Belgen adres uiten verwijten aan het van minister Marijnen Maar hun uitgangspunt kan niet als juist gelden Hekbokker laatste woord op gebied nieuwe schepen Heemskerkers hadden prettige dagen in Ochtendung KOELKASTEN „Wilhelmina" vandaag naar Duitsland Schipper Grootveld overleden Geschikt voor spanvissen Zilveren douanier tussen bloemen en geschenken HAVENBERICHTEN ZATERDAG 19 MEI 1962 Dumping? Expositie bij Felison Emma in moeilijkheden Aanvoer van narcissen is nu afgelopen I „Het is zonderling om vast te stellen dat, nu men in België in de visserij aan nieuwbouw begint te doen, onze Beneluxpartner onmiddellijk uit zijn schulp komt en zijn bezorgdheid uit omtrent het verlenen, in België, van een sloop- premie voor het uit de vaart nemen van niet economisch rendeerbare schepen of van verouderde modellen van meer dan dertig jaar oud. Minister Marijnen Seeft als redenen aan, dat dit ongelijke concurrentieverhoudingen schept en dat het vanwege België ongegrond is te beweren dat we daardoor niet meer zullen kunnen concurreren". Dit zegt de hoofdredacteur van het Belgisch Visserijblad, de heer P. Vandenberghe, naar aanleiding van de memorie van antwoord van minister Marijnen aan de Eerste Kamer, waarin deze stelt, dat hij met grote bezorgdheid heeft kennis genomen van de ontwikkeling der subsidiepolitiek tot een element in het visserijbeleid van België en West-Duitsland. Hij vreest ook gevaar voor overbouw bij ons. Ofwel is minister Marijnen in het geheel niet op de hoogte van de toestand bij ons en in zijn eigen land, ofwel laat hij zich leiden door een fanatiek nationa lisme, waardoor hij blind is voor het feit dat in Nederland de visserijvloot zich machtig is gaan moderniseren en uitbrei den, terwijl de tonnage van de Belgische visserijvloot niet alleen fel verminderd is bij 1940, maar tevens zo oud dat 75"/o ervan naar de sloop zou dienen verwezen te worden. Dat die toestand bij ons zo is, is het gevolg van de ouderdom van onze vloot en van het gebrek aan geldmiddelen ontstaan door de zware verliezen welke onze reders met die verouderde schepen geleden heb ben en door de ongelijke en veelal deloy ale concurrentie van onze Beneluxpartner in de periode die Benelux voorafging. Het is immers een publiek geheim welke iumpingpraktijken er in Nederland tegen over ons op visserijgebied hebben be staan. De na-oorlogse contingenteringen hebben er ons een staaltje van laten zien. Het is ook een feit, dat, terwijl de Hol landse vissersvloot snel kon gemoderni seerd worden, het te danken was aan die praktijken en aan het groot verschil in levensstandaard, dat zowel voor de vis als voor de garnaal wij overal door onze Be nelux-partner van de markt werden ge veegd en in eigen land onze visserij de ondergang nabij was," aldus de schrijver. Hij vervolgt aldus: „Het is een feit, dat de exploitatiekosten in Nederland al die tijd tenminste 20 a 30°/o lager lagen dan bij ons. Voeg daarbij dat onze verouderde vloot en vangmetho- des ons niet toelieten met dezelfde wapens op economisch gebied te strijden, niet al leen in Benelux-verband, maar ook in Eu ropees verband. De Nederlandse visserij werd geleid, be schikt over een goed georganiseerd be- drijfsschap en is volledig gemoderniseerd en zeer sterk uitgebreid. Bij ons was al les zo, dat elkeen vrij was, maar econo misch niet kon wedijveren omdat mén er de middelen niet toe had. Pufvisserij In Holland beschikte men over nieuwe visserijmethodes en een proefstation. Men laat daar zelfs toe, stelselmatig de zee te verarmoeden door het bestaan van een puf visserij. Daardoor hebben onze garnaal vissers het zo hard te verduren, dat zij zelfs niet in staat zijn een nieuw garnaal scheepje te bouwen, wat in Nederland wel het geval is. De boomkorrevisserij is on dertussen aldaar zover ontwikkeld, dat men met hetzelfde schip, maar met mo derner materiaal, het dubbele