Het verdwenen manuscript
SENAAT DER V.S. BEZORGD OVER
LOT DER STRIPTEASE-MEISJES
Valspar42
DURE FILMS (f 288.000!) VAN
MEVROUW KENNEDY'S AZIE-REIS
ZIJN HUN GELD VOLOP WAARD
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN DE PECHVOGEL
Ons vervolgverhaal
Vakvereniging laat „ontkleeddames
ook figuurlijk in haar hemd staan
Critiek is verstomd
MAANDAG 9 JULI 1962
door H. Wolfram Geizsler
Tof hiertoe
Lakverf
Oog in oog met de vangst
Geen „B-girls'
I
'f'lll
Psychologische aanpak
J C; V -V "&V - .'j. v~
fp
25)
M „Steeds?" vroeg Yvonne.
„Ik kan 't niet anders zien", ant-
woordde Fox. ,,'t Is de enige en tege-
lijkertijd vreselijkste konsekwentie,
van- de mesnelijke samenleving. Men
spreekt graag over de goede oude
tijd. Welnu, ik geloof niet, dat die er
ooit is geweest. Het ligt alleen in de
=j aard der menseq om de narigheid
sneller te vergeten dan de goede din-
gen, en hoe verder het verleden weg-
jE zinkt, hoe meer het goede uit die tijd
schijnt te overwegen. Maar ik geloof,
dat de geschiedenis, het tegendeel
aantoont. Kijkt u maar eens naar de
muren en tinnen van dit oude slot,
S zien die er vreedzaam uit?"
Yvonne merkte op: „Toch moet het
leven toen veel onschuldiger geweest
5 zijn. Want hoe vaak de Noormannen
S en andere zeerovers ook geprobeerd
hebben dit slot te veroveren, het is
1 hun niet gelukt; anders zou er niet
veel meer van over zijn. Hoe anders
is dat tegenwoordig! Eén voltreffer
uit zwaar geschut, dat men helemaal
niet ziet en ons oude kasteel zou
een puinhoop zijn. 't Waren toch wer-
kelijk betere tijden, toen die Arthur-
=j ridders nog man-tegen-man vochten
en de sterkste overwon. Tegenwoor-
Ej dig zou die hele kring van dappere
ridders in een minuut zelfs door een
kind neergeschoten kunnen worden
2 met zo'n modern machinegeweer."
„Dat is eigenlijk wat ik bedoelde",
zei de slotvrouwe van Louha, „en zo
schijnt 't altijd weer door te gaan."
B Fox vond de wending, die het ge-
sprek nam, -niet helemaal prettig en
zag 't aankomen, dat madame Ber-
nard over haar gesneuvelde zoon zou
5 beginnen. Ze vervolgde echter: „U
zult in die meneer Denis, die ons deze
week komt opzoeken, een man leren
1 kennep, die onze meningen deelt. Hij
ziet de toekomst zelfs nog zwarter
dan wij en hij heeft niet veel hoop
meer voor de mensheid."
5 „Hij is dus vermoedelijk geen door-
Ej snee-Amerikaan", merkte Fox op. „Hij
is noch een doorsnee-mens, noch een
Amerikaan", antwoordde madame
s Bernard en stond op. Het was iets
merkwaardigs in haar, dat ze het
S gezelschap van andere mensen, een
discussie of wat ook, eigenlijk nooit
langer dan hoogstens een half uur
verdroeg.
5 Fox dacht echter, dat er allerlei
droevige herinneringen bij haar wa-
ren gewekt.
„We hadden voorzichtiger moeten
zijn", zei hij even later tegen Yvonne.
„Dat helpt niet", antwoordde het
meisje. „Ze denkt nu eenmaal altijd
aan haar gesneuvelde zoon. Daarom
draagt ze ook alleen maar zwarte
kleren. Ze leidt een ongélukkig en
daarbij onbegrijpelijk leven. Ik ver-
heug me erover, dat u bij ons blijft
logeren. De avonden hier zijn vrese-
lijk! Wilt u wel geloven, dat ik er
soms als een berg tegenop zie om
E hier te gaan logeren. Maar ik moet
't doen. hoe zou mijn tante 't anders
E uithouden? Waar 't echter tenslotte
E op uit moet lopen
„U bedoelt, als ze sterft
E „Mijn moeder en ik zullen dan het
E slot erven, en dan wens ik maar een
ding: een behoorlijke voltreffer, maar
natuurlijk op een moment, dat ik niet
hier ben
„Meent u dat in ernst?"
