<7 v> FILATELIE VOOR JULLIE Het huis van Sijmen Slak e Dammen Eigen adem weer als zuurstof inademen 'j WERELDS GROOTSTE ROBOT ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1962 Erbij PAGINA VIER «OS. *0 35" O z 8 Wm. Mm. '^m. m 'mm. B. Dukel REPUBL. ZUID-AFRIKA. Ter gele genheid van de onthulling van het Sett lers monument in Grahamsstad zullen op 20 augustus a.s. twee postzegels ver schijnen in de waarden 2Vz en 12V2 cent. De zegels brengen het schip Chapmanin beeld, dat op 10 april 1820 in Algoa Bay aankwam met de eerste grote groep Britse kolonisten. IERLAND. De Ierse posterijen geven op 17 september a.s. een serie van twee Europazegels uit in de waarden 6 d. (roze) en 1 sh. 3 d. (groen). De zegels tonen het algemene ontwerp voor 1962, n.l. een jonge boom met negentien bla deren, gemaakt door de Luxemburgse kunstenaar Lex Weyer. Er zijn twee miljoen exemplaren gedrukt. POLEN. De vijftiende verjaardag van de dood van generaal Karol Swierczewski-W alter (18971947) is herdacht door de uitgifte van een post zegel van 60 groszy. De zegel laat een deel van de gedenksteen die te zijner nagedachtenis werd opgericht, zien. OOST-DUITSLAND. Behalve de in onze rubriek van 4 augustus j.l. ge melde serie van vier zegels voor het Wereldjeugdfestival te Helsinki, zijn ook twee toeslagzegels verschenen. Het zijn een 10 5 pf. met een volksdans paar en een 15 5 pf. met drie demon strerende jongeren. De zegels zijn in samenhang gedrukt en vormen het embleem van het festival. CANADA. Op 22 augustus a.s. zal een postzegel van 5 cents (zwart en rdze) in circulatie worden gebracht ter viering van het eeuwfeest van de stad Victoria in de provincie Brits Colum bia. Erop afgebeeld is de postzegel van 2Vt d., met het portret van koningin Victoria, in 1861 uitgegeven in Brits Columbia en Vancouver Eiland. De zegel is ontworpen door Helen Bacon uit Toronto. JAMAICA. Deze Britse kolonie is op 6 augustus j.l. onafhankelijk geworden, hetgeen onder meer is gevierd met een serie van vier speciale postzegels. De 2 en 4 d. tonen een hoornblazer met de kaart van het eiland, op de 1 sh. 6 d. ziet men het Gordon House en een vaandel met het opschrift „Onafhanke lijkheid op 6 augustus 1962" en op de 5 sh. een afbeelding die de landbouw en industrie symboliseert. HONGARIJE. Vijfenzeventig jaar ge leden werd de Hongaarse hydrografi sche dienst gesticht. Ter herinnering hieraan is een zegel van 1 forint (blauwj verschenen, waarop het portret van de stichter van deze dienst, Jozsef Pech, voorkomt. EGYPTE. De tiende verjaardag van de revolutie van 1952 is herdacht door de uitgifte van een serie van acht waarden plus twee souvenirvelletjes, r 'f een getand en een ongetand. De zegels zijn alle in de waarde 10 mills en de blokjes hebben elk een waarde van 100 mills. Verschillende voorstellingen. VERENIGDE STATEN. Ter herden king van Sam Rayburn (18821961), die zeventien jaar lang voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden is geweest, zal op 16 september a.s. een zegel van 4 cents (bruin en blauw) ver krijgbaar worden gesteld. Tegen een achtergrond van het Capitool is zijn portret voorgesteld. VATICAANSTAD. Een serie van drie zegels is in omloop gebracht ter herinnering aan het feit, dat honderd jaar geleden Pauline Jaricot (1819 1862), stichtster van de Orde tot ver breiding van het geloof, overleed. Het zijn een 10, 50 en 150 lire, die alle haar portret vertonen. FRAAIE SPEELTECHNIEK Het onderstaande