Het verdwenen manuscript
Preutse „Shakers" mochten elkaar
zelfs niet de hand schudden....
TANTE PATENT EN DE SOF
l
PANDA EN DE PECHVOGEL
f
A
De vrolijke keuken
van Kiev
Strenge leer verbood
het huwelijk
VAKANTIESLUITING
Visser
0
VRIJDAG 2 0 JULI 1962
11 ,v
Ons vervotgverhaai
door H. Wolfram Geizsler
I 35)
EEN UITSTERVENDE SEKTE
Collectief eigendom
4
Vruchtbare uitvinders
Neergang
stoutenbeek
se»
38
««ge
Als we niet hier op deze drukke
boulevard zaten en als zo'n café niet
de nuchterste plaats was, die men
zich denken kan, en als mijn gedach
ten niet eigenlijk door andere dingen
in beslag werden genomen, dan zou
ik 't in mijn hoofd halen, dat je iets
voor me bent gaan voelen."
,,'t Was misschien dus toch beter
geweest, als je me in Bretagne, in
het toverbos Brezeliand, had opge
wacht", zei Maria, terwijl ze aanstal
ten maakte om op te staan, „je hebt
gelijk, over zulke dingen kun je niet
temidden van krantenverkopers en
autobussen spreken. Wanneer zien we
elkaar weer?"
„Ga je me nu alweer verlaten?"
„Helemaal niet. Dat wil zeggen, ik
ga een onderkomen zoeken, en wel
alleen."
„In Louha
„Daar zijn we nu niet. Ik zal van
avond om 8 uur weer hier op deze
plaats zijn. Afgesproken? Geen ma
ren alsjeblieft, ik verdwijn."
Ze verdween in de stroom van men
sen. Fox had even moeite om zich te
realiseren, dat hij niet gedroomd had.
Een ogenblik later liet hij zich
briefpapier en een enveloppe brengen
en schreef haastig een briefje aan
Yvonne. Hij verzocht haar de bewus
te brief ten spoedigste aan hem op te
zenden, aangezien de inhoud zéér
dringend was. Hij voegde er nog en
kele gevoelvolle, zinnen aan toe,
waarin hij zijn spijt uitsprak over het
snelle afscheid van Louha, Bretagne,
de zee, de rotsen en haar mooie groe
ne ogen
Toen hij de brief had gepost en
weer in de mensenmenigte voortwan-
dèlde, was er even iets van twijfel in
hem, of hij met het sentimentele slot
aan die brief wel goed had gehandeld.
Tenslotte was Yvonne te goed voor
zulke bedriegerijen.
Maar hoe 't ook zijvanavond zou
hij Maria weer ontmoeten! Hij had
intussen nog heel wat uren de tijd en
deze moest hij nuttig besteden. Door
zijn tocht naar het Gare de Lyon en
zijn ontmoeting met Maria, had hij
zijn vriend Denis geheel uit het oog
verloren. Hij maakte er zichzelf een
verwijt van, dat hij zich wederom
door een vrouw had laten afleiden.
Onverbeterlijk zuchtte hij met
een glimlach vol zelfspot
In het hotel van meneer Denis kon
men hem niet veel meer vertellen
dan dat hun gast een half uur geleden
was uitgegaan. Nee, monsieur had
nooit tevoren bij hen gelogeerd
Voor hij het hotel verliet, had hij ge-
informeerd waar een Italiaans restau
rant was te vinden Men had hem
een gelegenheid op de Boulevard de
Clichy aanbevolen
Fox bedankte voor de inlichtingen.
Een ogenblik overwoog hij, zijn iden
tificatiebewijs te tonen hij had, om
op alles voorbereid te zijn, een spe
ciaal document van zijn Parijse poli-
tierelatie gekregen doch hij zag er
van af. Wat zou hij ermee bereiken?
Hij zou dat later altijd nog kunnen
doen, wanneer 't werkelijk nodig zou
worden. Hij zei tot de portier, dat hij
waarschijnlijk in de loop van de dag
nog eens zou komen aangezien hij
meneer Denis dringend moest spre
ken, en wandelde vervolgens in de
straten in de richting van de Tuile-
rieën. Zijn gedachten waren bij zijn
afspraak met Maria
Tegen het middaguur belandde hij
op de Boulevard de Clichy, waar hij
twee Italiaanse restaurants ontdekte.
