Elke Ag ena Veel kritiek op de wereldraad van kerken in ICCC-congres Het Shenandoah National Park - ongerepte schoonheid in de bergen - TANTE PATENT EN DE SOF n PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER I Ons vervolgverhaal door Grete Dölker - Rehder (Vertaald uit het Deens) Plastic bungalow ïm VRIJDAG 17 AUGUSTUS 1962 11 I 9) Kerkelijk nieuws Hij zag nu in, dat het goed was, zo- als ze was. Hij kon haar gerust haar j gang laten gaan, ook als ze zijn I mooie sofa van de kamer naar de I keuken versleepte. Stil keerde hij weer naar de kamer terug, trok een schoon hemd, een goede broek en een donker j wollen vest aan, knipte met een grote schaar zijn haar en zijn bakkebaar- i den en schoor zich toen zorgvuldig en I met veel moeite zijn kin en zijn bo- venlip. Ondertussen was Eike Agena toch wel flink geschrokken, toen ze het huishouden in de keuken gezien had. Nog een keer, voor de derde maal, zou ze graag rechtsomkeert gemaakt hebben om terug te gaan naar het grote, rijke, heldere huis van Haul- sen en daar weer aan het werk te gaan. Maar voor ze daar al goed over had nagedacht, had ze al alle ramen opengegooid, want het was hier nauwelijks mogelijk om adem te ha len. En toen zag ze de verdroogde bloe men en de koud geworden, met as ver stopte haard, en zo kwam van het ene werkje het andere. Ze gunde zich nauwelijks de tijd, om haar mandje neer te zetten en de wollen doek van haar hoofd te nemen. Gewend als ze was, haar goede kle ren te sparen, had ze naar een schort gezocht; ze had de grote kast in de keuken geopend en daar een hele voorraad vrouwenkleren in gevonden waarschijnlijk van Bertien Flors vi-oegere huwelijk. Toen trok ze haar zwarte jurk uit, nam de zilveren ket ting van haar hals en trok Trina Flors oude kleren aan: een rok, die veel te kort was, zodat Eikes rode onderjurk er onderuit kwam en ook veel te wijd, zodat ze hem van voren met een grote speld bij elkaar moest trekken, waardoor ze haar bijzonder slanke figuurtje verschrikkelijk mis vormde. De taille slobberde in lege vouwen om haar heen en Eikes hemd kwam er blinkend wit bovenuit. Trina's armen schenen maar half zo lang ge weest te zijn als de armen van Eike, en ze stroopte de mouwen eenvoudig tot boven de ellebogen op. Een schort vond ze ook nog, en dat bedekte haar wonderlijke kledij tenminste voor een gedeelte. En nu ging Eike met enorme ijver aan de slag: opruimen, schrobben en schuren. Het was niet veel, wat ze in deze eerste uren kon doen, het was alleen maar het grofste werk, maar het was de moeite waard. En hoewel er nog heel wat andere dingen waren, die hoognodig gebeu ren moesten, was er één ding, dat haar geen rust liet: die oude wrakke bank moest naar buiten die kon misschien op mooie zomeravonden dienst doen, voor de muur van het huis en de sofa uit de kamer naar de keuken Wat zag het er nu direct veel gezelliger uit! Hoe en waar zou Bertien tot nu toe toch wel gegeten hebben? Grote God, op de haard waarschijnlijk, in de as zittend en met afgestompte te genzin de smakeloze spijzen lepelend uit de met dikke korsten bedekte pannen zo leek het haar tenmin ste. Eike voelde een oprecht medelij den met hem. Medelijden en plichts gevoel waren de voornaamste drijfve ren van haar handelingen. Maar toen ze eenmaal bezig was werd ze zo ge grepen door de werklust, dat ze nog nauwelijks aan Bertien Flor dacht. Ze schrok bijna, toen de kamer deur plotseling met een ruk geopend werd en Bertien in de deuropening