Het verdwenen manuscript
Spionage om wol
In Kenya is de vrijheid gehuld
in een Helmonds zomerstofje
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN DE PECHVOGEL
Spook van de opera
actief in Cairo
■■■■ÉL.
)l
Ons vervolgverhaal
DONDERDAG 28 JUNI 1962
15
door H. Wolfram Geizsler
W ater( om)leiding
Êta tWm
WETENSCHAP HELPT SCHAPENBOEREN
r j T
N
'iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiü
16)
I „U moet 't niet letterlijk nemen,
meneer Fox. Ik bedoel: zou er niet
een nieuwe oorlog kunnen komen, als
men dit hoe zal ik 't noemen?
recept had?"
j§ „Dat zou denkbaar zijn", beaamde
1 Fox.
„Dus zou het leven van vele mil
ls joenen mensen en het lot van de hele
5 wereld kunnen afhangen van zo'n
stukje draad?"
E „Dat is mogelijk."
E „Een fascinerend, maar vreselijk
idee", zei het meisje huiverend.
E „En wij zitten er hier maar rustig
E mee en houden zulk een noodlot in
onze handen."
i „Laten we 't weer wegbergen",
1 zei Fox, terwijl hij het haarspeldvor-
mige voorwerp van haar terugnam en
in zijn zak stak. „Ik heb hier overi-
I gens nog iets, namelijk een lijstje van
I mensen, die in Gardone wonen en
wellicht als belangstellenden aange-
merkt kunnen worden. Het is een na-
ieve manier om te beginnen, maar op
de een of andere manier moeten we
i toch iets doen. Wil jij dit lijstje eens
doorkijken? Je hoort hier min of
5 meer thuis en je kent de mensen. Ik
daarentegen niet."
„Gelooft U, dat die indringer in
E Gardone woont?"
„Ik weet 't natuurlijk helemaal niet
i zeker, maar de mogelijkheid is niet
E uitgesloten. Hoe kon hij anders tot
twee keer toe precies op het enig
juiste ogenblik het huis binnendrin-
gen? Hij moet langdurig op de loer
E gelegen hebben."
E 't Is mogelijk", antwoordde Maria
5 met een glimlach en begon het lijstje
i door te lezen. Een ogenblik later riep
E ze uit: „Maar dat zijn alleen buiten-
E landers
E „Ja, en ik heb het aantal al terug-
gebracht", zei Fox. „Gisteravond had
ik een nog veel langere lijst, maar
E er waren redenen, om verschillende
namen te schrappen
Toen Maria hem het lijstje teruggaf,
E schudde ze haar hoofd. „Geen van
deze lieden is mij zelfs bij name be-
kend", zei ze. „Ik zie nu al, dat ik
g U niet helpen kan."
„We beginnen pas", antwoordde
E hij, terwijl hij haar een tweede lijst
I overhandigde. „Ik heb vanmorgen
nog een ander lijstje samengesteld,
E en dit keer niet van mensen in Gar-
E done, maar van inwoners van Fasano.
E Jij logeert daar bij vrienden niet-
E waar?"
Maria keek ook deze lijst snel door.
E Toen ze ermee klaar was, zei ze: „U
E moet me even de tijd geven om na
E te denkenja, er zijn hier enige
E namen bij, die ik wel ken
E Ze begon opnieuw te lezen, ditmaal
E zorgvuldiger, en het duurde enige
tijd.
E Fox wachtte geduldig, zonder haar
E te storen. Intussen haalde hij de ge-
vonden barnstenen ketting uit zijn
E zak te voorschijn en liet de eivormi-
ge kralen door zijn vingers glijden.
Het geluid, dat hij hierbij maakte,
E deed Maria opkijken.
I „Men kan zien, dat U in het verre
E Oosten bent geweest", merkte ze op.
