Belgen
adres
uiten verwijten aan het
van minister Marijnen
Maar hun uitgangspunt kan
niet als juist gelden
Hekbokker laatste woord
op gebied nieuwe schepen
Heemskerkers hadden prettige
dagen in Ochtendung
KOELKASTEN
„Wilhelmina" vandaag
naar Duitsland
Schipper Grootveld
overleden
Geschikt voor spanvissen
Zilveren douanier tussen
bloemen en geschenken
HAVENBERICHTEN
ZATERDAG 19 MEI 1962
Dumping?
Expositie bij Felison
Emma in moeilijkheden
Aanvoer van narcissen
is nu afgelopen
I
„Het is zonderling om vast te stellen dat, nu men in België in de visserij aan
nieuwbouw begint te doen, onze Beneluxpartner onmiddellijk uit zijn schulp
komt en zijn bezorgdheid uit omtrent het verlenen, in België, van een sloop-
premie voor het uit de vaart nemen van niet economisch rendeerbare schepen
of van verouderde modellen van meer dan dertig jaar oud. Minister Marijnen
Seeft als redenen aan, dat dit ongelijke concurrentieverhoudingen schept en dat
het vanwege België ongegrond is te beweren dat we daardoor niet meer zullen
kunnen concurreren". Dit zegt de hoofdredacteur van het Belgisch Visserijblad,
de heer P. Vandenberghe, naar aanleiding van de memorie van antwoord van
minister Marijnen aan de Eerste Kamer, waarin deze stelt, dat hij met grote
bezorgdheid heeft kennis genomen van de ontwikkeling der subsidiepolitiek tot
een element in het visserijbeleid van België en West-Duitsland.
Hij vreest ook gevaar voor overbouw
bij ons. Ofwel is minister Marijnen in het
geheel niet op de hoogte van de toestand
bij ons en in zijn eigen land, ofwel laat
hij zich leiden door een fanatiek nationa
lisme, waardoor hij blind is voor het feit
dat in Nederland de visserijvloot zich
machtig is gaan moderniseren en uitbrei
den, terwijl de tonnage van de Belgische
visserijvloot niet alleen fel verminderd is
bij 1940, maar tevens zo oud dat 75"/o
ervan naar de sloop zou dienen verwezen
te worden.
Dat die toestand bij ons zo is, is het
gevolg van de ouderdom van onze vloot en
van het gebrek aan geldmiddelen ontstaan
door de zware verliezen welke onze reders
met die verouderde schepen geleden heb
ben en door de ongelijke en veelal deloy
ale concurrentie van onze Beneluxpartner
in de periode die Benelux voorafging.
Het is immers een publiek geheim welke
iumpingpraktijken er in Nederland tegen
over ons op visserijgebied hebben be
staan. De na-oorlogse contingenteringen
hebben er ons een staaltje van laten zien.
Het is ook een feit, dat, terwijl de Hol
landse vissersvloot snel kon gemoderni
seerd worden, het te danken was aan die
praktijken en aan het groot verschil in
levensstandaard, dat zowel voor de vis als
voor de garnaal wij overal door onze Be
nelux-partner van de markt werden ge
veegd en in eigen land onze visserij de
ondergang nabij was," aldus de schrijver.
Hij vervolgt aldus:
„Het is een feit, dat de exploitatiekosten
in Nederland al die tijd tenminste 20 a
30°/o lager lagen dan bij ons. Voeg daarbij
dat onze verouderde vloot en vangmetho-
des ons niet toelieten met dezelfde wapens
op economisch gebied te strijden, niet al
leen in Benelux-verband, maar ook in Eu
ropees verband.
De Nederlandse visserij werd geleid, be
schikt over een goed georganiseerd be-
drijfsschap en is volledig gemoderniseerd
en zeer sterk uitgebreid. Bij ons was al
les zo, dat elkeen vrij was, maar econo
misch niet kon wedijveren omdat mén er
de middelen niet toe had.
Pufvisserij
In Holland beschikte men over nieuwe
visserijmethodes en een proefstation. Men
laat daar zelfs toe, stelselmatig de zee te
verarmoeden door het bestaan van een puf
visserij. Daardoor hebben onze garnaal
vissers het zo hard te verduren, dat zij
zelfs niet in staat zijn een nieuw garnaal
scheepje te bouwen, wat in Nederland wel
het geval is. De boomkorrevisserij is on
dertussen aldaar zover ontwikkeld, dat
men met hetzelfde schip, maar met mo
derner materiaal, het dubbele vangt als
bij ons, waardoor de exploitatie van kust-
visssersvaartuigen veel goedkoper is en
de Belgische exploitaties tot een arm be
staan gedoemd worden.