Het kwam er thans op aan het juiste
restaurant te vinden. Maar tenslotte
trof hij Denis aan. Het gelukte hem
een tafel te vinden in een donker
hoekje, van waaruit hij zijn vriend
uit Louha goed kon gadeslaan, zonder
dat deze hem in de gaten kreeg. Half
verscholen achter een krant keek hij
met bijzondere belangstelling naar el
ke beweging, die de ander maakte.
Denis zat echter heel rustig een
krantje te lezen, rookte daarbij, als
gewoonlijk, zijn korte pijpje, dronk
een glas rode wijn en bestelde daarna
een middagmaal.
Maar 't waren juist deze onschul
dige bezigheden, welke Fox belang
inboezemden. Hoe meer hij Denis ga
desloeg, des te juister scheen hem
zijn mening toe, dat deze man een
keurig verzorgde, onschuldige oude
heer was en stellig geen figuur, die
iets te maken had met internationale
spionnage of dergelijke zaken.
Deze indruk werd nog versterkt,
toen Denis zijn spaghetti kreeg opge
diend en begon te eten. Hij hanteerde
zijn „pasta" met een handigheid zo
als men die alleen bij echte Italianen
ziet Maar tenslotte was hij ge
boren in een streek vlak aan de
Italiaanse grens. Het was werkelijk
kunstig zoals Denis de lange slierten
spaghetti naar binnen werkte. Fox
was een en al bewondering en naar
aanleiding van deze typisch Italiaan
se virtuositeit, kwam er opeens diep
in zijn onderbewustzijn een gedachte
op, welke zo fantastisch was, dat hij
er aanvankelijk niet verder op door
ging. Er waren tenslotte dringender
problemen
Nadat Denis op z'n dooie gemak
nog een kopje zwarte koffie had ge
dronken stapte hij tenslotte op en
wandelde langzaam de boulevard
langs, om een eind verder een zij
straat in te slaan, de rue Dulong,
waar hij in het pand no. 7 verdween.
Fox, die hem gevolgd was, overleg
de of hij ook naar binnen zou gaan
of op straat zou blijven wachten.
Voordat hij een beslissing had kun
nen nemen, verscheen Denis echter
alweer in de voordeur. Hij scheen
weer moeilijkheden met zijn pijp te
hebben, want hij bekeek het ding mis
prijzend en hoofdschuddend wandelde
hij in de richting van een bushalte.
Het was duidelijk zichtbaar, dat hij
in rue Dulong no. 7 een teleurstelling
had beleefd en gezien de korte tijd,
dat hij daar binnen was geweest, be
stond die teleurstelling waarschijnlijk
alleen hierin, dat hij iemand niet
thuis had getroffen
Fox ging niet verder achter Denis
aan, maar bekeek het huis en wijdde
zijn aandacht aan de verschillende
naamplaatjes. Op de tweede verdie
ping hoger kon Denis in die paar
minuten stellig niet gekomen zijn
bevond zich een pension, dat de
merkwaardige naam „Quisisana"
droeg.
Hij rook de muffe lucht in het trap
penhuis, hij zag de afgesleten trap
treden, de smakeloze decoraties, en
de kleinburgerlijkheid van deze hele
omgeving, en plotseling beving hem
een gevoel van walging. Hij moest
opeens vol verlangen terugdenken aan
de wijde zee, die het oude slot op de
rotsen van Bretagne omspoelde, en
aan de uitgestrekte heidevlakten,
waarboven een eindeloze blauwe he
mel was en hij hoorde opnieuw het
klagende lied van de wind.
Zou Yvonne, wanneer ze te zijner
tijd het slot erfde, ook zo ondoorgron
delijk worden als de huidige slotvrou-
we? Ik ben daar stellig niet voor het
laatst geweest, peinsde Fox. Mis
schien dat toch die gesloten madame
Bernard de sleutel van dit geheim be
waart terwijl ik er hier, in de
grauwe straten van Parijs, tevergeefs
naar loop te zoeken. En zeer waar
schijnlijk weet zij ook, wie die zuster
Madeleine is. De slotvrouwe van Lou
ha is echter zwijgzaam als de land
streek waar zij woont.
Maar vanavond vanavond zal
ik Maria ontmoeten
Maria zal mij vragen, wat ik heb
bereikt. Ik mag m'n gezicht niet ver
liezen. Het zal niet gemakkelijk zijn.
