Elke Ag
ena
Rembrandt vergat zijn trouwdatum
k
Russische chirurg gaat hart
van een mens transplanteren
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER
door Grete Dölker - Rehder
(Vertaald uit het Deens)
^0 h-1IrwT j- O v
Oé A"" XI 1 Sv J-ky
j iMil
/Vmerikaanse tieners
leren Nederlands
Ons vervolgverhaal
Saskia van Uylenburgh 350jaar geleden geboren
A
DONDERDAG 9 AUGUSTUS 1962
9
land.
7
f
t
SI.
Intern, studieconferentie
over vrede in Rorschach
Victoria Regia bloeit
weer in Amsterdam
Patiënt krijgt hart en long van overleden donor
Hond met twee koppen
Geen langer leven
i 2)
„Vrouwen zijn raadselen", zei hij.
Maar zijn vrouw was al over haar
eerste verbzaing heen en kwam nu
tot de praktische kant van de zaak.
„Dat met die linnenuitzet heb je
goed gezegd, man", zei ze prijzend.
„Kijk eens aan, wat een goeie
ideeën je soms nog kunt hebben."
„Ja, maar een kleine, heb ik ge
zegd," bromde hij. „Ze moet me
niet teveel uit huis wegslepen".
„Daar zul jij niet arm van wor
den", spotte Moy en ze lachte zo,
dat haar lijf schudde onder haar
blauwe schort.
Toen gingen ze allebei aan hun
werk, en al spoedig kon men de boer
op zijn knechten horen schelden, dat
het over het erf schalde. Maar de
knechten waren dat wel gewend. Ze
namen de man voor lief, net als
het weer, deden, wat ze moesten doen
en trokken zich van de rest niets
aan. Intussen zat Eike in de scheme-
merige stal de koe te melken. Ze voel
de nog steeds dezelfde grote vreug
de in zich, maar tegelijkertijd vroeg
ze zich af, waarom ze eigenlijk blij
x^as. Ze liet haar smal, bleek gezicht
tegen de warme bruine koeiebuik
aanleunen, deed haar werk onbe
wust en peinsde wat voor zich heen.
Dat een man met haar trouwen
wilde! Dat een mens haar nodig
had! Ze wist niet, dat hij alleen
maar een vrouw, het deed er niet
toe welke, nodig had en dat ze haar
op hem afschoven, omdat er geen
andere te vinden was. Maar zelfs
als ze dat geweten had, dan zou
haar vreugde nauwelijks minder ge
weest zijn. Want ze voelde zich als
een onkruid aan de kant van de
weg, dat ieder ogenblik vertrapt, op
gegeten of uitgetrokken kan worden.
Maar nu scheen ze plotseling een
bloem geworden, die iemand voor
zichtig plukt en zorgzaam in zijn
tuin plant.
Het moet gezegd worden, dat Eike
Agena een beetje vreemd was.
De mensen van de Noordzeekust
zijn meestal koen, openhartig en
nuchter. Maar er zijn er altijd wel
enkelen bij, die niet goed overweg
kunnen met het leven en met de
wereld, die altijd weer moeten ver
bouwen en verbeteren aan de schep
ping. En voor wie ook alles een won
der is, en nog terwijl ze over de
zeis in de modder struikelen, grijpen
ze naar een stralend schijnsel boven
hen.
Eike Agena had deze drie eigen
schappen, van een lange reeks voor
vaderen afkomstig, in zich. En ze
was nog zo jong, dat ze, nu ze voor
een heel gewoon en misschien wel
zeer onprettig huwelijk stond, dit
scheen te ervaren als een stralend
wonder van de hemel.
Haar vader, Niklai Agena, was
visser geweest. Een huisje aan het
wad, enkele in het wild grazende
schapen op het eiland en een goede
boot waren zijn enig bezit. Arm was
hij niet geweest, maar rijk helemaal
niet. Hij behoorde tot de koenste,
openhartigste en nuchterste mannen
van Lissum. Zijn vrouw, Hallesöt
was in alles zijn tegendeel. Ze was
het teerste en fijnste meisje dat er
te vinden was en werd, nadat Eike
geboren was, een bovenaardse vrouw
zoals de mensen van haar zeiden.
