<7
v>
FILATELIE
VOOR JULLIE
Het huis van Sijmen Slak
e
Dammen
Eigen adem weer als
zuurstof inademen
'j WERELDS GROOTSTE ROBOT
ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1962
Erbij
PAGINA VIER
«OS. *0 35"
O
z
8 Wm. Mm. '^m.
m 'mm.
B. Dukel
REPUBL. ZUID-AFRIKA. Ter gele
genheid van de onthulling van het Sett
lers monument in Grahamsstad zullen op
20 augustus a.s. twee postzegels ver
schijnen in de waarden 2Vz en 12V2
cent. De zegels brengen het schip
Chapmanin beeld, dat op 10 april
1820 in Algoa Bay aankwam met de
eerste grote groep Britse kolonisten.
IERLAND. De Ierse posterijen geven
op 17 september a.s. een serie van twee
Europazegels uit in de waarden 6 d.
(roze) en 1 sh. 3 d. (groen). De zegels
tonen het algemene ontwerp voor 1962,
n.l. een jonge boom met negentien bla
deren, gemaakt door de Luxemburgse
kunstenaar Lex Weyer. Er zijn twee
miljoen exemplaren gedrukt.
POLEN. De vijftiende verjaardag
van de dood van generaal Karol
Swierczewski-W alter (18971947) is
herdacht door de uitgifte van een post
zegel van 60 groszy. De zegel laat een
deel van de gedenksteen die te zijner
nagedachtenis werd opgericht, zien.
OOST-DUITSLAND. Behalve de in
onze rubriek van 4 augustus j.l. ge
melde serie van vier zegels voor het
Wereldjeugdfestival te Helsinki, zijn
ook twee toeslagzegels verschenen. Het
zijn een 10 5 pf. met een volksdans
paar en een 15 5 pf. met drie demon
strerende jongeren. De zegels zijn in
samenhang gedrukt en vormen het
embleem van het festival.
CANADA. Op 22 augustus a.s. zal
een postzegel van 5 cents (zwart en
rdze) in circulatie worden gebracht ter
viering van het eeuwfeest van de stad
Victoria in de provincie Brits Colum
bia. Erop afgebeeld is de postzegel van
2Vt d., met het portret van koningin
Victoria, in 1861 uitgegeven in Brits
Columbia en Vancouver Eiland. De zegel
is ontworpen door Helen Bacon uit
Toronto.
JAMAICA. Deze Britse kolonie is op
6 augustus j.l. onafhankelijk geworden,
hetgeen onder meer is gevierd met een
serie van vier speciale postzegels. De 2
en 4 d. tonen een hoornblazer met de
kaart van het eiland, op de 1 sh. 6 d.
ziet men het Gordon House en een
vaandel met het opschrift „Onafhanke
lijkheid op 6 augustus 1962" en op de
5 sh. een afbeelding die de landbouw
en industrie symboliseert.
HONGARIJE. Vijfenzeventig jaar ge
leden werd de Hongaarse hydrografi
sche dienst gesticht. Ter herinnering
hieraan is een zegel van 1 forint (blauwj
verschenen, waarop het portret van
de stichter van deze dienst, Jozsef
Pech, voorkomt.
EGYPTE. De tiende verjaardag van
de revolutie van 1952 is herdacht door
de uitgifte van een serie van acht
waarden plus twee souvenirvelletjes,
r 'f
een getand en een ongetand. De zegels
zijn alle in de waarde 10 mills en de
blokjes hebben elk een waarde van 100
mills. Verschillende voorstellingen.
VERENIGDE STATEN. Ter herden
king van Sam Rayburn (18821961), die
zeventien jaar lang voorzitter van het
Amerikaanse Huis van Afgevaardigden
is geweest, zal op 16 september a.s. een
zegel van 4 cents (bruin en blauw) ver
krijgbaar worden gesteld. Tegen een
achtergrond van het Capitool is zijn
portret voorgesteld.