Onder al dit gepieker was hij, zon
der het te merken, weer dicht in de
buurt van zijn hotel gekomen. Het
was drukkend warm en het zag er
naar onweer uit. Hij begaf zich naar
zijn kamer en strekte zich uit op zijn
bed. Hij staarde naar het plafond en
bepeinsde, dat men in zo'n keurig ho
tel niet zoveel barsten in het plafond
zou verwachten. Ze liepen kris kras
door elkaar. Een dikke vlieg wandel
de dwars over alle barsten heen. Hij
volgde de rechte weg. Gelijk heeft hij,
peinsde Fox. Alleen mensen zijn dom,
en vooral die mensen, die zich altijd
weer door avonturen laten meesleu
ren. Maar een mens moet nu een
maal aan de kost komen. Hij dacht
aan prof. Helfering. Stel dat hij, dr.
Wilhelm Reineke, destijds privaat-do
cent was geworden, zoals zijn leer
meester 't zo graag had gezien
Fox schoot in de lach. Hij kende dit
stadium: bij elk geval dat hij te be
handelen kreeg, kwam er een ogen
blik, waarop hij ervan overtuigd was,
dat 't hem dit keer niet zou lukken
de oplossing te vinden. Hij nam zich
dan stellig voor, dat dit het laatste ge
val zou zijn, waarmee hij zich bezig
hield
(Wordt vervolgd)
Twee cocktailhoedjes uit de najaars
collectie 1962 van huize Dior. Links
een mantillahoedje van crème de men-
the fluweel, afgezet met een diaman
ten ornament. Rechts een dopje van
blauwe Curagao-fluweel.
EEN TE KIEV, de hoofdstad der
Sovjetrepubliek Oekraine, verschijnend
blad, de „Prawda Ukraina" heeft in een
hoofdartikel geklaagd over de massale
vernietiging van goederen met „fa-
brieksfouten" in plaatselijke indus
trieën. Het blad schrijft het volgende
over een fabriek van aardewerk: „Hier
kunnen we een vreemd schouwspel
zien: „afvalmeester" Stephan Mikhno
neemt een stapel borden, gaat naar het
raam en smijt ze op straat. Dit werk,
hoewel niet gemechaniseerd, wordt op
zeer doeltreffende wijze verricht".
Mikhno blufte volgens het blad: „Ik
presteer elke dag 200 tot 250 procent
van mijn (destructie) norm. In één uur
kan ik tot 4000 borden kapot gooien".
Deze fabriek heeft drie van zulke
„afvalmeesters" in dienst, die samen
ongeveer 38 procent van de produktie
vernieleti zodra deze klaar is.
IN EEN KOUSENFABRIEK is de
vernietiging gedeeltelijk wel gemecha
niseerd. Een speciaal daarvoor ontwor
pen machine scheurt tijdens één ploe
gendienst 50000 paar kousen stuk.
Bovendien zitten ook vrouwen met gro
te scharen kousen te vernielen en
samen met de machine kunnen ze het
(vernietigings) werk nog niet eens aan.
In het pakhuis liggen nog duizenden
paren op vernietiging te wachten. Ter
toelichting vertelt het blad, dat de fa
brieken in maart van dit jaar opdracht
hebben gekregen, uitsluitend goederen
van eerste kwaliteit te leveren. Artike
len, die vroeger als tweede keus in de
handel kwamen, moeten thans vernie
tigd worden. „Hoe is het mogelijk?
Waarom deze barbaarse, opzettelijke,
koelbloedige vernietiging van waarde-
vole zaken, geschapen door nationale
arbeid?" briest het blad. „En wie wordt
hier gestraft? De mensen die minder
goede artikelen produceren? Neen: de
staat!"
Een warme dag dreef meer dan 10.000
mensen naar het Gansehaeuvelbad in
Wenen. Van zwemmen was geen spra
ke. Men kon nog slechts schouder aan
schouder in het water staan.
DE „SHAKERS" (letterlijk: „sidderaars" of „schudders", ook wel springers
studeren, dat zij binnen enkele jaren zichzelf geliquideerd zou hebben. Die
voorspelling leek gerechtvaardigd, want het aantal aanhangers van de sekte,
welker officiële naam „United Society of Believers in Christ's Second Appea
rance" („Verenigd genootschap van hen, die in de terugkeer van Christus op
aarde geloven"), was gestadig verminderd. Van een twintigtal welvarende „kolo
nies" in Nieuw-Engeland, Kentucky en Indiana waren er, na verschrikkelijke ver
volgingen in het verleden, slechts twee overgebleven en bovendien kon de sekte
haar voortbestaan niet verzekeren in de vorm van nakomelingen omdat de
Shaker-godsdienst tegen het huwelijk is. Het werd dan ook zo ongeveer als een
wonder beschouwd, dat de Shakers het ondanks deze belemmerende omstandig
heden twee eeuwen hebben uitgehouden.
