Eike Ag
ena
door Grete Dölker - Rehder
(Vertaald uit het Deens)
Ik duik zelf ook maar ik ben
nogal bang voor ratten
Justice...
rHoe is het ontstaan?^
Hoorspelauteur Wolfgang Gratz
wegens diefstal veroordeeld
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER
WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1962
Ons vervolgverhaal
i
ff
Jaap Stigter
Martin Uittenbogaard
De Verlovingsringen
specialist
„Potato" Jones overleden
Dit woord:
TREKPLEISTER
Rechtbank weigert psychiatrische behandeling
1 Bertien Flor, de vuurtorenwachter
S aan de witte Knee, wilde \weer een
vrouw hebben, anders kon hij zijn
S dienst niet langer waarnemen. Zo had
hij gesproken, en als Bertien Flor iets
zei, dan meende hij het ook en dan
week hij er geen haarbreedte meer
van af. Daarom zat nu de burgemees-
ter, Hannis Haulsen met zijn brede
armen en zijn dikke nek over de tafel
i geleund en ergerde zich. Hij staarde
E afwezig uit doorzichtig heldere ogen
naar het tafelblad en probeerde na
te denken. Maar hij gaf het al gauw
s weer op en ergerde zich dan maar
liever.
Want er waren wel een paar we-
duwen en jonge meisjes in Lussum,
E maar wie van hen zou met die zwijg-
zame oude man willen leven in de
troosteloze eenzaamheid bij de witte
I Knee?
5 Lissum heette het dorp, waarvan
Hannis Haulsen burgemeester was.
Dit dorp Lissum lag op een eiland.
1= in de verre Noordzee, en alles wat
ik hier ga vertellen, moet zich op
dit eiland dat wel het Zouteiland ge
il noemd wordt, en in en om dit dorp
Lissum afgespeeld heben. Er waren
nog wel enkele plaatsjes en dorpen
op het Zouteiland, maar die lagen al-
E lemaal meer naar het zuiden en wa
ll ren niet zo klein en arm en afgelegen
als het dorp Lissum, dat door de Fen-
ner Heide van alle andere plaatsen
gescheiden was en eenzaam lag, daar
waar de uitgestrekte wandelduinen be
ll ginnen.
j§ Het dorp heette dus Lissum, en zijn
5 burgemeester was Hannis Haulsen.
E Hij zat aan zijn tafel en ergerde zich
toen zijn vrouw binnenkwam. Deze
heette Moy, en die zachte, moeder-
li lijke naam paste goed bij haar, want
alles aan haar was rond en vriende-
lijk. Haar wijde lange rokken stonden
als een klok om haar heen. Toen ze
nu dan met snelle, onzichtbare stap-
pen naar de tafel toeliep, had ze wel
iets van die sierlijke strandlopertjes,
die hun pootjes zo snel verzetten dat
het wel lijkt alsof ze over het zand
rollen. Precies zo kwam Moy Haul-
i sen door de grote kamer op haar man
toerollen.
E Ze zette zich breeduit tegenover
E hem en keek hem met een snelle,
onderzoekende blik aan.
„Nou Hannis, wat is er aan de hand?"
vroeg ze aanmoedigend.
Hij stak wrevelig zijn dikke lippen
naar voren als een koppig kind en
hief zijn waterige ogen op onder de
E borstelige wenkbrauwen.
E „Bertien Flor zegt dat hij weer een
i vrouw wil hebben, en dat hij anders
geen vuurtorenwachter meer kan zijn"
E gromde hij. En zo'n goede wachter
E kregen ze niet meer, twintig jaar lang
was alles prachtig in orde geweest,
E maar hem een vrouw sturen was nog
E moeilijker dap een nieuwe wachter
vinden, wat?
Hij keek haar hoopvol aan.
Moy steunde haar hoofd licht op
haar wijsvinger. De vinger zonk diep
1 weg in de zachte kussens van haar
wangen. Ze sloeg haar ogen neer en
zat minutenlang zwijgend aan de ta-
I fel, alsof ze sliep. Maar Hannis stoor-
de haar niet.
