Het verdwenen manuscript Si De oudste brouwerij van Nederland, in Dordrecht, nog in vol bedrijf TANTE PATENT EN DE SOF PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER Ons vervolgverhaal Wereldkaart m 5 I haal DINSDAG 7 AUGUSTUS 1962 7 door H. Wolfram Geizsler ,Eike Agena Wouter Slob Vrijgezellenkoningin ft 49) Luigi leunde tegen een kastje en B scheen geschrokken te zijn. „Ik laat 't aan u over, dr. Fox, het bedrag te bepalen. Wanneer men de werkelijke waarde van die papieren B in aanmerking zou nemen, zou men miljoenen moeten betalen, maar dat kan ik helaas niet.'' „In dit éne, zeer bijzondere geval," zei Fox, „zal ik mijn kundigheid niet H hoger waarderen dan die van Dario- S tis. De leren aktentas krijgt u erbij cadeau. Ik zelf houd niet van die dingen." Luigi Zanetti schudde hem bewo- gen de hand. „U hebt uw opdracht wèl en niét uitgevoerd", zei hij. „Wat zult u aan mijn broer zeggen?" „Niets, want ik denk niet, dat ik hem ooit zal Weerzien. En mocht ik hem toch nog eens tegen het lijf lo ll pen wel, ook Fox is niet onfeil- baar, hij zal zijn mislukking met waardigheid dragen Wat zou die H kleine vernedering zijn vergeleken met het onheil dat misschien zou wor- S 'den aangericht, wanneer deze papie- S ren in andere handen dan de uwe, de rechtmatige eigenaar, waren ge- B komen?" Er werd op de deur geklopt. Luigi greep de aktentas van de ta- fel en verborg hem achter zijn rug. Fox glimlachte. „Binnen", riep hij op B kalme toon. „Allemensen", riep Yvonne, op de drempel staande, uit, „waar blijft u B beiden toch! We waren al bang, dat u zich minder goed voelde, meneer Denis! Noemt u dat nu gezellig? Gaat B u toch mee naar de zitkamer, daar B is het veel behaaglijker dan hier. Te uwer ere is zelfs het haardvuur aan- B gestoken, dat een heerlijke warmte afstraalt. We willen er een genoeg- lijke avond van maken en wilt u, dr. Fox, ons het verhaal vertellen van Lancelot en de schone Guinevere?" 5 Ze volgden Yvonne: Denis met de aktentas onder z'n arm en Fox achter hem aan. Elkeen droeg een kande- S laar met een brandende kaars en hun B schreden weerklonken tegen de ste il nen muren. In de zitkamer was geen andere verlichting dan die van het open haardvuur, dat zo nu en dan fel opvlamde, als de avondwind pal in de schoorsteen blies. Het was een spookachtige verlichting en de donke- re hoeken van de kamer hadden een B sfeer van geheimzinnigheid; het was alsof elk ogenblik een figuur uit lang vervlogen eeuwen uit de duisternis te 1 voorschijn zou kunnen komen De S zware houten leunstoelen stonden in een halve cirkel rond het haardvuur. De slotvrouwe van Louha, in het B zwart gekleed en zwijgzaam als al ii tijd, staarde voor zich uit naar de vlammen. Maria stond op toen het drietal de kamer binnenkwam. „Ein delijk!" zei ze, „we werden al onge rust! Ik vooral, tenslotte moet je aan een omgeving als deze gewend ra ken Luigi schudde het hoofd. „Kom hier naast me zitten, Maria," zei hij. „Ik geloof niet, dat je hier zult wen nen, lieve kind, en dat is ook niet nodig. Deze noordelijke streek is niets voor ons." Ze keek hem verwonderd aan en begreep niet, wat hij bedoelde. „Mon sieur Denis „Monseur Denis bestaat niet meer", antwoordde Luigi haar. „Onze vriend Fox heeft hem enkele minuten gele den in mijn slaapkamer omgebracht. Het spel is ten einde en de medewer kers mogen naar huis terugkeren. Ik denk, dat Luigi Zanetti morgen naar Marseille zal gaan, daar schijnt de zuidelijke zon en ook vandaar gaan vele grote zeeschepen naar Amerika. Zijn nichtje Maria zal hem naar de boot brengen. Wat vindt Maria daar van?" I Fox had haar gadegeslagen, terwijl Luigi Zanetti deze woorden sprak. Voor het eerst scheen het meisje vol komen van haar stuk gebracht te zijn. Zanetti knipte het slot van de aktentas open en haalde zijn manus cript te voorschijn. „Onze vriend Fox", vervolgde hij, heeft niet alleen monsieur Denis omgebracht, doch ook deze kostbare papieren afgeleverd op de plaats waar zij behoren". „Ik verzoek u echter dit aan nie mand te vertellen", merkte Fox op. „Daartoe zal des te minder aanlei ding zijn", zei Luigi, „wanneer de aanleiding tot dit avontuur niet meer bestaat." Hij boog zich voorover en wierp het manuscript in de vlammen. Maria slaakte een verschrikte kreet. De bladen kromden zich in het vuur, vatten vlam, laaiden op en ver zonken tenslotte tot as. Witte vlokjes dwarrelden omhoog, de avondwind zong door de schoorsteen een over winningslied „Ik hoor de wind en begrijp wat hij wil zeggen," zei Luigi zacht, ter wijl hij achterover in zijn stoel leun de Het was alsof hem een zware last van de schouders was genomen. Allen luisterden. De windvlaag be gon af te nemen en 't werd weer rustiger. Fox knikte. Nog niet lang geleden had hij de hoop gekoesterd om de herfst in de villa aan het Gardameer door te brengen. Maar ook hier in het noorden kon de herfst mooi zijn. De dagen waren weliswaar korter dan daar, maar de nachten des te langer- EINDE De langste brug van voorgespannen beton ter wereld is gebouwd over het Maracaibo-meer in Venezuela door Duitse- en Venezolaanse maatschap pijen. De brug heeft een lengte van 8678 meter, is 17.40 meter breed en staat op 83 pijlers, waarvan de groot ste 92 meter en 50 meter boven het wateroppervlak staat. De grootste schepen kunnen deze brug passeren. De kosten van het kunstwerk bedroe gen ongeveer 350 miljoen gulden; de bouw heeft twee jaar geduurd. U MOET ER VOOR naar Dordrecht reizen. Misschien zult ge het u nog herinneren uit de tijd, dat u jaartallen moest leren, 1015: Dirk III sticht Dordrecht. De plaats waar hij de grafelijke tol vestigde, was een goed punt omdat hij vandaar tal van waterwegen onder controle kon houden en de schippers mee kon laten betalen aan het vullen van de schatkist. In ditzelfde Dordrecht werd later bier gebrouwen, zoals in de meeste, zo niet alle steden van ons land in die jaren. Want bier was dè volksdrank bij uitnemendheid. Water dronk men niet. Water dat wist men was gevaarlijk. Maar bier niet. Waarom dat zo was wist men niet, want anders zou men het gewone water ook hebben gekookt en daarna hebben kunnen drinken DE GRAAF, DIE evenals zijn voor- en nazaten, matadoren waren in het uitden ken van nieuwe mid delen om aan geld te komen, ging gruit- recht heffen, zoiets als in onze tijden sui keraccijns. Dus belas ting op een gebruiks artikel waar men niet buiten kon en waarvan grote hoe veelheden dagelijks nodig waren. Bier wordt tegenwoordig met hop bereid. Ten slotte moet er zoiets aan te pas komen om er een pittig of, zo ge wilt, een bijzonder smaakje aan te ge ven. Maar men heeft dat niet altijd met hop gedaan. In ons land werd dat toen het b.v. in Hamburg en Bremen al lang bekend was door de Graaf tegenge werkt. Deze Lands heer wilde niet graag zijn accijns op het „gruyt" verspelen en hielji daarom zolang mogelijk het verwer ken van hop tegen ,Gruit" was een ver zamelnaam. Ik ben geen taalkundige, maar veronderstel, dat 't 'n middeleeuwse vorm is van „kruid". Want „gruyt" was eveneens de verzamelnaam voor allerlei kruiden, welke in het wild groeiden. De gagel was echter daarbij wel de belangrijkste plant. De Graaf stelde een gruytheer" aan, die door zijn helpers zorg de voor het verzamelen van de kruiden (anderen mochten dat niet doen), die op sloeg in de „gruythuis" en het was aan dit pakhuis, dat brouwers, zowel de grote als de huisbrouwers, hun kruiden in ontvangst kwamen nemen. Zij betaalden daarvoor na tuurlijk en de winst was voor de Graaf. VRIJWEL ALLE STEDEN in ons tegen woordige vaderland telden omstreeks de 13e en 14e eeuw vele brouwerijtjes. Grote brouwers waren er in die dagen nog niet. Maar ze brouwden wèl zoveel bier, dat ze het soms konden uitvoeren. Zelfs naar het buitenland. Zo betrok Engeland bier uit Delft; men dronk in Amsterdam en omge ving veel bier uit Hamburg en Bremen. De Amsterdammers konden dit niet alléén op en werden tussenhandelaars van het Noord- duitse bier. Nooit is de bierbrouwerij in de Amstelstad erg groot geweest, wanneer men tenminste de 20ste eeuw uitschakelt! Dordrecht maakte vanzelfsprekend op de regel geen uitzondering. Ook deze stad telde tal van brouwerijen. Vóór 1400 heeft de stad reeds bier gebrouwen en in een verordening van 8 januari 1422 werd be paald, dat Dordts bier niet verder ver voerd mocht worden dan naar Holland en Zeeland. Aleen voor de ingewijden zijn er vele herinneringen aan de tijd, dat Dor drecht meerdere brouwerijen kende. BONN (AP) Een UNO-conferentie die door deskundigen uit vijftig landen wordt bijgewoond vervaardigt in Bonn een we reldkaart welke de laatste gegevens zal bevatten. De conferentie zal tweeëneen- halve week duren. Zij wordt geboycot door de landen van het communistische blok welke niet graag gegevens over hun land verstrekken. De laatste conferentie voor een wereldkaart werd in 1913 in Parijs ge houden. Vandaag eindigt de feuilleton „Het verdwenen manuscript". Morgen bren gen wij u het eerste deel van ons nieuwe vervolgverhaal „Eike Agena", een uit het Deens vertaalde roman, ge schreven door Grete Dölker-Rehder. Oude binnenplaatsjes behoren bij oude gebouwen. De Sleutel te Dordrecht, Nederlands oudste brouwerij (mis schien wel de oudste van Europa) maakt daarop geen uitzondering. MAAR WAT elke rechtgeaarde Dordte- naar wèl weet is, dat de oudste brouwerij van Nederland in zijn stad te vinden is. En wel op de stille Varkensmarkl. Ik ben er geweest en heb lange tijd zitten praten met de tegenwoordige directeur, de heer J. C. K. Schrama, in zijn 17e-eeuwse ka mer met lage zoldering. En het is prettig om met hem te praten, want de oude brou werij, die sedert 1953 tot het Heineken-con- cern behoort, gaat hem zeer aan 't hart. Waar in Europa zo vraag ik me af kan men zuik een oude brouwerij aanwij zen? Een brouwerij, welke ononderbroken brouwerij geweest is en wel vanaf het jaar 1433, toen ze opgericht werd door Willem Danielszoon.' „DE SLEUTEL", zo heet onze oudste brouwerij, is veel tegenspoed doorgeko men, zulks in tegenstelling tot de vele zus- ter-bedrijven te Dordrecht, zoals „De Ruit" en „De Haring". „Het Kruis" en „De Ster". Nog vele meer. „De Sleutel" heette „De Sleutel" en bleef die naam voe ren tot op de dag van vandaag. Ze heeft die andere alle zien komen en gaan! En al heeft ze dan vooral in de 20ste eeuw jongere brouwerijen veel en veel groter zien worden dan zij ooit geweest is, zij heeft de eer de oudste te zijn. En het ziet er naar uit, dat zij het ook voorlopig wel zal blijven ook. Want „De Sleutel" is kerngezond. Nog dagelijks verlaten vaten bier, vers gebrouwen, de oude gebouwen aan de Vakensmarkt. „De Sleutel" werkt nog op volle capaciteit! IN HET PORTAAL naar de directie-ka mer hangt een keurige „genealogie", waarop wel vele bedrijven jaloers zullen zijn Want vergeet niet, dat „De Sleutel" niet alleen het oudste brouwersbedrijf is in ons land, maar tevens de oudst geregi streerde nog bestaande industrie! Is dat niet iets bijzonders? Wanneer men de over 't algemeen stille Varkensmarkt opkuiert en het met de stand van de zon wat treft zal men onder de indruk komen van het gebouw. Niet dat het zulk een indrukwek kend bouwsel is, verre van dat. Ook niet omdat het zo kunstzinnig zou zijn opgetrok ken, want ook daarvan is geen sprake. Maar wèl om de harmonie, welke uit de gevel-verdeling spréékt, uit haar stille voornaamheid. TER GELEGENHEID van het 500-jarig bestaan is in 1933 feest gevierd in de oude Sleutel, maar achter een gevel, welke slechts een schaduw was van wat men te genwoordig te zien krijgt. Zoals dat in de vorige eeuw (en ook nog in het begin dé zer eeuw) gebruikelijk was, werd de oude gevel verknoeid met enorme reklame-let- ters. De tegenwoordige directeur, die op het standpunt staat, dat de oudste brou werij zich aan zijn adeldom ook wel wat verplicht is, heeft in '57 de gevel grondig laten opknappen en restaureren. En wan neer men dan een foto van voorheen en thans naast elkaar legt, kan men z'n ogen bijna niet geloven, zó is het uiterlijk ver anderd. Het merkwaardigste aan de gevel is mis schien wel het oude poortje met het jaar tal 1612. Dat poortje is de... hoofdingang. Men ziet het: geen enkele pretentie had die brouwerij vroeger. Hoofdzaak was dat er goed bier gebrouwen werd en dat men dat gaarne dronk. Het oudste gedeelte is dat wat men op de Varkensmarkt te zien krijgt, maar er achter (want het is een „diep" pand) ligt nog een oud gebouwen complex. Dat is de vroegere mouterij, want die oude brouwers moutten ook mees tal zélf. Later werd dat door speciale mou ters gedaan. Deze mouterij van „De Sleu tel" stamt uit het jaar tenminste het gebouw 1665 en staat er dus over een paar jaar ook al drie eeuwen! Thans wordt het gebruikt voor opslag en geeft plaats aan de moutsilos. MAAR BEHALVE de oude gebouwen met de geheimzinnige gangetjes en binnen plaatsen, het half duister en de typische „sfeer" zult ge verder niets anders dan een moderne brouwinrichting aantreffen. Want dat is nu juist het geheim van de le venskracht van de oude Sleutel: dat men steeds met z'n tijd is meegegaan. Vandaar dat men er thans een moderne inrichting zal ontmoeten, welke de toets der kritiek kan doorstaan. Al zijn dan de niet-inge- wijden weinig op de hoogte van het be staan van dit hoogst interessante bedrijf, in brouwerskringen in het buitenland we ten velen wel beter. Daarvan getuigt o.m. het feit, dat een Amerikaanse brouwerij, die in licentie Sleutelbier ging brouwen, dit aan de man trachtte te brengen door met reuze koppen in de kranten te vermelden, dat zij het bier brachten, dat al beroemd was vóórdat Columbus geboren werd (ca. 1476). WILT GE OVERIGENS eens zien hoe een oude brouwerij er vroeger van binnen heeft uitgezien dan raad ik U eens te gaan neuzen in het Openlucht Museum té Arn hem, waar er een is opgebouwd, na el ders te zijn afgebroken. Maar wérken doet zij natuurlijk niet meer. Dat doet de Sleu tel wèl! Door de hoofdingang(l) van „De Sleu tel" had alle verkeer plaats. Het ge brouwen bier werd hierdoor van brou werij naar pakhuis gebracht. Het pak huis lag aan de overzijde van de straat en heette „Het Biervat". Het poortje dateert van 1612; het is juist dit jaar dus drieeneenhalve eeuw oud! DUSSELDORP (DPA) Met een bal op een Rijnboot en vuurwerk is het in het afgelopen weekeinde in Dusseldorp gehou den negende wereldvrijgezellencongres be sloten, nadat Ursula Delewski uit de con- gresstad tot „Vrijgezellenkoningin 1962" was 'uitgeroepen en een als „Ome Jan" van vorige congressen bekende Nederlan der tot de „Sympathiekste vrijgezel ter wereld". Op de laatste dag had een aanzienlijk deel van het aanvankelijke duizendtal aan wezigen, merendeels dames, verstek la ten gaan. Of dit het gevolg was van ken nismakingen, waartoe het congres een ge schikte gelegenheid bood, viel niet uit te maken. De organisator van het congres, Ger Greijn uit Grevenbicht in Limburg, had wel herhaaldelijk bestreden dat hij met de sedert 1953 gehouden congressen opzettelijk een „huwelijksmarkt via de achterdeur" had willen openen. Het feit dat het Dusseldorpse congresprogramma ook wedstrijden in het „verluieren" van poppen en „mode-ontwerpen aan levend model" vermeldde had „boze" tongen tot dergelijke aantijgingen gebracht.... I SSfcLgSjE Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp COrYMOHT SWAN FTATTTÏÏTS SYNDICATE 80. Geen wonder dat de stad te eng werd voor de lmpulsieven. Ze wilden niet meer tussen al die hui zen hokken, ze wilden de machtige natuur in. En daar gingen ze, in een grootste optocht, aangevoerd door hun voorzitter, de grote Sof. Met de bedoeling in het Woud te leven, zich hutten te bouwen, op groot wild te jagen en met primitieve hakkers en houwers de grond ruw te bewerken. Gerstebier te brouwen. Te drinken uit de schedels van hun verslagen vijan den. Hun vrouw te verdobbelen als het zo uitkwam. Kortom, het leven op z'n bat.aviers, dat was hun nobel streven. Tante Patent stond aan de kant van de weg en zag de stoet vertrekken. „Lieve deugd", dacht ze. „Ze gaan naar het Vulpense Bos! En daar is juist de kampweek van de opbouwende Jongeren". 9. Panda stapte vlug door met zijn boek. Hij wilde gauw thuis zijn, en dus nam hij de kortste weg, die hem toevallig door een heel keurige, maar heel stille straat voerde. Het was, eigenlijk gezegd, ondanks alle keurigheid zo'n verlaten straat die het dieven, rovers en ander kwaad volk gemakkelijk maakt overvallen te plegen. Alleen een werktentje boven een opgebroken stuk plaveisel deed aan nuttige werkzaamheden den ken maar er was niemand .te zien. En dit was dan ook precies de omgeving, die de kwade graaf Isengrim nodig had voor de uitvoering van zijn snode plannen. Hij nam een geweldige sprint en daar sprong hij de nietsvermoedende Panda pardoes in de nek, terwijl hij kreet: „Dat is mijn boek! Geef hier of ik doe je iets! Ik ben kwaad!" Panda schrok natuurlijk ontzettend maar hij verloor toch zijn tegenwoordigheid van geest niet. Hij klemde het boek met alle macht vast en pro beerde zijn aanvaller een harde klap te géven, terwijl hij intussen luid om hulp schreeuwde. Het een en ander veroorzaakte nogal wat spektakel en dit trok de aan dacht van de inzittende van het werktentje. „Ei, ei," mompelde deze toen hij zag wat er aan de hand'was, „een meningsverschil op de openbare weg! Dat had ik toch waarlijk in een beschaafde woonwijk als deze niet verwacht. Het moeten ruwe personen zijn die daar te keer gaan, zonder eerbied voor manier en goed ge drag. Ach barbari semper demonstrandum, zoals wij latinisten plegen op te merken."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7