HAN GORTER L."
ZES KOGELS VOOR
AURELIO
GESCHENK
lil 111 WEEK
VAN DE
FOTO
GRAFIE
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN
DE
PECHVOGEL
23 u. afgesproken plaats
„Archeopanorama'
in wording
Boem boem
15
VRIJDAG 18 MEI 1962
Ons vervolgverhaal
1 32)
°P-
Bloedwraak van een jonge Italiaanse
op de moordenaar van haar moeder
DE PRESIDENT van de rechtbank in Vercelli, een stadje
tassen Milaan en Turijn, keek niet zonder mededogen
naar de jonge vrouw in de beklaagdenbank, die terecht stond
op de aanklacht van moord met voorbedachte rade. De aan
wezige rechtbankverslaggevers staken hun bewondering voor
de koele schoonheid van de dertigjarige Alfa niet onder
stoelen of banken en er was geen twijfel aan dat zij, de
verdachte, ook alle sympathie van het publiek op de tribune
had. Maar het recht moest zijn loop hebben. „Bekent gij
schuldig of onschuldig te zijn", vroeg de president. Een
ogenblik aarzelde de beklaagde. „Schuldig', zei ze toen
rustig. „Ik heb Aurelio Bussi vermoord omdat hij mijn
moeder heeft doodgeschoten!" De stampvolle publieke tri
bune, grotendeels met vrouwen bezet, zweeg in ademloze
spanning. „Gaat u zitten", zei de president. Alfa Basadonna
ging weer zitten, de handen in de schoot gevouwen. Bijna
op vaderlijke toon zei de president: „Èoe bent u tot deze
daad gekomen, verdachte?" „Het besluit
om Aurelio Bussi te doden heb ik zeven
tien jaar lang gekoesterd, edelachtbare"
zei de jonge vrouw, „van kind af aan al,
sedert de dag ivaarop mijn moeder werd
vermoord. Ik droomde bijna elke nacht
van mijn moeder en dan strekte ze haar
hand naar mij uit net als op die julidag
in 1944, toen ze mij van haar losrukten
om haar te doden. Haar ogen stonden zo
droevig in die droom. Het was mijn hei
lige plicht, haar dood te wreken!"
Privé-wr aakneming
mmmm
Schuld en boete
Uniek park toont historie
van het leven op aarde
Het verrassende
Titel -Triptiek" voor al
bum, dia-en smalfilmpro
jectie) ligt voor u klaar bij
uw fotohandelaar.
- Wm-
ftnr J
6M.
7T~
ff
Tussen al die mensen kwam een
1 man naar boven, die de reizigers, die
van het perron kwamen onopvallend
maar scherp opnam. Hij was gekleed
in een blauwe overall, waarover hij
een colbertjasje had aangetrokken.
Aan een riem over zijn schouder
5 droeg hij een kleine gereedschaptas.
S Hij droeg een donkere bril en had
een pet op zijn hoofd.
Ploeger glimlachte. Hoewel hij de
man nauwelijks herkende, wist hij
E dat het Koopman was. Hij had zich
op het hoofdbureau verkleed en was
volgens afspraak met een van de
stadsbussen naar het station gereden.
S De auto zou door een van de Arn-
E hemse rechercheurs teruggebracht
worden. Deze zou daar in de buurt
parkeren, zodat Ploeger er zo nodig
ieder ogenblik gebruik van kon ma
li ken. De rechercheur zou in de wagen
S blijven zitten. Hij kon eventueel
assistentie verlenen.
S Koopman bleef halverwege de trap
staan. Hij maakte zijn tas open en
5 scheen iets te zoeken. Ploeger lette
E nu niet meer op de reizigers, maar
keek naar de werkman, die nog
E steeds op dezelfde plaats stond. Even
5 later deed hij z'n tas weer dicht, keek
even in de richting van de hoofdin-
specteur en draaide zich om. Op zijn
S gemak liep hij naar beneden, op een
E afstand gevolgd door Ploeger. Zij pas-
Ij seerden de controle en stonden nu op
het stationsplein. Koopman liep naar
E een van de ramen van het stations-
Ij gebouw. Hij zette zijn tas in de ven-
sterbank en stak rustig een sigaret
S Intussen liep Ploeger naar zijn wa-
gen, opende het portier en stapte in.