S „U kent dat dus?" zei hij g'lim-
1 lachend. „Het is merkwaardig hoe
snel een mens dergelijke gebruiken
1 als het spelen piet zo'n kralen ketting
E overneemt. Ik zou wel eens willen
E weten, wat voor bijgeloof hier ach-
ter steekt. In het verre Oosten heb
ik 't echter lang niet zo vaak gezien
E als in het nabije Oosten. Daar zult
S U geen koopman of beambte vinden.
die niet zo'n ketting in z'n zak heeft
i en deze niet van tijd tot tijd door zijn
E vingers laat glijden, vooral in het
E koffiehuis."
„U kent dus ook het nabije Oosten?"
E „Ik ben van de ruïnes van het oude
Troje naar Jeruzalem gereden."
1 „Gereden
„Ja, op een doodgewoon vierbenig
E paard. Men ziet op die manier veel
meer van het landschap, en daar was
E 't mij om te doen. Ik had de tijd
E en ik volgde de sporen van ,de kruis-
vaarders, welke daar voor een deel
E nog zeer goed intact zijn gebleven. Op
E verschillende bergen zijn nog de res-
E ten van ridderburchten te vinden uit
die tijd. Maar dat is een heel verhaal
op zichzelf."
„Een werkelijk verhaal?"
E „Ja, een zeer lang verhaal boven-
E dien. Misschien vertel ik 't je nader-
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
hand eens. We hebben voorlopig andere
dingen aan ons hoofd. Deze ketting be- j
hoort overigens niet aan mij toe, ik i
heb alleen vergeten er bij de politie
aangifte van te doen."
„Dus u hebt 'm gevonden?", vroeg
Maria, en zonder zijn antwoord
af te wachten, begon ze opnieuw de j
lijst met namen te bestuderen.
„Gortschakow, ja, die ken ik, hij is
een oude man, een vorst uit de Tsa
rentijd. Nitescu.dat is een Roemeen,
die aan tuberculose lijdt. Ik wist niet,
dat hij nog in leven was. Hier hebt
U een Engelsman genoteerd, en daar
een Amerikaan. En kijk daar eens
daar hebt U zowaar ook mijn goede
vriend Johannes Dariotis uit Athene
opgeschreven!"
Ze lachte, maar haar lach klonk ge
forceerd en schril.
„Een vriend van je?"
..Begrijpt u me niet verkeerd. Eigen
lijk is het tegendeel waar. Ik heb
hem op een feest ontmoet, maar eigen
lijk kunnen we elkaar niet goed uit
staan."
Fox trok zijn wenkbrauwen op.
„Daar moet een reden voor zijn",
merkte hij op. .,Je noemde hem een
„vriend" en ik ben zeer jaloers.."
„Hij is een vlegel", antwoordde
ze.
„Vele vrouwen hebben een voorkeur
voor vlegels", zei Fox. „En dat is niet
erg prettig voor de andere mannen.
Ziet hij er ook naar uit?"
„Dariatis? O nee, integendeel, hij is
heel knap om te zien en weet dat
maar al te goed. Hij zal ongeveer 30
jaar oud zijn. Ik houd echter niet van
zijn donkere type."
„Woont hij hier al lang?"
„Als U wilt, kan ik daarover wel
inlichtingen inwinnen. Ik geloof echter
niet, dat hij iets met deze aangele
genheid te maken kan hebben. Voor
zover mij bekend, houdt hij zich al
leen maar bezig met het oppervlakki
ge bestaan van verwende zoon van een
rijke vader. En daarom alleen al vind
ik hem niet sympathiek. Wij, Zanet-
tis. zijn een ijverig soort mensen, dat
zult U al wel gemerkt hebben. Wat
moet een mens in hemelsnaam de hele
dag uitvoeren, wanneer hij geen echt
werk om handen heeft?"
„Och", antwoordde Fox glimlachend,
„je kunt bijvoorbeeld de tijd passeren
met vissen. Dat zie je aan mij. Zou 't
je mogelijk zijn om er achter te ko
men, of die meneer Dariotis momen
teel hier is?"
