VOOR JULLIE FILATELIE HET PIEPKLEINE CORSO De wonderkoffieboontjes Bridge m CANADA Dammen mim ZATERDAG 12 MEI 1962 Erbij PAGINA V l,r ia s.a tri hHï is 45 gU2ét'fistm ;etc»ïj?=t 'i w:w tmm 'w//* 'JM mi>. Ww. B. Dukel mm m '■tm. mm. H Cor Beek ZWITSERLAND. Op 1 juni a.s. zullen de jaarlijkse vijf Pro Patria-zegels in circulatie worden gebracht. De 5 5 rp. (blauw) is gewijd aan de uit Genève afkomstige Franse schrijver en wijs geer Jean-Jacques Rousseau (1712— 1778). De zegel toont hem in Armenische dracht naar een schilderij van Allan Ramsay dat zich in de National Gallery van Edinburgh bevindt. Op de overige vier waarden komen oude Zwitserse munten voor: 10 10 rp. (groen, blauw en grijs), halve taler; 20 10 rp. (rood, geel en grijs), dukaat 30 10 rp. (oran je, groengrijs en grijs) batz uit Uri; 50 10 rp. (ultramarijn, lila en grijs), batz uit Nidwalden. FRANKRIJK. Ter gelegenheid van de nationale week van de ziekenhuizen is een postzegel van 0.30 fr. (groen, grijs en geelbruin) verschenen met als voor stelling twee verpleegsters die met een kind in hun midden lopen tegen een achtergrond van een ziekenhuis. Het ontwerp en de gravure zijn gemaakt door Decaris. HONGARIJE. De serie met de por tretten van beroemde Hongarbn is met twee waarden aangevuld. Het zijn een 1 forint (zwart), waarop de politicus Mïhaly Karolyi (18751955) en een 1 forint (bruin), waarop de revolutionair Ferenc Berkes (18931919) voorkomt. De laatste zegel herinnert tevens aan het vijfde congres van de Hongaarse coöperatieve beweging. POLEN. Ter gelegenheid van de vijf tiende internationale wielerwedstrijd I „voor de vrede" BerlijnPraagWar schau zijn drie zegels verkrijgbaar ge- steld. De 60 groszy toont een renner en j het woord vrede in verschillende talen, de 2.50 zloty een peleton renners met het Romeinse cijfer XV op de achter grond en de 3.40 zloty de wapens van de drie steden Berlijn, Praag en War- schau met een fietswiel op de achter grond. OOSTENRIJK. Op 21 mei a.s. ver schijnt een postzegel van 1 s. (blauw- violet) ter herdenking van de honderd ste sterfdag van de acteur, satiricus en toneelschrijver Johann Nestroy (1801 1862). De zegel laat tegen een achter grond van een toneelmasker het por tret van de kunstenaar zien. Hij is ont worpen door Wilhelm Dachauer en ge graveerd door Ferdinand Lorber (beiden inmiddels overleden). Er zijn drie mil joen exemplaren gedrukt. NIEUW-ZEELAND. Het eeuwfeest van de telegrafie in Nieuw-Zeeland zal on der meer worden gevierd door de uit gifte (eind mei) van twee postzegels. Op de 3 d. ziet men een Morse-sleutel, zo als die vroeger werd gebruikt tegen een achtergrond van Port Hills (Lyttelton) en op de 8 d. een modern telex-apparaat. TSJECHOSLOWAKIJE. Een postzegel van 60 h. (blauw en rood) is uitgegeven ter herinnering aan de mijnwerkers staking in de stad Most in Noord- Bohemen. De zegel brengt een mijn werker met lamp tegen een achtergrond van de inscriptie „30ste verjaardag van de grote mijnwerkersstaking in Most". CANADA. Honderdvijftig jaar gele den werd de Red-River-nederzetting doar immigranten uit Schotland op initiatief van Thomas George, de vijfde graaf van Selkirk, gesticht. Zij brachten REDWVEB SETTLEMENT ISlö AN, iA',: JjACOt-OMEM LARIVI{!MHOÜG£T812 het gebied dat thans de