weeldebelasting is eraf! goedkoper! Motto der Algerijnse revolutie: er is maar één held: het volk! Leiders en hun conflicten zijn produkten van de' revolutionaire situatie REVOLUTIES Wereldnieuws ENGEL Kranten in Italië verschijnen weer IVVV eist boycot van Spanje Deining in Israel over Soblen ^Praatótoel (Op de DONDERDAG 12 JULI 1962 3 Overleg tussen uitgevers en typografen hervat Hulp noch samenwerking in enigerlei vorm Moties van wantrouwen tegen de regering COUVERTS en CASSETTES in zilver, pleet en verzilverd veel en veel Wat wil Ben Bella, wat Ben Khedda? -• CORSETTEN Stedelijke revolutionairen Bourgeoisie Vlido laat u ongestoord kamperen! Koloniale erfenis Jacques Soustelle bedankt voor het Legioen van Eer Elias ROME (AP) Vertegenwoordigers van de uitgevers en het stakende dagbladper- soneel hebben besloten in te gaan op een verzoek van de regering tot hervatting van de besprekingen, die ten doel hebben het arbeidsgeschil bij de Italiaanse dagbladen op te lossen. Door een reeks stakingen van de drukkers en het andere technische personeel hebben de Italianen sinds een maand dagenlang geen krant gekregen. Het besluit om debesprekingen te her vatten kwam na afloop van een algeme ne driedaagse staking. Verder zijn er tal van korte sporadische stakingen geweest. De stakers eisen een loonsverhoging van achttien percent. Het drukkerijpersoneel heeft besloten de staking die dinsdag be gonnen is en drie dagen zou duren, te beëindigen. BERLIJN (Reuter) Op het wereld congres van het Internationale Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) te Ber lijn is een resolutie aangenomen, waarin op alle democratische regeringen een be roep wordt gedaan om de economische steun aan en militaire samenwerking met Spanje te beëindigen. Eventuele ver zoeken van Spanje om lid te mogen wor den van politieke, economische of andere organisaties in het Westen moeten niet ingewilligd worden, aldus de resolutie. De Spaanse balling Pasqual Thomas zei dat deze resolutie een uitgangspunt kan vormen voor een internationale actie te gen het regime van Franco op een tijd stip waarop alle factoren aanwezig zijn om dit regime door een democratisch systeem te vervangen. Het congres nam ook een resolutie aan waarin steun werd toegezegd aan de sta kende mijnwerkers in Noord-Rhodesië en waarin rassendiscriminatie werd veroor deeld. j JERUZALEM (AP) Tegen de Israë lische regering zijn drie moties van wan trouwen ingediend wegens haar beleid in de affaire-Soblen. Dr. Robert Soblen, een 62 jaar oude Amerikaanse psychiater die als spion tot levenslang veroordeeld werd, is onlangs door Israël uitgewezen. Hij verblijft nu in een gevangenis in Londen, waar hij politiek asiel heeft gevraagd. De moties zijn ingediend door de li berale, de communistische en de linkse Mapam partij. De Heroet partij onthield zich van stemming over de moties, waar mee zij sympathiseerde, om niet de in druk te wekken dat zij sympathie voor de spion koestert. Premier Ben Goerion bestreed de be schuldigingen dat Soblen onder buiten landse druk uitgewezen was. Hij legde er de nadruk op dat dit alleen gebeurd was, omdat Soblen Israël met valse pa pieren was binnengekomen en om te voor komen dat Israël door Joodse misdadigers als een uitwijkplaats misbruikt wordt. Advertentie bij uw juwelier (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) Wat wil Ben Bella? Wat betekent zijn strijd tegen Ben Khedda? Wie zal die strijd winnen? De achtenswaardigste commentators van het Westen breken zich het hoofd over die vragen. Want het antwoord daarop zal beslissen over de politieke oriëntatie van de „Maghreb", het gearabiseerde Noord-Afrika. De „Maghreb" is Afrika's balkon op de Middellandse Zee. En Europa droomt van Eurofrika, een nieuwe band tussen het zwarte en het oude werelddeel, die