Oud naast nieuw VOORBEELD ZATERDaG 21 APRIL ,1962 7 SSr^^pi x^i if l« |p| p§ ii*i|pi*|iiiiiii A' «M Het kan gemeen stuiven op het IJmuidense industrie terrein. Vooral als de wind in de noordhoek zit. In de open ruimte tussen de bedrijven heeft hij dan vrij spel. En open ruimten zijn er nog genoeg. Zij bestaan steeds uit zandvlakten waaruit hier en daar een pol helm zijn verwaaide kuif omhoog steekt en waarop schijnbaar achteloos stenen en andere bouwmaterialen zijn neer- gestrooid. Roestige rails doorsnijden dc vlakte en ein digen aan de westkant zomaar ergens. Zij vormen het begin van een nieuwe spoorwegaansluiting voor het industriegebied. Uit die zanderige chaos verrijzen de bedrijven, de een na de ander. De muren zijn van licht gekleurde stenen, die niet donker en verweerd zijn als die van de oude bedrijven aan de overkant van de Haringhaven, maar vertonen nog grillige, wit uitgeslagen plekken. Dat alles kun je zien vanaf een hoge duintop aan de zuidwest zijde. Je ziet op de achtergrond het machtige, door grauwe en bruine rook verdoezelde silhouet van hoogovens. Je hoort het nooit ophoudende geraas van dat geweldige bedrijf. De dreunende stem van een zeeschip in de sluis hoor je, en de korte felle stoten van antwoordende sleepboten. Uit de bedrijven aan je voeten komen af en toe ook geluiden die je her kent: de klappen van een stoomhamer, het sissen van een staalstraalspuit, het aanslaan van vrachtauto motoren. Maar eens temeer vallen je de open plekken op, plekken, die echter binnen afzienbare tijd niet meer open zullen zijn. ■§89SS&£& w A* Av,v^x<wJ^.w.^(^. k, J&Z, >gSj 'v J y-,-.,.-"> ïA.«*imL Zo liggen de bedrijven ten zuiden van I voet van de duinen Aan de horizon de IJmuidense Haringhaven aan de I domineren de hoogovens. Het industrieterrein van de Haring- haven wordt in het oosten begrensd door de Dokweg, in het westen door een par keerterrein en in het zuiden door de dui nen. Het heeft een oppervlakte van ongeveer 153.600 vierkante meter. Een ..blok" bedrijven is al enige tijd gereed. Dit langgerekte blok wordt door de Kromhoutstraat in het noorden en de Ampèrestraat in het zuiden ingesloten en tot kleinere blokken gesneden door de Kaplanstraat, Bronsstraat, Comwall- straat en Hefnerstraat. Ten westen van de Hefnerstraat is een terrein ter oppervlakte van 42.000 m2 bij het P.E.N. in gebruik, dat er een maga zijn heeft gevestigd. Dit magazijn werd november 1960 in gebruik genomen. Er liggen in het magazijn en buiten op het opslagterrein alle materialen opgeslagen die ook maar iets met de elektriciteits voorziening hebben te maken. Tot lan taarnpalen toe. Slechts een man beheert deze grote hoeveelheid materialen, de heer H. de Wit. Westelijk van het P.E.N.-terrein ligt het parkeerterrein voor strandbezoekers. Dit parkeerterrein kan te zijner tijd eveneens bij het industrieterrein worden getrokken. Aan twintig bedrijven is nu ongeveer 54.000 m2 bouwgrond uitgegeven. Twaalf van deze bedrijven, die samen ongeveer 34.000 m2 terrein bezetten zijn reeds ge- De fabriek van de n.v. Endivo, waar honden- en kattenvoer wordt gemaakt. vestigd óf in een vergevorderd stadium met de bouw van hun bedrijfsruimte. Acht bedrijven, die totaal ongeveer 20.000 m2 in beslag nemen, moeten nog met bouwen beginnen. De eerste categorie van twaalf bedrijven bestaat uit: Vloeigas, aannemingsmaat schappij en fittersbedrijf voor gastransport- leidingen; meubelfabriek Fraco; interna