Georganiseerden of ongeorganiseerden in ondernemingsraden en
contactcommissies?
Wij zijn
geen
Robinson
Crusoes
GROOTSTE
NEDERLANDSE
VAKBOND
Hoe werkt
de ANMB?
MEER DAN 105.000 LEDEN
Monopolie van bonden
Er bestaan veel misverstanden rondom de vakbeweging.
Op zichzelf is dit een normaal verschijnsel, want een be
weging die voortdurend in botsing komt met andere
maatschappelijke krachten, moet door voor- en tegen
standers wel op een emotionele wijze benaderd worden.
Één van die misverstanden is door verschillende dag
bladen die de vakbeweging niet erg gunstig gezind zijn,
in het leven geroepen.
Schadelijk
Geen overheidstoestemming
Niet op één lijn
Wel te goeder trouw
Ongeorganiseerden?
Alleen georganiseerden!
Werkgevers wel georganiseerd
Niet afhankelijk
Bezinning
100.000 leden
Gezonde groei
Ook voor beambten
Beambtenvakgroep
I Werkelijkheid dwingt
100.000 leden
Samenwerking
Niet met iedereen
zijn medeverantwoordelijkheid te dragen
voor het welzijn van hun leden.
Deze bonden menen dat alleen maar be
togen dat de wereld verkeerd is, onvol
doende is. Zij werken metterdaad mee
om de maatschappij te verbeteren. Zij
nemen deel aan het bestuur van maat
schappelijke organen en zijn contract
partij bij de collectieve arbeidsovereen
komsten.
Het is heel gemakkelijk vast te stellen, dat
Iets verkeerd is. Moeilijker is het om het
In de praktijk zelf beter te doen. Daarom
is het ontstellend, dat in grote kring (zo
wel bij arbeiders als ingenieurs) de na-
leve mening bestaat, dat goede wil en over
tuiging voldoende zijn om aan het so
ciaal-economisch leven richting te geven.
Men neemt aan, dat kennis en ervaring
vanzelf komen, natuurlijk zonder de scha
de en schande, waarmee men normaal in
het leven wijs wordt.
is met
erkend
Er is een vereniging, die een half jaar
geleden werd opgericht, aan niets of nie
mand verantivoording schuldig is, geen
kennis van zaken heeft, evenmin midde
len om die te verwerven, ook niet aan
nemelijk kan maken dat ze over êen jaar
nog bestaat, maar veel misbaar maakt,
dat ze door de overheid, de werkgevers
en de besturen van sociale verzekèrings-
organen niet op voet van gelijkheid met
de al jaren bestaande bonden wordt
behandeld.
In de kranten wordt dan gesproken over
het monopolie van de erkende bonden.
Maar in alle nuchterheid, is dat niet wat
dwaas?
De industriebonden, verenigd in de vak
centrales, zouden een veel grotere aan
hang kunnen hebben, indien zij een con
tributie van slechts enkele dubbeltjes per
maand zouden heffen. Zodra zij dit zou
den doen, degraderen zij zich onmiddellijk
tot bonden, die slechts kunnen beweren,
maar niet doen en die als gevolg van
hun gebrek aan kennis en mogelijkheden
door de wederpartij in de onderhandelin
gen of in besturen niet ernstig genomen
zouden worden. Zij zouden geen eigen bij
drage meer kunnen leveren en daardoor
het te voeren beleid in feite aan de
wederpartij moeten overlaten.
Bijna dagelijks staat er een artikel in
een van de persorganen waarin geschre
ven wordt over de 'erkende bonden', of
om het nog fraaier te stellen over 'de
bona fide vakbeweging'.
In Nederland bestaan echter geen 'er
kende bonden'. De grootste vakbond in
ons land, de ANMB (Algemene Neder
landse Bedrijfsbond voor de Metaalnijver
heid en de Elektrotechnische Industrie)
heeft nog nooit toestemming van de re
gering ontvangen om als organisatie te
mogen optreden. Een vakbond heeft in
het geheel geen toestemming nodig, even
min behoeft hij door de regering erkend
te worden. De grondwet garandeert na
melijk elke Nederlander vrijheid van ver
eniging en vergadering.