verscheen. Ze schrok bijna evenzeer van de verandering, die er met hem plaatsgevonden had. Met grote ogen en even geopende lippen stond ze hem aan te staren. Was dat dezelfde verslonsde man, die ze kort geleden nog uit zijn huis had zien komen, als een dier uit zijn hol? Was dat de oude man, die haar grootvader kon zijn? Deze man was slank en statig en hij kon ten hoogste haar vader zijn. Bertien Flor had zachtjes „goedendag" gezegd. Hij had ook nog, nauwelijks verstaan baar, „Eike Agena" gemompeld. Maar hij merkte, dat ze het niet gehoord had. Het domme kind staarde hem I aan alsof hij een wereldwonder was. Maar hij had zelf ook genoeg te kijken naar dat lichtblonde wezentje, dat er in Trina's oude spullen zo heel anders uitzag als een paar uur ge- leden, het muisgrijze nonnetje met haar grote wollen omslagdoek. Zo stonden die beiden als versteend tegenover elkaar en keken elkaar aan. oog in oog. En toen ze in zijn 1 ogen keek, wist zij, dat die man goed was. Hij zou haar niet slaan. Hij zag er ook niet als een dronkaard uit, zo stil, en nuchter en vol rust als hij daar stond. Neen, van hem zou ze geen slaag krijgen.maar waar- schijnlijk ook geen kinderen meer. Zijn E blik was rustgevend en tegelijkertijd verontrustend, want liever wilde Eike i slaag dan alleen maar die eeuwige stilte die in zijn ogen stond. En ter- wijl hij haar zo aankeek, werd ook de blik in haar ogen steeds stiller en haar bleek gezicht werd steeds e witter. Als uit een nachtmerrie wekte zijn groet haar, terwijl hij langzaam op e haar toekwam: „Goedendag, Eike E Agena" i Ze haalde verlicht adem. Nu pas had ze zijn groet gehoord. Goed, dat hij niet stom was. Maar die weinige e woorden waren zo moeilijk, zo schor E en zo rauw uit zijn mond gekomen, dat het te merken was dat hij het e spreken volkomen was ontwend. Ze e wilde hem helpen, ja, om hem te helpen was ze immers hier gekomen, e Ze zei: „Goedendag, Bertien Flor" en gaf hem haar hand, die ze eerst e aan haar schort afdroogde. Maar hij zag haar hand niet en keek haar nog e altijd aan. Toen voegde ze er op ver- e legen toon aan toe: „Ja, ik ben Eike E Agena. Mijn vader was Niklai en j| Hallesöt mijn moeder". Ze stokte. Bertien had langzaam zijn rechter- e hand opgeheven. Hij wees ergens in E de ruimte, toen op zichzelf en zei j| op onbeholpen toon: „Op school". e Eike, jong en vlug als ze was, be- e greep onmiddelijk, dat hij bedoelde E dat Niklai en hij op dezelfde school jj| geweest waren. Ze was er blij om. e Met een grootvader zou ze niet graag e getrouwd zijn, maar als hij zoiets als E een vader was, dan ging het wel. Grootvader betekende hulpbehoevend e heid en verpleging, vader betekende e bescherming en geborgenheid. Hij zag E er nu trouwens zo netjes, zo goed en E waardig uit, dat ze geen tegenzin meer tegen hem voelde. Bertien Flor e zweeg nog altijd. Met bezorgde ver- E wondering bekeek hij het jonge ding, E dat zomaar in zijn afgelegen huis E terecht was gekomen. In zijn langzame E goedmoedige hart mengde zich ont- e roering en medelijden, verbazing en ook een beetje verlangen. E Een gewone flinke vrouw had hij |j zich tot gezellin en hulp gedacht, e Zo'n vrouw zou hij zonder vreugde e en ook zonder bedenken tot zich ge- E nomen hebben. Maar dit kleine, slan- ke meisje? Dat was toch niets voor hem? De Haulsens waren werkelijk e niet goed bij hun hoofd. „Te jong", zei hij hard en bijna j| grof. e Eike Agena kromp in elkaar, alsof e ze een klap had