Het verdwenen manuscript Preutse „Shakers" mochten elkaar zelfs niet de hand schudden.... TANTE PATENT EN DE SOF l PANDA EN DE PECHVOGEL f A De vrolijke keuken van Kiev Strenge leer verbood het huwelijk VAKANTIESLUITING Visser 0 VRIJDAG 2 0 JULI 1962 11 ,v Ons vervotgverhaai door H. Wolfram Geizsler I 35) EEN UITSTERVENDE SEKTE Collectief eigendom 4 Vruchtbare uitvinders Neergang stoutenbeek se» 38 ««ge Als we niet hier op deze drukke boulevard zaten en als zo'n café niet de nuchterste plaats was, die men zich denken kan, en als mijn gedach ten niet eigenlijk door andere dingen in beslag werden genomen, dan zou ik 't in mijn hoofd halen, dat je iets voor me bent gaan voelen." ,,'t Was misschien dus toch beter geweest, als je me in Bretagne, in het toverbos Brezeliand, had opge wacht", zei Maria, terwijl ze aanstal ten maakte om op te staan, „je hebt gelijk, over zulke dingen kun je niet temidden van krantenverkopers en autobussen spreken. Wanneer zien we elkaar weer?" „Ga je me nu alweer verlaten?" „Helemaal niet. Dat wil zeggen, ik ga een onderkomen zoeken, en wel alleen." „In Louha „Daar zijn we nu niet. Ik zal van avond om 8 uur weer hier op deze plaats zijn. Afgesproken? Geen ma ren alsjeblieft, ik verdwijn." Ze verdween in de stroom van men sen. Fox had even moeite om zich te realiseren, dat hij niet gedroomd had. Een ogenblik later liet hij zich briefpapier en een enveloppe brengen en schreef haastig een briefje aan Yvonne. Hij verzocht haar de bewus te brief ten spoedigste aan hem op te zenden, aangezien de inhoud zéér dringend was. Hij voegde er nog en kele gevoelvolle, zinnen aan toe, waarin hij zijn spijt uitsprak over het snelle afscheid van Louha, Bretagne, de zee, de rotsen en haar mooie groe ne ogen Toen hij de brief had gepost en weer in de mensenmenigte voortwan- dèlde, was er even iets van twijfel in hem, of hij met het sentimentele slot aan die brief wel goed had gehandeld. Tenslotte was Yvonne te goed voor zulke bedriegerijen. Maar hoe 't ook zijvanavond zou hij Maria weer ontmoeten! Hij had intussen nog heel wat uren de tijd en deze moest hij nuttig besteden. Door zijn tocht naar het Gare de Lyon en zijn ontmoeting met Maria, had hij zijn vriend Denis geheel uit het oog verloren. Hij maakte er zichzelf een verwijt van, dat hij zich wederom door een vrouw had laten afleiden. Onverbeterlijk zuchtte hij met een glimlach vol zelfspot In het hotel van meneer Denis kon men hem niet veel meer vertellen dan dat hun gast een half uur geleden was uitgegaan. Nee, monsieur had nooit tevoren bij hen gelogeerd Voor hij het hotel verliet, had hij ge- informeerd waar een Italiaans restau rant was te vinden Men had hem een gelegenheid op de Boulevard de Clichy aanbevolen Fox bedankte voor de inlichtingen. Een ogenblik overwoog hij, zijn iden tificatiebewijs te tonen hij had, om op alles voorbereid te zijn, een spe ciaal document van zijn Parijse poli- tierelatie gekregen doch hij zag er van af. Wat zou hij ermee bereiken? Hij zou dat later altijd nog kunnen doen, wanneer 't werkelijk nodig zou worden. Hij zei tot de portier, dat hij waarschijnlijk in de loop van de dag nog eens zou komen aangezien hij meneer Denis dringend moest spre ken, en wandelde vervolgens in de straten in de richting van de Tuile- rieën. Zijn gedachten waren bij zijn afspraak met Maria Tegen het middaguur belandde hij op de Boulevard de Clichy, waar hij twee Italiaanse restaurants ontdekte. Het kwam er thans op aan het juiste restaurant te vinden. Maar tenslotte trof hij Denis aan. Het gelukte hem een tafel te vinden in een donker hoekje, van waaruit hij zijn vriend uit Louha goed kon gadeslaan, zonder dat deze hem in de gaten kreeg. Half