Iedereen mag in ons vaderland zoveel
verenigingen oprichten en zo vaak ver
gaderen als hem goeddunkt, als hij maar
de openbare orde en de zedelijkheid in
acht neemt.
gene te bereiken, wat hij in woord en
geschrift als richtsnoer stelt. Hij houdt
er geen geheime bedoelingen op na. De
ANMB is niet de enige bona fide organi
satie. Men kan rustig stellen, dat alle
vakbonden en bondjes in Nederland te
goeder trouw zijn. behoudens een enkele
uitzondering, waarvan vrij algemeen wordt
aangenomen, dat hij niet bona fide is.
De laatste groepering, in feite een groep
van bondjes, betoogt in roerende woorden,
dat zij het welzijn van de Nederlandse
werkers wil bevorderen, maar in werke
lijkheid kweekt men chaos om de produk-
tie en de levensstandaard van de werkne
mers laag te houden, hetgeen in haar po
litieke kraam te pas komt.
Het economisch leven wordt steeds inge
wikkelder. het één is sterk van het ander
afhankelijk. Geen enkele bedrijfstak, laat
staan een enkel bedrijf, kan een eigen
beleid .voeren, los van de rest. Dit geldt
niet alleen nationaal, maar ook interna
tionaal.
De vraag moet dan ook worden gesteld,
hoe een vereniging die niet in een gro
ter verband is opgenomen, een bijdrage
kan leveren aan de belangenbehartiging
van de leden.
In de Kolen- en Staalgemeenschap te
Luxemburg of de Europese Economische
De ANMB is wel een bona fide bond, het
geen betekent, dat hij te goeder trouw is.
De ANMB probeert in de praktijk dat-
Betekent dit. dat alle andere bonden op
één lijn gesteld kunnen worden, omdat
ze geen van alle 'erkend' zijn en alle
maal bona fide? Natuurlijk niet, het be
tekent alleen dat de gebruikte woorden
niets zeggen, dat ze verkeerd gebruikt
worden. Wat men met de erkende bona
fide bonden pleegt aan te duiden, zijn
bonden die bereid zijn en op grond van
hun kennis en hun middelen in staat
Men Is het er thans wel algemeen over
eens, dat de werknemers in de bedrijven
een zekere mate van medezeggenschap
moeten hebben. Ook vindt men. dat de
werknemers in bepaalde zaken binnen de
onderneming gekend moeten worden.
Maar hoe ver deze medezeggenschap moet
gaan en in welke beslissingen ze gekend
moeten worden, is nog een strijdvraag.
Het medezeggen of medeweten van de
werknemers gaat via kernen, onderne
mingsraden, contactcommissies of perso
neelscommissies. De vakbonden hebben
vrijwel altijd het recht om kandidaten
voor het lidmaatschap van deze commis
sies te stellen.
Het is bijna een gewoonte geworden, dat
er ergens een stem klinkt, die opmerkt:
'Als er alleen georganiseerden in de com
missies zitten, dan zijn de ongeorganiseer
den niet vertegenwoordigd!' Er wordt daar
nooit bij vermeld, welke speciale belangen
de ongeorganiseerden naar voren zouden
kunnen brengen. Evenmin wordt aangege
ven, op welke wijze men ongeorganiseer
den kan vertegenwoordigen. Het begrip
'vertegenwoordigen' houdt namelijk in, dat
de belangen van een bepaalde groep door
iemand gediend worden. Dat gaat moei
lijk, als er geen belangen zijn en geen
groep is. Alleen door het 'niet-zijn' van
iets vormt men geen groep.
Hoe moet een ongeorganiseerde weten,
dat zijn mening nu juist precies de op
vatting vertolkt van degenen, die hij ver
tegenwoordigt? Evengoed als men lid van
een organisatie wordt of blijft, zijn er ook
vele en verschillende redenen, waarom
men niet tot een bond toetreedt.