Maria keek hem verwonderd aan.
„U gelooft toch niet in ernst, dat.
Of hoe moet ik dit opvatten?"
„Zo lang ik nog niets naders weet
is 't mij niet mogelijk, je mijn oor
deel te geven", antwoordde Fox.
Maria Zanetti was er niet weinig
trots op, dat hij werkelijk van haar
hulp gebruik wilde maken. Dit bleek
overduidelijk. Ze had blijkbaar de
eerzucht iets te willen presteren, hoe
onbelangrijk ook. Ze stond op en nam
afscheid van hem.
Fox wuifde haar na en bepeinsde,
dat het geluk wederom met hem was
geweest. Niet zozeer omdat Maria
Dariotis kende, maar vooral omdat
ze hem onsympathiek vond waar
schijnlijk was er tussen hen iets voor
gevallen. Welnu, een dergelijke anti
pathie kon een drijfveer zijn om haar
tot activiteit te prikkelen..
Hij ging naar zijn kamer en nam
plaats in een stoel bij het raam. Met
aandacht begon hij de barnstenen
ketting te bekijken. Op enkele kralen
waren krassen, welke er zoals hij
door de loupe kon zien pas kortge
leden op gekomen waren. Waarschijn
lijk waren ze van hem afkomstig, toen
hij in het donker op de ketting trap
te.
De gegraveerde tekens op het gou
den ornament een rechte streep
naast een driehoek kon hij thans
beter verklaren: het waren natuurlijk
Griekse letters: een Iota en een Del
ta. de initialen van de heer Johannes
Dariotis' Dat betekende niet veel,
maar 't was toch iets!
Na enig nadenken stuurde Fox de
huisbewaarder met de ketting naar
de politie, om deze in te leveren.
Maria had bij haar vertrek gezegd,
dat ze hem, naar ze hoopte, 's avonds
nog een en ander zou laten weten.
'Wordt vervolgd)
Het „spook van de opera" is druk in
de weer in Cairo. Werklui die bezig zijn
het operagebouw aldaar op te knappen,
zweren dat zij telkens als zij een zeker
vertrekje voor heren met een bezoek ver
eerden, het gevoel hadden, dat hun gezicht
licht werd aangeraakt door de hand van
een spook.
En de nachtwaker, die onder het toneel
sliep, voelde elke nacht een benauwende
hete adem op zijn gezicht. De toneelmees
ter heeft de veronderstelling geopperd, dat
de oorzaak hiervan moet worden gezocht
in de vele toneelmoorden, die hier in de
loop van het 97-jarig bestaan van de opera
zijn gepleegd.
Maar een brandweerman zegt, dat het
spook zich niet tot het toneel beperkt. Hij
vertelde dat hij „hetzelfde had gevoeld"
tijdens zijn nachtelijke ronde op het dak
en gillend was weggelopen.
De landbouwer William Young uit
Penrith in Engeland heeft eindelijk ont
dekt waarom zijn waterrekeningen zo
hoog waren: hij heeft zes jaar lang het
gemeentelijk zwembad van de stad van
water voorzien.
„De rekeningen kwamen me wat
hoog voor", vertelde Young, „maar in
het begin heb ik er geen drukte over
gemaakt, omdat ze elk jaar even hoog
waren en ik veel dieren heb, die water
drinken. Maar nu hebben gemeente-
werklui bij het blootleggen van een
oude waterleiding in de buurt ontdekt,
dat het water voor het zwembad door
mijn meter liep".
De gemeenteraad verklaarde dat het
niet mogelijk was, uit te zoeken hoeveel
water in het zwembad en hoeveel in de
magen van Young's vee is verdwenen
en betaalde hem daarom alle rekenin
gen sinds 1957 terug.
Noch Young noch de raad wilde me
dedelen om hoeveel geld het ging.