Heeft het Nederlands bedrijfschap of
proefstation in die omstandigheden ooit
zijn Benelux-partner aangeboden hem te
helpen, ons voor te lichten om ons bedrijf
gezonder te maken? Tijdens de haring
campagne is er bij ons een opvangprijs
De Nederlandse opvangprijs ligt veel la
ger dan de Belgische met als gevolg on
gelijke concurrentie. Wat heeft minister
Marijnen daartegen aan te halen?"
vraagt de heer Vandenberghe.
„Als minister Marijnen het slopen van
een oude vloot noemt „ongelijke concur
rentievoorwaarden scheppen" dan spijt het
ons hem te moeten meedelen, dat wij dus
reeds meer dan 15 jaar (na-oorlogse perio
de) de ongelijke concurrentiestrijd onder
gaan van een Benelux-partner, die gedu
rende al die tijd weelderig heeft kunnen
gedijen in voorwaarden, welke een onaan
nemelijke en zeer nadelige strijd zijn ge
weest voor onze Belgische visserij. Graag
vernemen wij bijgevolg van minister Ma
rijnen, met de thans bestaande vloot te
willen vernieuwen, welke belemmeringen
van de vrije handel wij daarmee beogen?
Integendeel, dankzij deze nieuwbouw,
die geen uitbreiding betekent zoals in Ne
derland, zullen we nu pas in de gelegen
heid gesteld worden een bestaande onge-
lijke en ongerechtvaardige toestand recht
te trekken, zo het al niet te laat is!
Het doen aan nieuwbouw heeft Neder
land al lang gedaan en het ware interes
sant de statistiek te zien opmaken van die
nieuwbouw en die eens te vergelijken met
de onze.
Grote achterstand
De achterstand van België is enorm
Door snelle nieuwbouw zal niet alleen vis
van betere kwaliteit kunnen aangevoerd
worden in betere voorwaarden, maar zul
len ook de werkvoorwaarden voor ons volk
beter en aangenamer worden en dat zou
toch ook een der sociale ideeën van minis
ter Marijnen moeten zijn, zowel in Bene
lux- als in Hollands verband.
Als minister Marijnen daarin graten
vindt, dan moeten we hem eerlijk beken
nen, dat er veel meer gevaar in ongepas
te economische concurrentie zit in de ver
dere invoer door Nederland in België van
Deense kabeljauw in Nederlandse kisten
verpakt en in een stelselmatige pufvisserij
dan in een slooppremie om oude schepen
fe slopen en ons en Hollands werkvolk
verven en motorfabrieken werk te ver
chaffen.
We menen dat minister Marijnen gezon
der economische wedijver in Benelux-ver
>and zou kunnen doen ontstaan, moest hij
:t puf-aanvoerverbod in Nederland uit
vaardigen ter welzijn van de vissers van
heide landen in plaats van die van enkele
vismeelfabrieken en moest hij het toe
zicht op de invoer vanuit Denemarken en
vandaar naar België wat versterken.
Op een samenwerking in Benelux-ver
band, in dat opzicht en vele andere, wach
ten wij nog altijd, tenzij men dergelijke
samenwerking alleen beoogt, die de „Be
nen" voor de Belgische visserij en de
luxe" voor Nederland betekent.
Overwegingen zoals deze van een Hol
landse minister in de Eerste Kamer van
Nederland, kunnen we alleen betreuren
omdat ze niet getuigen van een Benelux-
betrachten, maar van een welbegrpen ego
isme of een bewijs van onwetendheid om
trent de werkelijkheid in Benelux-ver
band.
Het is daarom des te meer geboden dat
onze visserijleiders en onze regering zich
niet laten misleiden door dergeljke treu
rige uitlatingen welke niet van aard zijn
om gemeenschappelijk werk in het belang
van beide te bevorderen."
Scheepsbouw
Onder de kop „Bericht aan minister
Marijnen" publiceert Het Visserijblad
daarna een opsomming van scheepsbouw-
activiteiten in Nederland. „Zou minister
Marijnen nu geen onderzoek kunnen in
stellen, hoe het komt dat de tonnage van
de Nederlandse vissersvloot vergeleken bij
1940 zo snel uitbreidt en moderniseert,
zonder slooppremie, en dat de reders in
België een slooppremie nodig hebben ge
lijk aan 7%> van de waarde om schepen
van meer dan 30 jaar toch te zien slopen?
Is dit het gevolg van de economische
bloei van de visserij in België?
