Het verdwenen manuscript In Europa's deftigste passage mag men niet fluiten en hard lopen 1 TANTE PATENT EN DE SOF PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER I m m 1 NAAIMACHINES ENGEL Babysitters aller landen, verenigt u! i DINSDAG 31 JULI 1962 7 Ons vervolgverhaal door H. Wolfram Geizsler 1 Kaasbolletje als valhelm 43) Fox stond op, nam zijn aktentas met kostbare inhoud onder de arm, en sprak enkele vriendelijke woorden ten afscheid tot de oude dame. Hij deelde haar mede, dat hij spoedig te rug zou komen, en wandelde vervol gens op z'n dooie gemak naar Fasano," waar hij precies om 12 uur het café betrad, waar hij Yvonne zou ontmoe ten. Ze zat mèt Dariotis aan een ta feltje voor het raam. De markiezen waren neergelaten en een weldoende koelte kwam Fox tegemoet, toen hij van uit het felle zonlicht buiten bin nenkwam. Yvonne zat zó, dat ze Fox kon zien binnenkomen, terwijl Dario tis hem de rug toekeerde. Hij hief zijn aktentas even op. Ze glimlachte. Dariotis, die opmerkzaam werd, draai de zich om, en Fox herkennend, stond hij op. Hij scheen in een zeer goede stemming te zijn. Yvonne had kenne lijk haar best gedaan „Die vriendin van U", zei hij vro lijk, met een knipoogje naar Yvonne, „met wie U op reis bent, komt me bekend voor! Ik hoop, dat 't voor ons beiden aangenaam zal zijn, elkaar weer te ontmoeten. Ook U draagt mij, als ik 't goed heb begrepen, geen kwaad hart toe?" „In 't geheel niet", antwoordde Fox en legde zijn aktentas op een stoel. ,,'t Is mij een genoegen U weer te zien." Dariotis schudde hem de hand. „Verontschuldigt U mij," zei hij, „we ontmoetten elkaar kort geleden in Louha en ik gedroeg me daar enigszins vreemd. Helaas is Uw naam me ontschoten." „Dat hindert niet. Maar als u 't graag wilt weten: ik ben Will Fox!" XII. Een uur later was Fox met Dario tis in de gloeiende middaghitte onder weg naar de woning, waar de Griek kamers had. Ze waren niet te voet, doch hadden een taxi genomen. In bomen en struiken sjirpten de cicaden en overal sprongen smaragd groene hagedissen langs de muurtjes van rotsige stenen. De hitte was ver zengend en er waren weinig mensen buiten. Het was het uur van de siesta. Dariotis sprak geen woord tijdens de rit. Pas toen ze op zijn kamer waren gekomen en Fox, na het raam ge opend te hebben, in de vensterbank ging zitten, vroeg Dariotis: „Zult u uw woord houden en mij niets doen?" „En u," zei Fox, „zult u ook uw woord houden en van hier verdwij nen om nooit weer terug te komen?" „Niets zal mij aangenamer zijn," antwoordde de Griek. „Men heeft me echter financieel tekort gedaan." „U hebt een rijke vader!" „Dat denkt u maar." „Hoe zo?" „Ik bedoel, dat die rijke vader een bedenksel van me is. In werkelijkheid leef ik van allerlei gelegenheidsop drachten, zoals u eigenlijk wel kunt weten. En dit is de minst winstge vende zaak, waarmee ik me ooit heb ingelaten. Maar intussen kan 't mis schien nog goedgemaakt worden: ik kan u iets verkopen." „Werkelijk?" „Die bijzondere paperassen, die ik voor Maria uit de villa Zanetti moest stelen en naar Louha brengen, als.." „Ja?" „..als Maria ze in Parijs niet weer zelf in haar bezit had genomen „Hoe kwam dat, wat was de re den?" „Vertelt u mij eerst, wat u voor die papieren over hebt." „Niets," antwoordde Fox, „want ik hèb die papieren al in mijn bezit. Ik heb ze hier weggehaald, terwijl u met Yvonne zat te keuvelen." Dariotis sprong op en trok een schuiflade van