prairie-provin cies omvat in cultuur. Ter herinnering aan dit feit is een postzegel van 5 cents (groen en bruin) verschenen. Af gebeeld zijn het portret van Selkirk en een Schot, bezig met zaaien. DENEMARKEN. Voor het Deense ballet- en muziekfestival is een zegel van 60 óre in omloop gebracht, die de zelfde voorstelling draagt als de in 1959 uitgekomen zegel van 35 ore, n.l. een balletdanseres. De zegel is thans van het nieuwe inschrift 1531 Maj voor zien. SNIJDEN IN CANNES. Het beroemde Franse bridgepaar Jais- Trézel is in Cannes wereldkampioen ge worden, vóór de Engelsen Reese-Shapiro, de Fransen Bacherich-Chestem en een verdere lange lijst met bekende namen uit de internationale bridgewereld. Nederland slaagde erin, zich met alle vijf de deel nemende paren te klasseren voor de fina les, doch toen was de koek op en vormden on2e paren géén bedreiging voor hen, die vochten om de hoogste plaatsen. Het best klasseerden zich mr. C. Kaiser-Van Heus- den (63 punten bijna 4 topscores achter de winnaars) op de 12e plaats. Zoals ik reeds voorspelde, deed Neder land het aanzienlijk beter in de wedstrij den, waarin onze dames meespeelden. In een veld van 26 paren behaalde het Haagse damespaar Akkerman-Hoogenkamp een zeer eervolle 4e plaats terwijl het groot ste succes voor Nederland weggelegd was voor mevrouw Hoogenkamp-A. Kornalijn slijper en mevrouw WesterveldFilarski, die onder 20 landenteams in het kampioen schap voor „mixed teams" de tweede plaats wisten te veroveren. Vooral de wedstrijden der finales voor paren, waren buitengewoon interessant en er werd daar goed bridge gespeeld. De laatste (5e) ronde was bijzonder spannend, daar vele hooggeplaatste paren elkaar weinig ontliepen en elkeen trachtte zo gun stig mogelijk geklasseerd te worden. Een aardig spel uit deze finale was het vol gende: A H V 5 9B943 O A B 9 v 4 B 10 8 3 2 C H 6 O 8 7 H 10 6 3 7 6 4 C A 8 7 6 O H 5 A B 9 5 9 C V 10 2 O V 10 6 4 3 2 872 West gever, OW kwetsbaar. Aan vele tafels opende noord het bieden met 1 schoppen - waarop iedereen paste en welk contract als regel tenminste één down ging, vooral omdat troefuitkomst door oost vrij voor de hand liggend is. Aan de tafel van één der Nederlandse paren (NZ) tegen een zeer sterk Frans paar (OW), opende noord uit tactische overwegingen met 1 harten waarna oost en zuid pasten. Dit contract heeft aanzien lijke winstkansen en west voelde er dan ook niet veel voor 1 harten te laten spelen, daar hij zelfs slechts twee hartens in han den had. West bood daarom 1 schoppen - noord 1 Sansatout - oost 2 schoppen - zuid 3 ruiten - allen pasten. NZ hadden met 3 ruiten het ideale con tract gevonden en kregen grote kansen toen west (begrijpelijk) met schoppenboer uitkwam. De eerste drie slagen waren voor hoge schoppens (zuid ruimde twee klaver tjes op) - zodat zuid hierna ten hoogste twee hartens, een troef en één klaverslag behoefde te verliezen. Het goede spel zou geweest zijn, na de schoppens te vervolgen met ruitenaas en ruiten na - teneinde de kans op een introever in harten zo gering mogelijk te maken. Zelfs als ruitenheer goed (bij west) zou zitten, zou het zeker stellen van het uitstekende contract, dat vermoedelijk aan zeer weinig tafels be haald zou zijn, te verkiezen zijn boven het avonturen