vangt als bij ons, waardoor de exploitatie van kust- visssersvaartuigen veel goedkoper is en de Belgische exploitaties tot een arm be staan gedoemd worden. Heeft het Nederlands bedrijfschap of proefstation in die omstandigheden ooit zijn Benelux-partner aangeboden hem te helpen, ons voor te lichten om ons bedrijf gezonder te maken? Tijdens de haring campagne is er bij ons een opvangprijs De Nederlandse opvangprijs ligt veel la ger dan de Belgische met als gevolg on gelijke concurrentie. Wat heeft minister Marijnen daartegen aan te halen?" vraagt de heer Vandenberghe. „Als minister Marijnen het slopen van een oude vloot noemt „ongelijke concur rentievoorwaarden scheppen" dan spijt het ons hem te moeten meedelen, dat wij dus reeds meer dan 15 jaar (na-oorlogse perio de) de ongelijke concurrentiestrijd onder gaan van een Benelux-partner, die gedu rende al die tijd weelderig heeft kunnen gedijen in voorwaarden, welke een onaan nemelijke en zeer nadelige strijd zijn ge weest voor onze Belgische visserij. Graag vernemen wij bijgevolg van minister Ma rijnen, met de thans bestaande vloot te willen vernieuwen, welke belemmeringen van de vrije handel wij daarmee beogen? Integendeel, dankzij deze nieuwbouw, die geen uitbreiding betekent zoals in Ne derland, zullen we nu pas in de gelegen heid gesteld worden een bestaande onge- lijke en ongerechtvaardige toestand recht te trekken, zo het al niet te laat is! Het doen aan nieuwbouw heeft Neder land al lang gedaan en het ware interes sant de statistiek te zien opmaken van die nieuwbouw en die eens te vergelijken met de onze. Grote achterstand De achterstand van België is enorm Door snelle nieuwbouw zal niet alleen vis van betere kwaliteit kunnen aangevoerd worden in betere voorwaarden, maar zul len ook de werkvoorwaarden voor ons volk beter en aangenamer worden en dat zou toch ook een der sociale ideeën van minis ter Marijnen moeten zijn, zowel in Bene lux- als in Hollands verband. Als minister Marijnen daarin graten vindt, dan moeten we hem eerlijk beken nen, dat er veel meer gevaar in ongepas te economische concurrentie zit in de ver dere invoer door Nederland in België van Deense kabeljauw in Nederlandse kisten verpakt en in een stelselmatige pufvisserij dan in een slooppremie om oude schepen fe slopen en ons en Hollands werkvolk verven en motorfabrieken werk te ver chaffen. We menen dat minister Marijnen gezon der economische wedijver in Benelux-ver >and zou kunnen doen ontstaan, moest hij :t puf-aanvoerverbod in Nederland uit vaardigen ter welzijn van de vissers van heide landen in plaats van die van enkele vismeelfabrieken en moest hij het toe zicht op de invoer vanuit Denemarken en vandaar naar België wat versterken. Op een samenwerking in Benelux-ver band, in dat opzicht en vele andere, wach ten wij nog altijd, tenzij men dergelijke samenwerking alleen beoogt, die de „Be nen" voor de Belgische visserij en de luxe" voor Nederland betekent. Overwegingen zoals deze van een Hol landse minister in de Eerste Kamer van Nederland, kunnen we alleen betreuren omdat ze niet getuigen van een Benelux- betrachten, maar van een welbegrpen ego isme of een bewijs van onwetendheid om trent de werkelijkheid in Benelux-ver band. Het is daarom des te meer geboden dat onze visserijleiders en onze regering zich niet laten misleiden door dergeljke treu rige uitlatingen welke niet van aard zijn om gemeenschappelijk werk in het belang van beide te bevorderen." Scheepsbouw Onder de kop „Bericht aan minister Marijnen" publiceert Het Visserijblad daarna een opsomming van scheepsbouw- activiteiten in Nederland. „Zou minister Marijnen nu geen onderzoek kunnen in stellen, hoe het komt dat de tonnage van de Nederlandse vissersvloot vergeleken bij 1940 zo snel uitbreidt en moderniseert, zonder slooppremie, en dat de reders in België een slooppremie nodig hebben ge lijk aan 7%> van de waarde om schepen van meer dan 30 jaar toch te zien slopen? Is dit het gevolg van de economische bloei van de visserij in België? Onjuist uitgangspunt Aldus het Belgische blad, dat van zijn hart deze maal beslist geen moordkuil heeft gemaakt. Het uitgangspunt van het gehele tartikel is natuurlijk niet juist, want men kan natuurlijk niet wegredene ren, dat er in Nederland geen subsidie politiek wordt bedreven en in andere lan den wel. De gevolgen ziet m.en duidelijk, want in Nederland moeten de ondernemers alle risico's dragen voor hun%,pogingen?