zijn schrijftafel open. Hij keek dan Fox vol ontsteltenis aan. „U leert het nooit," stelde deze hoofdschuddend vast. „Zou 't daarom niet beter zijn, als u 't opgaf? Dit is nu al de tweede keer, dat u zich die papieren laat ontstelen. Maria is veel intelligenter dan u en zij heeft me heel wat slapeloze nachten bezorgd." „Waar zijn die papieren?" riep Da riotis op felle toon uit. „Ik heb ze voorlopig onder mijn hoe de genomen," antwoordde Fox. „Gaat u alstublieft weer zitten, dan kunnen we veel gemoedelijker samen praten. U noemde het een slechte affaire? Er zit voor u maar een slechte kant aan deze hele zaak, namelijk wanneer ik uw luidruchtig afscheid van Louha zou aangeven als een poging tot moord.. Ik zal dat echter niet doen, op voor- I waarde dat u een paar onschuldige j vragen van mij beantwoordt. Ak- j koord? Die papieren bevonden zich j dus in de Villa Zanetti. Bij uw eerste inbraak-poging in de herfst van vo- j rig jaar. „Waar hebt u 't over?" onderbrak j Dariotis hem. „In de herfst van vo- rig jaar? Toen kende ik Maria nog i helemaal niet! Daarmee heb ik dus niets te maken." „Juist. Hoe ging 't dan in zijn werk?" „Ik leerde Maria kennen." „En..?" Dariotis zweeg even. Ten slotte zei hij: „Ze kon met me doen wat ze wilde. Ik houd van haar!" „O", zei Fox, „aan die reden had ik eigenlijk niet gedacht." „Maria deelde mij mee, dat een ze kere dr. Fox naar Gardone was ge komen om bepaalde paperassen te zoeken, welke onder geen beding in handen van haar vader mochten ko men." „Wat? Heeft Maria u dat gezegd?" „Inderdaad. Ze vertelde me, dat het ging om de nalatenschap van haar oom, die door de partisanen werd doodgeschoten. Begrijpt u 't niet, dr. Fox? Sinds u in Gardone was, had Maria angst, dat u die papieren zou vinden. Daarom vroeg ze mij, de eer ste de beste gelegenheid te benutten, om ze te zoeken. En ik vond ze.." „Waarom hebt u ze toen niet on middellijk aan juffrouw Zanetti gege ven?" „Omdat Maria bang was, dat u er achter zou komen. Overigens wilde ze die papieren helemaal niet houden. Ik moest ermee naar Parijs gaan en daar wachten, totdat ik een aanwij zing kreeg om ze aan een zekere me neer Denis te gaan brengen." „Dus u weet toch, wie die meneer Denis is?" „Nee! In Parijs kreeg ik een tele gram uit Louha." „Dat weet ik. Op diezelfde dag werd u het manuscript ontstolen, niet waar?" „Ontstolen is niet het juiste woord. Want 't was Maria, die het weghaal de. Hoe dat gebeurde heeft ze me pas enkele dagen geleden verteld. Ma ria was ervan overtuigd, dat u mij in Parijs zou vinden." „Wel," zei Fox, „ik waardeer haar vertrouwen in mijn capaciteiten." „Toen u met de nachttrein van Mi laan naar Parijs ging," vervolgde Dariotis, „nam Maria in Milaan het vliegtuig en was eerder dan u in Pa rijs." „En verder?" „Toen u vervolgens uit Louha in Parijs terugkwam, stuurde Maria mij weer hierheen, in de mening, dat u de paoerassen thans stellig niet bij mij zou zoeken. Het kwam er haar vooral op aan dat het document niet in uw handen of in die van haar va der kwam." „Maar Maria is zelf intussen ook nog weer hier geweest, want ze heeft me van hieruit een brief geschreven." „Dat weet ik niet," antwoordde Da riotis. „Ze ontweek me, zoveel als ze kon." „Waarom ging u eigenlijk nog naar Louhavroeg Fox, „toen u meneer Denis niets te overhandigen had?" „Te overhandigen had ik inderdaad niets," legde Dariotis uit, „maar ik had wel iets te halen: ik had het be loofde