Georganiseerden of ongeorganiseerden in ondernemingsraden en contactcommissies? Wij zijn geen Robinson Crusoes GROOTSTE NEDERLANDSE VAKBOND Hoe werkt de ANMB? MEER DAN 105.000 LEDEN Monopolie van bonden Er bestaan veel misverstanden rondom de vakbeweging. Op zichzelf is dit een normaal verschijnsel, want een be weging die voortdurend in botsing komt met andere maatschappelijke krachten, moet door voor- en tegen standers wel op een emotionele wijze benaderd worden. Één van die misverstanden is door verschillende dag bladen die de vakbeweging niet erg gunstig gezind zijn, in het leven geroepen. Schadelijk Geen overheidstoestemming Niet op één lijn Wel te goeder trouw Ongeorganiseerden? Alleen georganiseerden! Werkgevers wel georganiseerd Niet afhankelijk Bezinning 100.000 leden Gezonde groei Ook voor beambten Beambtenvakgroep I Werkelijkheid dwingt 100.000 leden Samenwerking Niet met iedereen zijn medeverantwoordelijkheid te dragen voor het welzijn van hun leden. Deze bonden menen dat alleen maar be togen dat de wereld verkeerd is, onvol doende is. Zij werken metterdaad mee om de maatschappij te verbeteren. Zij nemen deel aan het bestuur van maat schappelijke organen en zijn contract partij bij de collectieve arbeidsovereen komsten. Het is heel gemakkelijk vast te stellen, dat Iets verkeerd is. Moeilijker is het om het In de praktijk zelf beter te doen. Daarom is het ontstellend, dat in grote kring (zo wel bij arbeiders als ingenieurs) de na- leve mening bestaat, dat goede wil en over tuiging voldoende zijn om aan het so ciaal-economisch leven richting te geven. Men neemt aan, dat kennis en ervaring vanzelf komen, natuurlijk zonder de scha de en schande, waarmee men normaal in het leven wijs wordt. is met erkend Er is een vereniging, die een half jaar geleden werd opgericht, aan niets of nie mand verantivoording schuldig is, geen kennis van zaken heeft, evenmin midde len om die te verwerven, ook niet aan nemelijk kan maken dat ze over êen jaar nog bestaat, maar veel misbaar maakt, dat ze door de overheid, de werkgevers en de besturen van sociale verzekèrings- organen niet op voet van gelijkheid met de al jaren bestaande bonden wordt behandeld. In de kranten wordt dan gesproken over het monopolie van de erkende bonden. Maar in alle nuchterheid, is dat niet wat dwaas? De industriebonden, verenigd in de vak centrales, zouden een veel grotere aan hang kunnen hebben, indien zij een con tributie van slechts enkele dubbeltjes per maand zouden heffen. Zodra zij dit zou den doen, degraderen zij zich onmiddellijk tot bonden, die slechts kunnen beweren, maar niet doen en die als gevolg van hun gebrek aan kennis en mogelijkheden door de wederpartij in de onderhandelin gen of in besturen niet ernstig genomen zouden worden. Zij zouden geen eigen bij drage meer kunnen leveren en daardoor het te voeren beleid in feite aan de wederpartij moeten overlaten. Bijna dagelijks staat er een artikel in een van de persorganen waarin geschre ven wordt over de 'erkende bonden', of om het nog fraaier te stellen over 'de bona fide vakbeweging'. In Nederland bestaan echter geen 'er kende bonden'. De grootste vakbond in ons land, de ANMB (Algemene Neder landse Bedrijfsbond voor de Metaalnijver heid en de Elektrotechnische Industrie) heeft nog nooit toestemming van de re gering ontvangen om als organisatie te mogen optreden. Een vakbond heeft in het geheel geen toestemming nodig, even min behoeft hij door de regering erkend te worden. De grondwet garandeert na melijk elke Nederlander vrijheid van ver eniging en vergadering. Iedereen mag in ons vaderland zoveel verenigingen oprichten en zo vaak ver gaderen als hem goeddunkt, als hij maar de openbare orde en de zedelijkheid in acht neemt. gene te bereiken, wat hij in woord en geschrift als richtsnoer stelt. Hij houdt er geen geheime bedoelingen op na. De ANMB is niet de enige bona fide organi satie. Men kan rustig stellen, dat alle vakbonden en bondjes in Nederland te goeder trouw zijn. behoudens een enkele