1 Voor zijn vrouw was hij een hele
kleine grote jongen, en zo grof en
onhebbelijk hij tegen bijna al zijn
medemensen kon zijn, zo zacht en
I volgzaam was hij tegenover zijn eigen
vrouw. Ze kwam niet direct na de lie—
I ve God, neen, in zijn hart kwam ze
nog ver voor hem. Een bromvlieg
zoemde onvermoeibaar tegen de ven-
sterglazen, de grote, oude staande klok
tikte, van het erf kwamen allerlei
geluiden. Maar Hannis had daar geen
oor voor, met ingehouden adem zat
hij daar maar te wachten op de stem
van zijn vrouw.
Plotseling sloeg ze haar ogen weer
1 °P-
„Je hebt gelijk" zei ze kalm en
zeker. „Er is er geen een, die we
hem kunnen sturen, geen een, die naar
hem toe zou gaan en geen een, met
wie hij gediend zou zijn behalve
I Eike"
„Eike? Eika Agena? neen!"
Boer Haulsen had veel respect voor
de schranderheid van zijn vrouw, en i
bovendien was het zijn wens geweest
door een geschikt vrouwspersoon uit
zijn verlegenheid gered te worden,
maar nu protesteerde hij toch.
„Eike? Nee, die stuur ik hem niet! j
Dat zou gemeen zijn van ons! Dat j
kind en die oude man! En bovendien j
is ze zo'n goede meid! Waar wil je
er weer zo een halen? Dan stuur ik j
hem nog liever Minna Maesch!" Zijn j
vrouw liet zich niet van haar stuk j
brengen.
„Dat zal mij een zorg zijn", zei ze
gelaten. „Ik had Eike al eerder weg
willen sturen, deze gelegenheid komt
me heel goed van pas. En wat de
leeftijd betreft, daar ben ik niet bang
voor. Bertien heeft immers met jou
op dezelfde schoolbank gezeten. Hij is
een goeie kerel. Dat kan de ene oude 1
man het jonge kind immers voor de
andere oude man beschermen".
Ze steunde haar dikke handjes op
haar dijen, boog zich naar voren en i
keek haar man vriendelijk, maar met
een licht spottende lach om de mond-
hoeken, aan. Hij wilde weer opvlie-
gen. „Zo! Hoe bedoel je dat?" Maar
zij maakte alleen maar een kalmerend
gebaar met haar linkerhand. „Och,
Hannis" zei ze gemoedelijk, „ik heb i
toch ogen in mijn hoofd. Doe wat je
wilt. maar Eike is me daar te goed
voor!"
Hij zweeg nu. Zijn hele hoofd be-
gon langzaam vuurrood te worden. Hij
sloeg zijn ogen neer en voelde zich
weer helemaal als een heel kleine gro-
te jongen voor haar.
Zijn vrouw verlustige zich helemaal
niet in zijn pijnlijke positie, maar hielp
hem er snel weer uit. „Daar gaat ze
nét, we vragen haar gelijk!" riep ze
levendig, sprong op en liep naar het
raam. Haar stappen waren niet te ho-
ren of te zien, alleen haar rokken
veegden wippend over de grond, zo-
dat het leek alsof de zware vrouw als
een dikke geest door het vertrek zweef-
de.
Moy Haulsen trok het raam open
en boog zich naar buiten.
„Eike!" riep ze. „Eike Agena, kom
eens binnen"
„Ja" klonk het en toen was er het
geluid van iemand die kannen neer- E
zette en een juk met rinkelende ket- E
tingen tegen de muur van het huis
plaatste. Vlak daarop betrad een lang e
slank meisje de kamer. Met linkse E
gebaren veegde ze haar handen af E
aan haar blauwe schort en streek toen E
de witblonde lokken die voor haar ge-
zicht hingen, achter haar oren. Daar- E
bij keek ze vragend op naar haar E
meesteres.
