Musical Eisteddfod" in Wales
PANORAMA
DER
WERELD
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
en Lhnuider Courant
A. B.
„Onderontwihkeld" Welsh stadje jaarlijks het toneel van
familiale onbevangenheid en ongedeelde geestdrift
liedbewerkingen van eigen land en com
posities voor het merendeel uit de 16e
eeuw, waaronder Morley, Lassus, Byrd en
Vittoria, waren vaak opmerkelijke inter
pretaties te beluisteren. Interessant is het
hoe sommige koren zo verschillend op een
zelfde notenbeeld kunnen reageren, voor
namelijk waar het opvatting van het dy
namisch aspect betreft. Het grootste deel
van de koren wist echter in de vrije num
mers de hoogste troeven uit te spelen, daar
zij hier niet werden geremd door werken
welke niet tot hun uitgesproken muzikale
bagage behoorden.
In de afdeling jeugdkoren moet genoemd
worden het befaamde Boy's and Girls
Highschoolchoir uit Oswestry (Engeland)
dat onder andere in een werk van Brit
ten van een intense musiceervreugde blijk
gaf en een eerste prijs verwierf. Het
„Choeur Jean de Ockeghem" uit Tours
gaf een meesterlijke vertolking van Jane-
quin's uiters moeilijke „Chant des oiseaux".
Een van de twee Joegoslavische koren:
„Mirce Acev" uit Skopje, liet werk ho
ren van een moderne landgenoot; zó over
rompeld muzikaal en virtuoos, dat het
terecht een stormachtige bijval, en een
van de vele prijzen in ontvangst mocht ne
men. Vermeld dient ook te worden het
„St. John's University Men's Chorus"
(V.S.). Prachtig stemmenmateriaal en
feilloze intonatie bleek uit een werk van
Randall Thompson dat reminicensies aan
Orff's Catuli Carmina opriep. Het viel
overigens op dat men speciaal bij de
mannen- en vrouwenkoren nog te veel
liedertafelstijl te verwerken kreeg. Be
droevend, gezien de stemscholing en af
werking die de meeste koren in deze af
delingen te horen gaven.
De Nederlandse bijdrage, Het Haags Vo
caal Vrouwenensemble onder leiding
van Arthur Orobio de Castro, vormde
gelukkig een van de uitzonderingen. De
ze kleine selecte groep bracht tijdens een
avondconcert twee volksliedbewerkingen
van Felix de Nobel en het gecompliceer
de „Hansel' und Gretel" van Wagenaar,
terwijl hun succesvol optreden besloten
werd met een rake vertolking van twee
werken van Jaap Geraedts, „Het bul-
lig mannetje" en „Bing, bang, bong".
DAT VEEL KOREN in klederdracht op-
Lraden verhoogde in belangrijke mate het
spectaculair element. Dat ook koren die
niet over een plaatselijke of nationale kle
derdracht beschikken een waardevolle bij
drage tot een ander spectaculair element
kunnen bijdragen bleek onder andere uit
het optreden van een mannenkoor bestaan
de uit arbeiders van de grootste pantoffel-
fabriek van Engeland onder leiding van een
bijzonder bescheiden en tengere dirigent...
Zo was er ook een koor uit de Verenigde
PANORAMA DER WERELD, deel III.
Afrika-Amerika-Australië, onder redactie
van A. C. de Vooys en R. Tamsma, uitge
geven door J. J. Romen Zonen, Roer
mond en Maaseik.
MET HET DERDE deel van deze geo
grafische verkenning is het Panorama der
Wereld compleet. De medewerkers aan
deze serie beperken zich niet tot zuivere
geografie, maar besteden ook aandacht aan
de politieke en sociaal-economische achter
gronden van de landen die zij beschrijven.