's Wereld hoogste gebouw, het Empire
State Building in New York in een
verrassend perspectief. De foto werd
gemaakt met een super-groothoeklens
die een beetdveld van 180 graden
heeft. De lens was bevestigd in een
speciale camera die, hangend aan een
lange stok, door de fotograaf en zijn
helpers (centrum) vier meter buiten
de gevel was geschoven en die door
een draadontspanner „op afstand" be
diend werd. Zesenzeventig van de 102
verdiepingen van het enorme gebouw
zijn ragscherp op de foto afgebeeld en
ook ziet men, in de diepte, het drukke
verkeer in de 34ste straat. Met extreme
groothoeklenzen als deze zijn frap
pante opnamen te maken, waarbij men
evenwel een sterke perspectief-ver
tekening op de koop toe moet nemen.
IP§|:<
EEN BELANGRIJK attribuut in vele
politie- en spionagefilms is de spiegel,
die aan één kant ondoorzichtig is, maar
waardoorheen de slimme speurder of
sluwe spion aan de andere kant alles
kan gadeslaan. Veel bioscoopbezoekers
zullen zich wel eens hebben afgevraagd
of zoiets nu werkelijk bestaat. Diezelfde
vraag kwam ook op bij de wetenschappe
lijke medewerkers van het natuurreser
vaat bij Panfontein in Zuid-Afrika. Zo'n
spiegel bleek namelijk de enige oplossing
te zijn voor het probleem, hoe men het
familieleven van de jakhals ongestoord
zou kunnen gadeslaan.
JAKHALZEN, de grootste vijanden van
de schapenboer, zijn merkwaardige en in
telligente dieren. Voor een groot deel is
hun leefwijze voor ons nog een gesloten
boek. Ze zijn echter nuttig voor de oprui
ming van gestorven wild. Maar een kwa
lijk aspect van hun activiteiten is dat ze,
bij gebrek aan dood aas, een bijzondere
voorkeur hebben voor lammeren en scha
pen, die bij tienduizenden in het Afrikaan
se „veld" geweid worden.
DE ERVARINGEN hebben de huidige
biologen en boeren wijzer gemaakt dan
die van enkele decennia terug. Een radi
cale uitroeiing van de jakhalzen wordt
tegenwoordig dan ook niet meer beoogd.
Daarmee zou het zogenaamde „natuurlijke
evenwicht" verstoord worden, hetgeen een
riskante zaak is. Een aantal jakhalzen
moét dus in leven blijven. Maar hoeveel?
Om dat de weten te komen was het nodig
er achter te komen hoe de jakhalzen leven.
Een terrein van een paar honderd vier
kante meter werd stevig omheind met
een betonnen muur tot diep in de grond
en onder een solide gaasversperring ge
bracht. Op dit terrein leven nu enkele tien
tallen jakhalzen. Ze zijn er zich niet van
bewust dat ze dag en nacht bespied wor
den, tot zelfsin bun hol, waarvan één
wand namelijk bestaat uit het beroemde
halfdoorzichtige spiegelglas, waarover wij
hierboven spraken.