„Niet helemaal, dat moet ik toe-
E geven", antwoordde ze. „Ik heb er
E natuurlijk wel enig gevoel voor, dat
ik de laatste ben van een familie die
al vijftienhonderd jaar dit oude slot
op de rotsen bezit. Maar ik voel me
soms zo opstandig, dat alleen mijn
1 gedachten al de oude muren tot bar-
sten zouden moeten brengen. Staat er
5 ook niet iets dergelijks in de Bijbel?"
E „De muren van Jericho", antwoord-
de Fox glimlachend, „maar het wa-
ren geen gedachten, doch bazuinen."
I „Komt u mee? Dan gaan we het
E slot van buiten nog eens bekijken.
E Misschien valt ons dan nog een ande-
re manier in", zei Yvonne lachend.
„Ik moet zo nu en dan bewust het,
gevoel ondergaan, dat ik hier tenslot-
te niet gevangen zit.
5 Ze was op deze zondagmorgen niet
E zo boers gekleed als de vorige dag;
E ze droeg een fleurige gebloemde jurk
en schoenen met hoge hakken. De
jurk deed haar robuuste, doch goed
gevormde lichaam voordelig uitko-
E men en ze scheen zich hiervan be-
wust te zijn.
Ze liep langs een smal heidepaadje
voor hem uit. „Ik zal u naar °en g
plekje brengen", legde ze uit, „dat g
sinds mijn prille jeugd mijn bijzon- E
dere liefde heeft. Je hebt van daaruit
een zeer ongewoon uitzicht op het
slot. En juist omdat u wilt tekenen,
zal dit uitzicht u bevallen Ik heb wel E
eens eerder gedacht, dat men van
daar eigenlijk een schets van het slot g
moest maken, maar helaas kan :k
zelf niet tekenen."
„Zijn er geen oude kronieken over
Louha?" vroeg Fox.
Ze meende van niet. „Toen 't nog
boeiende tijden waren, konden d° E
mensen niet schrijven alleen de
monniken verstonden die kunst, en g
die waren hier niet. O wat zou ik
graag in die tijd geleefd hebben!" Ze
sprak met hem, terwijl ze achter el-
kaar langs het smalle pad voortwan- g
delden, en telkens keek ze even naar
hem om. Hij sloeg haar gade t.n E
peinsde, dat 't in het slot, met Yvon-
ne als burchtvrouwe, waarschijnlijk g
heel genoeglijk toegegaan zou zijn.
Na een kwartier bereikten ze een E
kleine verhoging, die recht tegenover
de vuurtoren aan de andere kant van g
de baai lag. Van dit plekje was het
uitzicht over de zee-inham, met het E
slot op de rotsen, inderdaad verras- E
send mooi. Yvonne had niet overdre-
ven. Ze gingen in het zand zitten, g
„Begint.u nu maar te schetsen. Als E
die tekening wordt, zoals ik me voor- g
stel, ben ik van plan u te vragen,
haar aan mij te geven. U moet alle E
bijzaken en natuurlijk ook die lelijke
vuurtoren weglaten." g
Fox, die haar niet graag wilde to- e
nen, dat hij helemaal geen tekenta- E
lent had, antwoordde, dat hij .lit
prachtige uitzicht eerst rustig op zich g
wilde laten inwerken. E
„Laat ik u daarbij niet storen", zei E
Yvonne en strekte zich languit naast g
hem uit. „Ik zal doodstil zijn. Als er g
wind was, zouden we het ritselen van E
het zand horen. Dat kan klinken als E
de zachte violen in de ouverture Lo-
hengrin, maar dan moet je de ogen g
dichtdoen."
„Doe dat maar", zei hij. Steunend E
op zijn ellebogen, zat hij naast haar g
en tuurde voor 'zich uit. g
„Er is toch wel wat wind", zei nij E
even later, „de krulletjes op je ,voor-
hoofd bewegen."
„Dat is een van die bijzaken, waar- g
mee u zich niet moet bezighouden", E
antwoordde ze. „U moet naar het uit- E
zicht blijven kijken." g
„Maar ik vind dat bewegen van die
krulletjes momenteel veel boeiender. E
Zullen we dat tekenen niet tot mor- E
gen uitstellen?" g
„Morgen heb ik geen tijd." E
„Misschien juist daarom. Ik moet E
namelijk bekennen, dat ik door ",ie
krullende haren afgeleid word van g
mijn kunstzinnige plannen." g
„Heel onbetamelijk!" E
„Maar heel plezierig!"
