weeldebelasting
is
eraf!
goedkoper!
Motto der Algerijnse revolutie:
er is maar één held: het volk!
Leiders en hun conflicten
zijn produkten van de'
revolutionaire situatie
REVOLUTIES
Wereldnieuws
ENGEL
Kranten in Italië
verschijnen weer
IVVV eist boycot
van Spanje
Deining in Israel
over Soblen
^Praatótoel
(Op de
DONDERDAG 12 JULI 1962
3
Overleg tussen uitgevers
en typografen hervat
Hulp noch samenwerking
in enigerlei vorm
Moties van wantrouwen
tegen de regering
COUVERTS
en
CASSETTES
in zilver, pleet en
verzilverd
veel en veel
Wat wil Ben Bella,
wat Ben Khedda?
-•
CORSETTEN
Stedelijke
revolutionairen
Bourgeoisie
Vlido laat u
ongestoord kamperen!
Koloniale erfenis
Jacques Soustelle bedankt
voor het Legioen van Eer
Elias
ROME (AP) Vertegenwoordigers van
de uitgevers en het stakende dagbladper-
soneel hebben besloten in te gaan op een
verzoek van de regering tot hervatting van
de besprekingen, die ten doel hebben het
arbeidsgeschil bij de Italiaanse dagbladen
op te lossen. Door een reeks stakingen
van de drukkers en het andere technische
personeel hebben de Italianen sinds een
maand dagenlang geen krant gekregen.
Het besluit om debesprekingen te her
vatten kwam na afloop van een algeme
ne driedaagse staking. Verder zijn er tal
van korte sporadische stakingen geweest.
De stakers eisen een loonsverhoging van
achttien percent. Het drukkerijpersoneel
heeft besloten de staking die dinsdag be
gonnen is en drie dagen zou duren, te
beëindigen.
BERLIJN (Reuter) Op het wereld
congres van het Internationale Verbond
van Vrije Vakverenigingen (IVVV) te Ber
lijn is een resolutie aangenomen, waarin
op alle democratische regeringen een be
roep wordt gedaan om de economische
steun aan en militaire samenwerking
met Spanje te beëindigen. Eventuele ver
zoeken van Spanje om lid te mogen wor
den van politieke, economische of andere
organisaties in het Westen moeten niet
ingewilligd worden, aldus de resolutie.
De Spaanse balling Pasqual Thomas zei
dat deze resolutie een uitgangspunt kan
vormen voor een internationale actie te
gen het regime van Franco op een tijd
stip waarop alle factoren aanwezig zijn
om dit regime door een democratisch
systeem te vervangen.
Het congres nam ook een resolutie aan
waarin steun werd toegezegd aan de sta
kende mijnwerkers in Noord-Rhodesië en
waarin rassendiscriminatie werd veroor
deeld. j
JERUZALEM (AP) Tegen de Israë
lische regering zijn drie moties van wan
trouwen ingediend wegens haar beleid in
de affaire-Soblen. Dr. Robert Soblen, een
62 jaar oude Amerikaanse psychiater die
als spion tot levenslang veroordeeld werd,
is onlangs door Israël uitgewezen. Hij
verblijft nu in een gevangenis in Londen,
waar hij politiek asiel heeft gevraagd.
De moties zijn ingediend door de li
berale, de communistische en de linkse
Mapam partij. De Heroet partij onthield
zich van stemming over de moties, waar
mee zij sympathiseerde, om niet de in
druk te wekken dat zij sympathie voor
de spion koestert.
Premier Ben Goerion bestreed de be
schuldigingen dat Soblen onder buiten
landse druk uitgewezen was. Hij legde
er de nadruk op dat dit alleen gebeurd
was, omdat Soblen Israël met valse pa
pieren was binnengekomen en om te voor
komen dat Israël door Joodse misdadigers
als een uitwijkplaats misbruikt wordt.