Wanneer Niklai een wat meer aard
se vrouw genomen had, dan zou
Eike waarschijnlijk haar moeder niet
zo vroeg verloren hebben, want
Hallesöt Agena hoestte zich dood,
toen Eike nauwelijks zes jaar oud
was.
Gehuld in wollen doeken, de voe
ten op een stoof geplaatst, zo zat
Fike's moeder bijna steeds naast de
kachel te spinnen.
De wolvezeltjes, die ze daarbij in
ademde, (varen vergif voor haar
zieke borst, maar dat wist Halle
söt niet. Ze spon zo graag. Want
daarbij kon ze zich aan haar mooie
klare, geheimzinnige gedachten wij
den. waarvan ze aan haar man bij
na nooit iets, en aan haar kleine
meisje heel veel vertelde.
Als de schemering inviel en Eike
moe van werk of spel, de kamer
binnenkwam waar haar moeder
ook eindelijk haar handen had laten
zakken en waar alleen nog maar s
haar bleke gezicht te zien was. met
de ongewoon grote ogen, en de gloei-
ende kolen, in de koperen stoof on-
der haar voeten, als de slaperige.
loerende ogen van een dier, dan
begon Hallesöt maar haar zwakke,
hese stem het kind te vertellen wat
er allemaal in haar omging. En in
het kind vloeide bloed genoeg van
haar bloed, om alles, alles te gelo- j|
ven.
Wat de moeder al niet beleefde!
Ze had de hertog gekend, naar wie
nog altijd de Bocht genoemd was. 1
Ze had hem verwelkomd, toen hij E
aan land kwam, en hem bloemen
overhandigd. Toen had de hertog,
getroffen door haar tere schoonheid
haar op het voorhoofd gekust en s
haar al direct tot vrouw begeerd
Maar Hallesöt was al met Niklai
verloofd en ze bleef hem trouw, hoe-
wel anders een slot, een kroon en
een mooi, groot landgoed haar eigen-
dom geweest zouden zijn. Nu zat ze e
in de vissershut en droomde van
wat geweest had kunnen zijn. E
Maar ze voer ook in gedachten wel
met haar man mee, als hij op de 1
visvangst ging, en hoewel het maar
vissen, kreeften en oesters waren,
die hij in zijn boot meebracht, haar
geest ging tot op de bodem van de 1
zee, en ze droomde van gezonken
schepen met onmetelijke schatten en
van het wonderlijke lot van verdron-
ken mensen. Ze droomde ook van
de onuitsprekelijke schoonheden en
wonderlijke dingen van de diepte,
zonder dat ze daar ooit iets van ge-
hoord of gezien had. Vanuit haar
hoekje bij de kachel schilderde en
zong en beeldde haar geest alles, wat
er maar tussen hemel en aarde kan
zijn. E
Ze kende de meerman Ekke Nek- e
kepenn, ze kende de koningen Bröns
en Finn en, hoewel ze haar kamer
en haar huis nooit verliet, schreed
ze over de heide, zag de aardgees-
ten om de hunebedden soelen. stond
op de duinen en sprak met de wind.
Meeuwen daalden op haar schouders |j
neer, zaten op haar handen en wa-
ren tam als duiven. Dan ging ze
over het strand loopen, breidde haar
armen uit en verhief zich zelf als
een meeuw in de lucht, vloog over 5
de branding heen en over de wijde
Noordzee.
Ze vloog en vloog, tot in Duits-
Duitsland, dat was het vasteland,
het land waarnaar ze hartstochte-
lijk verlangde. Maar als ze daar
was, dan wist ze het opeens niet
verder. Ze had haar hele leven hier
op het Zouteiland doorgebracht. Geen
wonder was zo groot, of Hallesöt e
Agena kon het zich wel voorstellen,
maar Duitsland, dat was zoiets ze-
kers, dat kon ze zich niet voorstellen.
