Elke Ag ena Rembrandt vergat zijn trouwdatum k Russische chirurg gaat hart van een mens transplanteren TANTE PATENT EN DE SOF PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER door Grete Dölker - Rehder (Vertaald uit het Deens) ^0 h-1IrwT j- O v Oé A"" XI 1 Sv J-ky j iMil /Vmerikaanse tieners leren Nederlands Ons vervolgverhaal Saskia van Uylenburgh 350jaar geleden geboren A DONDERDAG 9 AUGUSTUS 1962 9 land. 7 f t SI. Intern, studieconferentie over vrede in Rorschach Victoria Regia bloeit weer in Amsterdam Patiënt krijgt hart en long van overleden donor Hond met twee koppen Geen langer leven i 2) „Vrouwen zijn raadselen", zei hij. Maar zijn vrouw was al over haar eerste verbzaing heen en kwam nu tot de praktische kant van de zaak. „Dat met die linnenuitzet heb je goed gezegd, man", zei ze prijzend. „Kijk eens aan, wat een goeie ideeën je soms nog kunt hebben." „Ja, maar een kleine, heb ik ge zegd," bromde hij. „Ze moet me niet teveel uit huis wegslepen". „Daar zul jij niet arm van wor den", spotte Moy en ze lachte zo, dat haar lijf schudde onder haar blauwe schort. Toen gingen ze allebei aan hun werk, en al spoedig kon men de boer op zijn knechten horen schelden, dat het over het erf schalde. Maar de knechten waren dat wel gewend. Ze namen de man voor lief, net als het weer, deden, wat ze moesten doen en trokken zich van de rest niets aan. Intussen zat Eike in de scheme- merige stal de koe te melken. Ze voel de nog steeds dezelfde grote vreug de in zich, maar tegelijkertijd vroeg ze zich af, waarom ze eigenlijk blij x^as. Ze liet haar smal, bleek gezicht tegen de warme bruine koeiebuik aanleunen, deed haar werk onbe wust en peinsde wat voor zich heen. Dat een man met haar trouwen wilde! Dat een mens haar nodig had! Ze wist niet, dat hij alleen maar een vrouw, het deed er niet toe welke, nodig had en dat ze haar op hem afschoven, omdat er geen andere te vinden was. Maar zelfs als ze dat geweten had, dan zou haar vreugde nauwelijks minder ge weest zijn. Want ze voelde zich als een onkruid aan de kant van de weg, dat ieder ogenblik vertrapt, op gegeten of uitgetrokken kan worden. Maar nu scheen ze plotseling een bloem geworden, die iemand voor zichtig plukt en zorgzaam in zijn tuin plant. Het moet gezegd worden, dat Eike Agena een beetje vreemd was. De mensen van de Noordzeekust zijn meestal koen, openhartig en nuchter. Maar er zijn er altijd wel enkelen bij, die niet goed overweg kunnen met het leven en met de wereld, die altijd weer moeten ver bouwen en verbeteren aan de schep ping. En voor wie ook alles een won der is, en nog terwijl ze over de zeis in de modder struikelen, grijpen ze naar een stralend schijnsel boven hen. Eike Agena had deze drie eigen schappen, van een lange reeks voor vaderen afkomstig, in zich. En ze was nog zo jong, dat ze, nu ze voor een heel gewoon en misschien wel zeer onprettig huwelijk stond, dit scheen te ervaren als een stralend wonder van de hemel. Haar vader, Niklai Agena, was visser geweest. Een huisje aan het wad, enkele in het wild grazende schapen op het eiland en een goede boot waren zijn enig bezit. Arm was hij niet geweest, maar rijk helemaal niet. Hij behoorde tot de koenste, openhartigste en nuchterste mannen van Lissum. Zijn vrouw, Hallesöt was in alles zijn tegendeel. Ze was het teerste en fijnste meisje dat er te vinden was en werd, nadat Eike geboren was, een bovenaardse vrouw zoals de mensen van haar zeiden. Wanneer Niklai een wat meer aard se vrouw genomen had, dan zou Eike waarschijnlijk haar moeder niet zo vroeg verloren hebben, want Hallesöt Agena hoestte zich dood, toen Eike nauwelijks zes jaar oud was. Gehuld in wollen doeken, de voe ten op een stoof geplaatst, zo zat Fike's moeder bijna steeds naast de kachel te spinnen. De wolvezeltjes, die ze daarbij in ademde, (varen vergif voor haar zieke borst, maar dat wist Halle söt