HAN GORTER L." Medisch wonder" John Relleke overleefde '1000 bijensteken t TANTE PATENT EN DE SOF PANDA EN DE PECHVOGEL Ons vervolgverhaal 23 u. afgesproken plaats! Sollicitanten testen in nieuwe sti 9 v - 7- 99 MAANDAG 14 MEI 1962 HACHELIJK AVONTUUR VAN EX-NEDERLANDER IN NOORD-RHODESIA igjj Tussen twee vuren Runderlapjes onder hogedruk Urenlange marteling Gered! Heksenwerk HOOFDPiJNPOEDERS jk. 2e. Adpf' Hoe Charlie Braby er 10 miljard gulden doorjoeg i 28) Dus ruim een half uur nadat 5 freule Marja was thuis gekomen. Ja, inspecteur. Dat klopt. En dat was direct nadat Jan Fa- H ber was weggegaan? Ja. Vrijwel direct daarop. Ik heb E alleen beneden nog even de ronde ge- daan en de verwarming afgesloten. Was Jan Faber lopend? Ja. Hij woont hier vrij dichtbij E in de Cornelis Schuytstraat. Dat is ongeveer tien minuten lo ll pen, constateerde Ploeger. Vol ei gens Faber was hij om kwart over een thuis. Dat zal dus wel ongeveer kloppen. Hij gaf Koopman een wenk. Faber, fluisterde hij. Koopman ging de kamer uit en E kwam even later met Jan Faber terug. Hoe wist jij, dat het precies tien uur was toen freule Marja de deur uit. ging? vroeg de hoofdinspecteur. E Faber keek naar Willem van Woer- den en daarna weer naar zijn onder- vrager. Hij scheen niet goed te weten wat hij daarop moest antwoorden. E Ik hoorde een klok, zéi hij wei- E felend. Bestaat niet. Toch was het zo. E Waar was je dan? H In de kamer van Willem. Kan hij daar een klok horen E slaan, Van Woerden? E Ook Willem aarzelde met zijn ant- woord. Neen, inspecteur, antwoordde hij zacht. S Je hoort het, Faber. Je liegt dus» Jan Faber haalde zijn schouders op. Dan heb ik mij vergist, gnt- E woordde hij onverschillig. Hoe wist je, dat het tien uur was? herhaalde Ploeger. E Ik wist het. Dan heb ik zeker op E mijn horloge gekeken. 5 Och kom, dat zou je je dan toch herinneren. Een slechte beurt, vrind, E zei Ploeger streng. E Hoewel jullie verklaringen wel met elkaar kloppen, blijven jullie E toch de enige personen, die in de ge- E legenheid waren die moord te plegen, E vervolgde de hoofdinspecteur. Daarbij komt. dat jullie beiden heb- ben gelogen. Van Woerden tijdens het E eerste verhoor en Faber nu E Ik ben uit mezelf de waarheid komen zeggen, bracht Willem in het E midden. Dat wel, maar wel een beetje laat, vind je niet? Natuurlijk is dat E nog geen bewijs, dat jullie het hebben E gedaan, maar toch een voldoende re- den om jullie in voorlopige hechtenis te houden. E Van Woerden draaide onrustig op E zijn stoel heen en weer. Faber bleef doodkalm. E Er is echter een reden, ging de E hoofdinspecteur verder, waarom ik S er nog niet van overtuigd ben, dat S jullie de schuldigen zijn. Daarom zal E ik je laten gaan onder uitdrukkelijke E voorwaarde, dat je de stad niet ver- laat. Ook moet je erop rekenen, dat ik ieder ogenblik van besluit kan ver- 5 anderen. Een enkele aanwijzing, die mij eventueel bereikt, is daarvoor voldoende. Ik waarschuw je dus geen E enkele poging te doen om mijn ver- E bod om de stad te verlaten, te over- treden. In dat geval worden jullie on- middellijk ingerekend. E Van Woerden knikte zwijgend. Ik denk er niet over om de stad uit te gaan, zei Jan Faber. Des te beter voor jezelf. Beperk- E te vrijheid is altijd nog beter dan op- sluiting met 'n officiële beschuldiging van moord, waarschuwde Ploeger. E De beide mannen vertrokken. E Denkt u, dat ze schuldig zijn? vroeg Koopman. Neen. Faber zou er misschien toe in staat zijn, maar Van Woerden beslist niet. Hij is een wezel. Zelfs als medeplichtige schakel ik hem voorlopig uit. Je hebt zelf gezien hoe S bang hij is. Als Faber die moord ge- pleegd had, had hij beslist zijn mond niet gehouden. Zolang hij erbij was, had Faber er dus geen schijn van kans voor. Op het ogenblik van de moord was Van Woerden beslist in