spel zag ik de Zwit serse meesterspeler Jean Bosse eens af werken tegen minder sterke oppositie. Het is een prachtig staaltje van uitstekende speeltechniek, alsmede een goed voorbeeld op welke wijze minder sterke spelers dik wijls te veel inlichtingen geven over de bestaande kaartverdeling. Eerst geef ik uitsluitend de NZ-spellen en het biedverloop u kunt dan eens nagaan wat uzelf gedaan had: Op 46-19 volgt de ruil 3-14 waarna vier tegen één snel wint. Dus moet zwart met de dam van 5 spelen. Op 5-14-19 volgt 36-41 en de twee dammen worden geslagen. Op 5- 32- of 28 volgt fraai 36-41 46x37 of 32, 4-10 en 3-14 waarna opnieuw de twee dammen worden weggeslagen. Rest nog één zet, 5-37 waarna wit door het offer 4-31 en 36-41 met 45x12 wint. Aangenomen dat de vijf dammen nu eens in het bezit zijn van de lange lijn en de tegenpartij de tric-trac-lijnen bezet houdt. Wij krijgen dan de volgende stelling als voorbeeld. H 6 2 B 8 5 3 B 4 H V 8 5 N W O A 7 3 A V 9 7 O V 3 A 9 2 West was gever, OW stonden kwetsbaar. Het bieden ging: west pas noord pas oost pas zuid 1 harten west 2 ruiten noord 3 harten oost pas zuid 4 harten allen passen. West begon ruitenheer en ruitenaas te maken, waarop oost respectievelijk rui ten 2 en ruiten 5 speelde. In slag 3 speelde west schoppenboer na zuid dacht enige tijd na en speelde als volgt verder. In noord werd in slag 3 schoppenheer gelegd, oost speelde de negen hij. In slag 4 speelde noord (tafel) hartenboer, oost dekte met hartenheer, zuid hartenaas en west har ten 6. Zuid wist natuurlijk al, dat west hartenheer niet kon hebben want mét die kaart en zijn vermoedelijke zeskaart ruiten (kwetsbaar volgbod!), zou west wel licht hebben geopend. In slag 5 speelde zuid klaveren 9 bij, noord de klaverenvrouw beide tegen standers bekenden kleine klaveren. In slag 6 speelde noord harten 3 oost har ten 2 zuid dacht nog eens even serieus na en sneed tenslotte met harten 9, west een kleine ruiten! Hiermede had Bosse de drie hartens van oost al geëlimineerd; in de volgende slag werd hartenvrouw ge speeld west weer een ruiten, en oost moest harten 10 inleveren. Het snijden op de hartens was logisch want als west lange ruitens heeft, is de kans groter dat oost langere hartens bezit. Maar nog was de kous niet af maar er was een fout van de tegenpartij nodig om de zuidspeler verder op weg te helpen. Zuid speelde namelijk nog één ronde troef west ruimde weer een kleine ruiten op, noord bekende hartén, Uofch óösï~ spéélde een schoppen bij, ogenschijnlijk de on schuldige schoppen vijf. Wat concludeerde zuid daaruit? Dat oost in elk geval méér dan vier schoppens had gehad, want met een vierkaart in die kleur zou oost nu zeker niet zijn bezit tot slechts twee schoppens ingekort hebben. De leider had nu te doen met een tegen partij, die de kaarten bijna net zo goed open hadden kunnen leggen. Eerst incas seerde zuid nog schoppenaas, waarop west de schoppen 10 bekende en daarna ging Bosse's scherpe brein weer even aan het rekenen: 9 Oost was kennelijk gestart met vijf schoppens, dus had west er maar twee ge had (wat klopte met het vallen van boer en tien). Wests oorspronkelijke kaartverdeling was dus vrijwel zeker geweest: 2 schop pens, 1 harten, 6 ruitens en dus 4 kla veren. Zuid speelde nu klaverenaas na, bij oost viel de klaveren 10; in de volgende slag kwam klaveren 2 uit zuid en toen west de 7 bij speelde, sneed noord met klaveren acht. Dit gelukte en op noords resterende