En daarom bleef dat haar grootste
onvervulde verlangen, zoals alles wat 5
men zich niet kan voorstellen.
Maar Eike kon het zich wel voor-
stellen. Ze vertelde haar moeder
van engelen, wilde dieren, reuzen en
van alles, wat groot is. Dan lachte
de moeder en zei: „Ach, jij kleine
guitebol", en ze omarmde en liefkoos-
de haar Maar dan begon ze te
hoesten en Eike moest thee voor
haar maken met veel kandij Maar
als het hoesten over was en Eike
naar bed ging zong de moeder, van- s
uit haar donkere hoek. zachtjes zoe-
te, tere liederen
De moeder zong zelfs nog op haar
sterfbed Met steeds zwakker wor-
der.de stem. fluisterde ze liederen
voor zich heen, maar Eike kende
die liederen niet. Ze verstond de s
woorden niet en had de wijs nooit
gehoord. En toen ze er haar moeder
naar vroeg, antwoordde ze niet
Maar op een avond richtte Hallesöt
zich moeizaam op en zei. met wijd E
geopende ogen en pijnlijk glimla-
chend' „ik hoor zulke mooie mu- s
ziek!" Toen zonk ze weer in het
kussen terug. E
(Wordt vervolgdE
Van Rembrandts huwelijk dat trouwens
maar tot 1642 duurde, weten we weinig
meer dan wat hij ons op doek oj papier
naliet. Natuurlijk zijn er wel verhalen in
omloop geweest, zoals dat, welk verhaalt,
dat de buurvrouwen elkaar vertelden, dat
die jonge vrouw van Rembrandt niet veel
bijzonders kon zijn, want ze stond uren
lang voor de ramen naar buiten te kijken.
Inderdaad, zij die de moeite namen om
er even langs te lopen, zagen ook werke
lijk de jonge schildersvrouw voor 't raam
staan. Totdat.een der buurvrouwen
eens de neus tegen het venster drukte om
haar iets te vragen en toen bemerkte, dat
het wèliswaar Saskia was, maar geschil
derd op doek en niet in levende lijve'..
Of het waar is gebeurd? Indien wèl, dan
zal het zeker niet nagelaten hebben een
grote reclame voor de schilder te maken.
REMBRANDT MAAKTE drie leerjaren
door in Leiden, waar hij geboren en op
gegroeid was, en ging toen naar Amster
dam. de rijke koopmansstad, welke bezig
was zich tot de belangrijkste handelsstad
van Europa te verheffen. Lang hield hij
het er niet uit: een half jaar maar, waar
na hij weer naar Leiden terugkeerde, waar
hij thans op zichzelf aangewezen hard
aan de arbeid ging. Zeven jaar heeft hij
er gewerkt. Hij heeft er zich opgewerkt,
er al naam gemaakt, maar om in de we
reld der groten dezer aarde gewaardeerd
te worden moest hij weer opbreken en
opnieuw zijn tenten opslaan in Amsterdam.
Hetgeen hij dan ook deed. Dat was in
1631 het jaar na de dood van zijn vader.
Rembrandt was nog jong: pas vijfen
twintig, maar hij zou de stad aan het IJ
niet meer verlaten. Hij zou er werken
tot 1669. Reeds twee jaar na zijn terug
komst in Amsterdam ieerde hij het Frie
zinnetje kennen, dat later zo'n grote in
vloed op hem en zijn werk zou uitoefe
nen.
ERGENS VOND IK, dat Saskia van
Uylenburgh op 2 augustus 1612 geboren
w r-v
werd. Zij was een Friezin en de jongste
dochter van Leeuwardens burgemeester
dr. R ombertus van T'ylenburgh, tevens
raadsheer in het Hof van Friesland. Rem
brandt zelf was molenaarszoon. Weliswaar
van een niet onbemiddelde molenaar,
maar toch in stand wel een sportje lager
op de maatschappelijke ladder dier dagen.