DE ONDERZOEKERS hebben op deze
wijze al vele zaken ontdekt die van be
lang zijn bij het bestrijden van deze al te
ijverige „veldreinigers". Zo heeft men ge
constateerd dat voedsel, waarvan ook maar
één, jakhals van hen zich minder lekker
gaat vpelen! bijjia"o'ntriffldellijk door de
Ook aan gene zijde van het IJzeren
Gordijn is de examentijd aangebroken
en natuurlijk heerst er ook daar uit
bundige vreugde onder de slachtoffers
als de Grote Bezoeking eindelijk achter
de rug is. Hier is zo'n groepje eind-
examinandi op het befaamde Rode
Plein van Moskou dat ondanks zijn
enorme omvang nog te klein schijnt om
hun dolle uitgelatenheid te kunnen
omvamen
anderen wordt gemeden zolang de onfor
tuinlijke eter in de buurt blijft. Bestrijding
door vergiftiging van lokaas kan dus alleen
zin hebben als het vergif pas na een paar
uur gaat werken, zodat de vraatzuchtige
„vossies" (zoals hun naam in Zuid-Afrika
luidt) pas bij terugkeer in hun hol de ge
volgen ondervinden. Een nadeel van deze
methode is echter, dat men nooit precies
weet hóe effectief de bestrijding is ge
weest, wat juist weer van belang is omdat
men alleen 'n soort uitdunning van de jak
halzen beoogt. Vandaar, dat men, ook al
op basis van het onderzoek en op grond
van ervaringen in Amerika bij de bestrij
ding van de coyote u weet wel, dat dier
dat altijd in de boeken van Karl May op de
achtergrond huilt een soort dodelijke
lollie geconstrueerd heeft. Een stok, aan
het uiteinde waarvan een voor jakhalzen
verrukkelijk balletie bedorven vlees is be
vestigd, wordt in de grond gestoken.'Bijt
het dier er stevig in, dan schiet uit de
holle steel een kleine pil cyaankali in zijn
bek en de snoeper is binnen enkele tellen
pijnloos gestorven. De lollie kan opnieuw
„geladen" en geplaatst worden, om weer
een andere veelvraat uit de weg te ruimen.
DANK ZIJ dit onderzoek hoopt men
binnen afzienbare tijd de kudden schapen
en lammeren een rustiger bestaan te be
zorgen
MOCHT U, waarde leze
res, zich in Kenya willen
vestigen je kunt nooit
weten en wilt u dan
daarginds modieus gekleed
gaan, dan moet u een oe-
hoeroejurk dragen.
De Afrikaanse vrouwen
van Kenya, die de eeuwen
oude primitieve tradities
aan het afschudden zijn,
hebben een nieuwe eigen
mode gelanceerd in de
vorm van een jurk. die zij
„oehoeroe" noemen: dat is
Swahili voor „vrijheid".
De oehoeroejurk is aldus
het symbool van de bevrij
ding uit de heerschappij der
mannen die de vrouw be
schouwden als vee of als
een wezen, dat tot taak had
kinderen te baren, water te
halen en de inheemse pot te
koken.
De beweging om de Afri
kaanse vrouwen van Kenya
te verlossen van haar tra
ditionele kledij dieren
huiden of afleggertjes van
Europese vrouwen is in
geleid door mevrouw Perez
Ang'Awa, een 28-jarige le
rares in de huishoudkunde
te Nairobi en echtgenote
van dr. James Ang'Awa,
specialist in longziekten.
Zij vertelde, dat zij zich,
toen zij drie jaar geleden
met haar man in Engeland
een aantal feesten bijwoon
de „waar de meisjes uit
Ghana, Nigeria en de Azi
atische landen er allen zeer
bekoorlijk uitzagen in haar
mooie nationale kleder
drachten", beschaamd ge
voelde, „omdat wij irt Ke
nya geen goede eigen kle
derdracht hadden".
Mevrouw Ang'Awa is
toen in Kenya in ongeveer
elke bazaar op zoek gegaan
naar geschikt materiaal en
in januari van het vorige
jaar vond zij het tenslotte
net op tijd voor het hu
welijk van TomMboya, de
nationalistische leidér van
Kenya.
DE STOF, bedrukt op
een wijze, die eeuwen gele
den in Indonesië is ontstaan
de batikdruk wordt
in de Nederlandse stad
Helmond gemaakt door een
Nederlandse textielfabri
kant. Hij had het idee, dat
zijn kleurige bedrukte stof
fen het Afrikaanse oog wel
zouden bekoren en inder
daad werd een bepaald dés-
sin verscheidene jaren ge
leden met succes op de Afri
kaanse markt gebracht.