hoge klaveren kon zuid zijn schoppentje kwijt: vier harten, vijf gemaakt. Was u dat tegen de bestaande kaart verdeling óók gelukt?! H. W. Filarski Bridge vraag dezer week: In een paren wedstrijd heeft men (Zuid) ♦H52C?7540AV83 V82 West gever, niemand kwetsbaar. Bied verloop: west 1 schoppen noord past oost past wat moet zuid doen? Ant woord elders op deze bladzijde. SOOOOOOOOOOOOOOCOOO^JOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO Wit: dammen op 15, 24, 37, 46, 47. Zwart: dammen op 45 en 50. Wit speelt en wint. 1) 47-42 en 2 wart staat ineens verloren. Op 45-40-34 18.12.7 volgt 42-33 en wit wint. Op 45-1 volgt 42-33 50x41 46x23 1x20 en wit wint. Daarna met de dam als eerste zet op 50 spelen. 50-44? 39-22-17-11 volgt steeds 42-29. Dus moet 50-6 waarna 42-29 en 46x28 wint. Moeilijker en weer geheel anders wordt het vraagstuk indien wit bijvoorbeeld vier dammen en een stuk heeft en zwart twee dammen. Elke positie moet opnieuw beoor deeld worden. De Haarlemmer J. J. van Resteren heeft, vooral voor de oorlog, in het officieel orgaan van de Koninklijke Nederlandse Dambond, „Het Damspel" op dit terrein veel verdienstelijk werk ge leverd. Nu een eindspel dat zonder de stukken te verzetten voor het bord kan worden opgelost. Het is vijf zetten diep. Wit: dam op 39, stuk op 42. Zwart: twee stukken op 26, 32. Wit speelt en wint. J"| HmgiOvfS P. ROOZENBURG JDCIJ) oooooDoooocoooooox>3oooooooooooooooocococcooooo<»oooooa MM. mÊ^. M^/. Mw/. 8 y///////s 'mM y/mt 9 Uit de lezerskring wordt de vraag ge steld of twee dammen het altijd van vijf dammen moeten verliezen. Twee dammen zijn immer tot overgave gedwongen. Maar de wijze waarop dit gaat, zullen wij hier met een tweetal voorbeelden aantonen. ooocoooooooooooooooooocooooooooooooooooooooooooooc CH. MULDER (RDG) Zwart: 12, 14, 17, 18, 19, 20, 24, 29, 36. Wit: 16, 25, 30, 33, 35, 38, 40, 42, 47. In de rubriek van 14 juli stelden wij de vraag, of de Haagse speler met wit in dit fragment remise kon bereiken door 42-37. Na 18-23 of 18-22 is na 37-32 geen winst meer voor zwart aanwezig. Wél krijgt zwart steeds overmacht doch wit behaalt steeds de remise. De heer H. J. Winter uit IJmuiden merkt op dat niet 1) 42-37 doch 1) 33-28 tot remise leidt. In de partij werd ook 1) 33-28 gespeeld doch na 28-22 blun derde wit met 28-22. Na 1) 33-28 18-23 moet wit plakken met 2) 40-34 23x43. 3) 34x23 19x28. 4) 30x10 17-21. 5) 25x14 43-48 6) 16x27 48x15 met de volgende eindstand. Wit: 14, 35, 47. Zwart: dam 15, stukken op 12, 28, 36. Na 7) 14-9 28-32. 8) 9-3 12-18. 9) 3-14 32-38. 10) 14-25 en het is moeilijk om tot winst te komen. Opnieuw dus een eindspel waarin veel mogelijkheden aan wezig zijn. (Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur, B. Dukel, Wijk aan Z eeërweg 12 5, IJmuiden). Wit: Khl, Ta6-g4, Pb4, pion c3. Zwart: Ke5, Tb7-d5, Ph3. Wit speelt en wint. Wit is een pion vóór, maar dat is op zichzelf niet voldoende, temeer omdat de zwarte koning veel centraler is opgesteld dan de witte. Daarom baat bijvoorbeeld de afruil 1) Pd5:? Pf2+ 2) Kg2 Pg4: wit niet. Eerst moet de paardvork op f2 er uit en tevens de witte koning worden gecentrali seerd. Dus: 1) Khl-g2 Het zou ons te ver gaan hier uiteen te zetten, waarom een zet als 1) Th4 niet tot het doel leidt. De tekstzet lijkt trouwens sterk genoeg, want nu staan zowel Td5 als Ph3 en prise. Daartegen baat niet 1) Pf4f? dat zowel op 2) Tf4: als op 2) Kf3 faalt. Zwart kan echter de strijd gaande hou den met het kwaliteitsoffer: 1) Tb7xb4! Het verrassende hiervan is, dat na het voor de hand liggende 2) ab4: Pf4f de witte koning niet meer kan ontsnappen. Zie: a) 3) Kf3 Td3t. 4) Kf2 Kf5! 