Het verdwenen manuscript
Geraffineerde verdedigingstactiek
van de Afrikaanse buffels
V
fisssmum 4,
mums wmmr
1
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER
RF
J'i v f
Bed voor De Gaulle
lil ,<-/
^"Hoe is het ontstaan?^
Ons vervolgverhaal
18.5.0
HM -f h*
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1962
9
1 door H. Wolfram Geizsler
T elstar-postzegels
m
cehtse bÊ tflesommüxicatsons spstülb
Slob
Speelautomaten verboden
in de provincie Luik
Protestantse „gasten" op
het Concilie genodigd
Twee Britten zeilen van
Schotland naar Noorwegen
Dit woord:
CONCIERGE
47) Dat
5 zou de eerste honderd jaar misschien
precies zo blijven Terwijl Fox
het gat, dat de kogel had gemaakt,
bekeek, hoorde hij in de kamer naast
de zijne iemand bewegen. Meneer
Denis scheen dus in de aangrenzende
kamer te logerenDit feit was de
oorzaak, dat Fox met de aktentas on-
der de arm aan het avondeten ver-
scheen. Men merkte dit kennelijk wel
op, doch zei niets. Alleen op Yvonne's
I gezicht kwam een goedkeurend lach-
je.
I „Onze vriend Denis", zei madame
Bernard op spijtige toon, laat zich
I verontschuldigen, „hij is verkouden en
I voelt zich niet prettig. Geen wonder
overigens, want zelfs in deze tijd van
j het jaar wordt het hier in huis na
zonsondergang nog vrij kil."
„Hoe spijtig", zei Fox. Hij voelde
i zich nu dubbel tevreden dat hij de
aktentas niet in zijn kamer had ach-
tergelaten. „Als u denkt, dat hij 't
I prettig vindt, zal ik na tafel graag
een praatje met hem gaan maken."
„O, dat zal monsieur Denis zeker
i op prijs stellen. Misschien is hij, na
I zo'n aangenaam onderhoud met u, ook
i nog wel te bewegen om een poosje in
ons midden te verschijnen. „Madame
Bernard glimlachte en voegde eraan
toe: „In verhouding tot de eenzaam
heid, die wij hier gewend zijn, heb
ben we thans een heel gezelschap bij
elkaar. Vijf mensen! Dat is mis
schien sinds Lancelot's tijd hier niet
meer voorgekomen."
Welk een geluk, dat ze deze sagen-
ridder noemde. Want hu kon men, on
der leiding van Fox, in die tijd onder
duiken, toen de mensen urenlang man
tegen man vochten enkel met het
zwaard.. Die goede oude tijd!
„Hebben alle vensters hier tralies?"
vroeg Maria opeens.
„Hoezo? Tralies? Welnee, lang niet
alle!"
„Niet? Wel, het mijne heeft tra
lies", zei ze.
Yvonne stelde haar gerust, 't Was
slechts toeval en had niets te beteke
nen, zei ze tegen Maria. Natuurlijk
zouden die ijzeren staven al lang weg
gehaald zijn, als ze niet zo enorm dik
waren.
Na tafel herinnerde Fox zich zijn
voornemen om een praatje bij me
neer Denis te gaan maken. Hij liet
even zijn blik op Maria rusten, die
echter in druk gesprek was met ma
dame Bernard. Deze twee konden het
merkwaardig goed met elkaar vin
den. Ze merkte niet, dat hij haar aan
keek. Fox nam de aktentas weer on
der zijn arm en verliet het vertrek. De
drie vrouwen moesten.^gjaar zien, hoe
ze 't met elkaar zouden stellen
Hij klopte niet dadelijk bij meneer
Denis aan, doch ging eerst naar zijn
eigen kamer. Hij bladerde het manus
cript nogmaals door en stelde vast
dat er niets ontbrak. Dat Yvonne
niets te maken had met zuster Made
leine, welke Maria haar had willen
toeschuiven, scheen wel vast te staan.
