Het verdwenen manuscript
DE WERELD VAN MORGEN
IS VANDAAG AL TE ZIEN
Puzzel nummer 38
l
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN DE PECHVOGEL
u
m
Zwakke sexe staat
financieel 't sterkst
h
Veiling van Russische
paarden in Engeland
<"Hoe is het ontstaan?^
Ons vervolgverhaal
aMguKsm
ZATERDAG 9 JUNI 1962
11
door H. Wolfram Geizsler
VOORPROEFJE VAN DE TOEKOMST OP DE
WERELDTENTOONSTELLING IN SEATTLE
Dit woord: DOMINO
i)
Professor Helfering, een van de
grootste kenners van de klassieke oud
heid, was stellig niet een van het le
ven vervreemde geleerde. Zijn colle
ges aan de universiteit alsook zijn boe
ken waren levendig en uitermate boei
end, hij zelf was een man van de
wereld.
Sedert vele jaren gaf hij wekelijks
op bepaalde middagen in een van
de grootste collegezalen zijn colleges
over de cultuurgeschiedenis der Grie
ken en van het Romeinse Rijk.
Helfering's elegante verschijning,
zijn briljante voordracht en buitenge
wone kennis maar ook zijn fijnzinnige
ironie, die vooral tot uiting kwam
wanneer hij zich verdiepte in verge
lijkingen met het heden, boeiden zijn
toehoorders in hoge mate en zijn col
leges waren dan ook zeer gezocht.
Des te gevreesder waren daarente
gen Helfering's privatissima, de klei
nere studiegroepen, althans bij diege
nen die niet al te serieus wensten te
studeren. Hier kon zijn ironie soms
zeer persoonlijk worden, vooral wan
neer iemand zijn gebrek aan kennis
met allerlei handige trucs trachtte te
camoufleren. Reeds menige student
vooral van het vrouwelijk geslacht
was daarbij in tranen uitgebarsten.
In de zeer kleine kring van wer
kelijk geïnteresseerden toonde Helfe
ring zich echter van zijn beste zijde.
Daar was hij een uiterst beminnelijk
en toegeeflijk man.
Ongetrouwd zijnde, had hij veel be
hoefte aan het gezelschapsleven in
de beste zin des woords en aan
gezien hij een vermogend man was,
kon hij het zich veroorloven om bij
voorbeeld een beroemd strijkkwartet
of solist bij zich thuis uit te nodigen,
waarbij hij zijn gasten vorstelijk ont
haalde.
Jaarlijks vierde hij zijn geboorte
dag, die in mei viel, door met een
kleine groep van zijn meest geliefde
en begaafde studenten een reis naar
Rome te maken. De kosten van zulk 1
een reis nam hij stilzwijgend voor zijn
rekening. Hij scheen er een grote af
keer van te hebben om speciaal zijn
verjaardag alleen door te brengen.
,.'t Is al erg genoeg, dat ik weer een
jaar ouder word" placht hij te zeg
gen. „Zou ik die dag dan ook nog al
leen moeten zijn!"
Het was een waar genot om met
iemand als professor Helfering veer
tien dagen in Rome door te brengen.
Beter dan de meeste Romeinen ken
de hij de stad, zowel in haar moder
ne als historische gedaante.
Wanneer hij met zijn studenten op
de Palatijnse heuvel stond, dan waren
enkele handbewegingen en woorden
van hem voldoende om zijn reisgeno
ten het paleis van keizer Tiberius voor
ogen te toveren. Ook zag men door
zijn ogen op het Forum de redenaars
tribune voor zich, waar Cicero tegen
zijn aartsvijand te keer ging. En
enkele honderden jaren eerder het
schouwspel van de Sabijnse maagden
die hier in triomf werden aangesleept.
Men zag dat tafreel voor zich, zoals
Rubens het vol realiteit heeft geschil
derd.
Op zulke momenten kon professor
Helfering werkelijk toveren met woor
den.
