Rendez-vous met het verleden OPLICHTER-MORALIST KARL MAY STIERF VIJFTIG JAAR GELEDEN PUZZEL NUMMER 29 Panda reis PETERTJE'S AVONTUUR 24x_ I Polle en vervolgverhaal DOOR CLEMENS LAAR Nog altijd de populairste volksschrijver der Duitse s Olidin per jaar!| Onvrijwillige strip-tease m M 0 |h nanaia u rHoe is het ontstaan?^ KOOT PIANO'S mnacai 3 ZATERDAG 31 MAART 1962 13 'C A- AA- ZljtWEG 57 - HAARLEM liölSFiSlE 3 m n mm pis li pms baa paa Dit woord: FLOUSJES J 16. „Zo", zegt Meubelmaker, „nu hebben jullie de toren bezichtigd, nu moet je ook zien, maar zij voor dient. Je zult wel lachen, maar dat geeft, niet!" „Hier is mijn werkplaats. Die heb ik ook zelf gemaakt, hoor en daar heb ik heel wat mooie dingen in zitten. Let maar eens op!" „Kijk, hier is een bootje. Zoiets hebben jullie, wed ik, nog nergens gezien! Heb ik uit gevonden! Nu moet je eens kijken. 3COOOOOOCOOCOOOOOOCOO ^ODCOOOOOOOéOOOOOOC V- - 87) „Dat is mogelijk", zei ik opgewon den, „maar wat drukt het in werke lijkheid uit? Brutaliteit Trots. Mis schien ook een ontoombare wil, maar ook teugelloosheid. Bij Colleoni is ai- les heerszucht, maar geen echt he renkarakter. Alles is willekeur en tuchteloosheid In dat opzicht is het standbeeld misschien werkelijk kunst. Wie zo rijdt, die leeft ook zo en moet ten val komen. Zo zal het ook wel gegaan zijn Als zo iemand met zijn paard en zijn leven door de knieën gaat, dan komt hij niet meer overeind. Omdat nu eenmaal het wer kelijk ruiterlijke, de werkelijke supe- rioritiet, de innerlijke beheersing en geslotenheid ontbreken. Zo iemand zweept zichzelf en zijn paard met een onberedeneerd geweld vooruit, maar rijden doet hij niet. Het hoofdmotief van het rijden is de drang om vooruit te komen, de vastbesloten en in on wil, die op de verte gericht is. Rijden is altijd alleen maar vooruit willen. Beheerst en gedisciplineerd, maar on verstoorbaar en onweerhoudbaar Bim had mij met grote ogen aan gekeken: „Jij bent toch een rare, Bom. 3ij jou worden alle levensvragen gecon centreerd op het ruiterlijke. Je maakt het je wel erg gemakkelijk." „Dat is een verwijt, dat niets ter zake doet", stoof ik op. „Het is geen verwijt en het is ook niet onzakelijk, Bom. En het merk waardige is, dat jij heel dikwijls, waarschijnlijk zelfs meestal gelijk hebt. Zoals nu ook Ik keek haar onzeker aan. „Nee, heus," zei zij toen heel ern stig en legde haar handen op mijn schouders. „Je hebt je alleen maar laten gaan over de grote meester Ve- roochio en eigenlijk alleen als een verontwaardigde ruiter en ik geloof, dat je gelijk hebt." Toen was zij beginnen te lachen: „En met Donatello ben je het du? eens?" Hulpeloos had ik de schouders op gehaald „Je moet mij niet te erg uitlachen, Bim. Ik weet wel, dat ik niets ge leerd heb. Maar ik kan nu eenmaal niets accepteren, wat ik op mijn ma nier niet kan begrijpen en niet erken nen kan. Ja, Gattamelata, dat is heel iets anders. Die rijdt werkelijk. Die is een met zijn paard, dat is allemaal los, maar met een ingespannen wil. Die viert zijn paard wel aan de lange teugel, maar tussen kruis en knie is hij 't meester. Dat hele proces vol trekt zich inwendig, maar het is wer kelijke, levende kracht. Het gaat vooruit Voor mij is het daarom het mooiste en het indrukwekkendste ruiterstandbeeld. En nu mag je wel weer barbaar tegen me zeggen Maar ze zei het niet. In plaats daar van gaf zij mij een heel lange kus. De neiging om in het zadel een beetje te hangen kon zij ook daarna niet meer helemaal kwijtraken, maar dan zei ik niet meer tegen haar: „Je moet ook meehelpen, Bim. Vooruit willen is rijden, vooruit rijden is ai- les", ik hoefde alleen nog maar te zeggen: „Denk aan Gattamelata!" Toen de kabouter met Kerstmis 1913 haar een Hannoverse vos cadeau deed, noemde zij hem „Gattamelata en zij kwam nooit in de verleiding, die naam af te korten. Ik schrok plotseling op, toen Rit- tinghaus mijn glas vol schonk