V FILATELIE HET ZIEKE OLIFANTJE DIERENMANIEREN e 9 W mMimih HET El EN DE KONINGIN ZATERDAG 31 MAART 1962 Erbij PAGINA VIJF KftcroNtss-tmtDAS am*» O z B. Dukel - - Jan Nelissen Cor Beek Cor Beek UNO. De koerserende frankeerzegels van 1, 3 en 5 cent zullen op 25 mei worden vervangen door zegels van de zelfde waarden met nieuwe tekeningen. De 1 cent toont het UNO-embleem en een schakel met de woorden „To live together in peace with one another", v.wKvwO...-x> de 3 cent de vlag en het embleem van de UNO en de 5 cents twee handen die de letters UN vasthouden tegen een achtergrond van de wereldbol. Voorts verschijnt op dezelfde dag een nieuwe frankeerwaarde van 11 cent met als voorstelling het UNO-embleem boven de wereldbol. POLEN. Ter gelegenheid van de FIS- wereldkampioenschappen skiën te Zako pane is een serie van zes zegels in om loop gebracht: tweemaal 40 groszy ski loop, tweemaal 60 gr. afdaling en twee maal 1.50 zloty skisprong. Ook is een velletje, met een zegel van 10 zl., waar op het embleem van de kampioenschap pen is afgebeeld, uitgekomen. Het vel letje heeft een toeslag van 5 zl. ISRAËL. Ter herinnering aan het feit, dat tachtig jaar geleden in I882 de landbouwnederzetting Rosh Pinna door Joodse immigranten uit Oost-Europa werd gesticht, zal op 7 april een postzegel van 20 agorot verschijnen. De zegel is ontworpen door de gebroeders M. en G. Shamir uit Tel Aviv en uitgevoerd in veel- kleurendruk. FRANKRIJK. Ter propagering van het toerisme is een postzegel van 0.30 fr. (blauw) uitgegeven. De zegel geeft een gezicht op de geïllumineerde stads poort van Vannes in Bretagne. Het ont werp en de gravure zijn van Pheulpin. JOEGOSLAVIË. Op 7 april, Wereld- gezondheidsdag, zal een anti-malaria postzegel ter waarde van 50 dinar blauwzwart op blauwgrijs getint papier) in omloop worden gebracht. GEEN FANFARE. Enkele weken geleden begon de NBB het gemengde-parentoernooi met tachtig paren uit alle delen van het land; zaterdag 17 maart waren er nog 40 over en zondag 18 maart was dit aantal tot 12 geslonken. Deze laatste groep speelde de finale in Utrecht, waaruit tenslotte mevrouw Hoo- genkampde heer Komalijnslijper (Den Haag) als winnaars tevoorschijn kwamen, gevolgd door mevr. WesterveldFilarski (A'dam). Deze twee paren zullen Nederland vertegenwoordigen bij het gemengd-vier- tallentoernooi der wereldkampioenschap pen dat eind april in Cannes plaatsvindt. Een open toernooi, zoals thans door de NBB gehouden, geeft de minder bekende spelers ook gelegenheid eens tegen meer vermaarde concurrenten te spelen wat een erg prettige kant van de zaak is. Het volgende spel is ontleend aan een dergelijk treffen en het kan in vele opzichten zéér leerzaam zijn: A 10 8 5 O H 8 6 5 3 O 4 •f» H 8 2 Zwart: 7, 9, 12, 17, 18, 19, 20, 25, 30. Wit: 21, 26, 31, 32, 33, 34, 39, 48, 50. In deze gelijkwaardige stelling verliep het spel als volgt: 1) 21-16 9-13. Wel zoiets gedwongen omdat 26-21 17x28 dreigt. 2) 32-28 20-24. 3) 31-27 7-11. 4) 16x7 12x1. 5) 34-29 30-35. Wit liet 21-27 na omdat op 18-23 21x12 48-42 32-38 geen winst meer aanwezig is. 6) 29x20 25x14. 