Maar Moy voelde op dat ogenblik
de zeldzame lust, een kleine wreed- E
heid te begaan tegenover haar man. E
„Haulsen, zeg jij het maar" zei ze
beslist. Hij wist dat ze, als ze hem
met zijn achternaam aansprak geen E
tegenspraak duldde. E
Hij gehoorzaamde brommend en zijn
keel schrapend en zei toen mopperig
zonder Eike aan te kijken: „Op de E
eerste mei moet je gaan. De vrouw E
wil het zo Maar we waren tevreden |j
over je en geven je een kleine linnen-
uitzet. We hebben ook al een nieuwe E
plaats voor je. Bertien Flor de vuur- E
torenwachter aan de witte Knee, wil E
met je trouwen. Is dat goed?"
Eike Agena voelde zo'n warme golf E
van vreugde door zich heen gaan
en ze zei zo adembenemend snel
haar „ja", dat ze geen van drieën E
meer iets te zeggen wisten en elkaar E
alleen maar verwonderd aankeken.
Maar omdat het melktijd was en
Eike een koe hoorde loeien vroeg ze, E
of ze weer kon gaan. Toen knikte E
Moy, nog helemaal verbluft, en keek
haar na als een spookverschijning.
Maar Hannis Haulsen stond op, E
woelde met beide handen in zijn E
haar en krabde zich, alsof zijn ge-
dachten bovenop zijn hoofd kreu-
welden en krabbelden, in plaats van E
erin. E
(Wordt vervolgd) E
Een vrouw leidt kikvorsmannenbedriif
„IK WEET NIET, of ik straks de eerste Nederlandse
kikvorsvrouw zal zijn, maar stellig ben ik wel de eerste
vrouw, die de algemene leiding heeft van een kikvors
mannen-bergingsbedrijf, waaraan tevens een opleidingsschool
verbonden is", aldus mevrouw W. A. M. Zoet-Penninx. We
troffen haar temidden van zuurstofflessen en andere duikers-
benodigdheden achter een raam van een pand aan de
Marnixstraat te Amsterdam, waarop geheel in stijl met haar
eest het woord „Neptunus" prijkte. „Mijn man zit
in het zakenleven en ik ben geen huisvrouw.Ik heb altijd
naar een passend object uitgekeken, waarop ik mijn organi
satorische talenten zou kunnen uitleven. Via mijn man kwam
ik in relatie met enkele jonge en zeer begaafde kikvors
mannen, die voor eigen rekening werkten. Ik ging mij voor
dit merkwaardige bedrijf interesseren en van het een kwam
het ander.
De kikvorsmannen G. Takken (links)
en Loek Koopman halen hun directrice
uit het water, die zegt: „De eerste keer
beviel me niet ergik was aan het
eind van mijn krachter
HET KAN INDERDAAD merkwaardig
gaan in het leven. De 27-jarige sportleraar
G. Takken, die een militair brevet als kik
vorsman veroverde van huisuit is hij
een getraind zwemmer, die lacht om „af
standjes" van 15 km verdiepte zich let
terlijk en figuurlijk meerdere jaren in een
vak, dat zowel-4ichamelijk als geestelijk
zijn bijzondere eisen stelt. Hij zocht ver
dronken personen; dook naar verloren
scheepsschroeven en andere zaken op ri
vier- en zeebodems; hij maakte onder wa
ter vast geraakte kabels los en verrichtte
in opdracht van het Rijksinstituut voor
Visserij-onderzoek waarnemingen in de
Noordzee
Voordat hij nu onze kikvorsvrouw-in-spe
ontmoette, kwam de 20-jarige Loek Koop
man op zijn pad, die het repareren aan
scheepshellingen beu was en ook graag
de geheimen der dingen onder de water
spiegel wilde gaan doorgronden. Daar hij
over goede longen en tegenwoordigheid
van geest bleek te beschikken, bewoog hij
zich al spoedig even behendig in een rub
berhuid (met de zuurstof-waterstof-cilin
ders op de rug) onder water als zijn leer
meester. Na de aanwerving van een bo-
ven-water-assistent schenen dus alle voor
waarden aanwezig voor het vestigen van
een eigen duik- en bergingsbedrijf.
