HAN GORTER L."
TANTE PATENT EN DE SOF
Eindelijk zal er iets aan „het weer" gedaan worden
PANDA EN DE PECHVOGEL
Polle
Ons vervolgverhaal
23 u. afgesproken plaats
Pimpol, het ondeuigeede kahootertje
T.v.-kijkers zagen
hartoperaties
Wr ruy
Grootscheeps onderzoek
door 14 Amerikaanse
universiteiten
UW HAAR IS UW KROON
DÓNDERD G 3 MEI 1962
21
9
A merikaanse primeur
Brei 'n pennetje mee
Meteo-raketen
OERLEMANS
41. De Veelvoet blijft geduldig staan, en laat zijn tong kijken. „Nou", zegt
Slokop, die tong van jou kan er beter uitzien!" „Luister goed: je moet
tot 33 tellen, ondertussen je hoofd schudden en aan je grootmoeder denken.
Als je dat allemaal gedaan heb, kan ik een dia.diag.een nose
kl Z wèn°flVinLW/inê° teg™ Polle, „wat hij daar zegt
klinkt wel heel echt! Hoe komt hij daaraan, zou je zeggend"
5
19)
Koopman knikte.
I Nu wendde de hoofdinspecteur zich
I tot Willem van Woerden, die nog al-
I tijd bij de kamerdeur stond.
Kom eens wat dichterbij, zei hij
kort, terwijl hij hem strak aankeek,
j Willem liep schoorvoetend een paar
passen de kamer in. Hij scheen een
zekere angst te moeten overwinnen
i om dichterbij de dode te komen.
Wanneer heb jij de freule voor
i het laatst gezien? vroeg Ploeger.
Gisteravond ongeveer half een,
j inspecteur.
Waar?
Ze kwam thuis en passeerde
i mijn kamer om naar boven te gaan.
Jij was dus nog op?
Ja. Ik had bezoek.
Van wie?
Een neef.
Hoe heet die man?
Jan Faber, inspecteur. Hij is fo
tograaf en woont al jaren in de stad.
Is hij de hele avond bij je ge
weest? i
Van Woerden aarzelde.
Hij kwam vrij laat, even over
half tien.
Rare tijd om op visite te gaan.
Hij komt altijd laat. Dikwijls
moet hij 's avonds nog werken.
Heb je freule Marja nog gespro
ken gisteravond?
Nee inspecteur. Zij ging direct
naar boven.
Hoe heb je haar dan gezien? Ie
was toch met je neef in je kamer.
Ik hoorde iemand binnenkomen
en ben gaan kijken. Zij was al boven
aan de trap toen ik mijn kamer uit
kwam.
Weet je zeker, dat zij het was?
Ja. Ik heb haar gezien.
Hoe laat is je neef weggegaan?
Een half uur later ongeveer
Heb je hem zelf uitgelaten?
Ja, inspecteur.
Ben je al die tijd bij hem in de
kamer gebleven?
Ja. We hebben zitten praten.
Moelijkheden?
Nee, inspecteur. Hij kwam ge
woon even aanlopen.
Weet je wel, dat jij waarschijn
lijk de enige bent, die freule Marja
nog levend heeft .gezien nadat ze thuis
gekomen is?
Willem gaf geen antwoord.
Wie heeft vanmorgen de moord
ontdekt? vroeg Ploeger verder.
Mevrouw Boon. Zij moest de freu
le spreken en ging naar haar kamer.
Toen ze geen antwoord kreeg op haar
kloppen, deed ze de deur open en
zag, dat het licht brandde. Zij ont
dekte haar in die stoel. Ze is vrese
lijk geschrokken en rende naar bene
den. Daarna ben ik naar boven ge
gaan. Intussen heeft mevrouw u ge
beld.
Was de professor niet thuis?
Jawel, inspecteur, maar mevrouw
wil iedere emotie nog voor hem ver
mijden. Zij zou hem voorzichtig ver
tellen, wat er gebeurd is, maar vond
dat dat nog geen directe haast had.
De deur ging open en de mannen
van de fotografische dienst kwamen
binnen.
Ploeger wendde zich weer tot de
dokter en fluisterde hem iets toe.
Daarna haalde hij een zakdoek uit
zijn zak en boog zich over de ver
moorde. Niemand zag wat er gebeur
de. Toen hij zich oprichtte keerde hij
zich weer naar Van Woerden. In zijn
geopende hand lag op de uitgesprei
de zakdoek het mes waarmee de moord
was gepleegd. Vol afschuw staarde
Willem naar het bebloede lemmet.
