„Anders dan anderen" wellicht komende winter voor het laatst (Vertaald uit het Deens) door Grete Dölker-Rehder TANTE PATENT EN DE SOF PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER 7 Ons vervolgverhaal Bert Garthoff: „Ik stop er liever twee jaa\ te vroeg mee dan een uitzending te laat DINSDAG 21 AUGUSTUS 1962 Motorisch ziekenhuisbed „Weer of geen weer" J Dit is uw leven" Sleutelfiguur Niets teveel Geen sensatie Gaat u met vakantie? Kerkelijk nieuws V 3 EIKE AGENA 12) Kalm kwam» hij de keuken binnen en zijn ogen waren stil als altijd. Hij zag haar nog altijd op dezelfde plaats staan, hulpeloos. Toen kwam hij vlak voor haar staan hief onhandig zijn zware rechterhand op en streek haar een paar maal voorzichtig over het blanke voorhoofd. Toen vroeg hij moeilijk met zware tong, en het was de eerste complete volzin, die hij zich dwong te zeggen: „Zou je graag eens op de vuurtoren willen?" Daar werden Eikes ogen zelf als twee stralende lichen. Ze voelde zijn goedheid en alle twijfel viel van haar af als een zware last Mocht ze met hem op de vuurto ren? Mocht ze werkelijk op die toren waar alles haar zo vreemd, zo indruk wekkend, zo geheimzinnig scheen? Ze begreep wel het bijzondere van zijn aanbod maar pas veel later wist ze, dat dit de grootste liefde was, die hij haar bewijzen kon. Nog nooit had bij iemand meegenomen op de vuur toren en ook daarna zou hij niemand meer meenemen. Van de muur in de keuken nam hij een grote sleutel, die Eike al eerder opgevallen was door zijn bijzondere omvang en vorm. Hij hing daar mid den aan de muur, ongeveer als in an dere huizen een schilderij. Bertien en Eike verlieten samen het huis en liepen de duinen af, naar het strand. Eike zag, dat de vloed op kwam en dat er naast een kleine vlonder een plompe, donkere boot lag. die waarschijnlijk eerst in de mod der gelegen had, zodat ze hem niet had opgemerkt. Als het water hele maal hoog is, zal hij me met deze boot terugroeien, dacht ze. „Bertien, ik wil bij je blijven" zei ze zacht, maar hij antwoordde haar niet. Hij liep enkele treden op, die daar aangebracht waren om de waker en zijn gezin in geval van uitzonderlijk hoge vloed een laatste toevlucht in de toren te kunnen verzekeren en open de de zware met ijzer beslagen deur. Ze betraden het ronde gebouw en klommen de wenteltrap op. Door kleine spleten in de muur kwam juist voldoende licht naar binnen. Twee maal per dag klimt Bertien hier op, dacht Eike. Iedere avond moet hij de petroleumlampen aansteken en iedere morgen moet hij ze weer uitdoven, oppoetsen en vullen. Hoe zou het toch wel komen, dat de schijnwerper draait? Maar ze zei en vroeg niets. Toen stond ze, hijgend en met zwaar kloppend hart, boven. Hetzelfde ogen blik was ze Bertien en de vuurtoren vergeten en scheen ze boven alles wat ze tot nu toe gezien of beleefd had, geheven. Licht was om haar heen en blauw. Het was, alsof ze als een meeuw, de aarde ontvlogen was in de reine luchtzee zwevend en aan alle kanten door blauw omspoeld Het eer ste ogenblik begreep Eike niet, waar om ook beneden haar alles blauw was zover haar blik reikte Toen pas zag ze, dat het de zee was. Maar was de zee dan zo groot, kwam er dan geen einde aan? Dat had ze niet gedacht. In Lissum had ze tussen de bocht, de duinen en het wad geleefd dat heel in de verte door een smalle kuststrook begrensd werd Daar lag ongemerkt overgaande in de nevel het vasteland: Wolvermar-Atterdags-Land. Maar wat maakte dat zo hoog gezien nog uit, dat het daar lag? Zo ver lag het daar. zo klein en nietig tussen de blauwe oneindigheden Wat moest de aarde toch groot zijn dat je hier, in die eindeloze verte, niets anders kon zien dan de Noord zee! Want er moest toch nog ergens land zijn. Ergens moest het toch lig gen dat land waar mensen woonden en waarvan ze al gehoord had. En dat de wereld zo mooi was, neen, dat had ze nooit kunnen denken. En hier stond ze nu, overweldigd en gegrepen voor de werkelijke schoonheid, die iets bovenaards had. Alles scheen onstoffelijk te zijn en zich op te lossen in licht en glans, t.lles scheen alleen maar een vloeien en stromen en stralen te zijn, zee en hemel schenen zich zonder scheiding te versmelten. Boven straalde de zon Ir, een wolkenloze hemel, beneden fon kelde en schitterde de zee haar vuur terug Maar nu zag Eike toch wel enig on derscheid. Boven was de grote, eeu wige rust, de bijna volkomen bewe gingloosheid, maar beneden haar was de rusteloze beweging, daar rol den de schuimende golven en was de zilveren rand van de branding. Want eindelijk had Eike haar ogen van de afschrikwekkende grenzeloosheid van hemel en water afgewend en keek ze verbaasd omlaag naar het witte, blauw omspoelde land. Dat was im mers het Zouteiland. Wat was het klein en nietig in de eindeloosheid van de Noordzee. En wat groot was het toch ook. Daar, tussen de waddenzee, de duinen en de bocht, lag Lissum. Een erbarmelijk hoopje huizen in ver houding tot het hele eiland. Daar ginds dat moest Nönnkegeest zijn, daar Fennen, verderop Norderland en heel, heel