Hij sloot de deur niet helemaal achter
zich.
S De reizigers hadden het station nu
allemaal verlaten en verspreidden
zich over het plein. De meesten gin-
gen naar rechts waar een aantal
autobussen klaar stond om de men-
H sen naar de plaatsen in de omtrek te
E brengen. Anderen liepen de stad in of
gingen een hotel binnen. Eén man
stond nog op het trottoir. Hij keek om
S zich heen alsof hij iets zocht. Hij was
E groot en fors gebouwd. Hij had een
S koffertje in de hand en was keurig
gekleed. Veel haast scheen hij niet te
S hebben. Nadat hij op de stationsklok
had gekeken en die tijd had verge-
leken met zijn armbandhorloge, slen-
S terde hij naar het terrein waar de
bussen stonden te wachten. Ook
§j Koopman liep nu die richting uit.
De vreemdeling scheen hier bekend
te zijn. Hij passeerde verscheidene
wagens en stapte toen in een bus, die
klaar stond om in de richting Wage-
E ningen te vertrekken. Even na hem
stapte ook Koopman in dezelfde bus.
S Ploeger had hen vanaf zijn zitplaats
nagekeken. Toen wendde hij zich
voor het eerst tot de rechercheur, die
nog steeds achter het stuur zat.
E Zo, zei hij, terwijl hij het por-
tier verder open duwde en naar bui-
li ten stapte. Als u nu op mijn plaats
E gaat zitten, neem ik het stuur van u
over.
E De rechercheur deed direct wat er
E van hem gevraagd werd.
E Ik wil graag, dat u deze tocht
meemaakt, zei Ploeger, toen hij op
zijn plaats zat en op de starter druk-
E te. Ik heb vandaag uw hulp mis-
schien nog wel nodig.
E In orde, inspecteur, antwoordde
E de man.
E Hoe is uw naam?
E Brigadier Veenkamp, inspecteur,
In de verte zette d^ autobus zich in
beweging.
wij moeten die wagen volgen
E zonder dat het opvalt, vervolgde
Ploeger. U weet zeker wel welke
E route hij neemt?
E Ja. inspecteur. Het is de gewo-
ne lijndienst voor Wageningen. Hij
S rijdt over Oosterbeek, Heelsum en
E Renkum.
Gaat hij nog verder dan Wage-
ningen?
E Ja, naar Utrecht, inspecteur.
E Ik weet niet waar de man, die
ik moet hebben, uitstapt.
Dan is het het beste, dat we er
E een flink stuk achter blijven. U wilt
E ze natuurlijk beiden in de gaten hou-
den?
E v Beiden?
Ja. Adjunct-inspecteur Koopman
en die grote forse man, die hij volgt.
S Ploeger glimlachte.
Juist, brigadier. Dat hebt u goed E
gezien.
Dat was niet zo moeilijk, inspec-
teur. Ik heb de vermomming van de E
adjunct op het bureau meegemaakt
en begreep wel, dat dat niet voor
niets was. Hij zei, dat ik de wagen E
hier moest brengen en op u moest |j
blijven wachten. Toen ik hem uit het
station zag komen en achter die man E
aan naar de bus zag lopen begreep ik
wat er aan de hand was. E
We zullen alleen maar hopen, E
dat die man dat niet in de gaten
heeft, lachte Ploeger. e
Dat denk ik niet, alhoewel die E
lui eigenlijk altijd op hun hoede zijn.
De Mercedes reed geruisloos ver- s
der. De kilometerteller wees een E
snelheid aan van nauwelijks 30 km.
In de verte reed de bus, die zo nu en
dan even stopte om nieuwe passa- E
giers op te nemen. Er stapte niemand
uit. E
Voorbij Oosterbeek ging het wat E
vlugger. De bus stopte eenmaal in E
Heelsum en eenmaal in Renkum. je
Daarna reed hij door t»aar Wage- e
ningen. E
Nu wordt het opletten, waar- |j
schuwde de rechercheüf. In Wage-
ningen heeft hij verschillende stop- s
plaatsen.