De één wordt geen lid, omdat naar zijn
mening de bond te slap is, de ander omdat
de bond te veel wil. Een zeer grote groep
werknemers is waarschijnlijk geen lid, om
dat zij geen belangstelling hebben voor
hetgeen er rondom hen gebeurt op dit ge
bied. Er bestaat geen enkele logica om
deze zeer verschillende meningen te verte
genwoordigen, temeer niet omdat in de on
dernemingsraden en de commissies niet de
bonden vertegenwoordigd worden, maar de
werknemers. De vraag is dus niet. of een
bepaalde groep vertegenwoordigd is, maar
hoe worden de werknemers als geheel het
beste vertegenwoordigd.
De ANMB wil niet redeneren, zoals vele
tegenstanders van de vakbeweging, die
zonder nader bewijs stellen, dat iets ver
keerd is. Hij wil met positieve argumenten
voor zijn standpunt naar voren komen.
De ANMB meent, dat de werknemers al
leen door georganiseerden goed vertegen
woordigd kunnen worden. i>e bond ver
wacht van de medezeggenschap geen won
deren, evenmin dat de werknemersverte
genwoordigers op de stoel van de directie
of de afdelingschefs gaan zitten Maar
zelfs als men zijn eisen en verwachtingen
niet te hoog stelt, valt er nog veel en
belangrijk werk door de werknemersver
tegenwoordigers te verzetten.
Dat werk bestaat bijna altijd uit het af
wegen van belangen. Daarvoor moet men
niet alleen goed de belangen van de werk
nemers kennen, maar zich ook kunnen
verdiepen in die van het bedrijf. Dat is
echter nog niet voldoende. Bedrijf en
werknemer maken beide deel uit van de
huidige, ingewikkelde maatschappij en ook
daarmee moet rekening gehouden worden.
Hoe moet een ongeorganiseerde, die nooit
enig contact heeft met werknemersverte
genwoordigers uit andere delen van het
land, dit doen? Hoe kan hij nagaan of
de werkgever het bij het rechte eind heeft,
wanneer deze beweert, dat hij aan een
bepaald verlangen wel zou willen voldoen,
maar het van de regering niet mag uit
voeren?
Trouwens, de werkgever heeft in het alge
meen eerst met vele deskundigen gespro
ken. voordat hij in de ondernemingsraad
of de commissie een bepaald standpunt
naar voren brengt. Heel vaak zal hij eerst
met zijn werkgeversorganisatie overleg ge
pleegd hebben, waarvan bijna alle werk
gevers, en zeker de grote, lid zijn. Deze
organisaties hebben vele specialisten in
jnsi. die de werkgevers met hun raad
ter zijde staan.
Tegenover dit samenspel van kennis en
deskundigheid kan alleen een georgani
seerd lid van de overlegcommissies iets
stellen, door de specialisten van de werk
nemersbond te raadplegen.
Men kan stellen, dat de moderne onder
nemer niet meer te vergelijken valt met
zijn collega uit het begin van deze eeuw,
en dat is nog waar ook, maar ook de
meest vooruitstrevende werkgever ontkomt
er niet aan de vraagstukken vanuit zijn
positie eenzijdig te belichten. Hetzelfde
geldt voor de best toegeruste georganiseer
de werknemersvertegenwoordiger, maar
tezamen zullen ze het evenwicht dichter
benaderen dan ieder afzonderlijk.
Ons land kent geen wettelijke bescherming
van werknemersvertegenwoordigers tegen
over hun werkgever, zoals vele andere in
dustrielanden. In Nederland heeft de geor
ganiseerde vertegenwoordiger echter de
bond achter zich staan.
Naast de twee argumenten van kennis en
macht, is er een nog veel belangrijker, na
melijk dat van de democratie.
Het kenmerk van de democratie is niet
alleen, dat de vertegenwoordigers in een
vrije stemming gekozen worden, maar
evenzeer dat zij verantwoording voor hun
daden aan hun kiezers moeten afleggen.
De kiezers hebben er recht op te weten,
wat hun vertegenwoordigers doen en laten.
