Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemse he Courant
en IJ mui der Courant
Een d-oorkijk op wat eens was „Eene
menschlievende stichting, die nog aan
velen van onze stadgenooten de onge
makken des ouderdoms dragelijk maakt
en hunnen weg naar het graf vervroo-
lijkt" (Cornells de Koning). Frans Hals
was ongeveer 84 jaar toen hij de re
genten en regentessen van dit Oude
mannenhuis schilderde; hij kreeg in die
tijd een toelage van 200 per jaar van
de gemeente Haarlem en drie krui
wagens turf. Nu, drie eeuwen later,
komen er tweehonderdduizend mensen
uit de gehele wereld om naar het oeuvre
van de meester te kijken. Als de zon
schijnt fijn even uitrusten. Met de
Halsen in de rug genieten van de warm
te in de hof van Europa's intiemste
museum. Museum? Nu de Halsen thuis
zijn eigenlijk niet. Dit is het Oude
mannenhuis. Hier loopt Frans Hals. Een
oude man van 84 jaar.
Binnen, in de directeurskamer, komen
elke dag vier stafleden bij elkaar om de
actuele zaken te bespreken. Er is iedere
dag iets nieuws. Er moeten altijd zaken
geregeld worden. De expositie is ook een
bedrijf, een zaak waar een half miljoen
gulden in is gestoken. Daar zitten ze,
de zakelijke leider Meinema, adjunct
directeur Schwagermann, directeur
Baard en pers- en publiciteitsman Pleyte
d'Ailly. „Wat schrijft de Neue Ziircher?
Hoe vind je die plaat in Time? Wat doen
we met de televisieploeg uit Japan?" Zo
zal het er wel gaan. Frans Hals is nieuws.
Dit is de tijd van de top
drukte in het Frans Hals
museum. Er zijn nu al ruim
115.000 bezoekers geweest
en laatstleden woensdag
werd het record van 4.039
bezoekers op één dag ge
boekt, van wie er 739 tijdens
de avondopenstelling. Dit
zijn Hals' hondsdagen.
Laat ons in deze dagen mee
leven met de staf van het
museum, die het 106 exposi
tie-dagen en -avonden moet
volhouden.
Eén van A 200.000. In een kinderwagen. Een onnozel halsje dat geparkeerd
wordt voor het hoofdgebouw van het vroegere Oudemannenhuis. Vader doet het
binnen kahruian, maar moeder wil wel halsoverkop naar buiten, je kunt het nooit
weten. „Neem. het kind dan mee naar binnen". „Ja, maar dan gaat het huilen".
Laat het dan staan". Daar komt moeder al aan. Er is niets aan de hand.
Hoe vindt u deze: „Mijn
heer (dit speelt zich af aan
de catalogus-, kaarten- en
fototafel), mijnheer heeft u
wat foto's van het blootje?"
Er wordt specificatie ge
vraagd door de tafelheer.
Dan blijkt dat „La Bohé
mienne" bedoeld wordt,
wier joyeuze openhalzig-
heid de bezoeker heeft be
koord. Iets langer duurde de
oplossing van de volgende
opdracht: „Geeft u mij een
prent van dat goosertje met
die bal". Het bedoelde goo
sertje is Bartout van Assen
delft, diens bal een schedel
en het geheel „Man met
schedel". Twee bezoekers
lopen langs de apostelkop
pen, die door het museum in
Odessa zijn afgestaan. De
ene leest en zegt: „Helemaal
uit Odessa". De ander:
„Da's dan wel goed" en zon
der naar de schilderijen zelf
gekeken te hebben gaat het
verder. Het meest gehoord
blijft echter: „Hals is toch
geen Rembrandt". Daar
houden we 't op.
Wat zegt zon vader nu tegen zijn zoontje of die moeder tegen dat meisje?
Zegt vader: „Kijk, Hals is een harmonieus tonalist die zijn mensen spontaan
en vitaal weergeeft, zonder enige zin voor relativiteit"? Nee. Maar tvat dan
wèl? Kijk dat jongetje eens staan. Van top tot steen staat hij te kijken. Wat zou
die vader toch gezegd hebben; we zouden het graag weten. Moeder zal wel
denken: als die kleine nu maar rustig
blijft „nergens aankomen"; en zou ze
ook niet denken: moét je nu echt zo lang
voor elk schilderij blijven staan als Jan
(John, Jean, Johann) doet? We zien haar
dadelijk wel op een bankje in de zon
op de binnenhof.
Dit is een stille. Hij zorgt dat er geen
Halsmisdaden gebeuren en kijkt de hele
dag. 's Nachts neemt een geheimzinnig
(Iradenstelsel met ultrasonische geluids
sluiers zijn werk over. Dat kan zo fijn
afgesteld worden dat zelfs een muis
alarm kan veroorzaken. Maar overdag
nwet er gekeken worden. Wie heeft er
daar een schuttersstuk onder de arm?
Ruggelings in de frans Halsexpositie.
O, het kan er zo druk zijn. Maar ze
zeggen dat het 's middags nog drukker is.
Mooie catalogus, daar niet van. Zo zie
je tenminste nog iets. Je kunt je het beste
kalm houden, iedereen komt wel aan de
beurt. Als ze maar niet duwen is mij
alles best.
H-V» N i* 4 *,^"vT' A-*- V
Erb
iv/. v. y X
.v. X". X v.-A .->• ■/vCv^A^
<•>-?
v •>-• »-v»
C j. y
.«■*-*■
<^vC f v<y>
r-
X- v -*
«a$ X,..;-:
v ->--><• .v.
l-U r, - r-* - 'v* -.
.~-y- F*
-iminnifwi.
IN HET HUIS VAN
FRANS HALS
I INKS
RECHTS