MAAR ONDANKS ALLE apparatuur,
een auto, vakbekwaamheid en enthousias
me bleef er een „maar" bestaan Want
de heren waren het liefst in het water
zelfs al moesten ze zich in de winter door
een bijt onder het ijs laten zakken. („Ge
vaar is daar niet bij," aldus de heer Tak
ken, „want je ziet immers die lichte plek
boven je hoofd, waar je weer uit moet.
Maar je moet geen vals gebit hebben,
want dit klappert uit je mondOp
deze wijze ontbrak echter de hand, die aan
de wal de organisatorische touwtjes ge
bundeld hield en deze taak zou door
een samenloop van omstandigheden aan
een vrouw toevallen, die inmiddels bewe
zen heeft (met de stile steun van haar
man weliswaar) hiervoor de aangewezen
figuur te zijn. In eerste instantie bedroog
echter de schijn: „Nadat ik de kap met
het venster erin op mijn hooofd had en
op mijn rubber vinnen te water ging,
werd me al spoedig duidelijk, dat ik meer
zou moeten trainen om de vereiste con
ditie te halen. Bovendien ben ik vreselijk
bang voor dé ratten. hét is' een grieze
lig gezicht, die beesten zo gezellig om je
heen te zien zwemmen. Maar daar ben ik
thans geheel overheen. De jongens hiel
den me gelukkig goed in het oog, maar
toen ik uit het water kwam, was ik aan
het einde van mijn krachten. Inmiddels
ben ik al enigszins gevorderd.
DE HEER TAKKEN: „Training en con
ditie zijn bij dit werk zeer belangrijk. En
daarbij een sober levenik rook en
drink niet. Dat moet men ervoor over
hebben. We hebben nu reeds op onzeg
school een aantal leerlingen streng ge
selecteerde mensen overigens, want dit
vak vraagt veel die de goede kant uit
gaan. We gaan binnenkort ook met film
vertoningen beginnen, waarvoor opnamen
in een zwembad gemaakt zijn. Natuurlijk
kunnen we bij deze opleiding geen enkel
risico nemen. Avontuurlijke jongelui, die
hun zenuwen niet in bedwang hebben, kun
nen beter geen kikvorsman worden. Stel,
dat je in een scheepswrak bent en er klapt
ineens een deur achter je dicht, terwijl de
lijn afknapt zoals mij eens gebeurd is
dan is iedere vorm van paniek geheel
verkeerd. Je moet je rustig tastend gaan
oriënteren om de terugwet te vinden
INMIDDELS moeten we deze opleiding
even nader verduidelijken. Het bedrijf
van kikvorsman, dat in de afgelopen oor
log in Italië ontwikkeld werd om kleef-
mijnen aan schepen te bevestigen, speelt
immers niet slechts een rol bij de- ma
rine, doch ook bij scheeps- en bagger
bedrijven (hier werken de „menselijke
vissen'j aan gespecialiseerde taken), ter
wijl ook de brandweer in enkele grote
steden de vorming in verband met te
water rakende auto's ter hand genomen
heeft. Daarnaast bestaan er verschillen
de sportorganisaties, die de „kikvorserij"
zuiver als hobby beoefenen, maar een
opleiding voor het beroeps-manusje-van-
alles voor „burgerlijk gebruik" bestond
totnogtoe niet.
Het spreekt vanzelf, dat bij deze vor
ming de praktijk de beste leermeester
is („we nemen de kandidaten vaak mee
naar het werk"), terwijl daarnaast de
wetten van waterstromingen en atmosfe
rische drukverdeling goed geleerd moe
ten worden.
„EEN GROTE moeilijkheid is vaak het
ontbreken van ieder richtingsgevoel.
een goede kikvorsman moet in de bin
nenwateren zonder lijn in verslagen don
ker kunnen werken. Natuurlijk heeft hij
op zee en in sterk stromende rivieren
zoals de IJsel en de Rijn wel
een lijn nodig.deze moet in het laat
ste geval zelfs met gewichten verzwaard
zijn, want anders drijf je weg.