tionale expeditieonderneming Overdorp; E. de Vries, constructiewerkplaatsen; N. V. Klein, constructiewerkplaatsen; aanne mersbedrijf Stolk; J. G. Nelis, aannemers bedrijf en zandtransporten; Zandtransport- bedrijf Zuiddam; Zandtransportbedrijf Tijssen; lompenrandel De Weers, NAP, autospuiterijDe Back, staalstraalspuiterij. De bedrijven van de tweede categorie zijn: de constructiewerkplaatsen Spaan en Holima, Dietvorst en Nevab (dit laatste be drijf is afkomstig uit Oud-Velsen, vanwaar het moet verdwijnen in verband met de verbreding van het Noordzeekanaal); de machinefabriek Genius; internationale ex peditie-onderneming Fennema en het huis- en constructie- en schildersbedrijf van P. de Vries. De firma Drijver gaat in het in dustriegebied een cantinebedrijf vestigen. Tenslotte is als niet-industriële vestiging nog te noemen een opslagplaats ten be hoeve van de strandvonderij. Sinds kort is aan de Strandweg de fabriek van de N.V. Edivo in gebruik genomen. In deze fabriek wordt ondermeer honden- en kattenvoer gemaakt. Een beeld van de nijverheid, die alom heerst op het industrieterrein. „Als ik nu weer moet ver kassen, is het afgelopen". De heer Jacob Broek heeft in zijn 62-jarige leven al zo vaak moeten verkassen. Eerst had hij een visdroge- rij in Oud-IJmuiden, daar na verhuisde hij met zijn bedrijfje naar de omgeving van de Westerbegraafplaats. Sinds 1930 woont en werkt hij aan de voet van de duinrand op het gebied van baron Van Tuyll. Maar ook daar had hij geen rust, ziin drogerij werd door Britse bommenwerpers platge gooid in de oorlog en na de bevrijding op dezelfde plaats herbouwd. Geen wonder dat hij, zoals hij zegt, het niet meer kan op brengen nog eens opnieuw te beginnen. Zijn drogerij ligt zo idyl lisch half in het duin. Witte muren, die hier en daar door de vorst wat zijn af gebladderd. groen-wit-rode luiken voor de ramen en aan de zuidzijde een prach tige tuin. aangelegd door mevrouw Broek, wier hob by tuinieren is. Het bedrijf ligt aan de noordwestzijde open voor de wind. die de vis doet drogen, aan de zuidkant ingesloten door de duinen. Honderden scholle tjes en scharretjes hangen te drogen aan staken van Spaans riet. Het zijn de zelfde staken, die Jacob Broek's vader een halve eeuw geleden gebruikte. De staken zien grauw door wind en regen. Ze zijn door gebogen onder de last van duizenden platvisjes die ze hebben moeten torsen, maar ze zijn onverwoestbaar. „Het is duur spul, Spaans riet", zegt Jacob Broek. Bo ven op de droogstellage lig gen opgerolde rietmatten. „Die gaan er overheen als het regent of als de zon te fel brandt, want het kan ook te hard gaan", zegt hij. „Deze vissen hangen er nu een week aan. Óver twee dagen zullen ze wel goed zijn". Jacob Broek heeft weinig afnemers in IJmui- den. Er zijn in de stad aan zee niet veel liefhebbers van gedroogde vis. Verre weg het meeste gaat naar het zuiden des lands, naar Limburg en Brabant. „Dat komt eigenlijk door de tijd dat de mensen daar bijna geen verse vis konden krij gen". zegt Jacob Broek. ..Tegenwoordig is dat an ders met die moderne koel auto's. Lang niet iedereen kan het eten. o nee". Er zijn nog maar twee visdrogerij- en in ÏJmuiden. Jacob Broek heeft er een van, Van der Toorn, in de bun ker. de andere. „Het zijn bedrijven waarop ÏJmuiden groot vs geworden", zegt Ja cob Broek. „De drogerijen". Het geslacht Broek is af komstig uit Egmond aan Zee. De vader van Jacob vestigde zich nog