HAN GORTER L."
Medisch wonder" John Relleke
overleefde '1000 bijensteken
t
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN DE PECHVOGEL
Ons vervolgverhaal
23 u. afgesproken plaats!
Sollicitanten testen
in nieuwe sti
9
v - 7-
99
MAANDAG 14 MEI 1962
HACHELIJK AVONTUUR
VAN EX-NEDERLANDER
IN NOORD-RHODESIA
igjj
Tussen twee vuren
Runderlapjes onder
hogedruk
Urenlange marteling
Gered!
Heksenwerk
HOOFDPiJNPOEDERS
jk. 2e. Adpf'
Hoe Charlie Braby er 10
miljard gulden doorjoeg
i 28)
Dus ruim een half uur nadat
5 freule Marja was thuis gekomen.
Ja, inspecteur. Dat klopt.
En dat was direct nadat Jan Fa-
H ber was weggegaan?
Ja. Vrijwel direct daarop. Ik heb
E alleen beneden nog even de ronde ge-
daan en de verwarming afgesloten.
Was Jan Faber lopend?
Ja. Hij woont hier vrij dichtbij
E in de Cornelis Schuytstraat.
Dat is ongeveer tien minuten lo
ll pen, constateerde Ploeger. Vol
ei gens Faber was hij om kwart over
een thuis. Dat zal dus wel ongeveer
kloppen.
Hij gaf Koopman een wenk.
Faber, fluisterde hij.
Koopman ging de kamer uit en
E kwam even later met Jan Faber
terug.
Hoe wist jij, dat het precies tien
uur was toen freule Marja de deur
uit. ging? vroeg de hoofdinspecteur.
E Faber keek naar Willem van Woer-
den en daarna weer naar zijn onder-
vrager. Hij scheen niet goed te weten
wat hij daarop moest antwoorden.
E Ik hoorde een klok, zéi hij wei-
E felend.
Bestaat niet.
Toch was het zo.
E Waar was je dan?
H In de kamer van Willem.
Kan hij daar een klok horen
E slaan, Van Woerden?
E Ook Willem aarzelde met zijn ant-
woord.
Neen, inspecteur, antwoordde hij
zacht.
S Je hoort het, Faber. Je liegt dus»
Jan Faber haalde zijn schouders op.
Dan heb ik mij vergist, gnt-
E woordde hij onverschillig.
Hoe wist je, dat het tien uur
was? herhaalde Ploeger.
E Ik wist het. Dan heb ik zeker op
E mijn horloge gekeken.
5 Och kom, dat zou je je dan toch
herinneren. Een slechte beurt, vrind,
E zei Ploeger streng.
E Hoewel jullie verklaringen wel
met elkaar kloppen, blijven jullie
E toch de enige personen, die in de ge-
E legenheid waren die moord te plegen,
E vervolgde de hoofdinspecteur.
Daarbij komt. dat jullie beiden heb-
ben gelogen. Van Woerden tijdens het
E eerste verhoor en Faber nu
E Ik ben uit mezelf de waarheid
komen zeggen, bracht Willem in het
E midden.
Dat wel, maar wel een beetje
laat, vind je niet? Natuurlijk is dat
E nog geen bewijs, dat jullie het hebben
E gedaan, maar toch een voldoende re-
den om jullie in voorlopige hechtenis
te houden.
E Van Woerden draaide onrustig op
E zijn stoel heen en weer. Faber bleef
doodkalm.
E Er is echter een reden, ging de
E hoofdinspecteur verder, waarom ik
S er nog niet van overtuigd ben, dat
S jullie de schuldigen zijn. Daarom zal
E ik je laten gaan onder uitdrukkelijke
E voorwaarde, dat je de stad niet ver-
laat. Ook moet je erop rekenen, dat
ik ieder ogenblik van besluit kan ver-
5 anderen. Een enkele aanwijzing, die
mij eventueel bereikt, is daarvoor
voldoende. Ik waarschuw je dus geen
E enkele poging te doen om mijn ver-
E bod om de stad te verlaten, te over-
treden. In dat geval worden jullie on-
middellijk ingerekend.