Het zou goed zijn haar van deze po
ging van Maria niets te laten mer
ken.
Fox liep op en neer in zijn kamer.
De kaarsvlam op de tafel woei zacht
jes heen en weer. In de hoeken van
het vertrek was het geheimzinnig
donker. Deze sfeer paste bij het ogen
blik: in het eerstvolgend half uur zou
het geheimzinnige raadsel zijn oplos
sing moeten vinden.Sinds gisteren
koesterde Fox een fantastisch ver
moeden. Thans zou aangetoond moe
ten worden of zijn fantasie al of niet
met hem op hol geslagen was. Tel
kens weer wilde hij naar de kamer
van Denis gaan, maar steeds weer
aarzelde hij. Hij voelde zich opgewon
den en allerlei denkbeelden speelden
wild door zijn hoofd. Eén ding stond
vast: hij mocht werkelijk tevreden
zijn, dat hij alle medespelenden in
dit drama thans op zo elegante wijze
onder één dak had samengebracht.
Met een glimlach dacht hij aan Ma
ria's opmerking over haar getraliede
venster. Waarschijnlijk had het don
kerharige meisje voor de laatste maal
va banque gespeeld, toen zij zijn arg
waan op Yvonne wilde richten. Dat
was voor haar een val geworden,
waarin ze zelf verstrikt was geraakt.
Ik kan die drie vrouwen niet al te
lang alleen laten, peinsde Fox.
Hij nam de aktentas vastberaden
onder de arm en pakte de kandelaar
beet.
„Binnen", riep Denis kuchend, toen
hij klopte.
De oude heer zat in een gemakke
lijke stoel bij het raam en scheen
voor zich uit naar de duisternis bui
ten te zitten turen. Het was een nacht
vol sterren en de lichtbundel van de
vuurtoren flitste met eentonige regel
maat tussen de sterren door. Ook bij
Denis stond een brandende kaars op
tafel. Fox plaatste de zijne ernaast,
maar het vertrek was zo groot, dat
de ruimte er niet veel beter door ver
licht werd.
Denis keek hem aan, bleef echter
zitten en kuchte voortdurend.
„U behoeft zich niet te verontschul
digen", zei hij.
„Nee", antwoordde Fox, waarom?"
„U hebt me bedrogen. U bent niet
degene, voor wie u zich uitgaf, maar
Will Fox! Ik vind dat minderwaar
dig!"
„Men doet wat men kan", zei Fox.
„Minderwaardig? En u verheugde
zich erover, dat u hem zou leren ken
nen. U ziet ik heb geen moeite te veel
gevonden om u dit genoegen alsnog
te verschaffen. Helaas heb ik de in
druk gekregen, dat u mij wilde ont
wijken."
„Daarom behoeft u de deur niet te
grendelen", zei Denis. „Ik ben een
oude man en kan heus niet hard weg
lopen. Waarom ook? Wat wilt u van
mij?"
„Wat ik wil?" zei Fox. „Niets, hele
maal niets. Madame Bernard heeft
mij opgedragen u te gaan halen. Is
dat zo verschrikkelijk?"
Denis tastte in zijn zak en haalde
zijn pijp te voorschijn. Dat was geen
slecht teken. Hij stopte het pijpje
zorgvuldig en stak het aan. „Maar
waarom bent u weer naar Louha ge
komen?" vroeg hij tenslotte met eni
ge nadruk.
„Omdat ik in uw hotel hoorde, dat
u ook hier weer heengegaan was.
Waarschijnlijk zult u binnenkort naar
Amerika terugreizen en ik wilde u
graag nog goedendag zeggen."
„Waarom zou u daar prijs op stel
len? Dat is voor u toch niet van be- i
lang."
„Ik hoop van wel", antwoordde
Fox. „Hebt u uw zaken in Parijs af- i
gedaan?"