uitzondering, waarvan vrij algemeen wordt aangenomen, dat hij niet bona fide is. De laatste groepering, in feite een groep van bondjes, betoogt in roerende woorden, dat zij het welzijn van de Nederlandse werkers wil bevorderen, maar in werke lijkheid kweekt men chaos om de produk- tie en de levensstandaard van de werkne mers laag te houden, hetgeen in haar po litieke kraam te pas komt. Het economisch leven wordt steeds inge wikkelder. het één is sterk van het ander afhankelijk. Geen enkele bedrijfstak, laat staan een enkel bedrijf, kan een eigen beleid .voeren, los van de rest. Dit geldt niet alleen nationaal, maar ook interna tionaal. De vraag moet dan ook worden gesteld, hoe een vereniging die niet in een gro ter verband is opgenomen, een bijdrage kan leveren aan de belangenbehartiging van de leden. In de Kolen- en Staalgemeenschap te Luxemburg of de Europese Economische De ANMB is wel een bona fide bond, het geen betekent, dat hij te goeder trouw is. De ANMB probeert in de praktijk dat- Betekent dit. dat alle andere bonden op één lijn gesteld kunnen worden, omdat ze geen van alle 'erkend' zijn en alle maal bona fide? Natuurlijk niet, het be tekent alleen dat de gebruikte woorden niets zeggen, dat ze verkeerd gebruikt worden. Wat men met de erkende bona fide bonden pleegt aan te duiden, zijn bonden die bereid zijn en op grond van hun kennis en hun middelen in staat Men Is het er thans wel algemeen over eens, dat de werknemers in de bedrijven een zekere mate van medezeggenschap moeten hebben. Ook vindt men. dat de werknemers in bepaalde zaken binnen de onderneming gekend moeten worden. Maar hoe ver deze medezeggenschap moet gaan en in welke beslissingen ze gekend moeten worden, is nog een strijdvraag. Het medezeggen of medeweten van de werknemers gaat via kernen, onderne mingsraden, contactcommissies of perso neelscommissies. De vakbonden hebben vrijwel altijd het recht om kandidaten voor het lidmaatschap van deze commis sies te stellen. Het is bijna een gewoonte geworden, dat er ergens een stem klinkt, die opmerkt: 'Als er alleen georganiseerden in de com missies zitten, dan zijn de ongeorganiseer den niet vertegenwoordigd!' Er wordt daar nooit bij vermeld, welke speciale belangen de ongeorganiseerden naar voren zouden kunnen brengen. Evenmin wordt aangege ven, op welke wijze men ongeorganiseer den kan vertegenwoordigen. Het begrip 'vertegenwoordigen' houdt namelijk in, dat de belangen van een bepaalde groep door iemand gediend worden. Dat gaat moei lijk, als er geen belangen zijn en geen groep is. Alleen door het 'niet-zijn' van iets vormt men geen groep. Hoe moet een ongeorganiseerde weten, dat zijn mening nu juist precies de op vatting vertolkt van degenen, die hij ver tegenwoordigt? Evengoed als men lid van een organisatie wordt of blijft, zijn er ook vele en verschillende redenen, waarom men niet tot een bond toetreedt. De één wordt geen lid, omdat naar zijn mening de bond te slap is, de ander omdat de bond te veel wil. Een zeer grote groep werknemers is waarschijnlijk geen lid, om dat zij geen belangstelling hebben voor hetgeen er rondom hen gebeurt op dit ge bied. Er bestaat geen enkele logica om deze zeer verschillende meningen te verte genwoordigen, temeer niet omdat in de on dernemingsraden en de commissies niet de bonden vertegenwoordigd worden, maar de werknemers. De vraag is dus niet. of een bepaalde groep vertegenwoordigd is, maar hoe worden de werknemers als geheel het beste vertegenwoordigd. De ANMB wil niet redeneren, zoals vele tegenstanders van de vakbeweging, die zonder nader bewijs stellen, dat iets ver keerd is. Hij wil met positieve argumenten voor zijn standpunt naar voren komen. De ANMB meent, dat de werknemers al leen door georganiseerden goed vertegen woordigd kunnen worden. i>e bond ver wacht van de medezeggenschap geen won deren, evenmin dat de werknemersverte genwoordigers op de stoel van de directie of de afdelingschefs gaan zitten Maar zelfs als men zijn eisen en verwachtingen niet te hoog stelt, valt