„O zei Yvonne met een diepe g
zucht, „U weet niet, aan wie u uw g
aandacht verspilt. Men heeft mij deze E
zomer namelijk hierheen verbannen, E
omdat ik aan een ongelukkige liefde e
leed."
„Aan liefde kan ik bij jou geloven, E
Yvonne, maar niet aan ongelukkig-
hêid". g
„Alsof ik hier troost zou kunnen g
vinden", zei het meisje, meer tot g
zichzelf dan tot haar metgezel.
„Misschien kan ik je troosten", zei g
Fox zacht en zich over haar heenbui- g
gend streek hij de krulletjes van haar E
voorhoofd weg
VII. g
Door de wonderlijke stilte van de g
avond wandelde Fox terug naar Ërig- E
nogan. De roodgouden avondzon, die
hij in de rug had, zonk langzaamweg g
achter de horizon en in deze belich- g
ting leek zijn schaduw eindeloos. Er- E
gens op zee klonk de stoomfluit van E
een schip; in deze omgeving leek 't g
op de hoorn van een zeegod. E
Ook de eenzaamheid kan onrustig
maken, peinsde Fox. Tegelijkertijd
besefte hij echter, dat 't niet de een- g
zaamheid was, doch Yvonne, die hem g
enigszins van zijn stuk had gebracht,
Yvonne hield niet van deze eenzaam-
héid g
„Bent u ontstemd om 't een of an- g
der?" vroeg de hotelhouder in Brig- g
.nogan?"
„Helemaal niet, hoe komt u daar-
bij?" g
(Wordt vervolgd)
fTiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiimii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiniiiiiiiHiiiiiiniiiiiiiiHiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii
ft
(Van onze correspondent)
WASHINGTON. - Wekenlang heeft
een onderzoekscommissie van de Ameri
kaanse Senaat onder voorzitterschap
van McClelIan voorpaginanieuws opge
leverd. De Senatoren maakten zich offi
cieel bezorgd over het lot van de strip-
teasers „uitkleedplaaggeesten" zou
men die meisjes in het Nederlands kun
nen noemen Maar nu de Senaatscom
missie dit onderzoek beëindigd heeft,
ziet het er niet naar uit, dat er veel zal
veranderen in de strip-tease-wereld. De
Senatoren zijn er alleen in geslaagd, zelf
flink wat publiciteit te krijgen en som
mige „plaaggeesten" hebben in die pu
bliciteit mogen delen.
EEN BAR in Chicago vijf uur 's mid
dags. Een tiental mannen zit stevig te
drinken: whisky of bier. De barman
schenkt telkens snel hun lege glazen weer
vol, wanneer ze die naar hem toeschui
ven. De mannen zeggen niets en ze staren
voortdurend langs de barman heen. Want
achter hem op 'n soort loopplank wan
delt een juffrouw heen en weer, die zich
letterlijk gaandeweg van haar glan
zende kleren ontdoet. Als ze nagenoeg poe
delnaakt is, kan ze inrukken. De drinkende
mannen accepteren het zonder een woo:d
van protest. Ze kennen de regels van het
spel: tot hiertoe en niet verder. Lola ver
dwijnt van de loopplank en een van top
tot teen in bont en nylon geklede Moni
que of Lilian of Electrique(!) zal haar
baantje overnemen en heupdeinend rp
de maat van grammofoonmuziek ter-
Advertentie
c,PA/?
GEMBO N.V. - Winschoten - Amsterdam
Sam Whatley uit Moultrie in de Ame
rikaanse staat Georgia oog in oog met
de baas van bijna vijf pond die hij
op zijn achtste jaar heeft gevangen.
Sam is een geboren visser, al was deze
vangst wel de grootste uit zijn leven.
Hij vist met een werphengel en deze
laatste prestatie kostte hem
vijf minuten.
gend langzaam enige ritssluitingen open
trekken met alle onthullingen vandien.
Misschien behoort er ook wel een juffrouw
Salomé tot de vakvereniging van de strip-
teasers. Die toneelnaam lijkt me bijzon
der passend want de dochter van Herodias
zou wel tot patrones van dit gilde verhe
ven mogen worden. Zij immers moest het
nog zonder ritssluitingen stellen. Maar één
ding had Salomé met de hedendaagse
plaaggeesten zeker gemeen: ook zij werk
te in een sfeer van „sexe en misdaad".