De vertegenwoordigers zelf moeten tussen
tijds contact kunnen houden met dege
nen. die hen gekozen hebben, want in de
periode tussen twee verkiezingen kan veel
gebeuren.
Alleen georganiseerden zijn via de vak
bondsvergaderingen in staat na de ver
kiezingen nog een behoorlijk contact met
de andere werknemers te onderhouden.
iiiiii
Het gaat om het afwegen van belangen
en dan is het menselijk, dat deze belan
gen botsen. Even menselijk is het. dat de
werkgever bij een dergelijke botsing van
meningen zich van zijn macht tegenover
zijn werknemer bewust wordten de
werknemer van zijn afhankelijkheid.
Een ongeorganiseerde vertegenwoordiger
is volledig van de werkgever afhankelijk.
g De ANMB heeft een bondsbestuur,
1 bestaande uit negen personen, die
s zich allen op een bepaalde taak ge-
specialiseerd hebben. Dit bondsbe-
stuur wordt in zijn taak bijgestaan
door ongeveer veertig districtsbe-
H stuurders, die op twaalf districtskan-
g toren over het gehele land ver-
spreid, werkzaam zijn.
j§ Het bondsbestuur is verantwoorde-
Ij lijk voor de gang van zaken als ge-
h heel en verricht al datgene, wat
g voor de leden op landelijk niveau
g gedaan moet worden; de districts-
g bestuurders behartigen de belangen
g van de leden individueel en op
g plaatselijk niveau.
g Het bondsbestuur wordt in zijn be-
g leid bijgestaan en gecontroleerd
g door de bondsraad, die ongeveer 70
g leden telt, die geen van allen in be-
g zoldigde dienst zijn, maar werkzaam
g moeten zijn in één van de bedrij-
g ven. die tot het werkterrein van de
g ANMB behoren.
g De bond bestaat uit plaatselijke af-
g delingen, die bestuurd worden door
g een afdelingsbestuur van 3 tot 11
g leden, welke gekozen worden uit de
g leden. De gezamenlijke afdelingsbe-
g sturen dragen de hoogste verant-
g ivoordelijkheid binnen de bond. Zij
g benoemen en ontslaan het bondsbe-
g stuur en stellen de statuten en re-
g glementen vast. Hun dagelijkse taak
5 bestaat uit het onderhouden van
g contact met het individuele lid en
g de zorg voor de gang van zaken in
de afdeling, waaronder de contrïbu-
Gemeenschap te Brussel, waar de werk
nemers in verschillende organen vertegen
woordigd moeten zijn, is dit volslagen on
mogelijk.
Hoewel het ieders goed recht is om bon
den of bondjes van ongeorganiseerden op
te richten en aan de goede bedoelingen
van de initiatiefnemers en de leden in het
algemeen niet getwijfeld mag worden, kan
gesteld worden, dat deze verenigingen
geen enkel nut kunnen opleveren.
Zij zijn zelfs schadelijk, omdat ze ver
warring stichten en vaak gebouwd worden
op het onbegrip over de bestaande vak
beweging. Het is logisch dat er machten
in de maatschappij zijn, die de kracht van
de vakbeioeging niet graag zien toenemen
Het is tegenwoordig niet vreemd, dat men
zich daarbij bedient van de publiciteits-
middelen om onjuiste voorstellingen over
de vakbeweging zoveel mogelijk te ver
breiden.
Wel vreemd is het te moeten bemerken
dat men daarbij de 'macht' en de 'mono
poliepositie' van de 'erkende, verzuilde
werknemersvakbeweging in een duistei
daglicht stelt.
Waar wordt geschreven over de andere
vakbonden in ons land, die werkelijk een
monopolie bezitten, omdat alle die daar
voor in aanmerking komen, aangesloten
zijn? Voorbeelden daarvan vormen de
vakbonden van werkgevers, die van de
artsen en de apothekers. Deze organisa
ties hebben alle fouten, die natuurlijk ook
de werknemersbonden aankleven. Maar
hun machtspositie is veel sterker. Ze zijn
in hun actie veel meer op het groepsbe
lang gericht. Wie weet ook maar iets over
hun geldmiddelen, hun besluiten en be
doelingen?