geld dringend nodig." „Dat had juffrouw Zanetti u toch kunnen geven." „Nee, dat ging niet want ze had 't niet." „Was 't dan zo'n hoog bedrag?" „Tienduizend dollar!" „Daarmee valt wat te beginnen! Geen gek sommetje! Weet u eigenlijk, waarover 't in dat manuscript gaat?" „Nee, 't schijnt iets technisch te zijn en van techniek snap ik niets. Maria heeft me verder ook niets uit- gelegd en ik wil 't liever niet weten. Men schijnt er zeer veel waarde aan te hechten, nietwaar?" „Ik zou graag willen weten", zei E Fox peinzend, „waarom die merk- waardige nalatenschap vooral niét in handen van juffrouw Zanetti's vader mag komen, 't Is toch logisch, dat hij erfgenaam is van zijn broer Luigi, die ongetrouwd was j| (Wordt vervolgd) E WAT BIJ ONS „passage" genoemd wordt, een overdekte winkelstraat, heet in het Engels „arcade" en wellicht de beroemdste ter wereld is de Burlington Arcade in Londen, waar Lord Beaconsfield zijn vermaarde lavendelkleurige handschoenen kocht, Gladstone zijn torenhoge boorden en waar thans de rijken >pen doen. Burlington Arcade ligt vlak naast de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten. Toch is het niet gemakkelijk om de ingang te vinden, want deze is slechts vier meter breed. Menigeen, die Londen niet goed kent, loopt die ingang voorbij, zonder te beseffen wat hij mist. IS MEN EENMAAL de Arcade ingegaan en heeft men een blik geslagen op de eta lages der ruim zeven tig winkeltjes dan is het tien tegen een, dat men gekomen is onder de bekoring der waarlijk exquise uitstallingen. Dan maakt het nauwelijks meer indruk, als men hoort, dat deze pas sage, met zijn lengte van 183 meter, de langste is van Euro pa. Dan begrijpt men ten volle wat er ge zegd wordt, als men verneemt, dat deze passage „echt antiek" is. Inderdaad is er heel weinig veran derd sedert Lord George Cavendish in 1819 deze overdekte winkelstraat liet bou wen. Dat was in de dagen van koning George III. Is het een speling van het toe val, dat de naam van een van Londens def tigste zaken in heren mode-artikelen de firma Lord is? Sedert 1819 is deze firma in hetzelfde pand in Burlington Arcade gevestigd en men zegt wel eens lachend, dat Lord meer Lords heeft aangekleed dan alle kindermeisj'es van Engeland samen. Lord is Burlington Arcade trouw gebleven. De Lords zijn dat ook. Wat meer zegt, Burlington Arcade is zichzelf trouw ge bleven. Er is veel veranderd in de wereld, maar de cliëntèle van Burlington Arcade niet. Nog steeds bestaat hij uit de „upper ten", zij het, dat heden ten dage hiertoe ook filmsterren worden gerekend. Eens kocht Disraeli (de latere Lord Beacons field) er zijn fameuze lavendelkleurige handschoenen en plaatste Gladstone er zijn orders voor dozijnen van zijn vermaarde hoge boorden. Nu nog levert de firma Lord overhemden aan de telgen van Engelands beroemdste geslachten, maar ook aan Ame rikaanse miljonairs en mannelijke .sterren van het witte doek. WILT U WERKELIJK iets moois kopen voor Uzelf of voor anderen, kijk dan, al vorens Burlington Arcade tot jachtter rein te kiezen uw portefeuille of banksal do terdege na. Maar geeft deze inspectie u reden tot tevredenheid, welaan, maak dan uw keuze uit de prachtige jurken, ves ten, dassen of juwelen. Zoekt u oud tin, Burlington Arcade biedt het u.te koop. aan. De prijs ligt niet op laag niveau, doch u bent zeker iets goeds te kopen, want de winkeliers in deze aristocratische winkelstraat zijn kenners en