-de IJs larict-visserij op gang te brengen, terwijl men In Düitsland subsidieert. De Belgen weten daar alles van, want zij vissen al lang op IJsland en hebben dus ook last van de grote Duitse concurrentie, om over de andere landen nog niet eens te spre ken. Als de heer Vandenberghe vandaag de verschillende Vlaggetjesdagplaatsen af zou reizen, zou hij daar het trieste beeld zien van talrijke verouderde schepen, die aan de kant liggen en nooit mer zullen uitvaren. Hoe komt dat? Doordat ze economisch niet meer rendabel zijn. De bemanning wil er niet meer mee varen, men verkiest moderne schepen. Toch geeft de Nederlandse regering geen subsidie, evenmin als bij de IJsland- visserij. Men gaat nog steeds uit van het volko men vrije bedrijf, dat uit eigen vrije wil zich op vele punten verenigt en door sa menwerking en studie steeds betere resul taten bereikt, al valt er ook nog zoveel te doen. Als de E.E.G., of in nauwer ver band de Benelux, wil werken, zal toch de eerste voorwaarde zijn, dat men of in elk land subsidieert of nergens. Dat de heer Vandenberghe tot zijn klacht komt is begrijpelijk, want de situatie in de Belgische visserij is nog steeds niet ooskleurig. Men is daar nogal gebelgd over de Nederlandse minimumprijzen, die meestal ver liggen beneden die in Enge land, Duitsland en België. Nederland is een export-land, en daarom is dit te ver klaren, maar voor de Belgen betekent de ze politiek „dumping". In het program ma van de heer A. de Boon voor een afzetfonds wordt deze minimumprijspoli- tiek trouwens ook minder gunstig beoor deeld. Dat de pufvisserij op garnalen schade lijk is, is de laatste tijd ook door Neder landse biologen vastgesteld. De klacht van invoer van Deense kabeljauw als Neder landse in België is al oud. Men hoort dit geluid steeds weer, maar het bewijs is nooit geleverd. Al deze dingen horen echter niet bij het onderwerp, waar het minister Marijnen om ging. Als men een goede Benelux-sa- menwerking wil hebben, zal men op het gebied van de overheidsbemoeiing gelijke voorwaarden moeten scheppen. Dat over de andere door de heer Vandenberghe ge noemde problemen overleg dient plaats te hebben, is buiten kijf. Is de juist opge richte „Europêche" niet een orgaan te meer, waar men dergelijke problemen eens op gelijke voet kan uitpraten? Vandaag zal het fanfarekorps „Wilhel- mjna" te Santpoort een bezoek brengen aan haar zustervereniging de „Harmonie Paffrath" te Bergisch-Gladbach, die haar 60-jarige bestaan herdenkt. De uitnodiging van het bestuur van het fanfarekorps „Wilhelmina" zal ook een delegatie meegaan van de stichting De Velser Gemeenschap, welke bestaat uit de heren H. Groen en R. Graafsma, leden van het dagelijks bestuur. Op de feestelijke bijeenkomst van de Harmonie Paffrath zal de heer H. Groen zaterdagavond de zilveren legpenning van de Velser Gemeenschap overhandigen als uiting van vriendschap tussen de beide muziekverenigingen en de contacten lie met de Velser Gemeenschap in de loop der jaren zijn ontstaan. Ook de voorzitter van de Velser Ge meenschap, de heer J. van Os van den Abeelen, zal bij deze uitwisseling aanwe zig zijn. Deze neemt een brief van de Burgemeester van Velsen mee voor de Burgemeester van Bergisch-Gladbach. De ze heeft enige tijd geleden aan de Bur gemeester van Velsen nadere inlichtingen