Er zit een duidelijke lijn in de volgorde
waarin de landen worden behandeld en in
de problemen die aan de (orde worden ge
steld. Deze uitgebreidheid maakt het ge
makkelijk hier en daar een hiaat aan te
wijzen, maar laten we ons beperken tot
het signaleren van een enkel punt.
IN ZUID-AFRIKA wordt maar de helft
verteld van het geval Cato Manor en niets
over de kwestie van de passen. Er worden
twee foto's van het Staatsinligtingskantoor
van de Unie van Suid-Afrika naast elkaar
afgedrukt, waaronder men het volgende
kan lezen: „De „woonwijk" Cato Manor bij
Durban is typerend voor de onderkomens
waarmee tot voor kort de deels tijde
lijke, deels vaste zwarte arbeidskrachten
in de blanke economie van Zuid-Afrika
genoegen moesten nemen. Geen wonder
dat hier ziekten, drankzucht en andere
degeneratievormen welig tierden. Geluk
kig echter is deze trieste toestand een ver
dwijnend beeld: in snel tempo worden
thans woningbouwprojecten uitgevoerd,
zoals in Chesterville, dat evenals Cate
Manor aan de buitenrand van Durban ligt.
Staten dat gevormd werd door zestig Me
thodistendominees.
HET WOORD VOLKSDANS is bij ons
vaak gereserveerd voor lieden die met
blijde gezichten kuise stapjes zetten, en
daarbij wel of niet in de handen klap
pen. Wie kan echter onbewogen blijven
bij de felle dansen van de in goudbro
kaat dansende Polen, bij de vorstelijk
uitziende Joegoslaven en de vele andere
dansgroepen die met een snelheid over
het podium flitsen, wervelen of stampen
dat men soms het gevoel heeft dat er
geen einde aan mag komen. De geladen
hurkdansen der Oekraïners of de mee
slepende bewegingen van de Spanjaar
den, dit alles is in staat om de meest
verdorde natuur in vuur en vlam te zet
ten. Maar ook de gracieuze dansen van
de Zweden of de summiere bewegingen
De Friezen in Llangollen.
van de drie dansers uit Madagascar ble
ken duizenden in de ban te houden. Voor
de leden van de Westfriese Dansgroep
o.l.v. A. Knip Pzn. moet het wel een
belangrijk moment geweest zijn toen be
kend gemaakt werd dat zij na de Polen
tot de beste dansgroep van het festival
waren uitgeroepen, en hun prestatie met
een tweede prijs werd gehonoreerd. Waar
schijnlijk omdat de dansers uit Midwoud
op geen enkele prijs hadden gerekend,
was hun optreden vrij van iedere gefor
ceerdheid, het was duidelijk te zien dat
zij volkomen zichzelf waren. Tijdens hun
avondoptreden mochten ze dan ook te
recht een dankbaar publiek ontmoeten.
BIJ DEZE GROTE manifestaties was
er een die voor ons gevoel het hoogte-
Naar deze frisse huisjes worden de „natu
rellen" overgebracht, waarna de oude
krotten worden afgebroken." Er wordt
niet bij verteld dat de Bantoe's zich met
hand en tand tegen deze gedwongen ver
huizing hebben verzet. Waarom? Niet om
dat zij liever in „bidonvilles" huizen, maar
wel omdat zij daar de grond in eigendom
hadden en zich onder elkaar betrekkelijk
veilig konden voelen tegen de razzia's der
blanke politie. De voornaamste reden voor
de verhuizing was niet dat de Bantoe's een
betere behuizing moesten hebben, maar dat
deze „zwarte" plekken het aanzien van
het „blanke" Durban bedierven.
MEN KAN ZICH WEL onthouden van
het geven van een oordeel over de poli
tiek der apartheid, maar men gelieve dan
ook de feiten juist weer te geven. De op
merking, dat zeker buitenlanders, die im
mers geen idee hebben van de huidige
werkelijkheid in Zuid-Afrika, geen oor
deel kunnen geven op de visie der apart
heid, getuigt van onkunde omtrent de
moderne litteratuur over dit onderwerp.