huis en Faber waarschijnlijk niet. Wie kan het dan gedaan hebben? E zuchtte Koopman. Dat is het enige argument wat tegen Van Woerden kan pleiten, gaf E Ploeger toe. Maar daarop alleen E kunnen we hem niet van moord be- S schuldigen. De volgende avond stond er een ko.rt berichtje in de dagbladen, dat de politie de dader op het spoor was. Met het oog op het onderzoek konden geen verdere inlichtingen worden ver- strekt, stond erbij vermeld. XII De staatssecretaris van buitenland- 1 se zaken hield geregeld contact met hoofdinspecteur Ploeger. Hij had nog i een persoonlijk onderhoud gehad met de Poolse ambassadeur. Deze vertel- de, dat Johann Zamojski vroeger een Poolse geleerde van naam was, die zich sinds jaren uit het openbare le- ven had teruggetrokken. Kort voor 1 de inval van de Duitsers had hij Po- i len verlaten en was er niet terugge- keerd. Volgens de ambassadeur was g hij nu uit Den Haag voor een studie- reis naar Amerika vertrokken. Welke studie? vroeg Ploeger. Dat weet ik niet. Ik kreeg daar geen rechtstreeks antwoord op. Wel werd mij gezegd, ^at Zamojski zich voor de ruimtevaart interesseerde. Hij schijnt daar nogal wat van af te we- ten. 1 Zo? Zijn solidariteit jegens het Wes- ten is aan geen twijfel onderhevig. Kan wel zijn, excellentie. Zijn relatie met dr. Limhoff, alias dr. Smidokow, geeft anders te denken. Die zit in West-Berlijn. Dat wist ik. Hij was tenminste E onderweg. Wist u dat? vroeg de staatsse- E cretaris verbaasd. E Ja. Hij is de dag nadat ik hem E gesproken heb de grens gepasseerd s en zijn reisbiljet toonde aan, dat hij e naar Berlijn ging. En u hebt mij gevraagd om dat te onderzoeken. s Ik heb graag van twee kanten ze- e kerheid, excellentie. Daarom heb ik aan de grens de controle wat ver- scherpt. E Ik heb een van de mensen van E de ambassade in Bonn naar Berlijn gestuurd. Deze heeft mij gemeld, dat dr. Limhoff daar onder zijn eigen naam is aangekomen en een kamer in een van de hotels heeft gereser- veerd. Hij is dus in West-Berlijn ge- s bleven. Prachtig. Ik dank u voor uw in- lichtingen, excellentie. Wordt de man ook verder nog geschaduwd? Voor zover mogelijk wel. De E man, die ik er naartoe gestuurd heb is geen detective. Ik garandeer dus e niet, da' hij hem niet kwijtraakt. Dat spreekt vanzelf. Maar zo erg 5 is dat niet. E Denkt u dat hij terugkomt'? Vermoedelijk wel. Daarvan is E echter niets met zekerheid te zeggen, Ik begrijp nog steeds niet waar- e om u die dr. Limhoff hebt laten ver- e trekken, zei de staatssecretaris. Ik ben wel geen politieman, e maar ik Zou hem toch zeker in zijn e kraag gegrepen hebben. Vooral als ik E wist, dat hij van plan was naar het buitenland te vertrekken. e Op welke gronden had u dat wil- e len doen, excellentie? vroeg Ploeger. j| Wel, op zijn connectie met die Ludwig Stein. Die kende hij toch! Ja, die kende hij, ook al heeft hij s dat tegenover mij ontkend. Maar is E dat een strafbaar feit? e Neen. Strafbaar misschien niet, e maar verdacht is het zeker. Boven- e dien heeft hij Marja toch vooruit ge- zegd, dat haar oom en dr. Willbrough e ontvoerd zouden worden? s Niet met ronde woorden. Dat e heeft zij er later zelf van gemaakt. Hij heeft alleen gezegd, dat zij zich e tot Ludwig Stein kon wenden als er j| moeilijkheden waren. Ook dat is niet strafbaar. Wat. zou ik er dus mee op- e schieten als ik Limhoff arresteerde? p Ik ben ervan overtuigd, dat hij me |j van meer nut kan zijn als hij vrij n rond loppt. E Ah, ik begrijp u. Willbrough? Juist, excellentie. Wij hebben nog e steeds geen spoor van hem gevonden, e En als Limhoff achter het ijze- E ren gordijn verdwijnt? Dat zou jammer zijn, maar dat e geloof ik nog direct niet. U ziet maar, inspecteur. Tegen uw logica kan ik niet op. In de dagen, die hierop volgden, E sloot hoofdinspecteur Ploeger zich in zijn kamer