de koloniale moet vervangen. Wat be tekent de strijd tussen de leiders der Algerijnse revolutie? Voor behoudzuch- tigen is het antwoord simpel genoeg. Ze zijn weliswaar gegêneerd geraakt door de Franse excessen in Algerije, maar de breuk in het F.L.N. bewijst voor hen dat „de Algerijnen niet rijp zijn voor zelf bestuur". Vooruitstrevenden zoeken se- rieus naar gewichtiger motieven, psycho logische achtergronden en historische parallellen. Maar ook zij zijn belast met de gedachte, dat personen hun stempel op historische processen drukken, dat zij ze niet alleen leiden, maar ook op gang brengen. De romantische oververeenvoudiging, die Churchill, Brigitte Bardot, De Gaulle, Marilyn Monroe en Ben Bella op de sok kel van de persoonlijkheidscultus plaatst, speelt de achtenswaardige commentators der Algerijnse gebeurtenissen parten. Zij hebben Ben Bella tot extremist uitgeroe pen en Ben Khedda tot gematigde. Die kwalificatie heeft absurde aspecten: Ben Khedda heeft een complete marxistische vorming ondergaan, de ideologische scho ling van Ben Bella is 0,0. U ziet: achtens waardigheid garandeert geen inzicht in revolutionaire processen. De Algerijnen zelf kijken door het an dere eind van de verrekijker en zeggen: „Er is maar één held, het volk". Via die revolutionaire oververeenvouding krijgt het conflict aan de top een helderder ge stalte. Een paar fundamentele overwegin gen moet men daarbij niet uit het oog ver liezen. De eerste: de Algerijnse revolutie is een werkelijke revolutie. Zij is niet al leen een afschudden van een vreemde over heersing (de fase die nu voorbij is), maar ook de structurele omvorming van de Algerijnse maatschappij, de fase die nu begint. De tweede: de Algerijnse leiders twisten niet over de noodzaak van die om vorming, maar wel over de snelheid en vooral de methodiek daarvan. De derde: de Algerijnse leiders hebben niet de re volutie gemaakt. De revolutie is geboren uit een onhoudbare! situatie, waarin ge weld de enige uitweg was. En de revolu tionaire situatie heeft de revolutionairen gemaakt. Nu was de -evolutionaire situatie in Al gerije minder eenvormig dan men dacht. De unanimiteit gold slechts het eerste doel: een eind maken aan de Franse overheersing. In de tweede fase scheid den zich al de wegen; op de dag dat het eerste doel bereikt was, ontstond het con flict over het volgende. In dat conflict vertegenwoordigt Ben Bella de meerder heid van het A.L.N, het nationale bevrij dingsleger. Het A.L.N. is voor het groot ste deel gerekruteerd op het platteland uit de zonen van het agrarisch proletariaat, hongerige, landloze boeren. De groep-Ben Khedda, de voorlopige Algerijnse regering zelf, steunt op de meerderheid van het F.L.N., de politieke organisatie, die haar grootste kracht heeft in de steden en on der het half miljoen Algerijnse arbeiders in Frankrijk. Door de bank genomen dus de arbeiders, het industriële proletariaat. c Advertentie 1 fiW.' ff V Modisch en medisch verantwoord D MMHBW 'J1 ffl! Zou men Marx en Lenin willen geloven dan moet de groep Ben Khedda het ra dicaalst revolutionair zijn. Lenin immers mobiliseerde de boeren slechts om wille van hun aantal als hulpjes van de revo lutie. Maar na Marx en Lenin zijn Mao Tse Toeng en Fidel Castro gekomen: in vele onderontwikkelde gekoloniseerde lan den zullen de boeren, het agrarisch prole tariaat, het revolutionairst zijn. Hun doel is het duidelijkst en het eenvoudigst: zij willen land. In Algerije is dat niet anders: de „Fellahin" die een karig lapje land af schrapen, de landloze boeren die bij de „colons" werken, willen „hun land terug." Dat duidelijke, directe, overzichtelijke doel maakt hen tot „pure en harde revolutio nairen", schuw van ieder compromis. En het ALN, dat zich, om Mao Tse Toengs omschrijving te gebruiken, in die agrari sche