op een overslag. Zuid wilde helaas het onderste uit de kan - bracht na de eerste drie schoppen slagen gemaakt te hebben, zijn eigen hand hierna aan slag met een introever in schoppen - en sneed vervolgens op ruiten- heer. Deze zat mis en hierna faalden de tegenstanders niet meer; oost speelde namelijk een kleine harten na, west maak te hartenheer - en west vervolgde met harten, door oost genomen - waarna oost zijn partner een introefslag liet maken in harten. Tot slot konden OW nog een slag in klaveren incasseren, zodat NZ op 3 ruiten één down gegaan waren. De score van minus 50 voor NZ was nog niet zeer slecht doch plus 110 zou een topscore geweest zijn. Een leerzaam spel, ter demonstratie van een situatie waarin men bepaald niet moet snijden. De vijftienjarige scholier Kees Pippel uit IJmuiden heeft een bijzondere dam- knobbel, die ten nauwste aan het partij- spel en de problematiek verbonden is. Hij stelt bij voorkeur vraagstukken samen die aan de partijstelling doen denken, terwijl de afwikkeling „problematisch" is. Onder staand vraagstuk van Kees geeft eerst het zoeken naar de remiseslotstand, waarin wit, met een dam tegen vier zwarte stuk ken, op fraaie wijze remise forceert. De stand van het vraagstuk is als volgt. .OOOOOOOOO Zwart vier stukken: 13, 14, 16, 32; wit dam op 4. En Kees weet elke speelwijze te weer leggen dat de witdam de remise afdwingt. Correspondentie hierover met K. Pippel, J. P. Coenstraat 139, IJmuiden. De eerste zet van zwart 13-19 is ge dwongen. Dam van wit 4-31. Ie. Nu volgt op 32-38 de remise met 31-26. 2e. 19-24 31-13. 3e. 14-20 en 31-26 met remise. Het doet denken aan het werk van de, in de oorlog overleden, Amsterdamse meester en eindspelcomponist I. Presburg. Zijn specia liteit was vier-tegen-één-eindspelen. Het volgende fragment van Kees kwam voor in het jeugdtoernooi dat door de jubilerende KNDB te Castricum georgani seerd was. 03OOOOCXXX)OOOOOPOOOOOOOOOCOOCVOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOO weinig draaien, zó dat Rf2 op b2 terecht komt, dan krijgen wij de stelling van 9OOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO öooco^^oocjod^^Éiooooo^^^cxxxsc^^^oocoooc Wit: Kd2, Tb6, Rb2-e4. Zwart: Kc4, pion c5-d4. Nu is wederom een driezet ontstaan en ditmaal een met een zeer fraaie oplossing. Daarmede is de pret echter nog niet een einde. Want als we de stelling van diagram VI één veld naar links verschuiven, dan krijgen wij een driezet met een volkomen ander verloop dan dat van no VI 00cxxx)000c000000c000<x)000000c)00cx)00cx300000000c "fopTtf/. WVM. 000000000000(X>CCO00000CCOCX^000000CODC«.-O0C)00CCCO30000000C Zwart: 3, 8, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 23, 24. Wit: 26. 27, 28, 32, 33, 34, 37, 38, 42, 43, 48, 49. In deze dagelijks voorkomende partij stand lokte wit met 1) 27-22 de foutzet. Op 12-18 kan het beste eerst het offer 24-30 34x25 worden gespeeld. De gehele af wikkeling is als volgt: 1) 27-22 12-18. 2) 33-29 24x33 of? 3) 38x29 18x47. 4) 29x20 15x24. 5) 28-22 17x28. 6) 34-29 24x33. 7) 48-42 47x38. 8) 43x14 3-9. 9) 14x12 11-17. 10) 12x21 16x27. 11) 26-21 27x16. 12) 49-43 16-21. 13) 37-31 wint. Nu de spelgang na 1) 27-22 offer 24-30. 2) 34x25 12-18. 3) 32-27 23x41. 4) 33-29 17x28. 5) 42-37 41x21. 