vakmensen bij uitstek. Zo is er een winkeltje, dat eigendom is Burlington Arcade, sinds 1819 vrijwel onveranderd. van Emil. Officieel heet hij Alex Ham mond. Emil is 's werelds grootste autori teit op het gebied van schaakstukken. Twee keer reeds deed hij zijn zaken aan kant, maar hij hield het „niets doen" niet uit en daarom opende hij een winkel in schaakstukken in Burlington Arcade. Zijn eigen collectie was zijn eerste voorraad. Emil is een wijsgeer en een droge humo rist. Hij publiceerde jaren geleden het „Book of Chessmen". Hij heeft in zijn winkel een schitterende verzameling van schaakborden en schaakstukken uit alle tijden en uit alle landen ter wereld. Eens had hij een stel Chinese schaakstukken. Twee-en-een-halve eeuw oud. Twee man nen waren een kwart eeuw bezig om de stukken te snijden. Een pion woog bijna een pond. DEFTIG, maar ook roemrucht is de ge schiedenis van Burlington Arcade. Zo werd er eens vertoond „Hector, de Grootste Si berische Wolfshond ter Wereld". Gelooft U maar gerust, dat Londen's jeunesse do- rée heel wat pret beleefde om dat merk waardige dier! Ook was de Arcade een maal het toneel van een bal, en wel in 1832 ter gelegenheid van de aanvaarding van een wet (de Reform Bill), die ingrij pende wijzigingen vaststelde voor de ver kiezing der leden van het Lagerhuis. Ter gelegenheid van dat Arcade-Feest speelde een militaire kapel en dansten de Lónde- naren er quadrilles en andere dansen uit die tijd. Dit was een ongehoorde rustverstoring in die deftige overdekte straat. Nog heden ten dage is het zo, dat hard lopen, zin gen en fluiten er streng verboden zijn en dat iemand met handbagage een wenk krijgt om de Arcade zo snel mogelijk te verlaten. Het decorum moet bewaafd blij ven. Zij die daarvoor zorgen zijn de pe dellen, de „beadles", drie in getal. Deze pedellen behoren onverbrekelijk bi] de passage. Zij zorgen voor het bewaren van het decorum en zijn zelf een stuk van dat decorum. Deze hoeders van rust, de corum en traditie worden bij voorkeur ge kozen uit gepensioneerde manschappen en onderofficieren van het Tiende Regi ment Huzaren. Waarom? Omdat leden van het geslacht Chesham van 1879 tot 1926 eigenaars zijn geweest van Burling ton Arcade en omdat de Cheshams nauwe banden hadden met het Tiende Regiment Huzaren. In de zomermaanden zien de pedellen er op hun fraaist dit. Zij dragen dan een ouderwets (vroeg-negentiende-eeuws) li vrei: Geklede jas, koperen knopen, gouden tressen, geel vest en een bolhoed. Deze uitrusting beklemtoont de deftigheid van Burlington Arcade en verhoogt het gezag der pedellen. Tegen sluitingstijd gaat een hunner rond met een ruim drie kilo we gende antieke koperen bel. Hij luidt hier mede de avond in en de Lords, miljonairs, filmdiva's, verzamelaars en andere bezoe kers uit. Geen hunner waagt het om de waarschuwing van pedel en koperen bel in de wind te slaan. NIET VER VAN BURLINGTON Arcade zijn nog drie andere winkelpassages, die weliswaar een zekere traditie en mooie winkels bezitten, maar toch niet te ver gelijken zijn met de beroemde Burling ton Arcade. Het zijn de Piccadilly Arca de, de Princes Arcade en de Roval Ar cade. Piccadilly Passage en Prinsen Pas sage verbinden Piccadilly met Jermyn Street. Boeken, bloemen, antiek porselein, modern porcelein, ja, ook schrijfmachines vindt men er te koop. Bekender wellicht is de Koninklijke Passage (Royal Arcade) tussen Bond Street en Albemarle Street. Met