en staarde toen naar de belletjes die zachtjes erin opstegen. Bom moet Gattamelata niet ver- geten. Nee, Bim, ook deze boodschap zal ik niet vergeten. Ik wil proberen haar na te komen. Voorwaarts, zou nu de leus zijn. Verder leven Steeds vooruit Maar hoe moest je dat aanleggen? Waar moest ik dat leren? Ineens herinnerde ik mij hoe iemand mij al eens had toegeroepen: „Rijd, Kaspar, rijd!" Ach ja, dat was Lena geweest En plotseling hoorde ik ook de stem van Pat, heel duidelijk, alsof hij vlak naast me stond. Hij zei: „Heren rij den". Ik wilde opstaan, maar op dat ogen blik zei Rittinghaus hees: „Het is goed, dat je er bent, Kas par, maar misschien was hel be* er geweest, als je een paar dagen later gekomen was. Morgen Welk ongeluk kon mij nog treffen? Ik vroeg dus rustig: „Wat is er mogen?" „Morgen Kaspar, komen ze van r'e rijksregering voor de afrekening van de herstelcommissie. Je krijgt in alle geval een hoop geld. De republiek is niet krenterig „Zo?" „Ja. En ook de keizerlijke fiscus §xx300000C500000(X)0C)000<X)C)000000C)00000C)0CO00000000000O00<-v-. heeft behoorlijk betaald. Je bent een rijk man geworden, Kaspar. Als je morgen de boeken eens inkijkt Ik moest lachen, maar het klonk niet echt. Dus ik ben eigenlijk zo iets als een oorlogswinstmaker?" m De kabouter keek over zijn glas heen mij bezorgd aan. „In alle geval beschik je over de mogelijkheid, om opnieuw te begin nen, Kaspar. En dan er is nog iets. De vijf laatste merries worden morgen ook Weggehaald. Je zult de stamboekbewijzen moeten onderteke nen en de nota der schadeloosstelling en „Kunt u dat niet opknappen, con sul?" „Nee, ik ben er niet." Ook dat verbaasde en ontroerde mij niet. Nou goed, hij zou er niet zijn. Ik voelde echter, toen hij over de uit voerige verklaring begon van de ge hele liquidatie van zijn buitenlandse ondernemingen en over de laatste on derhandelingen betreffende zijn scha- devergoedingseisen in Berlijn, dat nij nog iets bijzonders op het hart had. Hij keek mij ook zo vreemd aan. „Ik zal tamelijk lang op reis zijn, Kaspar. Het is mij met een beetje moeite gelukt, een klein gedeelte van mijn vorderingen te converteren in een gezonde wissel op Zürich." „Zo, zo. En de rest laat u op de bank staan. Het moet alles bij elkaar wel een mooi bedrag zijn." „Inderdaad, Kaspar. Ik zal het be leggen in veilige staatspapieren. Daar zal wel enige tijd mee gemoeid zijn." „Dat is toch zeker niet voor mij", merkte ik op, omdat de uitdrukking van zijn gezicht mij irriteerde. „Nee voor jou niet." Alleen om hem af te leiden, vroeg ik verder: „En voor de Züricher affaire moet u zeker naar Zwitserland?" „Ja, ook dat. Het geld is bestemd voor de opvoeding van Jurgen. Maar het voornaamste is, dat ik hem terug wil zien." „Wie is Jurgen?" vroeg ik automa tisch, De kabouter stond op: „Jurgen, zie hij en zijn stem beefde een beetje, „Jurgen is je zoon." Toen ging hij weg en keek niet eens meer om. Ik stond op, ging naar de grammo foon en draaide nu die plaat, die „Morgen" heette. Ja, jongen zo was het en het heeit geen 'doel, te proberen in gewone woorden te schetsen, wat er toen, ge durende de rest van die nacht, in mij omging. Alles lag buiten het bereik van begrijpen en woorden. Het ont week bijna zelfs de gedachte. De oude kabouter was niet kwaad of verontwaardigd geweest. Op zijn hoogst maakte hij zich zorgen over ons beiden en ik zelf had geen mo ment een gevoel van schaamte of schuld. Was ik tegenover jou. Jurgen, te kort geschoten, of had ik een vader lijke plicht verzuimd? Wat had je eigenlijk voor mij betekend tot op dat ogenblik? Niets immers, volstrekt niets. Je was een paar weken °n maanden lang alleen maar een vage indruk geweest van een paar regels en brieven en tenslotte was je een mededeling geweest op 'n kaart, zo als het Roode Kruis die naar de ge vangenenkampen mocht zendên. Meer was je niet geweest en is het niet be