VATICAANSTAD. Een serie van
drie zegels is in omloop gebracht ter
herinnering aan het feit, dat honderd
jaar geleden Pauline Jaricot (1819
1862), stichtster van de Orde tot ver
breiding van het geloof, overleed. Het
zijn een 10, 50 en 150 lire, die alle haar
portret vertonen.
FRAAIE SPEELTECHNIEK
Het onderstaande spel zag ik de Zwit
serse meesterspeler Jean Bosse eens af
werken tegen minder sterke oppositie. Het
is een prachtig staaltje van uitstekende
speeltechniek, alsmede een goed voorbeeld
op welke wijze minder sterke spelers dik
wijls te veel inlichtingen geven over de
bestaande kaartverdeling.
Eerst geef ik uitsluitend de NZ-spellen
en het biedverloop u kunt dan eens
nagaan wat uzelf gedaan had:
Op 46-19 volgt de ruil 3-14 waarna vier
tegen één snel wint. Dus moet zwart met
de dam van 5 spelen. Op 5-14-19 volgt
36-41 en de twee dammen worden geslagen.
Op 5- 32- of 28 volgt fraai 36-41 46x37 of
32, 4-10 en 3-14 waarna opnieuw de twee
dammen worden weggeslagen.
Rest nog één zet, 5-37 waarna wit door
het offer 4-31 en 36-41 met 45x12 wint.
Aangenomen dat de vijf dammen nu eens
in het bezit zijn van de lange lijn en de
tegenpartij de tric-trac-lijnen bezet houdt.
Wij krijgen dan de volgende stelling als
voorbeeld.
H 6 2
B 8 5 3
B 4
H V 8 5
N
W O
A 7 3
A V 9 7
O V 3
A 9 2
West was gever, OW stonden kwetsbaar.
Het bieden ging: west pas noord pas
oost pas zuid 1 harten west 2 ruiten
noord 3 harten oost pas zuid
4 harten allen passen.
West begon ruitenheer en ruitenaas te
maken, waarop oost respectievelijk rui
ten 2 en ruiten 5 speelde. In slag 3 speelde
west schoppenboer na zuid dacht enige
tijd na en speelde als volgt verder. In
noord werd in slag 3 schoppenheer gelegd,
oost speelde de negen hij. In slag 4 speelde
noord (tafel) hartenboer, oost dekte met
hartenheer, zuid hartenaas en west har
ten 6. Zuid wist natuurlijk al, dat west
hartenheer niet kon hebben want mét
die kaart en zijn vermoedelijke zeskaart
ruiten (kwetsbaar volgbod!), zou west wel
licht hebben geopend.
In slag 5 speelde zuid klaveren 9 bij,
noord de klaverenvrouw beide tegen
standers bekenden kleine klaveren. In
slag 6 speelde noord harten 3 oost har
ten 2 zuid dacht nog eens even serieus
na en sneed tenslotte met harten 9, west
een kleine ruiten! Hiermede had Bosse de
drie hartens van oost al geëlimineerd; in
de volgende slag werd hartenvrouw ge
speeld west weer een ruiten, en oost
moest harten 10 inleveren. Het snijden op
de hartens was logisch want als west
lange ruitens heeft, is de kans groter
dat oost langere hartens bezit.
Maar nog was de kous niet af maar er
was een fout van de tegenpartij nodig om
de zuidspeler verder op weg te helpen.
Zuid speelde namelijk nog één ronde troef
west ruimde weer een kleine ruiten op,
noord bekende hartén, Uofch óösï~ spéélde
een schoppen bij, ogenschijnlijk de on
schuldige schoppen vijf.
Wat concludeerde zuid daaruit? Dat oost
in elk geval méér dan vier schoppens had
gehad, want met een vierkaart in die kleur
zou oost nu zeker niet zijn bezit tot
slechts twee schoppens ingekort hebben.