bevolking bewoog „als een vis in het water" heeft zich met het geweer in de hand die doelen en dat denken eigen ge maakt. Voor de stedelijke revolutionairen als Ben Khedda en Mohammed Boudiaf (die veel meer dan de premier de werkelijke leider van de groep-Ben Khedda is) lig gen de zaken anders. De arbeiders wil len niet het apparaat vernietigen, waar van zij leven. Men kan terstond het groot grondbezit van een Franse „colon" op splitsen onder de boeren, maar niet een Franse fabriek onder de Algerijnse ar beiders verdelen. Hun revolutionaire me thodiek moet een omweg gebruiken: het geleidelijk onder Algerijns gezag brengen van het buitenlandse industriële apparaat. Hun verdere geëvolueerdheid. hun intellec tuele en praktische ervaring heeft hen gebracht tot compromissen eerst in Evian met Frankrijk, later in Algiers met de O.A.S. die door de agrarische revolutionairen met diepe achterdocht worden bekeken. En toch zijn het geen fundamenteel-ideologische geschillen, maar tactische. Ook voor de groep-Ben Khedda hebben die compromissen geen kracht voor de eeuwigheid. Zij zijn slechts een doelmatige weg geweest om meer lijden te voorkomen. Het revolutionaire proces kon van een zeker ogenblik af zonder verder geweld worden voltooid. Dit is, door het Algerijnse eind van de verrekijker gezien, de werkelijke achter grond van het conflict in de leiding. Ze ker is die kloof verder verdiept door een aantal menselijke factoren, die ons veel bekender voorkomen: persoonlijke ambi ties, wrijving tussen de strijdende onder grondse en een regering in ballingschap, groepsvorming, ergernis achter de fagade van eenheid, die zeven jaar lang ten kos te van alles gehandhaafd moest worden, het ongeduld van de troepen in Tunesië en Marokko, die tot het uiterste waren getraind, maar niet aan de revolutie kon den deelnemen. Er was ook de neiging van de leiders der Algerijnse bourgeoisie, Advertentie VLIEGEN voor seizoen slechts Erdal produkt, dus goed! zoals Ferhat Abbas, Ahmed Francis en Ahmed Boumendjel, die zich laat bij de revolutie hebben aangesloten, om zich daar na zo revolutionair mogelijk voor te doen. Zij kozen daarom de kant van Ben Bella. Er is ten slotte nog een koloniale erfe nis. De Algerijnen zijn in een Frans-poli tieke sfeer groot geworden. Hun Arabische subtiliteit, versterkt door Franse politieke gebruiken, heeft lang 't werkelijke krach tenspel gecamoufleerd. Maar voordat men al te verontwaardigd het hoofd schudt over hun gebrek aan verantwoordelijkheidsge voel, waaruit het conflict geboren werd (dat overigens zo goed als zeker door een compromis zal worden beslecht) mag men een uniek aspect van de Algerijnse revo lutie niet vergeten. In tegenstelling tot bij na alle andere nationalistische opstanden die een verafgode leider hadden (Bour- guiba, Soekarno, Nehroe) hebben de Al gerijnen zeven jaar lang revolutie gevoerd onder een collectief leiderschap, dat ver antwoording verschuldigd was aan het na tionale comité van de Algerijnse revolu tie, in feite een soort parlement. Een re volutie dus onder een parlementair demo cratisch systeem. En daaraan kan men liet recht op meningsverschil moeilijk ontzeggen. PARIJS (AP) Jacques Soustelle, die uit de Franse regering is getreden we gens een geschil over de politiek van president De Gaulle inzake Algerije, heeft verzocht zijn naam te schrappen uit het register van dragers van het Legioen van Eer. Een kopie van zijn brief aan de grootkanselier van het Legioen is ge publiceerd in het Parijse blad „Journal du Parlement" waaraan hij af en toe artikelen bijdraagt. In de brief schrijft Soustelle dat het woord „eer" geen betekenis meer heeft nu Frankrijk zich heeft onteerd door laf heid en het in de steek laten van Algerije Algerije. Ook zijn medaille wegens verzetswerk wil Soustelle niet meer