gevraagd over schaakverenigingen in Vel sen, die bereid zijn deel te nemen aan h organiseren van een schriftelijk schaak kamp tussen Bergisch-Gladbach en Vel sen. In de brief worden nu 3 Velsense schaak verenigingen genoemd, die bereid zijn hier aan deel te nemen. Indien dit doorgaat, zal de uitwisseling met Bergisch-Gladbach, welke thans alleen bestaan tussen de muziekverenigingen, uit gebreid worden met de schaakverenigin gen. Vrijdagavond is in het gebouw Heide- straat 45 te IJmuiden een tentoonstelling van schilderijen, aquarellen en tekeningen geopend. Het zijn werken van de heren J. Ploos van Amstel en Roelof Klein, die hier tot en met 10 juni geëxposeerd blijven De opening geschiedde gisteravond door de heer J. Clay, bestuurslid van Felison, de bekende vereniging die de belangstel ling voor beeldende kunst wil stimuleren door het houden van tentoonstellingen en lezingen, en die beide genoemde kunst schilders bereid had gevonden om IJmui den iets van hun werk te laten zien. De heer Clay dankte beide heren hiervoor. Reeds op de openingsavond was grote belangstelling voor deze expositie, die zaterdags en zondags van 14 tot 17 uur en van dinsdag tot en met vrijdag 19 tot 21 uur geopend zal zijn. Op de tentoongestelde werken van de heren Ploos van Amstel en Roelof Klein komen wij terug. In IJmuiden is vrijdag op 59-jarige leef tijd overleden de heer M. Grootveld. Giel Grootveld was een van de bekendste IJmuider schippers. Hy verwierf grote faam door zijn ontsnapping met de „Bea trice" naar Engeland met drie ter dood veroordeelde piloten in de oorlogsjaren en hij was ook de man, die met de IJM I Tzonne een reis van een maand naar IJs land maakte. De heer Grootveld heeft de visserij veertig jaar beoefend, waarvan twintig jaar als schipper. Hij werkte bij verschil lende rederijen, waaronder de Praxis, Ma- rezaten en VEM. Voor de oorlog maakte hij al reizen naar IJsland met de Vlaar- dingse logger „Tonny". Op 16 februari 1942 stoomde hij met de IJM 118 Beatrice over naar Engeland. Van de drie ter dood veroordeelde vliegers, die hij meenam, was er één IJmuidenaar, de heer Homburg. Deze werd later boven Petten neergeschoten. Ter zijner ere is op Westerveld een gedenkteken opgericht. Giel Grootveld bleef gedurende de oor log vanuit Engeland de visserij uitoefenen. Voor zijn geslaagde oversteek werd hem in 1953 het Kruis van Verdienste uitgereikt. In 1954 maakte hij opnieuw furore. Toen maakte hij met de IJM 1 Tzonne een reis van een maand naar IJsland. Zijn besom ming was 39.000, zodat hij dankzij de regeringssubsidie, die voor deze reis wel gold, tot 50.000 kwam. De heer Grootveld heeft drie voor Israel bestemde schepen naar dat land gebracht. Hij was ook drie jaar visschipper op een Poolse trawler. Toen hij van de zee afscheid had ge nomen, ging hij werken bij de IJmuiden Stores. Hij wordt maandagmiddag om drie uur ter aarde besteld op de Westerbegraaf plaats. Nu de drijfnetvisserij steeds meer terrein verliest dringt zich de vraag op, welk vaartuig dan in de toekomst het belangrijkste zal zijn voor de haringvisserij. Een vraag, die niet eenvoudig te beantwoorden is, omdat de haring niet zo n eenvoudige vis is. Men kan echter wel zeggen, dat de algemene tendens is, dat men moet streven naar een combinatievaartuig, dat zowel de bodem als de oppervlakte kan bevissen. Daar komt dus het begrip „vleetkotter" of „vleet trawler" om de hoek kijken. AI deze typen komen op hetzelfde neer: een schip, dat normaal trawlt, kan in het haringseizoen zijn drijfnetten uitzetten en trachten de Hollandse Nieuwe te verschalken. De „Johanna Lydia" is een voorbeeld van dit nieuwe idee. Als mfert de haring Wil rtpVissen als zij I bakplanken op liet dek samengesteld W6r- tussen bodem en oppervlakte zit, Jï»m* den „of bestaan uit een tafel met'.hoge bor- men in de pelagische visserij terecht. Zo als bekend, zijn