niet. Ze spon zo graag. Want daarbij kon ze zich aan haar mooie klare, geheimzinnige gedachten wij den. waarvan ze aan haar man bij na nooit iets, en aan haar kleine meisje heel veel vertelde. Als de schemering inviel en Eike moe van werk of spel, de kamer binnenkwam waar haar moeder ook eindelijk haar handen had laten zakken en waar alleen nog maar s haar bleke gezicht te zien was. met de ongewoon grote ogen, en de gloei- ende kolen, in de koperen stoof on- der haar voeten, als de slaperige. loerende ogen van een dier, dan begon Hallesöt maar haar zwakke, hese stem het kind te vertellen wat er allemaal in haar omging. En in het kind vloeide bloed genoeg van haar bloed, om alles, alles te gelo- j| ven. Wat de moeder al niet beleefde! Ze had de hertog gekend, naar wie nog altijd de Bocht genoemd was. 1 Ze had hem verwelkomd, toen hij E aan land kwam, en hem bloemen overhandigd. Toen had de hertog, getroffen door haar tere schoonheid haar op het voorhoofd gekust en s haar al direct tot vrouw begeerd Maar Hallesöt was al met Niklai verloofd en ze bleef hem trouw, hoe- wel anders een slot, een kroon en een mooi, groot landgoed haar eigen- dom geweest zouden zijn. Nu zat ze e in de vissershut en droomde van wat geweest had kunnen zijn. E Maar ze voer ook in gedachten wel met haar man mee, als hij op de 1 visvangst ging, en hoewel het maar vissen, kreeften en oesters waren, die hij in zijn boot meebracht, haar geest ging tot op de bodem van de 1 zee, en ze droomde van gezonken schepen met onmetelijke schatten en van het wonderlijke lot van verdron- ken mensen. Ze droomde ook van de onuitsprekelijke schoonheden en wonderlijke dingen van de diepte, zonder dat ze daar ooit iets van ge- hoord of gezien had. Vanuit haar hoekje bij de kachel schilderde en zong en beeldde haar geest alles, wat er maar tussen hemel en aarde kan zijn. E Ze kende de meerman Ekke Nek- e kepenn, ze kende de koningen Bröns en Finn en, hoewel ze haar kamer en haar huis nooit verliet, schreed ze over de heide, zag de aardgees- ten om de hunebedden soelen. stond op de duinen en sprak met de wind. Meeuwen daalden op haar schouders |j neer, zaten op haar handen en wa- ren tam als duiven. Dan ging ze over het strand loopen, breidde haar armen uit en verhief zich zelf als een meeuw in de lucht, vloog over 5 de branding heen en over de wijde Noordzee. Ze vloog en vloog, tot in Duits- Duitsland, dat was het vasteland, het land waarnaar ze hartstochte- lijk verlangde. Maar als ze daar was, dan wist ze het opeens niet verder. Ze had haar hele leven hier op het Zouteiland doorgebracht. Geen wonder was zo groot, of Hallesöt e Agena kon het zich wel voorstellen, maar Duitsland, dat was zoiets ze- kers, dat kon ze zich niet voorstellen. En daarom bleef dat haar grootste onvervulde verlangen, zoals alles wat 5 men zich niet kan voorstellen. Maar Eike kon het zich wel voor- stellen. Ze vertelde haar moeder van engelen, wilde dieren, reuzen en van alles, wat groot is. Dan lachte de moeder en zei: „Ach, jij kleine guitebol", en ze omarmde en liefkoos- de haar Maar dan begon ze te hoesten en Eike moest thee voor haar maken met veel kandij Maar als het hoesten over was en Eike naar bed ging zong de moeder, van- s uit haar donkere hoek. zachtjes zoe- te, tere liederen De moeder zong zelfs nog op haar sterfbed Met steeds zwakker wor- der.de stem. fluisterde ze liederen voor zich heen, maar Eike kende die liederen niet. Ze verstond de s woorden niet en had de wijs nooit gehoord. En toen ze er haar moeder naar vroeg, antwoordde ze niet Maar op een avond richtte Hallesöt zich moeizaam op en zei. met wijd E geopende ogen en pijnlijk glimla- chend' „ik hoor zulke mooie mu- s ziek!" Toen zonk ze weer in het kussen terug. E (Wordt vervolgdE Van Rembrandts huwelijk dat trouwens maar tot 1642 duurde, weten we weinig meer dan wat hij ons op doek oj