„Helaas niet", zei Denis met een
boos gezicht en trok vertwijfeld aan
zijn pijp, die blijkbaar gebrek aan
lucht had en vreemde, pruttelende ge- i
luidjes maakte. Denis stond op en j
ging het pijpje vlak bij het licht van I
de twee kaarsen nader bekijken. Hij
prutste er met een lucifer in en zucht- i
te: „Dat ellendige ding", bromde hij. j
„Probeert u 't hier eens mee", zei i
Fox en legde'"een stukje koperdraad i
op de tafel oagst hèïn ^qeer. i
„O, dank u", zei Óenis 'en 'greep het j
eindje draad. Het volgende ogenblik I
liet hij 't echter vallen, alsof het
roodgloeiend was Zijn pijpje viel I
ernaast op de grond, in stukken
Hijgend leunde Denis tegen de tafel
aan, maar even later zonk hij neer
in een leunstoel, welke Fox behulp- j
zaam aanschoof. j
„Wel allemensen mompelde I
Denis verwezen voor zich uitstarend.
Fox zweeg. Denis nam het stukje I
draad van de grond op en boog zich
zo diep over de kaars, die hij nader-
bij had getrokken, dat zijn haar bijna
vlam vatte. Hij wreef het metaal
tussen duim en vingers en kraste er
met zijn nagel in. Hij trilde van op-
winding. Tenslotte keek hij op en er
was een koortsachtige blik in zijn j
ogen. „Hoe komt u daaraan? Wat is
dat?" j
Fox nam een hand van de oude
man in de zijne en zei langzaam:
„Deze vraag kan slechts één mens
ter wereld op die manier stellen! U
bént dus Luigi Zanetti!"
„Toen voor ons in Noord-Italië de
oorlog ten einde liep", begon Luigi
Zanetti (alias Denis) zijn verhaal,
„was ik klaar met mijn werk. Ik had
me de laatste tijd met niets anders
meer bezig gehouden en ik had on
zichtbaar voor de wereld gewerkt.
Ik werd weggevoerd. Zoals echter
soms onder zulke verwarde omstan
digheden voorkomt, hield men mij ge
vangen, maar verder scheen men mij
vergeten te zijn. In ieder geval ge
beurde er gedurende verscheidene da
gen niets met mij.
(Wordt vervolgd)
VORIGE EEUW moet Zuid-Afrika een echt buffelland geweest zijn, zoals Amerika
dat was voor de bison. Er waren meer buffels dan dieren van enige andere soort,
zelfs meer dan de zo bekende springbokken en gemzen. Een verschrikkelijke runder
pest heeft er tegen het einde van de vorige eeuw een grote opruiming onder ge
houden, zó groot, dat de buffels bijna werden uitgeroeid. Nauwelijks één op de 10.000
is er overgebleven, schreef Labuschagne van de Nasionale Parkeraad van de Unie in
het prachtige maandblad „Panorama van Suid-Afrika" en het is aan zijn verhaal,
dat we het volgende ontlenen.
DE AFRIKAANSE buffels zijn knapen
van dieren, die tegenwoordig alleen nog
leven (en kunnen leven) in de enorme
Nationale Parken, natuurreservaten van
de oorspronkelijke Afrikaanse wildernis
sen. De buffels leven het liefst in de buurt
van water. Zij hebben namelijk veel wa
ter nodig om te drinken, maar ook om
in te baden, wanneer ze het te warm krij
gen. Men zal ze dan ook vinden kunnen
in de buurt van rivieren en stroompjes,
waar meestal ook voldoende gras groeit.
Het zijn meestal zeer grote kudden, maar
in Afrika komen de periodieke droge perio
des voor en dan wordt het water schaarser
en de grote kudde gaat zich opdelen in
vele kleinere en steeds kleiner wordende
kudden.
