FILATELIE. VOOR JULLIE HUBERT EN ZIJN KREEFTEN «8 Dammen Bridge De eend en de snoek m ZATERDAG 28 JULI 1962 Erbij PAGINA VIER mmmmm B. Dukel 9? O O 4» Dr. P. H. Schroder Sgrgip ..V:' Cor Beek VERENIGDE STATEN. Ter ere van senator Brien McMahon (1904—1952), ontwerper van de in 1946 door presi dent Truman ondertekende 'wet die voorziet in het vreedzaam gebruik van atoomenergie, is vandaag, 28 juli, een postzegel van 4 cents (purper) uitge geven. mmmtM TSJECHOSLOWAKIJE. Twee post zegels, 30 h. (rood en zwart) en 60 h. (blauw en zwart), zijn in omloop ge bracht ter herinnering aan de ver woesting van de Tsjechische dorpen Lidice en Lezaky door de Duitsers, twintig jaar geledenj, Op de eerste zegel ziet men het hoofd van een jong meis je met op de achtergrond dat van een treurende moeder en op de tweede ze gel bloemen die op de ruïnes van Lezaky groeien als symbool van een nieuw leven. HONGARIJE. Ter gelegenheid van het wereldvredescongres voor ontwa pening te Moskou is een postzegel van 1 forint (bruin) uitgegeven, waarop het symbool van de ontwapening (een sculp tuur van de Rus E. Woetsjetisj „Van zwaarden ploegen smeden") voorkomt. Er zijn 5.700.000 getande en 10.000 on getande exemplaren gedrukt. "Si BULGARIJE. Voor de vijftiende schaakolympiade te Varna is een serie van vijf waarden uitgekomen, die ge stileerde schaakfiguren laten zien: 1 sto- tinki officier, 2 st. kasteel, 3 st. ko ningin, 13 st. paard en 20 st. pion. Ook is >een blok ter waarde van 0.50 lewa verschenen, die deze vijf schaakfigu ren afbeeldt. EGYPTE. Ter herinnering aan het feit, dat een jaar geleden Patrice Loe- moemba, de eerste premier van de Kongo, overleed zijn twee postzegels in circulatie gebracht. De 10 mills (roze en rood) vertoont de kaart van Afrika met op de plaats waar de Kongo ligt een vlammende toorts, alsmede het portret van Loemoemba en de 35 mills (grijs, groen, rood en geel) zijn portret, omgeven door een lauwerkrans en de kaart van Afrika op de achtergrond. ISRAEL. Ter gelegenheid van het joodse nieuwjaar 5723 zullen binnen kort drie postzegels verschijnen. De tekeningen, gemaakt door mevrouw Cyla Menusy en mevrouw Chava Or- nan, zijn geïnspireerd op teksten uit het boek van Jesaja (hoofdstuk 11, ver zen 6 en 8 8 agorat „En de wolf zal wonen met het lam", 28 ag. „En het lui paard zal rusten met de jonge geit" en 43 ag. „En hét kindje zal spelen op het hol van de adder". JAPAN. Als propaganda voor de Olympische Spelen 1964 te Tokio is een serie van drie waarden in circulatie gebracht: 5 5 yen (roodbruin) judo, 5 5 yen (groen) waterpolo en 5 5 yen (violet) turnen. POLEN. Een herdenkingsserie, gewijd aan beroemde Polen it uitgegeven. Het zijn zes zegels, alle ter waarde van 60 groszy. Afgebeeld zijn de dichter Adam Mickiewicz (17981855), de dichter Juliusz Slowacki (18091849), de com ponist Frédéric Chopin (18101849), de vrijheidsstrijder Romuald Traugutt (18261864), de communistenleider Ja- roslaw Dabrowski (18361871) en de dichteres Maria Konopnicka (1842 1910). ANTIGUA. Honderd jaar geleden ver schenen de eerste postzegels in deze Britse kolonie. Dit feit zal worden her dacht door de uitgifte (op 1 augustus a.s.) van vier postzegels, >3, 10, 12 en 50 cents. De