grijpelijk, dat die vage voorstelling die ik van je had, met al de andere mensen uit mijn voorstellingswereld verdween en als verdoofd werd, toen de verschrikkelijke mededeling kwam? Is het ook niet te begrijpen, dat .n deze uren, toen hét verleden en de ervaringen van het ogenblik mij over vielen, geen gedachte aan jou in mij kon leven? In dit leven telde jij nog niet en de jaren, waarin wij eikaars kameraden zouden zijn, zoals er geen betere 1er wereld kunnen zijn, die moesten nog komen, die lagen nog ver voor ons .Tij moest juist de brug worden, die voor mij het verleden met de toe komst verbond. Schuldgevoel had ik niet en het is ook niet onmogelijk, dat alles, wat de kabouter kort tevoren over het wezen van een vader gezegd had, daarbij een beetje een rol speelde. Thans denk ik, 'dat hij dat toen waarschijn lijk heel bewust verteld heeft. Hij wilde mij volledig voorbereiden voor dat ogenblik. Ja, hij was werkelijk een groot man, de oude kabouter Rit tinghaus Jurgen is je zoon! Met die paar woorden gingen nu ook de deuren naar de toekomst voor mij open. (Wordt vervolgd) ■-xMoooooöcoeocoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooocoC' OLD SHATTERHAND, Winnetou, Kara Ben Nemsi, de Apachen en de Co- manchen, voor wie waren dit niet in zijn jeugd dierbare begrippen? Hoevelen stonden niet met de Indiaanse zilverbuks op of gingen met de berendoder naar bed in die zoete jaren, waarin de werke lijkheid nog niet zoveel aanspraken op de mens maakte, dat hij nog in fanta sieën leven kon. De schepper van deze schone wereld van edelhartigheid en trouw in de uren dos gevaars was Karl May, „dr. Karl May" zoals hij zichzelf op het hoogtepunt van zijn roem noem de. Gisteren vijftig jaar geleden stierf hij in Radebeul bij Dresden. Straatarm werd Karl May in 1842 in het Ertsgebergte geboren, rijk maar zeer omstreden stierf hij precies zeventig jaar later na een leven dat als climax de roem van de veelbereisde, onoverwinnelijke Amerika- en Arabië-reiziger had en als dieptepunt de in totaal acht jaren gevangenis, die Karl May voor allerlei oplichterijen en diefstallen moest, uitzitten. DAT MAY niet op het hoogtepunt van zijn faam stierf, kwam door de activiteit van een journalist, die de „doctor" ont maskerde en openbaar maakte dat May, die zich in zijn villa Old Shatterhand had omgeven met vele herinneringen aan zijn „avontuurlijke leven", waarschijnlijk nooit uit Europa was weggeweest en in elk ge val zijn reisverhalen uit zijn duim had ge zogen. Winnetou, Old Surehand, Old Fire- hand, ze hebben nooit bestaan en Old Shat terhand is niets anders dan de droomge stalte van een vroegere dief en oplichter, die „nog geen schot kan lossen," zo schre ven de journalisten uit die dagen. Zij be- Een modehuis in San Remo vroeg en kreeg toestemming van de Italiaanse marine, op een onderzeeër zijn nieuwe modellen te showen. Dit toilet- nauwsluitende donkere maillot, die ein ligt in een skibroek en waarbij een vleermuiscape gedragen werd, was een van de creaties. m< van karakter veranderde: niet langer be wonderende brieven van zelfs de meest aanzienlijke lieden in Duitsland, maar dreigbrieven en smaadschriften van allen die zich door hem bedrogen voelden. NU, 50 JAAR na May's dood, is het rustiger om hem geworden. Litteraire be roemdheden als Hermann Hesse, Heinrich Mann, Franz We'rfel en Karl Zuckmayer zijn voor hem in het strijdperk getreden en hebben blijk gegeven van hun grote be wondering voor deze fantast, die zij prij zen als een „volksschrijver bij uitnemend heid" en die „met zijn sterk moraliserende geschriften, waarin het edele en de edele mens altijd overwinnen, nog steeds bij draagt tot de vorming van miljoenen jon geren over de hele wereld." DAT DIT LAATSTE geen frase is, blijkt uit de oplagecijfers die Karl May's boeken nog altijd bereiken. Het uit Oost-Duitsland naar Bamberg verplaatste Karl May-Ver- lag verkocht sinds de oorlog 9 miljoen exemplaren. In totaal werden. 