Een kudde buffels is een merkwaardige
en interessante gemeenschap, waar dui
delijk een arbeidsverdeling heerst ten aan
zien van veiligheidsmaatregelen, waak
zaamheid, verkenning, verdediging, ver
zorging van de vrouwelijke dieren en de
kalveren enzovoorts.
ZO ZAL MEN vooraan in de weiden
de kudde gemeenlijk de sterkste stieren en
de dapperste koeien aantreffen, terwijl
de oudere stieren voor „flankdekking"
zorgen. Die plaats op de flanken van de
grazende troep zal wel het gevolg zijn
van het feit, dat de jonge stieren deze
oudere dieren niet meer in de kudde dul
den. Hun tijd is voorbij en zij zijn op
het tweede plan gekomen! Maar., ook
daar doen zij hun plicht, vermoedelijk
ook wel uit aangeboren drang tot zelf
behoud. Hun taak is blijkbaar om leeu
wen, wilde honden en jachtluipaarden, die
van terzijde de kudde willen aanvallen,
af te houden en zij doen dat met luid
misbaar, zodat de „hoofdmacht" gewaar-
ig w
i Jij u i
iiu»! iUrUM<;>< l'.fMili
o
In Frankrijk worden 2 Telstar-post
zegels uitgegeven. De zegel van 0.25
NF is ontworpen door Jacques Combet
en die van 0.50 door Claude Durrens.
MüNCHEN (AP) Waar een bed te
vinden dat lang genoeg is voor president
De Gaulle is een probleem dat de burgers
van München gekweld heeft sedert verno
men werd dat de Franse president hier op
8 en 9 september een staatsbezoek zal
brengen.
De mannen van het Beierse protocol ge
loven eindelijk het enige bed gevonden te
hebben dat lang en representatief genoeg
is om De Gaulle te herbergen.
Het is een barok bed van ruim drie
meter lang, dat gemaakt is door de Mün-
chense architect Francois de Cuvilies in
het begin van de achttiende eeuw en dat
zich nu bevindt in de zalen van de Mün-
chense residentie van de voormalige Bei
erse koningen.
schuwd wordt en voorts vallen zij direct
aan. In de meeste gevallen weten zij de
aanvallers te verdrijven.
Een ander opvallend verschijnsel is, dat
een of meer buffels van hoogten in het
terrein, zoals termietenheuvels, gebruik
maken om het terrein te verkennen. Buf
felkoeien, die kalfjes zogen, zijn levens
gevaarlijke en wreedaardige vechters
Als een kalfje angstig loeit is de hele kud
de onmiddellijk gereed om tot de storm
aanval over te gaan.
HET VOLGENDE tafreeltje maakte de
fotograaf mee: Een koe had juist een
kalfje ter wereld gebracht, toen de foto
graaf met zijn auto en toestellen op het
toneel verscheen. De kudde van ongeveer
2000 stuks bewoog zich al grazende van
de fotograaf af, maar de koe week niet
van haar jong totdat zij zag, dat het dier
tje voldoende in het hoge gras verborgen
lag. Zij rende de kudde achterna om on
middellijk met een oudere koe terug te
komen. Deze voerde tussen kalfje en auto
allerlei schijnaanvallen uit als om het ge
vaar af te weren, doch in werkelijkheid
om de moederkoe de gelegenheid te ge
ven zich langzaam-aan met het kalfje
in de richting van de wijkende kudde te
begeven. Toen de fotograaf zijn wagen
dichterbij reed renden beide koeien hard
weg, doch kwamen onmiddellijk weer te
rug met een paar jonge krachtige dieren.
De oudere koe hernieuwde haar schijn-
aanvallen, terwijl de jonge dieren heen
en weer renden alsof zij de aandacht op
zich wilden vestigen en van het kalfje
af houden. Dit duurde totdat het kalfje
temidden van de kudde was beland
DE GROOTSTE GEVAREN dreigen van
de zijde van de leeuwen. Maar buffels
aanvallen is geen kleinigheid en dat we
ten de leeuwen. Vandaar dat het vrijwel
altijd jonge krachtige leeuwen zijn, die
om een buffelkudde heenzwerven. En
waar leeuwen zijn, zijn jakhalzen en
hyena's, die de resten van de konink
lijke tafel eten, evenals de aasgieren, die
vanuit de lucht een oogje in het zeil hou
den.