gekregen. Te jong E dat was het meest vernietigende oordeel, dat hij kon vellen. e Het scheen, dat hij haar niet wilde e hebben. Maar op hetzelfde ogenblik E dat dit tot haar doordrong, wist ze opeens heel zeker, dat ze hier wilde blijven en in elk geval zijn vrouw e zou worden. Zijn afwijzing kwetste niet alleen e haar pas ontwaakte, nog kinderlijke e vrouwentrots, maar maakte haar ook e opnieuw tot een ontheemde, en deed al de volheid van het leven, die ze al voor zich had zien opbloeien, ver- e dwijnen. E „Weineen!" zei ze, bijna smekend, „Van de winter word ik al achttien", Ze keek naar hem op als een kind, E dat een standje gehad heeft. Nog E eenmaal moest ze slikken. Toen ver- zekerde ze: „Ik kan flink werken, (Wo~ vervolgd) Een voorbeeld van de nieuwe Neder landse mode; een jongensachtig hoedje van geranium-rood veloursvilt, dat zowel op loshangend als op opgestoken couturier Franc Govers. haar kan worden gedragen en stevig op het hoofd zit. Mannequin Sophia toont hier dit hoedje, dat werd ontworpen door de Nederlandse Het vijfde! congres van de Internationale Raad van Christelijke Kerken in Amster dam heeft eenstemmig een verklaring aan genomen waarin het congres uitspreekt dat het met ernstige bezorgdheid gade slaat dat zovele kerken het historische christelijke geloof en het protestantisme de rug toekeren. Het congres protesteert met klem tegen de toenadering tot Ro me, zoals verscheidene kerkelijke leiders die tonen in een verbroedering met de katholieke kerk. Het door paus Johannes XXIII bijeen geroepen Vaticaanse concilie, dat in ok tober gehouden zal worden, moest eigen lijk niet door bijbelgetrouwè flfrisTëheri worden bijgewoond, meent men. Het con gres' betreurt dat vertegenwoordigers van bepaalde protestantse richtingen erin heb ben toegestemd een uitnodiging tot bij woning van het concilie te ontvangen. Het betreurt voorts dat de wereldraad der kerken, waartoe zovele protestantse richtingen behoren, er eveneens in heeft toegestemd officiële vertegenwoordigers naar het concilie te sturen. Het thema van het congres, dat tot en met maandag duurt, is: „Jezus Chris tus is gisteren en heden dezelfde en tot in der eeuwigheid" (Hebr. 13:8). Aan het congres nemen ruim 500 af gevaardigden uit 55 landen uit alle we relddelen deel en het wordt bovendien bijgewoond door een aantal waarnemers en belangstellenden. De I.C.C.C. werd in 1948 te Amster dam opgericht als een raad van kerken, die zonder reserve de bijbel als het woord van God aanvaarden. De raad huldigt onder meer de mening dat communis me en christendom onverzoenbare tegen standers zijn en dat het in deze dagen dringend noodzakelijk is om een duidelijk getuigenis af te leggen van het geloof in Jezus Christus als de zaligmaker der wereld, en te waarschuwen tegen allerlei' dwalingen die de kerk van Jezus Chris tus binnendringen. Het congres ontving een telegram met felicitaties en de beste wensen voor een succesvol congres van de president van Nationalistisch China en mevrouw Tsjang Kai Shek. Op het congres is een pre dikant aanwezig van een kerk op het Chinese eiland Quemoy. Dr. Paul R. Jackson uit Chicago, na tionaal vertegenwoordiger van de General Association of Regular Baptist Churches, hekelde de neo-orthodoxie, die volgens hem met een subtieie vervanging van waarheid door dwaling een zeer doeltref fend middel hanteert om duisternis te geven in plaats van licht. In dit verband kritiseerde hij het ge bruik van „rubber