Heel bijzonder waren ook de avon
den. Men ging de voze schittering,
waardoor toeristen uit alle delen der
wereld in het algemeen gelokt worden,
uit de weg. De professor wist, waar
men het echte oude Rome kon vin
den, en hij kende cafeetjes en kleine
restaurants in het oudste gedeelte van
de stad, die in keldergewelven waren
gevestigd, waarvan de dikke muren
misschien nog wel afkomstig waren
uit de tijd van keizer Augustus. Hij
kende al dergelijkè gelegenheden en
iedereen daar scheen hem te kennen.
Overal werd hij met Italiaanse uit
bundigheid begroet. En hier, in zulk
een omgeving, temidden van taxi
chauffeurs en handwerkslieden waar
tussen zich misschien een enkele avon
tuurlijke toerist bevond, bracht hij
zijn gezelschap. Hij kende de gerech
ten, waarop de waard trots was en
de landwijn, die hoewel tot op ze
kere hoogte onschuldig toch opeens
gevaarlijk kon worden. Heel vaak
werd dit gevaarlijke punt overschre
den en dan heerste er in de rokerige,
halfdonkere omgeving pas recht een
bijzondere sfeer. Wanneer prof. Helfe
ring in de juiste stemming was en
op zo'n moment was dat meestal het
geval liet hij zijn fantasie de vrije
loop en naar aanleiding van een heel j
toevallig gemaakte opmerking kon hij
dan opeens een boeiend verhaal gaan j
vertellen, waarvan niemand precies
kon uitmaken in hoeverre het op wer- j
kelijkheid of fantasie berustte.
Dit keer had hij voor zijn verjaars- j
feest een spelonkachtig restaurant uit-
gekozen, dat de lugubere naam droeg j
„De Etruskische grafkelder".
Des middags had zijn gezelschap m j
gehuurde auto's een tocht door de
Sabijnse bergen gemaakt en het was j
iedereen opgevallen, dat Helfering niet
zo opgewekt was als gewoonlijk. Hij j
was stil en bemoeide zich nauwelijks
met het gezelschap. Toen ze uit c.e
hoogte op de Campagna en het verre
Rome neerkeken, scheen Helfering's
blik zoekend de horizon af te tasten,
alsof hij iets wilde vinden.
Iedereen viel het op, maar niemand j
zei er iets over. Men vermoedde, dat j
professor zich melancholiek voelde in
verband met zijn verjaardag hij
was thans 61 geworden en hoewel hij
er in het algemeen veel jonger uit-
zag, kon hij op een dag als deze plot- j
seling werkelijk oud lijken
Toen een straaljager opeens met
ontzagwekkende snelheid langs de i
blauwe hemel schoot, om een ogen- j
blik later uit het gezicht te verdwij- j
nen, vroeg Helfering plotseling zonder
enige samenhang:
„Hebben jullie vanmorgen de krant
gelezen?" Zonder het antwoord van j
zijn tochtgenoten af te wachten liep j
hij echter met de handen op de rug
langzaam verder en bleef stil staan i
in de schaduw van een olijfboom.
Op de terugtocht scheen hij zijn j
melancolieke stemming te boven ge
komen te zijn. Hij converseerde weer
opgewekt met zijn reisgenoten en
's avonds ging men dineren in „De
Etruskische grafkelder".
In een hoek van het keldergewelf
was een tafel gereserveerd. De maal
tijd begon met kleine gebakken vis
jes en eindigde met scherpe, doch
bijzonder lekkere kaas, die er ste.lig
niet toe bijdroeg om de dorst van
het gezelschap te verminderen.
Gezien de naam van het restaurant
lag het min of meer voor de hand,
dat gedurende de maaltijd gesproken
werd over de Etrusken, het raadsel
achtige volk, dat voor de Romeinen
over een deel van Italië heerste, en
waarvan men hoewel er zeer veel
sporen zijn overgebleven zo wei
nig weet.
„Ik wacht er eigenlijk op" zei pro
fessor Helfering lachend, „dat één
van u, mijne heren, zich op dit gebied
verdienstelijk zal maken. Want we
kunnen de in groten getale bewaard
gebleven Etruskische opschriften wel
lezen maar we begrijpen de taal niet.