verscholen achter een krant keek hij met bijzondere belangstelling naar el ke beweging, die de ander maakte. Denis zat echter heel rustig een krantje te lezen, rookte daarbij, als gewoonlijk, zijn korte pijpje, dronk een glas rode wijn en bestelde daarna een middagmaal. Maar 't waren juist deze onschul dige bezigheden, welke Fox belang inboezemden. Hoe meer hij Denis ga desloeg, des te juister scheen hem zijn mening toe, dat deze man een keurig verzorgde, onschuldige oude heer was en stellig geen figuur, die iets te maken had met internationale spionnage of dergelijke zaken. Deze indruk werd nog versterkt, toen Denis zijn spaghetti kreeg opge diend en begon te eten. Hij hanteerde zijn „pasta" met een handigheid zo als men die alleen bij echte Italianen ziet Maar tenslotte was hij ge boren in een streek vlak aan de Italiaanse grens. Het was werkelijk kunstig zoals Denis de lange slierten spaghetti naar binnen werkte. Fox was een en al bewondering en naar aanleiding van deze typisch Italiaan se virtuositeit, kwam er opeens diep in zijn onderbewustzijn een gedachte op, welke zo fantastisch was, dat hij er aanvankelijk niet verder op door ging. Er waren tenslotte dringender problemen Nadat Denis op z'n dooie gemak nog een kopje zwarte koffie had ge dronken stapte hij tenslotte op en wandelde langzaam de boulevard langs, om een eind verder een zij straat in te slaan, de rue Dulong, waar hij in het pand no. 7 verdween. Fox, die hem gevolgd was, overleg de of hij ook naar binnen zou gaan of op straat zou blijven wachten. Voordat hij een beslissing had kun nen nemen, verscheen Denis echter alweer in de voordeur. Hij scheen weer moeilijkheden met zijn pijp te hebben, want hij bekeek het ding mis prijzend en hoofdschuddend wandelde hij in de richting van een bushalte. Het was duidelijk zichtbaar, dat hij in rue Dulong no. 7 een teleurstelling had beleefd en gezien de korte tijd, dat hij daar binnen was geweest, be stond die teleurstelling waarschijnlijk alleen hierin, dat hij iemand niet thuis had getroffen Fox ging niet verder achter Denis aan, maar bekeek het huis en wijdde zijn aandacht aan de verschillende naamplaatjes. Op de tweede verdie ping hoger kon Denis in die paar minuten stellig niet gekomen zijn bevond zich een pension, dat de merkwaardige naam „Quisisana" droeg. Hij rook de muffe lucht in het trap penhuis, hij zag de afgesleten trap treden, de smakeloze decoraties, en de kleinburgerlijkheid van deze hele omgeving, en plotseling beving hem een gevoel van walging. Hij moest opeens vol verlangen terugdenken aan de wijde zee, die het oude slot op de rotsen van Bretagne omspoelde, en aan de uitgestrekte heidevlakten, waarboven een eindeloze blauwe he mel was en hij hoorde opnieuw het klagende lied van de wind. Zou Yvonne, wanneer ze te zijner tijd het slot erfde, ook zo ondoorgron delijk worden als de huidige slotvrou- we? Ik ben daar stellig niet voor het laatst geweest, peinsde Fox. Mis schien dat toch die gesloten madame Bernard de sleutel van dit geheim be waart terwijl ik er hier, in de grauwe straten van Parijs, tevergeefs naar loop te zoeken. En zeer waar schijnlijk weet zij ook, wie die zuster Madeleine is. De slotvrouwe van Lou ha is echter zwijgzaam als de land streek waar zij woont. Maar vanavond vanavond zal ik Maria ontmoeten Maria zal mij vragen, wat ik heb bereikt. Ik mag m'n gezicht niet ver liezen. Het zal niet gemakkelijk zijn. Onder al dit gepieker was hij, zon der het te merken, weer dicht in de buurt van zijn hotel gekomen. Het was drukkend warm en het zag er naar onweer uit. Hij begaf zich naar zijn kamer en strekte zich uit op zijn bed. Hij staarde naar het plafond en bepeinsde, dat men in