De Nederlander K. L. Roskam heeft over
dit vraagstuk een dissertatie en een boek
geschreven, die bewijzen hoe degelijk het
oordeel van een buitenlander kan zijn, die
een jaar lang in de Unie heeft gestudeerd,
en nog wel op uitnodiging van de Zuid-
afrikaanse regering.
VOORTS IS het hoofdstuk Nieuw-
Guinea geheel gebaseerd op de blijvende
Nederlandse aanwezigheid in dit gebied.
Over de politieke ontwikkeling om het
westelijk deel van het eiland aan het
Nederlandse gezag te onttrekken treft men
niet meer dan een verwijzing aan naar de
onzekerheid omtrent de (politieke) toe
komst.
HET UITGEBREIDST en naar onze
smaak het best behandeld worden de Ver
enigde Staten, waarin een gelukkige har
monie is bereikt tussen geografie en socio
grafie.
Over het geheel genomen mag men wel
spreken van een standaardwerk van de
aardrijkskunde der gehele wereld, dat
schitterend is uitgevoerd met platen, kaar
ten en grafieken. Een index ontbreekt
weliswaar, maar dit gemis wordt ruim
schoots vergoed door de uitgebreide in
houdsopgave. De bibliografie is beknopt,
maar uitstekend.
punt van het gehele festival is gebleven.
Dat was het optreden van het „Mc Peake
-Family Trio" bestaande uit vader (74)
zoon (50) en kleinzoon (31) die Ierse lie
deren en instrumentale muziek lieten ho
ren. De twee oudsten bespeelden de
Uilleann pipes, een soort doedelzak die
echter niet aan de mond wordt bespeeld,
maar de lucht via twee balgjes krijgt
welke aan de binnenkant van de arm
worden bevestigd. De klank is milder dan
van de doedelzak en het instrument wordt
ook minder snel bespeeld.
De kleinzoon bespeelde een kleine an
tieke harp. Alle drie waren gekleed in
een lichte manchester kuitbroek, lichte
vesten en verfomfaaide Stewartkragen.
Zij leken een paar honderd jaar vroe
ger te leven en musiceerden op een ma
nier die moeilijk valt te omschrijven^Een
vreemde muziek brachten zij die vrfjwel
nergens „geplaatst" kan worden, flarden
pentatoniek, wonderlijke coloraturen, me
lancholische harmonieën. Dit alles kwam
op een bijna zwijgzame manier over het
voetlicht. Onbewegelijk zaten zij daar te
spelen en te zingen, flegmatisch en toch
gespannen..onwerkelijk!
Tijdens de slotavond zongen de Wiener
Sangerknaben onder leiding van Fer
dinand Grossmann die ook deel van de
jury uitmaakte. Een avond die tevens
de afsluiting was van een muziekfestival
dat in vele opzichten een bijzondere be
levenis werd. Inplaats van de veel bespro
ken koele mentaliteit der Engelsen, ont
moette men hier een vorm van gastvrij
heid en hartelijkheid die de meeste fes
tivalgangers zal heugen.