Ploeger trok iets sneller op. Hij s
reed vlak achter de bus. e
Ik zal hem passeren, zei hij. E
Bii de laatste halte in Wageningen
stop ik. Daar stapt u uit en ik rijd e
terug. Ik ben dan nog net op tijd om E
te zien of ze uitgestapt zijn. Later pik j|
ik u wel weer op. E
Denkt u er om, dat u terug door E
de plaats een andere route moet ne- j|
men dan de heenreis? We gaan nu
door de buitenwijken en terug neemt E
u de hoofdstraat.
Ja, dat weet ik. Het hindert niet, e
want ik heb volop de tijd. Mochten s
ze bij de eerste halte zijn uitgestapt j|
dan vind ik ze wel weer terug. Ik e
denk trouwens niet, dat Koopman bij E
dezelfde halte zal uitstappen als die
andere. Dat zou te veel in de gaten e
lopen. In ieder geval is mijn wagen |j
snel genoeg om jullie beiden weer op
te pikken zonder het spoor van die s
man te verliezen.
Is het een zware jongen, inspec-
teur? E
Zo zou je het kunnen noemen. E
Internationaal bekeken tenminste. Hij
geeft zich uit voor een Duitser, maar e
hij kan ook een andere nationaliteit E
hebben.
Ploeger reed nu door de buitenwij- e
ken totdat hij bij het hotel „Hof van E
Gelderland" kwam. Hier stapte de
rechercheur uit. E
Via de hoofdstraat reed de hoofd- E
inépecteur terug naar hotel „De We-
reld" aan de andere kant van de e
plaats. E
Hij zag nog net hoe de bus voor het E
hotel rechtsaf sloeg en in de zijstraat
verdween. Daar was een halte, wist E
hij. Hij wachtte even en reed toen E
ook de zijstraat in.
De bus reed alweer door, maar de E
Duitse passagier was uitgestapt en j|
wandelde op het trottoir. Even verder e
was een benzinepomp. Ploeger reed E
er naar toe en stopte. De pompbe- |j
diende kwam direct aanlopen. e
25 liter benzine en kijk meteen E
even naar de olie, bestelde de hoofd- E
inspecteur, 8ie rustig achter het E
stuur bleef zitten en zijn zijraam had s
opengeschoven. E
De bediende haastte zich om de op-
dracht uit te voeren. e
In zijn spiegeltje zag Ploeger de E
Duitser naderbij komen. Het was dui- E
delijk, dat de man geen flauw ver-
moeden had, dat hij vanuit de auto E
scherp werd geobserveerd. Hij stap- E
te op de garage toe en bleef aan de
ingang staan. E
Kan ik hier een wagen krijgen? E
hoorde de politieman hem met een E
sterk Duits accent vragen. E
Ja zeker, mijnheer, antwoordde E
de bediende.
Waar wilt u naar toe? E
Richting Amerongen. Waarschijn- E
lijk verder.
Ik zal even iemand voor u waar- e
schuwen. E
De bediende liep de garage in en
kwam even later met een andere man E
terug. E
Ploeger zat nog steeds achter het
stuur en tuurde in de verte. Het e
scheen hem weinig te interesseren E
wat er in de garage gebeurde.
(Wordt vervolgd)
De moord op Caterina Giubeli had plaats
op 15 juli 1944 in Noord-Italië, waar Ita
lianen tegen Italianen streden. Het fascis
tische imperium was als een kaartenhuis
ineengestort. In de rug van de Duitse troe
pen, wier front zich tussen Rome en Flo
rence bevond, speelden de partisanen al
een belangrijke rol. De guerillastrijders
vielen evengoed Duitse convooien aan als
hun eigen landslieden die fascisten waren
of met de zwarthemden sympathiseerden.