zo'n keurig ho tel niet zoveel barsten in het plafond zou verwachten. Ze liepen kris kras door elkaar. Een dikke vlieg wandel de dwars over alle barsten heen. Hij volgde de rechte weg. Gelijk heeft hij, peinsde Fox. Alleen mensen zijn dom, en vooral die mensen, die zich altijd weer door avonturen laten meesleu ren. Maar een mens moet nu een maal aan de kost komen. Hij dacht aan prof. Helfering. Stel dat hij, dr. Wilhelm Reineke, destijds privaat-do cent was geworden, zoals zijn leer meester 't zo graag had gezien Fox schoot in de lach. Hij kende dit stadium: bij elk geval dat hij te be handelen kreeg, kwam er een ogen blik, waarop hij ervan overtuigd was, dat 't hem dit keer niet zou lukken de oplossing te vinden. Hij nam zich dan stellig voor, dat dit het laatste ge val zou zijn, waarmee hij zich bezig hield (Wordt vervolgd) Twee cocktailhoedjes uit de najaars collectie 1962 van huize Dior. Links een mantillahoedje van crème de men- the fluweel, afgezet met een diaman ten ornament. Rechts een dopje van blauwe Curagao-fluweel. EEN TE KIEV, de hoofdstad der Sovjetrepubliek Oekraine, verschijnend blad, de „Prawda Ukraina" heeft in een hoofdartikel geklaagd over de massale vernietiging van goederen met „fa- brieksfouten" in plaatselijke indus trieën. Het blad schrijft het volgende over een fabriek van aardewerk: „Hier kunnen we een vreemd schouwspel zien: „afvalmeester" Stephan Mikhno neemt een stapel borden, gaat naar het raam en smijt ze op straat. Dit werk, hoewel niet gemechaniseerd, wordt op zeer doeltreffende wijze verricht". Mikhno blufte volgens het blad: „Ik presteer elke dag 200 tot 250 procent van mijn (destructie) norm. In één uur kan ik tot 4000 borden kapot gooien". Deze fabriek heeft drie van zulke „afvalmeesters" in dienst, die samen ongeveer 38 procent van de produktie vernieleti zodra deze klaar is. IN EEN KOUSENFABRIEK is de vernietiging gedeeltelijk wel gemecha niseerd. Een speciaal daarvoor ontwor pen machine scheurt tijdens één ploe gendienst 50000 paar kousen stuk. Bovendien zitten ook vrouwen met gro te scharen kousen te vernielen en samen met de machine kunnen ze het (vernietigings) werk nog niet eens aan. In het pakhuis liggen nog duizenden paren op vernietiging te wachten. Ter toelichting vertelt het blad, dat de fa brieken in maart van dit jaar opdracht hebben gekregen, uitsluitend goederen van eerste kwaliteit te leveren. Artike len, die vroeger als tweede keus in de handel kwamen, moeten thans vernie tigd worden. „Hoe is het mogelijk? Waarom deze barbaarse, opzettelijke, koelbloedige vernietiging van waarde- vole zaken, geschapen door nationale arbeid?" briest het blad. „En wie wordt hier gestraft? De mensen die minder goede artikelen produceren? Neen: de staat!" Een warme dag dreef meer dan 10.000 mensen naar het Gansehaeuvelbad in Wenen. Van zwemmen was geen spra ke. Men kon nog slechts schouder aan schouder in het water staan. DE „SHAKERS" (letterlijk: „sidderaars" of „schudders", ook wel springers studeren, dat zij binnen enkele jaren zichzelf geliquideerd zou hebben. Die voorspelling leek gerechtvaardigd, want het aantal aanhangers van de sekte, welker officiële naam „United Society of Believers in Christ's Second Appea rance" („Verenigd genootschap van hen, die in de terugkeer van Christus op aarde geloven"), was gestadig verminderd. Van een twintigtal welvarende „kolo nies" in Nieuw-Engeland, Kentucky en Indiana waren er, na verschrikkelijke ver volgingen in het verleden, slechts twee overgebleven en bovendien kon de sekte haar voortbestaan niet verzekeren in de vorm van nakomelingen omdat de Shaker-godsdienst tegen het huwelijk is. Het werd dan ook zo ongeveer als een wonder