Het verdwenen manuscript I Blikseminterview met de onverwoestbare Mariene w::l TANTE PATENT EN DE SOF m PANDA EN DE PECHVOGEL EEN KWARTEEUW AMSTERDAM IN VERGELIJKENDE CIJFERS e cfh Ons vervolgverhaal Het publiek krijgt van de Blauwe Engel nog altijd het volle pond WOENSDAG 13 JUNI 1962 9 door H. Wolfram Geizsler Jeugdzorg Niet naar Moskou vy 'V V':«4 A mmm. Ua..> -""iWi Beroepseer Vervoer v - i 3) gerust de hand. Spoken plegen niet n rok te verschijnen. Ik kom dan ook niet uit de onderwereld, maar uit ae |j opera. Onderweg werd ik echter op- H gehouden. Vergeeft u mij dit drama- tisch binnenkomen. „Fra Diavolo", g een opera, waarvan ik bijzonder veel 5 houd en die ik nooit mis, als ik de kans krijg, inspireerde mij tot dit op- p treden." Het was heel stil, niemand sprak M een woord. „Uit uw merkwaardig stilzwijgen =g zou ik de conclusie kunnen trekken, dat het gezelschap het over mij had, vlak voordat ik binnenkwam", zei Fox p met een spottend lachje. „Mijn dank voor uw belangstelling in mijn per- soon. Wat het bericht over mijn dood betreft, U ziet, dat was ongegrond. Is hier misschien wat te drinken?" De waard, die even tevoren nog verschrikt een kruis had geslagen, kwam naar voren en met een then- traal gebaar overhandigde de laatko- mende gast hem zijn avondcape en hoge hoed. j= Het gezelschap rond de tafel was 5 thans enigszins van zijn verbazing b'.- komen. Geen van de studenten waag- s de 't echter een woord te zeggen en vanzelfsprekend staarden ze Fox ge- 5 fascineerd aan Ook Helfering scheen zichzelf weer j§ in de hand te hebben. 1 „Je behoorde eraan te denken", zei hij glimlachend, „dat ik niet jong meer ben. Zulk soort verrassingen E zijn ongezond voor een man van mijn leeftijd, vooral wanneer men nog worstelt met het eerste verdriet over een dergelijk tragisch ongeval." „Zoals u ziet, ben ik springlevend", zei Fox vergenoegd. „Dat bericht uit Calcutta is van mijzelf afkomstig, jk het 't gisteravond aan de Romeinse persbureaus doorgegeven". 2 „Je was dus helemaal niet in Cal- cutta?" H „Wis en waarachtig wel! Ik '..at zelfs al in die ongeluksmachine, de motoren draaiden en enkele ogenblik- 2 ken later zouden we starten, toen c-r nog een telegram voor me kwam, 2 dat mij in het vliegtuig overhandigd 2 werd. Dit telegram deed mij beslui- ten om alsnog uit te stappen. Toch vond ik het best, dat het bericht de wereld inging, dat ik verongelukt zou 2 zijn. Ik betreur het natuurlijk, dat 'k p u daardoor verdriet heb veroorzaakt. Maar zo nu en dan kan een mens 2 beter dood zijn men lééft dan §j rustiger Iedereen voelde, dat deze tegen- spraak op iets geheimzinnigs doel- p de, maar niemand stelde een vraag. Op dit ogenblik, nu Will Fox in Ij eigen persoon in hun midden zat, be- grepen de jonge studenten pas goed, hetgeen professor Helfering hun kort 3 tevoren over deze merkwaardige man had verteld. „Beschouwt U het alstublieft als een teken van mijn diepe eerbied voor U, vervolgde Fox, terwijl hij 2 zijn oude vriend aankeek, dat ik an- 2 middellijk het volgende vliegtuig nam om toch nog op tijd in Rome te zijn om onze afspraak na te komen." Én de kring rondkijkend voegde hij er- p aan toe: „Het zal steeds een diep- gevoelde behoefte voor mij blijven om zo nu en dan mijn vereerde leer- meester weer te ontmoeten. U weet, p evehals ik, wat wij aan hem te dan- ken hebben, en ook U zult, wanneer U straks midden in het leven staat, 5 nog vaak aan hem terugdenken. Daar 2 kwam bij, dat ik het geraden achtte om India zo snel mogelijk te veria- ten, nadat ik daar een opdracht had 2 uitgevoerd." 