Ken je dit mes? vroeg Ploeger,
terwijl hij de huisknecht strak aan
keek.
Neen, inspecteur, antwoordde ie
man. Ik heb het nooit eerder ge
zien.
Gan dan maar naar beneden. Als
ik je nodig heb, zal ik je laten roe
pen.
Intussen had de fotograaf verschil
lende opnamen van het lijk gemaakt.
Ploeger wachtte nu rustig af tot de
medicus met zijn eerste onderzoek
klaar was. Eindelijk richtte deze zich
op.
De stoot is met veel kracht toe
gebracht. zei hij.
Zoals ik al vermoedde is de punt
van het mes het hart binnengedrongen
Zij moet onmiddellijk dood zijn ge
weest.
Blijf je bi.i je mening, dat de
moord tussen half een en een gebeurd
is?
Vrijwel. Laten we, om zeker te
zijn, liever zeggen tussen 12 en 2 uur.
Zij kwam om half een thuis, riet
moet dus na die tijd gebeurd zijn.
In ieder geval niet lang daarna.
Er zijn twee dingen mogelijk,
peinsde Ploeger.
De moordenaar was al in de ka
mer toen zij binnenkwam en had zich
verdekt opgesteld of hij is onverwacht
door de kamerdeur binnengekomen "n
rechtstreeks op haar toegelopen.
Het laatste lijkt me het meest
waarschijnlijk, meende de dokter.
Hij moet haar van achteren zijn aan
gevallen. Hij was dus in dit gedeelte
van de kamer en, voorzover ik kan
zien, is daar geen enkele plek waar
hij zich heeft kunnen verschuilen.
Ploeger knikte.
Dat is mijn mening ook, zei hij.
Kun je uit de richting van de wond
nog iets opmaken?
Vrijwel horizontaal. Hij heeft dus
in gebukte houding gestaan, zou ik
zeggen.
Tenzij Marja sterk voorovergebo
gen in haar stoel zat. In dat geval
heeft hij loodrecht van boven naar
beneden kunnen steken.
Mogelijk, maar dan is het nog
twijfelachtig of zij zich heeft kunnen
oprichten. Mij dunkt, dat ze daar dan
niet meer de kracht voor had gehad.
Kan het een stuiptrekking ge
weest zijn?
Uitgesloten is dat natuurlijk niet
maar je zou eerder kunnen verwach
ten, dat ze dan voorover was gevallen.
Het meest waarschijnlijk is dus,
dat ze vrijwel rechtop zat. De richting
van de wond is horizontaal. De moor
denaar heeft dus of gebogen gestaan
toen hij de stoot toebracht of hij is
abnormaal klein van stuk
Ja, één van de twee. Als hij erg
lang was zou de stoot minder krach
tig zijn geweest, meende de dokter.
Je bedoelt, dat hij dan te ver
gebukt moest staan?
Ja. Deed hij dat niet dan zou ae
wondrichting anders geweest zijn.
Dank je, antwoordde Ploeger
Dat is tenminste iets.
Het spijt me, dat ik je niet meer
kan zeggen.
Wil je haar nog verder onder
zoeken?
Ja, dat is wel mijn bedoeling.
Wil je het lijk laten overbrengen?
Dat zal onmiddellijk gebeuren.
Ploeger gaf Koopman opdracht de
kamer verder te onderzoeken en ook
Wilkens, die Marja de vorige avond
geschaduwd had, te laten komen. Zelf
ging hij daarna naar beneden, waar
hij Willem van Woerden in zijn ka
mer aantrof.
Nadat de huisknecht hem had aan
gediend, stapte hij de huiskamer bin
nen. Professor Boon en zijn vrouw
zaten in de serre. Hoewel zij beiden
diep onder de indruk waren van het
gebeurde, hielden zij zich goed.
Hebt u uw nicht gisteravond nog
horén thuiskomen? vroeg Ploeger.
Nee, inspecteur, antwoordde me
vrouw. Wij zijn vroeg naar bed ge
gaan en spoedig in slaap gevallen.
Voor zover ik kan nagaan was
de enige vreemdeling, die op het ogen
blik in huis was, een neef van Van
Woerden, een zekere Jan Faber.
Kent u die man?
Weet u ook of hij vaker komt?
Willem krijgt zelden bezoek.
Gaat hij veel uit?
Nee, heel weinig. Doordat hij
mijn man steeds helpt, is hij niet aan
een bepaalde tijd gebonden. Hijzelf
heeft daar geen enkel bezwaar tegen.
Hij is ongetrouwd en woont hier .n
huis. Hij heeft heel weinig familie in
de stad en, voor zover ik weet, zo
goed als geen kennissen Een enkele
keer gaat hij naar een bioscoop, maar
verder heeft hij, geloof ik. geen inte
resse.