beschouwd, dat de Shakers het ondanks deze belemmerende omstandig heden twee eeuwen hebben uitgehouden. DE LAATSTE „broeder" van de sekte is verleden jaar gestorven en tot voor zeer kort waren er nog slechts enkele tientallen „zusters" om de sekte in stand te houden. Thans echter heeft een van de beide laat ste Shakergemeenten, Sabbathdag Lake bij Portland in de staat Maine (de andere is gevestigd te East-Canterbury in New Hampshire) twee nieuwe lidmaten der tigjarige vrouwen gekregen en in de zelfde kolonie wordt bovendien één meisje, thans leerlinge van een middelbare school, opgevoed dat wellicht eveneens zal toe treden. De Shakers hebben zich in de loop van hun geschiedenis steeds gehandhaafd door het maken van bekeerlingen en het adop teren van wezen. Zuster Mildred Baker van de „kolonie" in Maine zegt, dat de Shakers ten aanzien van hun toekomst een filosofische hou ding aannemen. „Wij zijn van gevoelen, dat aan de Sha kers een zending is toevertrouwd. Als God van oordeel is, dat die is volbracht, dan is dat Zijn wil. Als de zending moet worden voortgezet, zal Hij raad schaffen", ver klaart zij. HET LIDMAATSCHAP van de sekte is niet ontbloot van aantrekkelijkheden, want de Shakers beschikken over aanzienlijke middelen en in beide „kolonies" is alles ge meenschappelijk eigendom. Maar de Sha kers leggen vooral de nadruk op de aan trekkelijkheid van een eenvoudig, verdien stelijk leven in de dienst van God, rustig en ver van de spanningen van de wereld. Ann Lee, de „moeder" van de sekte, leidde in 1774 de kleine groep grondleggers uit Engeland naar Amerika. Vele volge lingen hebben de Shakers nooit gehad. Hun hoogtepunt bereikten zij in de vijftiger jaren van de vorig" eeuw met ongeveer 6.000 leden. MAAR ZIJ hebben desondanks' zéér* voel invloed gehad op de Amerikaanse bevol king door htin moreel, hun 'vernüft (Zij hebl ben, om maar een klein voorbeeld te geven, de wasknijper uitgevonden) hun vlijt, hun toewijding aan het onderwijs en hun spaar zaamheid. Zij trokken ook de aandacht door hun voortreffelijke gezondheid en doordat zij veelal zeer oud werden. Zij onthouden zich van drinken en roken. Ze eten wel over vloedig maar gebruiken geen vleesspij zen en vis. Zij hebben hun invloed verkregen on danks het feit dat zij hevig en onophoude lijk werden vervolgd vooral wegens hun eigenaardige opvattingen over de verhou dingen tussen de seksen (mannen en vrou wen mogen bij de Shakers elkaar zelfs niet de hand drukken), hun gereserveerdheid ten opzichte van „wereldse" zaken en hun weigering om in tijd van oorlog de wapens op te vatten. BIJZONDER onsympathiek vonden hun buren het extatisch sidderen, dansen en marcheren bij de godsdienstoefeningen van de Shakers. William Plummer, die later gouverneur en senator van New Hampshire zou wor den, heeft in 1782 een dienst bijgewoond te Harvard, Massachusetts en er het volgende verslag van gedaan: „Verscheidene jonge mensen, man nen zowel als vrouwen, begonnen te sidderen en te beven op een verschrik kelijke manier.De bewegingen plantte zich van het hoofd tot de handen en over het gehele lichaam voort met zulk een kracht alsof de ledematen zich van het lichaam af zouden scheuren. Het huis trilde als bij een aardbeving". DE SHAKERS zijn voorts befaamd om hun meubelen, die zuiver van lijn, onopge smukt en functioneel zijn, in overeenstem ming met de strenge wetten van hun gods dienst, volgens welke versieringen van praalzucht en wereldlijke gezindheid ge tuigen. Er bevinden zich prachtige collecties van deze sobere stijlmeubelen in het Shakers- dorp te Hancock in Massachusetts en het Shakermuseum te Old Chatham in de staat New York. Ook in Sabbbathday Lake ziet men nog veel van dit meubilair dat soms, geheel uit de toon vallend, rondom een gestroomlijnd t.v.