Onjuist uitgangspunt
Aldus het Belgische blad, dat van zijn
hart deze maal beslist geen moordkuil
heeft gemaakt. Het uitgangspunt van het
gehele tartikel is natuurlijk niet juist,
want men kan natuurlijk niet wegredene
ren, dat er in Nederland geen subsidie
politiek wordt bedreven en in andere lan
den wel.
De gevolgen ziet m.en duidelijk, want in
Nederland moeten de ondernemers alle
risico's dragen voor hun%,pogingen?-de IJs
larict-visserij op gang te brengen, terwijl
men In Düitsland subsidieert. De Belgen
weten daar alles van, want zij vissen al
lang op IJsland en hebben dus ook last
van de grote Duitse concurrentie, om over
de andere landen nog niet eens te spre
ken.
Als de heer Vandenberghe vandaag de
verschillende Vlaggetjesdagplaatsen af
zou reizen, zou hij daar het trieste beeld
zien van talrijke verouderde schepen, die
aan de kant liggen en nooit mer zullen
uitvaren. Hoe komt dat? Doordat ze
economisch niet meer rendabel zijn. De
bemanning wil er niet meer mee varen,
men verkiest moderne schepen.
Toch geeft de Nederlandse regering
geen subsidie, evenmin als bij de IJsland-
visserij.
Men gaat nog steeds uit van het volko
men vrije bedrijf, dat uit eigen vrije wil
zich op vele punten verenigt en door sa
menwerking en studie steeds betere resul
taten bereikt, al valt er ook nog zoveel
te doen. Als de E.E.G., of in nauwer ver
band de Benelux, wil werken, zal toch de
eerste voorwaarde zijn, dat men of in
elk land subsidieert of nergens.
Dat de heer Vandenberghe tot zijn klacht
komt is begrijpelijk, want de situatie in
de Belgische visserij is nog steeds niet
ooskleurig. Men is daar nogal gebelgd
over de Nederlandse minimumprijzen, die
meestal ver liggen beneden die in Enge
land, Duitsland en België. Nederland is
een export-land, en daarom is dit te ver
klaren, maar voor de Belgen betekent de
ze politiek „dumping". In het program
ma van de heer A. de Boon voor een
afzetfonds wordt deze minimumprijspoli-
tiek trouwens ook minder gunstig beoor
deeld.
Dat de pufvisserij op garnalen schade
lijk is, is de laatste tijd ook door Neder
landse biologen vastgesteld. De klacht van
invoer van Deense kabeljauw als Neder
landse in België is al oud. Men hoort dit
geluid steeds weer, maar het bewijs is
nooit geleverd.
Al deze dingen horen echter niet bij het
onderwerp, waar het minister Marijnen
om ging. Als men een goede Benelux-sa-
menwerking wil hebben, zal men op het
gebied van de overheidsbemoeiing gelijke
voorwaarden moeten scheppen. Dat over
de andere door de heer Vandenberghe ge
noemde problemen overleg dient plaats te
hebben, is buiten kijf. Is de juist opge
richte „Europêche" niet een orgaan te
meer, waar men dergelijke problemen
eens op gelijke voet kan uitpraten?
Vandaag zal het fanfarekorps „Wilhel-
mjna" te Santpoort een bezoek brengen
aan haar zustervereniging de „Harmonie
Paffrath" te Bergisch-Gladbach, die haar
60-jarige bestaan herdenkt.
De uitnodiging van het bestuur van het
fanfarekorps „Wilhelmina" zal ook een
delegatie meegaan van de stichting De
Velser Gemeenschap, welke bestaat uit de
heren H. Groen en R. Graafsma, leden
van het dagelijks bestuur.
Op de feestelijke bijeenkomst van de
Harmonie Paffrath zal de heer H. Groen
zaterdagavond de zilveren legpenning van
de Velser Gemeenschap overhandigen als
uiting van vriendschap tussen de beide
muziekverenigingen en de contacten lie
met de Velser Gemeenschap in de loop
der jaren zijn ontstaan.
Ook de voorzitter van de Velser Ge
meenschap, de heer J. van Os van den
Abeelen, zal bij deze uitwisseling aanwe
zig zijn. Deze neemt een brief van de
Burgemeester van Velsen mee voor de
Burgemeester van Bergisch-Gladbach. De
ze heeft enige tijd geleden aan de Bur
gemeester van Velsen nadere inlichtingen
gevraagd over schaakverenigingen in Vel
sen, die bereid zijn deel te nemen aan h
organiseren van een schriftelijk schaak
kamp tussen Bergisch-Gladbach en Vel
sen.
In de brief worden nu 3 Velsense schaak
verenigingen genoemd, die bereid zijn hier
aan deel te nemen.