De leider had nu te doen met een tegen
partij, die de kaarten bijna net zo goed
open hadden kunnen leggen. Eerst incas
seerde zuid nog schoppenaas, waarop west
de schoppen 10 bekende en daarna ging
Bosse's scherpe brein weer even aan het
rekenen:
9
Oost was kennelijk gestart met vijf
schoppens, dus had west er maar twee ge
had (wat klopte met het vallen van boer en
tien).
Wests oorspronkelijke kaartverdeling
was dus vrijwel zeker geweest: 2 schop
pens, 1 harten, 6 ruitens en dus 4 kla
veren.
Zuid speelde nu klaverenaas na, bij oost
viel de klaveren 10; in de volgende slag
kwam klaveren 2 uit zuid en toen west de
7 bij speelde, sneed noord met klaveren
acht. Dit gelukte en op noords resterende
hoge klaveren kon zuid zijn schoppentje
kwijt: vier harten, vijf gemaakt.
Was u dat tegen de bestaande kaart
verdeling óók gelukt?!
H. W. Filarski
Bridge vraag dezer week: In een paren
wedstrijd heeft men
(Zuid) ♦H52C?7540AV83 V82
West gever, niemand kwetsbaar. Bied
verloop: west 1 schoppen noord past
oost past wat moet zuid doen? Ant
woord elders op deze bladzijde.
SOOOOOOOOOOOOOOCOOO^JOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Wit: dammen op 15, 24, 37, 46, 47.
Zwart: dammen op 45 en 50.
Wit speelt en wint.
1) 47-42 en 2 wart staat ineens verloren.
Op 45-40-34 18.12.7 volgt 42-33 en wit wint.
Op 45-1 volgt 42-33 50x41 46x23 1x20 en
wit wint. Daarna met de dam als eerste zet
op 50 spelen. 50-44? 39-22-17-11 volgt steeds
42-29. Dus moet 50-6 waarna 42-29 en 46x28
wint.
Moeilijker en weer geheel anders wordt
het vraagstuk indien wit bijvoorbeeld vier
dammen en een stuk heeft en zwart twee
dammen. Elke positie moet opnieuw beoor
deeld worden. De Haarlemmer J. J. van
Resteren heeft, vooral voor de oorlog, in
het officieel orgaan van de Koninklijke
Nederlandse Dambond, „Het Damspel" op
dit terrein veel verdienstelijk werk ge
leverd.
Nu een eindspel dat zonder de stukken
te verzetten voor het bord kan worden
opgelost. Het is vijf zetten diep.
Wit: dam op 39, stuk op 42.
Zwart: twee stukken op 26, 32.
Wit speelt en wint.
J"| HmgiOvfS
P. ROOZENBURG JDCIJ)
oooooDoooocoooooox>3oooooooooooooooocococcooooo<»oooooa
MM. mÊ^. M^/. Mw/. 8
y///////s 'mM y/mt 9
Uit de lezerskring wordt de vraag ge
steld of twee dammen het altijd van vijf
dammen moeten verliezen. Twee dammen
zijn immer tot overgave gedwongen. Maar
de wijze waarop dit gaat, zullen wij hier
met een tweetal voorbeelden aantonen.
ooocoooooooooooooooooocooooooooooooooooooooooooooc
CH. MULDER (RDG)
Zwart: 12, 14, 17, 18, 19, 20, 24, 29, 36.
Wit: 16, 25, 30, 33, 35, 38, 40, 42, 47.
In de rubriek van 14 juli stelden wij de
vraag, of de Haagse speler met wit in dit
fragment remise kon bereiken door 42-37.