DE LAATSTE „broeder" van de sekte is
verleden jaar gestorven en tot voor zeer
kort waren er nog slechts enkele tientallen
„zusters" om de sekte in stand te houden.
Thans echter heeft een van de beide laat
ste Shakergemeenten, Sabbathdag Lake bij
Portland in de staat Maine (de andere is
gevestigd te East-Canterbury in New
Hampshire) twee nieuwe lidmaten der
tigjarige vrouwen gekregen en in de
zelfde kolonie wordt bovendien één meisje,
thans leerlinge van een middelbare school,
opgevoed dat wellicht eveneens zal toe
treden.
De Shakers hebben zich in de loop van
hun geschiedenis steeds gehandhaafd door
het maken van bekeerlingen en het adop
teren van wezen.
Zuster Mildred Baker van de „kolonie"
in Maine zegt, dat de Shakers ten aanzien
van hun toekomst een filosofische hou
ding aannemen.
„Wij zijn van gevoelen, dat aan de Sha
kers een zending is toevertrouwd. Als God
van oordeel is, dat die is volbracht, dan is
dat Zijn wil. Als de zending moet worden
voortgezet, zal Hij raad schaffen", ver
klaart zij.
HET LIDMAATSCHAP van de sekte is
niet ontbloot van aantrekkelijkheden, want
de Shakers beschikken over aanzienlijke
middelen en in beide „kolonies" is alles ge
meenschappelijk eigendom. Maar de Sha
kers leggen vooral de nadruk op de aan
trekkelijkheid van een eenvoudig, verdien
stelijk leven in de dienst van God, rustig
en ver van de spanningen van de wereld.
Ann Lee, de „moeder" van de sekte,
leidde in 1774 de kleine groep grondleggers
uit Engeland naar Amerika. Vele volge
lingen hebben de Shakers nooit gehad.
Hun hoogtepunt bereikten zij in de vijftiger
jaren van de vorig" eeuw met ongeveer
6.000 leden.
MAAR ZIJ hebben desondanks' zéér* voel
invloed gehad op de Amerikaanse bevol
king door htin moreel, hun 'vernüft (Zij hebl
ben, om maar een klein voorbeeld te geven,
de wasknijper uitgevonden) hun vlijt, hun
toewijding aan het onderwijs en hun spaar
zaamheid.
Zij trokken ook de aandacht door hun
voortreffelijke gezondheid en doordat zij
veelal zeer oud werden. Zij onthouden zich
van drinken en roken. Ze eten wel over
vloedig maar gebruiken geen vleesspij zen
en vis.
Zij hebben hun invloed verkregen on
danks het feit dat zij hevig en onophoude
lijk werden vervolgd vooral wegens hun
eigenaardige opvattingen over de verhou
dingen tussen de seksen (mannen en vrou
wen mogen bij de Shakers elkaar zelfs niet
de hand drukken), hun gereserveerdheid
ten opzichte van „wereldse" zaken en hun
weigering om in tijd van oorlog de wapens
op te vatten.
BIJZONDER onsympathiek vonden hun
buren het extatisch sidderen, dansen en
marcheren bij de godsdienstoefeningen van
de Shakers.
William Plummer, die later gouverneur
en senator van New Hampshire zou wor
den, heeft in 1782 een dienst bijgewoond te
Harvard, Massachusetts en er het volgende
verslag van gedaan:
„Verscheidene jonge mensen, man
nen zowel als vrouwen, begonnen te
sidderen en te beven op een verschrik
kelijke manier.De bewegingen
plantte zich van het hoofd tot de
handen en over het gehele lichaam
voort met zulk een kracht alsof de
ledematen zich van het lichaam af
zouden scheuren. Het huis trilde als bij
een aardbeving".
DE SHAKERS zijn voorts befaamd om
hun meubelen, die zuiver van lijn, onopge
smukt en functioneel zijn, in overeenstem
ming met de strenge wetten van hun gods
dienst, volgens welke versieringen van
praalzucht en wereldlijke gezindheid ge
tuigen.
Er bevinden zich prachtige collecties van
deze sobere stijlmeubelen in het Shakers-
dorp te Hancock in Massachusetts en het
Shakermuseum te Old Chatham in de staat
New York. Ook in Sabbbathday Lake ziet
men nog veel van dit meubilair dat soms,
geheel uit de toon vallend, rondom een
gestroomlijnd t.v.-toestel is gerangschikt.