zegels geven een gezicht op English Harbour in Antigua; voorts ziet men een reproduktie van Antigua's eerste postzegel en het portret van koningin Elizabeth II. In het toernooi om het clubkampioen schap van Nederland, waaraan acht sterke damtientallen deelnemen, komen de sterk ste en bekendste spelers tegenover elkaar te zitten. Alleen door vabanque-partijen te spelen en zich op geheel onbekend terrein te be geven, is het voor geroutineerde meesters mogelijk van elkaar te winnen. Onderstaande partij, gespeeld in de be langrijke ontmoeting Residentiedamgenoot- schap-Damclub IJmuiden tussen H. Laros met wit en H. J. Kinnegin met zwart had wel een bijzonder spectaculair karakter. Het is wonderlijk dat de partij nog in remise eindigde en het is zeer goed mo gelijk dat de aandachtige lezer er na studie iets in ontdekt wat tot nog toe niet is ge zien. 1) 33-28 17-21. 2) 39-33 21-26. 3) 44-39 11-17. 4) 50-44 6-11. 5) 33-29 18-22. Opsluiten met 39-33 kan zwart een com binatie nemen met 22-27. Dan moet 32x21 16x27, 31x22 26-31, 36x27 19-23 met gelijk, spel. 6) 38-33 13-18. 7) 42-38 1-6. 8) 47-42 19-23. 9) 28x19 14x23. 10) 35-30. Voor de tiende zet geven wij de voorkeur aan 32-28 23x32 37x28. 10) 9-13. 11) 30-24 22-28. 12) 33x22 17x28. Een ongekend spelbeeld is ontstaan. Beide spelers zijn op avontuur'uit. Moet wit hier 32-27 of 31-27 spelen? Het is een onderzoek waard. KINNEGIN door 34-30. Op 22) 20-24, 29x20 15x24 volgt winst met 34-30 25-20 33-29 met winnende damzet. Het is een onderzoek waard of met 5-10 en 2-8 geen beter spel wordt bereikt. Zwart 9 stukken op 7, 9, 13, 14, 15, 18, 21, 23, 27. Wit 24, 30, 37, 38, 39, 40, 41, 44, 46. Na 22-27 kon wit een combinatie for ceren door 24-20 14x32 en 37x8 9-13 of? 8x19, wat remise oplevert. In de partij werd nog gespeeld 43) 40-35 23-28. 44) 44-40 7-12. 45) 40-34 14-20. 46) 24-19 13x24. 47) 30x19 9-14. Remise op voor stel van zwart. Het woord of er zet voor zet goed is ge speeld is thans aan de onderzoekers. (Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur, B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden). Het was al weer vrij lang geleden, dat Nederlandse bridgespelers in buitenlandse periodieken een eervolle vermelding kre gen doch thans hebben zowel de Fran- van de argelozen: het doorgronden van een studie van Marwitz is geen sinecure. Wil men er echt iets van begrijpen, dan moet men er de tijd voor nemen en tegen zelf studie, zelf-analyseren, niet opzien. De geestelijke beloning is er dan echter na. ,20000000000000000000000x500c)000000000000c)00000 OCOOOOOOCOOCOCOOGCOOOOOOCOOCOOOOOCOOOOOOOOOOOC sen als de Engelsen weer aandacht aan onze prestaties gewijd. In het julinummer van de Revue Fran- gaise de Bridge worden enkele Nederlandse prestaties geroemd en vooral de Neder landse overwinning in het bijzonder sterk bezette toernooi te Juan les Pins, wordt hoog aangeslagen. Vooral voor een speler als de Rotterdammer Hans Kreyns (in Juan partner met Bob Slavenburg) zal deze buitenlandse waardering welkom zijn, want aan de top van de Nederlandse Bridge Bond heeft men de talenten van deze jonge speler nog nimmer hoog genoeg aangeslagen. i Mijn partner en teamgenoot uit Juan les Pins, de Hagenaar Piet Boender, gaat deze maand niet alleen met Franse eer strijken; in het uitstekende Engelse maandblad Bri tish Bridge World zien wij van hem een spel, dat de veeleisende Engelse redactie waardig heeft gekeurd om internationaal opgediend te worden. Hier is het: 10 9 4 9 V 10 9 5 10 4» B 8 7 4 2 Na 11-17 komt wit vrij. 23) 27-21 16x27. 