5) Th4 Td2f. 6) Kei Tb2 en wit komt niet verder. b) 3) Kg3 Td3f. 4) Kh4?? Th3f. 5) Kg5 Th5 mat!! Daarom: 2) Tg4xb4 Ph3-f4t. 3) Kg2-f3 Td5-d3t. 4) Kf3-g4 Wit moet natuurlijk het paard blijven aanvallen. Anders volgt eenvoudig Tc3: en wit kan met twee torens tegen foren en paard niet meer winnen. Toch lijkt het dat zwart ook na de tekstzet op zijn gemak remise maakt met: 4) Pf4-d5. De lezer stelle zich eens voor, dat hij met wit deze positie zou hebben bereikt in een praktische partij. Zou hij zich dan niet akkoord hebben verklaard met remise? Tb4 staat in en als deze weg gaat, volgt eenvoudig Tc3:. Penning van het paard baat niet bijvoorbeeld 5) Tb5 Tc3:. 6) Taa5 Td3 en wit kan niets beginnen. Remise dus? Het mocht wat! Nu immers volgt de kostelijke pointe: 5) Tb4-e4fü Ke5xe4. 6) Ta6-e6 mat! Deze wonderlijke matstelling midden op het bord is bekend als het zogenoemde „Lewis-mat". Wat een verrassing en welk een slotstand! (Wordt vervolgd). Mr. Ed. Spanjaard DE RUIMTEVAARDER zit in zijn cap sule en ademt in en uit, zoals hij op aar de doet. Hij hoeft niet bang te zijn, dat er op een bepaald ogenblik, ver weg van de bewoonde wereld, geen zuurstof meer is want iedere keer als hij uitademt, wordt deze adem meteen weer geschikt gemaakt om in te ademen. DIT NU i,S,.een toekomstbeeld dat het Amerikaanse departement voor lucht- en ruimtevaart tracht waar te maken. Het de partement sloot daartoe een overeenkomst met General Electric USA, die in haar ruimtevaartlaboratoria in Valley Forge, Pennsylvania, een experimenteel onder zoek op dit gebied leidt. Het is een on derzoek naar de mogelijkheid uitgeadem de kooldioxyde in in te ademen zuur stof te veranderen door de koolstof over heet platina te geleiden. Het procédé heet „katalytische afschei ding" en komt in grote lijnen op het vol gende neer: de kooldioxyde in een beman de ruimtecapsule wordt naar een luchtle dige ruimte gevoerd, waarin zich een pla- tinadraad met een temperatuur van twee duizend of meer graden Celsius bevindt. Deze draad werkt als een katalysator en heeft een afscheiding van de C02-molecu- len tot gevolg. De ru'mte zou dan worden gevuld met een combinatie van: 1. in te ademen zuurstof, die direct naar de cap sule wordt teruggevoerd; 2. kooldioxyde, die niet afgescheiden raakte en die via een andere weg zou moeten verdwijnen, en 3. koolmonoxyde, die verder behandeld zou kunnen worden om een tweede zuurstof bron te vormen. Uitgeademde kooldioxyde bevat slechts tachtig percent van hetgeen voor de zuur stof van een mens is vereist. De overige twintig percent zou men echter kunnen onttrekken aan het water dat zich in de adem bevindt. Dit zou men kunnen doen via elektrolyse: het verdelen van het wa ter in waterstof en zuurstof door middel van elektrische stroom. MEN SCHAT, dat tenminste dertig per cent van de kooldioxyde na iedere kring loop door de platina-katalysator als zuive re zuurstof terugkeert. Daarom zullen er vermoedelijk per operationele eenheid ver scheidene „reactie-kamers" nodig zijn. Sinds 1958 is men aan het experimenteren om zuurstof en water aan de „afval" van de stofwisseling te onttrekken. Resultaten hiervan waren tot dusver onder meer de experimentele produktie van zuurstof uit kooldioxyde langs zowel