er nog veel en belangrijk werk door de werknemersver tegenwoordigers te verzetten. Dat werk bestaat bijna altijd uit het af wegen van belangen. Daarvoor moet men niet alleen goed de belangen van de werk nemers kennen, maar zich ook kunnen verdiepen in die van het bedrijf. Dat is echter nog niet voldoende. Bedrijf en werknemer maken beide deel uit van de huidige, ingewikkelde maatschappij en ook daarmee moet rekening gehouden worden. Hoe moet een ongeorganiseerde, die nooit enig contact heeft met werknemersverte genwoordigers uit andere delen van het land, dit doen? Hoe kan hij nagaan of de werkgever het bij het rechte eind heeft, wanneer deze beweert, dat hij aan een bepaald verlangen wel zou willen voldoen, maar het van de regering niet mag uit voeren? Trouwens, de werkgever heeft in het alge meen eerst met vele deskundigen gespro ken. voordat hij in de ondernemingsraad of de commissie een bepaald standpunt naar voren brengt. Heel vaak zal hij eerst met zijn werkgeversorganisatie overleg ge pleegd hebben, waarvan bijna alle werk gevers, en zeker de grote, lid zijn. Deze organisaties hebben vele specialisten in jnsi. die de werkgevers met hun raad ter zijde staan. Tegenover dit samenspel van kennis en deskundigheid kan alleen een georgani seerd lid van de overlegcommissies iets stellen, door de specialisten van de werk nemersbond te raadplegen. Men kan stellen, dat de moderne onder nemer niet meer te vergelijken valt met zijn collega uit het begin van deze eeuw, en dat is nog waar ook, maar ook de meest vooruitstrevende werkgever ontkomt er niet aan de vraagstukken vanuit zijn positie eenzijdig te belichten. Hetzelfde geldt voor de best toegeruste georganiseer de werknemersvertegenwoordiger, maar tezamen zullen ze het evenwicht dichter benaderen dan ieder afzonderlijk. Ons land kent geen wettelijke bescherming van werknemersvertegenwoordigers tegen over hun werkgever, zoals vele andere in dustrielanden. In Nederland heeft de geor ganiseerde vertegenwoordiger echter de bond achter zich staan. Naast de twee argumenten van kennis en macht, is er een nog veel belangrijker, na melijk dat van de democratie. Het kenmerk van de democratie is niet alleen, dat de vertegenwoordigers in een vrije stemming gekozen worden, maar evenzeer dat zij verantwoording voor hun daden aan hun kiezers moeten afleggen. De kiezers hebben er recht op te weten, wat hun vertegenwoordigers doen en laten. De vertegenwoordigers zelf moeten tussen tijds contact kunnen houden met dege nen. die hen gekozen hebben, want in de periode tussen twee verkiezingen kan veel gebeuren. Alleen georganiseerden zijn via de vak bondsvergaderingen in staat na de ver kiezingen nog een behoorlijk contact met de andere werknemers te onderhouden. iiiiii Het gaat om het afwegen van belangen en dan is het menselijk, dat deze belan gen botsen. Even menselijk is het. dat de werkgever bij een dergelijke botsing van meningen zich van zijn macht tegenover zijn werknemer bewust wordten de werknemer van zijn afhankelijkheid. Een ongeorganiseerde vertegenwoordiger is volledig van de werkgever afhankelijk. g De ANMB heeft een bondsbestuur, 1 bestaande uit negen personen, die s zich allen op een bepaalde taak ge- specialiseerd hebben. Dit bondsbe- stuur wordt in zijn taak bijgestaan door ongeveer veertig districtsbe- H stuurders, die op twaalf districtskan- g toren over het gehele land ver- spreid, werkzaam zijn. j§ Het bondsbestuur is verantwoorde- Ij lijk voor de gang van zaken als ge- h heel en verricht al datgene, wat g voor de leden op landelijk niveau g gedaan moet worden; de districts- g bestuurders behartigen de belangen g van de leden individueel en op g plaatselijk niveau. g Het bondsbestuur wordt in zijn be- g leid bijgestaan en gecontroleerd g door de bondsraad, die ongeveer 70 g leden telt, die geen van allen in be- g zoldigde dienst zijn, maar werkzaam g moeten zijn in één van de bedrij- g ven. die tot het werkterrein van de g ANMB behoren. g De bond bestaat uit plaatselijke af- g