op. Zelfs Koopman had e praktisch geen toegang. Ploeger bel- e de verschillende keren met Duitsland E en Amerika. e (Wordt vervolgd) „JOHN, WAAR GA JE HEEN?" De opzichter van de tinmijn sprak zijn collega John Relleke aan. „Kimavi is er niet", antwoordde John. „Hij is gisteren gaan vissen met vrienden en die hebben hem niet meer gezien.Het was maandagochtend, In de tinmijn Kamativi in Noord-Rhoaesia moest het werk doorgang vinden. De motorenwerkplaats was een der belangrijkste onderdelen van het bedrijf. Hier worden de dieselmotoren gerepareerd, die moeten dienen voor vele doeleinden, waarvan de voornaamste het drooghouden van de tinmijn is. Als er een motor stuk gaat, moet die onmiddellijk worden vervangen door een reservemotor en de kapotte moet zo gauw mogelijk hersteld worden om weer als reserve te kunnen dienen, De man, die de leiding van dit werk heeft, was John Relleke, alias „Han Relleke uit Amsterdam, vijf jaren geleden ge ëmigreerd uit Nederland naar Rhodesia. Han had zijn leven lang een hobby voor motoren gehad. Eerst, had hij gevaren, maar in zijn vrije tijd leerde hij alles wat hij kon leren over dieselmotoren. En toen er dieselmonteurs voor een tinmijn in Rhodesia werden gevraagd, had hij zich gemeld. Heel hard had hij er gewerkt en was uitstekend terechtgekomen. Hij was er getrouwd met een Engels meisje, Valery. DIE MORGEN dacht John, vader van een jongen en een meisje, niet aan zijn gezin toen hij in zijn auto stapte om de Kaffermonteur te gaan zoeken. Hij had er slag van om met Kaffers om te gaan en maakte er goede dieselmonteurs van. Op zijn beurt stond hij op de bres voor de zwarte arbeiders en toen Kimavi zoek was, aarzelde hij geen seconde om hem te gaan zoeken. John wist, waar hij moest zoeken; aan de oever van de Millambesi, een zijriver van de befaamde Zambesi, waar het wa ter zeer snel stroomt. Daar is een bijzon dere plek met een ontoegankelijke rots oever, „De Brug" genaamd vanwege de getande vorm, die vaag doet denken aan de vorm van een kunstgebit. Op die plaats was Kimair verdwenen (volgens zijn col lega's die met hem mee waren gaan vis sen) toen een enorme zwerm wilde bijen kwam opzetten. Het water ter plaatse we melt van krokodillen. DE BERGOEVER WORDT door de in boorlingen betoverd geacht. Als ze er heen moeten, nemen ze witte en bruine bonen mee, die ze in een bepaald patroon op een steen neerleggen als bescherming te gen alle kwaad dat hen onderweg kan over komen. Hebben ze geen bonen, dan zijn witte en zwarte kiezelsteentjes van de ri vier ook goed. Kimavi had dat niet ge daan en zijn collega's waren hem daarom verder ook maar niet meer gaan zoeken. Zij waren ervan overtuigd dat hij zijn verzuim met zijn leven geboet had! Sa men met zijn trouwe hond Brian, een prachtige bulldog stapte John in zijn auto om Kimavi te gaan zoeken. Regelrecht re den zij naar „de brug", waar John de auto neerzette. De rivieroever bestaat daar uit rotsen, die vele meters omhoog torenen klippen vormend in de rivier met daar tussen baaien met smalle zandige stukjes zand. Men kan die baaien alleen bereiken door om de rotsen heen, oven» een smalle rand te lopen. Relleke beval zijn hond te blijven wachten en begaf zich op de vijf cen timeter brede richel teneinde om de rotsen heen te lopen. Het was een ge waagde onderneming, want het water wemelt er van krokodillen. Maar John was in goede conditie en hij was niet bang. Toen hij rondom de rots was ge stapt kwam hij bij de baai. Daar werd hij plotseling aangevallen door tiendui zenden wilde bijen. Deze wilde bijen zijn heel wat venijniger en gevaarlij ken dan het soort dat wij hier kennen en het gif van honderd van hun steken is volgens de medici dodelijk. HET EERSTE wat John deed, was zijn hond roepen. De hond, die niet over het smalle richeltje kon lopen sprong in