18 miljoen exemplaren van Karl May's werken in het Duits gedrukt. Alleen al „De schat in het Zilvermeer" bereikte een oplage van 1,1 miljoen. Bij de herdenking van Karl May, gisteren in Bamberg, is door velen be treurd dat het Karl May-museum in Oost- Duitsland gevestigd is. Wel is men van plan om allerlei May-curiosa bijeen te brengen in een nieuw klein museum dat in Bamberg gesticht zal worden, maar de „authentieke" omgeving, waarin May woonde temidden van al zijn onechte reis herinneringen, zoals de nooit gebruikte zil verbuks en berendoder, blijft voor weste lijke toeristen verborgen achter het IJze ren Gordijn. De Westduitse televisie wijdde een programma aan Karl May, waarin wel iswaar waarheid van verzinsel werd ge scheiden, maar waarin men toch alle eer betoonde aan Duitslands meest gelezen volksauteur, die zijn vermogen heeft na gelaten aan een stichting welke noodlijden de jonge mensen met talent financieel steunt. Horizontaal: 1. element, afk.; 3. eigen aardig; 7. geloofsovertuiging, afk.; 9. iemand die les geeft; 11. uitstekend; 14. meisjesnaam;. 16. tijdelijk heersende smaak; 18. draaiend deel v. turbine; 20. tijdperk; 22. gestalte; 24. hulde; 25. niet voor altijd; 28'. samengegroeide klomp planten; 29. riviertje bij Dokkum; 31. hoofdstad van Korea; 33 muzieknoot; 34. bezinksel; 36. beroepsboodschapper; 39. talmen; 40. puin- rand b. e. gletscher; 42. hemellichaam; 44. soort beschadiging; 46 uitgeput; 48. nobele; 51 muzieknoot; 52. jongensnaam; 54. scherpe pijn veroorzakend; 56. vod; 57 metaal: 59. blaf; 60. muziekdrama; 62. bep. geluid; 64. boom: 65. aromatische plant; 67. Advertentie geeft kleur; 68. achter; 69 bekend gebouw in Milaan; 70. loswal. Verticaal: 1. vlakke, onbeleefde; 2. weer klank; '6. bep. bond van architecten, afk.; 4. evenzo; 5. Amsterd. Peil; 6. schaap; 7. redevoering; 8. het knijpen; 10. brengt hulde; 12. vertaler; 13. joon; 15. zwager van Oedipus (Gr. myth.); 17, landkaarten- boek; 19. Zweedse munt; 20. plaats op de Veluwe; 21. Engels bier; 23. muzieknoot; 26. heen en weer lopen; 27. renboden; 30. schijntje; 32 parfum; 34. titel, afk.; 35 zie 21; 37 zie 19; 38. groot stuk bouw land; 41. broodbeleg; 43. bode aan een universiteit; 45. Germaanse God; 47. vaat werk; 49. waterkering; 50. moed; 51. droog; 53. teken in vaarwater; 54. weekdier; 55. bedwelmende middelen (Eng.); 56. bep. kleur; 58. meisjesnaam; 61. keteltrom; 63. onderricht; 64 groente; 66. ter aange haalder plaats (L. afk.); 67. klasse. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen voor donderdag a.s. in ons bezit te zjjn. Advertentie 34. Kapitein Robbeklopper vond, dat hij nu lang ge noeg gewacht had. Ongeduldig kwam hij op de hoofdman af en riep, op de gouden hut wijzend: „Dat is mijn lading, maat, en ik wil hem terug hebben.' Er is voor de drommel al veel te veel mee gesold!" „Neeneenee!" sprak de burgemeester afwerend. „Dit stadhuis, niet laadding! Stadhuis niet weg, emigratie- dienst niet goed vinden!" Nu was kapitein Robbeklopper een warmbloedig heer schap en het zag er naar uit, dat ditmaal de inboor lingen nader kennis zouden maken met zijn gekneusde been. „Ik heb niks met die uitgetaande emigratiedienst te maken!" bulderde de gezagvoerder driftig. „Ik ben een eerlijk zeeman en ik eis mijn eerlijke lading op!" Het was te begrijpen, dat de inboorlingen zich over deze opruiende taal opwonden. Er ging een onheilspel lend gemompel op en de gespierde lijfwacht van de burgemeester deed dreigend een stap naar voren. „Vreemd witman oneerbiedig spreken over emigratie- dienst!, kreet de magistraat verontwaardigd. De toe stand was dus tamelijk gespannen geworden, en terwijl Panda ontsteld de opvliegende zeerob tot bedaren tracht te te brengen, vond Joris het beter onopvallend te ver dwijnen. „Onze rondborstige zeebonk pakt de zaken weer eens te ruw