Indien dit doorgaat, zal de uitwisseling
met Bergisch-Gladbach, welke thans alleen
bestaan tussen de muziekverenigingen, uit
gebreid worden met de schaakverenigin
gen.
Vrijdagavond is in het gebouw Heide-
straat 45 te IJmuiden een tentoonstelling
van schilderijen, aquarellen en tekeningen
geopend. Het zijn werken van de heren
J. Ploos van Amstel en Roelof Klein, die
hier tot en met 10 juni geëxposeerd blijven
De opening geschiedde gisteravond door
de heer J. Clay, bestuurslid van Felison,
de bekende vereniging die de belangstel
ling voor beeldende kunst wil stimuleren
door het houden van tentoonstellingen en
lezingen, en die beide genoemde kunst
schilders bereid had gevonden om IJmui
den iets van hun werk te laten zien. De
heer Clay dankte beide heren hiervoor.
Reeds op de openingsavond was grote
belangstelling voor deze expositie, die
zaterdags en zondags van 14 tot 17 uur en
van dinsdag tot en met vrijdag 19 tot
21 uur geopend zal zijn.
Op de tentoongestelde werken van de
heren Ploos van Amstel en Roelof Klein
komen wij terug.
In IJmuiden is vrijdag op 59-jarige leef
tijd overleden de heer M. Grootveld. Giel
Grootveld was een van de bekendste
IJmuider schippers. Hy verwierf grote
faam door zijn ontsnapping met de „Bea
trice" naar Engeland met drie ter dood
veroordeelde piloten in de oorlogsjaren en
hij was ook de man, die met de IJM I
Tzonne een reis van een maand naar IJs
land maakte.
De heer Grootveld heeft de visserij
veertig jaar beoefend, waarvan twintig
jaar als schipper. Hij werkte bij verschil
lende rederijen, waaronder de Praxis, Ma-
rezaten en VEM. Voor de oorlog maakte
hij al reizen naar IJsland met de Vlaar-
dingse logger „Tonny".
Op 16 februari 1942 stoomde hij met de
IJM 118 Beatrice over naar Engeland. Van
de drie ter dood veroordeelde vliegers, die
hij meenam, was er één IJmuidenaar, de
heer Homburg. Deze werd later boven
Petten neergeschoten. Ter zijner ere is op
Westerveld een gedenkteken opgericht.
Giel Grootveld bleef gedurende de oor
log vanuit Engeland de visserij uitoefenen.
Voor zijn geslaagde oversteek werd hem in
1953 het Kruis van Verdienste uitgereikt.
In 1954 maakte hij opnieuw furore. Toen
maakte hij met de IJM 1 Tzonne een reis
van een maand naar IJsland. Zijn besom
ming was 39.000, zodat hij dankzij de
regeringssubsidie, die voor deze reis wel
gold, tot 50.000 kwam.
De heer Grootveld heeft drie voor Israel
bestemde schepen naar dat land gebracht.
Hij was ook drie jaar visschipper op een
Poolse trawler.
Toen hij van de zee afscheid had ge
nomen, ging hij werken bij de IJmuiden
Stores. Hij wordt maandagmiddag om drie
uur ter aarde besteld op de Westerbegraaf
plaats.
Nu de drijfnetvisserij steeds meer terrein verliest dringt zich de vraag op, welk
vaartuig dan in de toekomst het belangrijkste zal zijn voor de haringvisserij.
Een vraag, die niet eenvoudig te beantwoorden is, omdat de haring niet zo n
eenvoudige vis is. Men kan echter wel zeggen, dat de algemene tendens is, dat
men moet streven naar een combinatievaartuig, dat zowel de bodem als de
oppervlakte kan bevissen. Daar komt dus het begrip „vleetkotter" of „vleet
trawler" om de hoek kijken. AI deze typen komen op hetzelfde neer: een schip,
dat normaal trawlt, kan in het haringseizoen zijn drijfnetten uitzetten en trachten
de Hollandse Nieuwe te verschalken. De „Johanna Lydia" is een voorbeeld
van dit nieuwe idee.
Als mfert de haring Wil rtpVissen als zij I bakplanken op liet dek samengesteld W6r-
tussen bodem en oppervlakte zit, Jï»m* den „of bestaan uit een tafel met'.hoge bor-
men in de pelagische visserij terecht. Zo
als bekend, zijn de onderzoekingen over
deze visserij nog steeds in een proefonder
vindelijk stadium. Maar toch is er al een
vorm van pelagische visserij, die al heel
lang bedreven wordt: de spanvisserij.