De zoon het levensverhaal is bekend
genoeg was bestemd om te studeren,
waartoe hij de Latijnse school moest vol
gen. Erg gelukte dat niet, want hij was
geen studiekop. Hij kon zich niet tot de
studie neerzetten. Schilders waren in die
jaren nodig en goede schilders waren zeer
gezien. Er was geen fotografie en toch
wilden zij, die het konden betalen, wel
graag goed gelijkende afbeeldingen van
zichzelf en de beminde familieleden. Er
werd steeds meer verdiend en zo konden
ook steeds meer schilders opdrachten krij
gen.
SASKIA'S MOEDER stierf toen zij 7
jaar oud was en haar vader overleed toen
zij 12 was. Zij werd als wees verder op
gevoed in het gezin van haar. zjuxter, die
getrouwd wils "met Wijbrafid dre Geest, een
kunstschilder.
De Geest was een Friese schilder, ge
boren in Leeuwarden. Hij was getrouwd
met Hendrickje Uylenburgh, was 'n leer
ling van Abraham Blomaert en had ook
gewerkt in Parijs en Rome.
De Geest kwam op gezette tijden in
Amsterdam, waar ook een bekende pre
dikant woonde. Ds Sylvius, die getrouwd
was met een nicht van Saskia, terwijl
haar neef Hendrik van Uyhnburgh zich als
kunsthandelaar op de Breestraat nabij de
St, Anthoniussluis had gevestigd en bij
wie Rembrandt in 1632 dus een jaar
na zijn komst in Amsterdam zijn intrek
nam.
Hier zal Rembrandt dus Saskia wel heb
ben ontmoet, bij een van haar bezoeken
aan Amsterdam en in 1633 verloofden zij
zich om een jaar later in het huwelijk te
treden- niet in Amsterdam doch in het
Friese St. Anna Parochie. Daar staat in
het kerkeboek te lezen- „Anno 1634 den
22 juny zijn in 't houwelijck bevestigd,
Rembrandt Harmens van Rhijn tot Am
sterdam, wonènde ende Saskia van Uylen
burgh, nu tot Franeker oonachtigh
VOLGENS DE levensbeschrijvers van
Rembrandt moet hij zijn jonge vrouw ver
eerd hebben. Als we haar portretten be
zien is zij beslist niet mooi geweest, alle
portretten vertonen onderling zeker geen
opvallende gelijkenis. Maar al was zij dan
niet een schoonheid, aantrekkelijk was zij
zeker wèl. Het oudste portretje dat wij
hierbij afdrukken werd 99 jaar gele
den door C. Vosmaer te Berlijn, in het
prenten- en tekeningenkabinet gevonden.
Het was niet als een Rembrandt bekend,
maar Vosmaer twijfelde geen ogenblik.
Het was een schets met fijne stift gete
kend op velijn. Hem trof terstond een gro
te gelijkenis met een figuurtje op een ets,
waarop hij 3 vrouwekopjes schetste,
waarvan het middelste dezelfde buste is
van Saskia met de vingers tegen het hoofd.
De tekening heeft van onderen een bre
de rand waarop in Rembrandts schrift
staat geschreven: „Dit is naer mijn huys-
frow geconterfey do sij 21 Jaer owd was
den derden dag als wij getrouwt waeren
den 8e Junyus 1633.
DE LEEFTIJD van Saskia was er juist
aangegeven, daar zij in 1612 geboren was.
Maar de datum van het huwelijk klopt
niet, want de akten wijzen aan, dat zij
pas in 1634 huwde. Vosmaer wist hier
voor geen oplossing en veronderstelde, dat
Rembrandt dit tekeningetje later eens te
rugvond en er toen die regels ter herinne
ring onder heeft geschreven, doch zich
daarbij in de datum vergiste. Dat hij in
derdaad dat onderschrift er later onder
gezet moet hebben zou kunnen blijken uit
zijn opmerking: do sij 21 Jaer owd was"
Dat schrijfh men -r volgens Vosmaer
er niet onder op het ogenblik, dat zij 21
jaar is en de tekening worcjt gemaakt.