een ruim drie kilo wegende an tieke bel waarschuwt de „pedel" van Burlington Arcade voor het sluitings uur of tegen ongepast gedrag zoals het dragen van valiezen, fluiten of snel lopen! LONDEN (AP) De Britten hebben de raad gekregen Bowlerhats (stijve heren hoeden, in de wandeling „kaasbolletjes" genoemd) te dragen. Het staat beter en is veiliger. Dit laatste werd op een conferentie over veilig verkeer, gehouden door rechters, advocaten, doktoren en andere weten schapsmensen, aan de hand van foto's ge- gedemonstreerd door dr. Francis Camps, een patholoog, verbonden aan het ministe rie van Binnenlandse Zaken. De harde rand en bol kunnen er toe bijdragen, dat voetgangers, die door een auto tegen de grond worden gereden, min der zware verwondingen oplopen. Voor de dames moeten de mode-ontwer pers maar een hoofddeksel bedenken, dat vrouwelijke charme paart aan deugdelijke bescherming, aldus de dokter. Dr. Camps waarschuwde ook tegen de „dodenplaats", de plaats naast de chauf feur. Advertentie De beste Zweedse - Zwitserse en Duitse merken. Japanse Zig-Zag naaimachines, electr. in koffer f 350.— Grote Houtstraat 181 Haarlem - Tel. 14444 In deze Arcade is bijvoorbeeld de firma Brettell gevestigd, die vroeger breiwol verkocht aan Koningin Victoria en ook rij pakken voor deze vorstin maakte. Nog heden ten dage gebruikt de coupeur dei- firma de meer dan honderd jaar oude schaar, waarmede eens de koninklijke rij- pakken werden geknipt. Ten westen van Piccadilly ligt nog een passage, de Brompton Arcade, die dateert uit het begin onzer eeuw. Wie sportarti kelen zoekt, kan in Brompton Arcade uit stekend terecht. DAN IS ER NOG EEN Arcade, die U in Londen niet moogt vergeten, en dat is de Royal Opera Arcade, een restant uit het eerste kwart der vorige eeuw, uit de da gen toen „Prinney", de latere koning Geor ge IV, nog regent was voor zijn vader. U vindt deze arcade in Haymarket, achter „Her Majesty's Theatre". Vooral antiek zilver vindt U in Royal Opera Arcade en menig verzamelaar tijgt er heen om zijn collectie te verrijken en te genieten van de merkwaardige produkten der edele zil versmeedkunst, die er saamgebracht zijn. Misschien is het wel aan deze „zilveren reputatie" te danken, dat Royal Opera Arcade de eerste Londense passage was, die gasverlichting kreeg en de laatste Lon dense passage is, die gasverlichting hield. Een aantal zestienjarige babysitters in New Jersey, V.S., meent dat sommige ouders een supreme min achting hebben voor be hoorlijke zakelijke prak tijken. Daarom hebben deze meisjes zich verenigd en een code van zes punten opgesteld, waaraan de 308 gezinnen, bij wip zij hoofd zakelijk plegen te „zitten", zich moeten houden. De woordvoerster voor de zitsters, Adela Macy, vertelde dat het „Verbond van babysitters" zich niet beschouwt als een vakver eniging. „Maar wij moeten wel samenwerken om ons zelf te beschermen tegen exploitatie door de klan ten", meent zij. De zes punten van de code met toelichting van miss Macy luiden als volgt: 1. Aan babysitters moet de overeengekomen vergoe- ding worden betaald. (Som mige „klanten" zeggen 75 dollar cents per uur toe, om dit vervolgens te ontken nen en maar een halve dol lar te betalen). 2. Er moet minstens één dag van tevoren worden afgesproken. („Sommigen ontbieden ons maar een uur van tevoren en verwachten dan dat we prompt zullen komen, geen rekening hou dend met de mogelijkheid, dat wij eerder aangegane verplichtingen hebben.") 