ipÊü|nn[ziEnii
Voorproeven van de Frans Halsexpositie
Auteur „Bob en Daphne"
komt voor de rechter
PROCO
Amsterdams nieuwe stads
architect, Ch. Nielsen
Philomela" van Hendrik Andriessen
in hermontering bij de Opera
tipoo
a a nnoHD/G/nGErf beschouwingen
f
WOEI.üÜAG 16 MEI 1962
9
Bob Buys
't nieuwste! 't handigste!
milder schuim, schoner haar
Proco shampoo in tube geeft u snel
'n muts van schuim. Wollig schuim,
dat uw hoofd doet tintelen van
schoonheid. Proco is er met en
zonder ei. Tube voor ca. 6 wassingen,
f«s 65 ct.
Morgen haarwassen volgens deze nieuwe methode!
LEON FLEISHER, musische virtuositeit in
het pianoconcert van Tsjaikofsky
Sas Bunge
Jos. de Klerk
Premiestelsel ook bij
het Gelders Orkest
De radio geeft donderdag
T elevisieprogramma
MET LICHTBEELDEN en reprodukties uit de te verschijnen catalogus
heeft de directeur van het Frans Halsmuseum, de heer H. P. Baard, de pers
ingelicht over wat wij op de komende Frans Halstentoonstelling te zien zullen
krijgen. Van het geschenk, dat Haarlem ons land en de gelukkigen uit heel de
wereld, die hier naar toe kunnen komen, biedt hebben we al iets mogen zien:
onvergetelijk blijft de Halsexpositie van 25 jaar geleden die mij dreef tot mijn
eerste en gedurende een tiental jaren enige schrijven over kunst, waartoe
ik aanleiding had gevonden in een van Hals' visserskinderen, behorend tot het
meest Hollandse dat ooit geschilderd werd. Ik koester nog de vage hoop deze
vroege liefde terug te zien, maar de catalogus, waarin het merendeel van het op
de tentoonstelling aanwezige werk werd gereproduceerd, bevat nu juist niet
dit portret. Misschien d <t het behoort tot de enkele niet gereproduceerde. Direct
heb ik toen uitgekeken naar mijn volgende liefde: „La Bohémienne" uit het
Parijse Louvre. Én dat komt!
HET MOET VOOR de heer Baard toch
wel een enorme sensatie geweest zijn toen
hem verteld werd dat hij op dit bruikleen
kon rekenen. Want het uitlenen van een
dergelijk werk uit het Louvre betekent het
zelfde als het uitlenen van Rembrandts
„Staalmeesters" door het Rijksmuseum.
De weigering van zo'n bruikleen zouden
we immers kunnen billijken. Hals „Bohé
mienne" behoort niet alleen tot de topstuk
ken van de collectie van het Louvre, maar
mèt een vrouwenportret van Goya is het
voor velen meer trekpleister daar dan Da
Vinci's beroemde „Mona Lisa". Dit van
kleur zo rijke werk en de grandeur ervan
maken ons als we het ontmoeten tussen
zoveel befaamde kunstwerken echt wel
trots op ons Nederlanderschap. Zo'n schil
derij als „La Bohémienne" is inspirerend
en moedgevend voor allen die nog steeds
in dit kleine land iets nastreven waardoor
men elders rekening met ons zou kunnen
blijven houden. Door de kleur is dit werk
misschien van nog meer universele waar
de te noemen dan die grote vroege liefde
van mij, dat vissersmeisje met tenen
mand op het strand, staande tegen een van
die donkere luchten, die we wel eens te
veel zien.
Jongensportret. 1620 - 23. Particuliere
verzameling, Parijs.