dragen omdat .het verzet het overleveren van natio naal gebied aan de vijand noch tot ideaal noch tot doel had". Iedereen die in zijn leven wel eens geprobeerd heeft een grote of een kleine revolutie te ontketenen, weet wat een keiharde waarheid schuilt in de verzuchting: „de gewoon ten hebben méér revoluties gekeerd dan bajonetten of bar ricaden". Dq gewoonten dat aaneengekitte complex van ge- dachtenloos gevolgde sleur- handelingen, voor veel mensen de enige levensbasis vormend, en voor ieder van ons meer of minder een houvast voor per soonlijkheid en levenskunst. De gewoonten zijn inderdaad een barricade van versteende hechtheid, waarin moeilijk be weging te krijgen is en waar van het slopen met groot ge duld en voorzichtigheid moet gebeuren, zoals men een gaat je krabt in een celmuur. Revoluties zijn vaak onbe hagelijke dingen. Het denk beeld om een omwenteling te ontketenen en de dagelijkse gang van zaken plotseling om te buigen naar een nieuwe bedding, is zelfs voor velen zo afschrikwekkend en verfoei lijk, dat zij het principe en uit gangspunt van een bloeiende politieke partij hebben gevon den in een bestrijding ervan. De anti-revolutionaire gelovi gen zullen het mij vergeven, wanneer ik hierbij niet hun hele partijprogramma met zijn ontelbare positieve en opbou wende elementen ga herhalen, doch eenvoudig vaststel dat het voorkomen van schokken de en kwetsende machtsde monstraties, die buiten het aanvaarde procédé ener demo cratische samenleving om tot iets nieuws willen dwingen, hun belangrijkste streven is. Het gaat echter wél om de vraag, wat eigenlijk de defini tie van een revolutie is. Mijn trouwe, alleswetende Van Dale geeft hierover slechts een betrekkelijk vage ophelde ring. Hij begint met te vertel len dat „revolutie" betekent: de jaarlijkse beweging der aar de om de zon. Dat is zeer merkwaardig. Niet alleen zou het absurd zijn te veronder stellen dat mijn A.R.-vrienden zich hebben verenigd om aan dat verschijnsel voor eens en voor goed een einde te maken, maar bovendien kan ik mij niets voorstellen dat méér on revolutionair is dan die einde loze ommegang, die al. ontel bare eeuwen onveranderlijk plaats heeft en, naar het zich laat aanzien, voorlopig nog wel tot de onveranderlijke ge woonten onzer aarde zal blij ven behoren. Veel duidelijker wordt Van Dale, als hij vervolgens be toogt. „algehele verandering in de staatkundige en/of maat schappelijke toestanden in een land tengevolge van een actie van hen. die daaraan onder worpen waren. Plotselinge ver andering van ingrijpende aard." Het opvallende hierbij is, dat Van Dale nergens spreekt over „onwettig", en ik heb het idee dat juist dit woord in het anti-revolutionaire woorden boek op de eerste plaats staat. We kunnen dus gevoeglijk aan nemen, dat niemand bezwaar zal en kan hebben tegen een bepaalde soort revoluties, doch dat vrijwel iedereen er zich uit gewoonte en sleur gedach- tenloos tegen verzet. Revolu ties op alle terrein, doch alle maal voor het eerst kiemend in de geest. Dat laatste is een zeer be langrijk punt. Het is een bij zonder intrigerende en indruk wekkende gedachte, dat elke revolutie, elke vernieuwing, elke ingrijpende verandering op wélk gebied ook, in eerste aanleg als een weifelend, flak kerend lichtje is gaan branden in de denkwereld van één mens. Het zou interessant zijn eens na te gaan, welke grote, heil zame veranderingen in het maatschappelijke bestel aan dergelijke revolutionaire in spiraties te danken zijn. Voor zieningen die thans niemand meer zou willen missen en die als uiterst doelmatig zijn toe gevoegd aan de essenties van de „democratie", zijn meestal aanvankelijk afgesprongen op de „barricade van versteende gewoonten", die om het oude leventje was opgetrokken en waarachter de burger zich in slaap had laten wiegen, zalig