DIE MEISJES in zo'n bar in Chicago en
in vele dergelijke bars elders, zullen maar
heel matig betaald worden voor hun rol
letjes in zulk een uitkleedmarathon aan de
lopende band. Zij fungeren zo ongeveer
als borrelhapjes of zoutjes. Ze houden de
mannen langer op hun barkruk en hun
glazen gevuld. Men zou het Aiiet verwach
ten, maar veel van die meisjes zijn geor
ganiseerd in een echte vakvereniging: de
American Guild of Variety Artists of kort
weg A.G.V.A..
De leden moeten een stevige contributie
betalen en de leiders van deze vakvereni
gingen hebben een vet baantje. De
A.V.G.A. behoort tot het overkoepelend
vakverbond van de grote „A.F.L.-C.I.O."
Ook de „stripsters" werken op arbeids
contract en een van de clausules daarin
luidt, dat zij niet als „b-girls" ofwel ani-
meermeisjes gebruikt mogen worden. In
de praktijk echter zijn ze heel vaak wel
werkzaam in beide „functies": eerst kle
den zij zichzelf uit en aan en daarna pro
beren ze de drinkers aan de bar figuur
lijk uit te kleden door naast hen te
gaan zitten en drankjes af te bedelen. Ze
vragen altijd iets te drinken dat duur klinkt
en veel kost, doch wfet in feite meestal
water met een kleurtje is. Van de hoge
prijs die de klant daarvoor betaalt, krij
gen de meisjes „percenten". Soms worden
ze betaald overeenkomstig het aantal con
sumpties dat ze in één avond hebben „op
gespaard". Enfin, ook de animeer-meis-
jes bestaan al eeuwen en in vele landen.
Waar de Senaatscommissie zich onder an
deren over opwond was het feit, dat het
arbeidscontract van de „plaaggeesten"
vaak geschonden werd door de werkge
vers en dat de vakvereniging bijvoor
beeld door het organiseren van een sta
king! daar niets tegen deed. Maar het
klonk heel aannemelijk, toen een van i.e
vakverenigingsleiders de opinie verkondig
de, dat vrijwel geen enkele „stripster" tot
staken bereid zou zijn. Zij kunnen van bet
„strippen" alleen nauwelijks leven en lie
ver dan met een zuur gezicht achter de
schermen te zitten, komen ze een lief in
zicht zetten tegen de mannen aan de oar.
Tja, en om meer dure drankjes los ie
krijgen beloven ze die mannen soms heel
wat „voor later" ook. Of ze zich daaraan
houden is niet zo gemakkelijk na te gaan,
maar de Senatoren sloegen de plank niet
te ver mis, toen ze stelden, dat sommige
van die ontkleeddames beter „prostituees
met een vakverenigingskaart" genoemd
konden worden.
Dat is natuurlijk allemaal niet zo fraai.
Maar het doet erg naief aan, om hoge
ethische normen te gaan eisen van een
vakvereniging van semi-verleidsters. Oe
opvolgsters van Salomé hebben zich een
„werkkring" gezocht, die men de vicieuze
cirkel van de zonde kan noemen. En wan
neer enige van de tien geboden daar over
treden worden, haalt men er beter de po
litie bij dan het bestuur van de vakvereni
ging. Dat die vakvereniging ook op haar
manier de leden weer uitkleedt, door hoge
contributies te heffen en daar weinig be
scherming tegenover te stellen is natuur
lijk niet fraai, maar dat komt meer voor
in Amerika.
'DAT DE SENAATSCOMMISSIE juist deze
bedrijfstak onder de loep heeft genomen,
heeft haar heel wat publiciteit bezorgd.
Was dat een van de nevenbedoelingen? Dag
in, dag uit hebben de Amerikaanse kran
tenlezers in hun sènsatiebladen maar even
goed in de serieuze kranten hoofdschud
dend of likkebaardend de verslagen kun
nen lezen van de verhoren die de com
missie op touw zette. Aan fotomateriaal
was geen gebrek: Senatoren, die met de
vuist op tafel sloegen, bareigenaars met
louche tronies en stripsters met weelde
rige kapsels doch in opvallend brave jurk
jes. Want tenslotte, om tien uur 's mor
gens gedraagt een stripster zich nog niet
als plaaggeest, en zeker niet in de deftige
zedige senaatskamers in het Kaptool van
Washington waar de commissie van on
derzoek haar slachtoffers ondervraagd
heeft.
mtr"
Twist met balletjes was het recept voor
deze grappige nylon stippenjurk die
de Londense couturier Farman ont
wierp voor de naderende hoog-
zomerse dagen.