Advertentie
bij uw juwelier
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
Wat wil Ben Bella? Wat betekent zijn
strijd tegen Ben Khedda? Wie zal die
strijd winnen? De achtenswaardigste
commentators van het Westen breken
zich het hoofd over die vragen. Want het
antwoord daarop zal beslissen over de
politieke oriëntatie van de „Maghreb",
het gearabiseerde Noord-Afrika. De
„Maghreb" is Afrika's balkon op de
Middellandse Zee. En Europa droomt
van Eurofrika, een nieuwe band tussen
het zwarte en het oude werelddeel, die
de koloniale moet vervangen. Wat be
tekent de strijd tussen de leiders der
Algerijnse revolutie? Voor behoudzuch-
tigen is het antwoord simpel genoeg. Ze
zijn weliswaar gegêneerd geraakt door
de Franse excessen in Algerije, maar de
breuk in het F.L.N. bewijst voor hen dat
„de Algerijnen niet rijp zijn voor zelf
bestuur". Vooruitstrevenden zoeken se-
rieus naar gewichtiger motieven, psycho
logische achtergronden en historische
parallellen. Maar ook zij zijn belast met
de gedachte, dat personen hun stempel
op historische processen drukken, dat zij
ze niet alleen leiden, maar ook op gang
brengen.
De romantische oververeenvoudiging, die
Churchill, Brigitte Bardot, De Gaulle,
Marilyn Monroe en Ben Bella op de sok
kel van de persoonlijkheidscultus plaatst,
speelt de achtenswaardige commentators
der Algerijnse gebeurtenissen parten. Zij
hebben Ben Bella tot extremist uitgeroe
pen en Ben Khedda tot gematigde. Die
kwalificatie heeft absurde aspecten: Ben
Khedda heeft een complete marxistische
vorming ondergaan, de ideologische scho
ling van Ben Bella is 0,0. U ziet: achtens
waardigheid garandeert geen inzicht in
revolutionaire processen.
De Algerijnen zelf kijken door het an
dere eind van de verrekijker en zeggen:
„Er is maar één held, het volk". Via die
revolutionaire oververeenvouding krijgt
het conflict aan de top een helderder ge
stalte. Een paar fundamentele overwegin
gen moet men daarbij niet uit het oog ver
liezen. De eerste: de Algerijnse revolutie
is een werkelijke revolutie. Zij is niet al
leen een afschudden van een vreemde over
heersing (de fase die nu voorbij is), maar
ook de structurele omvorming van de
Algerijnse maatschappij, de fase die nu
begint. De tweede: de Algerijnse leiders
twisten niet over de noodzaak van die om
vorming, maar wel over de snelheid en
vooral de methodiek daarvan. De derde:
de Algerijnse leiders hebben niet de re
volutie gemaakt. De revolutie is geboren
uit een onhoudbare! situatie, waarin ge
weld de enige uitweg was. En de revolu
tionaire situatie heeft de revolutionairen
gemaakt.
Nu was de -evolutionaire situatie in Al
gerije minder eenvormig dan men dacht.
De unanimiteit gold slechts het eerste
doel: een eind maken aan de Franse
overheersing. In de tweede fase scheid
den zich al de wegen; op de dag dat het
eerste doel bereikt was, ontstond het con
flict over het volgende. In dat conflict
vertegenwoordigt Ben Bella de meerder
heid van het A.L.N, het nationale bevrij
dingsleger. Het A.L.N. is voor het groot
ste deel gerekruteerd op het platteland
uit de zonen van het agrarisch proletariaat,
hongerige, landloze boeren. De groep-Ben
Khedda, de voorlopige Algerijnse regering
zelf, steunt op de meerderheid van het
F.L.N., de politieke organisatie, die haar
grootste kracht heeft in de steden en on
der het half miljoen Algerijnse arbeiders
in Frankrijk. Door de bank genomen dus
de arbeiders, het industriële proletariaat.
c
Advertentie
1 fiW.'
ff V
Modisch en
medisch verantwoord
D MMHBW 'J1 ffl!