De niet bij vakcentrales aangesloten bon
den en bondjes hebben altijd bestaan en
zullen zeker wel blijven bestaan. Soms is
er een tijd, dat men deze verenigingen
met veel en graag verleende publiciteit op
richt, maar dat is altijd na een tijd, dat
ze eerst geluidloos ter ziefe zijn gegaan.
Bewust gebruik
Dit Is een publikatie van het district Kennemerland van de ANMB, de Metaalbedrijfs-
bond aangesloten bij het NVV Een groot gedeelte van de bevolking van Kennemerland
Is direct of indirect afhankelijk van het wel en wee in de metaalindustrie, hetzij door
dat men zelf of een der gezinsleden in de grote of kleine metaalnijverheid werkzaam
Is, hetzij doordat men in een van de vele verzorgende beroepen zijn bestaan vindt
Het wel en wee van de bedrijven wordt niet alleen bepaald door de directies en de
commissarissen, de werknamers hebben zelf eveneens grote invloed op de gang van
zaken.
Velen zijn voor de behartiging van hun belangen lid van een vakbond, aangesloten
bjj het NVV, de KAB of het CNV. Het werk van deze bonden is voor iedereen van
betekenis, ook voor hen, die geen lid willen of kunnen zijn.
Over de vakbonden zijn vele misverstanden in omloop. Naast veel waardering voor hun
werk heeft men ook veel kritiek. Helaas berust veel van deze kritiek op onvoldoende
kennis van zaken. Dat is jammer, want gezonde kritiek is het zout van onze samen
leving.
De ANMB wil met deze publikatie op een aantal punten zijn mening naar voren bren
gen. Vele zaken moeten in verband met de ruimte buiten beschouwing blijven.
Bewust is niet toegegeven aan speculaties op de gemakzucht en het gebrek aan tijd van
de lezer. Misschien had een advertentie met grote letters en weinig woorden sterkere
beweringen naar voren kunnen brengen en meer de aandacht getrokken.
De vakbeweging is echter groot geworden, doordat er zoveel mensen zijn, die zelf over
de feiten willen nadenken en daarom de moeite nemen om te lezen.
De reden, dat de ANMB nu de aandacht vraagt, is, dat in de loop van de komende
week vele duizenden van onze streekgenoten over de feiten moeten nadenken. Want
)p 16 en 11 mei worden bij de Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken
en aangesloten bedrijven verkiezingen gehouden voor de contactcommissies.
Wij hopen er door deze publikatie toe bij te dragen, dat iedereen een bewust gebruik
van zijn stemrecht zal maken. Elke kiezer is vrij zijn stem op de kandidaat van zijn
keuze uit te brengen. De ANMB hoopt, dat iedere kiezer zich afvraagt, wat de beste
keuze zal zijn. Laat geen vooroordelen of misverstanden, maar eerlijke overtuiging, ge
baseerd op de feiten, daarbij de doorslag geven.
Indien u meer over de ANMB wilt weten of uw mening naar aanleiding van deze pu
blikatie kenbaar wilt maken, stelt u zich dan in verbinding met het districtskantoor
van de ANMB, Wijkerstraatweg 131 te Velsen-Noord, telefoon 025105399.
De districtsbestuurders van het district Kennemerland van de ANMB:
C. Ockeloen. B Buitenhuis en J. H Abbenhuës.
Van ziekenpot tot bedrijfsbond
Vorig jaar herdacht de ANMB zijn 75-jarig bestafin. Hij mag zeker tot één van de
oudste vakorganisaties in ons land gerekend worden. De bond werd aan het einde van
de vorige eeuw niet opgericht als strijdorganisatie, maar als vereniging tot onderlinge
steun en tot verbetering van de verhouding tussen de patroons en de werklieden. Het
was geen landelijke bond, maar een vereniging van arbeiders bij Werkspoor te Am
sterdam. De naam van de organisatie luidde: 'Verbetering zij ons streven'.
arbeiders en beambten, die in een en de
zelfde bedrijfstak werkzaam zijn.