Thans is een tweede dessin
het succes-fou in Oost-
Af rika gewordenmevrouw
Ang'Awa kocht vier meter
van de opvallend kleurrijk
bedrukte stof, knipte het
stuk in twee even lange de
len, die zjj beide om haar
lichaam drapeerde, heel
eenvoudig, maar met ac
centuering van de heupen
door vier lagen stof over
elkaar te plooien.
Dit alles wordt slechts
door linten bij elkaar ge
houden naaien komt er
niet aan te pas. Later heeft
zij nog twee meter stof als
stola aan het ensemble toe
gevoegd.
Thans dragen de Afri
kaanse dames op alle def
tige partijen haar oehoeroe-
jurken.
„De naam oehoeroejurk is
heel spontaan in de wereld
gekomen," vertelde me
vrouw Ang'Awa. „Of de
mannen zich dit nu reali
seren of niet, ze (de jur
ken) zijn van ons, vrouwen
van Kenya, de eerste wer
kelijke stap naar onze vrij
heid".
Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt an Fiep Westendorp
46. Jozef van Hotel de Gifzwam was in een slecht
humeur. Door het gebrek aan personeel bij de ge
meentereiniging bleef het hotel met heel wat huisvuil
zitten. Onder anderen met een ouwe waardeloze pot
waar snijbonen en witte bonnen in hadden gezeten.
„Een heitje voor een karweitje?" vroeg Jozef aan
kleine Keesje, die langs kwam. „Hier, Keesje, breng
jij dat eens voor me weg. De vuilnisman wil het niet
hebben." Keesje nam dankbaar het kwartje en de
vaas in ontvangst. Hij liep juist te bedenken dat hij
misschien karpers zou kunnen houden in die pot,
toen hij professor Zaniker tegenkwam die met veel
belangstelling naar het voorwerp keek en vroeg: „Zo
Kees, hoe kom jij aan dat vat?" „Dat moet ik naar
de vullis brengen." zei Kees „Wel, wel," zei profes
sor Zaniker. „En als je het nu eens aan mij ver
kocht? Heitje voor een karweitje, nietwaar? Hier is
je kwartje." Kees had nu twee kwartjes en na lang
aarzelen tussen petat en ijs, koos hij dropkauwgom.
48. Sten O. zette zijn vliegtuig aan de grond en na
derde Pech en Panda, die van hun wilde vlucht stonden
uit te blazen. Bij het horen van zijn voetstappen keken
beiden verschrikt om.
„Kalm, kalm, ik ben het maar", zei de verslaggever
sussend, ik wilde alleen even weten, wie er nu weer
achter jullie aan zat".
„Goudzoekers?" herhaalde de verslaggever, naar zijn
schrijfblok tastend, „hebt u dan alweer goud gevonden?"
„Nee, deze keer was het een herberg, die een goud
mijntje werd", verklaarde Panda. „Het is echt naar
voor meneer Pech. Steeds krijgt hij er geld bij en hoe
meer geld hij krijgt, hoe meer hij wordt lastig geval
len".
„Toto-winnaar op de vlucht voor fortuin", mompel
de Sten, aantekeningen makend, „een lekker kopje, dat
doet het wel. En daaronder een cursiefje: „goud maakt
niet gelukkig" of zoiets".
Een verschrikte uitroep van meneer Pech deed hem
opkijken. De paraplu waarop de uitgeputte toto-winnaar
leunde, was plots in de grond gezakt. Maar het vol
gende ogenblik verhief het scherm zich weer, dansend
op een straal dikke vloeistof, die uit de grond spoot.
„Een oliebron!" hijgde Panda. „U hebt een oliebron
aangeboord!"
„Zie je?" kreunde Pech, „nergens kan ik even rusten
of de fortuin slaat toe om me weer voort te drijven.
Vlug, laten we er vandaar gaan, anders krijg ik ook
hier weer hopen geld voor! Ach wat ben ik een pech
vogel! „Ja! Ik heb een plan!riep Sten,
i