De burgeroorlog eiste talrijke slachtof
fers. Op die julidag speelde zich in het
dorpje Montalba, in de uitlopers van de
Apenijnen, een tragedie af. Alfa speelde
met andere kinderen in de tuin toen de
tuinpoort werd opengestoten. Mannen met
machinepistolen drongen de tuin en het
huis binnen. Even later kwamen zij' naar
In Parijs hebben enkele couturiers
reeds hun collecties voor de volgende
herfst en winter getoond. Foto: Drie
modellen van Guy Laroche. V.l.n.r.:
Pur Sang, een japon van zwarte en
rose zijde, bewerkt met kant; Pesage,
eveneens een zijden japon; en Masina,
een mousseline robe bedrukt met een
bruin-geel motief.
buiten met Alfa's oom tussen zich in. De
moeder en het kind bleven achter, maar
enkele minuten later waren de partisa
nen teruggekeerd. Ditmaal namen zij de
moeder mee, nog met het schort voor,
waarmee zij in de keuken had gestaan.
„We hebben je broer doodgeschoten, nu ga
jij eraan!" zeiden ze. Caterina's man was
twee jaar tevoren in Rusland gesneuveld.
Vertwijfeld klemde het dochter je zich aan
haar moeder vast. Caterina Giubelli strek
te haar handen uit naar het meisje, maar
de partisanen duwden haar ruw weg. Het
kind liep de mannen achterna.
Tweehonderd meter verder lag bij een
tuinmuur de dode oom Alberto. De
moeder werd ruw tegen de muur ge
duwd met het gelaat tegen de stenen.
Een salvo met een machinepistool en
de kleine Alfa zag haar moeder neer
zinken op het lichaam van de dode
oom. Toen viel het kind flauw. Op het
lijk van moeder bevestigden de par
tisanen een bord met de tekst „Dit
is het lot van een nazispionne". Het
bordje was ondertekend met de parti-
sanennaam Stello.
IN MONTALBA was men ontsteld over
deze terreurdaad. Iedereen wist wie de
partisaan Stello was. Het was de dertig
jarige Aurelio Bussi, lid van een commu
nistische strijdgroep. Het was bekend dat
Aurelio jarenlang geworven had om de
liefde van de knappe Caterina tót deze
een ander had getrouwd. In een klein
plaatsje als Montalba weet men alles van
elkaar en hoewel Alfredo vroeger fascist
was geweest, stond het vast dat hij nooit
voor de Duitsers had gespioneerd. Wat
Caterina aangaat: van haar wist men he
lemaal zeker dat zij nooit spionne was
geweest. Het trof hier dus gewoon een
wraakneming van een afgewezen minnaar.
In die dagen was er geen rechtbank die
in staat was zulke wandaden te bestraf-
Alfa Basadonna in 1956 voor haar
rechters, direct na haar bekentenis.
„Gans Italië is diep begaan met haar
lot", schreven de kranten„en dat
stellig niet alleen om haar mooie
ogen". Nu zij haar daad heeft geboet
wacht haar misschien een nieuw en
gelukkiger leven.
fen: de partisanenoorlog had zijn eigen
wetten.
De kleine Alfa werd na de dood van
haar moeder naar een tante in Venetië
gebracht. Maandenlang sprak het diep ge
schokte kind geen woord.
Allengs groeide zij op tot een zeer bij
zondere schoonheid, maar zij bleef stil
en teruggetrokken. Des nachts huilde ze
vaak en riep om haar moeder. Het schrik
beeld van die julidag week niet uit haar
gedachten.
NAARMATE ZIJ ouder werd rijpte het
plan in haar, de moord op haar móéder
te wreken. Maar toen kwamen er jaren
waarin het ernaar uitzag dat zij de ver
schrikkelijke herinnering vergeten had. Zij
nam danslessen en in de zomer van 1955
stond ze met de nog jonge boekhouder
Rico Basadonna voor het altaar. Alles
scheen zich ten goede te hebben gekeerd.