Zou men Marx en Lenin willen geloven
dan moet de groep Ben Khedda het ra
dicaalst revolutionair zijn. Lenin immers
mobiliseerde de boeren slechts om wille
van hun aantal als hulpjes van de revo
lutie. Maar na Marx en Lenin zijn Mao
Tse Toeng en Fidel Castro gekomen: in
vele onderontwikkelde gekoloniseerde lan
den zullen de boeren, het agrarisch prole
tariaat, het revolutionairst zijn. Hun doel
is het duidelijkst en het eenvoudigst: zij
willen land. In Algerije is dat niet anders:
de „Fellahin" die een karig lapje land af
schrapen, de landloze boeren die bij de
„colons" werken, willen „hun land terug."
Dat duidelijke, directe, overzichtelijke doel
maakt hen tot „pure en harde revolutio
nairen", schuw van ieder compromis. En
het ALN, dat zich, om Mao Tse Toengs
omschrijving te gebruiken, in die agrari
sche bevolking bewoog „als een vis in het
water" heeft zich met het geweer in de
hand die doelen en dat denken eigen ge
maakt.
Voor de stedelijke revolutionairen als
Ben Khedda en Mohammed Boudiaf (die
veel meer dan de premier de werkelijke
leider van de groep-Ben Khedda is) lig
gen de zaken anders. De arbeiders wil
len niet het apparaat vernietigen, waar
van zij leven. Men kan terstond het groot
grondbezit van een Franse „colon" op
splitsen onder de boeren, maar niet een
Franse fabriek onder de Algerijnse ar
beiders verdelen. Hun revolutionaire me
thodiek moet een omweg gebruiken: het
geleidelijk onder Algerijns gezag brengen
van het buitenlandse industriële apparaat.
Hun verdere geëvolueerdheid. hun intellec
tuele en praktische ervaring heeft hen
gebracht tot compromissen eerst in
Evian met Frankrijk, later in Algiers
met de O.A.S. die door de agrarische
revolutionairen met diepe achterdocht
worden bekeken. En toch zijn het geen
fundamenteel-ideologische geschillen, maar
tactische. Ook voor de groep-Ben Khedda
hebben die compromissen geen kracht
voor de eeuwigheid. Zij zijn slechts een
doelmatige weg geweest om meer lijden
te voorkomen. Het revolutionaire proces
kon van een zeker ogenblik af zonder
verder geweld worden voltooid.
Dit is, door het Algerijnse eind van de
verrekijker gezien, de werkelijke achter
grond van het conflict in de leiding. Ze
ker is die kloof verder verdiept door een
aantal menselijke factoren, die ons veel
bekender voorkomen: persoonlijke ambi
ties, wrijving tussen de strijdende onder
grondse en een regering in ballingschap,
groepsvorming, ergernis achter de fagade
van eenheid, die zeven jaar lang ten kos
te van alles gehandhaafd moest worden,
het ongeduld van de troepen in Tunesië
en Marokko, die tot het uiterste waren
getraind, maar niet aan de revolutie kon
den deelnemen. Er was ook de neiging
van de leiders der Algerijnse bourgeoisie,
Advertentie
VLIEGEN
voor
seizoen slechts
Erdal produkt, dus goed!
zoals Ferhat Abbas, Ahmed Francis en
Ahmed Boumendjel, die zich laat bij de
revolutie hebben aangesloten, om zich daar
na zo revolutionair mogelijk voor te doen.
Zij kozen daarom de kant van Ben Bella.