24) 32x21 20-24. 25) 29x20 15x24. 26) 31-27 22x31. 27) 33x11 7x27. 28) 37-32 23-28. 29) 32x21 26x17. 30) 36x27 28-32. 31) 38-33 32x21. 32) 34-29 24-30. 33) 25x34 19-23. Het avontuur is afgelopen met een wat gemakkelijker stelling voor zwart. 34) 45-40 2-7. 35) 49-43 21-27. 36) 43-38 5-10. 37) 42-37 17-21. 38) 38-32 27x38. 39) 33x42 12-17. 40) 42-38 17-22. 41) 29-24 10-15. 42) 34-30 22-27. Stand na de 42ste zet van zwart. A B 5 H 6 3 7 4 2 A V 9 5 W O H 8 6 3 2 9? 8 7 2 O 8 5 3 4* 10 3 »xxxxx>00c<xxxx>000000<xr)0000000000000000c0000c000c00000c LAROS Zwart 18 stukken op 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13, 15, 16, 18, 20, 23, 26, 28. Wit 18 stukken op 24, 29, 31, 32, 34, 36 tot en met 46, 48, 49. In de partij ging het als volgt verder: 13) 32-27 3-9. 14) 40-35 10-14. Wit heeft zeer goed berekend dat vroeg of laat toch met 38-32 moet worden voort gezet. Immers 38-33 gaat nooit wegens de damzet door 18-32. Het aanlokkelijke 35-30 20-25, 44-40 14-20 levert voor wit niets op omdat zwart over de tempi beschikt. 15) 38-32 11-17. 16) 42-38 17-22. 17) 38-33 13-19. 18) 24x13 8x19. 19) 43-38 9-13. 20) 48-42 6-11. Zwarts laatste zet dient om de bevrijding met 27-21 en 31-27 te voorkomen. Een boeiende en combinatierijke stelling is ont staan. 21) 35-30 4-9?? Stand na de 21ste zet van wit: 5pOOOOCOCOOOCOOOOC<XXX>CCOOCyD30C<X)OOOOCOOOO(X5COCOOOOOOOCX: West gever, allen kwetsbaar. West opehde ftet bieden met 1 klaVëïen, noord en ó'Sst pasten, waarna Boender als zuid een bod deed, dat kenmerkend is voor zijn uitstekende biedstijl: 3 Sansatout. West, die aannam dat zuids zwakte wel eens in een hoge kleur kon zitten, speelde harten 3 voor, die Boender op tafel (noord) nam met hartenvrouw. Dit lijkt een onbe langrijke manoeuvre, doch in werkelijk heid was het een speelwijze die nodig was om west in het ongewisse te laten wie hartenboer had en hoe belangrijk dat was, bleek uit het vervolg. De oostspeler meende in slag 1 de harten 7 te moeten bijgooien en Boender noteerde deze merkwaardige gebeurtenis met vol doening. In slag 2 zette hij van noord uit voort met.ja wat denkt u? De meesterhand liet in deze situatie de schoppen 4 spelen en legde in zuid de schoppenvrouw, die west nam met schop penaas. Door deze slimme speelwijze hoop te Boender zijn zwakte in schoppen te ca moufleren en de tegenpartij tot harten- naspel te verleiden. Wel west spéélde harten na en hierna had zuid dus zijn 9de slag en mocht een welverdiende kwetsbare manche noteren. Aan de andere tafel opende west met 1 SA noord paste oost 2 schoppen zuid 3 ruiten allen pasten; zuid ging hier één down, zodat het Nederlandse team, dat dit spel in het toernooi te Spa speelde, in to taal 700 punten voor dit succes mocht op schrijven. Des te fraaier was Boenders prestatie, als men bedenkt dat hij dit succes wist te boeken tegen de allerbeste oppositie. OW waren