natuurkundig- chemische, als biologische wegen en een methode om drinkwater uit urine terug te krijgen. HET ZONNETJE speelde met haar stralen tussen de bomen en daardoor had Sijmen Slak het warm. Hij pufte en steunde en kwam bijna niet vooruit. „Welk een hitte, welk een hitte", mom pelde Sijmen, die nogal deftig was als hij sprak. „Mij dunkt dat ik een der gelijke warmte nooit meegemaakt heb voorheen. Ik begin me werkelijk af te vragen wat ik eigenlijk met mijn huis moet beginnen. Het lijkt me zeer ver standig om daarover eens na te den ken En Sijmen ging langs de rand van het Slakkenpad zitten. Nu denken slakken niet veel en daardoor was het voor Sijmen een zeer moeilijk werk. Een moeilijk werk duurt altijd lang en daardoor kostte het dan ook uren voor Sijmen met het denken klaar was. Ondertussen was het maar steeds warmer geworden en het huis van de slak werd gloeiend heet. „Ik heb het", fluisterde Sijmen ver moeid", „ik heb het en laat ik nu als jeblieft niet vergeten dat ik het heb. Wat moet er ook weer gebeuren?? O ja, ik zal mijn herenhuis gaan verko pen aan een gegoede familie. Een fa milie met een welluidende naam. Daar na ga ik zonder huis verder door het warme leven. Een beetje zwemmen in een ondiepe plas, een beetje luieren, kortom een heerlijk leven ga ik heb ben". Maar eensklaps kreeg Sijmen een kleur van opwinding; „Ik vergeet iets", kreunde hij, „daarjuist had ik nog ietskom nu, kom nu, welk een ont zettende ramp. Het was buitengewoon heel allerverschrikkelijkst belang rijk SIJMEN KREEG HOOFDPIJN van het denken en hij jammerde zachtjes van narigheid. Dan wipte hij plotseling op en begon te zingen van vreugde. „Ik .weet het weer, ik weet het weer", zong hij. „ik moet m'n huis verkopen aan een rijke familie, hoe dom om dat te vergeten. Een welluidende naam, maar vooral een dikke spaarpot. Ik zal meteen een bordje op de deur zetten". Nu ging Sijmen een bordje maken. Dit werkje duurde erg lang, want steeds rustte de slak een poosje. Maar toen het klaar was, kon je duidelijk lezen wat er op stond. Toen ging Sijmen vóór zijn huis op de grond zitten wachten. Er kwam een mier voorbij die eens naar het huis keek, maar doorliep. Daarna een deftige, zwarte tor die niet eens keek en toen kwam er een he le tijd niets meer langs Sijmen. „Welk een rare tijden", bromde de slak, „ziet mijn deftig en gerieflijk he renhuis daar staan! Mij dunkt dat er toch veel kopers graag een dergelijk stevig bouwwerk zouden willen heb ben. Een huis met een wenteltrap nog wel". NA EEN HELE POOS kwam er in de verte een vette aardworm aange- kronkeld, zo één waarvan je niet weet of je tegen de voorkant of tegen de achterkant staat te praten. „Als die maar niet stopt", mopper de Sijmen," dat heerschap is niet wat je noemt deftig en rijk ziet hij er ook niet uit en dat is het ergste". Maar jawel hoor, de worm bleef staan, keek eerst naar het huis en toen naar Sijmen en vroeg t:>en met een akelig scherpe stem: - „Is dat huis van jou, vette slak?" Sijmen voelde zich kwaad worden, want hij vond zichzelf helemaal niet zo vet. „Ja worm", bromde hij nijdig en hij keek erg kwaad. „Hoeveel kamers?", vroeg de worm kortaf. „Eén hele grote met een wenteltrap, maar ik verkoop het alleen aan een deftig en rijk heer, als je dat maar weet". Maar de worm luisterde niet en ging zomaar het huis in. Even later kron kelde hij er weer uit en riep met schel le stem: „Ik koop het voor twintig rozeblaad- jes". DE VOELHORENTJES op het