De atletisch gebouwde „voorman" Tak
ken, die de belangrijkste docent is
wanneer hij niet onder water is om 'ïets'
te bergen, vindt hij het prettig om over
het métier te theoretiseren zj- onderwijst
ook in de kunsten, die men „ambachten
onder water" zou kunnen noemen. Naast
het pleisteren aan dijken en het monteren
van schroeven, hoort hierbij ook. het vak
„snijden en branden", waarvoor speciale
apparaturen gebruikt worden.
„IN DE TOEKOMST," aldus mevr. Zoet-
Penninx, „hopen we aan onze school meer
krachten te verbinden. Dat zal trouwens
wel moeten, want er is veel bergingswerk.
En dit moet toch de hoofdzaak blijven,
hoewel.er is nog een derde kant aan
dit bedrijf. We zijn ook begonnen met het
verkopen van kikvors-artikelen. en dan
denken we nog over de verhuur aan hob
by-verenigingen. nee, er is werk zat.
„Och ja, zonder koopmanschap kun je geen
eigen bedrijf hebben", aldus de heer
Takken, „maar ik heb daar geen kaas
van gegeten. Ik ben altijd in gedachten
onder water. Laatst droomde ik dat ik weer
het gebeurde verleden jaar aan een
lijn achter een trawler hing om in de
strook tussen IJmuiden en Den Helder in
het belang van het visserij-onderzoek in de
diepte de gedragingen van het ne* en de
vissen te bestuderen. Er was veel te zien.
ik had een zicht van ongeveer 10 a 12
mter het was fascinerend om wijting,
schol en tong hun vrije bestaan ineens te
zien eindigen.mair daarnaast lette
ik natuurlijk ook op de spanning van de
mazen en veel andere zaken
Steeds bleef ik een half uur tot drie
kwartier beneden. Het was een zeldzame
sensatie, maar het avontuur kostte me
toch buiten mijn schuld bijna mijn
leven. Op een gegeven moment voer de
trawler namelijk te snel en trok mij te
schielijk omhoog, waardoor in bijrfa het
bewustzijn verloor en het bloed uit neus
en oren drong. Je mag in verband met
de druk namelijk slechts langzaam stijgen
hier bestaan speciale tabellen voor
omdat steeds rusttijden nodig zijn om de
stikstofbelletjes uit het bloed te laten gaan.
Op de duur wordt dit alles zuiver een
gevoelskwestie.maar enfin.het is al
les gelukkig goed afgelopen.
HET WERKEN aan havendijken („ik
werd uitgezonden door een firma") was
in afwijking tot dit avontuur een eentonig
karwei, maar het klusje in Volendam"
bleek daarentegen weer een waar genoe
gen. Hier hadden namelijk enkele vissers
op zee hun netten verloren en deze bleken
zich om een scheepswrak vastgezet te
hebben, welk probleem het uiterste aan
vakmanschap en behendigheid vergde.
Aan het slot van ons gesprek zei de
leidster van het bedrijf: „Ik ken slechts
één angst.ik vrees namelijk, dat mijn
eigen mensen mij nooit als kikvorsvrouw
laten afstuderen.En dat zou wel eens
kunnen, want wie zou in dat geval
weer als zij dus diep en lang onder
water gaat de zaak „boven water"
moeten houden.
De verzorger van een grammofoonpla-
tenprogramma, de 26-jarige Larry Jus
tice, heeft zich in de regelkamer van een
radiostation in Washington opgesloten en
twee uur lang dezelfde grammofoonplaat
gedraaid. Tevoren had hij aangekondigd
hiermee te zullen doorgaan tot hij einde
lijk een al eens toegezegde salarisverho
ging zou krijgen. De plaat was een satire
op een persconferentie van president
Kennedy. Nadat luisteraars hadden opge
beld en de politie polshoogte was komen
nemen, ging de directie door de knieën
en kreeg Larry Justice zijn opslag.