de Engelsen RodrigueTruscott, spelers van het Europese kampioensteam 1961. Schrijft u mij nou niet, dat zuid het spel ook had kunnen winnen door, na de eerste harten, zes malen ruiten te spelen en daar door west in afgooidwang te brengen. Want als u zó speelt, geef ik west schoppenaas- heer-5 en oost schoppenboer-8-6-3-2, waar na het afspelen van de ruitens niet helpt! Bridgevraag dezer week: Noord gever, OW kwetsbaar. Zuid heeft: H97 964 ❖AH 4> A H V 10 8 5 Het bieden verliep: noord pas oost pas zuid 1 klaveren west pas noord 1 schoppen oost pas wat moet zuid doen?? Dit interessante probleem werd aan een internationale jury voorgelegd door de redactie van de Revue Frangaise de Bridge. Wat deze aan waarderingen toe kende, vindt u elders op deze pagina. Zwart 2, 4, 5, 7, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 22, 23, 26, 28. Wit 27, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 36, 37, 38, 39, 41, 42, 44, 45, 46, 49. In plaats van de 21ste zet 4-9 is onzes inziens 20-25 sterker en kansrijker voor zwart. Op 29-24 volgt 14-20, 33-29 5-10, 44-40 10-14, 40-35 4-9, 38-33 11-17, 42-38 17-21, 45-40 12-17, 49-43 7-12 en wit staat verloren. 22) 30-25 11-17? Op 22) 19-24 wint wit problematisch Wie aan het schaakleven in Haarlem denkt, denkt aan Marwitz. J. H. Marwitz is een sterk partij speler, maar doordat hij niet aan grotere toernooien deelneemt, is zijn naam bij het publiek niet zo bekend als van vele anderen, voor wie de Haar lemmer bepaald niet behoeft onder te doen. Wij hopen, in een volgende rubriek één of meer staaltjes van zijn capaciteiten als wedstrijdschaker te geven. Ditmaal iets over Marwitz als eindspelcomponist. In die kwaliteit is hij, bij de kleine maar selecte kring van liefhebbers der eindspelcompo sitie, over de gehele aardbol beroemd. En terecht. Want Marwitz' scheppingen zijn ongelooflijk knap en treffen vooral door de verrassende slotpointes na een boeiend en vertakt verloop. Alvorens over te gaan tot bespreking van het eindspel, waarmede Marwitz in 1948 de eerste prijs in de compositiewed strijd van het Tijdschrift KNSB verwierf, eerst nog een waarschuwing aan het adres Wit: Kh7, Tg3, Rc8, pion: b5-c7-g2. Zwart: Kc5, Tb6-e5, Rf4, Wit aan zet houdt remise. Even afwegen. Wit is een toren achter. Weliswaar heeft hij daarvoor drie pionnen, maar die zijn kwetsbaar. Met „gewone" zetten valt niets te bereiken, bijvoorbeeld 1) Tf3? Te7f. 2) Kg8 Te8f benevens 3) Tc8: enz., of 1) Tg7? Th6f. 2) Kg8 Te8f enz. Wits enige kans is zijn vrije c-pion. Door met promotie daarvan te dreigen, desorga niseert hij de zwarte troepen. Zo vinden wij de verrassende eerste zet: 1) Rc8-e6! De loper moet juist op dit snijpunt gaan staan, om de zwarte torens te beperken in hun bewegingsvrijheid en zodoende zowel Te7f als Th6f te beletten. Daar er c7-c8 D dreigt, heeft zwart geen keus; hij moet de gevaarlijke pion gaan veroveren. Dus: 1) Te5-h5+. 2) Kh7-g6 Th5-h6t! Alleen zo kan zwart de strijd gaande houden. Na direct 2) Rc7:? kan wit zich redden met bijvoorbeeld 3) Tc3t Kd4. 4) Tc4t Kd3. 5) Kh5: en wit staat zelf beter. Het verschil, veroorzaakt door de tekstzet, blijkt aanstonds. 3) Kg6-g7 Rf4xc7. Nu baat het zojuist vermelde manoeuvre wit niet. Zie 4) Tc3f Kd4. 