2 „Een opdrachtvroeg Hel- p fering. „Inderdaad en wel een zeer onge- E wone opdracht", antwoordde Fox in<-t p evenveel charme als ijdelheid. ,ik e schijn tot de mensen te behoren, die E telkens weer door het lot uitverkoren E worden om speciale opdrachten vit 2 te voeren." De komedianten-zijde van p zijn wezen kwam sterk naar voren e toen hij vervolgde: „Herinnert U E zich, dat enige maanden geleden vit 2 de verzameling van vorst E. die te- p roemde zwarte parels van Lucretia E Borgia gestolen werden?" E Niemand had hiervan gehoord, ook 2 Helfering niet. Bestonden die parels werkelijkE (Wordt vervolgd) E ÏÏillllllllllllll!llllllllllllll!!ll!;illlllllllllll|llllll!lllllllllllllllli:illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|[||||||||llllllllllll!lll||||||||||||ïf| S Geheel zonder grond was deze 2 opmerking niet: zijn ouders waren E gestorven, de schoenenfabriek was E volkomen verwoest en de grond, waarop deze fabriek had gestaan, had hij onmiddellijk na terugkeer E verkocht, om zoals hij zelf zei E tenminste enig geld te hebben 2 om de eerste tijd van te leven. Hij 2 wilde niet meer in het gewone bur- gerieven, in een of ander baantje, E terugkeren. p Ik dacht veel over hem na in die j= tijd. Wat thans bij hem tot uiting E kwam, was zijn avontuurlijke in- 2 slag. 't Was geen pose maar 't be- hoorde bij zijn wezen, 't Zat in zijn E bloed. Misschien waren er bij zijn voorvaderen van moederszijde en- 2 kele dolende ridders geweest, die p tot de Tafelronde van Koning E Arthur hadden behoord.een E Lancelot, een Walewijn, een Par- cifal.ik weet 't niet, maar hoe p dan ook, hij had alles in zich om S als een dolende ridder door het E leven te gaan, vol vreemde idelalen en verlangens, met grote zin voor E avontuur en verliefd op het le- E ven.Verliefd.dit doet mij E eraan denken, hoe Fox die paar we- 2 ken, dat hij bij mij bleef, niet p alleen benutte om zijn proefschrift E ken, maar tevens om halsoverkop en E op de meest onbegrijpelijke wijze voor de zoveelste keer verliefd te worden, p Zijn verliefdheid betrof een volko- E men onbenullig vrouwspersoontje, na il tuurlijk knap en elegant, maar verder E waardeloos. Dat was een van Fox' p zwakke zijden. Vrouwen zouden altijd E weer een rol in zijn leven spelen E De dag na zijn promotie bleek zijn E hartsvriendin verdwenen te zijn. Hij p wist niet waarheen, maar hij had ver- moedens.en toen om het beeld E van de dolende ridder vol te houden E sprong hij in het zadel, greep zijn p speer en schild en vertrok. Precies een jaar geleden echter E liep ik hem hier in Rome weer te- p gen het lijf, in dit restaurant! Het E ging hem goed, hij zag er veel ge- zonder uit dan destijds na zijn terug- E keer uit Arabië, en hij scheen niet p om geld verlegen te zitten. Hij zweeg E echter, zodra men hem nadere vra- 2 gen stelde over zijn leven. Intussen E moest hij 35 jaar oud geworden zijn p en hij was dus een man in de beste E jaren van zijn leven, met alle voor- E delen van zijn opvallend goede ver- schijning. We bleven enkele uren samen praten. 1 Zichtbaar verstrooid, liet hij mer- ken, dat hij op het punt stond een grote reis te ondernemen. Hij beloof- p de echter mij, precies een jaar la- ter, dat is dus hedenavond, weer hier E te zullen ontmoeten. Hij wist name- lijk nog, dat het mijn verjaardag was. Ik had me bijzonder op dit weer- 2 zien verheugd. Vanmorgen vroeg las E ik echter de krant en daarin stond: p naar uit Calcutta wordt gemeld, E bevindt zich onder de slachtoffers van E de grote vliegramp ook de Duitse E archeoloog dr. Will Fox. p Helfering, die bij deze laatste woor- E den naar het vóór hem liggende E krantenknipsel had gekeken, hief zijn E hoofd op en op datzelfde ogen- E blik sperden zijn ogen zich wijdopen E en bleef hij roerloos zitten, terwijl E hij als