroverzicht van de secretaris,
de heer H. Hooghiemstra, bleek dat het
edentaï nog steeds stijgt en thans vier
honderdvijftig bedraagt.
De financiële positie is gezond te noemen
gezien het bezit van de vereniging van
ruim 35.00.
Bij de bestuursverkiezing werden in-
plaats van de heer P. Bisschop, die zich
niet herkiesbaar stelde en de heer Th.
Groot, die is overleden, benoemd de heren
Y. Schuit en J. Weel.
CASTRICUM:
Arts: H. van Leesten, Bakkummerstraat
48, tel. 2428.
WUkvc.vjleging: Zuster Meihuizen, Bak-
vummersttaat 41, tel. 2530.
Verloskundige: Mevr. ScholtenKloes,
Vinkenbaan 8, tel. 2590
Apotheek: Apotheek Ouwerkerk, Bur-
gem. Lommenstraat 6, tel. 2500.