5) Tc4f Kd3. 6) Kh6: Te6f benevens 7) Kc4: Door dat de zwarte h-toren op de 6de lijn staat, wordt Re6 met schaak genomen. Wit heeft thans echter een ander schaak ter beschik king en hij moet daarvan wel gebruik maken, omdat zowel zijn toren als zijn loper in staan. 4) Tg3-g5t Kc5-d4. Tot zijn schrik be merkt wit, dat zijn toren nog niet veilig is, na 5) Kh6: wint Rf4! direct. Vandaar eerst: 5)Tg5-g4j\ De rest lijkt nu dóódsimpel; na een zet van de zwarte koning volgt 6) Kh6: en remise is een feit. Maar zo eenvoudig is het schaakspel, en zeker een studie van Marwitz, niet. De eigenlijke pointes moeten nog komen. 5) Rc7-f4! Een zogenaamde mag neet. De witte toren wordt naar de zwarte koning toegetrokken en komt zodoende toch weer aan aanvallen bloot te staan. 6) Tg4xf4t Kd4-e5. Niet 6) Ke3. 7) Tf3f benevens 8) Kh6: Maar na de tekstzet lijkt het toch definitief mis voor wit. Zijn beide stukken staan in, zodat niet valt te voorkomen dat hij een volle toren achter komt. Men wrijve zich dan ook de ogen uit, want de definitieve redding is nabij! 7) Tf4-f5t! Ke5xe6. 8) g2-g4ü En hier mede is het wonder geschied. Zwart kan met zijn toren méér niet winnen. Onttrekt hij Th6 aan de aanval, dan volgt 9) Tf6f 10) Tb6: En na een zet van zijn koning naar de 7de lijn volgt 9) Tf7t en de zwarte majesteit vindt nergens rust. Het wordt óf eeuwig schaak langs de 7de en 8ste lijn, öf een zetherhaling. Keert de koning name lijk naar e6 terug, dan plaatst wit zijn toren weer op f5. Deze bijzondere stelling is in de eindspelwereld bekend als „het thema van Koslovski". Het bijzondere van Marwitz' bewerking daarvan is: le dat de beide zwarte torens nog op één lijn ge bracht moesten worden; 2de dat de zwarte koning nog binnen zijn gevangenis gelokt diende te worden. Vooral dit laatste was, volgens onze auteur, een zeer grote moei lijkheid. Onze hulde voor de gevonden oplossing! (Wordt vervolgd). Mr. Ed. Spanjaard '0£ si vs Z 'Of* si uaddoqos f '05 si uajaABpi g 'oi si uaqna z '001 si usjiru g :uaSuiJspjBBM sjb je§ Aanf 'uap -atq 37 (BBtuuaa Sou a^suiuiua; jguimp qoo TBAaS jpa ut paoou ua si apuaopiOA (uaqqaq 87 puadoaS uajaAepf 7 bu 'poq-asuaAaa ap -uiBBuaSoz) uajinj aaA\; uba poq uaa 76p 'si aistA utipi "ufiz a; jBBqpaiq jaaqaS suaa ;aiu ■inapi aip ;jaoqaq qaiuqoaipaiq auaapotu ap ui ua anapj aAAnaiu uaa ui poqSuouds uaa aooAJBcp uarn iqinjqag uaarnaS -IB 7aq ui -uapatq aapjaA 707 TSuiAvp jbabS qja ut nu paoou 7Bp uapuiA 7aoui poq uaa tiq 7Bp 'qja7S oz q[qjnn7BU si pads sptnz :qaaM aazap StuuAaSpuq do pjooav)uv (Vervolg van pag. 1) levensgebieden liefde, huwelijk, kinder zegen, spijs en drank, geld verdienen enz. als een conferencier aaneengepraat en hij blijkt zijn vak te verstaan. Af en toe veroorlooft hij zich uitweidingen die nergens toe leiden, een ander maal lijkt de rangschikking aanvechtbaar, maar het boekjes is zeker aantrekkelijker gewor den door deze groepering dan wanneer de verzamelaar de alfabetische methode had gevolgd. Het spreekt voorts vanzelf dat men in het register aan het eind dikwijls vergeefs zoekt. De schat aan spreekwoor den in elke taal en ook in de onze is zo groot dat aan volledigheid, zeker binnen het bqstek van zulk een