Is dat niet bedroevend?"
„Ik troost me erfnëe" antwoordde
iemand uit het gezelschap „dat zelfs
de Romeinen in de tijd van Caesar
het Etruskisch al niet meer verston
den".
Er ontspon zich een geleerde dis
cussie. Helfering was bijzonder knop
in het op gang brengen van een dis
cussie, en de wijn droeg er thans het
zijne nog toe bij.Men sprak over
de graftekens van het onbekende volk
en over de cultuur.
Men verloor zich in vage en ab
stracte redeneringen en keek verrast
op, toen twee politie-agenten binnen
kwamen om er op te wijzen dat het
sluitingstijd was. Pas toen bemerkte
men dat alle andere gasten reeds
vertrokken waren.
Helfering stelde zijn studenten ge
rust door mee te delen dat ze zich
van het officiële sluitingsuur niets be
hoefden aan te trekken. Hij wees op
een deur achter in het keldergewelf
waarheen een trap van enkele tre
den leidde. De eigenaar van het res
taurant maakte een uitnodigend ge
baar. Met genoegen gingen professor
Helfering en zijn gasten hierop in en
via het trapje en de deur kwamen ze
in een andere gewelfachtige ruimte,
welke de keuken bleek te zijn. Op dit
late uur was alles reeds keurig op
geruimd en er was niemand meer
aanwezig. Het rook er naar vis bak
ken en vele andere dingen maar een
deur stond half open en hierdoor kon
wat frisse lucht het vertrek binnen
komen. Veel was dit echter niet, want
de deur kwam uit op een kleine bin
nenplaats, welke aan alle kanten was
ingesloten door hoge huizen en waar
een zurige lucht hing zoals in kelders.
(Wordt vervolgd)
HOE ZAL het leven er in het jaar
2000 uitzien? De bezoeker van de We
reldtentoonstelling in Seattle krijgt daar
op een onderhoudend, sensationeel en
tot nadenken stemmend antwoord in het
paviljoen „World of Tomorrow", een
tentoonstelling die ongeveer 1,6 hectare
inneemt. Wanneer de bezoekers het ge
bouw binnenkomen wandelen ze eerst
langs een aantal stands van Amerikaanse
ondernemingen, waar de produkten te
zien zijn, die volgens deze ondernemers
in de komende eeuw zullen worden ge
bruikt, bijvoorbeeld auto's zonder wie
len, die op een (verbeterd) „luchtkussen"
zweven. Na het passeren van een fraai
aangelegde vijver komt men in een
prachtige tuin het terrein vanwaar de
reis naar de 21ste eeuw wordt begonnen.
Deze reis duurt 21 minuten en kan door
100 personen tegelijk worden onder
nomen.
Zwevende stad
DE TOCHT begint in de „Bubble-ator",
een doorzichtige, bolvormige pneumatische
lift, waarin men het gevoel krijgt een
ruimtereis te maken en tenslotte op 30
meter hoogte in een „drijvende stad"
aankomt. Het ruimtegevoel wordt verkre
gen door gebruik te maken van elektro
nisch opgewekte geluids- en lichteffecten
en bovendien draait de lift onder het stij
gen.
Bakken op zonne-energie
Bij het verlaten van de lift bevindt men
zich in „de ruimte". Via een helling komt
men in een spiraalvormig verlopende tun
nel, die is opgebouwd uit 3250 in elkaar
grijpende aluminium kubussen, met ribben
van 1,20 meter, die in groepen zijn gerang
schikt. Hier trekt de toekomst „verbeeld"
door elektronische geluids- en kleur effec
ten, aan de toeschouwer voorbij. Een dui
delijke explicatie zorgt er voor dat wat
men ziet en ondergaat ook begrepen kan
worden.