overtuigd van de onverander lijkheid en stabiliteit zijner omstandigheden. Het is moeilijk, zich altijd te blijven realiseren dat „leven" synoniem is met „verandering" De bodem lijkt zo beweging loos, de sleur lijkt zo doel matig en geijkt, de situatie heeft zozeer het stempel van uiterste bereikbaarheid, de wisseling der dagen voltrekt zich schijnbaar volgens een onaantastbaar schema. De ge woonte levert de pleisters voor de wonden. Er zijn altijd ar men en rijken geweest, er is altijd ergens oorlog, er zullen altijd zieken en geneesmidde len zijn, er zullen altijd slacht offers en profiteurs meespelen in het drama van de wereld. Men zal altijd moeten werken voor zijn brood en er zullen altijd mensen zijn die meer of minder krijgen dan ze ver dienen. De onrechtmatigheden en de misverstanden zullen nooit worden uitgeroeid, omdat ze altijd bestaan hebben. Men heeft de wereld te accepteren zoals zij zich voordoet en men moet zich neerleggen bij dat gene wat geboden wordt. Dit is de religie der gewoonte, de slafelijke onderdanigheid aan het noodlot en de heilige eer bied voor de traditie en de conventie. Ontelbaaar veel mensen le ven en sterven tevreden vol gens deze leer, getrouw hun rol vervullend en vreesachtig afwijzend tegenover alles wat op revolutie lijkt. Zij zijn de kopieën hunner vaders en moeders, die kopieën van hun eigen ouders waren. Zij staan schichtig tegenover het nieuwe en liefdevol tegenover 't oude, klagend over onverwachte ongerijmdheden en chaotische opstoppingen op hun levens weg. Zij vormen met el kander de muur der gewoonte, die spijkerhard gebouwd is om een geconserveerd stuk leven om een eigen, dierbaar mu seum waar geen vreemdeling binnenkomt. Maar er zijn anderen. Er zijn revolutionairen onder ons, die in een vreemde vasthou dendheid doorgaan met stukjes weg te krabben uit de beton nen muur der traditie, omdat zij geen tanks hebben om de wallen te rammen. Dat zijn de mensen met de flakkerende vlammen in hun ziel, die voed sel vinden in hun inspiratie. Als wij leefden in een ander deel van de wereld, waar niet alles zo plomp en hecht ge bouwd is en waar de gewoon ten te jong zijn om diep te kunnen wortelen, zouden deze mensen met vlaggen in de hand de barricaden beklim men en hun leven wagen. Nu beoefenen zij hun oproer in de zeer civiele vorm van het ver enigingsleven, de actie, de collecte, het schrijven en het spreken, en soms in hun ambt als dat hun de gelegen heid biedt onopvallend te wer ken in de richting van hun idee. Ogenschijnlijk gebeurt er niets. Het leven staat stil, zou men zeggen, de straten zijn rustig en vaak verlaten, de kerkklokken beieren op zon dagmorgen over een domme lend volk. Doch soms merkt men plotseling, dat ergens een revolutie zich met succes vol trokken heeft. Dan valt een uitgeholde schil in poeder uiteen, waarachter zich eens een heilige traditie heeft ver borgen. Het museum lijdt een verlies, de bewakers vegen spijtig een hoopje stof op een blik en ergeren zich aan een lege plaats. In een maatschappij als de onze voltrekken de revoluties zich merendeels in het ver borgene, omdat ze tot aan hun onontkoombare rqaterialisatie worden voltooid in de geest, in de gedachtenwereld. Wij vechten niet op straat, en onze rebellen zijn ongrijpbaar: zij zijn gedachten. Niet iedere revolutie is een vooruitgang, niet iedere ver andering is een verbetering. Niet iedere revolutionair is een weldoener der mensheid. Doch als de rebellie niet een onaantastbare muur van ge woonten tegenover zich vindt, verwezenlijkt zij zich vroeg of laat onvermijdelijk. Het is daarom zaak, onszelf te om ringen met góede gewoonten en ons leven in te richten naar een regel, die als een variatie op een bekend Engels gebed zou kunnen luiden: „Geef ons de kracht, onze goede gewoonten te handhaven en onze