gefascineerd naar de deur E staarde, die uitkwam op de binnen- E plaats. E Tegen de zwarte achtergrond van E de binnenplaats stond voor de gla- p zen deur een man, die blijkbaar een E zaklantaarn in de hand hield en daar- E mee zichzelf belichtte. Aanvankelijk E leek hij met zijn zwarte over één p schouder teruggeslagen cape op Fra E Diavolo, de bandiet uit de Abruzzen. E Hij droeg echter geen breedgerande, E spitse hoed, maar een keurige hoge zijden, en zijn cape behoorde niet b,t de uitrusting van een rover, maer was s een mondaine herenavondjas. E De man opende de deur en trad p binnen. E „Fox!" riep Helfering. „Ik hoop dat U me wilt veront- schuldigen, dat ik zo laat kom", zei E de vreemde man. E „Maar je bent dood omgeko- p men 1 „Dat verhindert mij niet, toch mijn woord gestand te doen. Geeft u tnij Op de terreinen van het museum van Wetenschappen in Boston is thans een verbeterde versie ge demonstreerd van de „raketgordel" met be. hulp waarvan een voetganger een re- cord-hoogspringer kan worden. Het ge val is ontworpen voor het Amerikaanse le ger dat een deel van zijn infanterie er in tijd van oorlog mee wil uitrusten. Een militair toont hier wat de voor- en na delen zijn van het nieuwe apparaat: een actieradius van 36 meter per sprong met een maximumhoogte van zes meter, en een extra-gewicht van 25 kg aan raketbrand stof (waterstofpero- xyde) in de rugtank van de „springfante- rist". Legerautoritei- ten geloven dat de raketgordel op het slagveld van groot nut kan zijn. Het hoofdstedelijke bureau voor statis tiek heeft enkele cijfers betreffende de groei van Amsterdam over de periode 1938 tot en met 1960 gepubliceerd, waaruit blijkt hoezeer het Amsterdam van nu ver schilt met de stad van voor de tweede wereldoorlog. Mén is van het jaar 1938 uitgegaan omdat dit als een normaal jaar kort voor de oorlogsperiode kan worden beschouwd. Bij alle spectaculaire stijgin gen valt het op dat het bioscoopbezoek daalde, zelfs tot onder dat van 1938 (Met bijna 4 percent), terwijl het bioscoop publiek in 1960 een bedrag betaalde dat 175 percent hoger lag dan in 1938. Het aantal geboorten bereikte een top in 1946: bijna 29 per duizend inwoners In 1960 was het gedaald tot 16, in 1938 was het 15,5 per duizend inwoners. Het sterfte cijfer bereikte in de hongerwinter van 1945 een top van ruim 18 per duizend, te gen 8,6 in 1960. Bedroeg het aantal huwe lijken in 1938 9,1 per duizend inwoners, in 1960 was dit 8,3. Het aantal echtschei dingen steeg in die periode van 0,9 tot 1,2 per duizend inwoners. Frappant is de zeer sterke stijging der sterfte aan tuberculose gedurende de oor logsjaren en de daling in de jaren daar na. Sinds 1948 stijgt de sterfte aan kanker en hart- en vaatziekten regelmatig. In 1938 veranderden binnen de ge meente 207.000 personen van woning, in 1960 slechts 91.900. In de ziekenhuizen werden na de oorlog belangrijk meer pa tiënten opgenomen dan daarvoor: bijna 70.000 in 1960 en 45.000 in 1938. De ver- pleegduur per patiënt daalde in deze pe riode van 29 tot 23 dagen. Aan het einde van 1946 lag het aantal woningen in Amsterdam 5600 lager dan aan het eind van 1941. In 1960 was de woningvoorraad 17 percent hoger dan in 1938, terwijl de bevolking met 9 percent toenam. Dat er niettemin in 1938 woningen leeg stonden tegenover een netto woning tekort van ruim 9.000 in 1960, moet mede worden toegeschreven aan de daling van de gemiddelde gezinsgrootte, waardoor het aantal gezinnen sterker steeg dan met 17 percent. Een rol speelt hier ook de verou dering van de bevolking en de daling der huwelijksleeftijd. (Van onze correspondent) PARIJS. Tijd had ze eigenlijk niet. De volgende dag moest ze in Brussel