6) 26x6. Deze afwik keling is in het voordeel voor zwart. Het offer 24-30 kan na 27-22 uitstekend spel voor zwart geven. In hetzelfde jeugdtoernooi te Castricum ontstond het volgende eindspel. J. BERTHOUWER (GS) (5p000<X)CO0000OOO000CX)0CXXXX>XXDCX30O000O00(>D0OO00O0000C)000 OOOCOOOOOOOOCOOOOO^-OCXDOOcbb^COOOCOCOOÓoOC/l C "ODOOOOOOOOC C. v. DUIVENBODE (DCIJ) Zwart, 4, 13, 14, 16, 26. Wit: 22, 23, 24, 27, 45. Met wit aan zet dacht de Kennemerland- kampioen eerste klasse Van Duivenbode dat wit winst had verzuimd. In de partij werd het spel remise. Tot nog toe zijn wij er niet in geslaagd een winstgang te ont dekken. Het beste spel geeft wel 1) 22-17 16-21. 2) 27x16 26-31. 3) 17-11 31-37. 4) 45-40 37-41 waarna het offer 37-32 en 41-46 of 47 de remise tot stand komt? Correspondentie te zenden aan het adres van de damredacteur, B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden. Vorig maal bespraken wij onder het motto „Kaleidoscoop" twee tweezetten en twee driezetten, composities van D. G. Mc- Intyre uit Johannesburg, in welke wit ko ning toren 2 lopers had en zwart koning 1, respectievelijk 3 pionnen. Nog even de stellingen met de sleutelzetten. I Wit: Ka3, Te5, Rb6-c2. Zwart: Kc4, pion c3. Tweezet. 1) Te5-e6! II Als no I, maar met de toren op f5. Driezet. 1) Ka3-a2! III Wit: Ka3, Te5, Ra5-c2. Zwart: Kc4, pion c3-d2-d4. Tweezet. 1) Ra5-b6! IV Als no III, een kwart slag naar links, dus wit: Kfl, Td5, Rdl-g3. Zwart: Ke3, pion e4-f3-g4. Driezet. 1) Rdl-a4 2) Rc6. 3) Td3 mat. Mclntyre heeft ook geëxperimenteerd met hetzelfde materiaal, doch dan twee zwarte pionnen. Het resultaat was drie driezetten, welke wij hieronder laten volgen. OOOOOC^-lOOOOOOaXJOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCJ Wit: Kc2, Ta6, Ra2-d4. Zwart: Kb4, pion b5-c4. De winstgang van no VI gaat nu niet op; daarentegen is er een andere, welke als een elegante tegenhanger van de vooraf gaande kan worden bestempeld. Waarom, dat moge de lezer zelf ontdekken. Wij besluiten onze kaleidoscopische voorstelling met een technische bravour- stukje van de beroemde componist Comins Mansfield. Onderstaand diagram verbergt niet minder dan vijf(!) tweezetten. DOOCtenono. TOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO<V)OOCOOOCCOOCO Wit: Kc2, Tdl, Rcl-g6, Ph7, pion: c4-e2- h3-h5. Zwart: Ke5, pion c5-c6-e6-e7. Aan de stelling ontbreekt een witte pion Plaatsen wij deze achtereenvolgens op b3. b4, b6, h2 en h6, dan krijgen wij telkens een tweezet met verschillend verloop Een compositorisch krachttoertje, dat een waar dig slot vormt van ons uitstapje door het wonderland der problematiek. Mr. Ed. Spanjaard (T 9q uoid 'iSP-IPJ, (I Zn uoid 'igp-SON (I 9P uoid 'jga -ga (x frq uoid 'igp-xoH (I Sq uoid hia om •pajja qosqsqxsa ua qasiuouueq Jap -uozfiq uaa ;jaa§ 'uaiauuoj ueq uaCijapeq apiapaSuaSax aamj SuxfPïs apjtazap ua uaa uba uaAinqos.iaA jaq joop uaui "XjaaS pui gay (8 ^Beqasitajye jaq buibbai 'ufn-e ap jbbu jaoui Suiuoxx apBMz ad -aiutod ap jeep ajz üBy (g go 4 (x i Cuapeq-jadoi-uajo; uaa jbbui snp uep luajauuoj a; jaaui ;aiu ja ia ia on uba Cijapeq-uajox-jadox aa i8B-9ex (X IIA on •;bui WI (8 +PU Z 'uagCu5fj3A a; guiqap -pui axqoBMjaAuo uaa jpeqostaqqnp-jfaix -je uaa joop euieep uto 'piaAponiA uaa guiuoix a^JEMz ap paag uaio; ap joop ladox ap uba atpajajjapi apuassejjaA azap pui jgqx (Z 'EP iie-gqy (x IA on •pui 9PX (8 'USPH (8 SP iSë-gJH (I A on NaONISSOUO Zwart: 2, 10, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 26. Wit: 27, 28, 30, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 40, 43. Wit forceert als volgt de remisecombina tie: 1) 27-22 18x27. 