-toestel is gerangschikt. Edward Deming Andrews en Faith An drews, die veel over de Shakers hebben ge schreven, geven hun de eer van de uit vinding van onder meer een scheeps schroef, een roterende eg, een dorsmachine, de cirkelzaag, en de eerste stalen jennen. Maar hoe belangrijk al deze dingen ook mogen zijn, de belangstelling van opeen volgende generaties van waarnemers ging vooral uit naar de opvattingen van de Shakers ten aanzien van sexualiteit en huwelijk. Deze opvattingen gaan terug tot stam moeder Ann Lee. Zij had in haar huwelijk en bij haar bevallingen zwaar geleden en moest al haar vier kinderen als zuige lingen ten grave dragen. Volgens de „Encyc lopedia of religion and ethics" zou zijn zulk een afkeer gehad hebben van de huwelijkse staat, dat zij vele vrouwen ja, zelfs haar eigen moeder! bezwoer, zich te onthouden van haar echtelijke plichten. Volgens een ander verhaal bracht Ann Lee's wederhelft eens een vrouw van de straat mee naar huis, dreigend het met deze vrouw te zullen aanleggen als zijn echtgenote haar gelofte van celibaat ge daan na de dood van haar vierde kind niet zou herroepen. Maar Ann gaf niet toe. De echtelijke gemeenschap was voor haar de bron van alle ellende geworden en waarom zou men de wereld bevolken als het „einde der dagen", zoals zij geloofde, nabij was? Nu en dan eisten woedende menigten de uitlevering van de kinderen die door de Shakergemeenten geadopteerd waren, hoe wel die kinderen zich bij de Shakers heel gelukkig voelden. SINDS HET BEGIN van deze eeuw is de Shaker-beweging langzaam maar zeker in omvang en betekenis afgenomen. Andrews wijt dat aan het feit, dat de „Shaker- idealen niet meer pasten in een tijd waar in de meeste Amerikanen hun heil alleen zochten in materiële genietingen, in per soonlijk bezit en in de mogelijkheden die de ontsluiting van 's lands natuurlijke rijkdommen, de spoorwegen en de fabrie ken hun boden. Ook de weigerachtigheid van de Shakers om wapens te dragen onderscheidde hen van hun buren. Maar al werd de militaire discipline hun bespaard, thuis hadden zij zich aan zeer strenge leefregels te onder werpen. Zo mochten zelfs een broeder en een zuster elkaar niet de hand drukken. Nagels knippen op sabbathdag was verboden. Men mocht niet het eerst op de linkerknie knielen, na het avond maal geen fruit eten, geen horloges of paraplu's bezitten, geen geld in per soonlijk eigendom hebben, niet met honden of katten spelen en geen leven de wezens, hetzij mensen of dieren, bij namen geven. MAAR HET WAS niet alles somberheid wat de Shakerklok sloeg. Men erkende ook „gaven". In de zin van de Shakers waren dat een soort geestelijke bevelen van binnen-uit en van allerlei aard. Edward Everett (1794-1865) schreef hier over: „Aan een jongen in een van de nederzet tingen van de Shakers werd eens gevraagd of hij vrij was en kon doen wat hij wilde". „Zeker", antwoordde de jongen. „Wij doen alles waar wij een gave voor hebben". „Toen hem werd gevraagd, wat hij zou doen als hij op een mooie wintermorgen zou willen gaan schaatsenrijden, arttwoord- de hij: „Ik zou de ouderling vertellen, dat ik een gave had om te gaan schaatsen rijden". Men vroeg hem vervolgens of hij dacht dat de ouderling het hem zou toestaan. De jongen antwoordde: „Zeker, tenzij de ouderling een gave heeft, dat ik niet mag gaan". „Maar als je dan tegenover de ouderling zou volhouden, dat je een gave had om te gaan schaatsenrijden en dat moest doen?" „Wel, dan zou de ouderling me zeggen dat ik een „leugenachtige gave" had en dat hij een gave had om me een pak slaag te geven als ik niet onmiddellijk aan mijn werk ging". De