Er is ten slotte nog een koloniale erfe
nis. De Algerijnen zijn in een Frans-poli
tieke sfeer groot geworden. Hun Arabische
subtiliteit, versterkt door Franse politieke
gebruiken, heeft lang 't werkelijke krach
tenspel gecamoufleerd. Maar voordat men
al te verontwaardigd het hoofd schudt over
hun gebrek aan verantwoordelijkheidsge
voel, waaruit het conflict geboren werd
(dat overigens zo goed als zeker door een
compromis zal worden beslecht) mag men
een uniek aspect van de Algerijnse revo
lutie niet vergeten. In tegenstelling tot bij
na alle andere nationalistische opstanden
die een verafgode leider hadden (Bour-
guiba, Soekarno, Nehroe) hebben de Al
gerijnen zeven jaar lang revolutie gevoerd
onder een collectief leiderschap, dat ver
antwoording verschuldigd was aan het na
tionale comité van de Algerijnse revolu
tie, in feite een soort parlement. Een re
volutie dus onder een parlementair demo
cratisch systeem. En daaraan kan men
liet recht op meningsverschil moeilijk
ontzeggen.
PARIJS (AP) Jacques Soustelle, die
uit de Franse regering is getreden we
gens een geschil over de politiek van
president De Gaulle inzake Algerije, heeft
verzocht zijn naam te schrappen uit het
register van dragers van het Legioen
van Eer. Een kopie van zijn brief aan
de grootkanselier van het Legioen is ge
publiceerd in het Parijse blad „Journal
du Parlement" waaraan hij af en toe
artikelen bijdraagt.
In de brief schrijft Soustelle dat het
woord „eer" geen betekenis meer heeft
nu Frankrijk zich heeft onteerd door laf
heid en het in de steek laten van Algerije
Algerije.
Ook zijn medaille wegens verzetswerk
wil Soustelle niet meer dragen omdat
.het verzet het overleveren van natio
naal gebied aan de vijand noch tot ideaal
noch tot doel had".
Iedereen die in zijn leven
wel eens geprobeerd heeft een
grote of een kleine revolutie
te ontketenen, weet wat een
keiharde waarheid schuilt in
de verzuchting: „de gewoon
ten hebben méér revoluties
gekeerd dan bajonetten of bar
ricaden". Dq gewoonten dat
aaneengekitte complex van ge-
dachtenloos gevolgde sleur-
handelingen, voor veel mensen
de enige levensbasis vormend,
en voor ieder van ons meer of
minder een houvast voor per
soonlijkheid en levenskunst.
De gewoonten zijn inderdaad
een barricade van versteende
hechtheid, waarin moeilijk be
weging te krijgen is en waar
van het slopen met groot ge
duld en voorzichtigheid moet
gebeuren, zoals men een gaat
je krabt in een celmuur.
Revoluties zijn vaak onbe
hagelijke dingen. Het denk
beeld om een omwenteling te
ontketenen en de dagelijkse
gang van zaken plotseling om
te buigen naar een nieuwe
bedding, is zelfs voor velen zo
afschrikwekkend en verfoei
lijk, dat zij het principe en uit
gangspunt van een bloeiende
politieke partij hebben gevon
den in een bestrijding ervan.
De anti-revolutionaire gelovi
gen zullen het mij vergeven,
wanneer ik hierbij niet hun
hele partijprogramma met zijn
ontelbare positieve en opbou
wende elementen ga herhalen,
doch eenvoudig vaststel dat
het voorkomen van schokken
de en kwetsende machtsde
monstraties, die buiten het
aanvaarde procédé ener demo
cratische samenleving om tot
iets nieuws willen dwingen,
hun belangrijkste streven is.
Het gaat echter wél om de
vraag, wat eigenlijk de defini
tie van een revolutie is.