Na 18-23 of 18-22 is na 37-32 geen winst
meer voor zwart aanwezig. Wél krijgt
zwart steeds overmacht doch wit behaalt
steeds de remise. De heer H. J. Winter uit
IJmuiden merkt op dat niet 1) 42-37 doch
1) 33-28 tot remise leidt. In de partij werd
ook 1) 33-28 gespeeld doch na 28-22 blun
derde wit met 28-22. Na 1) 33-28 18-23 moet
wit plakken met 2) 40-34 23x43. 3) 34x23
19x28. 4) 30x10 17-21. 5) 25x14 43-48 6)
16x27 48x15 met de volgende eindstand.
Wit: 14, 35, 47. Zwart: dam 15, stukken op
12, 28, 36. Na 7) 14-9 28-32. 8) 9-3 12-18.
9) 3-14 32-38. 10) 14-25 en het is moeilijk
om tot winst te komen. Opnieuw dus een
eindspel waarin veel mogelijkheden aan
wezig zijn.
(Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur,
B. Dukel, Wijk aan Z eeërweg 12 5,
IJmuiden).
Wit: Khl, Ta6-g4, Pb4, pion c3.
Zwart: Ke5, Tb7-d5, Ph3.
Wit speelt en wint.
Wit is een pion vóór, maar dat is op
zichzelf niet voldoende, temeer omdat de
zwarte koning veel centraler is opgesteld
dan de witte. Daarom baat bijvoorbeeld de
afruil 1) Pd5:? Pf2+ 2) Kg2 Pg4: wit niet.
Eerst moet de paardvork op f2 er uit en
tevens de witte koning worden gecentrali
seerd. Dus: 1) Khl-g2
Het zou ons te ver gaan hier uiteen te
zetten, waarom een zet als 1) Th4 niet tot
het doel leidt. De tekstzet lijkt trouwens
sterk genoeg, want nu staan zowel Td5 als
Ph3 en prise. Daartegen baat niet 1)
Pf4f? dat zowel op 2) Tf4: als op 2) Kf3
faalt.
Zwart kan echter de strijd gaande hou
den met het kwaliteitsoffer: 1)
Tb7xb4!
Het verrassende hiervan is, dat na het
voor de hand liggende 2) ab4: Pf4f de witte
koning niet meer kan ontsnappen. Zie:
a) 3) Kf3 Td3t. 4) Kf2 Kf5! 5) Th4 Td2f.
6) Kei Tb2 en wit komt niet verder.
b) 3) Kg3 Td3f. 4) Kh4?? Th3f. 5) Kg5
Th5 mat!! Daarom: 2) Tg4xb4 Ph3-f4t.
3) Kg2-f3 Td5-d3t. 4) Kf3-g4
Wit moet natuurlijk het paard blijven
aanvallen. Anders volgt eenvoudig Tc3:
en wit kan met twee torens tegen foren en
paard niet meer winnen. Toch lijkt het dat
zwart ook na de tekstzet op zijn gemak
remise maakt met: 4) Pf4-d5.
De lezer stelle zich eens voor, dat hij
met wit deze positie zou hebben bereikt
in een praktische partij. Zou hij zich dan
niet akkoord hebben verklaard met remise?
Tb4 staat in en als deze weg gaat, volgt
eenvoudig Tc3:. Penning van het paard
baat niet bijvoorbeeld 5) Tb5 Tc3:. 6) Taa5
Td3 en wit kan niets beginnen. Remise
dus? Het mocht wat! Nu immers volgt de
kostelijke pointe:
5) Tb4-e4fü Ke5xe4. 6) Ta6-e6 mat!
Deze wonderlijke matstelling midden op
het bord is bekend als het zogenoemde
„Lewis-mat". Wat een verrassing en welk
een slotstand!
(Wordt vervolgd).
Mr. Ed. Spanjaard
DE RUIMTEVAARDER zit in zijn cap
sule en ademt in en uit, zoals hij op aar
de doet. Hij hoeft niet bang te zijn, dat
er op een bepaald ogenblik, ver weg van
de bewoonde wereld, geen zuurstof meer
is want iedere keer als hij uitademt, wordt
deze adem meteen weer geschikt gemaakt
om in te ademen.