delingen, die bestuurd worden door g een afdelingsbestuur van 3 tot 11 g leden, welke gekozen worden uit de g leden. De gezamenlijke afdelingsbe- g sturen dragen de hoogste verant- g ivoordelijkheid binnen de bond. Zij g benoemen en ontslaan het bondsbe- g stuur en stellen de statuten en re- g glementen vast. Hun dagelijkse taak 5 bestaat uit het onderhouden van g contact met het individuele lid en g de zorg voor de gang van zaken in de afdeling, waaronder de contrïbu- Gemeenschap te Brussel, waar de werk nemers in verschillende organen vertegen woordigd moeten zijn, is dit volslagen on mogelijk. Hoewel het ieders goed recht is om bon den of bondjes van ongeorganiseerden op te richten en aan de goede bedoelingen van de initiatiefnemers en de leden in het algemeen niet getwijfeld mag worden, kan gesteld worden, dat deze verenigingen geen enkel nut kunnen opleveren. Zij zijn zelfs schadelijk, omdat ze ver warring stichten en vaak gebouwd worden op het onbegrip over de bestaande vak beweging. Het is logisch dat er machten in de maatschappij zijn, die de kracht van de vakbeioeging niet graag zien toenemen Het is tegenwoordig niet vreemd, dat men zich daarbij bedient van de publiciteits- middelen om onjuiste voorstellingen over de vakbeweging zoveel mogelijk te ver breiden. Wel vreemd is het te moeten bemerken dat men daarbij de 'macht' en de 'mono poliepositie' van de 'erkende, verzuilde werknemersvakbeweging in een duistei daglicht stelt. Waar wordt geschreven over de andere vakbonden in ons land, die werkelijk een monopolie bezitten, omdat alle die daar voor in aanmerking komen, aangesloten zijn? Voorbeelden daarvan vormen de vakbonden van werkgevers, die van de artsen en de apothekers. Deze organisa ties hebben alle fouten, die natuurlijk ook de werknemersbonden aankleven. Maar hun machtspositie is veel sterker. Ze zijn in hun actie veel meer op het groepsbe lang gericht. Wie weet ook maar iets over hun geldmiddelen, hun besluiten en be doelingen? De niet bij vakcentrales aangesloten bon den en bondjes hebben altijd bestaan en zullen zeker wel blijven bestaan. Soms is er een tijd, dat men deze verenigingen met veel en graag verleende publiciteit op richt, maar dat is altijd na een tijd, dat ze eerst geluidloos ter ziefe zijn gegaan. Bewust gebruik Dit Is een publikatie van het district Kennemerland van de ANMB, de Metaalbedrijfs- bond aangesloten bij het NVV Een groot gedeelte van de bevolking van Kennemerland Is direct of indirect afhankelijk van het wel en wee in de metaalindustrie, hetzij door dat men zelf of een der gezinsleden in de grote of kleine metaalnijverheid werkzaam Is, hetzij doordat men in een van de vele verzorgende beroepen zijn bestaan vindt Het wel en wee van de bedrijven wordt niet alleen bepaald door de directies en de commissarissen, de werknamers hebben zelf eveneens grote invloed op de gang van zaken. Velen zijn voor de behartiging van hun belangen lid van een vakbond, aangesloten bjj het NVV, de KAB of het CNV. Het werk van deze bonden is voor iedereen van betekenis, ook voor hen, die geen lid willen of kunnen zijn. Over de vakbonden zijn vele misverstanden in omloop. Naast veel waardering voor hun werk heeft men ook veel kritiek. Helaas berust veel van deze kritiek op onvoldoende kennis van zaken. Dat is jammer, want gezonde kritiek is het zout van onze samen leving. De ANMB wil met deze publikatie op een aantal punten zijn mening naar voren bren gen. Vele zaken moeten in verband met de ruimte buiten beschouwing blijven. Bewust is niet toegegeven aan speculaties op de gemakzucht en het gebrek aan tijd van de lezer. Misschien had een advertentie met grote letters en weinig woorden sterkere beweringen naar voren kunnen brengen en meer de aandacht getrokken. De vakbeweging is echter groot geworden, doordat er zoveel mensen zijn, die zelf over de feiten willen nadenken en daarom de moeite nemen om te lezen. De reden, dat de ANMB nu de aandacht vraagt, is, dat in de loop van de komende week vele duizenden van