7) 28-22 17x28. 8) 33x22 35-40. Stand na de 8ste zet: zwart 1, 13, 14, 18, 19, 40; wit 22, 26, 27, 39, 48, 50. V 9 7 3 N W O H 6 2 V 10 7 9 2 H B 2 10 8 7 3 A B 5 V 10 6 4 B 4 O A B 4 O A V 9 6 5 973 Noord was gever - niemand kwetsbaar. Het bieden ging: noord pas - oost pas - zuid 1 ruiten - west doublet - noord redou- blet - oost pas - zuid pas - west 1 Sans atout - noord doublet - allen passen. Noords redcublet, gebaseerd op alge mene kracht, is vrijwel zonder gevaar, want nimmer zal de doubleerder één ge redoubleerde ruiten laten spelen. Overi gens zou dat contract, bij goed afspel, wel met een overslag kunnen worden gemaakt. Over wests bieden kan men zeggen, dat het toont dat west te weinig tegen zeer sterke spelers opereert; want om, na een redoublet, op een 13-punten-hand te vluchten naar 1 Sansatout, is zich de strop vrijwillig om de hals leggen. Daar oost ge past had (en dus kennelijk geen vierkaart ïn schoppen of harten bezat), had west eerst eens met het bieden van één schop pen kunnen beginnen (na het redoublet). Noord kan wel doubleren, doch als oost daarop past, is het bij goede spelers zeker, dat hij dit contract wel verdragen kan en dan moet wt"' óók maar passen. Niet, dat west bij het spelen van 1 schop pen (gedoubleerd door noord), de fanfare zwarte loper te ruilen tegen de „goede witte. 10) RflxaöOm bedoelde afruil te voorkomen kwam hier 10) Pe2 zeer in aanmerking. 10) Pb8xa6. 11) Pgl-f3 Dd8-d7. 12) a3-a4 Anders blokkeert zwart met Da4. 12) Dd7-c6. Een ander goed plan was Pa6-b8-c6-a5-c4. 13) Pf3-g5 Pg6-e7. 14) 0-0 Je7-f5 15) Dg3-f3 Dc6-d7 16) Df3-d3 Vermoedelijk niet het beste. De aanval op Pa6 is geen tempo winst, daar dit paard toch omgespeeld moet worden. 16) Pa6-b8. 17) g2-g3 Pb8-c6. 18) Rcl-a3 Pc6-a5. 19) Ra3-b4 Pa5-c4. 20) a4-a5Nu dreigt ab6: cb6: Ta6, waarna wit langs de a-lijn kan gaan drukken. Van- Op 50-45 volgt 18-23 en 23-29 met gelijk daar: 20)Dd7-c8! Dergelijke eenvoudig uitziende zetjes kenmerken de meester. Niet alleen wordt de genoemde dreiging gepareerd, maar ook c7-c5 wordt voorbe reid, waarna zwart eindelijk kan rocheren. 21) Tfl-bl c7-c5. 22) Rb4-a3 0-0. 23) d4xc5 Pc4xa3! Wederom exact gespeeld. Na het voor de hand liggende 23) bc5:. 24) De2! g6 ware 25) Pe4! zeer sterk. Dan komt 25) Pa3: wegens de tussenzet 26) Pf6t te laat. 24) Talxa3 Dc7xc5. De strategische lijn van de zwarte opzet wordt langzamerhand duidelijk. Het is zijn be doeling, zijn a- en b-pionnen te ruilen tegen de witte pionnen op a5 en c3. Daarna is zijn pionnenskelet hechter dan het witte, hetgeen goede vooruitzichten voor het eindspel geeft. Vóór dat het zover is, moet hij zich echter eerst nog door een tactische rijstebrijberg heen worstelen. 25) Ta3-a4 Ta8-c8. 26) a5xb6 a7xb6. 27) Tbl-b3 Tf8-d8. 28) Ta4-a7 Tc8-c7. 29) Dd3-a6 Td8-c8. 30) Ta7xc7 Dc5xc7. 31) Tb3xb6 Dc7xc3. Deze zet moest nauwkeurig worden berekend, daar 32) Te6: er gevaarlijk uitziet. Zwart kan dit echter weerleggen met 32) Delf. 33) Kg2 Pe3|! 34) Kf3 (fe3: Tc2:t plus Ddlt enz.) Ddlf. 35) Ke3: Tc3t en ijrint. 32) Da6-e2 g7-g6. 33) Tb6-b7 Pf5-h6. 