de onderzoekingen over deze visserij nog steeds in een proefonder vindelijk stadium. Maar toch is er al een vorm van pelagische visserij, die al heel lang bedreven wordt: de spanvisserij. Hierbij trekken twee schepen een net tus sen zich in voort. Het „atoomnet" heeft al een grote faam verworven en niet ten on rechte. Op dit gebied is de Belgische onderzoe ker ir. Joh. Verhoest nu met een nieuw idee gekomen. Hij heeft een zogenaamde .hekbokker" ontworpen. Ook in Nederland of misschien juist in Nederland kent men het bokkenvaar- tuig, waarbij aan weerszijden van het schip een net wordt uitgezet. Oorspronke lijk werd dit type vooral voor garnalen visserij gebruikt, maar de laatste tijd heeft men ontdekt, dat ook op tong suc cessen met dit type kunnen worden ge boekt. De hekbokker van ir. Verhoest kan ook worden gebruikt voor trawlvisserij, en de derde toepassing is die voor de spanvisse rij Men krijgt dus dan een combinatie van twee spanvissers, die over het „hek", (de achtersteven) vissen. Dit vissen van de achterzijde betekent vaak.een voordeel. Het net kan dan veel beter worden uitge zet. De hekbokker type Verhoest is 16.50 over alles lang, 5.00 meter breed en 14 meter lang. De diepgang is achter 2.30 m., midden 1.95 m. en voor 1.65 m. De holte is 2.60 meter. Er is een motor van 120 PK ingebouwd, en wel een snellopende dieselmotor. Dit is in dergelijke schepen volgens de heer Ver hoest aangewezen, gezien zijn lage kost prijs, zijn gering gewicht en geringe om vang, zijn goedkope en gemakkelijk te krijgen wisselstukken en het geringe aan tal zeedagen per reis. De tweepotige bokkenmast staat achter het midden van het schip. Er is een vrij werkdek van 5 meter lengte met een maximum en minimum breedte van 4.60 en 3.60 meter. Er is een naar achter gerichte laad boom, bestaande uit twee delen, waardoor het zijlings staggen overbodig wordt. Het vaartuig is verder uitgerust voor de vol gende visserijmethodes: de bokkenvisserij, de trawlnetvisserij en de spanvisserij. Bokkenvissen Voor de bokkenvisserij wordt het vaar tuig voorzien van twee boomnetten en twee bokken, die op en neer gelaten worden door middel van een winch (de twee buitenste van vier aangebrachte trommels). De plaats van de tweepootmast is zo ge kozen, dat de twee korrestokken direct door het toppen van de bomen aan dek kunnen worden gelegd. Verder zaf het vaartuig tijdens het vissen om deze reden een betere koersbestendigheid bezitten. Tengevolge van de plaats van de mast zal het vaartuig, wanneer het geankerd ligt aan een wrak, niet dwars op de stroom komen te liggen. Door zijn grote breedte en zijn hoog vrij boord bezit het schip een grote stabiliteit, waardoor het aangewezen is voor het vis sen met twee boomkorren. Aangezien er geen achtermast aanwezig is bestaat er ook geen gevaar dat de vislijn bij het op draaien blijft haken. De vangst wordt met behulp van de boom over de spiegel aan boord gehaald en in een bak gestort. Deze bak kan uit den wat het werk bij het sorteren veel zou vergemakkelijken. Voor deze bak bevindt zich de garnaalzeef die elektrisch wordt aangedreven. Daarna komt de kookketel De koelrekken worden aan de verschan sing in de zij bevestigd. Zo krijgt men volgens de heer Verhoest een rationeel op gevat werkdek. Dit is een orthodox Nederlands bok- kenvaartuig. Het ene net is duideliijk te zien, het andere hangt aan de bak boordzijde over de reling. Zoals men ziet spelen de werkzaamheden zich hier voor de brug af. Bij een hekbok ker komt de werkruimte grotendeels achterop. B. en W. en raadsleden van Heemskerk zijn drie dagen de gasten geweest van het in de omgeving van Koblenz gele gen dorpje Ochtendung. Aanleiding was de viering van het vijf enzeventig-jarig bestaan van het aldaar bestaande mannenkoor „Eintracht". Het R.K. Gemengd Koor „Heemskerk" was eveneens uitgenodigd en heeft het feest opgeluisterd