Om een buffel te kunnen bemachtigen
moet de leeuw meestal van list of van
samenwerking gebruik maken. Vertoont
hij zich open en bloot aan de kudde dan
heeft hij geen schijn van kans want alsof
er een signaal wordt gegeven stormen
alle buffels op de Koning der Wildernis
af en hem staat niets anders te doen dan
het „hazenpad" te kiezen of vermorzeld
te worden. Men vergete niet, dat een
buffel zo'n kleine ton weegt en dat al
heel wat leeuwen via de enorme horens
de lucht ingesiingerd en opengereten ,we£-
den. a ij taf
DE LEEUWEN doen dat dan meestal
ook anders: zij verbergen zich in de ruig
te en proberen afgedwaalde dieren of de
zwakkere exemplaren te overvallen. Maar
meestal worden er een paar soortgenoten
bij gehaald en dan stormt een deel in
front op een buffel af en tracht zijn keel
te pakken te krijgen, terwijl tegelijker
tijd een andere leeuw de buffel van ach
teren aanvalt, de staart afbijt en de pe
zen doorscheurt van een achterpoot, waar
door de buffel verlamd is. De rest is dan
kinderwerk, want de buffel wordt levend
opgegeten en de resten zijn voor de aas
dieren van grond en lucht.
Advertentie
N.V. MIJ. „HOLSTER" - OVERVEEN
Tel. K 2500 - 60002, 57290 en 5783J
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
,-A gr
-<Vi, A
'V
De Duitse Evangelische kerk heeft een
rijden „kerkgebouw" in gebruik ge
nomen, waarmee men de kampeer
terreinen en andere verzamelplaatsen
van vakantiegangers langs trekt. De
bovenste foto toont deze mobiele kerk
aan de buitenzijde, 'de onderste foto
geeft een beeld van het interieur, waar
tachtig gelovigen kunnen
samenkomen.
BRUSSEL (ANP) In vier Belgische
provincies, Luik, Namen, Luxemburg en
Limburg, zijn met ingang van 1 augustus
de speelautomaten in café's verboden. Dit
betekent dat er alleen al in de provincie
TEttk zèkër één tienduizend van deze auto
maten. die voornamelijk van Amerikaanse
makelij zijn, zullen moeten verdwijnen.
De liefhebbers van een gokje zullen al
leen nog maar muziek voor hun geld kun
nen krijgen, want de grammofoonautoma
ten mogen blijven staan.
De 18-jarige Pigalle-danseres Michel
le Kalli in Londen kiest haar favoriete
lectuur spookverhalen bij voor
keur in koel water. En dan een drij
vend blaadje met limonade erbij
Over de verankering van een en ander
ontbreken ons de gegevens.
V
VATICAANSTAD (AFP) Het Vati
caanse secretariaat voor de eenheid der
christenen heeft bekendgemaakt, dat er
een beperkt aantal niet-rooms-katholieken
zullen worden uitgenodigd om als „gast"
het Oecumenische Concilie in Rome bij te
wonen. Deze „gasten" zullen dezelfde fa
ciliteiten genieten als de waarnemers.
Drie niet-rooms-katholieken hebben deze
uitnodiging om als gast het Concilie bij
te wonen al aanvaard. Het zijn Roger
Schutz, prior van de calvinistische kloos
tergemeenschap van Taizé, Max Thurian,
predikant en lid van deze gemeenschap,
en professor dr. Oscar Cullmann, hoogle
raar in de theologie aan de universiteiten
van Bazel, Straatsburg en Parijs.