Edward Deming Andrews en Faith An
drews, die veel over de Shakers hebben ge
schreven, geven hun de eer van de uit
vinding van onder meer een scheeps
schroef, een roterende eg, een dorsmachine,
de cirkelzaag, en de eerste stalen jennen.
Maar hoe belangrijk al deze dingen ook
mogen zijn, de belangstelling van opeen
volgende generaties van waarnemers ging
vooral uit naar de opvattingen van de
Shakers ten aanzien van sexualiteit en
huwelijk.
Deze opvattingen gaan terug tot stam
moeder Ann Lee. Zij had in haar huwelijk
en bij haar bevallingen zwaar geleden en
moest al haar vier kinderen als zuige
lingen ten grave dragen. Volgens de „Encyc
lopedia of religion and ethics" zou zijn
zulk een afkeer gehad hebben van de
huwelijkse staat, dat zij vele vrouwen
ja, zelfs haar eigen moeder! bezwoer,
zich te onthouden van haar echtelijke
plichten.
Volgens een ander verhaal bracht Ann
Lee's wederhelft eens een vrouw van de
straat mee naar huis, dreigend het met
deze vrouw te zullen aanleggen als zijn
echtgenote haar gelofte van celibaat ge
daan na de dood van haar vierde kind
niet zou herroepen. Maar Ann gaf niet toe.
De echtelijke gemeenschap was voor haar
de bron van alle ellende geworden en
waarom zou men de wereld bevolken als
het „einde der dagen", zoals zij geloofde,
nabij was?
Nu en dan eisten woedende menigten
de uitlevering van de kinderen die door de
Shakergemeenten geadopteerd waren, hoe
wel die kinderen zich bij de Shakers heel
gelukkig voelden.
SINDS HET BEGIN van deze eeuw is de
Shaker-beweging langzaam maar zeker in
omvang en betekenis afgenomen. Andrews
wijt dat aan het feit, dat de „Shaker-
idealen niet meer pasten in een tijd waar
in de meeste Amerikanen hun heil alleen
zochten in materiële genietingen, in per
soonlijk bezit en in de mogelijkheden die
de ontsluiting van 's lands natuurlijke
rijkdommen, de spoorwegen en de fabrie
ken hun boden.
Ook de weigerachtigheid van de Shakers
om wapens te dragen onderscheidde hen
van hun buren. Maar al werd de militaire
discipline hun bespaard, thuis hadden zij
zich aan zeer strenge leefregels te onder
werpen.
Zo mochten zelfs een broeder en een
zuster elkaar niet de hand drukken.
Nagels knippen op sabbathdag was
verboden. Men mocht niet het eerst op
de linkerknie knielen, na het avond
maal geen fruit eten, geen horloges of
paraplu's bezitten, geen geld in per
soonlijk eigendom hebben, niet met
honden of katten spelen en geen leven
de wezens, hetzij mensen of dieren, bij
namen geven.
MAAR HET WAS niet alles somberheid
wat de Shakerklok sloeg. Men erkende ook
„gaven". In de zin van de Shakers waren
dat een soort geestelijke bevelen van
binnen-uit en van allerlei aard.
Edward Everett (1794-1865) schreef hier
over:
„Aan een jongen in een van de nederzet
tingen van de Shakers werd eens gevraagd
of hij vrij was en kon doen wat hij wilde".
„Zeker", antwoordde de jongen. „Wij
doen alles waar wij een gave voor hebben".
„Toen hem werd gevraagd, wat hij zou
doen als hij op een mooie wintermorgen
zou willen gaan schaatsenrijden, arttwoord-
de hij: „Ik zou de ouderling vertellen, dat
ik een gave had om te gaan schaatsen
rijden".
Men vroeg hem vervolgens of hij dacht
dat de ouderling het hem zou toestaan. De
jongen antwoordde: „Zeker, tenzij de
ouderling een gave heeft, dat ik niet mag
gaan".
„Maar als je dan tegenover de ouderling
zou volhouden, dat je een gave had om te
gaan schaatsenrijden en dat moest doen?"
„Wel, dan zou de ouderling me zeggen
dat ik een „leugenachtige gave" had en dat
hij een gave had om me een pak slaag te
geven als ik niet onmiddellijk aan mijn
werk ging".