DOOR DE GESPANNEN verwachtingen
omtrent het komende gebeuren in deze zo
mer was ik een half uur te vroeg in het
museum en heb ik verwijld voor onze
schuttersstukken. De heer Baard had ons
een en ander verteld van de geschiedenis
van ons Haarlems museum en onder meer
gewezen op de door -eigen tijd en smaak
verlangde verbeteringen. Het welslagen
van die verbeteringen beseft men dan di
rect als men staat tegenover de drie schut
tersstukken aan de lange wand van de gro
te zaal. Want deze grote werken zijn meer
dan alleen groepsportretten. Het zijn voor
beelden van in alle zin monumentaal te
noemen kunst. Men moet proberen zich
even los te maken van het onderwerp en
dan geraakt men geboeid door het zo po
sitief gestelde spel van vormen en kleu
ren, waarin dan het zwart en het wit do
minerend zijn. In het centraal opgehangen
stuk is het 't ritme van de witten tegen
donkere achtergrond; in de aan weerszijde
daarvan hangende stukken is het het spel
der zwarten, dat zo ongemeen boeiend
is. Er is op deze schilderijen zoveel „af
te kijken", dat we vaak niet komen aan
die belangrijke dingen die ons Hals doen
zien als een eeuwig boeiend meester. We
zien Hals' impressionisme, zo lang dus al
bestaand voor het woord werd gevonden.
We zien misschien iets van een kubisme
in de wijze van aanpak van de sjerpen.
En we genieten Hals' psychologische kijk
op z'n modellen, die op de koppen bekeken
zeker mensen van deze tijd zouden kunnen
zijn óók. Maar voor de intelligente bouw
van het schilderij hebben we afstand no
dig en soms een bepaald arrangement bij
het ophangen, waardoor bepaalde waar
den gemakkelijker in het oog springen. En
dat is dan in de jongste geschiedenis van
het Frans Halsmuseum welbewust be
oogd. Het mag bovendien nog wel eens ge
zegd worden dat de heer Baard met zijn
boek over de schuttersstukken aan een be
hoefte tegemoet is gekomen en dat een
herdruk van dit werk, dat thans wellicht
wat vergeten is, mij gerechtvaardigd lijkt.
HET NUT VAN EXPOSITIES als deze
blijkt dus mede een hernieuwde bezinning
op de waarde van het eigen bezit, zoals
de lezer uit het hiervoorstaande begrijpt.
Moge de komst van Hals' „Bohémienne"
al zo belangrijk zijn, er zijn nog meer
verheugende bruiklenen te verwachten. In
de eerste plaats dan het jongensportretje
in medaillonvorm, dat een van de laatste
werken is, die toegezegd werden. Kinder
portretten zijn er altijd wel geweest, maar
het is pas sinds het impressionisme dat
De directeur van het Frans Hals-
Museum te Haarlem, de heer H. P.
Baard, de belangrijkste organisator
van de op 15 juni te openen Frans Hals
tentoonstelling, is zeer tevreden over
de wijze waarop particulieren en direc
teuren van musea over de gehele
wereld het comité van voorbereiding
ter wille zijn geweest bij het beschik
baarstellen van werken van Frans Hals.
In totaal zijn 77 van de belangrijkste
schilderstukken toegezegd en mogelijk
volgen er nog enkele. Daarbij zijn 11
meesterwerken uit eigen bezit. De voor
zitter van de tentoonstelingscommissie,
wethouder D. J. A. Geluk, toonde zich
tijdens de gisteren gehouden perscon
ferentie zeer erkentelijk voor hetgeen
de heer Baard gedaan heeft om zoveel
schoons naar Haarlem te krijgen en
bracht hem hiervoor hulde. De ope
ning van de tèntoonstelilng op 15 juni
valt samen met de opening van het
Holland Festival. De beide Haarlemse
stadsorganisten zullen in de Grote Kerk
een orgelbespeling verzorgen, waarna
de staatssecretaris van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschapen, mr. Y.
Scholten, een korte inleiding zal hou
den over de tentoonstelling. Daarna
begeeft men zich naar het museum,
waar de gasten zullen worden ontvan
gen door het gemeentebestuur van
Haarlem, Er zal een catalogus verschij
nen met een inleiding van de heer
Baard en een beschrijving van de in
gezonden werken door de Amerikaan
prof. Simon Slive.
weer die voor ons thans zo bevredigende
kinderportretten werden geschilderd als
Hals en Velasquez het deden. Wat men
ook in het geliefde kind wille zien, de
benadering door Hals blijft een voor ieder
bevredigende.