slechte af te zweren en de wijsheid om de ene soort te onderscheiden van de andere." In vele gevallen zijn die slechte gewoonten zeer duide lijk kenbaar. De oorlog, bij voorbeeld, is een zeer slechte gewoonte der mensheid, waar tegen een groeiend leger van revolutionairen reeds eeuwen lang geduldig strijdt. De af schaffing daarvan vereist een revolutie in het denken die niet gering zal zijn maar een revolutie die de ethica en de logica aan haar zijde heeft en die zich voltrekken zal zo dra de mensheid in meerder heid de volwassenheid der ge dachten heeft bereikt, die tot dusver nog slechts aan enke lingen beschoren was. Aan deze omwenteling gaat een andere vooraf, namelijk de ontdekking dat de dienstplicht in feite een tot gewoonte ge worden schending der men selijke gewetensvrijheid is, die op den duur niet meer te rij men zal zijn met de ontwikke ling der persoonlijkheid. Een andere slechte gewoon te was ongetwijfeld de machts vorming onder dwang der reli gieuze dogma's, de commer ciële exploitatie der genees kunde, de uitwassen der vivi sectie, het misbruik van het dier ten behoeve van het amu sement, de roofbouw op de natuur ten behoeve van de industrialisatie, de verkeerd gerichte schoolopleiding die zich specialiseert op karakter loze veelweters inplaats van op karaktervolle levenskunste naars. Slechte gewoonten, die niet temin moeilijk zijn aan te tas ten. Doch wanneer men over een tijdsverloop van vijftig jaar op deze terreinen naar gelukte revoluties gaat speu ren, vindt men er toch méér dan men zou denken. Het mag waar zijn dat in circussen nog steeds leeuwen door vurige hoepels springen doch vijf tig jaar geleden trok men nog ganzen bijwijze van openbaar vermaak hun koppen af en lagen kettinghonden bij dui zenden te bevriezen of t^| ver smachten in de ellende. Thans is een Mammoetwet op komst om de revolutie van het onder wijs een wettige basis te ge ven, een nieuwe wet op de ge neesmiddelen hoopt de ergste uitwassen af te kappen, de geestelijken zijn op weg om helpers inplaats van tirannen te worden, het behoud en de uitbreiding van natuurlijke recreatiegebieden hebben ern- tige aandacht. Waarmee ik slechts zeggen wil: laten wij, achter de muur van onze góede gewoonten, de goede revolutionairen onder ons in ere houden en een handje helpen, inplaats van te glimlachen om hun utopisch lijkende bezieling. Representatie IK HEB weer eens klachten over de al maar in tal en last toenemende „repre sentaties", waartoe gemeenten, provinciën het rijk zelf. verenigingen, bonden, belang wekkende particulieren en bizzenissen zich verplicht achten. Dagelijks stroomt een brede rivier van sherry, vermouth, sinaas appel- en tomatensap, waarop toastjes met priegelig beleg drijven, over dit land. „Is daar niets aan te doen? Het vergt vele tienduizenden guldens" zeggen de kla gers. Als u het mij vraagt kost deze steeds meer beoefende gewoonte vele tonnen gouds per jaar, want u moogt vooral ook de „lopende buffetten" de enigen die niet lopen bij zulke gelegenheden niet vergeten: Al die mooi opgemaakte schalen en schotels, die door de sprinkhanen der onheilige vraatzucht in een mum van tijd kaalgevreten worden. Plus de diners. Plus de noenmalen. Rekent u daar dan nog even de benzine voor de auto's der bezoekers bij? En het rookgerei? Er zijn mensen die deze aangelegenhe den een pretje vinden als het aan hen lag zouden zij er elke dag op z'n minst één willen meemaken, maar er zijn er ook en mij dunkt dat die in de meerder heid zijn die het een bezoeking vinden een uur te moeten staan met een glas in de hand en een glimlach om de lippen. Ik ben een beginselvast tegenstander van bemoeizucht van de overheid, doch hier is deze de aangewezen instantie om er een eind aan te maken, daar het parti culier initiatief daartoe onmachtig is. De