onze streekgenoten over de feiten moeten nadenken. Want )p 16 en 11 mei worden bij de Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken en aangesloten bedrijven verkiezingen gehouden voor de contactcommissies. Wij hopen er door deze publikatie toe bij te dragen, dat iedereen een bewust gebruik van zijn stemrecht zal maken. Elke kiezer is vrij zijn stem op de kandidaat van zijn keuze uit te brengen. De ANMB hoopt, dat iedere kiezer zich afvraagt, wat de beste keuze zal zijn. Laat geen vooroordelen of misverstanden, maar eerlijke overtuiging, ge baseerd op de feiten, daarbij de doorslag geven. Indien u meer over de ANMB wilt weten of uw mening naar aanleiding van deze pu blikatie kenbaar wilt maken, stelt u zich dan in verbinding met het districtskantoor van de ANMB, Wijkerstraatweg 131 te Velsen-Noord, telefoon 025105399. De districtsbestuurders van het district Kennemerland van de ANMB: C. Ockeloen. B Buitenhuis en J. H Abbenhuës. Van ziekenpot tot bedrijfsbond Vorig jaar herdacht de ANMB zijn 75-jarig bestafin. Hij mag zeker tot één van de oudste vakorganisaties in ons land gerekend worden. De bond werd aan het einde van de vorige eeuw niet opgericht als strijdorganisatie, maar als vereniging tot onderlinge steun en tot verbetering van de verhouding tussen de patroons en de werklieden. Het was geen landelijke bond, maar een vereniging van arbeiders bij Werkspoor te Am sterdam. De naam van de organisatie luidde: 'Verbetering zij ons streven'. arbeiders en beambten, die in een en de zelfde bedrijfstak werkzaam zijn. In de eerste jaren van zijn bestaan onder scheidde 'de bond' zich niet zoveel van de tientallen andere bonden en bondjes, die toen werden opgericht. Vele van die andere organisaties gingen te gronde, misschien is dit gedeeltelijk te wijten aan het vasthouden aan te beperkte doel stellingen. maar voor een deel juist aan het omgekeerde. De bond heeft in zijn prilste begin, toen duidelijk werd dat men eigenlijk niets be reikte. een paar besluiten genomen die van beslissende betekenis gebleken zijn. Er werd contact opgenomen met soort gelijke verenigingen in andere plaatsen van het land met het doel een bond te krijgen, waarvan de betekenis uitging boven een personeelsvereniging, om een modern woord te gebruiken. Daarnaast ging men zich beginnen op de doelstellin gen. Men kwam tot de conclusie, dat noch wilde toekomstfantasieën noch wilde en roekeloze strijdmethoden voor de leden enig heil zouden brengen. Deze beide doeleinden bleken een stevige basis te vormen. Toch zou de ANMB op het ogenblik nooit meer dan 100.000 le den hebben kunnen tellen, als niet tevens een andere ontwikkeling van meet af aan is bevorderd: de samenbundeling van gelijk gerichte krachten. Evenals in andere landen hebben de Ne derlandse werknemers zich aanvankelijk groepsgewijze georganiseerd. Er beston den afzonderlijke verenigingen van ketel makers. ijzerwerkers, scheepstimmerlie den. blikbewerkers, goud- en zilversmeden. In de loop der jaren hebben zich steeds meer van deze organisaties aaneenge sloten. zodat het werkterrein van de ANMB zich thans uitstrekt over de gehele grote en kleine metaalnijverheid, de elektrotechnische en de diamantindustrie. Buiten de kring van de ANMB denkt men vaak, dat deze organisatie uitsluitend be stemd is voor handarbeiders, waarvan dan ook wei beambten lid kunnen worden, maar dat slechts weinigen van deze laatst genoemde groep daarvan gebruik maken. De waarheid is echter, dat het aantal beambten, aangesloten bij de ANMB, veel groter is dan het ledental van welke spe cifieke beambtenorganisatie in de metaal industrie ook. De ontwikkeling van het le dental van de 'beambtenvakgroep' in de ANMB toont dit overtuigend met cijfers Natuurlijk zijn voor de gezonde groei van de vakbeweging, en met name van de ANMB, tal van oorzaken aan te wijzen. Omdat dit te ver zou voeren, geven we Wanneer over het ontstaan van de ANMB gesproken wordt, dan heeft dit geen an dere betekenis dan het zoeken naar het ontspringen van de