(Van onze correspondent)
WASHINGTON. Toen bekend werd, dat het verfilmen van Jacqueline
Kennedys recente reis naar India en Pakistan het lieve sommetje van tachtig
duizend dollar (288.000 gulden) had gekost, veroorzaakte dat nogal wat critiek
in de Verenigde Staten. Maar nu leden van de Amerikaanse en van de buiten
landse pers die films hebben gezien, is alle critiek verstomd. De films zijn
voortreffelijk vakwerk, uitgevoerd met veel smaak en met een juist gevoel voor
propagandawaarde. Zij kunnen er zeer toe bijdragen Amerika meer geliefd te
maken in India, Pakistan en elders. En dat is tenslotte één van de belangrijkste
taken van de Amerikaanse informatiedienst, die deze rolprenten heeft doen
opnemen.
„HOE MAAK JE vrienden en hoe kun
je invloed krijgen op de mensen?" luidt
de titel van een bekend Amerikaans boek
over .public relations", dat wil zeggen
over officiële en persoonlijke betrekkin
gen met de medemensen. De Amerikaan
se informatiedienst moet de „public re
lations" voor Amerika verzorgen en die
taak is razend moeilijk. Want het gaat
met staten precies als met mensen: wie
rijk en machtig is, wordt wel vaak ach
terna gelopen, maar zelden bemind. Pre
sident Kennedy en zijn jonge echtgenote
hebben echter de goede toon en de juiste
houding gevonden in hun contacten met
het buitenland Dat bleek onlangs nog
heel duidelijk bij hun bezoek aan Mexico.
En daar zij bij hun bezoeken Amerika
vertegenwoordigen is dat een groot voor
deel voor de Verenigde Staten.
DIKWIJLS wanneer Amerikanen in het
buitenland komen, bezoeken zij gebieden
die in macht, rijkdom en techniek ver
achterstaan bij de V S., maar die terecht
trots zijn op hun oude geschiedenis en
cultuur Te trotser, omdat zij met die
trots het gevoel van minderwaardigheid
compenseren, dat wordt ingeboezemd door
de moderniteit en het technisch vermogen
van de zogenaamd hoogontwikkelde lan
den. Wat heeft nu de cineast Leo Seltzer
gedaan toen hij een propagandafilm moest
maken van mevrouw Kennedy's bezoek
aan India en Pakistan? Hij heeft de ca
mera niet in de eerste plaats gericht op
de charmante echtgenote van Amerika's
president, doch op de mensen, de palei
zen, tempels en natuur van het mysterieu
ze Aziatische subcontinent. Misschien heb
ben de mensen in Pakistan en India nog
nooit zulk een mooie film van hun eigen
land gezien De kleuren zijn warm, de
beelden wisselend en boeiend. Het is een
verrukking naar dit alles te kijken en nie
mand is gelukkiger met deze reisfilms,
dan juist mevrouw Kennedy, die haar
reis maakte op uitnodiging dezer landen
en die, in haar omgang met de hoogst-
en met de laagst-geplaatsten, altijd dezelf
de meisjesachtige charme en vriendelijk
heid toont Onvergetelijk gelukkig is haar
gezicht bijvoorbeeld in de scene, die op
genomen werd toen zij in Pakistan het
prachtige rijpaard Sardar ten geschenke
kreeg. Maar de filmoperateur begon deze
scene niet met mevrouw Kennedy, doch
met het paard. Wie zo'n paard ziet (en
krijgt) móet zich wel heel gelukkig voelen.
Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp
55. Tante Patent had vanaf haar stoep het afschu
welijke drama gadegeslagen. „Hemeltjedit gaat
wat vermompelde ze en dribbelde vlug de
straat over, naar de plek waar de agent lag, geveld
tijdens de uitoefening van zijn plicht. Een groep toe
schouwers had zich over hem heengebogen. Zonder
iets te doen, overigens. Tante Patent aarzelde geen
ogenblik. „Meneer de Sof," zei ze. „Er zijn gren
zen. U gaat te ver. U werkt niet mee. Ik heb alles
voor u gedaan wat ik kon doen. Ik heb zelfs een
verklaring voor uw gedrag en voor uw costuum. Ik
heb aan mijn buurdames verteld dat u lid is van
een nieuwe Beweging. Van de Impulsieve Beweging.