Heerlijk zal het zijn de zwierige en zwie
rig geschilderde Willem van Heythuysen
uit Brussel weer te ontmoeten. Uit Kassei
komt de „Man met de slappe hoed", een
der latere werken van Hals, ons ver
trouwd door de reproduktie, maar vermoe
delijk als schilderij toch zoveel rijker dan
we ons uit reproducties zelfs maar konden
voorstellen. Uit Praag komt het portret
van Schade van Westrum, die zo welge
klede en met enig dédain ons aankijkende
figuur, met wie Hals zo dicht bij de rijk-
geklede figuren van Velasquez komt. Een
gebeurtenis moet het zijn eindelijk eens te
staan voor de overbekende „Malle Babbe".
IK NOEMDE AL VELASQUEZ. Eugène
Dabit, schrijver van het voor vele onzer
nog wel bekende „Hotel du Nord" is ook
de auteur van een boekje over schilder
kunst. Dabit heeft zelf geschilderd en zelfs
eerst gedacht schilder te worden. In zijn
boekje stelt hij Velasquez boven Rem
brandt om de naar Dabits overtuiging
puurdere schilderkunstige uitdrukkings
vorm van Velasquez, die dan minder
„effectvol" gewerkt zou hebben dan Rem
brandt. Als antwoord op Dabits wegen
van kwaliteiten zou gezegd kunnen wor
den, dat men zich dan eens Rembrandt
moet voorstellen'zonder bedoelde „effec
ten" van materie en lichtvallingen, ver
haal en menselijk sentiment. Maar het is
jammer dat Dabit niet over Hals schreef,
want onze directeur van het Frans Hals
museum blijkt in Dabits geest te voelen
en in sommige opzichten Hals te stellen
boven Rembrandt. Ik hoop daarop terug
te komen met mijn besprekingen van de
Halstentoonstelling, omdat deze expositie
zeker zal dwingen tot een bezinning op
wat schilderkunst was en mogelijk zal blij
ven. Wat betreft „schilderen" is ook voor
mij een Hals duidelijker dan die grote
mens Rembrandt. Die blijft overigens toch
buiten discussie. De aanpak van het ande
re bij dit schrijven gereproduceerde schil
derij is in ieder geval een les. Men be-
kijke maar eens die zo eenvoudig en tege
lijk feilloos geschilderde hand, waarop no
ta bene een tijdgenoot nog kritiek had.
Enfin, het is altijd wel moeilijk eigentijds
werk echt zuiver te beoordelen. Maar in
de Hals-expositie straks zullen we mede
een toetssteen kunnen ontmoeten.
Op beschuldiging van het verspreiden
van pornografie zal op 22 mei voor de
Haagse rechtbank de 42-jarige uitgever en
auteur van de „Bob en Daphne" -serie,
terecht staan.
Zoals bekend, heeft de Haagse recher
che in decëmber 1959 op last van de of
ficier van Justitie het boek „Liesbeth en
de wereld van Bob en Daphne" in beslag
genomen en de schrijver pseudoniem (Han
B. Aalberse)-uitgever in verzekerde bewa
ring gesteld, op beschuldiging van het ver
spreiden van pornografie. Na enkele dagen
is de uitgever weer op vrije voèten gesteld.
Van de tweede oplaag van 5000 exempla
ren van het bewuste boek konden er 4100
worden achterhaald. De eerste oplage van
10.000 stuks was toen al uitverkocht.
TRINS SNIJDERS OP NON-ACTIEF
De actrice Trins Snijders zal om ge
zondheidsredenen voorlopig niet kunnen
medewerken aan de voorstellingen van
„Boeing-Boeing" door Het Rotterdams To
neel, het stuk waarvan zaterdag de 100ste
voorstelling werd gegeven. Haar rol zal
"rorden overgenoen door Yoka Berretty.
Advertentie
HET NOORDHOLLANDS Philhar-
monisch Orkest gaf gisteren onder lei
ding van Henri Arenas zijn tweede con
cert in de Beethoven-Tsjaikofsky-serie
van drie. Zonder aan het zuiver orkes
trale gedeelte tekort te doen, mag wel
vastgesteld worden dat voor de meeste
bezoekers het solistisch optreden van
de Amerikaanse pianist Leon Fleisher
in het Eerste Pianoconcert van Tsjai
kofsky het hoogtepunt van de avond
geweest is. Fleisher is niet alleen een
pianist van formidabele allure, maar wat
hij speelt doorleeft hij op een wijze die
iedere noot zinvol maakt en iedere frase
dwingende betekenis geeft. Met zijn tien
vingers verwijst hij onophoudelijk naar
relaties die het oppervlak van de muziek
doen groeien en bloeien.