34) De2-b5 Zwart: BOUWMEESTER (aan zet) XX30fXX50COOfXXD00000CC0000O00000<XX)0C0000000Ö0C DCOOOOOOOOOÖOCOOOOOOOCOOOOOÓOOOOOOOOOOOOOOOOOÖOOOOÖOOOOC spel. 9) 26-21 40-44. 10) 22-17 44x33. 11) 21-16 33-39. Dit is een heel moeilijk eindspel, vooral voor zwart om de juiste vangstelling op te bouwen voor de remise of winstkans. Wit heeft een doel zo snel mogelijk door te breken. Voor liefhebbers van het eind spel is het een prachtig studie-object om voor zwart de sterkste opstelling der stuk ken te vinden. Stand na 33-39: J. VAN STRATEN 1^30000Cjyx>0ryyxXX300O0r^cO0CXD0ryXTo000000; Zwart: 6 stukken op 1, 13, 14, 18, 19. Wit: '6, 17, 27, 48, 50. Eerst het spel verloop in de partij. 12) 16-11 14-20. 13) 11-6 20-24. 14) 17-11 18-23. Met doorbraak 15) 17-11 1x12. 16) 6-1 volgt een moeilijk eindspel na 39-43-49 en 27-22 wat wit liever voorkwam. 15) 27-21 23-28? Remise? is 24-29. Op doorbraak 17-11 1x12 6-1 plakker 39-43-49 en de winst? is zeer moeilijk. 16) 11-7 1x12. 17) 6-1 12-17. 18) 21x12 28-32. SoTCQgQgJrooiboou Wit: KUYPERS Stand: wit dam op 1, stukken op 12, 48, 50, zwart 13, 19, 24, 32, 39. 32-37. 20) 6-44 37-41. 21) 12-7 41-46. Ook 23) 1x45 en na enkele zetten gaf zwart op. Direct na afloop gaven de toeschouwers ir. M. Krijgsman en P. v. d. Berg voor zwart de volgende remise aan vanuit de stand na 11) 33-39. 12) 16-11 19-23. 13) 11-6 23-29. 14) 17-11 13-19 en wit moet wel de remise forceren met 11-7 27-22 en 6-1. Tot slot enkele fraaie eindspelcompo sities uit het zojuist verschenen boek van ,38ste zet. 35) de heer J. F. Moser. R. A. HOOGLAND XOOOOC^^ 'COCÖOOÓCC^"» OOOÖC» "WO0O000OO'vX50000^ Ksi- Het ontwerp, gemaakt door Bozidar Jakac, is gebaseerd op het officiële embleem van de malariabestrijdings- actie van de W.H.O. De oplage bedraagt een miljoen exemplaren. TOGO. Ter gelegenheid van de ge slaagde ruimtevlucht van de Ameri kaan John Herschel Glenn is de zegel van 0.50 fr. uit het ruimtevaartvelletje, gemeld in onze rubriek van 3 maart uan de opdruk „John H. Glenn USA, Vol orbital, 20 Février 1962 Poste Aérienne" voorzien. De waarde is 100 fr. FINLAND. Honderdvijftig jaar ge- eden werd Helsinki tot hoofdstad van iët land geproclameerd. Dit feit zal. mder meer worden herdacht door de kan ontbieden het is wellicht een beter 41.47 verliest snel. 22) 7-1 24-29 gedwongen contract dan 1 Sansatout en ook moeilijker tegen te spelen. Nu west echter 1 SA bood. had noord een eenvoudige taak: doubleren - en later met harten uitkomen. West maakte de der de slag in harten en speelde Aas en toen Boer; het lijkt geen verschil te maken, doch het is beter direct *Boer voor te spelen - onder andere wegens de beheer sing van het tempo. Noord liet de tweede klaver lopen die had nu in o'ost (op tafel) overgenomen moeten worden, om vandaar- uit ruiten te spelen, waarna west misschien met één down ontsnappen kan. West bleef echter in eigen hand met +Boer en speel de toen een derde ronde in die kleur, ge wonnen in noord. Op a hartens die noord toen afspeelde, kwam west in ernstige af- gooimoeilijkheden en toen zowel in oost als in west een schoppentje teveel verdwenen, kwam