overheid zou kunnen gelasten: Voor elk partijtje van deze aard behoeft ge mijn uitdrukkelijke toestemming en indien ik de ze, zij het bij uitzondering, zal geven, zijt ge aan banden gebonden: „U moogt niet meer dan twee gulden per persoon beste den en ik zal u voor deze zinloosheid bo vendien belasting laten betalen. Bovendien moet ge aan mijn belastingadministratie lijsten der aanwezigen overleggen, opdat ik hen bij het nekvel grijpen kan voor gratis eten en drinken en (dusdoende) be sparing op normale huiselijke uitgaven. Die kant moet het op. Drastisch de kop indrukken. Fors beperken. Per overheids instantie, particulier hoofd en onderneming slechts zoveel representatiekosten 's jaars en dan uit een van hogerhand te bepalen budget. Dan maar geen sherry en Martini, doch een (één) glas bier en dan maar geen ge rookte zalm doch een voedzame boterham met kaas. Dit lijkt mij de enige methode om de kop in te drukken van het steeds vetter en begeriger wordende monster Representa tie. Trouwens wat is het nut ervan? Is er iemand rijker naar beurs en geest van geworden? Zijn gemeenten erdoor tot weelderiger bloei gekomen? Is de omzet van handelshuizen en fabrieken erdoor ge stegen? Als ik even mij zelf in 't geding mag roepen: Ik heb nog nooit een partijtje ge geven of een buffet doen lopen en mijn populariteit is tot in het hinderlijke ge stegen. Ik heb nog nimmer één kreeft of zalm besteed aan mijn welvaart. Niettemin stijgt deze ondanks Wall Street en Dam rak van dag tot dag. Advertentie WIOBN SINDS ISSS Grote Houtstraat 181 HAARLEM Antisemitisme. Een bom heeft woensdag avond grote schade aangericht aan de entree van een Joods winkelbedrijf in het centrum van Buenos Aires, de hoofdstad van Argentinië. Het was een nieuw ge val in de reeks aanslagen op Joodse za ken sinds de executie van Eichmann. Naam. Roger Wlödzimierz-Leliwa-Tyszkie- wicz heeft van de rechtbank te New York toestemming gekregen zijn naam te veranderen. Hij mag zich in het vervolg Wlodzimierz Roger Tyszkiewicz noemen. Staking. De leiding van Argentinië's groot ste vakbond, de C.G.T., heeft in beginsel besloten op 1 en 2 augustus een staking van 48 uur te organiseren. Verspilling. Deskundigen, die een onder zoek naar de verspilling in Oost-Duits- land instellen hebben in het gebied ron dom de havenstad Rostock 5.400 onge bruikte machines ter waarde van 16.5 miljoen mark aangetroffen. De directies van de staatsbedrijven is te verstaan gegeven deze machines snel in gebruik te nemen of ze anders te zenden naar bedrijven die er dringend om verlegen zitten. Vooruit. De toestand van Sir Winston Churchill is volgens het gisteren gepu bliceerde bulletin zodanig vooruitgegaan, dat het volgende bulletin pas vrijdag zal verschijnen. Terechtgestelden worden berecht. Een rechtbank te Ankara heeft bepaald dat er geen reden is om een proces tegen drie ter dood veroordeelde en terechtge stelde Turkse politici niet te laten door gaan. Deze drie zijn Mendères die pre mier, Zorli en Polatkan die minister zijn geweest. De drie zijn aangeklaagd we gens verduistering van staatsgelden. Ook oud-president Bayar, die een levenslan ge gevangenisstraf uitzit, is voor hetzelf de feit aangeklaagd. De verdedigers hadden aangevoerd dat berechting niet mogelijk was omdat hun cliënten ter dood veroordeeld en terechtgesteld zijn. Gearresteerd. Silvio Frondizi, een broer van de afgezette Argentijnse president, is gearresteerd. De politie heeft geen reden opgegeven voor de arrestatie van de linkse schrijver. Verdronken. In het Erie-meer nabij Long Point Beach, in de Canadese provincie Ontario, zijn dinsdag vijf kinderen van tussen zeven en negen jaar verdronken, toen de kano waarin zij peddelden, door een sterke stroom werd gegrepen en omsloeg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 3