Voor haar omgeving gold zij als een ge
lukkige vrouw maar niemand wist wat er
in haar omging, zelfs niet haar man. Op
een dag greep het noodlot in. Alfa's man
die boekhouder was voor een coöperatie
ve organisatie, werd in januari 1956 over
geplaatst naar de omgeving van de indus
triestad Turijn. Het toeval wilde dat Al
fa hier op een kwade dag in de krant de
gehate naam van Aurelio Bussi las. De
gewezen partisanenleider Stello was burge
meester van het dorp Crevalcuore gewor
den. Alfa sprak met niemand over haar
ontdekking. Weken gingen voorbij, weken
waarin zij steeds stiller werd.
Op een warme maartavond van het
jaar 1956 nam Alfa het pistool van
haar man, een oude Beretti, dat hij als
oorlogsherinnering had bewaard, en
reed met de autobus naar Crevalcuore.
Rustig ging zij naar het stadhuis en
verzocht de burgemeester dringend te
spreken. De burgemeester zelf haalde
haar uit de wachtkamer. Zonder een
woord te spreken trok Alfa haar wa
pen en schoot de m^n zes kogels in
de borst. Aurelio Bussi was op slag
dood.
Alfa verliet het raadhuis in de verwar
ring en begaf zich naar de politiepost van
de Carabinieri aan de overzijde van het
plein. „Arresteer mij", zei ze. ik heb
de burgemeester doodgeschoten!". Het wa
ren haar enige woorden. Ze werd in hech
tenis genomen en ingesloten. Na een zeer
lang vooronderzoek volgde een proces dat
twee weken in beslag nam. De sympathie
van heel Italië was aan de kant van Alfa
Basadonna. Politiek speelde geen rol meer.
een kind had de dood van haar moeder
gewroken.
MAAR DE RECHTERS moesten met de
wet in de hand vonnis vellen. Het werd
vijf jaar gevangenisstraf en daarna opna
me in een psychiatrische inrichting. Zon
der een traan hoorde Alfa het vonnis aan.
Vijf jaar bracht zij door in de vrouwen
gevangenis van Turijn, waar haar man
haar regelmatig bezocht. Rico Basadonna
'verzocht overplaatsing naar Turijn waar
hij dichter bij zijn vrouw was. In juni
van het afgelopen jaar was Alfa's straf
tijd om; zij werd overgebracht naar een
Het Prins Bernhardfonds heeft een sub
sidie van tienduizend gulden toegekend aan
de „Stichting tot vorming van een pa
leontologisch en archeologisch panorama",
die ongeveer een jaar geleden is opgericht
met het doel ergens in ons land een
park in te richten, waarin de geschiede
nis van het leven op aarde zoveel moge
lijk op levensgrootte wordt weergegeven,
vanaf de prehistorische monsters tot op
heden.
Het plan omvat voorts de bouw van een
conferentieoord, o.a. voor schoolwerkwe-
ken en studieweken. De voorbereiding
heeft thans haar laatste stadium bereikt.
Er zijn wat de plaats van het park
betreft tien mogelijkheden onder het
oog gezien en ten slotte zijn twee plaat
sen: een in het noorden en een in het
zuiden van ons land, overgebleven.
Binnenkort zal omtrent de plaats van
vestiging een beslissing worden genomen.
Voorzitter van de stichting is prof. dr.
G. L. Smit Sibinga uit Amsterdam, secre
taris dr. C. van Rij singe, directeur van
het museum voor het onderwijs in Den
Haag, en penningmeester de heer W. van
Geleuken, directeur van de Nederlandse
middenstandsbank en voorzitter van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
's Gravenhage.
MARTIN BUTLER, een driejarig
Londenaartje, liep naar zijn moeder
toe die in de keuken met haar
rug naar hem toestond. Hij riep „boem,
boem nu ben je dood!" Daarna volg
de een derde boem, een echte ditmaal.
Met een schreeuw van pijn draaide de
drieëntwintigjarige mevrouw Butler
zich om en zag haar zoontje, een nog
rokend kaliber 22-pistool, waaruit hij
zojuist een kogel in haar zitvlak ge
jaagd had, losjes in het handje. Moe
der Butler werd, bezwijmd, door een
toegesnelde buurvrouw gevonden en
naar een ziekenhuis gebracht, waar
men de kogel verwijderde,
Het pistool was het eigendom van de
inwonende schoonvader van mevrouw
Butler die zich het wapen had aange
schaft om eventuele overvallers te ver
jagen die zijn kiosk zouden willen be
lagen.