het einde met drie down: 500 voor NZ. Nu is dit geen ontstellende gebeurtenis - minder goed bieden en spelen kunt u, bij wijze van spreken, elke vijf minuten gaan bekijken. Wat leerzaam is, is de manier waarop west zichzelf in de puree werkte - en waaraan u kunt zien, waarom sommige lage bodjes vaak slecht zijn. Tenminste. tegen sterke tegenstanders, want tegen andere blijven ze wel ongestraft! Bridgevraag dezer week: Zuid gever, niemand kwetsbaar, viertallenwedstrijd tegen zeer sterke tegenpartij. Zuid heeft: *AH 10 73 C65 A V 9 8 5 4 - Biedverloop: zuid 1 ruiten - west pas - noord 2 ruiten - oost pas - zuid 2 schop pen - west 3 schoppen - noord pas - oost denkt lang na en past - wat moet zuid doen? Antwoord elders op de bladzijde. Er is nu een bijzonder gepeperde stelling ontstaan, in welke over en weer het ge ringste rekenfoutje noodlottig kan worden. Nu gaat wit op de schijvenjacht. 19) 1-6 Wit dreigt onder andere Dd7 met beslis- - sende aanval op het kritieke punt f7, daar Tf8 wegens Pe6:! geen dekking betekent. 34) Dc3xe5! Nu haalt Dd7 niets uit, daar dan wél Tf8 mogelijk is (e6 staat ge dekt). Maar na de tekstzet staat Tc8 on gedekt, hetgeen nieuwe tactische grapjes mogelijk maakt. 35) Pg5xf7! Ook de witspeler weet van wanten', na 35) Pf7: volgt zeer sterk 36) Tflbenevens Dd7f. Vandaar dat zwart dit pas doet, nadat hij zijn dame naar een beter veld heeft gebracht; het verschil blijkt na de De5-el+L 36) Kgl-g2 Del- e4f. 37) Kg2-gl Gedwongen; na 37) Kh2? beslist Pg4f. 37) Ph6xf7. 38) Tb7xf7! Tc8-a8! Doordat de zwarte dame op e4 en niet op e5 staat, dreigt nu met Talf een onmiddellijke beslissing. 39) Tf7- a7 Het alternatief was 39) Tg7t Kg7:. 40) Db7f Kf6. 41) Da8: Kf5! (vooral niet Dc2:. 42) Df8t benevens 43) Df4 mat) en zwart heeft een gewonnen eindspel. 39) Ta8-f8! Alles even logisch en sterk gespeeld. Door de druk op f2 heeft wit nu geen tijd meer, langs de 7de lijn aan te vallen. 40) Db5-b6 In tijdnood vindt de talentvolle jonge witspeler niet de beste verdediging. Beter was bijvoor beeld Dd3. 40) d5-d4! Dreigt opnieuw 41 Delf enz. 41) Db6-bl De4-e2. 42) Dbl-fl De2xc2. De eerste buit; men vergelijke het bij de 24ste zet betoogde. Gemakkelijk is het overigens nog geenszins, daar de zwarte koning bij het minste of geringste weer aan een dodelijke aanval blootstaat. 43) Dfl-el e6-e5. 44) Ta7-e7 d4-d3. 45) Te7- g7t? Een blunder in tijdnood. Juist was 45) Td7 en zwart kan slechts door pre cies spel zijn voortreffelijke spelvoering bekronen bijvoorbeeld als volgt: 45) Wit: 20, 35, 44. Zwart: 34. Wit speelt en e4. 46) Td6 De2. 47) Dfl e3. 48) Td3: ef2:t. 49) Kg2 De4f. 50) Kh2 Tf7! en zwart moet winnen. Er dreigt bijvoorbeeld 51) Dd3: Dd3:. 52) flD zonder dat 52)Dg6:f tot eeuwig schaak leidt. XX55ÖOÓOOOOOO<^DOC)OOOOC>OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC)C)OOOOOOOOC wint. Het moeilijkste gedeelte van de partij is het eindspel. De geroutineerde eindspel kenner zal proberen het eindspel in een bekende stelling of spelgang te krijgen. Daarbij is het zaak, de mogelijkheden van den aan het adres van de damredacteur Iets moeilijker. Zwart stuk op 33, wit drie stukken op 7,8, 30. 