boekje, niet te denken valt. Maar toch staan er ook wel wat buitenlandse spreekwoorden in: die over het weer in het bovenstaande zijn er aan ontleend. Een aanbevelenswaardig ver- zamelingetje dus. J. A. Meyers: Dagelijks leven in spreek woorden, zijnde een poging een beeld te tekenen van het leven, de levensgewoonten en de levens opvattingen van het voorgeslacht in spreekwoor den die goeddeels vergeten zijn of hun oude zin verloren hebben. (Prisma-boeken, Utrecht/Ant werpen). HUBERT WOONDE dicht bij zee. Zo dicht dat hij naar 't strand kon gaan wanneer hij maar wilde. En hij ging heel, heel vaak naar het strand. Meestal liep hij dan naar de plaats waar vroeger een stenen steiger was gebouwd. Maar niemand gebruikte die steiger nog. Er kwam geen schip meer langszij. En de golven hadden er gro te gaten in geslagen. In die gaten woonde een kreeften-va der en een kreeften-moeder en een he- leboel grote en kleine kreeften-kinde ren. En al die kreeften waren dikke vriendjes van Hubert. „Da-ag", klapperden de kreeften met hun scharen als ze Hubert zagen. „Hal lo" riep Hubert terug. En dan ging hij op de stenen zitten en naar zijn kreef tenvriendjes kijken. En meestal moest hij verschrikkelijk om ze lachen, als zij ze schots en scheef door 't water zag lopen. Soms trok hij zijn schoenen uit en zijn sokken en dan speelden zijn blote tenen in het water met de kreeften. „Mogen wij de nagels van je tenen knippen" riepen dan de kreeftjes om de beurt. „O dat kunnen we zo gfred. Knip, knap, knip en 't is gebeurd". Het mocht. Het mocht altijd van Hu- bert. Want hij vond dat de kreeften met hun scherpe scharen zijn nagels veel en veel beter knipten dan zijn moe der. DE KREEFT KAREL zorgde er voor dat alle kreeften hun scharen scherp hielden. Hij sleep ze elke avond voor ze naar bed gingen. Hij was de scha rensliep van de kreeften. De hele dag soesde hij een beetje tussen twee ste nen. Maar tegen de avond ging hij aan 't werk. Sliep-sliep-sliep. En elke kreeft die zijn scharen bij hem geslepen had moest hem een sardientje geven. Zo was nu eenmaal de afspraak. Na het slijpen, at de kreeft Karei alle sardieni- r. -rcff Het kleine kreeftje Koos deed nu ook sliep-sliep-sliep. Maar omdat hij eigen lijk geen echte scharensliep was, hielp dat slijpen van hem ook niet echt. De scharen van de kreeften werden door dat slijpen van koos geen sikkepit scher per „Zo", zei Koos, „zo, die zijn klaar". En dan wreef hij de scharen van de kreeften gauw met wat zeewier in, zo dat ze helemaal groen werden. En dan zagen de kreeften er niets van hoe stomp hun scharen nog waren. Wat een kleine bedrieger, die koos! TOEN HUBERT weer eens aan 't strand zat en zijn schoenen uit had getrokken en zijn sokken en met zijn te nen in 't water speelde kwamen alle kreeften weer bij hem en riepen: „Hubert mogen wij je nagels knip pen. Je weet wel, dat kunnen we zo knap. Knip, knap, knip, en 't is ge beurd". „Ja, 't is goed hoor" riep Hubert, „doe maar". En de kreeften deden knip knap, knip. Maar wat gebeurde er. O schrik, er gebeurde helemaal niets. De nagels van Huberts tenen bleven even lang als ze waren. De kreeften konden helemaal niet meer knippen met hun scharen. „Ga weg" riep Hubert, „ga weg. Jul lie