E Van Woerden knikte zwijgend.
Ik denk er niet over om de stad
uit te gaan, zei Jan Faber.
Des te beter voor jezelf. Beperk-
E te vrijheid is altijd nog beter dan op-
sluiting met 'n officiële beschuldiging
van moord, waarschuwde Ploeger.
E De beide mannen vertrokken.
E Denkt u, dat ze schuldig zijn?
vroeg Koopman.
Neen. Faber zou er misschien
toe in staat zijn, maar Van Woerden
beslist niet. Hij is een wezel. Zelfs
als medeplichtige schakel ik hem
voorlopig uit. Je hebt zelf gezien hoe
S bang hij is. Als Faber die moord ge-
pleegd had, had hij beslist zijn mond
niet gehouden. Zolang hij erbij was,
had Faber er dus geen schijn van
kans voor. Op het ogenblik van de
moord was Van Woerden beslist in
huis en Faber waarschijnlijk niet.
Wie kan het dan gedaan hebben?
E zuchtte Koopman.
Dat is het enige argument wat
tegen Van Woerden kan pleiten, gaf
E Ploeger toe. Maar daarop alleen
E kunnen we hem niet van moord be-
S schuldigen.
De volgende avond stond er een
ko.rt berichtje in de dagbladen, dat
de politie de dader op het spoor was.
Met het oog op het onderzoek konden
geen verdere inlichtingen worden ver-
strekt, stond erbij vermeld.
XII
De staatssecretaris van buitenland- 1
se zaken hield geregeld contact met
hoofdinspecteur Ploeger. Hij had nog i
een persoonlijk onderhoud gehad met
de Poolse ambassadeur. Deze vertel-
de, dat Johann Zamojski vroeger een
Poolse geleerde van naam was, die
zich sinds jaren uit het openbare le-
ven had teruggetrokken. Kort voor 1
de inval van de Duitsers had hij Po- i
len verlaten en was er niet terugge-
keerd. Volgens de ambassadeur was g
hij nu uit Den Haag voor een studie-
reis naar Amerika vertrokken.
Welke studie? vroeg Ploeger.
Dat weet ik niet. Ik kreeg daar
geen rechtstreeks antwoord op. Wel
werd mij gezegd, ^at Zamojski zich
voor de ruimtevaart interesseerde. Hij
schijnt daar nogal wat van af te we-
ten. 1
Zo?
Zijn solidariteit jegens het Wes-
ten is aan geen twijfel onderhevig.
Kan wel zijn, excellentie. Zijn
relatie met dr. Limhoff, alias dr.
Smidokow, geeft anders te denken.
Die zit in West-Berlijn.
Dat wist ik. Hij was tenminste E
onderweg.
Wist u dat? vroeg de staatsse- E
cretaris verbaasd. E
Ja. Hij is de dag nadat ik hem E
gesproken heb de grens gepasseerd s
en zijn reisbiljet toonde aan, dat hij e
naar Berlijn ging.
En u hebt mij gevraagd om dat
te onderzoeken. s
Ik heb graag van twee kanten ze- e
kerheid, excellentie. Daarom heb ik
aan de grens de controle wat ver-
scherpt. E
Ik heb een van de mensen van E
de ambassade in Bonn naar Berlijn
gestuurd. Deze heeft mij gemeld, dat
dr. Limhoff daar onder zijn eigen
naam is aangekomen en een kamer
in een van de hotels heeft gereser-
veerd. Hij is dus in West-Berlijn ge- s
bleven.
Prachtig. Ik dank u voor uw in-
lichtingen, excellentie. Wordt de man
ook verder nog geschaduwd?
Voor zover mogelijk wel. De E
man, die ik er naartoe gestuurd heb
is geen detective. Ik garandeer dus e
niet, da' hij hem niet kwijtraakt.