Elke kubus brengt ook nog zijn eigen
verhaal: sommige geven inwendig een drie
dimensionaal filmbeeld te zien, andere mo
dellen van allerlei aard of stereografisch
weergegeven statistieken. Al deze afzon
derlijke elementen worden door middel
van een elektronische band op het juiste
moment in beweging gezet of verlicht zo
zijn er elke 2 minuten en 40 seconden 500
verschillende effecten.
Gecontroleerd klimaat
BIJ HET verder gaan komt de bezoeker
bij een komvormige diepte, waarin zich
een model van de „stad der toekomst" be
vindt. Daarin ziet men de ingenieuze stads
aanleg, het ingewikkelde verkeer, de ruim
aangelegde fabrieken, een ideaal stadscen
trum en woonwijken, waar licht en ruimte
is. Voetgangers en gemotoriseerd verkeer
zijn streng gescheiden.
Vervolgens ziet men de woning der toe
komst. Deze is om een verticale as draai
baar, om ten volle van het zonlicht te kun
nen genieten. De keuken is voorzien van
fornuizen die op zonne-energie werken en
er staan thermo-elektrische koelkasten,
waarin warmte direct in stroom wordt om
gezet. Snoerloze strijkijzers en stofzuigers
vergemakkelijken de huishoudelijke ar
beid.
HET VERVOER, de industrie, de levens-
middelenproduktie en de automatisering
vragen daarop de aandacht. Het belang
rijkste feit is misschien wel dat de mens
het weer" geheel in de hand heeft en dat
daardoor de oogsten tot het viervoudige
zijn gestegen. De fabr" ken verwerken
nieuwe grondstoffen en leveren produkten
af die thans nog nauwelijks in het rese-
archstadium zijn.
De zeeën voorzien de mensheid ook volop
van plantaardige voedingsmiddelen die nu
nog onbekend zijn, bereid uit wieren, algen
en andere maritieme vegetaties.
Kunstmatige schoolmeester
Ook op het gebied van onderwijs, verbin
dingsmiddelen, .ontspanning, ambachten,
kunst en vermaak hebben nieuwe opvat
tingen, die thans nog in het experimentele
stadium verkeren, vaste vorm aangenomen.
Zo zal de toepassing van elektronische
hulpmiddelen bij het onderwijs het moge
lijk maken het lesrooster uit te breiden en
tegelijkertijd het aantal docenten te beper
ken, alsook het werk der leerlingen door
een kunstbrein te laten controleren en
corrigeren en ook hiervan ziet men enkele
prototypes in vol bedrijf.
DE VEELVULDIGE Europese grapjes
over de prominente rol van de Amerikaan
se vrouw in het maatschappelijke leven
van haar land zijn dezer dagen bevestigd
door Hilda H. Kollmann, voorzitster van de
„nationale vereniging van vrouwelijk bank
personeel" en vice-presidente van de Coun
ty Bank and Trust Co. te Blue Island (Illi
nois).
Op de jaarvergadering van het American
Institute of Banking verstrekte zij de vol
gende statistische cijfers:
1. Tweederde van alle bankemployees zijn
vrouwen,
2. Vrouwen bezitten 65 percent van alle
spaarsaldi, 74 percent van alle huizen in
de buitenwijken van Amerika's steden
en 65 percent van 's lands privé-vermo-
gen,
3. Vrtmwêh iVorden in 80 jièrcent van allé
levensverzekeringspolissen als begun
stigden genoemd,
4. Hoewel de mannen 80 percent van het
gezinsinkomen verdienen, blijkt dat
vrouwen 85 percent van alle inkomsten
uitgeven.