het water om bij zijn baas te komen, waarop Dr. Willard F. Libby, voormalig lid van de Amerikaanse commissie voor kernener gie en thans verbonden aan de Universiteit van Californië, heeft een verhandeling ge schreven over zijn onderzoekingen naar de uitwerking van uitermate hoge druk op verscheidene materialen. Volgens Libby duiden de resultaten van zijn onderzoek erop, dat bij nog hogere druk een nieuwe vorm van zeer snelle chemische reacties zou kunnen optreden. Een chemische ver binding zou hierbij volkomen van samen stelling kunnen veranderen of haar ele menten doen uiteenvallen in een honderd ste tot een duizendste van een seconde. Een lapje rundvlees dat bij kamertem peratuur aan een druk van 10.000 atmosfeer was blootgesteld zag er na tien minuten net eender uit als een gekookt runderlapje en hoewel koud, was het volkomen vrij van bacteriën en even smakelijk als koud, gekookt rundvlees. het dier prompt ook door de bijen werd aangevallen. Het was een geluk dat de kro kodillen ditmaal verstek lieten gaan, maar ook zonder krokodillen was het lot dat John onderging een verschrikking. De tien duizenden bijen lieten hem zelfs niet met rust toen hij ten einde raad in het water sprong. Iedere keer dat hij even boven kwam om adem te halen, vlogen ze op hem af en staken hem waar ze konden. De hond zwom in kringen om zijn in doods nood verkerende baas en probeerde de bij en weg te bijten. Het dier werd nog er ger gestoken en zonk spoedig weg. John zag het dappere dier voor zijn ogen ver drinken. Na de dood van zijn hond voelde Relleke zich door wanhoop bekruipen Het water was ijskoud en de strijd met de bijen duurde maar voort. Nu en dan dacht hij er aan, de strijd maar op te geven, doch de gedachte aan vrouw en kinderen gaf hem de kracht door te vechten. Hij had niets meer aan dan een kort broekje en zijn schoenen. De schoenen schopte hij uit om beter te kunnen zwem men en het broekje bond hij om zijn hoofd, maar ook dat gaf niet voldoende bescherming. Wanneer hij zijn hoofd even boven water uitstak om lucht te scheppen vielen de bijen op hem aan en had hij de mond vol stekende insecten. Er zat niet anders op dan ze dood te bijten(!), maar dan hadden ze hem reeds in wangen en tong gebeten. DE MARTELING duurde vierenhalf uur. Het ijskoude water en de uitwerking van het bijengif begonnen zijn krachten te ver lammen en hij wist dat hij afdreef naar een twaalf meter hoge waterval. Met de moed der wanhoop verzette hij zich tot er eindelijk uitkomst kwam. Het begon te regenen. Bovendien werd het donker en aan de evenaar valt de duis ternis sneller dan hier. De bijen trokkeh goeddeels weg en Han slaagde erin het strand te bereiken. Op de nog warme oever van stenen en zand vond hij even rust, maar er waren nog altijd enkele bijen die hem aanvielen. Hij voelde het niet meer, een genadige bewusteloosheid ontfermde zich over hem. DAT WAS 's avonds half zeven. In het mijndorp was ongerustheid ontstaan, maar men kende de reusachtige Hollander en wist dat deze niet in zeven sloten tegelijk zou lopen. Tot een kaffer kwam vertellen dat „massa" Relleke door bijen was aan gevallen en in het water was gesprongen. Hij had dit van de andere oever af ge zien en was meteen weggehold, want te gen miljoenen bijen kan een mens niets beginnen. Massa Relleke zou wel dood zijn dacht hij, net als die andere man die nij was gaan zoeken. Op dit bericht werd er meteen alarm gemaakt. Opzichters, inge nieurs, dokters en andere blanken namen hun auto's en reden uit om hulp te gaan bieden. Tegen beter weten in hoopten zij hun collega nog te kunnen redden. De auto's waren voorzien van radiozenders en ontvangers zodat de chauffeurs met el kaar in verbinding konden blijven. Spoedig waren er zes groepen van zes mannen aan het zoeken in het donker. Er was ook een