DIT NU i,S,.een toekomstbeeld dat het
Amerikaanse departement voor lucht- en
ruimtevaart tracht waar te maken. Het de
partement sloot daartoe een overeenkomst
met General Electric USA, die in haar
ruimtevaartlaboratoria in Valley Forge,
Pennsylvania, een experimenteel onder
zoek op dit gebied leidt. Het is een on
derzoek naar de mogelijkheid uitgeadem
de kooldioxyde in in te ademen zuur
stof te veranderen door de koolstof over
heet platina te geleiden.
Het procédé heet „katalytische afschei
ding" en komt in grote lijnen op het vol
gende neer: de kooldioxyde in een beman
de ruimtecapsule wordt naar een luchtle
dige ruimte gevoerd, waarin zich een pla-
tinadraad met een temperatuur van twee
duizend of meer graden Celsius bevindt.
Deze draad werkt als een katalysator en
heeft een afscheiding van de C02-molecu-
len tot gevolg. De ru'mte zou dan worden
gevuld met een combinatie van: 1. in te
ademen zuurstof, die direct naar de cap
sule wordt teruggevoerd; 2. kooldioxyde,
die niet afgescheiden raakte en die via een
andere weg zou moeten verdwijnen, en 3.
koolmonoxyde, die verder behandeld zou
kunnen worden om een tweede zuurstof
bron te vormen.
Uitgeademde kooldioxyde bevat slechts
tachtig percent van hetgeen voor de zuur
stof van een mens is vereist. De overige
twintig percent zou men echter kunnen
onttrekken aan het water dat zich in de
adem bevindt. Dit zou men kunnen doen
via elektrolyse: het verdelen van het wa
ter in waterstof en zuurstof door middel
van elektrische stroom.
MEN SCHAT, dat tenminste dertig per
cent van de kooldioxyde na iedere kring
loop door de platina-katalysator als zuive
re zuurstof terugkeert. Daarom zullen er
vermoedelijk per operationele eenheid ver
scheidene „reactie-kamers" nodig zijn.
Sinds 1958 is men aan het experimenteren
om zuurstof en water aan de „afval" van
de stofwisseling te onttrekken. Resultaten
hiervan waren tot dusver onder meer de
experimentele produktie van zuurstof uit
kooldioxyde langs zowel natuurkundig-
chemische, als biologische wegen en een
methode om drinkwater uit urine terug te
krijgen.
HET ZONNETJE speelde met haar
stralen tussen de bomen en daardoor
had Sijmen Slak het warm. Hij pufte
en steunde en kwam bijna niet vooruit.
„Welk een hitte, welk een hitte", mom
pelde Sijmen, die nogal deftig was als
hij sprak. „Mij dunkt dat ik een der
gelijke warmte nooit meegemaakt heb
voorheen. Ik begin me werkelijk af te
vragen wat ik eigenlijk met mijn huis
moet beginnen. Het lijkt me zeer ver
standig om daarover eens na te den
ken En Sijmen ging langs de rand
van het Slakkenpad zitten. Nu denken
slakken niet veel en daardoor was het
voor Sijmen een zeer moeilijk werk.
Een moeilijk werk duurt altijd lang en
daardoor kostte het dan ook uren voor
Sijmen met het denken klaar was.
Ondertussen was het maar steeds
warmer geworden en het huis van de
slak werd gloeiend heet.
„Ik heb het", fluisterde Sijmen ver
moeid", „ik heb het en laat ik nu als
jeblieft niet vergeten dat ik het heb.
Wat moet er ook weer gebeuren?? O
ja, ik zal mijn herenhuis gaan verko
pen aan een gegoede familie. Een fa
milie met een welluidende naam. Daar
na ga ik zonder huis verder door het
warme leven. Een beetje zwemmen in
een ondiepe plas, een beetje luieren,
kortom een heerlijk leven ga ik heb
ben".