3. Als de tv stuk is, moet dit aan de babvsitter wor den medegedeeld. („Dan kan ze een boek meebren gen.") 4. Er mogen niet meer kinderen zijn dan waarvoor de oppas is gevraagd. („Sommige mensen vertel len ons dat ze maar twee kinderen hebben en voor ze weggaan brengen ze er dan nog vier van de buren.") 5. Voor middagoppas en uren na middernacht moet anderhalf maal zoveel als normaal worden betaald (het eerste omdat overdag alle kinderen wakker zijn en het moeilijker is, ze rus tig te houden.) 6. Babysitters moeten worden behandeld als baby sitters en niet als dienst boden. („Sommige klanten doen alsof we nog in de slaventijd van vóór de bur geroorlog leven.") Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp fy comtGHT «wan mTtntES syndicate 74. Het was heel stil in het Oudheidkundig museum. Dat kwam omdat de mensen in de stad voor het grootste gedeelte nu lid waren van de Impulsieve Beweging. En daarbij komen geen musea te pas. O neen Ze liepen allemaal in beestevellen en horens rond en gingen elkander te lijf op de hoeken van de straten. Een bezigheid die veel meer voldoening schonk dan 't bezoeken van 't museum. De suppoost zat een beetje te suffen bij de nieuwe aanwinst. Het 'was een vat in een glazen vitrine. En daarbij stond een keurig getypt kaartje: „100 j. v. C. Offervat der Batavieren. Offers waren gewijd aan de god Thor". Ondertussen stond de directeur van het museum, professor Zanikerd, voor het raam naar buiten te kijken. Hij zag allerlei barbaarse figuren met knot sen op straat. „O ja", dacht hij. „Nu zie ik ze einde lijk ook eens: de leden van de nieuwe beweging Zou dat iets voor mij zijn? Zou dat me helpen uit m'n depressie te komen? Kom, ik zal het eens pro beren." 3. De beschaafde grijsaard, die naast Panda had gezeten en deze zijn boek ter inzage had gegeven, drentelde naar de uitgang, waarbij zijn gedachten nog geheel vervuld waren van de verhalen en prenten waar hij pas in verdiept was geweest. Hij was zich nauwe lijks van zijn omgeving bewust tot zijn blik plotse ling viel op de ongemanierde nieuwe bezoeker, die daar in de catalogus stond te bladeren. „Neen-neen..dat bestaat niet!" mompelde de bejaarde heer ontzet. „Zo'n gelijkenis is tegennatuurlijk!" Welke gelijkenis? Wij zullen het spoedig weten als wij ons weer even bezig houden met Panda, die zijn krant opzij had gelegd om vol belangstelling het zo juist ontvangen boek in te zien. Op de eerste pagina van het oude werk stond de titel: „De Grouwelijke Geschiedenis van een Laag Roofridder" en dat beloof de heel wat. Toen Panda, nu echt nieuwsgierig gewor den de pagina omsloeg, viel zijn blik op een prent die de held van het verhaal voorstelde: een weinig aan trekkelijke heer uit de late middeleeuwen, die blijkens het onderschrift, luisterde naar de naam Wolfgang Isen- grim. „Hee" dacht Panda, dat is merkwaardig! Dat moet dus een voorvader zijn van die akelige Graaf Isengrim waar ik wel eens mee te maken heb ge had! Hij lijkt er ook precies op! Nu wilde hij er meer van weten. Hij vergat helemaal dat hij gekomen was om in de kranten-advertenties ngar een be trekking te zoeken en begon vol spanning te lezen. Het is nu ook duidelijk, waarom de heer die het boek net uit handen had gelegd, zo schrok van het uiterlijk van de nieuwe bezoeker. Dat was namelijk nie mand minder dan de huidige Graaf Isengrim!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7