Advertentie
Schoterweg 35 - Tel. 5.58.99 - Haarlem
LONDEN (AP) Kapitein „Potato"
(aardappel) Jones, de blokkadebreker van
de Spaanse burgeroorlog, is dood. Hij is
92 jaar oud geworden. Kapitein Jones ging
naar zee toen hij twaalf jaar was. Zijn
eerste schip was een zeilschip, waarmede
hij rond Kaap Hoorn zeilde. Driemaal nam
hij afscheid van de zee, maar tweemaal
keerde hij in tijd van oorlog terug.
Zijn bijnaam „Potato" kreeg hij 25 jaar
geleden toen hij een blokkade van Franco's
zeestrijdkrachten brak om duizend ton
aardappelen af te leveren aan de republi
keinse strijdkrachten. Jones zei bij die ge
legenheid: „Spaanse vloot? Sinds de Ar
mada nooit meer iets van gehoord". Hij
bleef in de Spaanse burgeroorlog blokka
des breken. Toen hij 67 jaar oud was ging
hij nogmaals naar zee: hij stak Het En
gelse Kanaal over om Britse troepen uit
Duinkerken terug te halen.
Kapitein David John Jones is te Swansea
overleden.
Het Griekse werkwoord emplasso
betekent: iets ergens op smeren. Wat er
op gesmeerd wordt, dus de zalf, heet
emplastron. Daarvan is ons woord
plaster of pleister afgeleid. Een trek
pleister was een pleister waarmede men
de etter uit een wond trok. Marnix ge
bruikt het woord in zijn Biëncorf en
zegt dat de mis een trekpleister is die
de zielen uit het vagevuur en (voegt hij
er kwaadaardig aan toe) het geld uit
de buidel trekt.
Thans wordt het woord trekpleister
vrijwel uitsluitend in figuurlijke zin ge
bruikt voor een persoon Of zaak die een
bijzondere aantrekkingskracht uit
oefent op zijn omgeving of die iemand
geheel en al in beslag neemt.
(Van onze correspondent)
BONN In München, de stad van de op
zienbarende processen, is dezer dagen de
bekende hoorspelauteur Wolfgang GrStz
tot drieëneenhalf jaar tuchthuis veroor
deeld wegens herhaalde diefstallen en be
driegerijen. Vroeger werd GrStz al tot ze
ventien maal toe voor allerlei delicten ver
oordeeld.
De 36-jarige auteur werd in Berlijn ge
boren als zoon van een fanatieke nazi en
een even fanatieke communiste. Al op vier
jarige leeftijd werd hij door familieleden
uit huis gehaald, omdat de politieke ruzies
tussen het ouderpaar voor het kind niet
meer uit te houden waren.
Tijdens de oorlog werd Gratz voor de
eerste maal veroordeeld wegens wapenbe
zit, luisteren naar vijandelijke zenders,
diefstal van een pistool enzovoort. Na een
kort intermezzo als soldaat werd hij na
de oorlog herhaaldelijk veroordeeld we
gens de typische naoorlogse vergrijpen van
West-Duitslands losgeslagen jeugd: zwar-
tehandel, landloperij, kleine diefstallen.
Tenslotte kreeg hij drie jaar tuchthuis
straf.
In het tuchthuis begon Gratz te schrijven
voornamelijk hoorspelen, die door de zen
ders van Frankfurt, München en Hamburg
werden uitgezonden. „De nacht alleen",
„Fantasie om middernacht", „De grote
broer", zo luiden de titels van zijn be
roemdste en alom geloofde luisterspelen.
Ruim een jaar geleden werd Gratz ver
vroegd vrijgelaten. Tegen zijn wil overi
gens, want zelf wilde hij liever eerst gron
dig psychiatrisch behandeld worden, voor
dat hij weer op de maatschappij werd los
gelaten. Dat was echter niet mogelijk en
Gratz stond plotseling alleen buiten de ge
vangenispoort. Ditmaal evenwel met veel
geld, verdiend met zijn litteraire produkten.