ROSCHEARTY (Schotland). Twee
Britten, de garage-eigenaar Frank Dye
en de trainer John Buckingham, zijn
in een open zeilboot vertrokken om te pro
beren de Noordzee over te steken naar
Bergen (Noorwegen). De afstand van 521
kilometer moet afgelegd worden in drie tot
vier dagen.
Men heeft twee verklaringen van het
woord concierge, dat wij gebruiken
voor huisbewaarder, deurwachter, ci
pier. Sommigen zoeken in het Latijn en
denken aan con-(samen) en circa (rond
om) waarvan het Italiaanse cercare en
het Franse chercher afstammen. De
concierge zou dus de man zijn die (sa
men met anderen?) rondgaat om een
huis te doorzoeken.
Volgens anderen is concierge een ver
vorming van comte des cierges
(kaarsen, toortsen), een titel die Hugo
Capet zou hebben verleend aan zijn ge
vangenbewaarder. Daarmee is wel in
overeenstemming dat het woord con
cierge wordt gebruikt zowel voor de
woning van de burgvoogd als voor ge
vangenis, speciaal die in Parijs, waar
o.a. Marie Antoinette haar laatste le
vensdagen doorbracht.
Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie IVI G Schmidt en Fiep Westendorp
78. Nadat Tante Patent vergeefs in het museum
naar de vaas had gezocht, ging ze de straat weer
op en zocht naar haar vriend, de Sof. Ze vond hem
temidden van een woest schranzende menigte die op
het asfalt zat en zich terdege tegoed deed aan ge
braden zwaan. De zwaan was afkomstig uit het stede
lijk plantsoen. De wijn die ze met volle teugen dron
ken kwam uit de kelders van hotel de Gifzwam.
Ze dronken en aten uit de potten van het oudheid
kundig Museum. Tante Patent schudde haar hoofd
en dacht een tikje bezorgd: „Ze gaan toch wel wat
ver. Mijn schuld misschien, want ik heb de mensen
aangeraden om spontaan en primitief te leven. Maar
ik wist niet dat ze het ook zouden DOEN!. Een
eindje verder zaten een paar heren die met hun
hengels de ene goudvis na de andere ophaalden uit
de vijver van het plantsoen.
7. Panda kon zich nauwelijks losmaken van zijn lec
tuur. Aan de andere kant bedacht hij echter, dat het ook
wel gezellig zou zijn om dit boek mee te nemen en thuis
op zijn gemak uit te lezen. Het was te goed om het nu
op de helft uit handen te leggen... en bovendien zag
hij daar staan, dat het volgende hoofdstuk meer bij
zonderheden zou brengen over de roverschat, die de ver
achtelijke Wolfgang Isengrim nog vóór zijn vlucht er
gens verborgen had. „Stel je voor!" dacht Panda.
„Misschien staat er wel waar die schat te vinden is!"
En dus repte hij zich nu naar Mevrouw Knorspel, de
bibliothecaresse, en vroeg haar beleefd of hij dit mooie
boek mocht lenen. Nu, dat ging wel, zei de dame; hij
moest zijn naam opgeven en een kwartje betalen en dan
mocht hij het een week houden.
Maar terwijl deze overeenkomst in aangename sfeer
tot stand kwam, ging het bij de achterste boekenkast
nogal rauw toe. Daar was Graaf Isengrim op zoek naar
het door hem gewenste boek en hoewel hij zich tot
het uiterste inspande kon hij het niet vinden! Een ech
te boekenvriend was hij niet dat zag men aan de
oneerbiedige manier waarop hij met eerbiedwaardige
banden rommelde maar van dat éne boek scheen hij
bezeten te zijn. „Ik moet het hebben. Dat moét!" grom
de hij. „Waar is het? Ik ga me kwaad maken!" wie
deze edelman nog van vroeger kent weet, dat er met
met hem te spotten valt als hij eenmaal kwaad is.