Massamedia creëren
4 -XÖS
yy
ZATERDAG 31 MAART 1962
Erbij
PAGINA TWEE
«t- - m
t 5. *i
Bob Tadema Sporry
ER IS EEN MARKT voor tieners
waarop van alles wordt aangeboden:
tijdschriften en boeken, kleding en gram
mofoonplaten; kranten wijden speciale
rubrieken aan deze bijzondere groep van
de menselijke soort en radio en televisie
volgen. De tieners hebben hun eigen
sterren, hun eigen filmgenre, haardracht
en schoenen. In het algemeen is het
niets bijzonders dat de jeugd wenst af
te wijken van de wereld der volwasse
nen, maar het opmerkelijke van onze tijd
is dat de jeugd wordt „geïnstitutionali
seerd". Marktonderzoekers, jeugdbu-
reaus, maatschappelijke werkers, bedrij
ven, de overheid en wetenschappelijke
instanties houden zich op hun terrein
bezig met de bestudering van de jeugd,
uiteraard ook met verschillende doel
einden. Men mag zich daarom afvragen
waar het jeugdprobleem, of de pro-
bleemjeugd, eigenlijk ontstaat: bij de
jeugd zelf, of in de hoofden van al de
diepdenkende volwassenen die met hun
wereld al geen raad weten.
W. Langeveld
-p
T
wac
had
beel
hui
een
Drii
voe
rest
wat
Lei
nirr
gro
kac
doo
ste:
Dit
toe
Mu
de
tisc
tra
vre
sto
der
apt
me
zijt
De
list
vie
zoi
Waarheid en verdichtsels over de bouw
van de piramiden, de goden-graven
Egyptische arbeiders, die de funda
menten van een pleisterplaats in het
archeologisch zo rijke Zakkaragebied
blootleggen, hebben stukken gevonden
van reusachtige granieten beelden van
Farao Ramses de Tweede. Ramses de
Tweede, een farao van de negentiende
dynastie, volgde zijn vader, Seti de
Eerste, omstreeks 1330 v. Chr. op. Hij
regeerde ruim 60 jaar. Overal in Egyp
te, van de kustlijn der Middellandse
Zee in het noorden tot in de troosteloze
Nubische woestijn in het zuiden, heeft
hij talloze bouwwerken doen uitvoeren.
Tot dusverre zijn delen van een voet
stuk en een aantal gebroken stukken
van reusachtige Ramsesbeelden gevon
den, die ieder circa 6 meter hoog ge
weest moeten zijn. Naar de vele ont
brekende stukken wordt op het ogen
blik nog gezocht. Twee reusachtige
Ramsesbeelden zijn reeds eerder in het
gebied van Zakkara gevonden. Het ene
staat thans op het stationsplein te Cairo,
terwijl het andere nog steeds ruggelings
te Zakkara ligt.
Tweede piramide van Gizeh (Mycerinus).
Op de voorgrond de reusachtige steen
blokken van de piramidetempel. In de
piramide-opening de schrijfster van neven
staand artikel.
tal cultusgebouwen die minstens even im
posant waren als de piramide zelf. Bij de
piramide horen ook een aantal grootse
mastaba's, bestemd voor zeer hoog ge
plaatste hovelingen en leden der konink
lijke familie, en een drietal kleinere pi
ramides, die waarschijnlijk voor koningin
nen bestemd waren. Bovendien lagen er
rond de piramide nog vijf zogenaamde
„zonneboten": grote houten schepen, neer
gelaten in diepe sleuven, drie aan de oost
zijde en twee aan de zuidzijde. Wie dus
een „piramide-theorie" wil ontwerpen
moet met deze feiten terdege rekening
houden en tot nog toe is dat niet gebeurd.
De piramide is onverbrekelijk verbonden
met het complex en kan dus niet apart ge
nomen worden.
KONING CHEFREN, Cheops' tweede
zoon en een van zijn opvolgers, bouwde
de tweede piramide, die niet onderdeed
voor die van zijn vader. Maar Mycerinus
moest zich met een heel wat kleinere pi
ramide tevredenstellen. Oorzaak hiervan
was de economische toestand tijdens zijn
regering. Eindeloze rijkdommen zoals die
waarover Cheops beschikte, duren niet
eeuwig en dat is dan ook de reden waar
om geen farao hem evenaarde of over
trof.