In de eerste jaren van zijn bestaan onder
scheidde 'de bond' zich niet zoveel van
de tientallen andere bonden en bondjes,
die toen werden opgericht. Vele van die
andere organisaties gingen te gronde,
misschien is dit gedeeltelijk te wijten
aan het vasthouden aan te beperkte doel
stellingen. maar voor een deel juist aan
het omgekeerde.
De bond heeft in zijn prilste begin, toen
duidelijk werd dat men eigenlijk niets be
reikte. een paar besluiten genomen die
van beslissende betekenis gebleken zijn.
Er werd contact opgenomen met soort
gelijke verenigingen in andere plaatsen
van het land met het doel een bond te
krijgen, waarvan de betekenis uitging
boven een personeelsvereniging, om een
modern woord te gebruiken. Daarnaast
ging men zich beginnen op de doelstellin
gen. Men kwam tot de conclusie, dat noch
wilde toekomstfantasieën noch wilde en
roekeloze strijdmethoden voor de leden
enig heil zouden brengen.
Deze beide doeleinden bleken een stevige
basis te vormen. Toch zou de ANMB op
het ogenblik nooit meer dan 100.000 le
den hebben kunnen tellen, als niet tevens
een andere ontwikkeling van meet af aan
is bevorderd: de samenbundeling van gelijk
gerichte krachten.
Evenals in andere landen hebben de Ne
derlandse werknemers zich aanvankelijk
groepsgewijze georganiseerd. Er beston
den afzonderlijke verenigingen van ketel
makers. ijzerwerkers, scheepstimmerlie
den. blikbewerkers, goud- en zilversmeden.
In de loop der jaren hebben zich steeds
meer van deze organisaties aaneenge
sloten. zodat het werkterrein van de
ANMB zich thans uitstrekt over de gehele
grote en kleine metaalnijverheid, de
elektrotechnische en de diamantindustrie.
Buiten de kring van de ANMB denkt men
vaak, dat deze organisatie uitsluitend be
stemd is voor handarbeiders, waarvan dan
ook wei beambten lid kunnen worden,
maar dat slechts weinigen van deze laatst
genoemde groep daarvan gebruik maken.
De waarheid is echter, dat het aantal
beambten, aangesloten bij de ANMB, veel
groter is dan het ledental van welke spe
cifieke beambtenorganisatie in de metaal
industrie ook. De ontwikkeling van het le
dental van de 'beambtenvakgroep' in de
ANMB toont dit overtuigend met cijfers
Natuurlijk zijn voor de gezonde groei van
de vakbeweging, en met name van de
ANMB, tal van oorzaken aan te wijzen.
Omdat dit te ver zou voeren, geven we
Wanneer over het ontstaan van de ANMB
gesproken wordt, dan heeft dit geen an
dere betekenis dan het zoeken naar het
ontspringen van de Rijn. Van de vele
rivieren, zijrivieren, beken en stroompjes
die samen de Rijn vormen, zoals deze ons
land bij Lobith binnenkomt, heeft men
er één genomen, niet de grootste of de
belangrijkste, maar degene die het verst
van de monding begint en men heeft ge- Wat gij nipt vuilt
zegd: dit is nu de Rijn en daar begint hij 6
Robinson Crusoë is een figuur die tot
ieders verbeelding spreekt. Geen wonder,
want hjj kon zjjn leven inrichten zoals
hij zelf het beste achte en hij werd niet
gestoord door anderen, die ook wat wil
den. Zo'n heerlijke, eenvoudige wereld,
waarin men alleen met de passieve, niets
willende natuur te maken heeft, spreekt
iedereen wel aan.