„Gelukkig dat Martin maar eenmaal
de trekker overhaalde," aldus zijn com
mentaar. „Er zaten nog vijf kogels in
het magazijn."
Advertentie
psychiatrische inrichting in Pozzuoli, de
geboorteplaats van Sophia Loren, in de om
geving van Napels, 1880 km. van Turijn.
Hier kon haar man haar slechts eens
per maand bezoeken.
Enkele weken geleden werd Alfa Basa
donna onverwacht bij de directeur van de
inrichting geroepen. Deze vertelde haar
dat ze in vrijheid was gesteld. Journalis
ten wachtten haar op aan de poort. „Ik
heb de dood van mijn moeder gewroken,
ik heb mijn schuld geboet, pas nu ben ik
werkelijk vrij!" verklaarde Alfa. Haar man
hoorde de vrijlating van zijn vrouw via
de radio-nieuwsdienst. Toen de rapido uit
Napels de volgende ochtend in Turijn aan
kwam stond hij op het perron te wachten.
Naar schatting tweehonderd journalisten
en minstens tweeduizend anderen, meren
deels vrouwen, waren er om haar te ont
vangen en toe te juichen. De televisie van
de R.A.I. bracht de begroeting van Alfa
met haar man die avond in 't nieuwsjour-
naal. E tragedie was voorbij, een nieuw
leven wacht op Alfa Basadonna.
13. „Kom," zei tante Patent tot de Batavier, „mor
genochtend krijgt u heus uw offervat. En dan gaat
u fijn terug' naar het Walhalla. Maar nu gaat u
slapen: mijn logeerkamer is gelukkig in orde. En
eerst fris onder de douche. Kijk, dit is de hete
kraan, maar mocht het te warm worden dan draait
u even aan de andere."
„Bij Wodan.." fluisterde de grote Sof.
„Zegt u dat wel," zei tante Patent. „Bij u in het
Walhalla hebben ze zeker geen douche, hè? Nee,
dat dacht ik al. Uw Thor en uw Wodan kunnen het
laten onweren maar een eenvoudig stukje loodgie-
terswerk is er niet bij. Ik laat u nu alleen en ik
zou u aanraden uw vacht uit te trekken".
Maar de grote Sof was te verbouwereerd crrn zijn
vacht uit te trekken onder de douche.
15. Vervuld van angstige voorgevoelens snelde Panda
het huis binnen, op de voet gevolgd door de druk
pratende uitvinder.
„Ziet u wel met hoeveel gemak mijn vinding ruim
baan heeft gemaakt, meneer?" kraaide hij opgetogen.
„Het nut van zo'n automatische uitsmijter bij het ver
wijderen van ongewenste indringers is moeilijk te
schatten, dat hebt u wel gezien!"
„Tja", mompelde Panda verschrikt. Met grote ogen
van ontzetting staarde hij naar meneer Pech, die in
deerniswekkende toestand op de vloer lag. Zelfs de uit
vinder verschoot van kleur bij het zien van de onfor
tuinlijke totowinnaar, maar zijn geestdrift wist hij op
COf. MAKTEN TOONOtt
meesterlijke wijze te behouden.
„Dag meneer Pech!" riep hij monter, „wat zegt u
van mijn Automatische Uitsmijter? Geen beter object
om uw geld in te steken, nietwaar?"
Maar de heer Pech was minder geestdriftig. Ang
stig keek de zwaar getroffen totowinnaar naar het ap
paraat, dat zich werklustig zoemend op de kapstok
geworpen had en grote verwoestingen aanrichtte on
der de weerloze hoeden en jassen.
„Uitsmijter?" kreunde de eigenaar van deze kleding
stukken, „een automatische indringer is het! Help! Smijt
dat ding er uit! Laat het ophouden!"