3e. Wit drie stuk ken op 8, 22, 26. Zwart stuk op 35. F. N. Faure. 1934: zwart 17, 21, wit 15, 23, 24. Voor alle stukjes de opgave „wit speelt en wint". (Oplossingen en correspondentie te zen- 1itgifte (op 8 april) van een postzegel >an 30 mk, waarvan de oplage twee niljoen stuks bedraagt. Afgebeeld Is iet Senaatsplein te Helsinki. EGYPTE. Een postzegel van 10 mills s uitgegeven naar aanleiding van Moe- ierdag, die in dit land op 21 maart het spél van zijn tegenstander onder con trole te krijgen, en zelf zoveel mogelijk vrije zetten te houden. In onderstaand spel, uit de onderlinge DCIJ-competitie, waarbij J. van Straten de tegenspeler (zwart) was, liet wit een stuk verlies toe om kansen te scheppen Wijk aan Zeeérweg 125, B. Dukel, IJmuiden). Het verschil in speelsterkte tussen een Na de tekstzet is het uit. Er volgde nóg: 45) Kg8xg7. 46) Delxe5f Tf8-f6. 47) De5-e7t Tf6-f7. 48) De7-e5f Kg7-h7 en zwart gaf het op. Een scherpzinnig en boeiend debat. Mr. Ed. Spanjaard pen n sje •jsBdaS 'n juaipaaA luinjd ajoaS uag in een niet alledaagse variant. Hoewel Van internationale meester als Bouwmeester en Straten met een goede opbouw de remise een sterke hoofdklassespeler als de vroe- verzuimde, was de afwikkeling toch leuk gere jeugdkampioen Kuypers is bij opper en sensationeel. VAN STRATEN wordt gevierd. De zegel brengt een moeder die haar kind omarmt in beeld. Hij is ontworpen door M. Badr Bahgat. BELGIË. Voor de Dag van Postzegel >962 is een zegel van 3 fr. zonder toe slag verkrijgbaar gesteld, waarop een postiljon te paard uit de zestiende eeuw naar een tekening van J. Thiriar voor komt. Er zijn niet minder dan 10.200.000 exemplaren gedrukt. 5OOOOOOOOOOOóOÓOCÓ0OOnr.OCO6ÓCX XV B. DUKEL c^weoéoooofMtt^éooooooc vlakkige beschouwing nauwelijks waar neembaar, maar niettemin zeer positief aanwezig. Op een gegeven moment komt dat verschil ten gunste van de meester toch tot gelding. Dit wordt treffend geïllustreerd door het recente onderlinge duel tussen beide cracks, gespeeld in de eerste-klas- competitie. Bouwmeester speelt strategisch nét iets doelbewuster en springt efficiënter met zijn bedenktijd om. In de beslissende tactische fase kan hij zodoende exacter calculeren, terwijl Kuypers dan enige steekjes laat vallen. Niettemin strekt de volgende boeiende partij ook de verliezer tot ere. Wit: F. Kuypers. Zwart: H. Bouwmeester Franse opening 1) e2-e4 e7-e6. 2) d2-d4 d7-d5. 3) Pbl-c3 Rf8-b4. 4) e4-e5 Pg8-e7. 5) a2-a3 Rb4xc3f. 6) b2xc3 b7-b6. 7) Ddl-g4 Pe7-g6. 8) h2-h4 h7-h5. 9) Dg4-g3Parma probeerde te Bied 1961 hier Df3, waarna 9) Ph4: interessante tactische verwikkelingen geeft. 