optreden. En gegeten had ze ook nu nog niet eens. Maar als het onmiddellijk ge beuren kon en zij intussen haar corres pondentie door mocht nemen, dan moest ik, zo meldt door de telefoon de wat sle pende en donkere en illustere stem, maar even komen. En zo zit ik een half uur later dan voor dit persgesprek in het teken van de vloek en de zucht in de lounge van het Parijse Lancaster-hotel. Tegenover Mariene Dietrich in persoon. En omringd door een massa kalfsleren koffers en handtassen die deze hoek van de hal het aanzien geven van een spoor wegperron dat zo straks door de trein zal worden ontlast. Gekleed is de blauwe engel in een hagelwit deu'x-pièces 'waar van alleen de linkerrevers een klein rood stipje 'vertoont van het Franse Legioen van Eer. Gekregen, verklaart ze met beheerste fierheid en in zeer zuiver Frans dat echter met een licht Ameri kaans accent gesproken wordt, vanwege mijn verdiensten, laat ik liever zeggen mijn actie tijdens de oorlog. Haar schoentjes met naaldhakken zijn ook al wit. Het haar is asblond en met een brede golf gecoiffeerd. Er zijn ook nog de tien gewelfd'e en gepunte vlakjes vuurrood van de nagels der slanke vin gers. Er is het blauw van een junihemel in de ogen. En er is tenslotte het beige van de beroemdste benen ter wereld, die ze met zwierig raffinement over elkander heeft geslagen. En waarop de inter viewer zijn ogen nu dus van heel dichtbij mag laten rusten. Adembenemend schouwspel MARLENE had een vermoeiende reeks voorstellingen in het Parijse Olympia- theater achter de rug, en ze heeft nu nog wat avonden in andere landen weg te geven. Vandaag Brussel, en dan Scheveningen: het Kurhaus. Zweden staat eveneens op het programma, maar nee, de Sovjet-Unie zal ze niet bezoeken. Een gekuist reper toire, gekuiste robesals de Russen menen mij de wet voor te kunnen schrij ven er speelt een schaduw van een glimlach langs de scherpe lijnen van haar lippen en Mariene werpt haar bezoe ker een blik van verstandhouding toe. Dan verdiept ze zich weer in de stapel brieven, zo nu en dan met haar zilveren vulpotlood een notitie makend in de gen. En in beginsel sla je een invatie toch niet af?" „Uit liefde voor de kunst, het vak?" „U gebruikt wel forse woorden," corrigeert ze mijj en tevens haar eigen gedachten. „De kwestie is vooral, ziet u, van zakelijke aard. Niet dat ik zo graag nog veel rijker zou worden: daar zorgt de Amerikaanse fiscus wel voorEr trilt nu even een snaar van oprechte veront waardiging mee in haar diepe alt.... Een voorbeeldje maar, belooft ze. Ik heb een vast contract voor verscheidene ja ren met een vermaard cabaret in Las Ve gas in Californië. Goed. Mijn honorarium bedraagt daar dertigduizend dollars per week. Daar zou je mee kunnen rondko- 4 i marge. Ze is indertijd in de kunst gegaan, en ze staat nu al zo'n belangrijk aantal j .ren op de planken en voor de camera's. Maar wanneer ze zo met haar zakencorre- spondentie bezig is, een paar opmerkingen maakt tegen haar secretaris en mét een enkel woord knopen doorhakt, dan geeft ze de indruk dat ze in elke andere tak van business zeker minstens even briljant zou zijn geslaagd. Ik vraag of ze al die romp slomp met impressario's en afspraken niet „dodelijk" vindt, wanneer ze aich straks toch ook weer helemaal op haar optreden moet concentreren. Maar dat blijkt best mee te vallen. „Het is nu eenmaal een kant van het beroep", legt ze zo tussen neus en lippen door uit, „waarvan je alle consequenties moet aanvaarden. Anders kun je er beter mee ophouden." „En daar peinst u nog lang niet over?," raap ik die handschoen op. „Kan niet. je bent in de hoe zeg je dat in het Fransin de running. Je ontvangt almaar uitnodigin- „Gehuld