voor hoofd van Sijmen begonnen te trillen van opwinding, want twintig rozeblaad- jes was een heleboel. „Die worm heeft vast een grote er fenis gekregen", dacht Sijmen en hij vroeg hebberig: „Vijfentwintig blaad jes, geachte hger worm". Maar de worm schudde met één kant van zijn lange lichaam en deed of hij weg wilde kronkelen. Wat had de slak nu een spijt van zijn hebzucht en meteen riep hij zenuwach tig: „Wacht even, wacht even, U mag mijn huis hebben voor twintig blaad jes. Wat voelde Sijmen zich rijk. Hij ging meteen op reis, terwijl de worm in zijn huisje kroop. De hele dag kroop de slak verder, maar steeds hield hij even halt om een rozeblaadje op te peuzelen. Tegen de avond waren de blaadjes op en was de slak doodmoe. Het zonnetje was al lang weggegaan en het begon opeens zachtjes te regenen. De slak kroop on der een struik en rilde van de kou. Het begon harder te regenen en Sijmen werd doornat. Wat kreeg hij een spijt, dat hij z'ijn huis verkocht had en eensklaps begon hij door de regen terug te lopen naar zijn vroegere huis. TEGEN DE MORGEN kwam hij daar weer aan, doodmoe en ziek. De worm kroop juist naar buiten en bibbe rend van narigheid vroeg Sijmen: „Mmmeneer wwwworm, vververkoop me alstublieft mijn huis weer. Ik heb zo'n spijt." „Hmmm", bromde de worm, „ik vind het best. Geef me der tig rozeblaadjes, dan mag je het terug hebben." Sijmen schrok geweldig! „Zzzoveel heb ik nnniet," huilde hij. „Tja", bromde de worm, „huizen zijn duur tegenwoordig, maar ik wil je hel pen. Je geeft me drie weken lang iede re dag vier rozeblaadjes. Dan heb ik er een paar meer voor mijn goedheid." „Ja, meneer wwworm," huilde Sij men, „dddank U wel mmeneer". „Geen dank", riep de worm lachend, „ik vind wel weer een andere domme slak!" Opgewekt kronkelde de worm weg en Sijmen ging zijn huis weer bin nen. Hij sliep drie dagen lang en hoor de nieteens, dat de worm steeds maar op de deur klopte. Maar toen hij wakker werd, moest hij hard gaan werken, want vier roze blaadjes per dag zoeken, dat valt voor een slak niet mee... Jan Nelissen m Mm. mm. Iedere eindspelstudie van onze stadge noot Marwitz is een bron van intens schaakgenot. Om de compositie geheel te doorgronden is ten diepgaande analyse nodig en bij het bezien van de auteurs oplossing verkeert men tot het einde toe in onzekerheid omdat de pointe pas bij de laatste zet te voorschijn komt. Een fraai voorbeeld moge hier volgen. soooooccnoooc xxx- RECORD AANTAL SCHOOL- KRANTEN. Een op elke drie scholen heeft thans in de Westduitse Bondsrepubliek haar eigen krant en twee van elke drie scho lieren kopen deze krant geregeld. Er worden thans in totaal 570 schoolkran ten geredigeerd en uitgegeven door de Westduitse schoolkinderen. mm. M/M. 'MM, Xx30000000000000000000000000000000000000ax.^ca^x\j000c00 Zwart, twee dammen op de lange lijn, 5 en 46. Wit, vijf dammen op 4, 25, 34, 36, 45. Wit speelt en wint. Wit speelt als eerste ze, 2o-3. Gp 46-37- 1-28 volgt 4-10 waarna met 5x40 de twee dammen worden weggeslagen. mm. ösoocooooooooooooooxcoooooooocrocoooocoooocyx 'uaaaiqnop ajsaq isq pds uaAagag jaq jaur pinz ueq uep 'sed jsoo sad paoou teuaaiq ;bb3 ;aq ua puadoag uaqqaq usjOARiq uaa ;aui sr.p ;sa/A noz -uftz jjbaaz jEAag apaaMj ;ep ui ueq latqnop uag TBBjsjaAo uaguipaiquaa aiapuB ailB ;aq isprno 'jpra^s jsjnt poq{n'o}BsuBS uaa si UBp '-SBd-SBd- JapaaA Ciq ;bbS ua uaaaABi^ uaa jo uaima uaa CipiBduagai op luado 'sem ua;jBq uaa jo uaddoqos uaa poq -sSuiuado iaq sjb pao§ st rpiuqoaj a'z'aa •uaaatqnop jsjaa uaui UB5( uep 'tads ipiais uaa ibm pinz sjb uatu tjaan 'uaMnoqosaq a; poq qjois-jaiu uaa S[B tBAaS ;;p ni jep ua uapaiq a; jno;BsuBS uaa 'uee jp taaAaq apeni -is azap ui -uapaiq at s;ai uio .inapt 9§ubj uaag 5tCitapaouiaaA qaop 'ijaaq Tem ism jjop pjoou ;bp 'iiap.io.viag qfijapinp si uapaiq jaq llfl Jazap Su;sso|do „Kever" heet hij en dat wil zeggen, dat hij niet moeders mooiste, maar wel 's werelds grootste is. 