9)Rc8-a6. Teneinde de „slechte" •uajund 008 uba bjsoti ue; uaaajjo uajiru 9 ui jajet qoiz jsaoui ua (8M. jajqoa pooq ftq - pmz jooA jsaaMag ajsaq jaq snp sbm sej •uauuTM a; uaaaABpi 9 uio sba\ gipou aip guninAUBB ap peq jsoo ua uaaaABjq atoom 9 'uaqnj uaag 'suajaeq aiooui g 'atjuad -doqos i jsaM pcq qtijqBJd ap ui massed uaui jaorn 'jqoe qfquCtqos.ieeAA JBp uaui siv „iuaqgrn uauunq uaaaAept 9 jo uajjBq g MO uatpvz" :jjaaq piajsaS geBJA aaapue uaa jpzqotz uaui jgpeu 'uap.io/A ueq pjoo/A -jueaq sjqoajs aip 'gBBJA BqCqiaout sssz uaa si jta iutiz uapa-iAaj uaddoqos z uba uajedsuagej jaq jour gipnoAuaa Ctq jaorn jo 'uaaaiqnop ftq jaour '(ufiz qtusueq jssz qftpmnjBU aip) uapetq uajma g nu pmz jaoH jsedag ajqoaauo ua; peq ua 'uadajg -aq jam qfqauuaq uaAa jtp peq jsoo qoop - jads uijoua uaa jaui uagapg jaoi ap do qCqauuaq peq jsaM 'qniO aSpug osjqoajjn qnpiBjuauTjuoo qojern ap ut jooa uiBAvq atjBnjtspaiq ajtfttJSpuozjm azaQ iSniuAaSpuq asqfnaqeAV do pjooMJuy „OEIOEIOEI, OOOJOEIII!", klonk het door het bos. Het was een erg naar geluid en het hield maar niet op. De bosbewoners werden er een beetje ze nuwachtig van. „Het lijkt wel of er twintig leeuwen aan het brullen zijn", mopperde Lodewijk Haas en hij trok zenuwachtig met z'n oren. „Ik ga kijken wat er aan de hand is", zei Flip de vos en hij sloop tussen de bomen door naar de plaats waar het lawaai vandaan kwam. Nu durfden er nog een paar dieren mee te gaan en zonder leven te maken gingen ze de vos achterna. Steeds harder klonk het geschreeuw en opeensdaar zagen de dieren waar het lawaai vandaan kwam, plotseling zagen ze achter een heuveltje een klein olifantje staan hui len. Het dier wreef almaar met zijn slurf door zijn oogjes en ondertussen stroomden zijn tranen zó hard op de grond, dat er een heel vijvertje van olifantetranen kwam. „Ken jij die olifant?", vroeg Wimpie Konijn aan Bartje Beer, maar die schudde zijn kop. Ook de andere dieren hadden hem nog nooit gezien. „Ik ga er heèn", riep de wolf dapper en met een geweldige sprong stond hij vlak voor het huilende dier. Het vreemde olifantje hield even op met huilen, keek toen heel verwonderd naar de wolf en huilde weer .ver der. „Wie ben jij?", schreeuwde de wolf, want hij was bang dat de dikhuid hem niet verstaan zou. „Brik-snik, brikbarsnifsnif", snikte het olifantje en de wolf snapte er geen zier van. ,,'t Is een vreemdeling", riep hij te gen de andere dieren die voorzichtig dichterbij kwamen. Ik versta zijn taal niet. Het is jammer dat Totus het bos mannetje op reis is, want die is zo knap dat ie alle talen van alle dieren kent. Die zou deze olifant best verstaan". „Laten we naar dokter Bok gaan," riep één van de dieren. „Ik geloof vast dat deze olifant ziek is, anders zou hij niet zo huilen. Misschien heeft ie wel kies pijn!" Dat klonk nog niet zo gek en daarom namen ze het olifantje mee naar dokter Bok. „OROSTANDUSSLURFUS", mom pelde de dokter heel geleerd,, toen de olifant voor hem stond. „Breng me maar eens een ladder". Die werd al gauw gebracht en dokter Bok klom erop naar de kop van het dier. Hij keek in de oren en in de bek van de olifant, klopte hem op het voor hoofd en mompelde: „Geen otostandus, misschien slurfusbenen". De dieren hoorden het vreemde taal tje van dokter Bok en keken hem vol bewondering aan. Wat was die toch knap! Nu kwam de dokter weer naar bene den, schreef iets op een briefje, stak dat in zijn zak en riep: „Drie maal per dag twee emmers water en een potje ho ning". Nu deed de geleerde dokter een verband