Maar eensklaps kreeg Sijmen een
kleur van opwinding; „Ik vergeet iets",
kreunde hij, „daarjuist had ik nog
ietskom nu, kom nu, welk een ont
zettende ramp. Het was buitengewoon
heel allerverschrikkelijkst belang
rijk
SIJMEN KREEG HOOFDPIJN van
het denken en hij jammerde zachtjes
van narigheid. Dan wipte hij plotseling
op en begon te zingen van vreugde.
„Ik .weet het weer, ik weet het weer",
zong hij. „ik moet m'n huis verkopen
aan een rijke familie, hoe dom om dat
te vergeten. Een welluidende naam,
maar vooral een dikke spaarpot. Ik zal
meteen een bordje op de deur zetten".
Nu ging Sijmen een bordje maken. Dit
werkje duurde erg lang, want steeds
rustte de slak een poosje. Maar toen
het klaar was, kon je duidelijk lezen
wat er op stond. Toen ging Sijmen vóór
zijn huis op de grond zitten wachten.
Er kwam een mier voorbij die eens
naar het huis keek, maar doorliep.
Daarna een deftige, zwarte tor die
niet eens keek en toen kwam er een he
le tijd niets meer langs Sijmen.
„Welk een rare tijden", bromde de
slak, „ziet mijn deftig en gerieflijk he
renhuis daar staan! Mij dunkt dat er
toch veel kopers graag een dergelijk
stevig bouwwerk zouden willen heb
ben. Een huis met een wenteltrap nog
wel".
NA EEN HELE POOS kwam er in
de verte een vette aardworm aange-
kronkeld, zo één waarvan je niet weet
of je tegen de voorkant of tegen de
achterkant staat te praten.
„Als die maar niet stopt", mopper
de Sijmen," dat heerschap is niet wat
je noemt deftig en rijk ziet hij er ook
niet uit en dat is het ergste".
Maar jawel hoor, de worm bleef
staan, keek eerst naar het huis en toen
naar Sijmen en vroeg t:>en met een
akelig scherpe stem: -
„Is dat huis van jou, vette slak?"
Sijmen voelde zich kwaad worden,
want hij vond zichzelf helemaal niet zo
vet.
„Ja worm", bromde hij nijdig en hij
keek erg kwaad.
„Hoeveel kamers?", vroeg de worm
kortaf.
„Eén hele grote met een wenteltrap,
maar ik verkoop het alleen aan een
deftig en rijk heer, als je dat maar
weet".
Maar de worm luisterde niet en ging
zomaar het huis in. Even later kron
kelde hij er weer uit en riep met schel
le stem:
„Ik koop het voor twintig rozeblaad-
jes".
DE VOELHORENTJES op het voor
hoofd van Sijmen begonnen te trillen
van opwinding, want twintig rozeblaad-
jes was een heleboel.
„Die worm heeft vast een grote er
fenis gekregen", dacht Sijmen en hij
vroeg hebberig: „Vijfentwintig blaad
jes, geachte hger worm".
Maar de worm schudde met één kant
van zijn lange lichaam en deed of hij
weg wilde kronkelen.
Wat had de slak nu een spijt van zijn
hebzucht en meteen riep hij zenuwach
tig: „Wacht even, wacht even, U mag
mijn huis hebben voor twintig blaad
jes. Wat voelde Sijmen zich rijk. Hij
ging meteen op reis, terwijl de worm
in zijn huisje kroop.
De hele dag kroop de slak verder,
maar steeds hield hij even halt om een
rozeblaadje op te peuzelen. Tegen de
avond waren de blaadjes op en was de
slak doodmoe. Het zonnetje was al
lang weggegaan en het begon opeens
zachtjes te regenen. De slak kroop on
der een struik en rilde van de kou. Het
begon harder te regenen en Sijmen werd
doornat. Wat kreeg hij een spijt, dat
hij z'ijn huis verkocht had en eensklaps
begon hij door de regen terug te lopen
naar zijn vroegere huis.