in de befaamde witte bont cape, vorstelijk van houding en ge baar is zij nog altijd een indrukwek kende toneelverschijning, die haar publiek de dertig jaar sinds de Blauwe Engel" als bij toverslag kan doen vergeten", schreven de kranten twee jaar geleden, bij haar laatste op treden in Den Haag en Amsterdam. men, vindt u? Eén moment! De belas tingen slokken eerst het leeuwenaandeel op. Mijn vaste staf van medewerkers en vertegenwoordigers legt beslag op nóg een flinke portie, en tenslotte blijft er voor mij dan niet meer over dan 'n vijfduizend dollar. MEVROUW DIETRICH heeft het pakket brieven nu even naast zich neergelegd om mij nog duidelijker aan het verstand te De dienst kinderkleding en -voeding ver strekte in 1960 totaal 24,1 duizend stuks kleding en schoeisel. In 1938 bedroeg dit aantal nog 218,6 duizend. Het uitgereikte schoeisel bestond in 1938 uitsluitend uit klompen en schoolpantoffels, in totaal 29,3 duizend paren. De uitreiking van klompen is in 1949 gestaakt. De aantallen uitgedeel de porties warm voedsel aan schoolkin deren, in 1960 ruim 850.000. bedroegen in 1938 nog meer dan drie miljoen. De ver strekking van schoolmelk (sinds 1951) was in 1960 gestegen tot ruim twee miljoen liter. Van de 52.500 werkzoekende mannen in 1938 waren er 27.200 in ondersteuning bij de gemeentelijke dienst voor sociale zaken De oppervlakte van de hoofdstad bleef in de behandelde periode gelijk, maar in 1938 bestond 33 percent uit stedelijk bebouwd gebied, in 1960 was dat 55 percent. De sterkte van het gemeentepersoneel steeg (uitgezonderd de brandweer en de poli tie) met bijna 50 percent. De getalssterkte van brandweer en politie liep, ondanks de uitbreiding van het stedelijk gebied, terug met 16 percent. Op Schiphol werden in 1960 14 maal" zoveel reizigers geteld als in 1938. Het goederenvervoer lag 31 maal zo hoog. Bij het vervoerbedrijf is de tram voor een groot deel verdrongen door de .auto bus. Het aantal trampassagiers bleef vrijwel gelijk, het aantal buspassagiers steeg van 8 tof 48 miljoen in 22 jaar. Het aantal gasten in Amsterdamse hotels is sinds 1938 verdrievoudigd. Het aantal de motorvoertuigen: een stijging van 9.900 tot 539.400. Spectaculair zijn de cijfers betreffende de in Amsterdam geregistreer de motorvoertuigen: een stijging van 9.000 tot 56.200. Het aantal mannelijke studen ten bij de Gemeentelijke Universiteit steeg met 173 percent, dat van de vrouwelijke met 228 oercent in 22 jaar. Wordt het aantal ongevallen in de hoofd stad in de hoofdstad in. 1938 op 100 ge steld, dan wijst 1960 266,7 aan, aldus de gegevens van het bureau voor de stati stiek. kunnen bréngen dat de showbusiness een vak is met keiharde klanten. „Waarom ik 't dan niet wat kalmer aan doe, vraagt, u, inplaats van me uit te sloJ ven voor de fiscus?" Ze vindt dat, mani-j festelijk, toch wel een heel naïef idee. „En mijn reputatie, mijn standing dan? Het box-office? Niet aan gedacht hl, mon pe tit?" repliceert ze schalks. „Kijk, je hebt nu eenmaal een zekere levensstandaard op te houden. Je komt er niet onderuit. En dan word je ook nog achter de broek ge zeten door je managers die er nu een maal belang bij hebben dat je zo veel mo gelijk engagementen aanneemt, tegen de hoogste gages." Met romantische dweperijen over kunst en roeping en zo hoef je bij Marlène dus niet aan boord te komen. Wel voelt ze heel zwaar haar verantwoordelijkheden te genover het publiek, dat ze het volle pond wil geven. Op een nacht ijs zal zij' zich nooit wagen en vóór ze een nieuw chan son op haar repertoire neemt,heeft zé eerst tot in fracties van nuances iedere noot, elk woord tot in den treure bestu deerd en gerepeteerd. Geen detailtje wordt aan