De bouw der piramides was lang niet
zo'n tour de force als vaak wordt aange
nomen. De Egyptenaren waren meesters
in het toepassen van de methode der
„vanzelfsprekendheid". Ze gebruikten dus
geen ingewikkelde machinerieën, maar
sleepten de blokken aan op houten sle
den die te zien zijn in het museum te
Cairo langs flauw hellende dijken aan
de vier zijden van de piramide. Arme
schoolkinderen kregen later de sommen
voorgelegd over hoeveel bakstenen er no
dig waren om een opgang te maken als
de piramide zo en zo hoog was en de
hellingstok van de dijk zo en zoveel gra
den bedroeg!
OOK HET VERHAAL over afbeulerij
en knevelarij, dat men vol afschuw aan
haalt als bewijs van de wreedheid der
Egyptenaren, kan naar het rijk der fa
beltjes verwezen worden. Heel de
Egyptische cultuur is doordrenkt van
zachtmoedigheid, alle gevonden geschrif
ten leggen er getuigenis van af. Rechtvaar
digheid was meestal een kenmerk van
wetten en vonnissen. De arbeid werd ver
richt door „horige" boeren, die tijdens de
jaarlijkse Nijloverstroming geen werk en
dus honger hadden. Ze werden behoorlijk
behandeld en betaald in voedsel. En be
kijkt men met eigen ogen de resten der
bouwwerken dan blijkt het allemaal pre
cisiewerk te zijn, dat alleen door zeer ge
schoolde arbeiders en knappe ambachts
mannen gemaakt kan zijn en zeker niet
door een bonte verzameling slaven. Boven
dien was de bouw van het tempelcomplex,
het Eeuwige Huis voor de koning die een
god was, alleen te vergelijken met de
bouw van een middeleeuwse kathedraal.
Het was een werk waaraan iedereen mee
deed en betaalde, een daad van vroom
heid, niét een slaventaak.
EN ZO VERREZEN over heel Egypte,
van noord tot zuid, de piramides, klein en
groot, gebogen, geknikt, met trappen, met
stoepen en met gladde zijden. Monumenten
waarlangs de koning na zijn dood ten
hemel steeg, langs een glanzende, zonover
goten, naar de hemel opstijgende stenen
wand, die zich verloor in de piramidion
op de top; een stralende gestalte die één
werd met de goden
van superrebus te kunnen ontraadselen.
Jammer genoeg hielden de aanhangers van
deze theorie geen rekening met de geolo
gische omstandigheden, die deze verdicht
sels meteen tot onmogelijkheden maakten.
DE BELANGRIJKSTE THEORIE van
alle is die van Davidson, die in de pira
mide een zekere getallenmystiek zocht en
tot de overtuiging kwam dat het gebouw
de grondslag biedt voor de (natuurlijk!)
Engelse inch! Dat de oude Egyptenaren
een geheel ander getallenstelsel gebruik
ten, ons van A tot Z bekend uit vele docu
menten en zelfs uit de schoolschriften van
de Egyptische kinderen, deed hem niets
Ook niet het feit dat een fervent aanhan
ger van de theorie bij het ontdekken van
een foutieve becijfering, waardoor alles op
losse schroeven ging staan, op zijn eigen
houtje een beetje ging „dokteren" met een
vijl om het piramidemaatje beter te doen
kloppenBij dit schandelijk feit werd
hij op heterdaad betrapt en dit was dan
ook een zware slag voor de „piramidio-
ten", zoals de beroemde egyptoloog Whee
ler Davidson en zijn aanhangers heel
geestig noemde.
Davidson gaf het natuurlijk niet op.