Rijn. Van de vele rivieren, zijrivieren, beken en stroompjes die samen de Rijn vormen, zoals deze ons land bij Lobith binnenkomt, heeft men er één genomen, niet de grootste of de belangrijkste, maar degene die het verst van de monding begint en men heeft ge- Wat gij nipt vuilt zegd: dit is nu de Rijn en daar begint hij 6 Robinson Crusoë is een figuur die tot ieders verbeelding spreekt. Geen wonder, want hjj kon zjjn leven inrichten zoals hij zelf het beste achte en hij werd niet gestoord door anderen, die ook wat wil den. Zo'n heerlijke, eenvoudige wereld, waarin men alleen met de passieve, niets willende natuur te maken heeft, spreekt iedereen wel aan. Het is een gelukkig verschijnsel, dat de bonden die zich bij de ANMB hebben aan gesloten, zich steeds in de nieuwe om geving hebben thuisgevoeld. Na korte tijd werkten de leden van deze organisaties met overtuiging mee aan de uitbouw van de grote ANMB. De Metaalbedrijfsbond heeft steeds hun belangen op zo'n wijze kunnen behartigen, dat daarover nooit wanklanken zijn vernomen. De belangrijk ste van de naoorlogse fusies was onge twijfeld die waardoor de ANMB een 'be drijfsbond' werd. Dat wil zeggen, dat er plaats is voor alle werknemers, hand- tle-inning niet de minst belangrijke plaats inneemt. Het verhaal trekt ons ongetwijfeld aan. omdat we in de praktijk van het leven onvermijdelijk te maken hebben met an dere mensen. Die anderen willen ook wat Daardoor moeten we zelfs tot in onze dier bare. persoonlijke liefhebberijen rekening houden met hetgeen anderen willen in plaats dat we lekker kunnen doen, wat we zouden willen. De praktijk leert ons al op jeugdige leeftijd, indien we geen rekening met anderen houden, dat deze het evenmin met ons zullen doen, waar door er van een eigen wil helemaal niets terechtkomt in onze wereld, waar we bepaald niet alleen wonen. Toch is het interessant eens na te gaan. hoe vaak we in het dagelijks leven pro beren iets van dat 'Robinson Crusoë- ideaal' voor ons zelf te verwezenlijken. Hoe vaak hebben we Ons niet geërgerd aan die halfslachtigheid om ons heen. dat rekening houden met de buren, dat needs maar genoegen nemen met iets minder in plaats van consequent te eisen, wat we ons eigen goed recht achten? Wanneer de belangen van een be paalde groep leden dit wenselijk maakt, kunnen er binnen de bond plaatselijk of landelijk vak- of be drijfsgroepen worden ingesteld. Op ke beambtenvakgroep en een lande lijk beambtenvakgroep en een be drijfsgroep diamant te Amsterdam. Deze groepen worden bestuurd door 'eigen' leden, de beambtenvakgroep dus door beambten. De landelijke beambtenvakgroep heeft in plaatsen met voldoende beambtenleden eigen afdelingen met een eigen bestuur. In de statuten is geregeld, dat deze vakgroepen in de bestuursorganen van de bond met door hen zelf aan gewezen vertegenwoordigers zitting moeten hebben. Daardoor wordt voorkomen, dat de belangen van een bepaalde groep in de verdrukking zouden komen. De geldmiddelen van de bond wor den beheerd en uitgegeven volgens begrotingen door de bondsraad op gesteld. Zonder enige uitzondering worden alle uitgaven door de kas controlecommissie gecontroleerd. Deze commissie bestaat uit bonds leden. De technische controle ge schiedt door erkende accountants. Begrotingen en jaarrekeningen wor den in het jaarverslag opgenomen en zijn voor alle leden verkrijgbaar. De ANMB heeft ook de lijd gehad, dal hij zijn ideeën en zijn wil zo goed vond, dat alles en iedereen daarvoor moest wij ken. Intussen heeft de ANMB al lang ge leerd, dat hij de belangen van zijn leden het beste kan behartigen, wanneer hij uitgaat van de realiteit, dat er ook ande ren bestaan. Daarom werkt de ANMB samen met alle democratische groeperin gen die op een bepaald punt hetzelfde willen. De ANMB vindt het dan ook normaal en zelfs een positieve daad, om waar mo gelijk te komen tot een compromis en vergelijk van belangen. Hoewel de vak bond in de eerste plaats een maatschap pelijke taak heeft en daarom het hebben van een maatschappelijk inzicht