met het zingen van enkele nummers van zijn repertoire. De ontvangst door het bestuur van het koor en door de burgemeester van Och tendung en die van het „Amt" waartoe het dorp behoort was buitengewoon har telijk. Men had gezorgd voor prettig lo gies voor alle gasten, wat geen geringe taak moet zijn geweest omdat behalve de leden van het gemeentebestuur en hun dames en het vrij grote koor uit Heems kerk ook diverse andere koren moesten worden ondergebracht. De dagen waren druk bezet. Op de zon dagmiddag werd zelfs in drie zalen te gelijk geconcerteerd, zodat het volslagen onmogelijk was een vergelijking te trek ken tussen de artistieke prestaties der verschillende gezelschappen. Het feest was dan ook niet als concours bedoeld en prij zen werden niet uitgereikt. Ware dit wel gebeurd, dan had het Heemskerkse koor zonder twijfel met de eerste prijs naar huis moeten gaan. De door de Duitse ko ren gezongen liederen waren bijna alle zogenaamde volksliederen in een eenvou dige zetting en gemakkelijk in het gehoor liggend. De doelstelling van het koor uit Heems kerk (en van bijna alle Nederlandse ko ren) is geheel anders. De uitvoering van Haydns „Tenebrae facta sunt" bijvoor beeld had kennelijk een ernstige studie van maanden gekost. Maar het resultaat was dan ook duidelijk merkbaar. Het koor bracht met liefde en met begrip voor de tekst een werkelijk kunstwerk ten gehore. Wat er van zij iedereen zong met plezier. De drumband van de vrijwillige brandweer deed vloeren en muren van het zaaltje trillen, waarin na de kerk dienst op zondagochtend bij het „Früh- schoppen" aan de Nederlandse gasten een aubade werd gebracht. De Heemskerkse vlag werd gehesen onder de tonen van een voortreffelijk gespeeld „Wilhelmus' dat door alle Nederlanders enthousiast werd meegezongen. Er was een optocht door nauwe, kronkelige en hellende straat jes met veel vanen en muziek, hetgeen een buitengewoon schilderachtige aanblik bood. En tenslotte was er van 5 uur des middags af een grandioos bal. Men zegt dat het tot drie uur in de morgen geduurd heeft. De officiële feestviering op zaterdag De IJM 15 „Emma" heeft gistermorgen bij het vissen een blad van de verstelbare schroef verloren. Van de rederij is de IJM 25 „Jutie S|pijff'»die togh naar de visgron- :'den ging," Vertrokken ötn eerste hulp te verleneivSan ,'t in moeilijkheden geraakte zusterschip. Gisteravond was de positie van de „Emma" 56.31 NB en 2.38 OL. Op dat tijdstip was de „Julie Strijff" juist de 54-ste breedtegraad gepasseerd. De weer berichten waren niet bepaald rooskleurig om aan een sleepreis te moeten beginnen. De schippers bespraken hoe de verbinding tot stand gebracht moest worden. De schipper van 'e „Emma" was gisteren al enige tijd bezig geweest om zijn anker ketting te klaren, maar door allerlei oor zaken was hem niet gelukt de zaak voor elkaar te krijgen. Hedenmorgen kwam de „Emma" in het zicht van de „Julie Strijff' Dit was omstreeks half negen vanmorgen mag vanzelfsprekend niet worden verge ten. Nadat vele koren hun gelukwensen op muzikale wijze hadden aangeboden stroomde na de pauze een woordenvloed van felicitaties over het hoofd van de voorzitter van „Eintracht", de heer Alois Kohnz. Ook het gemeentebestuur van Heemskerk liet zich niet onbetuigd. In een geestige speech, die telkens onder broken werd door gejuich en handenge klap, schilderde de burgemeester het doel van de kunst en het nut van de uitwis seling van culturele en zuiver menselijke waarden van landen onderling als begin van een werkelijk verenigd Europa. Deze gedachte werd door wethouder Roozen in een volgend woord nog be klemtoond. Het R.K. Gemengd Koor bood eveneens zijn gelukwensen aan. Dit al les werd begeleid door het uitwisselen van geschenken. Het gemeentebestuur van Heemskerk en het R.K. Gemengd Koor kunnen terug zien op prettige en vooral ook nuttige dagen. De heer W. 