papier naliet. Natuurlijk zijn er wel verhalen in omloop geweest, zoals dat, welk verhaalt, dat de buurvrouwen elkaar vertelden, dat die jonge vrouw van Rembrandt niet veel bijzonders kon zijn, want ze stond uren lang voor de ramen naar buiten te kijken. Inderdaad, zij die de moeite namen om er even langs te lopen, zagen ook werke lijk de jonge schildersvrouw voor 't raam staan. Totdat.een der buurvrouwen eens de neus tegen het venster drukte om haar iets te vragen en toen bemerkte, dat het wèliswaar Saskia was, maar geschil derd op doek en niet in levende lijve'.. Of het waar is gebeurd? Indien wèl, dan zal het zeker niet nagelaten hebben een grote reclame voor de schilder te maken. REMBRANDT MAAKTE drie leerjaren door in Leiden, waar hij geboren en op gegroeid was, en ging toen naar Amster dam. de rijke koopmansstad, welke bezig was zich tot de belangrijkste handelsstad van Europa te verheffen. Lang hield hij het er niet uit: een half jaar maar, waar na hij weer naar Leiden terugkeerde, waar hij thans op zichzelf aangewezen hard aan de arbeid ging. Zeven jaar heeft hij er gewerkt. Hij heeft er zich opgewerkt, er al naam gemaakt, maar om in de we reld der groten dezer aarde gewaardeerd te worden moest hij weer opbreken en opnieuw zijn tenten opslaan in Amsterdam. Hetgeen hij dan ook deed. Dat was in 1631 het jaar na de dood van zijn vader. Rembrandt was nog jong: pas vijfen twintig, maar hij zou de stad aan het IJ niet meer verlaten. Hij zou er werken tot 1669. Reeds twee jaar na zijn terug komst in Amsterdam ieerde hij het Frie zinnetje kennen, dat later zo'n grote in vloed op hem en zijn werk zou uitoefe nen. ERGENS VOND IK, dat Saskia van Uylenburgh op 2 augustus 1612 geboren w r-v werd. Zij was een Friezin en de jongste dochter van Leeuwardens burgemeester dr. R ombertus van T'ylenburgh, tevens raadsheer in het Hof van Friesland. Rem brandt zelf was molenaarszoon. Weliswaar van een niet onbemiddelde molenaar, maar toch in stand wel een sportje lager op de maatschappelijke ladder dier dagen. De zoon het levensverhaal is bekend genoeg was bestemd om te studeren, waartoe hij de Latijnse school moest vol gen. Erg gelukte dat niet, want hij was geen studiekop. Hij kon zich niet tot de studie neerzetten. Schilders waren in die jaren nodig en goede schilders waren zeer gezien. Er was geen fotografie en toch wilden zij, die het konden betalen, wel graag goed gelijkende afbeeldingen van zichzelf en de beminde familieleden. Er werd steeds meer verdiend en zo konden ook steeds meer schilders opdrachten krij gen. SASKIA'S MOEDER stierf toen zij 7 jaar oud was en haar vader overleed toen zij 12 was. Zij werd als wees verder op gevoed in het gezin van haar. zjuxter, die getrouwd wils "met Wijbrafid dre Geest, een kunstschilder. De Geest was een Friese schilder, ge boren in Leeuwarden. Hij was getrouwd met Hendrickje Uylenburgh, was 'n leer ling van Abraham Blomaert en had ook gewerkt in Parijs en Rome. De Geest kwam op gezette tijden in Amsterdam, waar ook een bekende pre dikant woonde. Ds Sylvius, die getrouwd was met een nicht van Saskia, terwijl haar neef Hendrik van Uyhnburgh zich als kunsthandelaar op de Breestraat nabij de St, Anthoniussluis had gevestigd en bij wie Rembrandt in 1632 dus een jaar na zijn komst in Amsterdam zijn intrek nam. Hier zal Rembrandt dus Saskia wel heb ben ontmoet, bij een van haar bezoeken aan Amsterdam en in 1633 verloofden zij zich om een jaar later in het huwelijk te treden- niet in Amsterdam doch in het Friese St. Anna Parochie. Daar staat in het kerkeboek te lezen- „Anno 1634 den 22 juny zijn in 't houwelijck bevestigd, Rembrandt Harmens van Rhijn tot Am sterdam, wonènde ende Saskia van Uylen burgh, nu tot Franeker oonachtigh VOLGENS DE levensbeschrijvers van Rembrandt moet hij zijn jonge vrouw ver eerd hebben. Als we haar portretten be zien is zij beslist