TEGEN DE MORGEN kwam hij
daar weer aan, doodmoe en ziek. De
worm kroop juist naar buiten en bibbe
rend van narigheid vroeg Sijmen:
„Mmmeneer wwwworm, vververkoop
me alstublieft mijn huis weer. Ik heb
zo'n spijt." „Hmmm", bromde de
worm, „ik vind het best. Geef me der
tig rozeblaadjes, dan mag je het terug
hebben."
Sijmen schrok geweldig!
„Zzzoveel heb ik nnniet," huilde hij.
„Tja", bromde de worm, „huizen zijn
duur tegenwoordig, maar ik wil je hel
pen. Je geeft me drie weken lang iede
re dag vier rozeblaadjes. Dan heb ik er
een paar meer voor mijn goedheid."
„Ja, meneer wwworm," huilde Sij
men, „dddank U wel mmeneer".
„Geen dank", riep de worm lachend,
„ik vind wel weer een andere domme
slak!" Opgewekt kronkelde de worm
weg en Sijmen ging zijn huis weer bin
nen. Hij sliep drie dagen lang en hoor
de nieteens, dat de worm steeds maar
op de deur klopte.
Maar toen hij wakker werd, moest
hij hard gaan werken, want vier roze
blaadjes per dag zoeken, dat valt voor
een slak niet mee...
Jan Nelissen
m Mm. mm.
Iedere eindspelstudie van onze stadge
noot Marwitz is een bron van intens
schaakgenot. Om de compositie geheel te
doorgronden is ten diepgaande analyse
nodig en bij het bezien van de auteurs
oplossing verkeert men tot het einde toe
in onzekerheid omdat de pointe pas bij
de laatste zet te voorschijn komt.
Een fraai voorbeeld moge hier volgen.
soooooccnoooc xxx-
RECORD AANTAL SCHOOL-
KRANTEN.
Een op elke drie scholen heeft thans
in de Westduitse Bondsrepubliek haar
eigen krant en twee van elke drie scho
lieren kopen deze krant geregeld. Er
worden thans in totaal 570 schoolkran
ten geredigeerd en uitgegeven door de
Westduitse schoolkinderen.
mm. M/M. 'MM,
Xx30000000000000000000000000000000000000ax.^ca^x\j000c00
Zwart, twee dammen op de lange lijn,
5 en 46.
Wit, vijf dammen op 4, 25, 34, 36, 45.
Wit speelt en wint.
Wit speelt als eerste ze, 2o-3. Gp 46-37-
1-28 volgt 4-10 waarna met 5x40 de twee
dammen worden weggeslagen.
mm.
ösoocooooooooooooooxcoooooooocrocoooocoooocyx
'uaaaiqnop ajsaq
isq pds uaAagag jaq jaur pinz ueq uep
'sed jsoo sad paoou teuaaiq ;bb3 ;aq ua
puadoag uaqqaq usjOARiq uaa ;aui sr.p ;sa/A
noz -uftz jjbaaz jEAag apaaMj ;ep ui ueq
latqnop uag TBBjsjaAo uaguipaiquaa aiapuB
ailB ;aq isprno 'jpra^s jsjnt poq{n'o}BsuBS
uaa si UBp '-SBd-SBd- JapaaA Ciq ;bbS ua
uaaaABi^ uaa jo uaima uaa CipiBduagai op
luado 'sem ua;jBq uaa jo uaddoqos uaa poq
-sSuiuado iaq sjb pao§ st rpiuqoaj a'z'aa
•uaaatqnop jsjaa
uaui UB5( uep 'tads ipiais uaa ibm pinz sjb
uatu tjaan 'uaMnoqosaq a; poq qjois-jaiu
uaa S[B tBAaS ;;p ni jep ua uapaiq
a; jno;BsuBS uaa 'uee jp taaAaq apeni
-is azap ui -uapaiq at s;ai uio .inapt 9§ubj
uaag 5tCitapaouiaaA qaop 'ijaaq Tem ism jjop
pjoou ;bp 'iiap.io.viag qfijapinp si uapaiq jaq
llfl Jazap Su;sso|do
„Kever" heet hij en dat wil zeggen,
dat hij niet moeders mooiste, maar wel
's werelds grootste is. 's Werelds grootste
robot, met armen die bijna vijf meter
lang zijn, met benen waarvan men er
geen twee maar vier vindt en met een
totaal gewicht dat ruim 86 ton bedraagt.
