Alice in Wonderland: een eeuw geleden door
een wiskundige tijdens boottochtjes verteld
sanss«
I
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
Haarlems Dagblad Oprechte Maarlemschè Courant
en IJtnv.ider Courant
m
mam
bfè s
day»
de zilverschat van een gouden verleden
";p
ililllllf!
rnrnjr.
PJI
tn"7
Ï5SKBGS? iSSUSTSJal NATUDRLIJK Zim ZUN ER ook heel
was. De Hoedenmaker van de Dolle Thee- wat spreekwoorden die zinspelingen be-
visite was ontstaan naar aanleiding van vatten op bekende fabels, sprookjes, anek-
een zekere mr. Carter, een meubojhandc- doten enz. Als de vos de passie preekt,
laar uit de High Street te Oxford. Nog kan boer pas op je ganzen is er zo een, evenals
men te Oxford, niet ver van Christ Church boontje komt om z'n loontje, waarschijn-
het origineel van de schapenwinkel bezoe- lijk: hij heeft zijn schaapjes op 't droge,
ken. De episode van de tranenplas het en verder: veel geschreeuw en weinig wol,
tweede hoofdstuk van „Alice in Wonder- de druiven zijn zuur, schoenmaker, houd
land" is gebaseerd op een tochtje naar je bij je leest.
:ttê*
wit
is ure in
StWtpi
alt thtrr
bt+inj k+r
and, tA&-
ft, ,:Jfr - 1
i?*A 4v",
i'.C V
v-
'^a jm\^T
'i
C,
v :k: gSKS' v
•-
:-xSf
Lewis Carroll gefotografeerd, in 1863,
enkele maanden nadat hij het eerste
„Alice"-verhaal had verteld. (Gerns-
heim-collectie, Londen).
DEZE DOMINEES-ZOON werd geboren
in 1832 in de pastorie van Daresbury,-
Cheshire. In de velden en bossen van de
omgeving leerde hij de dieren kennen, die
later in Alice zo'n belangrijke rol zouden
spelen: konijnen, hazen, relmuizen, kik
kers, rüpsen en ongetwijfeld ook Cheshire-
katten. In 1843 werd zijn vader beroepen
te Croft in Yorkshire en Charles begon
zijn studie op het Richmond gymnasium.
Tegelijkertijd nam zijn litteraire loopbaan
een aanvang in het familieblad, waarmee
de elf kinderen van het gezin Dodgson zich
bezighielden.
Na het Richmond gymnasium te hebben
doorlopen ging hij naar de beroemde kost-
CHARLES LUTWIDGE DODGSON, die van 1856 tot
1881 lector was in de wiskunde aan de universiteit te Ox
ford, hield een dagboek bij, waarin hij in het kort de ge
beurtenissen van elke dag memoreerde. Zijn aantekeningen
van vrijdag, 4 juli 1862, luidden aldus: „Atkinson bij mij
met twee vrienden, de heer en mevrouw Peters. Ik heb een
paar foto's van hen genomen; zij hebben mijn album gezien
en zijn blijven lunchen. Toen zijn ze naar het museum ge
gaan en Duckworth en ik maakten met de drie Liddells een
boottochtje naar Godstow. We dronken thee aan het water
en kwamen pas om kwart over acht in Christ Church terug".
Hieruit blijkt wel dat mr. Dodgson een verwoed fotograaf
was en het feit, dat enkele jaren geleden een tentoonstelling
werd geopend van zijn foto's, waaronder portretten van
onder anderen Tennyson, Rosetti en Ruskin, bewijst dat hij
hierin een grote hoogte heeft bereikt. Toch zou hij zijn
want in mei 1856 vermeldt het dagboek:
„Las het merkwaardige boek „De Woeste
Hoogte". Nog nooit heb ik een boek gele
zen, dat minder met mijn eigen aard
strookt, dan dit."
Hoe juist! Niets staat verder af van de
conflicten en de spanningen van Emily's
stormachtige meesterwerk, dan de zon
overgoten wereld van Lewis Carroll de
dromerige torenspitsen van zijn geliefde
Oxford, de vreedzame uren met fototoe
stel en statief, de lach en de vriendschap
van kinderen.