Ergens anders heb ik echter 'gelézen, dat
men „getroudt" moet vertalen met „ver
loofd" Dat zou natuurlijk kunnen. Rem
brandt heeft tal van portretten van Sas
kia geschilderd en getekend. Hij tooide
haar graag met bloemen of beeldde haar
tussen of bij de kinderen van Flora af.
TIJDENS ZIJN huwelijk kocht hij het
„riante" huis in de Jodenbreestraat (thans
nr. 4) Het staat er nóg en is bekend als
„Rembrandthuis". Bredius vermeldt niet
minder dan 16 geschilderde portretten van
Saskia, waaronder meerdere van Saskia,
afgebeeld als „Flora", maar er zijn er
onder, waarvan het niet geheel zeker is,
dat het wel degelijk Saskia moet voor
stellen. Van een enkele wordt zelfs de echt
heid betwijfeld.
Tien Amerikaanse meisjes van 16 en 17
jaar zullen van 11 tot 21 augustus in het
bungalowkamp „Sonnevanck" in Spier
(Drente) een cursus in de Nederlandse
taal volgen, die onder leiding staat van de
heer J. J van der Maas, die aan de Uni
ted States Information Service in Den
Haag is verbonden.
De meisjes zullen in het komende school
jaar de lessen volgen aan middelbare
scholen in Groningen, Oosterwolde, Assen,
Apeldoorn, Gouda, Eindhoven, Voorburg,
Maastricht en Bussum. Zij verblijven ge
durende die tijd in een Nederlands gezin.
Hun verblijf in ons land geschiedt in het
kader van het .schoolprogramma" dat
jaarlijks door de American Field Service
wordt georganiseerd.
Deze foto werd enkele jaren geleden
gemaakt toen het geschilderde portret
van „Trui" het laatste paard van „De
Sleutel" nog op de binnenplaats hing.
Van 26 tot 30 augustus zal het Interna
tionale Vredes Bureau, gevestigd te Ge-
nève (8, Rue Charles Bonnet) een vredes-
studie conferentie worden gehouden te
Rorschach (Wartensee) in Zwitserland
over het onderwerp: „Vrede in de huidi
ge wereldsituatie".
Professor Dr. B. Landheer, directeur
van de bibliotheek van het Vredespaleis
en bijzonder hoogleraar aan de rijksuniver
siteit te Groningen in de „Sociologie van
de internationale betrekkingen, met ge
richtheid op de vredesproblematiek", zal
op 28 augustus een referaat houden over
„Mogelijkheden en methode van een vre
deswetenschap".
Het Internationale Vredes Bureau, dat
sinds 1952 gesloten was, is het uitvoerend
orgaan van het in 1949 tot stand gekomen
Internationale Liaison-Comité van Vre
desorganisaties, (ILCOP) waarbij interna
tionale vredesorganisaties en nationale
vredesraden in verschillende Europese
landen (ook in Nederland) zijn aangeslo
ten.
Vanavond en wellicht nog enige avon
den kunnen Amsterdammers en niet-Am-
sterdammers in de verlichte plantenkassen
van de Hortus Botanicus in de hoofdstad
een bloeiende Victoria Regia bezichtigen.
Al bijna een eeuw lang wordt in de Hortus
deze plant gekweekt. Ieder jaar opnieuw
ontwikkelt zich uit een klein zaadje ter
grootte van een groene erwt, dat omstreeks
februari in een potje onder verwarmd wa
ter wordt gestopt, de plant met de grote
bladeren van omstreeks twee meter middel
lijn. Deze bladeren zijn sterk genoeg om
kinderen te kunnen dragen. Tegen half
juli verschijnt dan gewoonlijk de eerste
bloem, die twee avonden achtereen open
gaat en zich weer sluit en die de derde
dag verwelkt en onder water verdwijnt. De
bloem ondergaat in deze twee dagen een
kleurverandering, die varieert van wit tot
rood. Dit jaar is de bloei van de Victoria
Regia in Hortus Botanicus later dan de
andere jaren, hetgeen wordt toegeschre
ven aan het slechte weer, want zelfs in
de verwarmde plantenkassen is het gemis
aan zonnewarmte merkbaar.