Zijn voeten bestaan uit rupsbanden en
daarmee is hij dan letterlijk in het
atoomtijdperk binnengereden. Want
„Kevers" toekomst ligt in de menselijk
zo gevaarlijke radio-actieve sfeer,
waarin hij, bijvoorbeeld op het gebied
van atoomraketten, minutieus werk gaat
verrichten. Robot „Kever" heeft al be
wezen, dat hij in al zijn logheid en
kracht uiterst nauwkeurig om niet te
zeggen vriendelijkte werk gaat:
Hij pakt een ei op, zonder dat er ook
maar een barstje in komt.
„KEVER" is gemaakt in opdracht van
de Amerikaanse luchtmacht. Aanvankelijk
was het de bedoeling de robot te gebrui
ken voor onderhoud en noodbediening van
vliegtuigen die door kernenergie worden
aangedreven, maar toen het programma
voor de bouw van deze vliegtuigen kwam
te vervallen, werd zijn bestemming ge
wijzigd. En zo belandde „Kever" in de
woenstijnstaat Nevada, waar de afdeling
speciale wapens van de luchtmacht in
nauwe samenwerking met de Amerikaan
se commissie voor atoomenergie de afge
lopen maanden de robot op zijn „super-
menselijke" waarden testte. Doel van deze
testen is de robot direct in te schakelen
bij het project „Rover", een van de twee
programma's voor de ontwikkeling van
atoomraketten, waarmee Amerika zich
bezighoudt.
„Kever" 's armen kunnen negen ver
schillende bewegingen maken in, voor
iedere beweging afzonderlijk te regelen,
snelheden. Met de „handen" automa
tisch verwisselbare haken die er aan
vast zitten, is de robot in staat het fijnste
werk te verrichten, zoals het bevestigen
van moeren en bouten en het hanteren
van eenvoudige handgereedschappen. Een
speciale stekker bij de „pols" zorgt er
voor, dat de robot ook voor het gebruik
van machinale gereedschappen „zijn hand
niet i omdraait".
„KEVER'S" BORSTKAS weegt ruim
45.000 kilo en vormt de cabine, waarin de
mens zit, die „Kever" tot daden aan moet
sporen. Deze cabine is door een laag lood
van ruim dertig centimeter dikte tegen
radio-actieve straling beschermd, kan als
het nodig is draaien en staat op vier hy
draulische „benen", die de ruimte tot bij
na acht meter boven de grond kunnen
brengen.
De robot „ziet alles". In de eerste plaats
door de grote voorruit van de cabine en
de vier kleinere ramen, die zich aan de
zijkanten van het gevaarte bevinden. Elke,
door lood beschermde, ruit bestaat uit ze
ven lagen en heeft een totale dikte van
ruim zestig cm. De voorruit met kozijn
weegt alleen al ruim twee ton, de kleinere
ramen hebben een gewicht van ongeveer
een ton elk.
Om ook daar te kijken waar het vermo
gen van het menselijk oog capituleert, is
„Kever" uitgerust met een televisiecame
ra. Hij haalt deze camera roet een van
zijn handen uit een „borstzak", richt het
op het te bekijken object en voila: wat
„Kever" plus wmr doen chijnt op
een scherm in de cabine.