niet mooi geweest, alle portretten vertonen onderling zeker geen opvallende gelijkenis. Maar al was zij dan niet een schoonheid, aantrekkelijk was zij zeker wèl. Het oudste portretje dat wij hierbij afdrukken werd 99 jaar gele den door C. Vosmaer te Berlijn, in het prenten- en tekeningenkabinet gevonden. Het was niet als een Rembrandt bekend, maar Vosmaer twijfelde geen ogenblik. Het was een schets met fijne stift gete kend op velijn. Hem trof terstond een gro te gelijkenis met een figuurtje op een ets, waarop hij 3 vrouwekopjes schetste, waarvan het middelste dezelfde buste is van Saskia met de vingers tegen het hoofd. De tekening heeft van onderen een bre de rand waarop in Rembrandts schrift staat geschreven: „Dit is naer mijn huys- frow geconterfey do sij 21 Jaer owd was den derden dag als wij getrouwt waeren den 8e Junyus 1633. DE LEEFTIJD van Saskia was er juist aangegeven, daar zij in 1612 geboren was. Maar de datum van het huwelijk klopt niet, want de akten wijzen aan, dat zij pas in 1634 huwde. Vosmaer wist hier voor geen oplossing en veronderstelde, dat Rembrandt dit tekeningetje later eens te rugvond en er toen die regels ter herinne ring onder heeft geschreven, doch zich daarbij in de datum vergiste. Dat hij in derdaad dat onderschrift er later onder gezet moet hebben zou kunnen blijken uit zijn opmerking: do sij 21 Jaer owd was" Dat schrijfh men -r volgens Vosmaer er niet onder op het ogenblik, dat zij 21 jaar is en de tekening worcjt gemaakt. Ergens anders heb ik echter 'gelézen, dat men „getroudt" moet vertalen met „ver loofd" Dat zou natuurlijk kunnen. Rem brandt heeft tal van portretten van Sas kia geschilderd en getekend. Hij tooide haar graag met bloemen of beeldde haar tussen of bij de kinderen van Flora af. TIJDENS ZIJN huwelijk kocht hij het „riante" huis in de Jodenbreestraat (thans nr. 4) Het staat er nóg en is bekend als „Rembrandthuis". Bredius vermeldt niet minder dan 16 geschilderde portretten van Saskia, waaronder meerdere van Saskia, afgebeeld als „Flora", maar er zijn er onder, waarvan het niet geheel zeker is, dat het wel degelijk Saskia moet voor stellen. Van een enkele wordt zelfs de echt heid betwijfeld. Tien Amerikaanse meisjes van 16 en 17 jaar zullen van 11 tot 21 augustus in het bungalowkamp „Sonnevanck" in Spier (Drente) een cursus in de Nederlandse taal volgen, die onder leiding staat van de heer J. J van der Maas, die aan de Uni ted States Information Service in Den Haag is verbonden. De meisjes zullen in het komende school jaar de lessen volgen aan middelbare scholen in Groningen, Oosterwolde, Assen, Apeldoorn, Gouda, Eindhoven, Voorburg, Maastricht en Bussum. Zij verblijven ge durende die tijd in een Nederlands gezin. Hun verblijf in ons land geschiedt in het kader van het .schoolprogramma" dat jaarlijks door de American Field Service wordt georganiseerd. Deze foto werd enkele jaren geleden gemaakt toen het geschilderde portret van „Trui" het laatste paard van „De Sleutel" nog op de binnenplaats hing. Van 26 tot 30 augustus zal het Interna tionale Vredes Bureau, gevestigd te Ge- nève (8, Rue Charles Bonnet) een vredes- studie conferentie worden gehouden te Rorschach (Wartensee) in Zwitserland over het onderwerp: „Vrede in de huidi ge wereldsituatie". Professor Dr. B. Landheer, directeur van de bibliotheek van het Vredespaleis en bijzonder hoogleraar aan de rijksuniver siteit te Groningen in de „Sociologie van de internationale betrekkingen, met ge richtheid op de vredesproblematiek", zal op 28 augustus een referaat houden over „Mogelijkheden en methode van een vre deswetenschap". Het Internationale Vredes Bureau, dat sinds 1952 gesloten was, is het uitvoerend orgaan van het in 1949 tot stand gekomen Internationale Liaison-Comité van Vre desorganisaties, (ILCOP) waarbij interna tionale vredesorganisaties en nationale vredesraden in