Dat spreekt vanzelf. Maar zo erg 5
is dat niet. E
Denkt u dat hij terugkomt'?
Vermoedelijk wel. Daarvan is E
echter niets met zekerheid te zeggen,
Ik begrijp nog steeds niet waar- e
om u die dr. Limhoff hebt laten ver- e
trekken, zei de staatssecretaris.
Ik ben wel geen politieman, e
maar ik Zou hem toch zeker in zijn e
kraag gegrepen hebben. Vooral als ik E
wist, dat hij van plan was naar het
buitenland te vertrekken. e
Op welke gronden had u dat wil- e
len doen, excellentie? vroeg Ploeger. j|
Wel, op zijn connectie met die
Ludwig Stein. Die kende hij toch!
Ja, die kende hij, ook al heeft hij s
dat tegenover mij ontkend. Maar is E
dat een strafbaar feit? e
Neen. Strafbaar misschien niet, e
maar verdacht is het zeker. Boven- e
dien heeft hij Marja toch vooruit ge-
zegd, dat haar oom en dr. Willbrough e
ontvoerd zouden worden? s
Niet met ronde woorden. Dat e
heeft zij er later zelf van gemaakt.
Hij heeft alleen gezegd, dat zij zich e
tot Ludwig Stein kon wenden als er j|
moeilijkheden waren. Ook dat is niet
strafbaar. Wat. zou ik er dus mee op- e
schieten als ik Limhoff arresteerde? p
Ik ben ervan overtuigd, dat hij me |j
van meer nut kan zijn als hij vrij n
rond loppt. E
Ah, ik begrijp u. Willbrough?
Juist, excellentie. Wij hebben nog e
steeds geen spoor van hem gevonden, e
En als Limhoff achter het ijze- E
ren gordijn verdwijnt?
Dat zou jammer zijn, maar dat e
geloof ik nog direct niet.
U ziet maar, inspecteur. Tegen
uw logica kan ik niet op.
In de dagen, die hierop volgden, E
sloot hoofdinspecteur Ploeger zich in
zijn kamer op. Zelfs Koopman had e
praktisch geen toegang. Ploeger bel- e
de verschillende keren met Duitsland E
en Amerika. e
(Wordt vervolgd)
„JOHN, WAAR GA JE HEEN?" De opzichter van de tinmijn sprak zijn
collega John Relleke aan. „Kimavi is er niet", antwoordde John. „Hij is gisteren
gaan vissen met vrienden en die hebben hem niet meer gezien.Het was
maandagochtend, In de tinmijn Kamativi in Noord-Rhoaesia moest het werk
doorgang vinden. De motorenwerkplaats was een der belangrijkste onderdelen
van het bedrijf. Hier worden de dieselmotoren gerepareerd, die moeten dienen
voor vele doeleinden, waarvan de voornaamste het drooghouden van de tinmijn
is. Als er een motor stuk gaat, moet die onmiddellijk worden vervangen door
een reservemotor en de kapotte moet zo gauw mogelijk hersteld worden om
weer als reserve te kunnen dienen, De man, die de leiding van dit werk heeft,
was John Relleke, alias „Han Relleke uit Amsterdam, vijf jaren geleden ge
ëmigreerd uit Nederland naar Rhodesia. Han had zijn leven lang een hobby
voor motoren gehad. Eerst, had hij gevaren, maar in zijn vrije tijd leerde hij
alles wat hij kon leren over dieselmotoren. En toen er dieselmonteurs voor
een tinmijn in Rhodesia werden gevraagd, had hij zich gemeld. Heel hard had
hij er gewerkt en was uitstekend terechtgekomen. Hij was er getrouwd met
een Engels meisje, Valery.
DIE MORGEN dacht John, vader van
een jongen en een meisje, niet aan zijn
gezin toen hij in zijn auto stapte om de
Kaffermonteur te gaan zoeken. Hij had
er slag van om met Kaffers om te gaan
en maakte er goede dieselmonteurs van.