woorden", door de We reldraad van Kerken. Dit jaar logenstraft de Wereldraad elk ernstig streven naar een meer bijbels standpunt, ondanks de uitbreiding van de leerstellige grondslag, door een president te kiezen, wiens geloof volkomen tegen gesteld is aan alles, wat de leerstellige grondslag betekent voor een christen. „De ze man is dr. Ramsey, aartsbisschop van Canterbury", aldus dr. Jackson, die er op wees dat dr. Ramsey de maagdelijke geboorte verwerpt en het verhaal van Adam en jgva een parabel acht. Do aliemeen secretaris? de heer A. Warnaar Jzn. (Amsterdam),, bracht ver slag uit over de afgelopen vier jaar, waar in volgens hem de grootste teleurstelling was dat het ook in die periode prak tisch niet mogelijk was enige van de oudere kerken te winnen als lid voor de T C.C.C De enige uitzondering vormt de groep strict baptist churches in Enge land. „Er is praktisch geen enkele kerk in de wereld van heden, waar de boze geest van de wereldraad met zijn geest van relativisme en vrijheid van interpretatie niet op de een of andere wijze binnen dringt", zei de heer Warnaar. Aan de Wilgenpias in Maarssen is Nederlands eerste plastic bungalow geopend. Het is een huisje met een totale oppervlakte van 48 vierkante me ter, dat geheel uit kunststof werd opge trokken. De dubbele wanden bestaan uit zogenaamde dekafhanplaten, die in Duits land worden gemaakt en waarvan men zegt dat ze onbrandbaar, geluiddempend, weer- en vochtbestendig, slagvast, sterk isolerend en voor minstens 70 pet licht- doorlatend zijn.- Als dit woningtype op den duur blijkt te voldoen aan de gestelde eisen zou het mogelijk zijn de bungalow in een bouw pakket af te leveren. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Lage Zwaluwe (toez.) A. Vink te Vriezenveen te Sint Annaland B. Haverkamp te Blauwkapel. Be dankt voor Westmaas J. van Heerde, kand. te Amsterdam voor Hoogeveen (wijkgem. Centr. Noord I) J. Noltes te Ridderkerk. (Van onze correspondent) WASHINGTON. Een goede honderd kilometer van Washington D.C. kan men rust en koelte vinden in een prachtige natuur. De meeste inwoners van Amerika's hoofdstad hebben het Shenandoah-park weliswaar alleen uit hun auto bekeken, maar zij hebben dan altijd nog kunnen genieten van weidse uitzichten en de heel mooie herfstkleuren. Maar autorijden over de „Skyline Drive" haalt niet bij het genoegen om in dit gebied te kamperen en lange wandeltochten te maken. DEt APPALACHIANS zijn een bergreeks, die zich uitstrekt van Quebec in Cana da in het noorden, tot de staat Alabama in het zuiden van de Verenigde Staten. De bergen van deze reeks hebben lange tijd een ondoordringbare muur gevormd voor de kolonisten, die zich in de nieuwe wereld vestigden. Het lage land aan de oost kust werd bevolkt, maar over die ber gen, die zich een hon derd of tweehonderd kilometer van de zee kust verhieven, kon men eenvoudig niet heenkomen. Zo ge weldig hoog zijn die bergen echter toch niet. Men kan ze on geveer vergelijken met de Vogezen. Maar dit gebergte is zwaar bebost en wat het passeren extra moei lijk gemaakt moet hebben de Appala chians bestaan uit verschillende berg ketens, parallel aan elkaar en alle in een richting van zuidwest naar noordoost, ook weer evenwijdig met de kust dus. Een ondernemend man, die over de bergen wilde trekken, zag zodra hij een van de reeksen beklommen had weer een andere reeks oprijzen. THANS ZIJN die bergen niet meer de vijand van de bewoners van de kuststreek. Velen die in