en niet het bezit van een bepaalde levensbeschou wing een reden moet zijn om lid van een bond te worden, erkent de ANMB vanzelf sprekend het recht van anderen om daar anders over te denken. De ANMB werkt samen met christelijke en katholieke bon den, hoewel hij deze organisaties eigenlijk overbodig acht, omdat in de ANMB ieders hier een overzicht van de feitelijke toe stand op dit ogenblik. Ruim 25 pet. van alle werknemers die lid van de ANMB kunnen zijn, hebben zich bij aeze organi satie aangesloten. Op de ingewijden maakt dit cijfer meer indruk dan op de critici. De laatsten zeggen: 75 pet. zit er niet in! Dat is een ware, maar zinloze bewering. Want de confessionele bonden tellen ook grote aantallen werknemers die lid van een vakbond willen zijn, maar om prin cipiële redenen zich op levensbeschouwe lijke grondslag menen te móeten organi seren. Het lidmaatschap van alle bonden is ge heel vrijwillig, de contributies zijn hoog, zodat men overtuigd moet zijn van de noodzaak lid van de bond te worden en te blijven. In dit licht bezien is de verhouding van 25 pet. van alle werknemers die lid van de ANMB zijn, een cijfer dat gezien mag worden, al is het duidelijk, dat de ANMB-leden dit getal graag nog wat ho ger zouden zien. levensbeschouwing gerespecteerd wordt. Waar mogelijk werkt de ANMB samen, daardoor metterdaad erkennend, dat het ieders recht is er een eigen visie op na te houden. Met de werkgevers en werkgeversorgani saties wordt waar mogelijk samengewerkt. Vooral omdat de ANMB ervaren heeft, dat de werkgevers de economische belan gen van het bedrijf telkens weer stellen boven die van de werknemers, als zij het alleen voor het zeggen hebben. De ANMB werkt samen, omdat alle be langen het best worden gediend, wanneer er een evenwicht tussen verschillende krachten is. De resultaten die hierdoor konden worden bereikt, hebben de werk nemers meer baat gebracht dan welke schone theorie ook, die niet verwezenlijkt kon worden. Evenmin kan gehandeld wor den, alsof er geen politieke inzichten be staan. Hoewel het bestuur van de maat schappij, wat de politiek in feite is, en de vakbeweging los van elkaar staan, moeten zij met elkaar rekening houden. De vakbeweging komt op voor een bepaald belang van een bepaalde groep. De rege ring en de politieke partijen behoren voor alle belangen op te komen. Het is dus logisch, dat beide elkaar ontmoeten. Het is eveneens begrijpelijk, dat deze in ontmoetingen soms fel en heftig zijn en dat bij de ministers en de volksvertegen woordiging het algemeen, belang de boven toon voert. Ais het anders zou zijn, en dat willen we wel eens, als onze belangen in de knel zitten, dan zou er geen democratie meer zijn. Ons land zou dan geregeerd worden door de machtigste groep. Dat komt neer op een dictatuur en deze staatsvorm, van wie of wat dan ook de leiding uitgaat, verstikt de vrije wil totaal. Daarom denkt de ANMB niet aan antiparlementaire acties, zoals die in andere democratische landen wel voorkomen. Deze acties zijn naar onze mening in strijd met het wezen van de democratie. De ANMB is dus bereid met behoud van eigen zelfstandigheid met andere groepen in de maatschappij samen te werken. Daarbij zal hij in de eerste plaats letten op hetgeen anderen met hem gelijk heb ben en niet op wat verschilt. De ANMB denkt niet aan samenwerking met groe pen die zelf niet democratisch zijn. De ANMB vindt het verhaal van Robin son Crusoë ook mooi en hij weet, dat de schijn zich vaak tegen de bond keert, als hij met anderen samenwerkt en met compromissen akkoord gaat. Toch gaat de bond daarmee door, omdat het beleid op de werkelijkheid gericht is, ook al zegt men, dat de bond onder één deken met de werkgevers ligt', of dat de bond aan de leiband van een politieke partij, de regering, de confeèsionelé bon den, het internationale grootkapitaal of (vult u zelf maar in) loopt. MIIIIIIIIHIIIIlllllllllllUIIIIIIIHItllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllll^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 20