2) 37-31 26x37. 3) 32x41 23x32. 4) 36-31 27x47. 5) 38x27 47x29, 6) 34x23 21x32. 7) 43-39 19x28. 8) 30x8 2x13. 9) 39-33 28x39. 10) 40-34 39x30. 11) 35x4, waarna de volgende eindstand is ontstaan: xjoöOTrcxxx>X)ro^raxoooóo^raxDOOOCo^^»aooe» Wit: Kd2, Tb6, Re4-f2. Zwart: Kc4, pion c5-d4. De oplossing is eenvoudig en verbergt geen bijzondere schoonheden. Zou dit probleempje een eenling zijn geweest, dan had het stellig de weg van Zuid-Afrika naar Nederland niet gevonden. Maar wanneer wij de kaleidoscoop een WEET JE WAAR LISSE ligt? En Hillegom? En Sassenheim? Goed zo: midden in de bollenvelden. Maar je weet vast niet wat daar voor vreemde dingen gebeuren als de dag van het grote bloemencorso heel dichtbij gekomen is. Dan gaan de mensen 's nachts niet .laar bed! Nu ia, een paar natuurlijk wel,maar de meesten niet. Die wer ken dan allemaal samen in een paar erg grote schuren (loodsen zijn dat), waar de kale wagens staan en een heleboel manden met bloemen. Mandenvo] bloemen in alle kleuren: rood, blauw, geel, wit, teveel om op te noemen. De mannen en grote jongens staan op hoge ladders en op trappetjes om de wagens eerst in de hoogte met bloe men te versieren en daarna lager, en nog lager, totdat ze er gewóón bij kunnen. En als er niets meer van de wagen zélf te zien is behalve de wielen (en die soms niet eens!), dan is het grote bloemencorso klaar. Maar dan is de nacht ook al lang voorbij, mveel werk zit daar aan vast. ZIJN ER GEEN MEISJES bij? O ja wel hoor, die gevqn de bloemen aan en zorgen dat er steeds nieuwe manden klaarstaan met hyacinten en narcis sen en tulpen in de goede kleur, zo dat de mannen en de jongens aan één stuk kunnen doorwerken. Anders zou het grote corso nooit klaar zijn op de dag dat uit het hele land en ook uit andere landen de mensen komen kijken in auto's en bussen en op de fiets. Om precies te zijn: vandaag, nu het zwart ziet van de mensen in Lis- se, in Hillegom en in Sassenheim (en in Bennebroek ook nog wel een beet je). Maar wat is er nu voor vreemds aan? Ssst. dat komt! Weet je, in die grote loodsen worden zóveel bloemen gebruikt voor de wagens, die daar door echte praalwagens worden, dat niemand het merkt wanneer er eens een bloemetje op de grond valt. En natuurlijk gebeurt dat bij een zo gro te drukte verschrikkelijk vaak. MAAR NA AFLOOP dan? Vinden de mensen die de loodsen aanvegen, die bloemetjes dan niet? Niks hoor, want dan zijn ze al lang opgeraapt, stilletjes, zonder dat iemand er iets van gezien heeft... Ik zal het je maar vertellen: dat doen de kabouters van Tsjilpezang, een héél pietepeuterig klein dorpje, óók nog net in de bollenstreek, maar klein dat niemand er ooit komt. Trouwens, je zou er niet eens de bus of je fiets of je autoped kunnen neer- etten1 De kabouters van Tsjilpezang zijn heel kwiek en heel slim, en ze heb ben al veel dingen van de mensen afgekeken. Daarom hebben zij nu ook hun eigen corso, of liever: cor- sootje, want het