New York, Philadelphia of Washington wonen, beschouwen dat mid delgebergte als een toevluchtsoord, waar zij koelte en ontspanning kunnen vinden na de warme werkweek van Amerika's hete zomers. Wie in Washington woont is al heel gelukkig: een gedeelte van het gebergte in twee uur per auto te be reikenis sedert 1935 een nationaal park geworden. Het woord park kan men in zo'n geval beter vertalen met „natuur reservaat" en duizenden vinden in het Shenandoah national park gedurende de weekends de rust, die zij zo hard nodig hebben na het enerverende werk in de steden. Dit park bestaat uit een deel van de meest oostelijke keten der Appalachians. De lengterichting is van noordoost tot zuidwest, in totaal een afstand zo onge veer van Zwolle tot Rotterdam. In die richting heeft men over de bergkam een autoweg aangelegd, die geheel voor het plezier van de toeristen is gemaakt. Vrachtauto's mogen daar niet rijden en de weg vormt trouwens geen verbinding tussen plaatsen van betekenis. De route blijft steed,c hoog, slingerend van de ene top naar de andere. Waar de mooiste uit zichten zijn heeft men de weg wat ver breed, zodat de automobilisten rustig kunnen parkeren en van het panorama kunnen genieten. NAAR HET OOSTEN ziet men de grote vlakte die zich uitstrekt in de richting van de (onzichtbare) oceaan; naar het westen kijkt men neer in de Shenandoah vallei, waar men de kronkelende She nandoah ziet stromen. De volgende berg reeks van de Appalachians ziet men dui delijk oprijzen aan de andere kant van het dal. Het drukst is het op die toeristen- weg als de bomen fel rood en geel zijn. Dat is in oktober. Dan zijn er weekends waarin heel Washington schijnt uitgere den om bumper aan bumper! van het herfstlandschap te genieten. Die autoweg over de kam kan men ken schetsen als een „geluk bij een ongeluk". Zoals men weet heeft Amerika omstreeks 1931 een afschuwelijke depressie doorge maakt en om de werkloosheid te bestrij den heeft men toen, bij wijze van werk verschaffing. deze route over de bergen tot stand gebracht. IN 1925 WAS MEN al begonnen delen van het gebied op te kopen, om een na tuurreservaat te vormen. Particulieren brachten de eerste gelden bijeen, toen ging de staat Virginia meedoen en sedert ongeveer 1935 is dit een nationaal reser vaat geworden. Die autoweg over de bergen brengt niet al te sportieve toeristen op een gemakke lijke manier tot de natuur en zij geeft aan hen, die zich pas werkelijk buiten voelen als zij hun auto hebben verlaten, een prachtige kans om punten te berei ken, vanwaar zij de wildernis in kunnen gaan. In de buurt van de autoweg zijn verschillende picknick-plaatsen en boven dien een paar voortreffelijk ingerichte kampeerterreinen. Het grootste vindt men in het midden van het park, op een plaats die Big Meadows heet. Daar kunnen wel 150 tenten tegelijk staan, maar het ter rein is zo groot en men heeft de kampeer plaatsen zo mooi afgescheiden door bo men, dat men "hauwelijks iets merkt van zijn medekampeerders. En: luidspelende radio's zijn verboden. ZELF ZET IK de tent echter toch nog liever op waar het rustiger is dan in Big Meadows. Dat grote kampeerterrein heeft wat meer comfort (toiletten en was gelegenheid), maar de kleinere kampeer- pleklcen zijn natuurlijker, al was het al leen maar, omdat men hier herhaaldelijk bezoek krijgt van de nieuwsgierige en weinig schuwe herten, die zich de laatste jaren sterk vermenigvuldigd hebben in dit gebied. Gejaagd mag hier niet wor