Hierbij trekken twee schepen een net tus
sen zich in voort. Het „atoomnet" heeft al
een grote faam verworven en niet ten on
rechte.
Op dit gebied is de Belgische onderzoe
ker ir. Joh. Verhoest nu met een nieuw
idee gekomen. Hij heeft een zogenaamde
.hekbokker" ontworpen.
Ook in Nederland of misschien juist in
Nederland kent men het bokkenvaar-
tuig, waarbij aan weerszijden van het
schip een net wordt uitgezet. Oorspronke
lijk werd dit type vooral voor garnalen
visserij gebruikt, maar de laatste tijd
heeft men ontdekt, dat ook op tong suc
cessen met dit type kunnen worden ge
boekt.
De hekbokker van ir. Verhoest kan ook
worden gebruikt voor trawlvisserij, en de
derde toepassing is die voor de spanvisse
rij Men krijgt dus dan een combinatie
van twee spanvissers, die over het „hek",
(de achtersteven) vissen. Dit vissen van
de achterzijde betekent vaak.een voordeel.
Het net kan dan veel beter worden uitge
zet. De hekbokker type Verhoest is 16.50
over alles lang, 5.00 meter breed en 14
meter lang. De diepgang is achter 2.30 m.,
midden 1.95 m. en voor 1.65 m. De holte
is 2.60 meter.
Er is een motor van 120 PK ingebouwd,
en wel een snellopende dieselmotor. Dit is
in dergelijke schepen volgens de heer Ver
hoest aangewezen, gezien zijn lage kost
prijs, zijn gering gewicht en geringe om
vang, zijn goedkope en gemakkelijk te
krijgen wisselstukken en het geringe aan
tal zeedagen per reis.
De tweepotige bokkenmast staat achter
het midden van het schip. Er is een vrij
werkdek van 5 meter lengte met een
maximum en minimum breedte van 4.60
en 3.60 meter.
Er is een naar achter gerichte laad
boom, bestaande uit twee delen, waardoor
het zijlings staggen overbodig wordt. Het
vaartuig is verder uitgerust voor de vol
gende visserijmethodes: de bokkenvisserij,
de trawlnetvisserij en de spanvisserij.
Bokkenvissen
Voor de bokkenvisserij wordt het vaar
tuig voorzien van twee boomnetten en
twee bokken, die op en neer gelaten
worden door middel van een winch (de
twee buitenste van vier aangebrachte
trommels).
De plaats van de tweepootmast is zo ge
kozen, dat de twee korrestokken direct
door het toppen van de bomen aan dek
kunnen worden gelegd. Verder zaf het
vaartuig tijdens het vissen om deze reden
een betere koersbestendigheid bezitten.
Tengevolge van de plaats van de mast zal
het vaartuig, wanneer het geankerd ligt
aan een wrak, niet dwars op de stroom
komen te liggen.
Door zijn grote breedte en zijn hoog vrij
boord bezit het schip een grote stabiliteit,
waardoor het aangewezen is voor het vis
sen met twee boomkorren. Aangezien er
geen achtermast aanwezig is bestaat er
ook geen gevaar dat de vislijn bij het op
draaien blijft haken.
De vangst wordt met behulp van de
boom over de spiegel aan boord gehaald
en in een bak gestort. Deze bak kan uit
den wat het werk bij het sorteren veel zou
vergemakkelijken. Voor deze bak bevindt
zich de garnaalzeef die elektrisch wordt
aangedreven. Daarna komt de kookketel
De koelrekken worden aan de verschan
sing in de zij bevestigd. Zo krijgt men
volgens de heer Verhoest een rationeel op
gevat werkdek.
Dit is een orthodox Nederlands bok-
kenvaartuig. Het ene net is duideliijk
te zien, het andere hangt aan de bak
boordzijde over de reling. Zoals men
ziet spelen de werkzaamheden zich
hier voor de brug af. Bij een hekbok
ker komt de werkruimte grotendeels
achterop.
B. en W. en raadsleden van Heemskerk
zijn drie dagen de gasten geweest van
het in de omgeving van Koblenz gele
gen dorpje Ochtendung.
Aanleiding was de viering van het vijf
enzeventig-jarig bestaan van het aldaar
bestaande mannenkoor „Eintracht". Het
R.K. Gemengd Koor „Heemskerk" was
eveneens uitgenodigd en heeft het feest
opgeluisterd met het zingen van enkele
nummers van zijn repertoire.