DE VRIENDSCHAP met de Liddells
groeide met de jaren en de jonge lector
werd uitgenodigd om in de zomer eens te
komen logeren in hun buitenhuis aan zee
in Llandudno. Samen met de kinderen
keek hij dan graag naar de konijnen in de
duinen langs de kust. Hij zal hun zeker
verhaaltjes over deze dieren hebben ver
teld. In Llandudno herinnert een stand
beeld van het Witte Konijn aan de ver
moedelijke bron van inspiratie voor de
eerste figuur, die Alice in het boek ont
moet. Wellicht zijn ook de verhalen over
de antilope en de schildpad (en in het
tweede boek de walrus en de timmerman)
onsterfelijkheid niet aan zijn fototoestel danken, maar aan
iets wat hij zelf te onbelangrijk vond om te noteren toen hij
op de avond van die zonnige jididag honderd jaar geleden,
zijn dagboek bijschreef. Een half jaar later echter schijnt hij
dit verzuim te beseffen, want in februari voegde hij het
volgende p.s. aan de tekst van die dag toe: „Bij welke ge
legenheid ik hen het sprookje heb verteld van „Alice's avon
turen onder de grond", dat ik voor Alice geschreven heb en
dat nu klaar is, wat de tekst betreft. De illustraties zijn nog
lang niet af'. Zelfs toen kan hij er nog geen idee van gehad
hebben, dat het sprookje, dat hij zijn vrienden tijdens de
boottocht op de Theems vertelde, hèt beroemdste kinder
boek ter wereld zou worden, dat de identiteit van Charles
die van Lewis Carrol, schepper van „Alice in Wonderland".
Lewis Carrol werd begraven te Guild-
Dodgson, lector in de wiskunde, voorgoed zou verweven met editie van „Alice in Wonderland" (teke- hij bij zijn zusters logeerde. Een geve
ning is gereproduceerd met de welwillende steen in het huis herinnert aan dit feit.
toestemming van de uitgevers. Macmillan yoorts werden Alice en Carroll, omgeven
Co. Ltd.) cJoor en(ceje jigUren van het boek, afge
beeld op een raam in de kerk van zijn
helemaal opgeschreven en de laatste pa- vader te Daresbury. Alice Liddell, later
gina van het manuscript werd verlucht Mrs. Reginald Hargreaves, overleefde hem
met een van Carroll's eigen foto's van jaar. En de Theems bij Godstow?
Alice. Het sprookje, dat uiteindelijk de
titel kreeg „Alice's Avonturen in Wonder
land", werd in 1865 uitgegeven met illus
traties van de beroemde tekenaar Sir
John Tenniel, die in 1871 ook de illustra
ties van het vervolg „Alice's Avonturen
in Spiegelland" verzorgde.
school te Rugby en werd in 1851 student herinneringen aan die lange zomerdagen
te Oxford. Daar behaalde hij met lof zijn mdfi duinen van C^narvonshire
graad in de wiskunde, hetgeen zou leiden
tot zijn benoeming als leerkracht in 1856.
Hij vestigde zich te Christ Church en bleef
daar wonen, ook na zijn pensionering.
Kort tevoren had hij Alice ontmoet. Zij
was een van de dochters van Dr. Liddell,
deken van Christ Church. Op 25 april
1856 schrijft hij in zijn dagboek: „Ging
's middags met Southey naar het huis van
de deken om te proberen een foto te ma
ken van de kathedraal (de kathedraal van
Ixford ligt in de buurt van Christ Church)
beide pogingen mislukten. De drie kleine
meisjes speelden meestal in de tuin en we
werden dikke vrienden. We nrobeerden hen
op de voorgrond van de foto te krijgen,
maar zij waren geen geduldige model
len."
Voor Charles Dodgson echter was Lewis
Carroll alleen maar een speels intermez
zo, want de lector van de universiteit
maakte naam met nadien lang vergeten
publikaties over wiskunde. In december
1860 werd hij deken en nog geen zes maan
den later, volkomen onverwacht en min
of meer toevallig, kwam „Alice".
Immers, eigenlijk had dat boottochtje
naar Codstow niets te betekenen. Lewis
Carroll had de drie dochtertjes van de de
ken Lorina (13 jaar in 1862), Alice, (10)
en Edith (8) al vaker meegenomen voor Alice Liddell, het meisje dat de wiskun-
een roeitochtje naar Folly Bridge, zoals dige Charles Dodgson vroeg de sprookjes
de mensen dat nu nog doen. Godstow, 0p te schrijven, die hij tijdens zijn boot-
mmmi
rf- w
Het is daar nog net als op die zonnige zo
mermiddag honderd jaar geleden.