is maar klein. Ze hebben er een heel jaar voor ge sjouwd. Ze hebben op straat naar oud speelgoed gezocht, autootjes met een deuk erin en eendjes-op-wielen zonder snavel. Al dat speelgoed hebben ze nu opgeknapt en een fris kwastje verf gegeven, en vannacht, de nacht vóór het grote bloemencorso, hebben de kabouters ongemerkt (want wie •.iet nu een kaboutertje!) de gemorste bloemetjes opgeraapt, waarbij ze vlug opzij zijn gesprongen als er een men senvoet aankwam. IN TSJILPEZANG stonden de ladders van luciferhoutjes al klaar, zodat ze de eenden-op-wieletjes en de brand weerautootjes en de jeeps en alles ER WAS EENS EEN koning, die re geerde over een zeer groot machtig rijk. Hij was goed, vriendelijk en rechtvaar dig voor zijn onderdanen. Hij hield van hen en zij hielden van hem. Deze koning was dus een heel gewoon vorst die leefde voor zichzelf en voor zijn onderdanen, want getrouwd was hij niet. Alleen hield deze vorst er een eigenaardige gewoonte op na. Hij dronk namelijk geen koffie, zoals wij dat doen, maar hij at koffieboontjes. Dat had hij al lekker gevonden toen hij nog maar een kind was en hij vond dat nu nog heerlijk. Nu had hij een bepaald soort koffie boontjes, dat hij erg lekker vond, of liever gezegd: het enige soort dat hij lekker vond. En daar at hij nu 's mor gens, 's middags en 's avonds van. Maar alles verveelt op de duurZo ook deze koffieboontjes. Ze smaakten de koning opeens niet meer. Hij was niet langer goed, vriendelijk en recht vaardig voor zijn onderdanen, want hij werd humeurig en zat de hele dag met een boos gezicht op zijn troon te rege ren. Er was niets met hem te begin nen! Alle onderdanen leden eronder en wisten niet meer wat ze doen moesten. De ministers kwamen bijeen in een grote zaal en bespraken het probleem drie volle dagen en nachten achterel kaar, maar konden geen oplossing vin den. Er werd in alle steden, dorpen en ge huchtjes een boodschap voorgelezen, dat degene die een goede oplossing aan de hand kon doen, bevorderd zou wo- den tot ridder in de orde van „HET GULDEN SPOOR" en bovendien be loond zou worden met een zak goud- ducaten. DAT GAF ME EEN opwinding! Het hele volk ging op zoek naar koffie boontjes, die nog lekkerder waren dan degene, die de koning niet lekker meer vond Er werden talloze zakjes aan het paleis bezorgd. Allemaal zak- precies zo konden versieren als men sen dat doen: eerst in de hoogte, dan lager en nog lager, totdat ze er ge wóón bij kunnen. En daarom zijn er vandaag niet al leen uit het hele land en ook uit an dere landen mensen toegestroomd om het grote corso te zien (en te foto graferen), maar zijn er óók van alle kanten kabouters komen aanrennen, op weg naar Tsjilpezang. En als je me nu vraagt wélk van die twee bloemen corso's ik het mooiste vind ,het gro te of het piepkleine, dan zeg ik met een diepe rimpel in mijn voorhoofd: Dat weet ik wérkelijk niet! jes met koffieboontjes! En de koning proefde uit ieder zakje een boontje, maar hij vond ze zo vies, dat hij er misselijk van werd. En hij werd nog humeuriger en zat met een nog bozer gezicht op zijn troon. Weer kwam de ministerraad bijeen en weer werd het geval besproken. Zonder resultaat echter. De koning werd er mager van. Hij kwijnde lang zaam weg, en na een maand was hij zo mager