vóór de eeuwwisseling in ÏJmuiden als visdroger. Jacob oefent al vanaf de schoolbanken hetzelfde beroep uit. Hij nam het bedrijf van zijn va der over. „Gevaren heb ik nooit", zegt hij. „Gelukkig niet". Jacob Broek's blauwe ogen mogen nog zo opge wekt onder de geruite en wat vettige klep van de pet uitkijken, zij krijgen een zorgelijke uitdrukking als ze de kaarten van de IJmui dense uitbreidingsplannen overzien. De onteigening is een dreigende schaduw bo ven zijn drogerij. Zal het bedrijf ten offer vallen aan de industrie, die zich ten zuiden van de Haringhaven steeds verder uitbreidt of aan de huizenrijen die uit het oosten stéeds verder de duinen inkruipen? Jacob Broek hoopt van harte dat zijn drogerij mag blijven staan. „Het is een knap spulletje", zegt hij. „En het staat hier toch niemand in de weg. Je merkt eigenlijk niet eens dat het een be drijf is, zo mooi ziet het er uit." Zou een van de oudste bedrijven in ÏJmuiden wor den opgeslokt door het ter rein dat al die nieuwkomers op het industrieterrein no dig hebben? Of zullen op die prachtige plek aan de voet van de duinen eertijds flats verrijzen? Jacob Broek wil dat niet meema ken. „Nog drie jaar voor ik 65 ben", zegt hij. „Maar dat zegt niks. want ik hoop dit werk minstens tot mijn vijf enzeventigste te doen. Waarom zou ik stil gaan zitten?" Kindergeluk. Woensdagavond gaf de Geheelonthouders Kinderclub „Kinderge luk" in het gebouw van de KSA te Bever wijk een opvoering van de kinderoperette „Goudhaartje en de Troubadour". Voor deze goede opvoering was niet veel be langstelling. wat heel jammer is. Het be stuur verwacht dat aan het einde van dit jaar, wanneer de vereniging haar gouden feest viert, heel velen in Beverwijk en om streken zullen getuigen van belangstelling voor het werk van de vereniging. De directeur voor industriële ontwikke ling van het ministerie van Economische Zaken, ir. W. L. van Lakerveld, heeft de zer dagen gewezen op de belangrijkheid van de zo genoemde middelgrote en klei ne industriebedrijven in ons land. Het zijn veelal gespecialiseerde bedrijven die van de grond af opgebouwd zijn door prima, vaklieden. Mannen die, vertrouwende op hun „know how", voor zich zelf zijn be gonnen, dikwijls in een kelder, keuken of stal. Grootindustrieën en wereldrederijen be horen thans tot hun klanten. De heer Lakerveld sprak tot een groep journalisten die een tweedaags bezoek brachten aan de Zaanstreek, op uitnodi ging van de „Stichting Voorlichting Zaan streek" en de „Vereniging Nederlands Fabrikaat". Specialisatie en samenwer king zijn noodzakelijk om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdaging van een grotere Europese markt. Zoals men in reportages over bedoelde excursie heeft kunnen lezen, hebben tien samenwerkende Zaangemeenten dit begre pen: de heer Lakerveld stelde hetgeen zij op dit gebied reeds gedaan hebben en van plan zijn te doen tot voorbeeld aan de overige centra van middelgrote en kleine industriebedrijven in Nederland. Ook in de IJmond zijn vele middelgro te en kleine industriebedrijven. In de IJmuider Courant zijn reeds verscheidene van deze bedrijven beschreven. Evenals bijna overal elders hebben zij vaak ge brek aan ruimte voor noodzakelijke uit breidingen. Aan hun wensen kan niet al tijd gevolg worden gegeven. Maar veel zou al kunnen worden be reikt, indien men de belangrijkheid van deze bedrijven zou inzien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7