David Graham
„ALICE IN WONDERLAND" werd uit
gegeven op kosten van de schrijver. Hij
had uitgerekend, dat als er 4000 exempla-
EEN ANDERE BIJBELSE zegswijze is:
Het is de moriaan geschuurd voor: het is
vergeefse moeite. Men ziet hierin tenmin
ste een herinnering aan Jer. 13 23. Zo is
ren verkocht werden zijn onkosten gedekt oarjen Voor de zwijnen werpen ontleend
J Til,. K,-./-vly manr unr^nohr
zouden zijn. Elk boek, dat meer verkocht
werd, zou winst betekenen. „Maar dat durf
ik bijna niet te hopen", schreef hij op
2 augustus in zijn dagboek. Er werden
aan Matth. 7 6. En tenslotte verdient ver
melding al zijn we dan al buiten het ge
bied der spreekwoorden beland dat het
woord leven in de betekenis: lawaai, geraas
tijdens zijn leven 180.000 exemplaren ver-
kocht!
gevonden. Men moet namelijk uitgaan van
HET BEGIN van deze vriendschap,
waaruit „Alice in Wonderland" zou voort
spruiten, had plaats slechts enige weken
nadat Dodgson voor het eerst het pseudo
niem had gebruikt, waaronder hij het boek Carroll zelf
schreef. Een maand eerder had hij een
gedicht uit de bundel „Solitude" gepubli
ceerd in een van de populaire tijdschriften
uit die tijd. Het was wel aardig, maar
had toch te weinig inhoud om wezenlijk
te kunnen bijdragen tot de reputatie van
onze jonge lector. Lutwidge was zo ver
standig om zich te verschuilen achter ver
vormde voornamen: Lutwidge werd Le
wis en Charles werd gelatiniseerd tot Car-
dat drie mijl stroomopwaarts ligt met zijn
herberg De Forel, die over de rivier
uitziet op de ruïnes van een middeleeuw
se priorij, was ook toen al een geliefd
oord voor picknicks. Carroll en zijn jonge
vrienden waren er dan ook geen onbeken
den. Natuurlijk werden er tijdens die tocht
jes sprookjes verteld, „Maar", schrijft
in 1887, „Ik heb er geen
enkele opgeschreven; ze leefden en
stierven als eendagsvliegen in een zonni
ge zomermiddag, tot het toeval wilde, dat
een van mijn kleine toehoorders mij vroeg
het sprookje voor haar op te schrijven.
later: „Ik roeide slag en hij boeg en dus
tochtjes vertelde.
de: „Ja, ik verzin ze onderweg". Ook weet
ik nog heel goed, dat toen we de kinde
ren thuisgebracht hadden en Alice ons
welterusten zei, ze eraan toevoegde: „Oh,
mijnheer Dodgson, ik wou, dat U die avon
turen van Alice eens voor me opschreef.
haald, want op 6 augustus vermeldt het
dagboek: „Harcourt en ik namen de drie
meisjes Liddell mee naar Godstow. Daar
hebben we thee gedronkenIk moest dat
eindeloze sprookje over Alice verder ver
tellen."
Belofte maakt schuld en zo lezen we op
13 november: „Begon met het sprookje
voor Alice, dat ik haar 4 juli tijdens het
tochtje naar Godstow heb verteld. Ik hoop
Hoe vreemd de beide boeken ook mogen zinnen als: een hels leven (een leven zoals
zijn, toch zijn zij wel degelijk op de wer- men verplicht is het te leiden in de hel)
kelijkheid gebaseerd. De deken had inder- en een leven als een oordeel (een leven
daad eep. kat, die Dinah heette. Het was als bij het laatste oordeel).
Nuneham, dat de schrijver met Duckworth
en de drie zusjes Liddell maakte, zes we- EEN KENMERK van vele spreekwoorden
ken vóór de historische middag in God- maar weer niet van alle is hun ver-
stow. Ze werden toen overvallen door een nuftige, korte inkleding. Daar is het
slagregen. Zelfs de personen zijn te her- Latijnse amans amens, wat in het Neder-
kennen: de Dodo (Dodgson), de Duck lands weergegeven kan worden door: wie
(Duckworth), De Lory (Lorina) enz. verliefd is, is uitzinnig. Wij zeggen, min
of meer in dezelfde betekenis: liefde is
WAT ALICE ZELF betreft, zij is onge- bnnd> maar hoeveel aardiger is de Middel-
twijfeld een afschildering van Dodgsons nederlandse variant: Men sach noyt lelyc
ideaal van een kleine vriendin. Toch ver- lief. Stel daartegenover nu de langademige
schilt de Alice, die wij van de illustraties zegswijze uit India: Als een jonkman op
kennen - het Victoriaanse type met lan- ef" e2el™ verliefd raakt en niet op een
elf, moet men niet vragen waarom. Men
ge blonde haren wel heel erg van het ^an zjch nauwelijks indenken dat dit laat-
donkere meisje, dat ons dromerig aan- ste spreekwoord gemakkelijk in het ge
staart op de foto, die Carroll van haar heugen blijft hangen en mondeling over-
De excursie werd een maand later her- tegen Kerstmis klaar te komen." Het werd maakte.