verschillende Europese landen (ook in Nederland) zijn aangeslo ten. Vanavond en wellicht nog enige avon den kunnen Amsterdammers en niet-Am- sterdammers in de verlichte plantenkassen van de Hortus Botanicus in de hoofdstad een bloeiende Victoria Regia bezichtigen. Al bijna een eeuw lang wordt in de Hortus deze plant gekweekt. Ieder jaar opnieuw ontwikkelt zich uit een klein zaadje ter grootte van een groene erwt, dat omstreeks februari in een potje onder verwarmd wa ter wordt gestopt, de plant met de grote bladeren van omstreeks twee meter middel lijn. Deze bladeren zijn sterk genoeg om kinderen te kunnen dragen. Tegen half juli verschijnt dan gewoonlijk de eerste bloem, die twee avonden achtereen open gaat en zich weer sluit en die de derde dag verwelkt en onder water verdwijnt. De bloem ondergaat in deze twee dagen een kleurverandering, die varieert van wit tot rood. Dit jaar is de bloei van de Victoria Regia in Hortus Botanicus later dan de andere jaren, hetgeen wordt toegeschre ven aan het slechte weer, want zelfs in de verwarmde plantenkassen is het gemis aan zonnewarmte merkbaar. MOSKOU (AP) De Russische chirurg dr. Vladimir P. Demikov is van plan over ongeveer een maand de eerste poging in de geschiedenis te doen om een men senhart te transplanteren in een ander mens. Deze mededeling betekent dat 't hart wordt genomen van iemand die pas is ge storven en dat dit gekoppeld wordt aan het hart van een mens wien door een hartziekte de dood wacht en die op geen enkele andere manier te helpen is. Deze patiënt krijgt dus een „tandem-hart". Als donor zou een kind kunnen worden ge kozen of een volwassene van kleine ge stalte, omdat het toegevoegde hart wegens de beperkte ruimte in de borst betrekke lijk klein moet zijn. De chirurg heeft goede resultaten be haald in een experiment met een herders hond, Grisja geheten, lie 44 dagen na de operatie nog leeft en het klaarblijkelijk goed maakt. Frank Carey, een verslagge ver van Associated Press, zag Grisja op het terrein van het Skifosovsky instituut een hond met één hart nazitten. Carey beluis met 'n stetoscoop 't kloppen van de twee harten terwijl Grisja zijn hand likte en hij zag ook het dubbele elektro-cardiogram. Blijkbaar is zijn eigen, of zijn toegevoegd hart of beiden romantisch, omdat vrouwelijke laboranten vertelden dat hij, nog nauwelijks hersteld van de operatie, een neiging had om de teefjes na te jagen. Daarom noemden de laboranten hem Grisja, naar Grisja Raspoetin, de Rus die een begerig oog wierp op de vrouw van de Tsaar. De 46-jarige dr. Demichov is een vrien delijke man, gehuwd en vader van een vijftienjarige dochter. Een paar jaar gele den baarde hij opzien met zijn „hond met twee koppen". Hij had toen kop en hals van een jong hondje op een hals van een grotere hond geplant. Deze combinatie leefde 29 dagen De AP-verslaggever zag in het laborato rium honden met twee koppen en er wa ren ook een paar andere honden met twee harten. Een hunner, Mike geheten, was een week geleden geopereerd Hij liep nog in verband De derde was een dag tevoren geopereerd en nog onder invloed van de verdoving. De operatie-techniek zoals die ook toegepast zal worden bij de mens om vat eigenlijk de transplantatie van zowel een hele long als een hart. In de ontvangende patiënt worden eerst twee der drie linkerlonglobben verwijderd om ruimte te maken voor de inbrenging van een heel hart en een hele long van een kleinere donor. Het hart en de long van de donor worden dichter bij de hals geplaatst dan het eigen hart van het ont vangende dier en de overgebleven lob van zijn linkerlong. De verbinding tussen de bloedvaten wordt aldus gemaakt: een slagader welke normaal bloed van het hart van het ont vangende dier naar zijn linkervoorschou- der stuwt wordt verdeeld, en het beneden gedeelte wordt verbonden met de linker boezem van het hart van de donor. Dan