aan", mompelde hij. „Iemand met een fijn aanvoelingsvermogen ats ik tracht tot het doel te ge raken langs diplomatieker wegen. Zo mompelend verdween hij tussen het geboomte en even later kwam uit dat geboomte een steen aansui zen waaraan een briefje was bevestigd. „Brief van emigratiedienst!", riep de hoofdman ge troffen uit. Machtige strips en prachtige ver halen in Olidin, het blad van de Shell Junior Club! Inlichtin gen bij elk Shell station! SHELL EEN LID VAN de Parijse onderwereld heeft deze week niet zonder succes, want hij is nog steeds niet gegrepen, een nieuw procédé gelanceerd om in winkels de kas sen te lichten. Dinsdagmiddag tijdens het lunchuur, wanneer heel Parijs geconcen treerd aan tafel zit, kwam een ongeveer 30-jarige man een herenmodezaak binnen met het verzoek aan de verkoopster, hem wat overhemden te laten zien. Toen de 17- jarige winkeljuffrouw al haar schatten in dat artikel had getoond en al voorzichtig informeerde naar de uiteindelijke keuze van haar klant, deed de man plotseling een sprong over de toonbank en dreef de ver bijsterde verkoopster de gang in. Hier werd het meisje tot haar niet geringe ont steltenis onder bedreiging met een dolkmes gelast, zich zonder verwijl uit te kleden. Nadat zij aan dat bevel tot op de laatste draad en bevend over alle ledematen had voldaan, nam de gangster alle kleren van de jongedame in beslag om zich daarmee haastig uit de voeten te maken na in het voorbijgaan uit de kas nog een bedrag van 350 nieuwe franken (ongeveer 250,te hebben gelicht. Het duurde uiteraard enige tijd alvorens het meisje in haar consterna tie haar zenuwen weer de baas was, een overhemd aantrok om haar naaktheid te bedekken en tenslotte telefonisch de politie waarschuwde. Haar kleren werden in een bundeltje om de hoek van de straat even later door een voorbijganger teruggevon den. Doch dank zij die onvrijwillige strip tease had de dief zijn aftocht intussen met een flinke voorsprong op de politie weten te dekken. I Aangemoedigd door dit eerste succes deed deze zelfde man, van wie een tamelijk nauwkeurig signalement bekend is, don derdag eveneens in het vroege middaguur zijn opwachting in een Parijse chocolaterie, waar de .juffrouw en de kas aan een zelfde behandeling werden onderworpen. Vele Parijse winkelmeisjes hebben hun pa troons nu al verzocht, tussen de middag de zaak te mogen sluiten of anders „manne lijke" assistentie te krijgen. OPLOSSING VAN PUZZEL 28 |M|A|F|0|0|R|? V IAL PRIJSWINNAARS Prijswinnaars van puzzel nummer 28: 7.50: M. W. Zaalberg, Zaanenlaan 26, Haarlem, 5.00: P. Beets, Vareniusstraat 11, IJmuiden. 2.50: H. D. van Turen, Meer en Boslaan 18. Heemstede. Wanneer iemand zegt: „Schei nou uit met die f 1 o u s j e s", zal vrijwel iedere Nederlander daaronder verstaan: schei uit met die f 1 a u w i t e it e n en hij zal denken dat flousjes niets anders is dan een verkorting, een samentrekking van flauwiteiten. Toch is dit niet zo. Het woord flousjes is overgenomen uit het Duits, in welke taal die Flause bete kent: de uitvlucht, de luim. Een Flau- sentreiber of Flausenmacher. is een praatjesmaker, een windbuil. In Nederlandse geschriften komt het woord flous zelden voor, maar waar men het aantreft heeft het steeds de be tekenis praatje voor de vaak, u i t v 1 u c h t, grapje waarmee men zich van iets probeert af te maken. Een enkele maal vindt men ook de schrijf wijze f 1 a u s. Vv\yO\\W 82-83. Kom! fluisterde Habiboe. Laten we nou maken, dat we wegkomen; kruip jij maar eerst naar buiten! Hij hielp Petertje door het gat. Die kroop naar buiten en wachtte, tot Habiboe ook verscheen. Samen stonden ze in de schaduw van de hut tegen de wand ge drukt terwijl ze luisterden, terwijl ze luisterden. Maar gelukkig scheen de schildwacht aan de voorkant niets gemerkt te hebben. Copyright P. I. 8. -ffe-22. 6 Copecbage

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 13