MOSKOU (AP) De Russische chirurg
dr. Vladimir P. Demikov is van plan
over ongeveer een maand de eerste poging
in de geschiedenis te doen om een men
senhart te transplanteren in een ander
mens. Deze mededeling betekent dat 't hart
wordt genomen van iemand die pas is ge
storven en dat dit gekoppeld wordt aan
het hart van een mens wien door een
hartziekte de dood wacht en die op geen
enkele andere manier te helpen is. Deze
patiënt krijgt dus een „tandem-hart". Als
donor zou een kind kunnen worden ge
kozen of een volwassene van kleine ge
stalte, omdat het toegevoegde hart wegens
de beperkte ruimte in de borst betrekke
lijk klein moet zijn.
De chirurg heeft goede resultaten be
haald in een experiment met een herders
hond, Grisja geheten, lie 44 dagen na de
operatie nog leeft en het klaarblijkelijk
goed maakt. Frank Carey, een verslagge
ver van Associated Press, zag Grisja op het
terrein van het Skifosovsky instituut een
hond met één hart nazitten. Carey beluis
met 'n stetoscoop 't kloppen van de twee
harten terwijl Grisja zijn hand likte en
hij zag ook het dubbele elektro-cardiogram.
Blijkbaar is zijn eigen, of zijn toegevoegd
hart of beiden romantisch, omdat
vrouwelijke laboranten vertelden dat
hij, nog nauwelijks hersteld van de
operatie, een neiging had om de teefjes na
te jagen. Daarom noemden de laboranten
hem Grisja, naar Grisja Raspoetin, de
Rus die een begerig oog wierp op de vrouw
van de Tsaar.
De 46-jarige dr. Demichov is een vrien
delijke man, gehuwd en vader van een
vijftienjarige dochter. Een paar jaar gele
den baarde hij opzien met zijn „hond met
twee koppen". Hij had toen kop en hals
van een jong hondje op een hals van een
grotere hond geplant. Deze combinatie
leefde 29 dagen
De AP-verslaggever zag in het laborato
rium honden met twee koppen en er wa
ren ook een paar andere honden met twee
harten. Een hunner, Mike geheten, was een
week geleden geopereerd Hij liep nog in
verband De derde was een dag tevoren
geopereerd en nog onder invloed van de
verdoving.
De operatie-techniek zoals die ook
toegepast zal worden bij de mens om
vat eigenlijk de transplantatie van zowel
een hele long als een hart.
In de ontvangende patiënt worden eerst
twee der drie linkerlonglobben verwijderd
om ruimte te maken voor de inbrenging
van een heel hart en een hele long van
een kleinere donor. Het hart en de long
van de donor worden dichter bij de hals
geplaatst dan het eigen hart van het ont
vangende dier en de overgebleven lob van
zijn linkerlong.
De verbinding tussen de bloedvaten
wordt aldus gemaakt: een slagader welke
normaal bloed van het hart van het ont
vangende dier naar zijn linkervoorschou-
der stuwt wordt verdeeld, en het beneden
gedeelte wordt verbonden met de linker
boezem van het hart van de donor. Dan
wordt de linkerlongader van de ontvangen
de hond dat is de ader die normaal
zuurstofrijk bloed terugvoert naar het
hart waarvandaan het bloed door het li
chaam wordt gepompt verbonden met
de rechterboezem van het hart van de do
nor. De twee harten pompen dus gezamen
lijk het bloed door het lichaam.
In het geval van Grisja was er niets
aan de hand met zijn hart. Hij diende als
„proefdier". Bij een mens zal geprobeerd
worden de last te verminderen van een
ziek of uitgeput hart. Het hart van een
dode zou een paar uur na het overlijden
transplantabel blijven.