Op zijn beurt stond hij op de bres voor
de zwarte arbeiders en toen Kimavi zoek
was, aarzelde hij geen seconde om hem te
gaan zoeken.
John wist, waar hij moest zoeken; aan
de oever van de Millambesi, een zijriver
van de befaamde Zambesi, waar het wa
ter zeer snel stroomt. Daar is een bijzon
dere plek met een ontoegankelijke rots
oever, „De Brug" genaamd vanwege de
getande vorm, die vaag doet denken aan
de vorm van een kunstgebit. Op die plaats
was Kimair verdwenen (volgens zijn col
lega's die met hem mee waren gaan vis
sen) toen een enorme zwerm wilde bijen
kwam opzetten. Het water ter plaatse we
melt van krokodillen.
DE BERGOEVER WORDT door de in
boorlingen betoverd geacht. Als ze er heen
moeten, nemen ze witte en bruine bonen
mee, die ze in een bepaald patroon op
een steen neerleggen als bescherming te
gen alle kwaad dat hen onderweg kan over
komen. Hebben ze geen bonen, dan zijn
witte en zwarte kiezelsteentjes van de ri
vier ook goed. Kimavi had dat niet ge
daan en zijn collega's waren hem daarom
verder ook maar niet meer gaan zoeken.
Zij waren ervan overtuigd dat hij zijn
verzuim met zijn leven geboet had! Sa
men met zijn trouwe hond Brian, een
prachtige bulldog stapte John in zijn auto
om Kimavi te gaan zoeken. Regelrecht re
den zij naar „de brug", waar John de
auto neerzette. De rivieroever bestaat daar
uit rotsen, die vele meters omhoog torenen
klippen vormend in de rivier met daar
tussen baaien met smalle zandige stukjes
zand. Men kan die baaien alleen bereiken
door om de rotsen heen, oven» een smalle
rand te lopen.
Relleke beval zijn hond te blijven
wachten en begaf zich op de vijf cen
timeter brede richel teneinde om de
rotsen heen te lopen. Het was een ge
waagde onderneming, want het water
wemelt er van krokodillen. Maar John
was in goede conditie en hij was niet
bang. Toen hij rondom de rots was ge
stapt kwam hij bij de baai. Daar werd
hij plotseling aangevallen door tiendui
zenden wilde bijen. Deze wilde bijen
zijn heel wat venijniger en gevaarlij
ken dan het soort dat wij hier kennen
en het gif van honderd van hun steken
is volgens de medici dodelijk.
HET EERSTE wat John deed, was zijn
hond roepen. De hond, die niet over het
smalle richeltje kon lopen sprong in het
water om bij zijn baas te komen, waarop
Dr. Willard F. Libby, voormalig lid van
de Amerikaanse commissie voor kernener
gie en thans verbonden aan de Universiteit
van Californië, heeft een verhandeling ge
schreven over zijn onderzoekingen naar de
uitwerking van uitermate hoge druk op
verscheidene materialen. Volgens Libby
duiden de resultaten van zijn onderzoek
erop, dat bij nog hogere druk een nieuwe
vorm van zeer snelle chemische reacties
zou kunnen optreden. Een chemische ver
binding zou hierbij volkomen van samen
stelling kunnen veranderen of haar ele
menten doen uiteenvallen in een honderd
ste tot een duizendste van een seconde.
Een lapje rundvlees dat bij kamertem
peratuur aan een druk van 10.000 atmosfeer
was blootgesteld zag er na tien minuten
net eender uit als een gekookt runderlapje
en hoewel koud, was het volkomen vrij
van bacteriën en even smakelijk als koud,
gekookt rundvlees.
het dier prompt ook door de bijen werd
aangevallen. Het was een geluk dat de kro
kodillen ditmaal verstek lieten gaan, maar
ook zonder krokodillen was het lot dat
John onderging een verschrikking. De tien
duizenden bijen lieten hem zelfs niet met
rust toen hij ten einde raad in het water
sprong. Iedere keer dat hij even boven
kwam om adem te halen, vlogen ze op
hem af en staken hem waar ze konden.