Mijn trouwe, alleswetende
Van Dale geeft hierover slechts
een betrekkelijk vage ophelde
ring. Hij begint met te vertel
len dat „revolutie" betekent:
de jaarlijkse beweging der aar
de om de zon. Dat is zeer
merkwaardig. Niet alleen zou
het absurd zijn te veronder
stellen dat mijn A.R.-vrienden
zich hebben verenigd om aan
dat verschijnsel voor eens en
voor goed een einde te maken,
maar bovendien kan ik mij
niets voorstellen dat méér on
revolutionair is dan die einde
loze ommegang, die al. ontel
bare eeuwen onveranderlijk
plaats heeft en, naar het zich
laat aanzien, voorlopig nog
wel tot de onveranderlijke ge
woonten onzer aarde zal blij
ven behoren.
Veel duidelijker wordt Van
Dale, als hij vervolgens be
toogt. „algehele verandering in
de staatkundige en/of maat
schappelijke toestanden in een
land tengevolge van een actie
van hen. die daaraan onder
worpen waren. Plotselinge ver
andering van ingrijpende
aard."
Het opvallende hierbij is,
dat Van Dale nergens spreekt
over „onwettig", en ik heb het
idee dat juist dit woord in het
anti-revolutionaire woorden
boek op de eerste plaats staat.
We kunnen dus gevoeglijk aan
nemen, dat niemand bezwaar
zal en kan hebben tegen een
bepaalde soort revoluties, doch
dat vrijwel iedereen er zich
uit gewoonte en sleur gedach-
tenloos tegen verzet. Revolu
ties op alle terrein, doch alle
maal voor het eerst kiemend
in de geest.
Dat laatste is een zeer be
langrijk punt. Het is een bij
zonder intrigerende en indruk
wekkende gedachte, dat elke
revolutie, elke vernieuwing,
elke ingrijpende verandering
op wélk gebied ook, in eerste
aanleg als een weifelend, flak
kerend lichtje is gaan branden
in de denkwereld van één
mens.
Het zou interessant zijn eens
na te gaan, welke grote, heil
zame veranderingen in het
maatschappelijke bestel aan
dergelijke revolutionaire in
spiraties te danken zijn. Voor
zieningen die thans niemand
meer zou willen missen en die
als uiterst doelmatig zijn toe
gevoegd aan de essenties van
de „democratie", zijn meestal
aanvankelijk afgesprongen op
de „barricade van versteende
gewoonten", die om het oude
leventje was opgetrokken en
waarachter de burger zich in
slaap had laten wiegen, zalig
overtuigd van de onverander
lijkheid en stabiliteit zijner
omstandigheden.
Het is moeilijk, zich altijd te
blijven realiseren dat „leven"
synoniem is met „verandering"
De bodem lijkt zo beweging
loos, de sleur lijkt zo doel
matig en geijkt, de situatie
heeft zozeer het stempel van
uiterste bereikbaarheid, de
wisseling der dagen voltrekt
zich schijnbaar volgens een
onaantastbaar schema. De ge
woonte levert de pleisters voor
de wonden. Er zijn altijd ar
men en rijken geweest, er is
altijd ergens oorlog, er zullen
altijd zieken en geneesmidde
len zijn, er zullen altijd slacht
offers en profiteurs meespelen
in het drama van de wereld.
Men zal altijd moeten werken
voor zijn brood en er zullen
altijd mensen zijn die meer
of minder krijgen dan ze ver
dienen. De onrechtmatigheden
en de misverstanden zullen
nooit worden uitgeroeid, omdat
ze altijd bestaan hebben. Men
heeft de wereld te accepteren
zoals zij zich voordoet en men
moet zich neerleggen bij dat
gene wat geboden wordt. Dit
is de religie der gewoonte, de
slafelijke onderdanigheid aan
het noodlot en de heilige eer
bied voor de traditie en de
conventie.
Ontelbaaar veel mensen le
ven en sterven tevreden vol
gens deze leer, getrouw hun
rol vervullend en vreesachtig
afwijzend tegenover alles wat
op revolutie lijkt. Zij zijn de
kopieën hunner vaders en
moeders, die kopieën van hun
eigen ouders waren. Zij staan
schichtig tegenover het nieuwe
en liefdevol tegenover 't oude,
klagend over onverwachte
ongerijmdheden en chaotische
opstoppingen op hun levens
weg. Zij vormen met el
kander de muur der gewoonte,
die spijkerhard gebouwd is om
een geconserveerd stuk leven
om een eigen, dierbaar mu
seum waar geen vreemdeling
binnenkomt.