wordt de linkerlongader van de ontvangen de hond dat is de ader die normaal zuurstofrijk bloed terugvoert naar het hart waarvandaan het bloed door het li chaam wordt gepompt verbonden met de rechterboezem van het hart van de do nor. De twee harten pompen dus gezamen lijk het bloed door het lichaam. In het geval van Grisja was er niets aan de hand met zijn hart. Hij diende als „proefdier". Bij een mens zal geprobeerd worden de last te verminderen van een ziek of uitgeput hart. Het hart van een dode zou een paar uur na het overlijden transplantabel blijven. De chirurg gaf te verstaan dat hij bij de operatie op een mens geen lange ver lenging van het leven verwacht, als er al een verlenging zal zijn te constateren. Eveneens staat het wel vast dat Grisja en de beide andere honden-met-twee-harten tenslotte zullen sterven als gevolg van de harttransplantatie, omdat de geleerden nog niet bij de transplantatie Van organen de allergische tegenstand overwonnen hebben van de ontvanger tegen het „vreemde" weefsel van de donor. De chirurg meent echter dat het experi ment met Grisja nu reeds bewijst dat ei voortgang wordt gemaakt en dat de toege paste chirurgische techniek uiteindelijk van praktisch nut zal blijken. Sommige Amerikaanse chirurgen zeg gen dat het werk van de Rus met de hon- den-met-twee-koppen alleen maar een chi rurgische truc is met, voorzover zij kun nen nagaan, geen onmiddellijke waarde voor het overwinnen van het voornaamste probleem de tegenstand van de ontvan ger. Zij geven wel toe dat de technische prestatie van belang kan zijn voor het geval het probleem van de weefselreactie opgelost kan worden. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp 82. De Opbouwende Jongeren werden ruw verstoord in hun b ezinningsavondje toen daar een groot aan tal woeste batavieren op hen losstormden. Ze wisten totaal niet wat hen overkwam en dat was zo jammer de goede Sfeer was meteen weg. Ze waren zo aan het opbouwen geweest dat ze zich he lemaal niet konden voorstéllen dat er ook nog af braak mogelijk was. Hoogstens doorbraak maar ze ker geen afbraak. Welnu, de afbraak raakte in volle gang. Het hele kampement werd gesloopt. De arme jeugdleider was zo geschrokken, dat hij voort durend uitriep: „Hebt u hiervoor vergunning?" Dat hadden ze niet, de barbaren, maar ze trokken zich niets van hem aan en gingen zelfs boven op zijn buik staan. „Hebt u daarvoor vergunning?" vroeg hij nogmaals. Het werd een echt impulsief avondje. 11. Panda wilde Isengrim achtervolgen of naar de politie gaan, of zo, om het mooie boek terug te krij gen, maar Joris Goedbloed sprak: „Na uw wilde stoei partij kunt ge beter eerst even wat rusten en u ver frissen, ventje! Veni, vidi, requiescat, gelijk de Ouden in dergelijke gevallen opmerkten. Vergezel mij dus naar mijn bescheiden woning„Je woning? Woon jij hier dan in de buurt tegenwoordig, Joris?" vroeg Panda verbaasd. „Inderdaad, makkertje ziehier!" verklaarde de aangesprokene, terwijl hij het werktentje gastvrij open de. „Het is eenvoudig, maar niet ongerieflijk. Ik had aanvankelijk overwogen, mijn intrek te nemen in de Koninklijke Suite van het Ritz Hotel, maar toen de kassiers aldaar mij onheus bejegenden, besloot ik hun de klandizie niet te gunnen. Bovendien is kamperen veel gezonder; men staat zoveel dichter bij de natuur, nietwaar? Persona sana in corpora grata, meen ik met de Klassieken te mogen zeggen„Maar... maar Joris, dat mag je toch zomaar niet doen?" vroeg Pan da verbaasd. Die vraag scheen Joris te verrassen. „Niet mogen?" antwoordde hij. „Maar ik verblijf hier al ge ruime tijd, en niemand heeft mij iets in de weg ge legd. Voorbijgangers en dienders schijnen te menen, dat ik hier aan de diverse leidingen werk, en dat heb ik inderdaad gedaan, zoals je ziet. Het komt mij voor, dat alles dus in orde is."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9