KANUNNIK DUCKWORTH, die dit
tochtje meemaakte, schreef veertig jaar
later: „Ik roeide slag en hij boeg en dus
roll (Carolus). Had hij in deze wellicht de werd het sprookje als het ware over mijn
invloed ondergaan van Emily Brontë, die schouder bedacht en verteld aan Alice,
het manlijk pseudoniem Ellis Bell aan- die als stuurvrouw fungeerde. Ik herin-
nam om het vooroordeel tegen vrouwelijke ner me nog, dat ik me omdraaide en zei.
auteurs te vermijden? We weten, dat hij „Dodgson, is dit soms een ïmprovisatie-
juist in deze tijd haar bekendste boek las, verhaaltje van je?" Waarop hij antwoor-
SPREEKWOORDEN
De laatste pagina van het manuscript van „Alice in Wonderland" met de door de
auteur in 1859 gemaakte foto van Alice Liddell op 7-jarige leeftijd. Het manuscript,
dat oorspronkelijk „Alice's Adventures Underground" was getiteld, is nu
Britse Museum. (Gernsheim-collectie, Londen
S/iê
geleverd wordt. En dat is toch voor het
spreekwoord in het algemeen wel type
rend, ja, haast noodzakelijk.
ZOALS HET MET alle woorden in de
taal gaat, zo gaat het ook met spreek
woorden: ze komen, bloeien en vergaan.
Uit een geschriftje door de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen een dikke hon
derd jaar geleden uitgegeven, plukte ik
deze bloempjes, die men thans nergens
meer vinden zal: zijn geld op heggen en
struiken hangen (het verkwisten), hij is een
man in de pot (hij is al volwassen), wie tot
een ezel geboren is wordt nooit een koets
paard (men moet tevreden zijn met zijn
lot), naarstige hand en sparigc tand koopt
anderlui land (zuinigheid met vlijt
zijn spek in het vet dopen (overdaad
schaadt). Als gezegd: deze zijn geheel uit
onze taal verdwenen.
MEN HEEFT wel de stelling verkondigd
dat ieder vogeltje zingt zoals het gebekt
is en dat iedere volk derhalve de spreek
woorden heeft die bij zijn volksaard pas
sen. De wufte Italianen zouden dus de
keuze hebben uit reeksen spreekwoorden
Daarentegen moet men de Heilige Schrift over de liefde; de Duitsers zouden uit-
wel door en door kennen om een zegswijze munten in hetzij martiale, hetzij sentimen-
als: hij is niet van gisteren te kunnen tele spreekwoorden en wij Nederlanders
heelden als alen door de mazen onzer ken zich weer geheel aan deze kenmer- thuisbrengen. In Job 8 9 leest men even- zouden ons verheugen in een overvloed
Zoals het klokje thuis wel: maar wij zijn van gisteren en hebben Van spreuken in de sfeer van handel en
geen kennis, hetgeen wil zeggen: wij leven zeevaart. Niets is minder waar. Het ken-
LATEN WIJ ELKAAR niets wijs
maken: wat een spreekwoord precies is,
in het weten we niet. We kunnen het althans
niet goed onder woorden brengen. Na-
zodanig. Men moet wel een vreemdeling in
Jeruzalem zijn, als men niet inziet dat zijn
handen in onschuld wassen, iets van de
daken prediken en de inwendige mens
versterken Bijbelse uitdrukkingen zijn.