Laten we hopen dat met die uitleg uw gedrag vol
doende is verontschuldigd. Maar nu gaat u met mij
mee. Wij gaan samen zoeken naar het jongetje
Kees, dat Uw offervat in zijn bezit moet hebben."
Deze incidentele scene markeert, hoe de
aanpak van de films in het algemeen is
geweest: aandacht allereerst voor deze
prachtige landen en hun gracieuze in
woners en pas daarna de weerspiegeling
van al die exotische schoonheid op het
gezicht van mevrouw Kennedy.
Dat Jacqueline Kennedy in deze korte
films (22 en 15 minuten) meer dan twin
tig verschillende jurken draagt, zal de
vrouwen in de wereld zeker interesseren.
Mij leken die jurken veel charmanter dan
veel wat ze doorgaans in Amerika draagt,
maar als man voel ik me beslist niet
competent, hierover te schrijven. Toch is
dit beslist geen modeshow in een exotisch
décor. Andersom alweer: mevrouw Ken
nedy heeft de goede smaak gehad, zich
te kleden in harmonie met de gracieuze
omgeving waarin ze als gast verkeerde.
In het begin van dit artikel noemde ik
het Amerikaanse boek „How to make
friends and influence people". In dat boek
staat o.a. de opmerking: „Waarom hou
den we van een hond?" Het antwoord is:
„omdat hij zo blij naar ons toekomt". Het
is een wat gewaagde maar zeer vrien
delijk bedoelde vergelijking: in India en
Pakistan zullen de duizenden die deze
films te zien krijgen, een grote genegen
heid opvatten voor mevrouw Kennedy, die
zo zichtbaar gelukkig was omdat ze in
hun landen zoveel moois zag en zoveel
sympathie ondervond.
ZULKE FILMS (kopieën worden thans in
India èin Pakistan en in vele andere niet
communistische landen gratis verspreid)
doen Amerika meer goed, dan films over
wolkenkrabbers, autowegen, ijskasten en
zelfs over ziekenhuizen en universiteiten in
Amerika zelf.
De aanpak van deze films was psycho
logisch volkomen juist en de mensen, die
de reis hebben verfilmd, hebben 'n subtiel
geveol gehad niet alleen voor de schoon
heid van deze landen, maar ook voor een
juiste benadering van de bevolking. Wat
dat laatste betreft hebben zij gewerkt in
volkomen harmonie met mevrouw Kenne
dy, die even charmant is wanneer ze
praat met Nehroe of wanneer ze geheel
onverwacht en buiten het protocol om be
sluit om een ritje te maken op een ka
meel, samen met haar levenslustige zus
ter prinses Radziwill.
MAITTJ TOONDÏÏ
57. Volgens het plannetje van tante Hennie werd voor
meneer Pech een groot huis gekocht, waar hij met al
zijn ooms, tantes, neven en nichten kon wonen. Maar
hoewel dit een aardig sommetje kostte en ook het no
dige werd neergeteld voor kleren, juwelen en zo, bleef
er toch nog zo'n groot vermogen over, dat meneer
Pechs familie niet rustig kon zijn. Steeds weer ontston
den ruzies over de verdeling van grote geldsommen,
die overbleven, nadat grote geldsommen verdeeld wa
ren. En daar zat de ongelukkige toto-winnaar maar
tussen! „Grutjes o grutjes, wat een leven!" zuchtte de
onfortuinlijke miljardair, „is er dan niets, dat een einde
aan die eeuvnge ruzies kan maken?" Op dat ogenblik
kwam een dienstmeisje binnen en meldde: „Er is een
meneer Panda aan de deur, die meneer Pech wil spre
ken." Deze simpele woorden brachten als bij toverslag
eenheid tussen de twistenden. Als één grote familie
stormden de ooms, tantes, neven en nichten naar de
voordeur om Panda te verjagen. „Laat je hier nooit
meer zien!" riep tante Hennie, „je wilt alleen maar
misbruik maken van de goedgeefsheid van mijn lieve
neef!" „Dat is helemaal niet waar!" antwoordde Panda
verontwaardigd. „Ik wil juist.Maar zijn woorden
werden overstemd door de kreten, waarmee de familie
hem de deur wees. „Echt gemeen, dat ik meneer
Pech niet even mag spreken," dacht Panda, „maar
ik geef het toch niet op!"