Maar er zijn anderen. Er
zijn revolutionairen onder ons,
die in een vreemde vasthou
dendheid doorgaan met stukjes
weg te krabben uit de beton
nen muur der traditie, omdat
zij geen tanks hebben om de
wallen te rammen. Dat zijn de
mensen met de flakkerende
vlammen in hun ziel, die voed
sel vinden in hun inspiratie.
Als wij leefden in een ander
deel van de wereld, waar niet
alles zo plomp en hecht ge
bouwd is en waar de gewoon
ten te jong zijn om diep te
kunnen wortelen, zouden deze
mensen met vlaggen in de
hand de barricaden beklim
men en hun leven wagen. Nu
beoefenen zij hun oproer in de
zeer civiele vorm van het ver
enigingsleven, de actie, de
collecte, het schrijven en het
spreken, en soms in hun
ambt als dat hun de gelegen
heid biedt onopvallend te wer
ken in de richting van hun
idee.
Ogenschijnlijk gebeurt er
niets. Het leven staat stil, zou
men zeggen, de straten zijn
rustig en vaak verlaten, de
kerkklokken beieren op zon
dagmorgen over een domme
lend volk. Doch soms merkt
men plotseling, dat ergens een
revolutie zich met succes vol
trokken heeft. Dan valt een
uitgeholde schil in poeder
uiteen, waarachter zich eens
een heilige traditie heeft ver
borgen. Het museum lijdt een
verlies, de bewakers vegen
spijtig een hoopje stof op een
blik en ergeren zich aan een
lege plaats.
In een maatschappij als de
onze voltrekken de revoluties
zich merendeels in het ver
borgene, omdat ze tot aan hun
onontkoombare rqaterialisatie
worden voltooid in de geest,
in de gedachtenwereld. Wij
vechten niet op straat, en onze
rebellen zijn ongrijpbaar: zij
zijn gedachten.
Niet iedere revolutie is een
vooruitgang, niet iedere ver
andering is een verbetering.
Niet iedere revolutionair is
een weldoener der mensheid.
Doch als de rebellie niet een
onaantastbare muur van ge
woonten tegenover zich vindt,
verwezenlijkt zij zich vroeg of
laat onvermijdelijk. Het is
daarom zaak, onszelf te om
ringen met góede gewoonten
en ons leven in te richten
naar een regel, die als een
variatie op een bekend Engels
gebed zou kunnen luiden:
„Geef ons de kracht, onze
goede gewoonten te handhaven
en onze slechte af te zweren
en de wijsheid om de ene
soort te onderscheiden van de
andere."
In vele gevallen zijn die
slechte gewoonten zeer duide
lijk kenbaar. De oorlog, bij
voorbeeld, is een zeer slechte
gewoonte der mensheid, waar
tegen een groeiend leger van
revolutionairen reeds eeuwen
lang geduldig strijdt. De af
schaffing daarvan vereist een
revolutie in het denken die
niet gering zal zijn maar
een revolutie die de ethica en
de logica aan haar zijde heeft
en die zich voltrekken zal zo
dra de mensheid in meerder
heid de volwassenheid der ge
dachten heeft bereikt, die tot
dusver nog slechts aan enke
lingen beschoren was. Aan
deze omwenteling gaat een
andere vooraf, namelijk de
ontdekking dat de dienstplicht
in feite een tot gewoonte ge
worden schending der men
selijke gewetensvrijheid is, die
op den duur niet meer te rij
men zal zijn met de ontwikke
ling der persoonlijkheid.