De ontvangst door het bestuur van het
koor en door de burgemeester van Och
tendung en die van het „Amt" waartoe
het dorp behoort was buitengewoon har
telijk. Men had gezorgd voor prettig lo
gies voor alle gasten, wat geen geringe
taak moet zijn geweest omdat behalve
de leden van het gemeentebestuur en hun
dames en het vrij grote koor uit Heems
kerk ook diverse andere koren moesten
worden ondergebracht.
De dagen waren druk bezet. Op de zon
dagmiddag werd zelfs in drie zalen te
gelijk geconcerteerd, zodat het volslagen
onmogelijk was een vergelijking te trek
ken tussen de artistieke prestaties der
verschillende gezelschappen. Het feest was
dan ook niet als concours bedoeld en prij
zen werden niet uitgereikt. Ware dit wel
gebeurd, dan had het Heemskerkse koor
zonder twijfel met de eerste prijs naar
huis moeten gaan. De door de Duitse ko
ren gezongen liederen waren bijna alle
zogenaamde volksliederen in een eenvou
dige zetting en gemakkelijk in het gehoor
liggend.
De doelstelling van het koor uit Heems
kerk (en van bijna alle Nederlandse ko
ren) is geheel anders. De uitvoering van
Haydns „Tenebrae facta sunt" bijvoor
beeld had kennelijk een ernstige studie
van maanden gekost. Maar het resultaat
was dan ook duidelijk merkbaar. Het koor
bracht met liefde en met begrip voor de
tekst een werkelijk kunstwerk ten gehore.
Wat er van zij iedereen zong met
plezier. De drumband van de vrijwillige
brandweer deed vloeren en muren van
het zaaltje trillen, waarin na de kerk
dienst op zondagochtend bij het „Früh-
schoppen" aan de Nederlandse gasten een
aubade werd gebracht. De Heemskerkse
vlag werd gehesen onder de tonen van
een voortreffelijk gespeeld „Wilhelmus'
dat door alle Nederlanders enthousiast
werd meegezongen. Er was een optocht
door nauwe, kronkelige en hellende straat
jes met veel vanen en muziek, hetgeen
een buitengewoon schilderachtige aanblik
bood. En tenslotte was er van 5 uur
des middags af een grandioos bal. Men
zegt dat het tot drie uur in de morgen
geduurd heeft.
De officiële feestviering op zaterdag
De IJM 15 „Emma" heeft gistermorgen
bij het vissen een blad van de verstelbare
schroef verloren. Van de rederij is de IJM
25 „Jutie S|pijff'»die togh naar de visgron-
:'den ging," Vertrokken ötn eerste hulp te
verleneivSan ,'t in moeilijkheden geraakte
zusterschip. Gisteravond was de positie
van de „Emma" 56.31 NB en 2.38 OL. Op
dat tijdstip was de „Julie Strijff" juist de
54-ste breedtegraad gepasseerd. De weer
berichten waren niet bepaald rooskleurig
om aan een sleepreis te moeten beginnen.
De schippers bespraken hoe de verbinding
tot stand gebracht moest worden. De
schipper van 'e „Emma" was gisteren al
enige tijd bezig geweest om zijn anker
ketting te klaren, maar door allerlei oor
zaken was hem niet gelukt de zaak voor
elkaar te krijgen. Hedenmorgen kwam de
„Emma" in het zicht van de „Julie Strijff'
Dit was omstreeks half negen vanmorgen
mag vanzelfsprekend niet worden verge
ten. Nadat vele koren hun gelukwensen
op muzikale wijze hadden aangeboden
stroomde na de pauze een woordenvloed
van felicitaties over het hoofd van de
voorzitter van „Eintracht", de heer Alois
Kohnz. Ook het gemeentebestuur van
Heemskerk liet zich niet onbetuigd. In
een geestige speech, die telkens onder
broken werd door gejuich en handenge
klap, schilderde de burgemeester het doel
van de kunst en het nut van de uitwis
seling van culturele en zuiver menselijke
waarden van landen onderling als begin
van een werkelijk verenigd Europa.
Deze gedachte werd door wethouder
Roozen in een volgend woord nog be
klemtoond. Het R.K. Gemengd Koor bood
eveneens zijn gelukwensen aan. Dit al
les werd begeleid door het uitwisselen
van geschenken.
Het gemeentebestuur van Heemskerk
en het R.K. Gemengd Koor kunnen terug
zien op prettige en vooral ook nuttige
dagen.
De heer W. 't Hart, hoofdassistent en
plaatsvervangend dienstgeleider bij de
Dienst der Invoerrechten en Accijnzen,
post Velsen, beleefde vrijdag bij de vie
ring van zijn vijfentwintigjarig jubileum
als rijksambtenaar in het Cultureel Cen
trum te IJmuiden wel een heel bijzon
dere dag, omdat het maar weinig ambte
naren van de douane is vergund een der
gelijk feest te kunnen vieren in de woon
plaats van hun jeugd.