dokter, die alle medicamen ten en tegengif bij zich had Om negen uur die avond, werd Relleke gevonden. Hij was gestoken door duizenden bijen en er was niemand die nog veel voor zijn leven gaf. De redders hadden dekens en een ee- improviseerde draagbaar, maar iedereen was zo uitgeput en het was zo moeilijk staande te blijven op de gladde stenen van de rivierbodem, dat men geen kans zag de patiënt te vervoeren en men hem moest vragen, te gaan lopen DE HELE NACHT door ploeterden de redders om hun collega veilig om de me tershoge rotsen te brengen en pas tegen de ochtend was men er in geslaagd hem op begaanbaar gebied te krijgen. Intussen had men met een auto Valery Relleke gehaald. Zij en andere vrouwen kwamen redders en geredde tegemoet met manden voedsel en thermosflessen met warme koffie. Valery zag haar man voor het eerst na het ang stige avontuur. De dokter, zelf doodop, reed John naar het ziekenhuis in Wanki, een afstand van vier uur rijden. In het ziekenhuis begon men terstond met het verwijderen van de angels. Het was een heksenwerk. De eerste maal werden er 2443 angels verwijderd, waarvan tweehon derd alleen al uit de tong. En bij de tweede „trekking" volgde er nog eens een vier honderd verspreide angels! JOHN'S HERSTEL vergde veertien da gen. Niemand had gedacht, dat hij het le ven er af zou brengen, maar hij had een ijzersterk gestel, zeiden de doktoren. Relleke was in die twee weken groot nieuws. De kranten in Zuidafrika schreven kolommen vol over hem, ook de Engelse kranten namen het verhaal over. Zo kwam het nieuws ook naar Nederland, waar va der Relleke in Amsterdam in angstige spanning op berichten wachtte. Eindelijk kreeg hij een telegram dat zijn oudste zoon herstellende was van zijn angstig avontuur. Het bedrijfsleven in de VS heeft een nieuwe methoden ontworpen om uit een reeds geselecteerde groep sollicitanten de meest geschikte te kiezen. Inplaats van een gesprek met elke op geroepen sollicitant afzonderlijk zet men zes of acht van hen rond een tafel, geeft een gespreksonderwerp op en laat de he ren of dames hun gang gaan. Bedrijfsfunctionarissen zitten eveneens aan tafel doch ze spreken geen woord. Zij letten op woordgebruik, overtuigings kracht en de manier waarop de sollici tanten hun gedachten ordenen en in woor den omzetten. Onafhankelijk van elkaar vellen de be drijfsfunctionarissen schriftelijk hun oor deel over de kandidaten, en naderhand worden onderling de aantekeningen verge leken. Jules Willing, de man die op het idee kwam om sollicitanten op deze manier te testen, vindt dat er bij dit systeem dingen aan het licht kwamen die bij een normaal gesprek van de sollicitant met de personeelschef nooit kunnen blijken. De bluffer, de handige prater, de glad de maar oppervlakkige jongen en de do minerende persoonlijkheid, kortom alle jongelui die bij sóllicitaties vaak een gun stige indruk maken worden volgens het nu ontmaskerd. Maar de dieper spittende, rustige jongeman die zijn hersens gebruikt en die bij een gewoon gesprek misschien de indruk wekt van verlegen of zelfs dom te zijn, krijgt bij dit selectiesysteem alle kansen. De methode is nu anderhalf jaar in ge bruik en Willing zegt dat men sterk de indruk heeft dat zij voor bepaalde vaca tures beslist beter werk dan hel gebrui kelijke keuzesysteem. Na zijn voorspoedig herstel poseerde John met zijn gelukkige vrouw Valery (rechts) en zijn schoonzusje voor de fotograaf. John Relleke heeft geen nadelige gevol gen overgehouden van zijn avontuur. Soms heeft hij weliswaar nog wat hoofdpijn, maar dat is dan ook alles wat hem her innert aan de hachelijke belevenis, die hij volgens de medische wetenschap niet had kunnen overleven. Hij zit nu weer in zijn kantoortje in de dieselwerkplaats van de tinmijn, waar hij het werk leidt van de arbeiders, die hij zelf