den. In het zuidelijk deel schijnen nu ook al een vijftig beren te huizen, maar die houden zich tot nu toe verre van de kam peerders en wandelaars. Sporen en uit werpselen bewijzen echter onmiskenbaar, dat ze er zijn. Men kan in deze bergen heerlijke wan deltochten maken, tochten waarop m en maar zelden iemand tegenkomt. De pa den zijn meestal primitief, soms zelfs nauwelijks te vinden. Wanneer de Appa- lachina Trail Club geen verfplekken op de stammen had aangebracht zou men gauw verdwalen. Maar met behulp van die tekens kan men dagenlang rondtrek ken langs beken en watervallen, over top pen en door dichtgegroeide dalen. Water behoeft men niet mee te nemen. Men komt altijd wel bij een stroom vol heer lijk koud bergwater. Soms hebben de be ken kleine kommen gevormd, waar men een yerfrissende duik kan nemen. De her ten, wasberen en eekhoorns eisen niet, dat men daarbij een zwembroek aantrekt. Dessert voor die picknick is ook mees tal wel te vinden: eerst bosaardbeien, later bramen en nog weer later bosbessen. Hout voor een vuur (een „steak" smaakt beter, dan die men zelf heeft geroosterd) behoeft men niet van thuis mee te sjou wen. In een reservaat zoals dit wordt het dode hout niet weggeruimd en sprok kelen is hier daarom geen kunst. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp COPYklCHT m» rwtww «YNDICAT» 89. Tante Patent kwam met een vaartje de hoek omzwaaien, juist toen Mr. Doodle wegreed met de antieke vaas op zijn auto. „Oh kreet ze. „Hal lo wacht evenhelp, stop!" Maar het was te laat. De auto reed weg. „O Keesje", riep tante Pa tent, ik geloof heus dat dit de vaas is waar ik al zo lang naar zoek. Ik herkende hem duidelijk. Weet je ook wie die meneer is? En waar hij maar toe gaat?" 't Is geloof ik een Amerikaan", zei Keesje. „Hij heeft me een dollar gegeven, een echte hele dollar voor die vaas." „Dat had je niet moeten doen", zei tante Patent. „Stoute jongen! Maar kom mee, we moeten er onmiddellijk achteraan. Voor uit, in de bus, die staat daar toch leeg, want de chauffeur ligt in het Vulpense bos impulsief te we zen. Kom stap in, we moeten hem inhalen". 18. „Komt, ventje, nu flink aangestapt," zei Joris Goedbloed. „We willen ons immers ongestoord verdie pen in de lectuur van uw leerzaam boek, en we kunnen er niet zeker van zijn dat die aardige caféhouder de ruwe graaf lang vast zal houden. Snel nu dus!" „Maar Joris" vroeg Panda, „leg het me nu eens uit! Waarom heb je je als agent verkleed? Waarom liet je me alleen naar binnen gaan? Waarom heb je niet een échte agent geroepen?" „Dat is toch eenvoudig, makkertje!" sprak Joris. „Was ik gewoon met u mee gegaan in dat koffie huis, dan waren wij in een vernederend gevecht ver wikkeld zonder het boek te krijgen. Tussenkomst van de politiemacht was gewenst. Een échte agent had even wel het boek écht in beslag genomen, en dan hadden wij ons niet in deze amusante lectuur kunnen verdiepen. Quod Erat uniformum, zoals het klassieke spreekwoord zegt, bedoelende dat een uniform soms zo aardig van pas komt". Zo sprekende tilde hij een riooldeksel op en liet daar het nette uniform invallen. „Waarom doe je dat nu weer?" vroeg Panda verbaasd. „Waarom gooi je dat uniform in een riool?" „Wel, baaske," antwoord de Joris verlegen, „Omdat ik de agent waar het aan toebehoort er éérst in gegooid heb. Hij zal blij zijn het terug te krijgen, want zonder uniform durft zo'n diender de straat niet op".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 11