Een vrij eentonig bestaan dus.
Hij schijnt geen behoefte aan iets
anders te hebben. Zijn grootste pie- i
zier is, dat hij de professor zo nu
en dan mag helpen. Ik geloof zelfs, i
dat hij daar in hoofdzaak voor thuis- j
blijft.
Hij is tenminste steeds bij de i
hand als" ik hem nodig heb, merkte j
professor Boon op.
Zou u de man nog herkennen, die j
u op de avond van uw verdwijning
in het laboratorium kwam storen? j
vroeg hij.
In het laboratorium
Ja. U hebt me verteld, dat er ge- j
beid werd, terwijl u met dr. Will- j
brough zat te praten. U ging na de j
tweede bel open doen. Er stond een
man voor de deur, die u niet kende, j
Eerst leek hij u nogal klein en ge- j
drongen. Later, toen hij zich kwaad I
maakte vond u hem groter. Herin- j
nert u zich dat nog?
Professor Boon dacht na.
Ja. Die man kwam binnen en
heeft me gedreigd. Wat was dat ook
weer.j
Ik weet het warempel niet pre-
cies, zei hij na een poosje verlegen.
(Wordt vervolgd
VANDAAG vragen wij uw aandacht
voor een niguwe lieftallige figuur, die
van morgen af regelmatig in deze ko
lommen verschijnen zal. Tante Patent is
haar naam en zoals u met. één oogop
slag ziet is het ontwijfelbaar een dame
uit de Betere Kringen. Dat blijkt al
uit het feit dat Tante P. bij haar rian
te woonstede een eigen tuin heeft een
weelde die nog slechts weinige bevoor
rechte stedelingen zich in deze tijd van
woningnood en flat-misère permitteren
kunnen. Maar bovendien is die tuin van
Tant- geen gewoon, hoewel keurig on
derhouden status-symbool, maar er ge
beuren ook Vreemde Dingen in, onoir-
bare dingen zelfs, in zekere zin, die men
in een tuin van een dame van stand nim
mer vermoeden zou. Want op een kwa
de dag vindt Tante daar, tussen haar
rozenperken en bollenborders een
vreemde pot die uit het Niets schijnt
te zijn opgerezen en dat wordt het
begin van een lange reeks van ontstel
lende. om niet te zeggen verbijsteren
de gebeurlijkheden, in de loop waarvan
Tante qm nu maar een ding te noe
men 's nachts plotseling een complete
in dierenvellen gehulde Batavier voor
haar led vindt staan Enfin, u merkt
dat wel zodra u, op deze pagina, in
woord en beeld kennis gaat nemen van
Tante's haartebergerijzende avonturen,
die ontsproten zijn aan de lenige ver
beeldingskracht van een tweetal befaam
de vrouwen: aan de geestige pen van
Annie M.G. Schmidt én aan de even
rake tekenstift van Fiep West«ndoro.
wier portretten men, resp. links en
rechts, hierboven afgebeeld vindt, üe
■eputatie van deze beide geestelijke moe
ders van Tante Patent (de vader is
onbekend) staan er bij voorbaat borg
voor, dat onze nieuwe strip iets heel
bijzonders gaat worden en dat is
zij ook: we zitten zelf nog na te grin
niken van het plezier dat we aan de
eerste lezing beleefd hebben.
OVERIGENS: Tante Patent blijkt echt
geen gemakkelijke tante te zijn. Zij
heeft al bij voorbaat haar eisen ge
steld: een vaste plaats op de feuille
tonpagina en dan nog alleen in gezel
schap van Panda en Joris Goedbloed,
anders begon zij er niet aan, zei ze.
En daarom zullen onze beide andere
vaste klanten op deze pagina, de kin
derstrips van Pimpol (het ondeugende
kaboutertje) en van Polle, Pelli en Pin-
go van morgen af verhuizen naar de
advertentiepagina's, waar zij de wel
wat vereenzaamde Ferdinand nu gezel
schap gaan houden. Heeft die ook nog
's een aanspraak je!) En voor de rest
wensen wij onze lezers veel plezier met
Tante Patent: evenveel plezier als wij
er zelf aan beleefd hebben en dat
was, hand op het hart, niet gering!
i!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!ii!iiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii>Miiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii
26-27 Pimpol had met veel moeite de
mieren van zich af geslagen. Z'n slaapje
was verstoord en hij maakte maar gauw,
dat hij uit de buurt van het mierennest
kwam.