Haarfijn ontcijferde hij zijn superrebus al
waren er meer dan zonderlinge dingen no
dig om de zaak te doen kloppen zoals
vergissingen van de bouwers, fouten in de
berekening, slordigheden van metselaars
en steenhouwers, inbraken van grafrovers,
verwoesting van de buitenmantel voor een
commercieel doel. Hij volhardde er kop
pig in om al die toevalligheden noodzake
lijk te verklaren om tot een oplossing te
komen. Waarom? Och, men is nu een
maal geneigd liever de kwakzalver te ge
loven dan de echte arts en de theoretici in
hun haardstoel weten het meestal beter
dan zij, die de bouwwerken kennen als hun
eigen zak, die het hiëroglyfenschrift le
zen als ons eigen alfabet en die een levens
lange studie hebben gemaakt van het
eigen onderwerp. We zijn nu eenmaal dol
ler op mystiek en geheimzinnigheid dan
op kale feiten en onaanvechtbare waarhe
den
HET IS WEL NUTTIG er ook nog even
op te wijzen dat een piramide geen op
zichzelf staand bouwwerk was. Integen
deel, hij vormde een onderdeel van een
geweldig complex. Het begon met een
kleine tempel aan de rand van de Nijlval-
lei, de zogenaamde daltempel. Van hieruit
voerde een overdekte gang waarvan er
verscheidene gevonden zijn naar de
grote en imposante piramidetempel, die in
de woestijn gelegen was evenals de pira
mide zelf, daar op de vruchtbare akker
grond niet gebouwd werd. Zó moeten we
ons de Grote Piramide dan ook oorspron
kelijk voorstellen, omgeven door een aan-
ZOU ER WEL één ander bouwwerk bestaan waarover zoveel werd en wordt
geschreven en gesproken als over de Grote Piramide van Gizeh, het meest
grootse graf waarin ooit enig mens werd bijgezet? Er zijn sprookjes geweven
om deze piramide. De meest wonderlijke theorieën werden opgesteld om het
bouwwerk een „dieperebetekenis te geven dan er door de antieke Egyptenaren
in werd neergelegd, al was die betekenis groot genoeg: de piramide was sinds
vele eeuwen, om precies te zijn ongeveer 1150 jaar, liet graf van de man die
als god op aarde zou zijn gekomen: de farao. Gedurende de bijna vijftig eeuwen
dat de piramides en Egypte telt ze bij vele tientallen! hun trotse en zuivere
vorm boven het lage landschap langs de Nijl verheffen, hebben de mensen,
zowel Egyptenaren als buitenlanders, er bun bewondering over uitgesproken.
En zelfs wij verwende moderne mensen voelen nog altijd die bewondering en
eerbied als we staan aan de voet van die gigantische steenmassa's en beseffen
dat wij met al onze technische hulpmiddelen nog met heel wat moeite te kampen
zouden hebben als we iets dergelijks zouden willen evenaren, wat dan ook
nooit gebeurd is.
I
jaarlijkse Niiloverstromingen en het daar
door noodzakelijke herverdelen van het
land stond de landmeetkunde op ongeloof
lijk hoog peil, evenals astronomie en wis
kunde. De litteratuur en alle schone kun
sten bloeiden. Die landmeetkunde heeft de
Egyptenaar overigens nooit verloren om
de simpele reden dat zonder deze kennis
het bestuur van het land onmogelijk was.
Het vak werd op school onderwezen,
evenals lezen, schrijven en rekenen.
EN NU WAT FEITEN over de Grote
Piramide zelf. De Grieken verklaarden
het monument tot een der Zeven We
reldwonderen. De hoogte bedraagt 146.GO
meter, de zijden van de vierkante basis
230 meter, de hellingshoeken 51 52' en de
zijden zijn vrij juist op de vier windstre
ken gericht. De toegang tot de piramide
ligt aan de noordzijde, ruim zestien
meter boven de grond. Van de top ont
breekt door het slopen van de buitenman
tel ongeveer negen meter. De prachtige
buitenmantel van de fijnste kalksteen
werd gesloopt om er delen van Cairo mee
te bouwen en er zijn nog maar geringe
resten van over. De top van de piramide
was zoals te doen gebruikelijk een zoge
naamde piramidion. cén enkel blok steen,
zeer zuiver behakt en glanzend gepolijst,
vaak van kostbare steen en voorzien van
tekst. De meeste van deze piramidions
De gepolijste bekleding van de piramide zijn verloren gegaan, maar in het mu-
bjj Zakkara. seum van Cairo zijn er nog verscheidene
te zien.