De chirurg gaf te verstaan dat hij bij
de operatie op een mens geen lange ver
lenging van het leven verwacht, als er al
een verlenging zal zijn te constateren.
Eveneens staat het wel vast dat Grisja en
de beide andere honden-met-twee-harten
tenslotte zullen sterven als gevolg van de
harttransplantatie, omdat de geleerden
nog niet bij de transplantatie Van organen
de allergische tegenstand overwonnen
hebben van de ontvanger tegen het
„vreemde" weefsel van de donor.
De chirurg meent echter dat het experi
ment met Grisja nu reeds bewijst dat ei
voortgang wordt gemaakt en dat de toege
paste chirurgische techniek uiteindelijk
van praktisch nut zal blijken.
Sommige Amerikaanse chirurgen zeg
gen dat het werk van de Rus met de hon-
den-met-twee-koppen alleen maar een chi
rurgische truc is met, voorzover zij kun
nen nagaan, geen onmiddellijke waarde
voor het overwinnen van het voornaamste
probleem de tegenstand van de ontvan
ger. Zij geven wel toe dat de technische
prestatie van belang kan zijn voor het
geval het probleem van de weefselreactie
opgelost kan worden.
Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp
82. De Opbouwende Jongeren werden ruw verstoord
in hun b ezinningsavondje toen daar een groot aan
tal woeste batavieren op hen losstormden. Ze wisten
totaal niet wat hen overkwam en dat was zo
jammer de goede Sfeer was meteen weg. Ze
waren zo aan het opbouwen geweest dat ze zich he
lemaal niet konden voorstéllen dat er ook nog af
braak mogelijk was. Hoogstens doorbraak maar ze
ker geen afbraak. Welnu, de afbraak raakte in
volle gang. Het hele kampement werd gesloopt. De
arme jeugdleider was zo geschrokken, dat hij voort
durend uitriep: „Hebt u hiervoor vergunning?"
Dat hadden ze niet, de barbaren, maar ze trokken
zich niets van hem aan en gingen zelfs boven op
zijn buik staan. „Hebt u daarvoor vergunning?" vroeg
hij nogmaals. Het werd een echt impulsief avondje.
11. Panda wilde Isengrim achtervolgen of naar de
politie gaan, of zo, om het mooie boek terug te krij
gen, maar Joris Goedbloed sprak: „Na uw wilde stoei
partij kunt ge beter eerst even wat rusten en u ver
frissen, ventje! Veni, vidi, requiescat, gelijk de Ouden
in dergelijke gevallen opmerkten. Vergezel mij dus
naar mijn bescheiden woning„Je woning? Woon
jij hier dan in de buurt tegenwoordig, Joris?" vroeg
Panda verbaasd.
„Inderdaad, makkertje ziehier!" verklaarde de
aangesprokene, terwijl hij het werktentje gastvrij open
de. „Het is eenvoudig, maar niet ongerieflijk. Ik had
aanvankelijk overwogen, mijn intrek te nemen in de
Koninklijke Suite van het Ritz Hotel, maar toen de
kassiers aldaar mij onheus bejegenden, besloot ik hun
de klandizie niet te gunnen. Bovendien is kamperen
veel gezonder; men staat zoveel dichter bij de natuur,
nietwaar? Persona sana in corpora grata, meen ik met
de Klassieken te mogen zeggen„Maar... maar
Joris, dat mag je toch zomaar niet doen?" vroeg Pan
da verbaasd. Die vraag scheen Joris te verrassen. „Niet
mogen?" antwoordde hij. „Maar ik verblijf hier al ge
ruime tijd, en niemand heeft mij iets in de weg ge
legd. Voorbijgangers en dienders schijnen te menen,
dat ik hier aan de diverse leidingen werk, en dat heb
ik inderdaad gedaan, zoals je ziet. Het komt mij voor,
dat alles dus in orde is."