Louk Nelissen
Het internationale muziek- en dansfeest in Llangollen
IN HET NOORDWESTEN van Wales ligt te midden van 'n prachtig heuvelland
schap aan de „river Dee" het stadje Llangollen (spreek uit: schlengkoslen), waar
onlangs voor de zestiende keer het jaarlijks-«muziekfestival werd gehouden. Een
festival dat, uitgezonderd de openings- en slotavond, uitsluitend door amateurs
wordt verzorgd en waarbij de volksmuziek en -dans het sterkst vertegenwoordigd
zijn. Dat juist de volksmuziek op dit festival zo'n voorname plaats inneemt komt
in het bijzonder door de ideële opzet waaraan sedert het begin is vastgehouden:
het contact en de vriendschap tussen de verschillende volken te helpen herstellen
en bevorderen. Daarvoor hebben de organisatoren en de honderden belangeloze
medewerkers, inwoners van Llangollen en omliggende plaatsen, hun gehele va
kantie en al hun vrije tijd over. Dat deze gedachte aanspreekt blijkt wel hieruit
dat velen der ongeveer negenduizend deelnemers reeds vele keren aan het
festival deelnamen. De gastvrijheid tijdens dit muziekfeest komt wel heel sterk
tot uiting in de omstandigheid dat de deelnemers slechts de reis tot Londen
behoeven te betalen. De rest, de lange reis tot Llangollen, logies en voeding
gedurende het zesdaagse festival, is vrij! Men zou het festival, in Welsh „Eistedd
fod" genaamd, beter een concours kunnen noemen. Uitgezonderd de avonden
wordt de gehele dag in wedstrijdverband gemusiceerd en gedanst. Een inter
nationale jury, waarin voor de koren onze landgenoot Felix de Nobel zitting had
beoordeelde de prestaties. Men kan er over van mening verschillen, of een festival
het karakter van een concours behoort te hebben, belangrijk is dat de koorjury
door nummers verplicht te stellen repertoireverbetering tracht te bevorderen.
Aan de volksdansen wordt de eis gesteld dat deze authentiek zijn en niet de
vorm van een folkloristisch ballet aannemen.
publiek het uiterste wilden geven. Er viel
dan ook in „Les Sylphides", „Don Qui-
chotte" van Minkus, het modern ballet
„The Witch boy" van de Frans-Ameri
kaanse componist Zalsedo en de „Polowet-
serdansen" van Borodin bijzonder veel te
genieten. Het orkest onder leiding van
Aulrey Bowman begeleidde feilloos en ge
laden. Het decor werd gevormd door één
zee van de meest fantastische bloemen die
men zich denken kan. Een speciaal team
was gedurende het gehele festival beschik
baar om de verwelkte bloemen door nieu
we te vervangen. Voor de velen die geen
kaart meer hadden kunnen bemachtigen
had de B.B.C.-televisie buiten de tent 'n
tiental monitors opgesteld, waarop de eve
nementen konden worden gevolgd.
DE VOLGENDE DAG, tijdens welke
hevige slagregens af en toe een oorverdo
vend geraas in de „concertzaal" veroor
zaakten, begonnen de competities voor de
verschillende groepen koren en volksdan
sers. Deze werden afgewisseld met voca
le en instrumentale solocompetities. De
ochtenden waren doorgaans gereserveerd
voor de koren: gemengde koren, jeugdko
ren, mannen- vrouwen- en kinderkoren, en
kele weer onderverdeeld in grote en kleine
bezetting. Tijdens de middaguren betraden
voornamelijk volksdansgroepen het podium
terwijl men 's avonds kon luisteren naar
een selectie uit de koren en dansgroepen
van de afgelopen dag, dan echter met een
nieuw programma. Waarschijnlijk om het
publiek tegemoet te komen, vermeldde het
avondprogramma ter afwisseling het op
treden van enkele operasterren wier Puc-
cini-aria's wel heel beroerd met de pure
volksmuziek contrasteerden. Dit was ook
het geval met het optreden van de cellist
Cassado, die meende een, gelukkig korte,
reeks van uitsmijters te moeten brengen.