toegankelijk was, wat bij de meeste niet
het geval was. Daardoor werd maar ai
te vaak aangenomen dat alleen de pira
mide van Cheops een inwendig stelsel van
gangen en kamers had, wat allermins,
waar is. In de derde plaats zal het wel
die wonderlijke menselijke eigenschap zijn
om. niet tevreden te kunnen zijn met iet:
dat in zich gaaf en volmaakt is. Mer.
moet er „hogere dingen" bijhalen en dat
is dan ook de oorzaak dat de piramide
van Cheops het onschuldig onderwerp :s
van talloze meer of minder zotte theorieën
die' vaak bedenkelijk de vorm van een
geloof aannemen.
EEN VAN DE bekendste van deze
theorieën is die, welke zich bezighoudt
met het uitrekenen van de geschiedenis
der mensheid in heden, verleden en toe
komst. Uit maten (vaak verkeerd opgeme
ten!), hellingshoeken en verhoudingen ver
zamelde men genoeg feiten om iedere ge
beurtenis te kunnen uitleggen. Heel het
Oude en het Nieuwe Testament, heel de
geschiedenis van Europa, Napoleons ca
tastrofe aan de Berezina, letterlijk alles
lag daar besloten in de kamers en gan
gen van Cheeps' graftombe. Men ging
zelfs zo ver te beweren dat de piramide zens, die hoet bestaat het? natuur-
helemaal niet door Cheops gebouwd was lijk uit Atlantis stamden! Die adepten be-
ondanks alle absoluut vaststaande his- doelden dan de piramide als een soort
torische feiten! maar honderdduizenden van waarschuwing voor hen, die uitverko-
jaren eerder door bovennatuurlijke we- ren waren om een en ander als een soort
DE DRIE PIRAMIDES van Gizeh -
of liever de drie grote, want er staan ook Onder de piramide lag een grafkamer
in. maar Cheops brak met deze gewoonte
een aantal kleinere naar grootte ge- toen de piramide halverwege gereed was
bouwd door de koningen Cheops, Chef- en liet ee" grafka"}er ir\ de steen-
massa zelf aanbrengen. De reden hiertoe
ren en AlyGerinus, zijn als het ware het was hoogstwaarschijnlijk om plundering
symbool van Egypte geworden, al heb- ontSn werd
ben ook andere volken de piramide als hiervoor een prachtige kwaliteit graniet
bouwvorm gekozen zoals in Zuid-Ameri- df beroemde groeven Aswan gebruikt.
Een lange en flauw hellende gang voert
ka het geval is, maar ze verschillen vol- naar deze grafkamer en werd later ver-
komen in vorm en wezen. In Zuid- lenëd ^et veel h^ere corridor van
een model, dat door de aanhangers van
Amerika waren het bijna altijd tempels, diverse „piramide-theorieën" als uiterst
terwijl die van Egypte ALTIJD graf- vreemd en zeldzaam wordt aangemerkt
&Jr al weten de kenners van egyptologie dat
monumenten zijn geweest, een laatste er meerdere van dit soort gangen bestaan.
rustplaats voor de koning die nooit an- DecoJ"n1d,or,komt "l1: in de maeJ ;glad
.jij» niet beklede grafkamer, waarin alleen
ders werd genoemd dan „de goede god het onderstuk van Cheops' sarcofaag werd
of de orote trod" gevonden. Dit lege onderstuk was even-
o eens aanleiding tot vele speculaties over
esoterische stellingen, maar ook dit ge-
w val staat niet alleen, want in de pirami-
de van Cheops' zoon Chefren staat een
De naam piramide danken de bouwwer- j doodkist, het enige dat de grafrovers
ken aan de Grieken die vonden dat ze niet meesleepten.
op een puntige koek, een piramis leken!