Een paar maanden maar genoot hij van
die vrijheid. In oktober van het vorige jaar
beroofde Gratz uit woede een zekere pro
fessor Hederer, met wie hij ruzie had be-
kregen. Daarna reed hij samen met een
vriend in een gestolen auto weg en ont
deed de etalage van een drankzaak van
een groot aantal flessen. Kort daarna
werd hij weer gearresteerd.
Ondanks de pleidooien van Gratz* advo
caat, die vroeg om een psychiatrische be
handeling van zijn cliënt, wilde de recht
bank alleen maar op de gepleegde feiten
letten. De drieëneenhalf jaar tuchthuis
voor de betrekkelijk geringe diefstallen
van GrStz motiveerde de rechter met het
feit, dat Gratz als een in herhaling vallende
misdadiger een gevaar voor de samenle
ving zou zijn.
Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp
1. In het Vulpense bos werd een bezinningsweek
gehouden door de Opbouwende Jongeren. De jeugd
leider zat met de jongeren in de avondschemering.
Er was een echte Goede Sfeer. Hij besloot eens heel
oprecht, hartelijk en intiem met de jongeren te spre
ken. „Kijk 's hier jongens", zei hij. „We moeten
anders leven. De moderne cultuur is vastgelopen.
Wat heeft de welvaart voor werkelijk geluk ge
bracht? Onze hele westerse beschaving, jongelui,
heeft dié ons geluk gebracht?" De jongeren riepen
haastig: „Nee". Want ze begrepen best dat ze dat
behoordey te roepen. „En hoe komt dat?" ging de
jeugdleider voort. „Het zit 'm in ons zelf. Wij moe
ten in onszelf zoeken. Uit onszelf moet het komen.
Niet van de buitenkant". Nu wilde het lot dat er
juist wel het een en ander van de Buitenkant aan
kwam. Het waren de leden van de Impulsieve Be
weging, zwarte angstaanjagende gedaanten in het
struikgewas die kwamen aansluipen Met hun antieke
wapens in de hand drongen ze op en plotseling
schalde het woud van vreselijke en gruwelijke
kreten.
10. Onder het grommen van allerlei dreigende klanken
was Graaf Isengrim met grote lichaamskracht en be
hendigheid bezig, Panda het boek afhandig te maken
tot plotseling zijn aandacht werd afgeleid door een
rustig tikje op zijn schouder. Kwaad omkijkend ont
waarde hij daar de heer, die wij al eerder als de in
zittende van het werktentje hebben ontmoet; en deze
sprak nu op beschaafde toon: „Beheers u toch, mijn
waarde! Sla geen acht op die kwade influisteringen die
u tot geweldpleging brengen, maar laat de blanke pit
in uw onontbolsterd karakter zegevieren! Op geweld
pleging staat trouwens straf, weet ge". Graaf Isengrim
was helaas niet in de stemming om naar dergelijke
redelijke vermaningen te luisteren; bovendien had hij
zijn doel al bereikt, want hij had het begeerde boek in
handen. Hij liet Panda dus verder aan zijn lot over,
keerde zich tot de heer die hem had aangesproken en
riep; Je maakt me kwaad met je gewauwel." Vervol
gens gebruikte hij het boek op een wijze, die stellig niet
de instemming van de bibliothecaresse gehad zou heb
ben. Het duurde een paar tellen tot Panda zich weer
hersteld had, en ook de heer die hem zij het te laat
te hulp geschoten was zat even in de war. Toen was
Isengrim al in de verte verdwenen. „De schurk!" riep
Panda wanhopig. „Hij is er met mijn boek vandoor dat
mooie boek..." „Maar baaske", sprak de heer ver
baasd, „gij wilt toch niet zeggen dat uw meningsver
schil met dat onbehouwen individu een letterkundige
ondergrond had?" De heer was nu weer duidelijk her
kenbaar geworden en Panda zag dat hij niemand min
der was dan Joris Goedhloed.