Zo liep hij weer door het bos; en toen
gebeurde er opeens weer iets met hem.
toen hij onder een boom door ging, kwam
er plotseling iets uit de hoogte neersui
zen; een touw met een lus viel over zijn
schouders.
DE VAAK VERNOMEN verzuchting dat „iedereen over het slechteweer
spreekt, maar niemand er ooit iets aan doet", zal vermoedelijk binnen niet te
lange tijd verstommen. Inderdaad is men begonnen iets aan het weer te doen en
liet ziet er naar uit dat het meteen goed wordt aangepakt óók. Het weer heeft
de mensheid al sinds onheuglijke tijden voor allerlei raadsels geplaatst. Waarom
regent en sneeuwt het, wat veroorzaakt het ontstaan van stormen en orkanen,
hoe komt het dat sommige winters zo streng en andere zo mild zijn? En wat
misschien het belangrijkst is - wanneer gaat het regenen of sneeuwen en hoe
warm zal het in de komende zomer zijn? Dat zijn dingen die we ons allen van
tijd tot tijd afvragen.
I
palen volgens welke de bewegingen in de
i tn m de hogere luchtlagen ver
band met elkaar houden: dus onder andere
de invloed nagaan van de beweging van
de atmosfeer op zeer grote hoogten op de
atmosfeer dicht bij het aardoppervlak en
hoe daardoor „het weer" ontstaat.
Verder zal worden onderzocht hoe de
atmosfeer en de daaronder liggende bo
dem- of zeeoppervlakten op elkaar inwer-
NA DE WONDERBAARLIJKE vooruit
gang dié de wetenschappen deze eeuw te
zien hebben gegeven is het toch vreemd
dat wij op het punt van de weersvoorspel
ling zo weinig vorderingen hebben ge
maakt. Het is bijvoorbeeld nog altijd zeer
riskant om met enige stelligheid het weer
twee, ten hoogste drie dagen vooruit te
voorspellen.
Maar daarin kan nu verandering komen.
In Boulder in de Amerikaanse staat Colo
rado is onlangs een nieuw meteorologisch
instituut opgericht het National Center
for Atmospheric Research (NCAR). Het is
door samenwerking van veertien van
Amerika's bekendste universiteiten tot
stand gekomen en het wordt financieel ge
steund door de National Science Founda
tion. Wanneer het gebouwencomplex ge
heel compleet en volledig bemand is (met
ongeveer 500 personen) dan zal de groot
ste aanval beginnen die ooit op de pro
blemen van het weer gedaan is. De onder
zoekingen zullen van zuiver wetenschappe
lijke aard zijn. maar een dergelijk onder
zoek zal ongetwijfeld ook tot waardevolle
toepassingen leiden, onder meer tot een
betere weersvoorspelling op korte en lange
termijn en tot vaststelling van de prak
tische mogelijkheden tot beheersing van
het weer, zowel plaatselijk als voor gehele
vastelanden.
ALLEREERST zal met alle beschikbare
middelen moeten worden vastgesteld hoe
het weer „ontstaat". Men zal nagaan of
er mogelijkheden bestaan de wetten te be
ken en welke invloed de zeestromingen op
de weervorming hebben. En hoe staat het
daarbij met de droge woestijnen en de
vochtige bossen?
(Van onze correspondent)
WASHINGTON Onlangs konden de
televisiekijkers in Amerika op hun beeld
scherm vier critieke operaties zien ver
richten, die enkele jaren geleden nog niet
mogelijk waren. Men zag onder meer
hoe dr. Hufnagel, een bekend chirurg in
Washington, 'n kunstmatig hartklepje aan
bracht, hoe dr. Lillehei uit Minneapolis
een patiënt voorzag van een electronisch
apparaat om zijn hart gaande te hou
den en hoe dr. Gerbode, in San Fran
cisco, een opening afsloot in het hart
van een tienjarige jongen. In de studio
zat een reporter, vergezeld van een be
kend chirurg. Zij zagen op een tv-scherm
de operaties verrichten en de televisie
kijker kon dat scherm eveneens waarne
men, meestal zonder dat de commenta
tors in de studio in het beeld kwamen.
De chirurg in de studio gaf toelichtin
gen, de reporter vroeg hem nu en dan
iets en beide mannen stonden in radio
contact met de behandelende chrirurgen,
die tijdens de operaties een microfoon
tje om de hals droegen. Ook de chirurg,
die opereerde, kreeg vragen te beantwoor
den. Maar aan spreken tijdens opera
ties zijn deze bekende chirurgen wel ge
wend. Ook colleges geven zij veelal op
die manier.