Het is een gelukkig verschijnsel, dat de
bonden die zich bij de ANMB hebben aan
gesloten, zich steeds in de nieuwe om
geving hebben thuisgevoeld. Na korte tijd
werkten de leden van deze organisaties
met overtuiging mee aan de uitbouw van
de grote ANMB. De Metaalbedrijfsbond
heeft steeds hun belangen op zo'n wijze
kunnen behartigen, dat daarover nooit
wanklanken zijn vernomen. De belangrijk
ste van de naoorlogse fusies was onge
twijfeld die waardoor de ANMB een 'be
drijfsbond' werd. Dat wil zeggen, dat er
plaats is voor alle werknemers, hand-
tle-inning niet de minst belangrijke
plaats inneemt.
Het verhaal trekt ons ongetwijfeld aan.
omdat we in de praktijk van het leven
onvermijdelijk te maken hebben met an
dere mensen. Die anderen willen ook wat
Daardoor moeten we zelfs tot in onze dier
bare. persoonlijke liefhebberijen rekening
houden met hetgeen anderen willen in
plaats dat we lekker kunnen doen, wat
we zouden willen. De praktijk leert ons
al op jeugdige leeftijd, indien we geen
rekening met anderen houden, dat deze
het evenmin met ons zullen doen, waar
door er van een eigen wil helemaal niets
terechtkomt in onze wereld, waar we
bepaald niet alleen wonen.
Toch is het interessant eens na te gaan.
hoe vaak we in het dagelijks leven pro
beren iets van dat 'Robinson Crusoë-
ideaal' voor ons zelf te verwezenlijken.
Hoe vaak hebben we Ons niet geërgerd
aan die halfslachtigheid om ons heen. dat
rekening houden met de buren, dat needs
maar genoegen nemen met iets minder
in plaats van consequent te eisen, wat we
ons eigen goed recht achten?
Wanneer de belangen van een be
paalde groep leden dit wenselijk
maakt, kunnen er binnen de bond
plaatselijk of landelijk vak- of be
drijfsgroepen worden ingesteld. Op
ke beambtenvakgroep en een lande
lijk beambtenvakgroep en een be
drijfsgroep diamant te Amsterdam.
Deze groepen worden bestuurd door
'eigen' leden, de beambtenvakgroep
dus door beambten. De landelijke
beambtenvakgroep heeft in plaatsen
met voldoende beambtenleden eigen
afdelingen met een eigen bestuur.
In de statuten is geregeld, dat deze
vakgroepen in de bestuursorganen
van de bond met door hen zelf aan
gewezen vertegenwoordigers zitting
moeten hebben. Daardoor wordt
voorkomen, dat de belangen van een
bepaalde groep in de verdrukking
zouden komen.
De geldmiddelen van de bond wor
den beheerd en uitgegeven volgens
begrotingen door de bondsraad op
gesteld. Zonder enige uitzondering
worden alle uitgaven door de kas
controlecommissie gecontroleerd.
Deze commissie bestaat uit bonds
leden. De technische controle ge
schiedt door erkende accountants.
Begrotingen en jaarrekeningen wor
den in het jaarverslag opgenomen
en zijn voor alle leden verkrijgbaar.
De ANMB heeft ook de lijd gehad, dal
hij zijn ideeën en zijn wil zo goed vond,
dat alles en iedereen daarvoor moest wij
ken. Intussen heeft de ANMB al lang ge
leerd, dat hij de belangen van zijn leden
het beste kan behartigen, wanneer hij
uitgaat van de realiteit, dat er ook ande
ren bestaan. Daarom werkt de ANMB
samen met alle democratische groeperin
gen die op een bepaald punt hetzelfde
willen.
De ANMB vindt het dan ook normaal
en zelfs een positieve daad, om waar mo
gelijk te komen tot een compromis en
vergelijk van belangen. Hoewel de vak
bond in de eerste plaats een maatschap
pelijke taak heeft en daarom het hebben
van een maatschappelijk inzicht en niet
het bezit van een bepaalde levensbeschou
wing een reden moet zijn om lid van een
bond te worden, erkent de ANMB vanzelf
sprekend het recht van anderen om daar
anders over te denken. De ANMB werkt
samen met christelijke en katholieke bon
den, hoewel hij deze organisaties eigenlijk
overbodig acht, omdat in de ANMB ieders
hier een overzicht van de feitelijke toe
stand op dit ogenblik. Ruim 25 pet. van
alle werknemers die lid van de ANMB
kunnen zijn, hebben zich bij aeze organi
satie aangesloten. Op de ingewijden maakt
dit cijfer meer indruk dan op de critici.