De hond zwom in kringen om zijn in doods
nood verkerende baas en probeerde de bij
en weg te bijten. Het dier werd nog er
ger gestoken en zonk spoedig weg. John
zag het dappere dier voor zijn ogen ver
drinken.
Na de dood van zijn hond voelde Relleke
zich door wanhoop bekruipen Het water
was ijskoud en de strijd met de bijen
duurde maar voort. Nu en dan dacht hij
er aan, de strijd maar op te geven, doch
de gedachte aan vrouw en kinderen gaf
hem de kracht door te vechten.
Hij had niets meer aan dan een kort
broekje en zijn schoenen. De schoenen
schopte hij uit om beter te kunnen zwem
men en het broekje bond hij om zijn
hoofd, maar ook dat gaf niet voldoende
bescherming. Wanneer hij zijn hoofd even
boven water uitstak om lucht te scheppen
vielen de bijen op hem aan en had hij
de mond vol stekende insecten. Er zat niet
anders op dan ze dood te bijten(!), maar
dan hadden ze hem reeds in wangen en
tong gebeten.
DE MARTELING duurde vierenhalf uur.
Het ijskoude water en de uitwerking van
het bijengif begonnen zijn krachten te ver
lammen en hij wist dat hij afdreef naar
een twaalf meter hoge waterval. Met de
moed der wanhoop verzette hij zich tot
er eindelijk uitkomst kwam.
Het begon te regenen. Bovendien werd
het donker en aan de evenaar valt de duis
ternis sneller dan hier. De bijen trokkeh
goeddeels weg en Han slaagde erin het
strand te bereiken. Op de nog warme
oever van stenen en zand vond hij even
rust, maar er waren nog altijd enkele
bijen die hem aanvielen. Hij voelde het
niet meer, een genadige bewusteloosheid
ontfermde zich over hem.
DAT WAS 's avonds half zeven. In het
mijndorp was ongerustheid ontstaan, maar
men kende de reusachtige Hollander en
wist dat deze niet in zeven sloten tegelijk
zou lopen. Tot een kaffer kwam vertellen
dat „massa" Relleke door bijen was aan
gevallen en in het water was gesprongen.
Hij had dit van de andere oever af ge
zien en was meteen weggehold, want te
gen miljoenen bijen kan een mens niets
beginnen. Massa Relleke zou wel dood zijn
dacht hij, net als die andere man die nij
was gaan zoeken. Op dit bericht werd er
meteen alarm gemaakt. Opzichters, inge
nieurs, dokters en andere blanken namen
hun auto's en reden uit om hulp te gaan
bieden. Tegen beter weten in hoopten zij
hun collega nog te kunnen redden. De
auto's waren voorzien van radiozenders en
ontvangers zodat de chauffeurs met el
kaar in verbinding konden blijven.
Spoedig waren er zes groepen van zes
mannen aan het zoeken in het donker. Er
was ook een dokter, die alle medicamen
ten en tegengif bij zich had Om negen
uur die avond, werd Relleke gevonden. Hij
was gestoken door duizenden bijen en er
was niemand die nog veel voor zijn leven
gaf. De redders hadden dekens en een ee-
improviseerde draagbaar, maar iedereen
was zo uitgeput en het was zo moeilijk
staande te blijven op de gladde stenen van
de rivierbodem, dat men geen kans zag de
patiënt te vervoeren en men hem moest
vragen, te gaan lopen
DE HELE NACHT door ploeterden de
redders om hun collega veilig om de me
tershoge rotsen te brengen en pas tegen
de ochtend was men er in geslaagd hem op
begaanbaar gebied te krijgen. Intussen had
men met een auto Valery Relleke gehaald.