73
74
80
85
Horizontaal: 1. nare vièze lucht; 6. onbe
vlekt, wit; 11. bep. maand; 14. soort vis; 15.
aalgeer; 16. eer, hulde; 17. bijwoord; l'8.
beest; 20. vlaktemaat; 21. stuk (goed); 22.
riviertje in prov. Utrecht; 24. meer; 26. vis
net m. afdelingen; 28. mooi, bekwaam; 30.
niet kort; 32. rolvormig doosje; .35. verfijnd
maar m. tekenen van verval; 38. intern,
verdragsorg., afk.; 39. zilverpopulier; 41.
ontstekingskoord; 43. Nederlands; 44. in
houdsmaat; 45. verbinding; 48. Ierland; 50.
muzieknoot; 51. bep. afsluiting; 53. deel v.
e. wiel; 55. muze van het minnedicht; 57.
verharde huid; 59. ruige muts, monnikskap;
62. afvoerbuis; 64. naar beneden; 65. bep.
maand, afk.; 68. stone: platte steen in ga
zon; 70. vlecht; 72. hert; 73. niet glanzend;
75. maak tam; 77. boomstronk; 79. titel afk.;
80. zie 20; 81. de aristocratie; 83. bep. vlak
temaat (Zuid-Holl. eilanden); 85. kippen-
loophok; 86. bep. getal; 87. nobels.
Verticaal: 1. pijnlijke scheut; 2. hoog
bouwwerk; 3. meisjesnaam; 4. afgunst; 5.
vogelklem, knipbeugel; 6. het zich beraden;
7. laatstleden; 8. Turks opperbevelhebber;
9. deel v. e. blad; 10. valse vouw; 11. bep
stuk serviesgoed; 12. tijdperk; 13. bep.
boom; 19. meisjesnaam; 23. pootloze larf;
25. vlug; 27. elektrisch geladen deeltje; 29.
wortel; 31. antilope-achtig dier; 33. jon
gensnaam; 34. cowboy-ruiterfeest; 36. ge
slacht. stam (Schots); 37. Nation, leger in
Indon. afk.; 39. slang; 40. het bloeien; 42.
deel v. e. trap; 46. rivierboot; 47. jongens
naam; 49. delfstof; 52. een bep. geluid la
ten horen; 54. roofdiertje; 56. zoon van Ja
cob; 58. kinderspeelgoed; 60. afgezette vel
den, grenzen; 61. delen van het hoofd; 63.
niet veranderen, nalaten; 66. bode a. e. uni
versiteit; 67. afstand van lVz of 2 tonen; 69.
geel gekleurde; 71. verdicht verhaal; 73. in
sect (mannelijk); 74. Zweedse munt; 76.
Russische straaljager; 78. redactie (afk.);
82. voorzetsel; 84. mij.
Het Westland heeft zich deze week een
nieuwe* drwivenprinsef- gekozen: de 23-
jarige Honselersdijkse mej. Dago Per
soon, die zich donderdag ir Naaldwijk
heeft voorgesteld. Hier is Miss Druif
1962 (in het midden) met haar beide
hofdames, de 19-jarige Bregje van der
Lely uit Maasland (links) en de 22 len
tes tellende Nel van Dijk uit Naaldwijk.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen voor donderdag a.s. in ons bezit te
zijn.
OPLOSSING PUZZEL NO. 37
riM e
A
VEN
PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 37:
7,50: M. Geelen, Zaanenlaan 36, Haar
lem; 5,mej. K. Porck, Kennemerlaan
163, IJmuiden; 2,50: J. Koedijk, Lombok
straat 18, Haarlem.
Een veertigtal Russische paarden, die
eigendom zijn van de Sovjet-regering, zul
len op 27 juni in Engeland geveild wor
den. Dit is de eerste veiling van Russische
paarden in Groot-Brittannië sinds de Rus
sische revolutie, aldus deelde een woord
voerder van de veilingmeesters, Tattersall
and Co., mede. Zowel kleine, taaie berg-
paardjes als grotere dieren zullen geveild
worden. Bij de groep bevinden zich oók
beroemde kozakkenpaarden. Enkele exem
plaren van dé acht rassen, die aangebo
den worden, zijn nog niet eerder in Enge
land geïmporteerd.
Verwacht wordt, dat de paarden die ge
schikt zijn voor de jacht, de rijsport en het
polospel op de veiling in het brandpunt
van de belangstelling zullen staan.