De heer Van den Herberg, hoofdverifi
cateur van de post Velsen PDA, had de
taak van ceremoniemeester op zich geno
men. De hoogste chef, de heer Volkmaars,
hoofdinspecteur van de Invoerrechten Ac
cijnzen te Haarlem opende de rij van
sprekers.
De heer Volkmaars herinnerde aan de
loopbaan van de heer 't Hart, die nogal
een zwerversbestaan heeft geleid op ver
schillende posten in het land, waarbij hij
de ambtelijke tijd van de jubilaris goed
besteed achtte. Het is zelfs gebeurd, dat
hij op dezelfde standplaats driemaal een
verplaatsing moest ondergaan. Maar dit
alles heeft er toe geleid, dat de heer 't
Hart enkele maanden geleden wegens zijn
uitstekende staat van dienst bevorderd is
tot hoofdassistent en daarbij de rang van
hoofdassistent titulair heeft overgeslagen,
een rang die voortaan niet meer zal wor
den verleend.
Bovendien is de jubilaris plaatsvervan
gend dienstgeleider geworden. Deze func
tie is zeer belangrijk als schakel tussen
alle douanemensen van hoog tot laag,
waarin hij zijn bijdrage kan leveren tot
de betere onderlinge verhoudingen. Na
mens de minister bracht de heer Volk
maars tevens de gelukwensen over onder
aanbieding van een enveloppe met in
houd.
De heer Van den Herberg onthulde dat
de jubilaris aanvankelijk plannen had tot
een onderwijzersopleiding. Hoewel dit plan
niet is uitgevoerd, weet hij toch een be
langrijk bestanddeel van deze opleiding,
namelijk de pedagogie en pschologie, met
een grote dosis rust in de praktijk te
brengen, hetgeen slechts aan de verstand
houding ten goede is gekomen. Deze is
ook voor de toekomst bij de heer 't Hart
gewaarborgd. Hij schonk namens alle amb
tenaren van de post Velsen behalve bloe
men aan mevrouw 't Hart een prachtig
fototoestel met toebehoren.
De heer M. Lolkema, dienstgeleider en
directe chef, onderschreef de uitstekende
verhoudingen die op post Velsen bestaan.
De laatste vijf jaren neemt de jubilaris
een directe plaats in het midden van de
post Velsen PDA aangezien hij gevoel
heeft voor organisatie en menigmaal ook
als „adviesbureau" fungeert. Persoonlijke
dank ging naar de jubilaris uit.
Talrijk waren daarna nog de sprekers,
die namens Hoogovenbedrijf, papierfabriek
Van Gelder Zonen, internationale expedi
tiebedrijven uit de omgeving, de vakor
ganisaties ABVA en CBOP, de handel en
industrie rond de IJmuider haven en an
deren geschenken aanboden. Onder de be
langstellenden waren voorts de ontvangers
van de belastingen te IJmuiden en Be
verwijk, douaneagenten van IJmuiden en
Beverwijk en de adjudant Pippel van de
Koninklijke Marechaussee te IJmuiden.
Vanzelfsprekend waren bijna alle douane
ambtenaren voorzover de dienst het toe
liet, bij de huldiging aanwezig, zodat het
voor de heer 't Hart en zijn gezin, maar
niet minder voor zijn tachtigjarige moe
der een blijde feestdag is geworden. In
de woning aan de Siriusstraat 25 gaven
nog velen blijk van hun belangstelling.
Trawl en span
Wanneer men het schip wil inrichten
voor trawl- en spanvisserij gaan bokken,
boomnetten, garnaalzeef en kookketel aan
de wal, terwijl de galgen aan boord wor
den geplaatst. Deze worden door middel
van twee bouten aan de bak bevestigd.
De bak verhuist naar bak- en stuurboord.
Het vieren en het halen van het net en de
vangst geschiedt over het hek. Daartoe
helt de spiegel over een zekere breedte
over naar voren en is bovenaan voorzien
van een rol.
Als de planken in de galgen liggen wordt
het net door middel van de winch over de
rol aan boord getrokken. De bovenpees en
het loodzeel komen zodoende rond de mast
te liggen. De vangst wordt daarna door
middel van de boom aan boord gehesen.
Het gevaar dat de kuil of de planken in de
schroef komen is op deze wijze uitgeslo
ten. Verder kan onder alle weersomstan
digheden het net gevierd en gehaald wor
den ongeacht de sterkte en de richting
van de wind en stroom hetgeen een grote
tijdsbesparing en verlenging van de vistijd
ten gevolge kan hebben.