's Werelds grootste robot, met armen die bijna vijf meter lang zijn, met benen waarvan men er geen twee maar vier vindt en met een totaal gewicht dat ruim 86 ton bedraagt. Zijn voeten bestaan uit rupsbanden en daarmee is hij dan letterlijk in het atoomtijdperk binnengereden. Want „Kevers" toekomst ligt in de menselijk zo gevaarlijke radio-actieve sfeer, waarin hij, bijvoorbeeld op het gebied van atoomraketten, minutieus werk gaat verrichten. Robot „Kever" heeft al be wezen, dat hij in al zijn logheid en kracht uiterst nauwkeurig om niet te zeggen vriendelijkte werk gaat: Hij pakt een ei op, zonder dat er ook maar een barstje in komt. „KEVER" is gemaakt in opdracht van de Amerikaanse luchtmacht. Aanvankelijk was het de bedoeling de robot te gebrui ken voor onderhoud en noodbediening van vliegtuigen die door kernenergie worden aangedreven, maar toen het programma voor de bouw van deze vliegtuigen kwam te vervallen, werd zijn bestemming ge wijzigd. En zo belandde „Kever" in de woenstijnstaat Nevada, waar de afdeling speciale wapens van de luchtmacht in nauwe samenwerking met de Amerikaan se commissie voor atoomenergie de afge lopen maanden de robot op zijn „super- menselijke" waarden testte. Doel van deze testen is de robot direct in te schakelen bij het project „Rover", een van de twee programma's voor de ontwikkeling van atoomraketten, waarmee Amerika zich bezighoudt. „Kever" 's armen kunnen negen ver schillende bewegingen maken in, voor iedere beweging afzonderlijk te regelen, snelheden. Met de „handen" automa tisch verwisselbare haken die er aan vast zitten, is de robot in staat het fijnste werk te verrichten, zoals het bevestigen van moeren en bouten en het hanteren van eenvoudige handgereedschappen. Een speciale stekker bij de „pols" zorgt er voor, dat de robot ook voor het gebruik van machinale gereedschappen „zijn hand niet i omdraait". „KEVER'S" BORSTKAS weegt ruim 45.000 kilo en vormt de cabine, waarin de mens zit, die „Kever" tot daden aan moet sporen. Deze cabine is door een laag lood van ruim dertig centimeter dikte tegen radio-actieve straling beschermd, kan als het nodig is draaien en staat op vier hy draulische „benen", die de ruimte tot bij na acht meter boven de grond kunnen brengen. De robot „ziet alles". In de eerste plaats door de grote voorruit van de cabine en de vier kleinere ramen, die zich aan de zijkanten van het gevaarte bevinden. Elke, door lood beschermde, ruit bestaat uit ze ven lagen en heeft een totale dikte van ruim zestig cm. De voorruit met kozijn weegt alleen al ruim twee ton, de kleinere ramen hebben een gewicht van ongeveer een ton elk. Om ook daar te kijken waar het vermo gen van het menselijk oog capituleert, is „Kever" uitgerust met een televisiecame ra. Hij haalt deze camera roet een van zijn handen uit een „borstzak", richt het op het te bekijken object en voila: wat „Kever" plus wmr doen chijnt op een scherm in de cabine.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 14