't Hart, hoofdassistent en plaatsvervangend dienstgeleider bij de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen, post Velsen, beleefde vrijdag bij de vie ring van zijn vijfentwintigjarig jubileum als rijksambtenaar in het Cultureel Cen trum te IJmuiden wel een heel bijzon dere dag, omdat het maar weinig ambte naren van de douane is vergund een der gelijk feest te kunnen vieren in de woon plaats van hun jeugd. De heer Van den Herberg, hoofdverifi cateur van de post Velsen PDA, had de taak van ceremoniemeester op zich geno men. De hoogste chef, de heer Volkmaars, hoofdinspecteur van de Invoerrechten Ac cijnzen te Haarlem opende de rij van sprekers. De heer Volkmaars herinnerde aan de loopbaan van de heer 't Hart, die nogal een zwerversbestaan heeft geleid op ver schillende posten in het land, waarbij hij de ambtelijke tijd van de jubilaris goed besteed achtte. Het is zelfs gebeurd, dat hij op dezelfde standplaats driemaal een verplaatsing moest ondergaan. Maar dit alles heeft er toe geleid, dat de heer 't Hart enkele maanden geleden wegens zijn uitstekende staat van dienst bevorderd is tot hoofdassistent en daarbij de rang van hoofdassistent titulair heeft overgeslagen, een rang die voortaan niet meer zal wor den verleend. Bovendien is de jubilaris plaatsvervan gend dienstgeleider geworden. Deze func tie is zeer belangrijk als schakel tussen alle douanemensen van hoog tot laag, waarin hij zijn bijdrage kan leveren tot de betere onderlinge verhoudingen. Na mens de minister bracht de heer Volk maars tevens de gelukwensen over onder aanbieding van een enveloppe met in houd. De heer Van den Herberg onthulde dat de jubilaris aanvankelijk plannen had tot een onderwijzersopleiding. Hoewel dit plan niet is uitgevoerd, weet hij toch een be langrijk bestanddeel van deze opleiding, namelijk de pedagogie en pschologie, met een grote dosis rust in de praktijk te brengen, hetgeen slechts aan de verstand houding ten goede is gekomen. Deze is ook voor de toekomst bij de heer 't Hart gewaarborgd. Hij schonk namens alle amb tenaren van de post Velsen behalve bloe men aan mevrouw 't Hart een prachtig fototoestel met toebehoren. De heer M. Lolkema, dienstgeleider en directe chef, onderschreef de uitstekende verhoudingen die op post Velsen bestaan. De laatste vijf jaren neemt de jubilaris een directe plaats in het midden van de post Velsen PDA aangezien hij gevoel heeft voor organisatie en menigmaal ook als „adviesbureau" fungeert. Persoonlijke dank ging naar de jubilaris uit. Talrijk waren daarna nog de sprekers, die namens Hoogovenbedrijf, papierfabriek Van Gelder Zonen, internationale expedi tiebedrijven uit de omgeving, de vakor ganisaties ABVA en CBOP, de handel en industrie rond de IJmuider haven en an deren geschenken aanboden. Onder de be langstellenden waren voorts de ontvangers van de belastingen te IJmuiden en Be verwijk, douaneagenten van IJmuiden en Beverwijk en de adjudant Pippel van de Koninklijke Marechaussee te IJmuiden. Vanzelfsprekend waren bijna alle douane ambtenaren voorzover de dienst het toe liet, bij de huldiging aanwezig, zodat het voor de heer 't Hart en zijn gezin, maar niet minder voor zijn tachtigjarige moe der een blijde feestdag is geworden. In de woning aan de Siriusstraat 25 gaven nog velen blijk van hun belangstelling. Trawl en span Wanneer men het schip wil inrichten voor trawl- en spanvisserij gaan bokken, boomnetten, garnaalzeef en kookketel aan de wal, terwijl de galgen aan boord wor den geplaatst. Deze worden door middel van twee bouten aan de bak bevestigd. De bak verhuist naar bak- en stuurboord. Het vieren en het halen van het net en de vangst geschiedt over het hek. Daartoe helt de spiegel over een zekere breedte over naar voren en is bovenaan voorzien van een rol. Als de planken in de galgen liggen wordt het net door middel van de winch over de rol