Een andere slechte gewoon
te was ongetwijfeld de machts
vorming onder dwang der reli
gieuze dogma's, de commer
ciële exploitatie der genees
kunde, de uitwassen der vivi
sectie, het misbruik van het
dier ten behoeve van het amu
sement, de roofbouw op de
natuur ten behoeve van de
industrialisatie, de verkeerd
gerichte schoolopleiding die
zich specialiseert op karakter
loze veelweters inplaats van
op karaktervolle levenskunste
naars.
Slechte gewoonten, die niet
temin moeilijk zijn aan te tas
ten. Doch wanneer men over
een tijdsverloop van vijftig
jaar op deze terreinen naar
gelukte revoluties gaat speu
ren, vindt men er toch méér
dan men zou denken. Het mag
waar zijn dat in circussen nog
steeds leeuwen door vurige
hoepels springen doch vijf
tig jaar geleden trok men nog
ganzen bijwijze van openbaar
vermaak hun koppen af en
lagen kettinghonden bij dui
zenden te bevriezen of t^| ver
smachten in de ellende. Thans
is een Mammoetwet op komst
om de revolutie van het onder
wijs een wettige basis te ge
ven, een nieuwe wet op de ge
neesmiddelen hoopt de ergste
uitwassen af te kappen, de
geestelijken zijn op weg om
helpers inplaats van tirannen
te worden, het behoud en de
uitbreiding van natuurlijke
recreatiegebieden hebben ern-
tige aandacht.
Waarmee ik slechts zeggen
wil: laten wij, achter de muur
van onze góede gewoonten, de
goede revolutionairen onder
ons in ere houden en een
handje helpen, inplaats van te
glimlachen om hun utopisch
lijkende bezieling.
Representatie
IK HEB weer eens klachten over de al
maar in tal en last toenemende „repre
sentaties", waartoe gemeenten, provinciën
het rijk zelf. verenigingen, bonden, belang
wekkende particulieren en bizzenissen zich
verplicht achten. Dagelijks stroomt een
brede rivier van sherry, vermouth, sinaas
appel- en tomatensap, waarop toastjes met
priegelig beleg drijven, over dit land.
„Is daar niets aan te doen? Het vergt
vele tienduizenden guldens" zeggen de kla
gers.
Als u het mij vraagt kost deze steeds
meer beoefende gewoonte vele tonnen
gouds per jaar, want u moogt vooral ook
de „lopende buffetten" de enigen die
niet lopen bij zulke gelegenheden niet
vergeten: Al die mooi opgemaakte schalen
en schotels, die door de sprinkhanen der
onheilige vraatzucht in een mum van tijd
kaalgevreten worden. Plus de diners. Plus
de noenmalen. Rekent u daar dan nog even
de benzine voor de auto's der bezoekers
bij? En het rookgerei?
Er zijn mensen die deze aangelegenhe
den een pretje vinden als het aan hen
lag zouden zij er elke dag op z'n minst
één willen meemaken, maar er zijn er ook
en mij dunkt dat die in de meerder
heid zijn die het een bezoeking vinden
een uur te moeten staan met een glas in
de hand en een glimlach om de lippen.
Ik ben een beginselvast tegenstander
van bemoeizucht van de overheid, doch
hier is deze de aangewezen instantie om
er een eind aan te maken, daar het parti
culier initiatief daartoe onmachtig is. De
overheid zou kunnen gelasten: Voor elk
partijtje van deze aard behoeft ge mijn
uitdrukkelijke toestemming en indien ik de
ze, zij het bij uitzondering, zal geven, zijt
ge aan banden gebonden: „U moogt niet
meer dan twee gulden per persoon beste
den en ik zal u voor deze zinloosheid bo
vendien belasting laten betalen. Bovendien
moet ge aan mijn belastingadministratie
lijsten der aanwezigen overleggen, opdat
ik hen bij het nekvel grijpen kan voor
gratis eten en drinken en (dusdoende) be
sparing op normale huiselijke uitgaven.