EEN GECONCENTREERDE gedreven
heid deed het lyrische in het dramatische
uitstromen, het pathos in de mijmering,
heen en terug, terug en heen. Zo moet
zo'n stuk gespeeld worden wil het niet
verzanden in een aantal lóééemomenten
die irriteren om de bekendheid met hun
al te uitgesproken bekentenis. Het orkest
geraakte door deze bezielde voordracht
ook bijzonder op dreef en het eind kwam
al vóór de laatste noot verklonken was,
met een daverende ovatie waarin Fleisher
terecht Arends en zijn mensen betrok.
De wijziging in de volgorde van het pro
gramma was mijns inziens zeer juist. Men
hoorde nu Beethoven's Vijfde Symfonie
vóór de pauze en het Pianoconcert er na.
Bij Beethoven is de heroïek een toegift
op de vorm, bij Tsjaikofsky is het net
andersom hetgeen zijn werk „gemakkelij
ker" maakt omdat het zich beter leent
voor de zelfprojectie van de toehoorder.
Arends blijkt steeds meer een tastzin voor
klankverhoudingen te ontwikkelen, een ei
genschap die min of meer te vergelijken
is met de „aanslag" van een pianist. De
juiste dosering van de partijen in 't totale
stramien leidt tot een veel soepeler musi
ceren. Geforceerde accenten hoort men
zelden of niet, omdat de spanningen nu
veel soberder, en dus doeltreffender tot
uiting komen. Er blijft meer reserve,
hetgeen men bijvoorbeeld kon waarnemen
in het coda van deel I, of in het trio van
III, of in de overgang naar de finale. Nu
kreeg dit laatste deel ook inderdaad het
karakter van een glorieuze voleinding, m
plaats van (zoals men het vaak hoort)
een zwakke, pseudo-militante repliek van
het eerste deel te zijn. De ouverture Co-
riolan had deze avond geopend die de
moeite waard was om de overtuiging waar
mee enkele populaire werken opnieuw uit-
de doeken gedaan werden.
Vera Bondam in „Andorra". In het
toneelstuk „Andorra" van de Zwitser Max
Frisch zal Vera Bondam de rol van de
Senora spelen. Zij doet dit als gast bij De
Nederlandse Comedie (onder regie van
Han Bentz van den Berg), dat het stuk
in het Holland Festival speelt.
B. en W. van Amsterdam hebben de
architect Chr. Nielsen met ingang van
15 mei benoemd tot stadsbouwmeester bij
de dienst der Publieke Werken van de
gemeente Amsterdam, als opvolger van
de onlangs overleden architect B. Merkel-
bach.
De heer Nielsen, op 18 november 1910
in Koningsburen, gemeente Franekerdeel,
geboren, bezocht de lagere school op het
eiland Vlieland. Na verhuizing naar Am
sterdam, doorliep hij de eerste 3-jarige
H.B.S. aldaar en daarna de industrieschool
van de Maatschappij voor de Werkende
Stand. In 1937 behaalde hij het diploma
van het hoger bouwkundig onderricht.
Reeds in 1936 trad de heer Nielsen in
dienst bij het architectenbureau van wij
len prof. F. A. Eschauzier. Na de oor
log vestigde hij zich als zelfstandig ar
chitect in Amsterdam. Hij werkte hoofd
zakelijk samen met architect J. H. C.
Spruit.
De grootste opdracht, die hem tot nu
toe persoonlijk werd verleend en die nog
moet worden uitgevoerd, betreft het hoofd
gebouw van de Vrije Universiteit op het
nieuwe universiteitscomplex in tuinstad
Buitenveldert. De heer Nielsen heeft in
de laatste jaren veel werk gedaan op het
gebied van welstandstoezicht. Hij is zes
jaar lid van de schoonheidscommissie en
was supervisor van verschillende delen
der uitbreidingsgebieden Osdorp en Slo-
tervaart. Het sociale element in de wo
ningbouw trekt hem bijzonder aan. De op
dracht tot de bouw van een nieuwe h.t.s.
aan de Multatuliweg betekent voor zijn bu
reau de grootste op het gebied van scho
lenbouw.