het toeval overgelaten. Daarom wordt ze ook op al haar wereldreizen als haar eigen schaduw gevolgd door de staf, waar in een musicus, een kleedster, een elek- triciën, een perschef en een secretaris op genomen zijn. Ze is bij de repetities geen gemakkelijke tante en een oude rot in het vak als Bruno Coquatrix, de directeur van het Parijse Olympiatheater, die in zijn carrière voor vele hete vuren heeft ge staan, moest na Marlène's jongste reeks voorstellingen in zijn huis een weekje va kantie nemen om een dreigende zenuw instorting nog net in de kiem te kunnen smoren. Maar al die opwindingen maken voor de blauwe engel eveneens deel uit van het métier zoals dit interviëw daar ook toe behoort. Maar nu moet zë toch heus opstappen. „Brussel. En dan dus uw land. Ik houd veel van Holland," verze kert ze nog even bij het afscheid, om ook aan die laatste verplichting der hoffelijk- heid-in-zaken nog te hebben voldaan. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp 33. Daar trof tante Patent de Batavier aan in een onbeschrijfelijke situatie. „Wat doet u daar?" gilde tante Patent. Ze hoefde het niet te vragen, het was maar al te duidelijk. Meneer de Sof had een prach tig vuur aangelegd midden in de kamer, op het par ket. Hij had een heel staketsel gebouwd van stoel poten en hij was bezig een beest te roosteren. Er was een scherpe geur van rook, van brandend hout en van schroeiend vlees. Tante Patent bezwijmde bijna van schrik, want haar eerste gedachte was: De poes, mijn lieve Dommeltje. Maar gelukkig zag ze al heel spoedig dat het beest boven het vuur kennelijk een stuk pluimvee was en bovendien ontdekte ze haar lieve Dommeltje slapend op een stoel. Ze ademde even op.heel even, want toen ze naar de jan boel in haar kamer keek en het schroeiende parket zag en de bergen veren die naar alle kanten sto ven. zakte ze radeloos in een kapotte stoel en snikte: „V bent een woeste Barbaar". A 35. Nadat het geronk van het vliegtuig, waarmee de verslaggever was vertrokken, in de verte was wegge storven, gingen meneer Pech en Panda hard aan het werk om een hutje te bouwen. De rust, die er van de eenzame omgeving uitging, bmcht meneer Pech in een prettige scemming, die hij zelfs niet verloor, toen zij bij het inslaan van paaltjes steeds op hinderlijke rots- en goudblokjes stuitten. Het tweetal werkte zo hard, dat de blokhut al tegen het vallen van de avond gereed was en ze zelfs nog wat tijd overhielden, om bosbessen en wilde knolrapen te zoeken voor het avondeten. „Het was een goed idee van je om dit eenzame stuk grond te kopen, Panda," zei meneer Pech, in de pruttelende pot roe rend, „grutjes wat doet me die rust goed. Ik begin me weer even zorgeloos te Voelen als in die heerlijke tijd toen ik nog geen toto had gewonnen. Hier zullen ze me niet zo gauw zoeken. Vooral niet, nu die aardige ver slaggever zal schrijven, dat ik met rust gelaten wil wor den. Ik hoop alleen maar, dat al mijn familie en vrien den, die ik sinds de toto erbij heb gekregen, het me niet kwalijk zullen nemen." Maar tanteHennie nam het haar neef wel degelijk kwalijk, toen haar het bericht onder ogen kwam. ..Toto-winnaar zoekt eenzaamheid!" las zij verontwaardigd, „hoe egoïstisch! Denkt hij dan helemaal niet aan zijn bloedeigen tante?" Maar toen zij verder las, verzachtten zich haar trekken. „Zo zo," mompelde zij, „heeft mijn neefje een goudveld 'ontdekt? Dan was het toch niet zo kwaad, dat hij dat eenzame stuk grond kocht. De kleine guit. Het is eigenlijk mijn plichi. als familielid, dat ik hem niet daar in eenzaam heid laat verkommeren. Ik ga hem opzoeken. Hij heeft een liefhebbende tante nodig!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9