De paarden acclimatiseren op het ogen
blik op de boerderij van Peter Provatorov,
een uit Rusland afkomstige zakenman die
in Kent woont. Hij heeft verklaard, dat dit
jaar vermoedelijk nog honderd Russische
paarden geveild zullen worden. Als de be
langstelling groot is, zullen volgend jaar
vermoedelijk meer Russische paarden aan
gevoerd worden.
Het woord domino wordt in twee
betekenissen gebruikt. Men bezigt het
voor een lange mantel met kap, voor de
persoon die zulk een mantel op een ge
maskerd bal draagt en in de tweede
plaats voor het spel met 28 zogenaamde
„stenen". De oudste betekenis is die
van priestermantel en die is wel ont
staan doordat de drager ervan dikwijls
zeide: benicamus Domino, laat ons de
Heer prijzen. De toepassing op hét ge
zelschapsspel schijnt het eerst in Italië
of Spanje te hebben plaatsgevonden.
Wie zijn laatste steen heeft aangelegd,
roept: domino; hij is immers de meester,
de winnaar. Volgens anderen ontleent
het spel zijn naam aan het feit dat de
achterzijde der stenen zwart is. Onder
invloed van het werkwoord domine
ren hoort men ook wel: dominee-
spel en men heeft zelfs wel eens ge
dacht dat het dominospel door predi
kanten zou zijn uitgevonden!
Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp
vnif.irr kwax hmtuAoi rykpicatb
31. De Batavier was juist terug in de huiskamer
met de jachtbuit in zijn hand. Hij keek tevreden en
triomfantelijk. Eindelijk had hij vlees. En het was
een goede vette haan. Toen ging de telefoon. Dode
lijk geschrokken door het luide gerinkel liet hij zijn
buit vallen en wierp zich op de grond. Vijfmaal
rinkelde de telefoon en vijfmaal jammerde de grote
Sof: „Genade, o grote Thor." Na vijfmaal was het
stil en de Batavier durfde eindelijk op te staan van
de grond. Hij zei: „Dank u, Thor, voor de stilte.
Sta mij toe dat ik mijn maal bereid". En hij keek
om zich heen naar een plek, waar hij het beest, zijn
prooi zou kunnen plukken en daarna roosteren. Hij
moest een vuurtje hebben, dat was het belangrijkste.
COP. MAITIN TOONDEï
33. „Hallo lui!" klonk opeens de stem van Sten O., „is
hier ergens een telefooncel in de buurt?" Verschrikt
keerden meneer Pech en Panda zich om. „Wie bent u?"
vroeg Panda wantrouwend, „en waar komt u opeens
vandaan?" „Ik ben een verslaggever, die toevallig even
langs kwam," antwoordde Sten O. ontwijkend. „Ik heb
een sappig stukje voor m'n krant, zodoende. Waar is die
telefooncel?" „Die zijn hier niet," antwoordde Panda,
„en dat is maar gelukkig ook, want meneer Pech is
juist hierheen gekomen, omdat hij geen bezoek en geen
telefoontjes wil hebben." „Tja, dat is dan fijn voor jul
lie, maar snert voor mij," bromde Sten O., „een be
richt is als een kadetje, het mag niet oudbakken wor
den. snap je?" Dubbend kauwde hij op zijn sigaar.
„Wacht eens," vervolgde hij, „kan ik dat vliegtuig niet
overnemen? M'n krant heeft er best wat voor over om
primeurtjes te krijgen, dus je kunt er nog een aardig
voordeeltje aan over houden." „Nee, ik wil geen voor
deeltjes!" riep meneer Pech haastig. „Niet nog meer
geld, want dat geeft alleen maar last met familie en zo.
U mag dat vliegtuig cadeau hebben!" ,Jong, jong,"
dacht Sten O., „wat een knalartikel zit hier in: TRA
GIEK VAN EEN TOTO-WINNAAR!" Zijn oog bleef
even rusten op het opschrift van het bordje, dat Panda
in de grond had geslagen: VERBODEN TOEGANG
VOOR FAMILIE, UITVINDERS EN GELDLENERS.