Op het gebied van de woningbouw kwa
men ontwerpen van de heer Nielsen tot
stand in Slotermeer en Buitenveldert en
elders; in de nieuwe uitbreidingen in
Amsterdam-N. zullen woningcomplexen
naar zijn ontwerp worden gebouwd. On
der de talrijke bouwwerken, die de heer
Nielsen heeft ontworpen, nemen grote en
kleine kerken een belangrijke plaats in.
Na twaalf jaar gerust te hebben, is de
opera „Philomela" van Hendrik Andries-
sen, een van de zeer weinige oorspronke
lijke Hollandse muziekdrama's die boven
het experiment zijn uitgekomen, bij de
Nederlandse Opera weer op de planken ge
zet. Dinsdagavond ging de première van
de hermontering in de Stadsschouwburg te
Amsterdam, onder muzikale leiding van
Paul Pella, die het werk indertijd ook ge
creëerd heeft. Deze opera waarborgt een
hele avond muziek van voornaam gehalte;
men zwemt als 't ware in een oneindige
stroom van lyriek, die gehuld is in een
prachtig getinte evenwichtige orkestratie.
En dit is te merkwaardiger, omdat het
woordenrijke (en ook woordenschone) li
bretto van Jan Engelman naar uiterst
klassieke strakheid nijgt.
DE DICHTER heeft, meegesleept door
de symbolische idee die hij in de zesde
metamorfose van Ovidius vond, zich laten
verleiden de spelregels van de klassieke
tragedie te volgen, vergetend dat het een
operalibretto moest worden. Maar Andries-
sen componeerde, over alle obstakels heen,
die de zangwetten remmen, een muziek
die het verschil tussen opera en tragedie
wegwerkte; zij werd het cement dat de
beide genres tot een eenheid bindt. Aldus
heeft de componist de symboliek die uit
het gegeven resulteert, namelijk de niet
te knechten vrijheid van het eeuwige lied,
met zelden falende inspiratie in toepassing
gebracht.
Hij stond overigens wel eens voor een
hachelijk geval, namelijk in het derde ta
fereel, waar de barbaarse Tereus, de man
nelijke hoofdfiguur, zijn schoonzuster Phi
lomela op de allerergste wijze belaagt en
haar de tong afsnijdt om haar te beletten
zijn schanddaad te verraden. Dit „sterk
verhaal" is, naar mijn mening een zwak
punt in deze opera. Daar kan de muziek
niet bemiddelen. En toch, daar ligt de
knoop van het drama. Maar die kan ook
anders gelegd worden, waar de componist
zich niet hoeft te forceren met musische
middelen onmusische situaties te typeren
of te trachten met andere uitersten de
aandacht af te leiden.
BIJNA ALLE GOEDE opera's hebben
wel eens een revisie ondergaan of danken
hun succes aan coupures. Ik wens de ope
ra „Philomela" dit lot ook toe, zij zal er
niet bij verliezen. Het statische karakter
van de reizangen en vooral van de als een
apotheose werkende „metamorfose" aan
het slot, waar Tereus veranderd is in een
hop, zijn vrouw Prokne in een zwaluw en
Philomela in een nachtegaal, verleent het
werk een aantal lyrische rustpunten van
extatische pracht. Het was alleen maar
jammer, dat de koorsopranen hun „jour"
niet hadden en er wel eens tegenaan zon
gen. Wat in II het mannenkoor presteerde
en wat in de finale van dit tafereel bereikt
werd, en bovendien ook in het slotkoor,
was buitengewoon effectrijk.
De melodramatische gedeelten, gespro
ken door de „eerste koorstem" kwamen
prachtig tot hun recht, dankzij het spreek-
talent van Anny Delorie, die èn in stem
én in dictie onovertrefbaar haar zware
taak vervulde; maar ook tevens dankzij
Pella met zijn orkest, die steeds het even
wicht wist te vinden om de zinrijke or
kestrale onderlijning met het gggproken
woord te-paren.
EEN -FENOMENALE prestatie was dë
vertolking van de geweldige rol van Prok
ne door Marijke van der Lugt. Heerlijk
was reeds de scène met de sluier in IV,
maar overweldigend haar wraakscène in
V. Jeanette van Dijck was in II en III
de gedroomde Philomela, helder en zuiver
van timbre en als voorbestemd om straks
als nachtegaal het hoogste lied te kwelen.