geworden, dat je twee keer moest kijken om hem op zijn troon te zien zitten. Hij sliep 's nachts niet meer en zat overdag te knikkebollen, omdat hij zo'n slaap had. Zo lag de koning de daaropvolgende nacht weer klaarwakker in zijn bed en staarde naqr een manestraaltje dat door een kiêrtje in het gordijn naar binnen wipte. PLOTS VEERDE HIJ rechtop. Het gordijn was een eindje verder openge schoven en hij kon nu tot in het mid den van de maan kijken. Vanuit dat midden maakte zich opeens een man netje los, dat op de manestraal klom, zich roetschnaar beneden liet glijden en BOEM!pardoes op Z.H. zijn bed neerplofte. De koning wreef verwonderd zijn ogen uit en vroeg zich af of hij droomde of wak ker was. Hij dronk een slokje water, (dat deed hij altijd als hij er niet ze ker van was of hij droomde of niet), en merkte dat hij niet droomde. Hij was zeer verbaasd en vroeg zich af wat dit alles te betekenen zou hebben. Hij zei echter niets, maar wachtte geduldig af tot de ander zou beginnen, want dat hoorde zo. Het duurde echter nogal lang en juist toen hij iets wilde zeggen, begon het mannetje te spreken. „Majesteit", begon het mannetje, „mijn naam is Desiderius'i De koning stotterde zoiets van „A-Aangenaam", maar voor hij uitgestotterd was her nam het mannetje: „Ik weet dat U in de put zit en ik weet ook waardoor. Ja, dat weet ik. En omdat U altijd een goed vorst bent voor Uw onderdanen ben :k naar U toegekomen. Ik heb na melijk dé koffieboontjes. De goede. Ja die heb ik. En mag ik U dan dit over handigen?" En voordat de koning ook maar een woord kon zeggen, hield hij een zakje in zijn handen en was het mannetje nog vlugger verdwenen dan het gekomen was. De koning z-t verdwaasd te kijken met het zakje koffieboontjes in zijn handen en dronk nog een slokje water om er zich nogmaals van te overtui gen dat hij niet droomde. Daarna open de hij het zakje, en waarlijk, er zaten koffieboontjes in. Ze roken heerlijk en hij kon de drang om er eentje van te proeven niet weerstaan. Het resultaat was verbluffend. Nog nooit had hij zulke lekkere koffieboontjes geproefd. MET EEN JUICHKREET liet hij zich uit bed glijden en belde van vreug de al zijn bedienden uit hun bedden. De zen kwamen met verschrikte gezichten aangelopen, en dachten minstens dat hun koning gek geworden was. Maar toen de koning hen alles had uitgelegd dachten zij er anders over. De daaropvolgende dag vierde het he le land feest en had iedereen vrij ge kregen. Er was echter een minister die mid den onder het feest er aandacht, dat die koffieboontjes wel eens op zouden kunnen raken. Hij besprak dit met de minister van binnenlandse zaken en even later waren alle mensen ontgoo cheld. Maar de koning zei: „Dat is van latere zorg; laten wij nu feesten!" En de koning had gelijk, want steeds als hij een koffieboontje genomen had (en dat gebeurde nog al eens, want hij vond ze zo verrukkelijk en kon er maar niet afblijven), dan kwam er tot ieders verbazing weer een nieuw voor in de plaats. Zodoende kon de koning tot aan zijn dood genieten van de wonderkoffie- boontjes, die niet ophielden te bestaan zolang hij leefde. Maar toen de goede vorst stierf, verdwenen met hem ook de wonderkoffieboontjes. Maria Konings

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 16