om de poot van het huilende olifantje. Dat ging niet vlug en de bok had wel tien rolletjes nodig, maar toen zag de dikhuid er dan ook schitterend uit. Alleen was het erg jammer, dat ie steeds maar bleef huilen. Het klonk zo naar, dat dokter Bok haastig naar huis ging en riep: „Zorgen jullie maar goed voor hem, hij is gevaarlijk ziek. Mor gen kom ik misschien weer kijken". Nu zorgden de dieren goed voor de huilebalk. Ze legden hem op een heer lijk bed van bladeren. Eerst wilde hij niet blijven liggen, maar toen de vos zei, dat een zieke alleen beter kan wor den als ie in bed ligt, trokken een paar sterke dieren zó hard aan de olifants poten, dat het dier huilend op het bla- renbed viel. EEN WEEK LANG WAS het zieke olifantje al bij de dieren, maar het gek ke was, dat het huilen niet ophield. Alleen 's nachts, als hij erg moe was, sliep het olifantje en dan konden de an dere dieren ook even slapen. Ja, hêt was dat de dieren zó'n medelij den met het beest hadden, anders had den ze hem zo weggestuurd, want ze vonden hem maar erg lastig. Iedereen was dan ook blij, toen op een dag Totus het bosmannetje weer terug was. De dieren brachten hem meteen bij hun zieke olifantje en vertelden hem dat dokter Bok hem heel ernstig ziek vond. Totus keek even naar het dier, zei een paar woorden in een vreemde die- rentaal en begon hard te lachen. „Laten jullie dat olifantje maar gauw lopen", schaterde hij. „Het dier huilde eerst, omdat het verdwaald was en toen jullie hem hadden meegenomen huilde het omdat ie vrij wilde zijn. Maar ziek is die dikzak helemaal niet hoor. Haha!" Wat keken de dieren nu beteuterd. En ze hadden nog wel zó hun best gedaan. Maar het bosmannetje móesten ze wel geloven en daarom lieten ze het olifantje maar gauw van het bed opstaan. Daar hobbelde de dikkerd blij achter Totus aan, want het bosmannetje zou hem weer naar zijn ouders brengen. Af en toe zwaaide het met zijn slurfje naar de dieren dié hem bleven nakij ken tot ze hem niet meer zagen Wat wilt U? vroeg zacht en beleefd de grootste der marmotten. Iets leuks! zei enthousiast de haas, Ik wilde graag ravotten! Wat mag het zijn? vroeg vriendelijk de oudste van de hazen. Iets fijns! zei toen het kikkertje, 'k Zou willen watje-blazen! Wat móet je? bromde toen een vlieg verschrikkelijk humeurig. Toen zei de kikker zachtjes: Hap! en at hem op, heel keurig. Daarna zei hij: Zo gaat het hier met 'n önbeleefd onvriendelijk dier! Wat is er aan de hand? vroeg 't vleermuisje Agaath, Het is of niemand lacht, of huilt of snurkt of praat! St, wees toch even stil! zei 'n klein kabouterkind, En wacht maar rustig af wie straks de wedstrijd wint. Want ken je Kiekte nop, op 't nestje in de wei? De kievit, juist! die doet haar best op 't eerste ei. En als het Kiek ie lukt, dan vliegt ze met haar man naar onze Koningin, die houdt daar reuze van. Want 't eerste kievitsei, met spikkeltjes erop, beduidt: het voorjaar komt, de kou zit er weer op.' Ik dacht dat je 't al wist, want 't is al jaren zo: juist ddarom is dat ei zo'n vórstelijk cadeau!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 19