De heer Verhoest schat de kosten niet
hoger dan bij het gewone type. Door het
grote vrijboord zal de bemanning beter
beschut zijn.
De heer Verhoest is overigens zelf nog
lang niet tevreden. Hij heeft alweer een
groter type ontworpen, waarin de machi
nekamer voor zal zitten en de bemanning
midscheeps zal worden gehuisvest. Het
schip zal breed zijn en een grote diepgang
hebben. Hierdoor is de stabiliteit nog gro
ter, is het schip nog beter bestuurbaar en
wordt het meeste rendement van de
schroef verkregen.
Er komt een ruim logies met een olie
kachel. Dit is voldoende omdat een derge
lijk schip maar voor hoogstens 48 uur naar
zee gaat, zodat er aan boord toch niet
wordt gekookt.
Als het schip gebruikt wordt voor de
boomvisserij op garnalen, kan men profi
teren van een practische inrichting, die
bestaat uit een reeks van bak, zeef en
ketel. De vangst belandt in de bak, loopt
door naar de zeef, waar de puf overboord
wordt gespoten en daardoor de kans krijgt
verder op te groeien, en belandt tenslotte
in de ketel.
Na moederdag waren de bloemen duur
der dan in de moederdag-week. Het waren
vooral de tulpen, die deze week vlot weg
gingen. Getrokken tulpen van het vrije
veld kwamen nog tot 1,40 per bos; de
tulpen, gesneden met een blaadje, brachten
woensdag tot 64 cent per bos op. Vrijdag
lagen de prijzen iets lager. De aanvoer van
narcissen behoort tot het verleden, nog een
enkel bosje van de late Poëticus, maar dat
heeft geen naam meer.
Rozen brachten het nog tot 70 cent per
tak. Ook de anjers kwamen weer kort tot
50 cent per stuk. Lathyrus en violieren
waren heel goed te verkopen. Er waren
deze week niet zoveel potplanten als de
vorige week; ook de aanvoer van perk
planten gaat al weer minderen. Daaren
tegen komen er meer Afrikanen. Ook
kwamen de eerste Salvia's aan de markt.
Advertentie
KOOPT MEN BIJ DE VAKMAN v.a. 295.—
Ook in huur v.a. 6.50 per maand
VELSERDUINWEG 173
TELEFOON 4402
Vrijdag kwamen in IJmuiden aan:
Anita Thyssen, van Narvig; John-V, Londen;
Fairsea, Southampton; Eemstroom, Grange
mouth; Aeneas, Vigo; Esso Emden, Bremen;
Abel Tasman, ledig van Kaske voor IJbunker;
Oranje. Rotterdam; Artura, Rotterdam; Trans
vaal, Monrovia; Ranberg, Bremen; Sarpedon,
Antwerpen; Muttersegen, Gefle; Tasman, Rams-
gate; Franzl, ledig van Rotterdam voor binnen
haven IJmuiden; Myrmidon, Hamburg.
Zaterdag kwamen in IJmuiden aan:
Eos, Hamburg; R. E. Friszen, erts van Gefle
voor Hoogovens; Nelly, Swansea; Kathe Muhl-
mann, ledig Antwerpen voor IJmuiden.
Vrfidag vertrokken uit IJmuiden:
Colette, naar Vlaardingen: Hunzestroom, Gran
gemouth. walsmateriaal van IJmuiden; Herries-
dale. Brake; Ulla, Boston, stijfsel van Wormer-
veer; Marconi, Hamina; Fairsea, Cuxhafen;
Swift, Harlingen; Brinda, Middlesborough; Am-
mon, Tunedal: Rendsbjerg, Stockholm, wals
materiaal van IJmuiden; Egret, Liverpool; Nore
Stockholm; Harald. Brussel, bijlegger IJmuiden;
Oldenkerk, Rotterdam; Jaarstroom. Shoreham;
Argo, ledig van Velsen naar Rotterdam; Alde-
baran. Rotterdam; Martha Ahrens, Hamburg;
Gouwestroom. Liverpool; Alcor, Lissabon; Saar
land, Long Beach; Phoenix, ledig van IJmuiden
naar Oar (bijlegger): Bodenstein, Bremen; Eli
sabeth. Archangel; Guineekust, Dakar.
Zaterdag vertrokken uit IJmuiden:
Suninger. Yersey; Oranje, Stockholm; Escaut,
walsmateriaal Stockholm van IJmuiden; Manto,
Kopenhagen; Artura, Torku.
t