Zij en andere vrouwen kwamen redders en
geredde tegemoet met manden voedsel en
thermosflessen met warme koffie. Valery
zag haar man voor het eerst na het ang
stige avontuur. De dokter, zelf doodop,
reed John naar het ziekenhuis in Wanki,
een afstand van vier uur rijden. In het
ziekenhuis begon men terstond met het
verwijderen van de angels. Het was een
heksenwerk. De eerste maal werden er
2443 angels verwijderd, waarvan tweehon
derd alleen al uit de tong. En bij de tweede
„trekking" volgde er nog eens een vier
honderd verspreide angels!
JOHN'S HERSTEL vergde veertien da
gen. Niemand had gedacht, dat hij het le
ven er af zou brengen, maar hij had een
ijzersterk gestel, zeiden de doktoren.
Relleke was in die twee weken groot
nieuws. De kranten in Zuidafrika schreven
kolommen vol over hem, ook de Engelse
kranten namen het verhaal over. Zo kwam
het nieuws ook naar Nederland, waar va
der Relleke in Amsterdam in angstige
spanning op berichten wachtte. Eindelijk
kreeg hij een telegram dat zijn oudste
zoon herstellende was van zijn angstig
avontuur.
Het bedrijfsleven in de VS heeft een
nieuwe methoden ontworpen om uit een
reeds geselecteerde groep sollicitanten de
meest geschikte te kiezen.
Inplaats van een gesprek met elke op
geroepen sollicitant afzonderlijk zet men
zes of acht van hen rond een tafel, geeft
een gespreksonderwerp op en laat de he
ren of dames hun gang gaan.
Bedrijfsfunctionarissen zitten eveneens
aan tafel doch ze spreken geen woord.
Zij letten op woordgebruik, overtuigings
kracht en de manier waarop de sollici
tanten hun gedachten ordenen en in woor
den omzetten.
Onafhankelijk van elkaar vellen de be
drijfsfunctionarissen schriftelijk hun oor
deel over de kandidaten, en naderhand
worden onderling de aantekeningen verge
leken.
Jules Willing, de man die op het idee
kwam om sollicitanten op deze manier
te testen, vindt dat er bij dit systeem
dingen aan het licht kwamen die bij een
normaal gesprek van de sollicitant met
de personeelschef nooit kunnen blijken.
De bluffer, de handige prater, de glad
de maar oppervlakkige jongen en de do
minerende persoonlijkheid, kortom alle
jongelui die bij sóllicitaties vaak een gun
stige indruk maken worden volgens het
nu ontmaskerd. Maar de dieper spittende,
rustige jongeman die zijn hersens gebruikt
en die bij een gewoon gesprek misschien
de indruk wekt van verlegen of zelfs
dom te zijn, krijgt bij dit selectiesysteem
alle kansen.
De methode is nu anderhalf jaar in ge
bruik en Willing zegt dat men sterk de
indruk heeft dat zij voor bepaalde vaca
tures beslist beter werk dan hel gebrui
kelijke keuzesysteem.
Na zijn voorspoedig herstel poseerde
John met zijn gelukkige vrouw Valery
(rechts) en zijn schoonzusje voor de
fotograaf.
John Relleke heeft geen nadelige gevol
gen overgehouden van zijn avontuur. Soms
heeft hij weliswaar nog wat hoofdpijn,
maar dat is dan ook alles wat hem her
innert aan de hachelijke belevenis, die hij
volgens de medische wetenschap niet had
kunnen overleven. Hij zit nu weer in zijn
kantoortje in de dieselwerkplaats van de
tinmijn, waar hij het werk leidt van de
arbeiders, die hij zelf hiervoor heeft opge
leid. „Een taaie knaap" zegt vader Relle
ke trots, met beide handen in de kranten
knipsels in vele talen woelend, die alle
maal over het avontuur van, zijn zoon
gaan, „hij kan tegen een stootje!"
Advertentie
Charlie Braby is door zijn geld heen.