De baritonrol van Tereus was toever
trouwd aan Bert Bijnen. Hij blijkt er wel
de krachtige stem voor te hebben, maar
in zijn houding en dictie schiet hij tekort.
De bas Pieter van de Berg (Pandion) blijft
ook nog mm of meer onbeheerst in zijn
houding. De tenor Chris Reumer toont heel
wat meer vaardigheid op de planken. Hier
mee zijn dan de voornaamste vokale exe
cutanten genoemd met een bijzonder com
pliment aan de drie vrouwelijke hoofdfigu
ren; daar kan de Nederlandse opera straks
op het Holland Festival briljant mee uit
pakken.
GROTE LOF VERDIENT ook Paul Pel
la voor zijn beheerste directie, die het or
kest tot een zo warme en stralende klank
dwong. Grote lof ook voor het Nationale
Ballet dat de choreografie van Sonia Gas-
kell tot een hoogst verrassende scène
maakte in de groteske Dionysische dans
in VI. De regie van Frans Vroons, moest
wegens ziekte van deze, ingestudeerd wor-
Marijke van der Lugt als Prokne
(links) en Bert Bijnen als Tereus.
den door Jacqueline Jacobi. Er waren nog
al wat haperingen maar, dank zij de
prachtige decors van Charles Roelofsz
werd in het tweede tafereel qua opstelling
een fantastisch geheel bereikt.
De moeilijkheden bij de salariëring van
orkestleden zijn voor Gedeputeerde Staten
van Gelderland aanleiding geweest bij de
staatssecretaris van Onderwas, Kunsten
en Wetenschappen aan te dringen op spoe
dige opheffing van de classificatie, waar
bij naar hun mening uiteraard rekening
zal moeten worden gehouden met de bij
zondere positie van het Concertgebouw
orkest.
De bezwaren tegen classificatie zijn zeer
sterk in de orkestwereld, maar op het ge
bied van de salarissen is nog geenszins
een ruststand ingetreden. Vooral de orkes
ten van de vierde en tevens laagste klasse
(in klasse 1 is alleen het Concertgebouw
gerangschikt, in klasse 2 alleen het Resi
dentieorkest, terwijl in klasse 3 het Rotter
dams Philharmonisch Orkest en Het
Utrechts Stedelijk Orkest zijn onderge
bracht) zien zich in verband met het grote
tekort aan musici in toenemende mate ge
plaatst voor de moeilijkheid om in de be
staande vacatures te voorzien. Om aan de
zuigkracht van de hoger geklasseerde or
kesten te ontkomen, heeft Het Brabants
Orkest de bestaande salarisregelingen
doorbroken door een premiestelsel voor
meerjarige contracten te introduceren. Dit
door het College van Rijksbemiddelaars
goedgekeurde stelsel is ook overgenomen
door het Residentieorkest en het Rotter
dams Philharmonisch Orkest. Het bestuur
van het Gelders Orkest acht zich thans
genoodzaakt eveneens tot invoering van dit
premiestelsel over te gaan, wil het artis
tieke peil van het orkest behouden blijven,
aldus Gedeputeerde Staten.
HILVERSIJM I 402 m. 746 kc/s. 7.00
AVRO. 7.50 VPRO. 8.00- 4.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym
nastiek. 7.20 Ochtendvaria (gr.). VPRO:
7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Programma overzicht. Aansluitend: Recht
door naar school en kantoor (gr.). 9.00
Gymnastiek voor de vrouw. 9.10 De groen
teman. 9.15 Balletmuziek (gr.). 9.35 Water
standen. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Ar-
beidsvitaminen(gr-). 10.50 Voor de kleu
ters. 11.00 Huishoudelijke zaken, lezing.
11.15 Amusementsmuziek (gr.). 11.45 In
het voetspoor der wetenschap. 12.00 Zang
en piano. 12.30 Mededelingen t.b.v. land
en tuinbouw. 12.33 Dansorkest The Sky-
masters en zangsolisten. 13.00 Nieuws.
13.15 Mededelingen en grammofoonmu-
.ziek, 13,25 Beursberichten. 13.30 Prome
nade-orkest. 14.00 Kamermuziek. 14.30
Voor de vrouw. 15.05 Lichte orkestmu
ziek (gr.). 15.30 Voordracht. 15.50 Piano
recital. 16.20 Dieren in en rondom het
huis, klankbeeld. 17.00 Lichte muziek voor
de jeugd. 17.30 Minjon. 18.00 Nieuws. 18.15
Actualiteiten. 18.20 Joodse liederen (gr.).