Die kant moet het op. Drastisch de kop
indrukken. Fors beperken. Per overheids
instantie, particulier hoofd en onderneming
slechts zoveel representatiekosten 's jaars
en dan uit een van hogerhand te bepalen
budget.
Dan maar geen sherry en Martini, doch
een (één) glas bier en dan maar geen ge
rookte zalm doch een voedzame boterham
met kaas.
Dit lijkt mij de enige methode om de kop
in te drukken van het steeds vetter en
begeriger wordende monster Representa
tie.
Trouwens wat is het nut ervan? Is
er iemand rijker naar beurs en geest
van geworden? Zijn gemeenten erdoor tot
weelderiger bloei gekomen? Is de omzet
van handelshuizen en fabrieken erdoor ge
stegen?
Als ik even mij zelf in 't geding mag
roepen: Ik heb nog nooit een partijtje ge
geven of een buffet doen lopen en mijn
populariteit is tot in het hinderlijke ge
stegen. Ik heb nog nimmer één kreeft of
zalm besteed aan mijn welvaart. Niettemin
stijgt deze ondanks Wall Street en Dam
rak van dag tot dag.
Advertentie
WIOBN SINDS ISSS
Grote Houtstraat 181
HAARLEM
Antisemitisme. Een bom heeft woensdag
avond grote schade aangericht aan de
entree van een Joods winkelbedrijf in het
centrum van Buenos Aires, de hoofdstad
van Argentinië. Het was een nieuw ge
val in de reeks aanslagen op Joodse za
ken sinds de executie van Eichmann.
Naam. Roger Wlödzimierz-Leliwa-Tyszkie-
wicz heeft van de rechtbank te New
York toestemming gekregen zijn naam te
veranderen. Hij mag zich in het vervolg
Wlodzimierz Roger Tyszkiewicz noemen.
Staking. De leiding van Argentinië's groot
ste vakbond, de C.G.T., heeft in beginsel
besloten op 1 en 2 augustus een staking
van 48 uur te organiseren.
Verspilling. Deskundigen, die een onder
zoek naar de verspilling in Oost-Duits-
land instellen hebben in het gebied ron
dom de havenstad Rostock 5.400 onge
bruikte machines ter waarde van 16.5
miljoen mark aangetroffen. De directies
van de staatsbedrijven is te verstaan
gegeven deze machines snel in gebruik
te nemen of ze anders te zenden naar
bedrijven die er dringend om verlegen
zitten.
Vooruit. De toestand van Sir Winston
Churchill is volgens het gisteren gepu
bliceerde bulletin zodanig vooruitgegaan,
dat het volgende bulletin pas vrijdag zal
verschijnen.
Terechtgestelden worden berecht. Een
rechtbank te Ankara heeft bepaald dat
er geen reden is om een proces tegen
drie ter dood veroordeelde en terechtge
stelde Turkse politici niet te laten door
gaan. Deze drie zijn Mendères die pre
mier, Zorli en Polatkan die minister zijn
geweest. De drie zijn aangeklaagd we
gens verduistering van staatsgelden. Ook
oud-president Bayar, die een levenslan
ge gevangenisstraf uitzit, is voor hetzelf
de feit aangeklaagd. De verdedigers
hadden aangevoerd dat berechting niet
mogelijk was omdat hun cliënten ter
dood veroordeeld en terechtgesteld zijn.
Gearresteerd. Silvio Frondizi, een broer
van de afgezette Argentijnse president,
is gearresteerd. De politie heeft geen
reden opgegeven voor de arrestatie van
de linkse schrijver.
Verdronken. In het Erie-meer nabij Long
Point Beach, in de Canadese provincie
Ontario, zijn dinsdag vijf kinderen van
tussen zeven en negen jaar verdronken,
toen de kano waarin zij peddelden, door
een sterke stroom werd gegrepen en
omsloeg.