In bijna drie jaar tijds is er meer dan
een miljard pond sterling (plus minus
tien miljard gulden) door zijn handen
gegaan maar nu is het dan toch afge
lopen. „Ik zal het geld missen", zei hij
met een sombere blik. Zwijgend keek
de 43-jarige ex-loodgieter naar zijn ste
vige knuisten. „Het is bijna niet te ge
loven", zei hij. „Meer dan een miljard
pond zijn door deze vingers gegaan en
al dat prachtige geld ging in vlammen
op. Doodzonde was het. Ik heb er nooit
helemaal aan kunnen wennen".
Charlie is de afgelopen drie jaar enige
dagen per maand doende geweest met het
verbranden van geld. Hij is stoker op een
grote elektrische centrale in Londen waar
de Engelse staatsbank de bankbiljetten liet
verbranden die uit circulatie moesten
worden genomen.
„De eerste dag dat die jongens van de
bank bij me kwamen, hadden ze negen
miljoen pond bij zich, met gaten erin ge
ponst om ze onbruikbaar te maken", ver
telt Charlie.
„We vielen bijna flauw toen ze die pak
ken binnenbrachten, allemaal keurig met
touwtjes in pakken gebonden. In het begin
werd ik er helemaal naar van om al dat
geld te verbranden, maar later wen je er
een beetje aan".
Inmiddels heeft de Bank of England een
eigen machine aangeschaft voor het ver
nietigen van teruggenomen papiergeld.
Charlie zan zich nu weer aan zijn normale
werk wijden.
9. „O help" dacht tante Patent, nou begrijp ik
het. „Hij bedoelt die malle vaas. Het was dus
toch een historische vondst; een oude Batavieren-
pot". „Kom, kom", zei ze opgewekt. „Niemand
zal boos op u zijn als die ouwe vaas is wegge
raakt". Maar toen ze dit zei, stond de Batavier
op, liet zijn scherpe tanden zien en hief opnieuw
zijn knots. „Ik", zei hij, „Ik ben de grote Beren-
doder. Ik ben de grote Sof van Leipnir". „Is uw
naam meneer de Sof?" vroeg tante Patent. „Wat
interessant". „Geef mij het vat", riep de barbaar.
„Nu even niet dreigen", zei tante Patent. „Rustig,
rustig, het is vervelend om het u te zeggen, maar
het vat is niet meer hier. Ik heb het weggegeven
aan dokter Vierus". De grote Sof liet een knerpend
gekrijs horen en sloeg wild om. zich heen, waarbij
hij hier en daar een snuisterijtje brak. „Stop",
riep tante Patent „U zult zich behoorlijk gedra
gen, anders bel ik de politie".
ye
ll. Woedend gingen de beide uitvinders elkaar te
lijf, onder het uitstoten van verbitterde kreten. Het be
gon er naar uit te zien, dat de uitvinder van het bom
vrije costuum heel veel nut van zijn vinding zou krij
gen, want in de hitte van het gevecht vloog de bom
uit de handen van zijn tierende tegenstander en er
zou ongetwijfeld iets verschrikkelijks gebeurd zijn, als
Panda het explosief niet met een krampachtige sprong
had opgevangen. Stevig drukte hij he' gevaarlijke
voorwerp tegen zich aan, sprong door het kapotte raam
naar buiten en rende weg. „Slop!" kreet de teleurge
stelde uitvinder van het explosief bezwerend, „kom te
rug, ventje.' Mijn bom moet hier ontploffen.' Anders
kan meneer Pech niet constateren dat mijn vinding
reukloos is! Stop!" Zo roepend begon hij Panda te
achtervolgen, terwijl Ook de andere uitvinder zich ver
ontwaardigd protesterend bij hem voegde. „Je gooit
de hele demonstratie in de war!" krijste deze „Meneer
Pech moet kunnen zien, dat ik in mijn bomvrije pak
geen schade ondervind van dat projectiel! Wat ook ver
woest wordt, de drager van dit pak is veilig!" Maar
Panda liet zich niet vermurwen door hun ontstelde
smeekbeden. Het is nog veiliger om ELKE explosie
te voorkomen," dacht hij, terwijl hij met de bom