hiervoor heeft opge leid. „Een taaie knaap" zegt vader Relle ke trots, met beide handen in de kranten knipsels in vele talen woelend, die alle maal over het avontuur van, zijn zoon gaan, „hij kan tegen een stootje!" Advertentie Charlie Braby is door zijn geld heen. In bijna drie jaar tijds is er meer dan een miljard pond sterling (plus minus tien miljard gulden) door zijn handen gegaan maar nu is het dan toch afge lopen. „Ik zal het geld missen", zei hij met een sombere blik. Zwijgend keek de 43-jarige ex-loodgieter naar zijn ste vige knuisten. „Het is bijna niet te ge loven", zei hij. „Meer dan een miljard pond zijn door deze vingers gegaan en al dat prachtige geld ging in vlammen op. Doodzonde was het. Ik heb er nooit helemaal aan kunnen wennen". Charlie is de afgelopen drie jaar enige dagen per maand doende geweest met het verbranden van geld. Hij is stoker op een grote elektrische centrale in Londen waar de Engelse staatsbank de bankbiljetten liet verbranden die uit circulatie moesten worden genomen. „De eerste dag dat die jongens van de bank bij me kwamen, hadden ze negen miljoen pond bij zich, met gaten erin ge ponst om ze onbruikbaar te maken", ver telt Charlie. „We vielen bijna flauw toen ze die pak ken binnenbrachten, allemaal keurig met touwtjes in pakken gebonden. In het begin werd ik er helemaal naar van om al dat geld te verbranden, maar later wen je er een beetje aan". Inmiddels heeft de Bank of England een eigen machine aangeschaft voor het ver nietigen van teruggenomen papiergeld. Charlie zan zich nu weer aan zijn normale werk wijden. 9. „O help" dacht tante Patent, nou begrijp ik het. „Hij bedoelt die malle vaas. Het was dus toch een historische vondst; een oude Batavieren- pot". „Kom, kom", zei ze opgewekt. „Niemand zal boos op u zijn als die ouwe vaas is wegge raakt". Maar toen ze dit zei, stond de Batavier op, liet zijn scherpe tanden zien en hief opnieuw zijn knots. „Ik", zei hij, „Ik ben de grote Beren- doder. Ik ben de grote Sof van Leipnir". „Is uw naam meneer de Sof?" vroeg tante Patent. „Wat interessant". „Geef mij het vat", riep de barbaar. „Nu even niet dreigen", zei tante Patent. „Rustig, rustig, het is vervelend om het u te zeggen, maar het vat is niet meer hier. Ik heb het weggegeven aan dokter Vierus". De grote Sof liet een knerpend gekrijs horen en sloeg wild om. zich heen, waarbij hij hier en daar een snuisterijtje brak. „Stop", riep tante Patent „U zult zich behoorlijk gedra gen, anders bel ik de politie". ye ll. Woedend gingen de beide uitvinders elkaar te lijf, onder het uitstoten van verbitterde kreten. Het be gon er naar uit te zien, dat de uitvinder van het bom vrije costuum heel veel nut van zijn vinding zou krij gen, want in de hitte van het gevecht vloog de bom uit de handen van zijn tierende tegenstander en er zou ongetwijfeld iets verschrikkelijks gebeurd zijn, als Panda het explosief niet met een krampachtige sprong had opgevangen. Stevig drukte hij he' gevaarlijke voorwerp tegen zich aan, sprong door het kapotte raam naar buiten en rende weg. „Slop!" kreet de teleurge stelde uitvinder van het explosief bezwerend, „kom te rug, ventje.' Mijn bom moet hier ontploffen.' Anders kan meneer Pech niet constateren dat mijn vinding reukloos is! Stop!" Zo roepend begon hij Panda te achtervolgen, terwijl Ook de andere uitvinder zich ver ontwaardigd protesterend bij hem voegde. „Je gooit de hele demonstratie in de war!" krijste deze „Meneer Pech moet kunnen zien, dat ik in mijn bomvrije pak geen schade ondervind van dat projectiel! Wat ook ver woest wordt, de drager van dit pak is veilig!" Maar Panda liet zich niet vermurwen door hun ontstelde smeekbeden. Het is nog veiliger om ELKE explosie te voorkomen," dacht hij, terwijl hij met de bom

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9