kunnen er helemaal niets van. Mijn moeder knipt veel beter nagels dan jul lie. Ga weg". Hubert trok zijn sokken weer aan en zijn schoenen en liep naar huis, naar zijn moeder. ALLE KREEFTEN waren heel erg droevig. Omdat ze niet meer knippen tjes op en viel weer in slaap. Hij was zo dik als de dikste kreeft maar zijn kan. En hij had een heerlijk leven. Zo heerlijk dat een van de kleine kreeftjes jaloers op hem werd. Het was het kleine kreeftje Koos. „Die Karei zit de hele dag maar wat te suffen", dacht Koos, „en de lekkere malse sar dientjes worden hem maar gebracht. Terwijl ik vaak urenlang op jacht moet gaan om, om een leeg sardienenblikje te vangen. Weet je wat, ik ga óók scha ren slijpen. En ik vraag voor één schaar maar een half sardientje. Dan komen alle kreeften vast bij mij.Hij schreef op een steen: „HIER SLIJPT MEN SCHAREN VOOR EEN HALF SAR DIENTJE" en hij wachtte. En inder daad, 's avonds kwamen alle kreeften naar hem. konden. En omdat Hubert was wegge lopen. En alle kreeften vertelden het aan de kreeften-vader. En de kreeften- vader was óók heel erg droevig. En nie mand wist wat hij moest doen. Want de kreeft Karei zei, dat hij altijd goed ^e scharen had geslepen. En de kreeft •os zei óók dat hij goed de scharen tl geslepen. Die kleine bedrieger! De kreeften-vader dacht heel lang na. Wel vier dagen. En toen zag hij plot seling Hubert weer aan 't strand. „Hu- bert" riep de kreeften-vader, „mogen we nog eenmaal je nagels knippen?" „Nee" zei Hubert, „want jullie kun nen er niets meer van". „Toe nog één keer" vroeg de kreef- tenvader. „Nou vooruit dan maar" zei Hubert. En de kreeften-vader riep alle kreef ten bij elkaar. En ook de kreeft Karei en ook de kreeft Koos. En de kreeft Karei moest van de ene helft van de kreeften de scharen slijpen en de kreeft Koos van de andere helft. Toen begonnen de kreeften waarvan de scharen door kreeft Karei gesle pen waren, de nagels van Huberts rech tervoet te knippen. En 't ging allemaal goed. Heel erg goed. Daarna begonnen de kreeften waarvan de scharen door de kreeft Koos gesle pen waren de nagels van Huberts lin kervoet te knippen. En 't ging alle maal slecht. Heel erg slecht. ZO SLECHT DAT de kreeft Koos rood werd van schaamte. En alle kreef ten sliepten hem uit, die kleine bedrie ger. Alle kreeften riepen: sliep uit, sliep uit, alle kreeftjes lachen je uit! En dat deden ze ook. En de vader-kreeft lachte mee. En Hubert lachte óók mee. Ferdinand Langen 'k Ben een eend, riep de eend, en dat is dat en ik duik en ik zwem en ik word kletsnat en ik vind het zó fijn op het water dat ik zing en ik zing en ik snater! De sloot is van mij en het kroos smaakt best en het land eromheen ruikt zo heerlijk naar mest Wat zeg je Gevaarónder water? Nou, 'k zal wel 'ns kijken hoorlater! En het water was groen en in 't water, heel diep, stond een snoek zó stil dat het leek of hij sliep. (Doch een snoek wil nu eenmaal graag roven, dus hij sliep niet, maar keek strak naar boven.) Daar schoot hij omhoog, zijn bek werd heel groot, maar al wat hij proefde, géén eendepoot! Want de eend spotte, veilig aan wal: Wat een sof! Jij dacht dat ik dom was, maar ik deed maar alsof.1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 14