De laatsten zeggen: 75 pet. zit er niet in!
Dat is een ware, maar zinloze bewering.
Want de confessionele bonden tellen ook
grote aantallen werknemers die lid van
een vakbond willen zijn, maar om prin
cipiële redenen zich op levensbeschouwe
lijke grondslag menen te móeten organi
seren.
Het lidmaatschap van alle bonden is ge
heel vrijwillig, de contributies zijn hoog,
zodat men overtuigd moet zijn van de
noodzaak lid van de bond te worden en
te blijven.
In dit licht bezien is de verhouding van
25 pet. van alle werknemers die lid van
de ANMB zijn, een cijfer dat gezien mag
worden, al is het duidelijk, dat de
ANMB-leden dit getal graag nog wat ho
ger zouden zien.
levensbeschouwing gerespecteerd wordt.
Waar mogelijk werkt de ANMB samen,
daardoor metterdaad erkennend, dat het
ieders recht is er een eigen visie op na
te houden.
Met de werkgevers en werkgeversorgani
saties wordt waar mogelijk samengewerkt.
Vooral omdat de ANMB ervaren heeft,
dat de werkgevers de economische belan
gen van het bedrijf telkens weer stellen
boven die van de werknemers, als zij het
alleen voor het zeggen hebben.
De ANMB werkt samen, omdat alle be
langen het best worden gediend, wanneer
er een evenwicht tussen verschillende
krachten is. De resultaten die hierdoor
konden worden bereikt, hebben de werk
nemers meer baat gebracht dan welke
schone theorie ook, die niet verwezenlijkt
kon worden. Evenmin kan gehandeld wor
den, alsof er geen politieke inzichten be
staan. Hoewel het bestuur van de maat
schappij, wat de politiek in feite is, en de
vakbeweging los van elkaar staan, moeten
zij met elkaar rekening houden.
De vakbeweging komt op voor een bepaald
belang van een bepaalde groep. De rege
ring en de politieke partijen behoren voor
alle belangen op te komen. Het is dus
logisch, dat beide elkaar ontmoeten.
Het is eveneens begrijpelijk, dat deze
in
ontmoetingen soms fel en heftig zijn en
dat bij de ministers en de volksvertegen
woordiging het algemeen, belang de boven
toon voert.
Ais het anders zou zijn, en dat willen
we wel eens, als onze belangen in de knel
zitten, dan zou er geen democratie meer
zijn. Ons land zou dan geregeerd worden
door de machtigste groep. Dat komt neer
op een dictatuur en deze staatsvorm, van
wie of wat dan ook de leiding uitgaat,
verstikt de vrije wil totaal. Daarom denkt
de ANMB niet aan antiparlementaire
acties, zoals die in andere democratische
landen wel voorkomen. Deze acties zijn
naar onze mening in strijd met het wezen
van de democratie.
De ANMB is dus bereid met behoud van
eigen zelfstandigheid met andere groepen
in de maatschappij samen te werken.
Daarbij zal hij in de eerste plaats letten
op hetgeen anderen met hem gelijk heb
ben en niet op wat verschilt. De ANMB
denkt niet aan samenwerking met groe
pen die zelf niet democratisch zijn.
De ANMB vindt het verhaal van Robin
son Crusoë ook mooi en hij weet, dat
de schijn zich vaak tegen de bond keert,
als hij met anderen samenwerkt en met
compromissen akkoord gaat.
Toch gaat de bond daarmee door, omdat
het beleid op de werkelijkheid gericht is,
ook al zegt men, dat de bond onder één
deken met de werkgevers ligt', of dat
de bond aan de leiband van een politieke
partij, de regering, de confeèsionelé bon
den, het internationale grootkapitaal of
(vult u zelf maar in) loopt.
MIIIIIIIIHIIIIlllllllllllUIIIIIIIHItllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllll^