Eike Ag ena door Grete Dölker - Rehder (Vertaald uit het Deens) Ik duik zelf ook maar ik ben nogal bang voor ratten Justice... rHoe is het ontstaan?^ Hoorspelauteur Wolfgang Gratz wegens diefstal veroordeeld TANTE PATENT EN DE SOF PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1962 Ons vervolgverhaal i ff Jaap Stigter Martin Uittenbogaard De Verlovingsringen specialist „Potato" Jones overleden Dit woord: TREKPLEISTER Rechtbank weigert psychiatrische behandeling 1 Bertien Flor, de vuurtorenwachter S aan de witte Knee, wilde \weer een vrouw hebben, anders kon hij zijn S dienst niet langer waarnemen. Zo had hij gesproken, en als Bertien Flor iets zei, dan meende hij het ook en dan week hij er geen haarbreedte meer van af. Daarom zat nu de burgemees- ter, Hannis Haulsen met zijn brede armen en zijn dikke nek over de tafel i geleund en ergerde zich. Hij staarde E afwezig uit doorzichtig heldere ogen naar het tafelblad en probeerde na te denken. Maar hij gaf het al gauw s weer op en ergerde zich dan maar liever. Want er waren wel een paar we- duwen en jonge meisjes in Lussum, E maar wie van hen zou met die zwijg- zame oude man willen leven in de troosteloze eenzaamheid bij de witte I Knee? 5 Lissum heette het dorp, waarvan Hannis Haulsen burgemeester was. Dit dorp Lissum lag op een eiland. 1= in de verre Noordzee, en alles wat ik hier ga vertellen, moet zich op dit eiland dat wel het Zouteiland ge il noemd wordt, en in en om dit dorp Lissum afgespeeld heben. Er waren nog wel enkele plaatsjes en dorpen op het Zouteiland, maar die lagen al- E lemaal meer naar het zuiden en wa ll ren niet zo klein en arm en afgelegen als het dorp Lissum, dat door de Fen- ner Heide van alle andere plaatsen gescheiden was en eenzaam lag, daar waar de uitgestrekte wandelduinen be ll ginnen. j§ Het dorp heette dus Lissum, en zijn 5 burgemeester was Hannis Haulsen. E Hij zat aan zijn tafel en ergerde zich toen zijn vrouw binnenkwam. Deze heette Moy, en die zachte, moeder- li lijke naam paste goed bij haar, want alles aan haar was rond en vriende- lijk. Haar wijde lange rokken stonden als een klok om haar heen. Toen ze nu dan met snelle, onzichtbare stap- pen naar de tafel toeliep, had ze wel iets van die sierlijke strandlopertjes, die hun pootjes zo snel verzetten dat het wel lijkt alsof ze over het zand rollen. Precies zo kwam Moy Haul- i sen door de grote kamer op haar man toerollen. E Ze zette zich breeduit tegenover E hem en keek hem met een snelle, onderzoekende blik aan. „Nou Hannis, wat is er aan de hand?" vroeg ze aanmoedigend. Hij stak wrevelig zijn dikke lippen naar voren als een koppig kind en hief zijn waterige ogen op onder de E borstelige wenkbrauwen. E „Bertien Flor zegt dat hij weer een i vrouw wil hebben, en dat hij anders geen vuurtorenwachter meer kan zijn" E gromde hij. En zo'n goede wachter E kregen ze niet meer, twintig jaar lang was alles prachtig in orde geweest, E maar hem een vrouw sturen was nog E moeilijker dap een nieuwe wachter vinden, wat? Hij keek haar hoopvol aan. Moy steunde haar hoofd licht op haar wijsvinger. De vinger zonk diep 1 weg in de zachte kussens van haar wangen. Ze sloeg haar ogen neer en zat minutenlang zwijgend aan de ta- I fel, alsof ze sliep. Maar Hannis stoor- de haar niet. 1 Voor zijn vrouw was hij een hele kleine grote jongen, en zo grof en onhebbelijk hij tegen bijna al zijn medemensen kon zijn, zo zacht en I volgzaam was hij tegenover zijn eigen vrouw. Ze kwam niet direct na de lie— I ve God, neen, in zijn hart kwam ze nog ver voor hem. Een bromvlieg zoemde onvermoeibaar tegen de ven- sterglazen, de grote, oude staande klok tikte, van het erf kwamen allerlei geluiden. Maar Hannis had daar geen oor voor, met ingehouden adem zat hij daar maar te wachten op de stem van zijn vrouw. Plotseling sloeg ze haar ogen weer 1 °P- „Je hebt gelijk" zei ze kalm en zeker. „Er is er geen een, die we hem kunnen sturen, geen een, die naar hem toe zou gaan en geen een, met wie hij gediend zou zijn behalve I Eike" „Eike? Eika Agena? neen!" Boer Haulsen had veel respect voor de schranderheid van zijn vrouw, en i bovendien was het zijn wens geweest door een geschikt vrouwspersoon uit zijn verlegenheid gered te worden, maar nu protesteerde hij toch. „Eike? Nee, die stuur ik hem niet! j Dat zou gemeen zijn van ons! Dat j kind en die oude man! En bovendien j is ze zo'n goede meid! Waar wil je er weer zo een halen? Dan stuur ik j hem nog liever Minna Maesch!" Zijn j vrouw liet zich niet van haar stuk j brengen. „Dat zal mij een zorg zijn", zei ze gelaten. „Ik had Eike al eerder weg willen sturen, deze gelegenheid komt me heel goed van pas. En wat de leeftijd betreft, daar ben ik niet bang voor. Bertien heeft immers met jou op dezelfde schoolbank gezeten. Hij is een goeie kerel. Dat kan de ene oude 1 man het jonge kind immers voor de andere oude man beschermen". Ze steunde haar dikke handjes op haar dijen, boog zich naar voren en i keek haar man vriendelijk, maar met een licht spottende lach om de mond- hoeken, aan. Hij wilde weer opvlie- gen. „Zo! Hoe bedoel je dat?" Maar zij maakte alleen maar een kalmerend gebaar met haar linkerhand. „Och, Hannis" zei ze gemoedelijk, „ik heb i toch ogen in mijn hoofd. Doe wat je wilt. maar Eike is me daar te goed voor!" Hij zweeg nu. Zijn hele hoofd be- gon langzaam vuurrood te worden. Hij sloeg zijn ogen neer en voelde zich weer helemaal als een heel kleine gro- te jongen voor haar. Zijn vrouw verlustige zich helemaal niet in zijn pijnlijke positie, maar hielp hem er snel weer uit. „Daar gaat ze nét, we vragen haar gelijk!" riep ze levendig, sprong op en liep naar het raam. Haar stappen waren niet te ho- ren of te zien, alleen haar rokken veegden wippend over de grond, zo- dat het leek alsof de zware vrouw als een dikke geest door het vertrek zweef- de. Moy Haulsen trok het raam open en boog zich naar buiten. „Eike!" riep ze. „Eike Agena, kom eens binnen" „Ja" klonk het en toen was er het geluid van iemand die kannen neer- E zette en een juk met rinkelende ket- E tingen tegen de muur van het huis plaatste. Vlak daarop betrad een lang e slank meisje de kamer. Met linkse E gebaren veegde ze haar handen af E aan haar blauwe schort en streek toen E de witblonde lokken die voor haar ge- zicht hingen, achter haar oren. Daar- E bij keek ze vragend op naar haar E meesteres. Maar Moy voelde op dat ogenblik de zeldzame lust, een kleine wreed- E heid te begaan tegenover haar man. E „Haulsen, zeg jij het maar" zei ze beslist. Hij wist dat ze, als ze hem met zijn achternaam aansprak geen E tegenspraak duldde. E Hij gehoorzaamde brommend en zijn keel schrapend en zei toen mopperig zonder Eike aan te kijken: „Op de E eerste mei moet je gaan. De vrouw E wil het zo Maar we waren tevreden |j over je en geven je een kleine linnen- uitzet. We hebben ook al een nieuwe E plaats voor je. Bertien Flor de vuur- E torenwachter aan de witte Knee, wil E met je trouwen. Is dat goed?" Eike Agena voelde zo'n warme golf E van vreugde door zich heen gaan en ze zei zo adembenemend snel haar „ja", dat ze geen van drieën E meer iets te zeggen wisten en elkaar E alleen maar verwonderd aankeken. Maar omdat het melktijd was en Eike een koe hoorde loeien vroeg ze, E of ze weer kon gaan. Toen knikte E Moy, nog helemaal verbluft, en keek haar na als een spookverschijning. Maar Hannis Haulsen stond op, E woelde met beide handen in zijn E haar en krabde zich, alsof zijn ge- dachten bovenop zijn hoofd kreu- welden en krabbelden, in plaats van E erin. E (Wordt vervolgd) E Een vrouw leidt kikvorsmannenbedriif „IK WEET NIET, of ik straks de eerste Nederlandse kikvorsvrouw zal zijn, maar stellig ben ik wel de eerste vrouw, die de algemene leiding heeft van een kikvors mannen-bergingsbedrijf, waaraan tevens een opleidingsschool verbonden is", aldus mevrouw W. A. M. Zoet-Penninx. We troffen haar temidden van zuurstofflessen en andere duikers- benodigdheden achter een raam van een pand aan de Marnixstraat te Amsterdam, waarop geheel in stijl met haar eest het woord „Neptunus" prijkte. „Mijn man zit in het zakenleven en ik ben geen huisvrouw.Ik heb altijd naar een passend object uitgekeken, waarop ik mijn organi satorische talenten zou kunnen uitleven. Via mijn man kwam ik in relatie met enkele jonge en zeer begaafde kikvors mannen, die voor eigen rekening werkten. Ik ging mij voor dit merkwaardige bedrijf interesseren en van het een kwam het ander. De kikvorsmannen G. Takken (links) en Loek Koopman halen hun directrice uit het water, die zegt: „De eerste keer beviel me niet ergik was aan het eind van mijn krachter HET KAN INDERDAAD merkwaardig gaan in het leven. De 27-jarige sportleraar G. Takken, die een militair brevet als kik vorsman veroverde van huisuit is hij een getraind zwemmer, die lacht om „af standjes" van 15 km verdiepte zich let terlijk en figuurlijk meerdere jaren in een vak, dat zowel-4ichamelijk als geestelijk zijn bijzondere eisen stelt. Hij zocht ver dronken personen; dook naar verloren scheepsschroeven en andere zaken op ri vier- en zeebodems; hij maakte onder wa ter vast geraakte kabels los en verrichtte in opdracht van het Rijksinstituut voor Visserij-onderzoek waarnemingen in de Noordzee Voordat hij nu onze kikvorsvrouw-in-spe ontmoette, kwam de 20-jarige Loek Koop man op zijn pad, die het repareren aan scheepshellingen beu was en ook graag de geheimen der dingen onder de water spiegel wilde gaan doorgronden. Daar hij over goede longen en tegenwoordigheid van geest bleek te beschikken, bewoog hij zich al spoedig even behendig in een rub berhuid (met de zuurstof-waterstof-cilin ders op de rug) onder water als zijn leer meester. Na de aanwerving van een bo- ven-water-assistent schenen dus alle voor waarden aanwezig voor het vestigen van een eigen duik- en bergingsbedrijf. MAAR ONDANKS ALLE apparatuur, een auto, vakbekwaamheid en enthousias me bleef er een „maar" bestaan Want de heren waren het liefst in het water zelfs al moesten ze zich in de winter door een bijt onder het ijs laten zakken. („Ge vaar is daar niet bij," aldus de heer Tak ken, „want je ziet immers die lichte plek boven je hoofd, waar je weer uit moet. Maar je moet geen vals gebit hebben, want dit klappert uit je mondOp deze wijze ontbrak echter de hand, die aan de wal de organisatorische touwtjes ge bundeld hield en deze taak zou door een samenloop van omstandigheden aan een vrouw toevallen, die inmiddels bewe zen heeft (met de stile steun van haar man weliswaar) hiervoor de aangewezen figuur te zijn. In eerste instantie bedroog echter de schijn: „Nadat ik de kap met het venster erin op mijn hooofd had en op mijn rubber vinnen te water ging, werd me al spoedig duidelijk, dat ik meer zou moeten trainen om de vereiste con ditie te halen. Bovendien ben ik vreselijk bang voor dé ratten. hét is' een grieze lig gezicht, die beesten zo gezellig om je heen te zien zwemmen. Maar daar ben ik thans geheel overheen. De jongens hiel den me gelukkig goed in het oog, maar toen ik uit het water kwam, was ik aan het einde van mijn krachten. Inmiddels ben ik al enigszins gevorderd. DE HEER TAKKEN: „Training en con ditie zijn bij dit werk zeer belangrijk. En daarbij een sober levenik rook en drink niet. Dat moet men ervoor over hebben. We hebben nu reeds op onzeg school een aantal leerlingen streng ge selecteerde mensen overigens, want dit vak vraagt veel die de goede kant uit gaan. We gaan binnenkort ook met film vertoningen beginnen, waarvoor opnamen in een zwembad gemaakt zijn. Natuurlijk kunnen we bij deze opleiding geen enkel risico nemen. Avontuurlijke jongelui, die hun zenuwen niet in bedwang hebben, kun nen beter geen kikvorsman worden. Stel, dat je in een scheepswrak bent en er klapt ineens een deur achter je dicht, terwijl de lijn afknapt zoals mij eens gebeurd is dan is iedere vorm van paniek geheel verkeerd. Je moet je rustig tastend gaan oriënteren om de terugwet te vinden INMIDDELS moeten we deze opleiding even nader verduidelijken. Het bedrijf van kikvorsman, dat in de afgelopen oor log in Italië ontwikkeld werd om kleef- mijnen aan schepen te bevestigen, speelt immers niet slechts een rol bij de- ma rine, doch ook bij scheeps- en bagger bedrijven (hier werken de „menselijke vissen'j aan gespecialiseerde taken), ter wijl ook de brandweer in enkele grote steden de vorming in verband met te water rakende auto's ter hand genomen heeft. Daarnaast bestaan er verschillen de sportorganisaties, die de „kikvorserij" zuiver als hobby beoefenen, maar een opleiding voor het beroeps-manusje-van- alles voor „burgerlijk gebruik" bestond totnogtoe niet. Het spreekt vanzelf, dat bij deze vor ming de praktijk de beste leermeester is („we nemen de kandidaten vaak mee naar het werk"), terwijl daarnaast de wetten van waterstromingen en atmosfe rische drukverdeling goed geleerd moe ten worden. „EEN GROTE moeilijkheid is vaak het ontbreken van ieder richtingsgevoel. een goede kikvorsman moet in de bin nenwateren zonder lijn in verslagen don ker kunnen werken. Natuurlijk heeft hij op zee en in sterk stromende rivieren zoals de IJsel en de Rijn wel een lijn nodig.deze moet in het laat ste geval zelfs met gewichten verzwaard zijn, want anders drijf je weg. De atletisch gebouwde „voorman" Tak ken, die de belangrijkste docent is wanneer hij niet onder water is om 'ïets' te bergen, vindt hij het prettig om over het métier te theoretiseren zj- onderwijst ook in de kunsten, die men „ambachten onder water" zou kunnen noemen. Naast het pleisteren aan dijken en het monteren van schroeven, hoort hierbij ook. het vak „snijden en branden", waarvoor speciale apparaturen gebruikt worden. „IN DE TOEKOMST," aldus mevr. Zoet- Penninx, „hopen we aan onze school meer krachten te verbinden. Dat zal trouwens wel moeten, want er is veel bergingswerk. En dit moet toch de hoofdzaak blijven, hoewel.er is nog een derde kant aan dit bedrijf. We zijn ook begonnen met het verkopen van kikvors-artikelen. en dan denken we nog over de verhuur aan hob by-verenigingen. nee, er is werk zat. „Och ja, zonder koopmanschap kun je geen eigen bedrijf hebben", aldus de heer Takken, „maar ik heb daar geen kaas van gegeten. Ik ben altijd in gedachten onder water. Laatst droomde ik dat ik weer het gebeurde verleden jaar aan een lijn achter een trawler hing om in de strook tussen IJmuiden en Den Helder in het belang van het visserij-onderzoek in de diepte de gedragingen van het ne* en de vissen te bestuderen. Er was veel te zien. ik had een zicht van ongeveer 10 a 12 mter het was fascinerend om wijting, schol en tong hun vrije bestaan ineens te zien eindigen.mair daarnaast lette ik natuurlijk ook op de spanning van de mazen en veel andere zaken Steeds bleef ik een half uur tot drie kwartier beneden. Het was een zeldzame sensatie, maar het avontuur kostte me toch buiten mijn schuld bijna mijn leven. Op een gegeven moment voer de trawler namelijk te snel en trok mij te schielijk omhoog, waardoor in bijrfa het bewustzijn verloor en het bloed uit neus en oren drong. Je mag in verband met de druk namelijk slechts langzaam stijgen hier bestaan speciale tabellen voor omdat steeds rusttijden nodig zijn om de stikstofbelletjes uit het bloed te laten gaan. Op de duur wordt dit alles zuiver een gevoelskwestie.maar enfin.het is al les gelukkig goed afgelopen. HET WERKEN aan havendijken („ik werd uitgezonden door een firma") was in afwijking tot dit avontuur een eentonig karwei, maar het klusje in Volendam" bleek daarentegen weer een waar genoe gen. Hier hadden namelijk enkele vissers op zee hun netten verloren en deze bleken zich om een scheepswrak vastgezet te hebben, welk probleem het uiterste aan vakmanschap en behendigheid vergde. Aan het slot van ons gesprek zei de leidster van het bedrijf: „Ik ken slechts één angst.ik vrees namelijk, dat mijn eigen mensen mij nooit als kikvorsvrouw laten afstuderen.En dat zou wel eens kunnen, want wie zou in dat geval weer als zij dus diep en lang onder water gaat de zaak „boven water" moeten houden. De verzorger van een grammofoonpla- tenprogramma, de 26-jarige Larry Jus tice, heeft zich in de regelkamer van een radiostation in Washington opgesloten en twee uur lang dezelfde grammofoonplaat gedraaid. Tevoren had hij aangekondigd hiermee te zullen doorgaan tot hij einde lijk een al eens toegezegde salarisverho ging zou krijgen. De plaat was een satire op een persconferentie van president Kennedy. Nadat luisteraars hadden opge beld en de politie polshoogte was komen nemen, ging de directie door de knieën en kreeg Larry Justice zijn opslag. Advertentie Schoterweg 35 - Tel. 5.58.99 - Haarlem LONDEN (AP) Kapitein „Potato" (aardappel) Jones, de blokkadebreker van de Spaanse burgeroorlog, is dood. Hij is 92 jaar oud geworden. Kapitein Jones ging naar zee toen hij twaalf jaar was. Zijn eerste schip was een zeilschip, waarmede hij rond Kaap Hoorn zeilde. Driemaal nam hij afscheid van de zee, maar tweemaal keerde hij in tijd van oorlog terug. Zijn bijnaam „Potato" kreeg hij 25 jaar geleden toen hij een blokkade van Franco's zeestrijdkrachten brak om duizend ton aardappelen af te leveren aan de republi keinse strijdkrachten. Jones zei bij die ge legenheid: „Spaanse vloot? Sinds de Ar mada nooit meer iets van gehoord". Hij bleef in de Spaanse burgeroorlog blokka des breken. Toen hij 67 jaar oud was ging hij nogmaals naar zee: hij stak Het En gelse Kanaal over om Britse troepen uit Duinkerken terug te halen. Kapitein David John Jones is te Swansea overleden. Het Griekse werkwoord emplasso betekent: iets ergens op smeren. Wat er op gesmeerd wordt, dus de zalf, heet emplastron. Daarvan is ons woord plaster of pleister afgeleid. Een trek pleister was een pleister waarmede men de etter uit een wond trok. Marnix ge bruikt het woord in zijn Biëncorf en zegt dat de mis een trekpleister is die de zielen uit het vagevuur en (voegt hij er kwaadaardig aan toe) het geld uit de buidel trekt. Thans wordt het woord trekpleister vrijwel uitsluitend in figuurlijke zin ge bruikt voor een persoon Of zaak die een bijzondere aantrekkingskracht uit oefent op zijn omgeving of die iemand geheel en al in beslag neemt. (Van onze correspondent) BONN In München, de stad van de op zienbarende processen, is dezer dagen de bekende hoorspelauteur Wolfgang GrStz tot drieëneenhalf jaar tuchthuis veroor deeld wegens herhaalde diefstallen en be driegerijen. Vroeger werd GrStz al tot ze ventien maal toe voor allerlei delicten ver oordeeld. De 36-jarige auteur werd in Berlijn ge boren als zoon van een fanatieke nazi en een even fanatieke communiste. Al op vier jarige leeftijd werd hij door familieleden uit huis gehaald, omdat de politieke ruzies tussen het ouderpaar voor het kind niet meer uit te houden waren. Tijdens de oorlog werd Gratz voor de eerste maal veroordeeld wegens wapenbe zit, luisteren naar vijandelijke zenders, diefstal van een pistool enzovoort. Na een kort intermezzo als soldaat werd hij na de oorlog herhaaldelijk veroordeeld we gens de typische naoorlogse vergrijpen van West-Duitslands losgeslagen jeugd: zwar- tehandel, landloperij, kleine diefstallen. Tenslotte kreeg hij drie jaar tuchthuis straf. In het tuchthuis begon Gratz te schrijven voornamelijk hoorspelen, die door de zen ders van Frankfurt, München en Hamburg werden uitgezonden. „De nacht alleen", „Fantasie om middernacht", „De grote broer", zo luiden de titels van zijn be roemdste en alom geloofde luisterspelen. Ruim een jaar geleden werd Gratz ver vroegd vrijgelaten. Tegen zijn wil overi gens, want zelf wilde hij liever eerst gron dig psychiatrisch behandeld worden, voor dat hij weer op de maatschappij werd los gelaten. Dat was echter niet mogelijk en Gratz stond plotseling alleen buiten de ge vangenispoort. Ditmaal evenwel met veel geld, verdiend met zijn litteraire produkten. Een paar maanden maar genoot hij van die vrijheid. In oktober van het vorige jaar beroofde Gratz uit woede een zekere pro fessor Hederer, met wie hij ruzie had be- kregen. Daarna reed hij samen met een vriend in een gestolen auto weg en ont deed de etalage van een drankzaak van een groot aantal flessen. Kort daarna werd hij weer gearresteerd. Ondanks de pleidooien van Gratz* advo caat, die vroeg om een psychiatrische be handeling van zijn cliënt, wilde de recht bank alleen maar op de gepleegde feiten letten. De drieëneenhalf jaar tuchthuis voor de betrekkelijk geringe diefstallen van GrStz motiveerde de rechter met het feit, dat Gratz als een in herhaling vallende misdadiger een gevaar voor de samenle ving zou zijn. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp 1. In het Vulpense bos werd een bezinningsweek gehouden door de Opbouwende Jongeren. De jeugd leider zat met de jongeren in de avondschemering. Er was een echte Goede Sfeer. Hij besloot eens heel oprecht, hartelijk en intiem met de jongeren te spre ken. „Kijk 's hier jongens", zei hij. „We moeten anders leven. De moderne cultuur is vastgelopen. Wat heeft de welvaart voor werkelijk geluk ge bracht? Onze hele westerse beschaving, jongelui, heeft dié ons geluk gebracht?" De jongeren riepen haastig: „Nee". Want ze begrepen best dat ze dat behoordey te roepen. „En hoe komt dat?" ging de jeugdleider voort. „Het zit 'm in ons zelf. Wij moe ten in onszelf zoeken. Uit onszelf moet het komen. Niet van de buitenkant". Nu wilde het lot dat er juist wel het een en ander van de Buitenkant aan kwam. Het waren de leden van de Impulsieve Be weging, zwarte angstaanjagende gedaanten in het struikgewas die kwamen aansluipen Met hun antieke wapens in de hand drongen ze op en plotseling schalde het woud van vreselijke en gruwelijke kreten. 10. Onder het grommen van allerlei dreigende klanken was Graaf Isengrim met grote lichaamskracht en be hendigheid bezig, Panda het boek afhandig te maken tot plotseling zijn aandacht werd afgeleid door een rustig tikje op zijn schouder. Kwaad omkijkend ont waarde hij daar de heer, die wij al eerder als de in zittende van het werktentje hebben ontmoet; en deze sprak nu op beschaafde toon: „Beheers u toch, mijn waarde! Sla geen acht op die kwade influisteringen die u tot geweldpleging brengen, maar laat de blanke pit in uw onontbolsterd karakter zegevieren! Op geweld pleging staat trouwens straf, weet ge". Graaf Isengrim was helaas niet in de stemming om naar dergelijke redelijke vermaningen te luisteren; bovendien had hij zijn doel al bereikt, want hij had het begeerde boek in handen. Hij liet Panda dus verder aan zijn lot over, keerde zich tot de heer die hem had aangesproken en riep; Je maakt me kwaad met je gewauwel." Vervol gens gebruikte hij het boek op een wijze, die stellig niet de instemming van de bibliothecaresse gehad zou heb ben. Het duurde een paar tellen tot Panda zich weer hersteld had, en ook de heer die hem zij het te laat te hulp geschoten was zat even in de war. Toen was Isengrim al in de verte verdwenen. „De schurk!" riep Panda wanhopig. „Hij is er met mijn boek vandoor dat mooie boek..." „Maar baaske", sprak de heer ver baasd, „gij wilt toch niet zeggen dat uw meningsver schil met dat onbehouwen individu een letterkundige ondergrond had?" De heer was nu weer duidelijk her kenbaar geworden en Panda zag dat hij niemand min der was dan Joris Goedhloed.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7