Op het Parijse métro-station „Opera"
stapte onlangs een op het oog nagenoeg
volwassen jongeman in de volbezetta
„ondergrondse". Hij ging zitten, haalde
een bol breiwol en een stel breipennen
uit zijn zak en begon een kleutertruitje
„op te zetten", onder een spervuur van
de vrolijke en sarcastische opmerkingen
van zijn medepassagiers. De man liet ech
ter alle hoon over zijn kant gaan en brei
de onverstoorbaar voort.
De volgende dag en de dag daarop zat
hij ér weer: hetzelfde beeld. Maar de
vierde dag gebeurde er iets merkwaardigs.
Nadat de man zijn werk weer had op
genomen, haalde plotseling ook een tweede
mannelijke passagier een breiwerkje te
voorschijn: een beginnende kinderkousje.
Na twaalf dagen was het mannelijke brei-
duel een trio geworden en u mag het
geloven of niet na drie weken zaten
niet minder dan zeven mannen op dit
traject te breien.
De jongeling, die de oorzaak van deze
merkwaardige ontwikkeling was, had daar
mee een doel gehad, aldus meldt de
„Frankfurter Neue Presse". Als student
in de psychologie aan de Sorbonne wilde
hij de theorie, die hij in een scriptie voor
zijn universitair examen over het navol-
gingsinstict van de mens ontwikkelde, in
de praktijk testenZijn conclusie:
schapen en mensen lijken op elkaar.
Advertentie
Om dit te weten te komen zal het Re
search Center gebruik maken van alle be
kende methoden en toepassingen, daarbij
inbegrepen aardsatellieten en ballonnen
voor waarnemingen op grote hoogten, U-2
en X-15 vliegtuigen en elektronische
rekenmachines om de enorme hoeveel
heden gegevens te bewerken.
Zo zijn met behulp van Tiros-satellieten
reeds foto's gemaakt van het ontstaan en
de eerste uren van typhoons en orkanen,
waardoor men in staat was, veel sneller
waarschuwingen voor deze vernietigende
stormen te doen uitgaan dan in het ver
leden.
Er zullen een aantal projecten worden
Een permanent een kwestiè van ver
trouwen, enzeer goed model
knippen. De nieuwste EUGÈNE NERTS
OLIEPERMANENT. fantastisch.
TEENAGER compleet 12.50
MED. GED. HAARKUNDIGE
GIERSTRAAT 69 - TELEFOON 21736
opgesteld, waardoor van dezelfde ver
schijnselen op verschillende manieren ge
gevens kunnen worden verkregen. Van
groot belang zijn de onderzoekingen met
ballonnen, omdat dit een betrekkelijk wei
nig kostbare methode is die kan worden ge
bruikt voor tal van waarnemingen. De ge
leerden hebben echter behoefte aan betere
ballonnen dan waarover ze thans beschik
ken. Het Center zal daarom ook op dit
gebied vorsingswerk verrichten.
Ongetwijfeld zal het werk van dit insti
tuut voor ons allen vruchten afwerpen in
de vorm van nauwkeuriger weersverwach
tingen over langere tijdsduur. Onze va
kanties behoeven dus, hopen we, over
enige tijd niet meer in het water te vallen.
2. „Geld! Geld!" krijste de opgewonden bende,
„ge:e/ ons je geld, lieve neef! Geld moeten we heb
ben!" En hoe Panda ook zijn best deed, hij kon
zich niet verstaanbaar maken. Maar opeens werd het
stil. „Hij is het niet!" riep de corpulente dame nij
dig uit, „we hebben de verkeerde voor!" En boos
keek iedereen naar de bedremmelde Panda.
Het spijt me!" stamelde hij onthutst, „ik kan het
ook niet helpen, dat ik niet degene ben, die u zoekt'
Maar wat wilt u eigenlijk?"
Maar niemand verwaardigde zich, op deze toch wel
redelijke vraag antwoord te geven. „Kom mee!" kreet
een stem uit de menigte, „we gaan verder! We moe
ten hem vinden, hij kan nog niet ver zijn!" En daar
op stormde de hele troep het steegje weer uit, on
der het schreeuwen van verwarde kreten.
Bevreemd keek Panda de horde na, en met een
diepe zucht van opluchting hoorde hij het „Geld!"
geroep in de verte wegsterven. Toen schrok hij ge
weldig. want een vuilnisbak, die vlak naast hem op
het trottoir stond, zuchtte bevrijd: „Gelukkig, die zijn
weg!" Verschrikt staarde Panda naar de bak, waar
van het deksel langzaam werd opgelicht.
4f-ZZ
P. I B jai 6