tuurlijk verstaan we de kunst er om heen heeft dan tien in de iucht en aan een haif
te draaien en een aantal algemeenheden ei de voorkeur geeft boven een lege dop
te debiteren als: een spreekwoord is een Woorden munten uit door korte formule-
volkswijsheid in pregnante vorm of: een ring: rust roep, vrijheid blijheid. ïn _tal-
1 i loze komt klinkerrijm, alliteratie, eind-
spreekwoord is een spreuk waaim de rym en parauenisme voor: Oost west,
levenswijsheid van een volk is neerge- thuis best; kinderen hinderen; jong ge
legd, maar telkens zullen we de voor- wend, oud gekend. Maar andere onttrek-
ken zich weer geheel aan deze
dofinities zien heemdibberen Het is ken- Men neme: Zoals het klokje
definities zien g tikt, tikt het nergens, dat wij waarschijn-
eigenaardig gesteld met onze spreek- aan jjerman Heyermans danken, die
woorden: ze hebben een vaste vorm en jn zyn toneelstuk Ghetto gebruikte, of:
toch veranderen ze in de loop der jaren Barbertje moet hangen, dat ontleend is
sterk. Iets met de mantel der liefde be- aan Multatuli's Max Havelaar. Goed in de dood in de pot, waaronder wij verstaan:
i' vorm is weer: Beidt uw tijd, een vinding het is daar een saaie boel, er valt mets
dekken, noemen we geen spreekwoord, van Albert Verwey. Uit deze voorbeelden te beleven. Oorspronkelijk moeten deze
omdat we kunnen zeggen: ik heb dat blykt tevens dat een spreekwoord geens- woorden evenwel letterlijk worden opge-
maar met de mantel der liefde bedekt. zms een uit het volk opgekomen spreuk vat. In 2 Kon. 4 38 wordt verhaald dat
nog pas kort en kunnen uit eigen erva
ring niet oordelen. Nog minder klinkt ons
de uitdrukking in de oren: Het is daar de
merk van het spreekwoord is veeleer een
stands- dan een landskwestie. Alle zee
varende volkeren hebben spreekwoorden
uit het zeemansleven; alle boeren waar ook
ter wereld kennen spreekwoorden in de
geest van: Janvier sans gelée n'amène
jamais bonne année; je frostiger der
Januar, je freudiger das ganze Jahr; if the
De vorm is hier dus veranderlijk. Wij behoeft te zijn. In vele gevallen is het de de profeet Eliza bevel gaf groenten te ver- grass grows in Janiveer, it will be worse
J i 1.1 1 - A nnUnii noninl/Mi /-»*-> din 1*1 don not to Irnlr on want S7 7 ^-1, «inf dn ln«dn
noemen: 't is goed riemen snijden van
andermans leer wel een spreekwoord,
maar vroeger zei men: uit vreemder huid
snijdt men brede riemen. Veranderde
ver en sommigen hunner hebben zich op
dit terrein bijzonder beijverd. Men denke
aan Cats. Weliswaar noemde Cats de
spreekwoorden: „overgebleven voncken
vorm dus maar toch een spreekwoord, van de hoogdravende wijsheyt der voor-
vaarderen", maar hij heeft er zeker tien-
WEL KUNNEN WE een aantal ken- tallen zelf bedacht,
merken noemen van sommige spreek
woorden. Wat de inhoud betreft: ze wor- HET ZOU AL HEEL vreemd zijn, wan-
gelukkige vondst van één dichter of schrij- zamelen en die in een pot te koken, want for all the year. Het zijn dus niet de lands-
er was hongersnood in het land. Toen
sneed een zijner volgelingen wilde kolo
kwinten in de pot met moes, want hij
kende ze niet. Maar zodra de mannen van
het moes aten, schreeuwden zij het uit en
zeiden: Man Gods, de dood is in de pot,
dus: het eten is vergiftig. Hoe de overgang
naar de huidige betekenis tot stand ge
komen is, weten wij niet, vandaar dat men
grenzen, maar veeleer de beroepsgrenzen
die de spreekwoordenschat omzomen. En
zeden en gebruiken zijn van groot belang
bij de vorming, dat bespeurt ieder die zich
eens in een spreekwoordenboek verdiept.
DIE GELEGENHEID wordt ons nu weer
geboden door de verschijning van een aar
dig Prisma-boekje: Dagelijks leven in
den veelal gekenschetst door nuchterheid neer een Bijbelvast volk als het onze niet ook wel heeft gedacht aan de Dood van spreekwoorden door J. A. Meyers.*) De
en door begrip voor het onomkoombare dat een reeks spreekwoorden, spreekwoorde- het ganzenbord. Merkwaardig is dat het auteur heeft daarin, om zijn eigen woorden
men moet aanvaarden; ze drukken dikwijls lijke uitdrukkingen en zegswijzen aan het Engelse death in the pot betekent: ver- te gebruiken, spreekwoorden uit allerlei
de wijsheid uit van de eenvoudige, kleine Boek der Boeken zou hebben ontleend, borgen gevaar, wat dus dicht bij de oor-
burgerman die liever één vogel in de hand Sommigen herkennen we onmiddellijk als spronkelijke betekenis is gebleven. (Zie vervolg
op pag. 4, in vierde kolom)