DE ALGEMENE indruk die de koorpres
taties gaven kan uitstekend worden ge
noemd. Meer dan honderd koren namen
deel. Om deze reden willen we ons be
perken tot het noemen van enkele hoogte
punten. In de verplichte nummers, volks-
AANGEKOMEN AAN HET stationnetje,
na een lange reis in de uitermate genoe-
gelijke Engelse treinen, voorzien van
pluche en schemerlampjes worden de
deelnemers van iedere groep verwelkomd
door hun eigen „hostess" die hen het fes
tivalterrein rondleidt en ze vervolgens per
bus naar een van de omliggende plaat
sen begeleidt waar zij bij particulieren
logies genieten. Men kan zich voorstellen
hoe men zich als festivalganger voelt wan
neer eenmaal uit de bus gestapt de
plaatselijke jeugd hem zingend en hand
tekeningen vragend verwelkomt. De dorps-
„inn", die op een respectabele wijze door
de inwoners wordt gefrequenteerd, dwingt
door zijn schilderachtig smeedijzeren uit
hangbord iedere festivalganger, die niet
wars is van een „good drink", tot een
bezoek.
De sluitingstijd van half elf(!) voorkomt
echter op doeltreffende wijze dat het fes
tival op de achtergrond zou kunnen gera
ken.
Het festivalterrein, een groot tenten
kamp, wordt beheerst door de grote
concertzaaltent welke ruim negenduizend
mensen kan bevatten en vrijwel dagelijks
geheel gevuld is. Er is verder de grote
lunch- en tea-tent, een grote studiotent
waar de BBC-televisie onafgebroken op
namen maakt welke over geheel Engeland
worden uitgezonden. Voorts zijn de nodige
zaken als banken, postkantoor, rode kruis,
publiciteit, benevens de voor de Engels
man onmisbare Rotary in kleinere tenten
gehuisvest.
HET ZOU NIET ondenkbaar zijn dat, ge
zien de ideële opzet van dit festival, de
organisatoren gesprekken op grote schaal
zouden helpen bevorderen. Het is echter
opmerkelijk dat hier vrijwel geen tijd voor
is. Wanneer men zich temidden van die
duizenden uit allemogelijke landen bevindt
en gefascineerd wordt door de meest uit
eenlopende klederdrachten dan is er niet
de minste behoefte om „achtergronden" te
gaan onderzoeken, of nogmaals te consta
teren dat er veel is wat ons bindt en eigen
lijk zo weinig wat ons scheidt. Wanneer
dansers uit een wedstrijd te voorschijn ko
men dan wacht hun ook buiten een enthou
siast publiek (geen geld voor een ticket),
dat hen opnieuw tot dansen of zingen aan
zet. Overal groepjes mensen die eikaars
zang en dans willen horen en zien. En wan
neer de regen bij stromen neer valt, dit
lukt ook in Wales voortreffelijk, dan rent
men naar de schuiltenten waar het feest
onverminderd wordt voortgezet.
DE DEELNEMERS waren uit vele lan
den afkomstig: o.a. België, Polen, Joego-
slcfvië, Zweden, Spanje, Oekraïne, Verenig
de Staten, Canada, Madagascar en Israel.
Uit Nederland waren er het Haags Vocaal
Vrouwenensemble en de Westfriese Dans
groep uit Midwoud. De openingsavon werd
dit jaar verzorgd door het Londens Ph.il-
harmonisch Orkest en het Londens Festi
val Ballet. Gezien de afgelegen ligging van
Llangollen is het begrijpelijk, dat orkest
concerten, ballet- en operavoorstellingen
geen dagelijkse gebeurtenissen zijn. Het
laaiend enthousiasme van het publiek is
dan ook volkomen verklaarbaar al is het
wel ongewoon. Wanneer negenduizend
mensen middels applaudiseren, roepen en
fluiten van hun geestdrift blijk geven, kan
men ernaar verlangen ook tot deze zoge
naamde „onderontwikkelde gebieden" te
behoren.
HET SCHEEN NIEMAND te deren, dat
het betrekkelijk kleine podium de dansers
weinig ruimte tot uitlopen liet. Het leek
alsof zij aangemoedigd door zulk dankbaar
Dè veteraan van Llangollen, de heer
McPeake, met meisjes van een Ierse
dansgroep.
Af en toe regen, af en toe een paraplu, maar altijd opgewekt.