moraal lijkt duidelijk: om een Shaker te zijn moet men een gave hebben om te werken Advertentie Ter handhaving van de goede gang van zaken in ons bedrijf gedurende de vakantiemaan den hebben wij besloten VAN 30 JULI t/mll AUGUSTUS DE VERKOOP, AFLEVE RING EN INRICHTING GE HEEL STOP TE ZETTEN. Hierdoor worden onaangena me gevolgen van een lang durige vakantieroulering voor komen. Op MAANDAG 13 AUGUSTUS staan wij weer uitgerust voor U klaar om gemaakte afspraken, eerste klas afwerking, goede ser vice en aflevering ten volle na te komen. WONINGINRICHTING - BEVERWIJK Adam Dzinic uit Doboj in Midden- loegoslavië, kreeg van zijn dokter de ■aad te gaan vissen, omdat hij over mannen was. Dat hielp. Dzinic ving binnen tien minuten een vis van vijf tien kilo en een van zes kilo. Hij werd er zo opgewonden van dat hij naar huis ging en meteen weer een instorting kreeg. Hij is nu echter herstellende en wil zo spoedig mogelijk weer gaan vissen. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp COPTBXOHT SWAN rZATUWS SYNDICATE 65. Ook bij dokter Vierus thuis was het gerucht van de Nieuwe Beweging doorgedrongen. „Jij riep mevrouw Vierus. „Jij staat daar maar en je doet niks!" Nu was dit een onrechtvaardige op merking, want dokter Vierus was een hard zwoegend geneesheer met een moordend fonds-spreekuur. „Wat moet ik dan?" vroeg hij ongelukkig. „Kijk. dan op straat," riep mevrouw Vierus. „Iedereen is lid van de Impulsieve Beweging." „Wat is dat dan? Wat houdt dat dan in?" „Heb je dan die neef van tante Patent nog niet ontmoet? Meneer de Sof? Dat is de voorzitter." „Maar ik ben al van zoveel verenigingen lid," zei dokter Vierus. „O, maar dit is geen ge wone vereniging," zei mevrouw Vierus. „Dit is iets geweldigs. Weet jefluisterde ze„de Im- pulsieven leven spontaner. Ze slaan als er iets te slaan valt en ze stompen als er iets te stompen valt. Nou? Is dat niet geweldig?" Dokter Vierus keek zijn vrouw peinzend aan. „Ik als medicus.moet ik stompen?" mompelde hij, niet afkerig van het idee. 67. Nadat ze nog een uurtje vergeefs aan Panda had den gevraagd, waar meneer Pech was gebleven, lieten de agenten hem eindelijk gaan. Tante Hennie begon te huilen. „Ach, ach, nu weet ik nog steeds niet, waar mijn lieve neef is!" snikte zij, „en intussen raakt zijn hele vermogen op aan die rare uitvinding! Ach, ach, waar is hij toch? We makén ons zo ongerust!" De agen ten vonden dit erg zielig voor tante en het ergerde hen dan ook, dat Panda helemaal geen medelijden toonde. „Een harteloos ventje," bromde een agent, Panda na kijkend, „jammer, dat we hem wegens gebrek aan be wijs moeten laten gaan." Maar Panda trok zich niets aan van de boze blikken, die hem werden nageworpen. „Het gaat goed," dacht hij, „als meneer Pech zich nog een tijdje verborgen kan houden, raakt hij al zijn geld kwijt aan die belletjes-uitvinding en dan zullen ze hem eindelijk met rust laten. Maar waar zou hij zich ver stopt hebben? Het moet wel een geweldige schuilplaats zijn, want tot nog toe wist zijn familie hem altijd te vinden!" Zo peinzend liep hij naar huis. Juist wilde hij het hek binnengaan, toen hij opeens werd aangeroepen. Het was een visser, die een natte fles ophield. „Bent u meneer Panda?" vroeg deze. „dan krijgt u de brief en ik het geld." „Welke brief enne en welk geld?" vroeg Panda verbaasd. „Die in deze fles zaten," ant woordde de visser. „Ik vond hem op het strand, boorde vol geld. Maar er zat ook een briefje bij, dat de vinder het geld mocht houden, als hij deze enveloppe naar het aangewezen adres bracht. Nou, uw adres staat er op, zodoende." „Dat is vast een bericht van meneer Pech," dacht Panda opgewonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 11