18.30 Sportpraatje. 18.35 Gesproken brief.
18.40 Dansmuziek. 19.00 Voor de kinde
ren. 19.05 Ga er eens even voor zitten:
a. Liedjes; b. Vogelkwartier, feuilleton.
20.00 Nieuws. 20.05 Radio-Filharmonisch-
orkest en zangsoliste. 21.10 U vertrekt
niet, Mademoiselle de Montijo, hoorspel.
22.20 Lichte orkestmuziek (gr.). 22.30
Nieuws. 22.40 Actualiteiten. 23.00 Sport-
actualiteiten. 23.10 Dicotaria. 23.55-24.00
Nieuws.
HILVERSUM II 298 m 1007 kc/s. 7.00
KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00-
24.00 NCRV.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Pianorecital
(gr.). 7.30 Voor de jeugd. 7.45 Morgen
gebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.15
Pluk de dag (gr.). 8.50 Voor de vrouw.
9.40 Schoolradio. NCRV: Grammofoonmu-
ziek. 10.03 Kamermuziek (gr.). 10.15 Mor
gendienst. 10.45 Zangrecital (gr.). KRO:
KRO: 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gewij
de liederen. 12.00 Middagklok-Noodklok.
12.04 Operettemuziek (gr.). 12.25 Voor de
boeren. 12.35 Mededelingen t.b.v. land- en
tuinbouw. 12.38 Zigeunermuziek (gr.). 12.50
Actualiteiten. 13.00 Nieuws. 13.15 Militaire
orkesten (gr.). 13.40 Kopstukken, licht
programma (herh.). NCRV: 14.00 Metro-
pole-orkest, filmmuziek. 14.40 Filharmo
nisch orkest van New York en solist:
amusementsmuziek. 15.30 Gewijde liede
ren. 16.00 Verkenningen in de Bijbel.
16.20 Kamermuziek uit heden en verle
den. 16.55 Grammofoonmuziek. 17.00 Voor
de jeugd. 17.30 Zangrecital (gr.). 17.40
Beursbericht. 17.45 Amusementsmuziek
(gr.). 17.55 Lichte orkestmuziek en zang
solist. 18.15 Sportrubriek. 18.30 Yiddische
liederen (gr.). 18.50 Sociaal perspectief,
lezing. 19.00 Nieuws en weerbericht. 19.10
Op de man af, praatje. 19.15 Geestelijke
liederen. 19.30 Radiokrant. 19.50 Poli
tieke lezing. 20.00 Promenade orkest en
zangsolisten. 20.50 Strijden en dienen, le
zing. 21.05 Het hart van Europa: volks
muziek uit Centraal-Europa. 21.30 Neder
lands Strijkkwartet. 22.00 Muziek voor
miljoenen (gr.). 22.30 Nieuws en S.O.S.-be-
richten. 22.40 Avondoverdenking. 22.55
Boekbespreking. 23.00 Pianorecital 23.30
Beschouwing over de richtlijnen van de
Generale Synode der Ned. Hervormde
Kerk over de reformatische houding je
gens de Rooms-Katholieke Kerk en haar
leden. 23.55-24.00 Nieuws.
VOOR WOENSDAG
KRO: 17.00 Voor de kinderen. NTS:
17.35 Jeugdjournaal. RKK-CVK-ÏKOR:
17.45-18.05 Programma over de Bijbel voor
de jeugd. NTS: 20.00 Journaal en weer-
overzicht. VARA: 20.20 Achter het nieuws.
NTS: 20.35 Onnekend talent. VARA: 21.05
Zij die wij vergeten, documentaire over
de positie van de minder-validen in de
welvaartsstaat. 21.55 De Tweeling, TV-
film. 22.20 Sport.
VOOR DONDERDAG
NTS: 20.00 Journaal KRO 20 20 Woord
en beeld 20.30 Kijk op Kun.st 2100-22 40
Fanfarella TV-spel.
Portret van dominee Herman Lange-
lius ca. 1660. (Musée de Picardie,
Amiens).