De moraal lijkt duidelijk: om een Shaker
te zijn moet men een gave hebben om te
werken
Advertentie
Ter handhaving van de goede
gang van zaken in ons bedrijf
gedurende de vakantiemaan
den hebben wij besloten VAN
30 JULI t/mll AUGUSTUS
DE VERKOOP, AFLEVE
RING EN INRICHTING GE
HEEL STOP TE ZETTEN.
Hierdoor worden onaangena
me gevolgen van een lang
durige vakantieroulering voor
komen. Op MAANDAG 13
AUGUSTUS staan wij weer
uitgerust voor U klaar om
gemaakte afspraken, eerste
klas afwerking, goede ser
vice en aflevering ten volle
na te komen.
WONINGINRICHTING - BEVERWIJK
Adam Dzinic uit Doboj in Midden-
loegoslavië, kreeg van zijn dokter de
■aad te gaan vissen, omdat hij over
mannen was. Dat hielp. Dzinic ving
binnen tien minuten een vis van vijf
tien kilo en een van zes kilo. Hij werd
er zo opgewonden van dat hij naar huis
ging en meteen weer een instorting
kreeg. Hij is nu echter herstellende en
wil zo spoedig mogelijk weer gaan
vissen.
Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp
COPTBXOHT SWAN rZATUWS SYNDICATE
65. Ook bij dokter Vierus thuis was het gerucht
van de Nieuwe Beweging doorgedrongen. „Jij
riep mevrouw Vierus. „Jij staat daar maar en je
doet niks!" Nu was dit een onrechtvaardige op
merking, want dokter Vierus was een hard zwoegend
geneesheer met een moordend fonds-spreekuur. „Wat
moet ik dan?" vroeg hij ongelukkig. „Kijk. dan op
straat," riep mevrouw Vierus. „Iedereen is lid van
de Impulsieve Beweging." „Wat is dat dan? Wat
houdt dat dan in?" „Heb je dan die neef van tante
Patent nog niet ontmoet? Meneer de Sof? Dat is de
voorzitter." „Maar ik ben al van zoveel verenigingen
lid," zei dokter Vierus. „O, maar dit is geen ge
wone vereniging," zei mevrouw Vierus. „Dit is iets
geweldigs. Weet jefluisterde ze„de Im-
pulsieven leven spontaner. Ze slaan als er iets te slaan
valt en ze stompen als er iets te stompen valt.
Nou? Is dat niet geweldig?" Dokter Vierus keek
zijn vrouw peinzend aan. „Ik als medicus.moet
ik stompen?" mompelde hij, niet afkerig van het
idee.
67. Nadat ze nog een uurtje vergeefs aan Panda had
den gevraagd, waar meneer Pech was gebleven, lieten
de agenten hem eindelijk gaan. Tante Hennie begon te
huilen. „Ach, ach, nu weet ik nog steeds niet, waar
mijn lieve neef is!" snikte zij, „en intussen raakt zijn
hele vermogen op aan die rare uitvinding! Ach, ach,
waar is hij toch? We makén ons zo ongerust!" De agen
ten vonden dit erg zielig voor tante en het ergerde hen
dan ook, dat Panda helemaal geen medelijden toonde.
„Een harteloos ventje," bromde een agent, Panda na
kijkend, „jammer, dat we hem wegens gebrek aan be
wijs moeten laten gaan." Maar Panda trok zich niets
aan van de boze blikken, die hem werden nageworpen.
„Het gaat goed," dacht hij, „als meneer Pech zich nog
een tijdje verborgen kan houden, raakt hij al zijn geld
kwijt aan die belletjes-uitvinding en dan zullen ze hem
eindelijk met rust laten. Maar waar zou hij zich ver
stopt hebben? Het moet wel een geweldige schuilplaats
zijn, want tot nog toe wist zijn familie hem altijd te
vinden!" Zo peinzend liep hij naar huis. Juist wilde hij
het hek binnengaan, toen hij opeens werd aangeroepen.
Het was een visser, die een natte fles ophield. „Bent u
meneer Panda?" vroeg deze. „dan krijgt u de brief en
ik het geld." „Welke brief enne en welk geld?"
vroeg Panda verbaasd. „Die in deze fles zaten," ant
woordde de visser. „Ik vond hem op het strand, boorde
vol geld. Maar er zat ook een briefje bij, dat de vinder
het geld mocht houden, als hij deze enveloppe naar het
aangewezen adres bracht. Nou, uw adres staat er op,
zodoende." „Dat is vast een bericht van meneer Pech,"
dacht Panda opgewonden.