De oude Egyptenaren zelf noemden ze
mer. De gewoonte om koning en ook som- WAT IS NU DE OORZAAK geweest
mige koninginnen (echter nooit andere dat er om deze piramide en om geen
lieden!) in een dergelijk monument bij van de andere zoveel verdichtsels zijn ge-
te zetten was heel oud. En omdat geen weven? In de eerste plaats natuurlijk de
enkel bouwwerk „zomaar" onstaan kan opvallende plaatsing en de grootte, of-
ging er een lange periode van ontwikke- schoon de piramide van Chefren niet veel
ling aan vooraf. kleiner is en door zijn ligging op een iets
hoger punt zelfs nog groter aandoet. In u - n i z-> j
de tweede plaats het feit dat de piramide Trappenpiramide van Djozer by Zakkara. Op de voorgrond de piramidetempel.
HET OUDSTE EGYPTISCHE grafmo
nument was een aardhoop, een tumulus,
die boven het graf werd opgeworpen. U;t
die aardhoop groeide de mastaba, een
rechthoekig, vaak bakstenen monument,
en omstreeks 2900 v. Chr. werd door ->ls
het ware een aantal van die mastaba's
op elkaar te stapelen de trappenpirami
de van koning Djozer gebouwd. Deze eer
ste piramide staat' in Zakkara op ruim
20 kilometer van Gizeh. Als alle andere
piramides stond ook deze aan de rand
van de woestijn omdat het bouwland nooit
en te nimmer voor gebouwen gebruikt
mocht worden. Niet om religieuze, maar
wel om praktische redenen werd deze re
gel gevestigd. Het akkerland is in Egyp
te namelijk zeer beperkt.
Deze trappenpiramide van koning Djo
zer beheerst op de lege vlakte het land
schap even sterk als die van Cheops bij
Gizeh en is door zijn interessante vorm
en nog interessanter inwendige minstens
even imponerend als die van Cheops. En
uit deze piramide groeit dan geleidelijk
en als logisch resultaat de zuivere vorm
van Cheops' monument.
Nu eerst iets over de Egyptenaren uit
die tijd. Onder het beheer van een reeks
eminente koningen had Egypte een zeer
hoog beschavingspeil ook op moreel ge
bied! bereikt. Men had een eigen taal
en een eigen schrift (de hiëroglyfen) en
een uitgebalanceerde godsdienst. Het land
was verdeeld in districten, ieder met een
eigen hoofdstad. Het ambtenarenkorps be
zat een perfectie die slechts in Rome en
nu in onze tijd werd bereikt. Door de
DE JEUGD IS NIET zo maar een voor
bijgaand stadium in het leven van de
mens, maar een periode die in onze maat
schappij eigenlijk sinds de romantiek
op alle mogelijke manieren geïdeali
seerd wordt. De pin-up-girl op de reclame
zuil, de verjongingskuren bij de schoon
heidsspecialiste, de sportverenigingen en
de reisbureaus roepen ons toe: „blijf jong,
blijf fit". Jong zijn wil zoveel zeggen als
blij zijn, gevierd zijn, bemind worden,
zorgeloos zijn: (hoeveel anders ziet de wer
kelijke situatie waarin de schoolgaande
jeugd verkeert er trouwens uit). Zo wordt
de jeugd als levenstijdperk een periode
van genietingen: de jeugd die naar dit
door volwassenen geschapen ideaalbeeld
zich gedraagt wordt echter verguisd en als
onverantwoordelijk beschreven, hoewel de
ouderen die jeugd nauwelijks enige ver
antwoordelijkheid in de praktijk gunnen.