aan boord getrokken. De bovenpees en het loodzeel komen zodoende rond de mast te liggen. De vangst wordt daarna door middel van de boom aan boord gehesen. Het gevaar dat de kuil of de planken in de schroef komen is op deze wijze uitgeslo ten. Verder kan onder alle weersomstan digheden het net gevierd en gehaald wor den ongeacht de sterkte en de richting van de wind en stroom hetgeen een grote tijdsbesparing en verlenging van de vistijd ten gevolge kan hebben. De heer Verhoest schat de kosten niet hoger dan bij het gewone type. Door het grote vrijboord zal de bemanning beter beschut zijn. De heer Verhoest is overigens zelf nog lang niet tevreden. Hij heeft alweer een groter type ontworpen, waarin de machi nekamer voor zal zitten en de bemanning midscheeps zal worden gehuisvest. Het schip zal breed zijn en een grote diepgang hebben. Hierdoor is de stabiliteit nog gro ter, is het schip nog beter bestuurbaar en wordt het meeste rendement van de schroef verkregen. Er komt een ruim logies met een olie kachel. Dit is voldoende omdat een derge lijk schip maar voor hoogstens 48 uur naar zee gaat, zodat er aan boord toch niet wordt gekookt. Als het schip gebruikt wordt voor de boomvisserij op garnalen, kan men profi teren van een practische inrichting, die bestaat uit een reeks van bak, zeef en ketel. De vangst belandt in de bak, loopt door naar de zeef, waar de puf overboord wordt gespoten en daardoor de kans krijgt verder op te groeien, en belandt tenslotte in de ketel. Na moederdag waren de bloemen duur der dan in de moederdag-week. Het waren vooral de tulpen, die deze week vlot weg gingen. Getrokken tulpen van het vrije veld kwamen nog tot 1,40 per bos; de tulpen, gesneden met een blaadje, brachten woensdag tot 64 cent per bos op. Vrijdag lagen de prijzen iets lager. De aanvoer van narcissen behoort tot het verleden, nog een enkel bosje van de late Poëticus, maar dat heeft geen naam meer. Rozen brachten het nog tot 70 cent per tak. Ook de anjers kwamen weer kort tot 50 cent per stuk. Lathyrus en violieren waren heel goed te verkopen. Er waren deze week niet zoveel potplanten als de vorige week; ook de aanvoer van perk planten gaat al weer minderen. Daaren tegen komen er meer Afrikanen. Ook kwamen de eerste Salvia's aan de markt. Advertentie KOOPT MEN BIJ DE VAKMAN v.a. 295.— Ook in huur v.a. 6.50 per maand VELSERDUINWEG 173 TELEFOON 4402 Vrijdag kwamen in IJmuiden aan: Anita Thyssen, van Narvig; John-V, Londen; Fairsea, Southampton; Eemstroom, Grange mouth; Aeneas, Vigo; Esso Emden, Bremen; Abel Tasman, ledig van Kaske voor IJbunker; Oranje. Rotterdam; Artura, Rotterdam; Trans vaal, Monrovia; Ranberg, Bremen; Sarpedon, Antwerpen; Muttersegen, Gefle; Tasman, Rams- gate; Franzl, ledig van Rotterdam voor binnen haven IJmuiden; Myrmidon, Hamburg. Zaterdag kwamen in IJmuiden aan: Eos, Hamburg; R. E. Friszen, erts van Gefle voor Hoogovens; Nelly, Swansea; Kathe Muhl- mann, ledig Antwerpen voor IJmuiden. Vrfidag vertrokken uit IJmuiden: Colette, naar Vlaardingen: Hunzestroom, Gran gemouth. walsmateriaal van IJmuiden; Herries- dale. Brake; Ulla, Boston, stijfsel van Wormer- veer; Marconi, Hamina; Fairsea, Cuxhafen; Swift, Harlingen; Brinda, Middlesborough; Am- mon, Tunedal: Rendsbjerg, Stockholm, wals materiaal van IJmuiden; Egret, Liverpool; Nore Stockholm; Harald. Brussel, bijlegger IJmuiden; Oldenkerk, Rotterdam; Jaarstroom. Shoreham; Argo, ledig van Velsen naar Rotterdam; Alde- baran. Rotterdam; Martha Ahrens, Hamburg; Gouwestroom. Liverpool; Alcor, Lissabon; Saar land, Long Beach; Phoenix, ledig van IJmuiden naar Oar (bijlegger): Bodenstein, Bremen; Eli sabeth. Archangel; Guineekust, Dakar. Zaterdag vertrokken uit IJmuiden: Suninger. Yersey; Oranje, Stockholm; Escaut, walsmateriaal Stockholm van IJmuiden; Manto, Kopenhagen; Artura, Torku. t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9