WAT STELT MEN zich bij het horen
van het woord „tiener" voor? Het wordt
natuurlijk een sociaal stereotyp, een we
zen dat men nergens in levende lijve zo
zal aantreffen, als het hier wordt omschre
ven. De tiener is een meisje of jongen van
tussen de 13 en 20 jaar, een typische pu
ber dus. Physiek en psychologisch zijn er
tussen leeftijdgenoten wel belangrijke
overeenkomsten, maar dit leidt allerminst
tot het ontstaan van de clichéfiguren, die
veeleer uit de koker van de gewiekste re
clameman komen. Het deel van de tieners
dat slaafs bepaalde idolen imiteert is im
mers maar gering. Terug echter naar ons
stereotyp: een tiener is een zorgeloos, niet
geheel ernstig te nemen wezentje, in spij
kerbroek en trui gekleed; het houdt van
schlagers; leest detectives en tiener-tijd-
schriften; het gaat veel uit; houdt van op
pervlakkige flirtations bij rock 'n roll mu
ziek en maakt zich niet druk om wat er
verder in de wereld gebeurt, met andere
woorden het is oppervlakkig en belangstel
lingloos.
WIE SOMMIGE tiener-rubrieken in be
paalde Nederlandse dagbladen leest zou
ogenschijnlijk met dit beeld van de tiener
niet zoveel bezijden de waarheid zijn. Men
draait dan echter de zaak om, want in
deze rubrieken wordt juist van het sociaal
stereotyp uitgegaan. Tussen de tieners is
immers slechts een oppervlakkige gelijke
nis, het bekende „halo-effect" zorgt er wel
voor, dat we alle leden van een bepaalde
groep onder dezelfde noemer brengen,
waar slechts enkele leden onder behoren.
We „zien" immers alleen de opvallende tie
ner, die precies beantwoordt aan het beeld
dat we ons van hem, onder invloed van
de massa-communicatiemiddelen, gemaakt
hebebn. De vele doodgewone Hollandse
jongens en meisjes van die leeftijd „ver
geten" we.
HOEVEEL TIENERS werken er immers
serieus voor hun toekomst; hoeveel reeds
werkzame jongeren volgen cursussen; de
meeste tieners gebruiken geen alcohol en
bij de jeugd zijn er zeer velen die niet
roken. Van een losbandig liefdeleven kan
ook al niet gesproken worden sinds bij ver
schillende onderzoeken is komen vast te
staan dat zo vlug mogelijk naar een vaste
verhouding wordt gezocht. De jeugd leest
aanmerkelijk meer boeken dan vroeger en
bezit ze tegenwoordig ook zelf hulde aan
het pocketboek! Misschien is de jeugd min
der sociaal-opstandig dan vroeger, maar
wie kan haar dat verwijten in een maat
schappij waar de volwassenen zelf tegen
de verschrikkelijke atomaire dreigingen
niets anders weten te stellen dan het in
richten van particuliere schuilkelders en
onder de hand rustig voort gaan met de
bewapening.
DE TIENER bestaat in de statistiek van
de marktonderzoeker. Daar heeft hij die
en die gemiddelde behoeften, zoveel zak
geld en zijn markt is zo en zo groot voor
dat en dat artikel. In de Nederlandse wer
kelijkheid is de doorsnee tiener een ge
woon meidje of jongen met meestal een
fiets (de bromfietsbezitters vormen nog al
tijd een minderheid) met de oude zorgen
over het huiswerk, over hét meisje of dié
jongen, over de toekomstplannen en over
de sport. Het is echter ontegenzeggelijk
een feit, dat ook de jeugd juist zij
de invloed van de massa-media ondergaat.
Zij is ontvankelijk voor de leuzen, voor de
met raffinement opgedrongen artike
len. Juist pubers willen bij hun eigen leef
tijdgenoten „horen", maar zij zijn tegelij
kertijd beïnvloedbaar door hun behoeften
aan houvast in de moeilijke overgang
naar volwassenheid. De door volwassenen
geleide en om het gewin geëxploiteerde
„tienercultuur" kan op den duur inderdaad
haar stempel drukken op niet alleen de
uiterlijke verschijningsvorm, maar ook het
innerlijk van de jonge mens. Het behoeft
geen betoog dat zonder voldoende tegen
wicht elders op de school, in het be
drijf, in het gezin dit gevaar reeds
thans bestaat. Misschien kan de volwassen
nozem nu reeds als een schepsel van de
ze cultuurloze cultuur gezien worden. Een
schraal en betreurenswaardig resultaat van
een als zo gelukzalig afgeschilderde perio
de van het menselijk leven.