ver, helemaal aan het andere einde, Puantum, dat nauwe lijks meer te onderscheiden was. Dat wist ze wel, dat al die plaatsen op haar eiland lagen, ook dat Lissum daarvan het kleinste en het armste was. Maar wat er allemaal nog tus sen die plaatsen in lag, daar had ze niets van geweten. Ze had niet ge dacht, dat de dorpjes zo dichtbij el kaar lagen en dat het Zouteiland voornamelijk uit een zo langgerekte duinenrij en zulke verre, verre heide vlakten bestond. Maar er was nog meer land. Heel in de verte, aan de horizon, in het noorden, zag ze het, zilverig als een lichte nevel: Thule, het eiland Thule. Hallesöt Agena had het zo genoemd. Eike wist niet, of het de werkelijke naam was. Haar moeder had haar van koningen en helden verteld, die daar op Thule geleefd, gestreden, bemind en geleden hadden. Terwijl ze over die donkere sagen nadacht, voelde ze 'n hand, die haar voorzichtig aanraak te. Ze keek in Bertiens baardige ge zicht, sloeg haar ogen neer en begon half verblind door het vele licht om haar heen, tastend de trap af te da len. Ze kon geen woord uitbrengen. Maar Bertien was ook geen man, die veel woorden vroeg. Hij had al les gezien en alles begrepen Toen ze beiden weer beneden stonden en Ber tien de deur van de toren gesloten had, wees hij naar de bocht en zei: „Nu! Voor de vuurtoren" En Eike, die hem met in spanning gefronst wenk brauwen had aangekeken, begreep dat ze nu weg moesten, omdat hij tijdig weer terug moest zijn om het licht in de toren aan te steken. Maar, ze was nu gegroeid. Ze voel de het plotseling haast lichamelijk. Daar, boven op die toren, had ze nieu we maatstaven leren kennen voor grootte en verte, niet alleen maar van de eeuwige, maar ook van de mense lijke dipgen. Het ging er nu om, schuwheid en schaamte te overwin nen, het ging er nu om, geen kind meer te zijn. maar een mens, die zijn leven zelf in zijn hand neemt. Hier moest gestreden worden, om te over winnen. Ze richtte zich hoog op, liep snel en zeker op Bertien Flor toe, legde haar beide handen op zijn borst en zei snel en dringend: „Bertien, ga jij alleen naar Lissum! Ga naar de Haul- sens. Zeg Moy en Hannis, dat ik hier blijf Zeg hun, dat ze voorbereidingen moeten maken voor onze bruiloft, en dat ik wel pen week van tevoren kom. want ik heb geen tijd meer voor iets anders. Zeg hun, dat ik nu voorgoed aan de witte Knee blijf Zeg hun, dat ik nu voor altijd bij jou blijf. Toen Eike Agena dat gezegd had en ze daarmee haar diepste gevoelens had blootgelegd, legde ze haar blan ke voorhoofd, verborgen tussen haar handen, tegen zijn borst en huilde van schaamte. (Wordt vervolgd „IN DE LAATSTE zes jaar hebben we 23 maal „Dit is uw leven" voor de radio en 17 keer „Anders dan anderen" voor de televisie gebracht, en het schijnt in de bedoeling te liggen er zeker nog in het komende seizoen mee door te gaan. Maar toch.je moet bij zoiets altijd op je qui-vive zijn om er tijdig mee op te houden, anders gaat de verrassing of de spanning van zo'n programma verloren. Dan dreigt het gevaar, dat je het teveel in stunts gaat zoeken, waardoor het aanzienlijk minder menselijk wordt. Of je vervalt in herhalingen, zodat men precies tevoren weet wat er gaat komen. Het wordt een soort schablone. Dat wil ik absoluut voorkomen. Ik schei er liever twee jaar te vroeg mee uit dan één uitzending te laat. Ik zou het eigenlijk zo willen formu leren: de overweging om er mee te stoppen wordt steeds sterker". Het laatste nieuwtje op het gebied van dè ziekenhuisverpleging is een dezer da gen in Engeland gedemonstreerd: een ziekenhuisbed dat is uitgerust met een kleine electromotor, die de verpleegster in staat stelt, het bed aan hoofd- of voeteneind te verstellen of het hele bed zonder schokken te verplaatsen. Het mo torische bed is ontworpen in opdracht van het Northern Group Hospital Manag- ment Committee een coöperatief ver bond van ziekenhuizen en een Brits fabrikant zal binnenkort met de massapro- duktie beginnen. De nieuwe vinding zal zowel het lot van de patiënten als dat van de overbelaste ziekenzusters (ook in Enge land is een groot gebrek aan verpleegsters) verlichten. BEET GARTHOFF zegt het bedacht zaam, weloverwogen. Hij is thuis aan de Meidoornlaan in Nieuw-Loosdrecht dezelfde als voor microfoon of camera: bijzonder sympathiek, erg rustig en zeker van zichzelf. Hoewel hij er niet op uit is, zichzelf op de voorgrond te plaatsen, ont wijkt hij een persoonlijk gesprek niet, mits men zijn particuliere leven maar ge scheiden weet te houden van zijn werk. En dan horen wij, dat hij in Amsterdam het lyceum afliep en daarna vier jaar sociografie studeerde. Hij betreurt het nog dat hij die studie niet voltooide: „Wat doe je met iets halfsMaar het heeft hem in zijn verdere carrière geen parten gespeeld. Toen hij 23 jaar was, stapte hij op de boot naar Nederlandsch- Indië dat toen snel opleefde na de crisis van de jaren dertig. Het eerste het beste baantje, dat hij daar kon krijgen, accep teerde hij: dat van omroeper bij de Ne- derlandsch-Indische Radio Omroep Maat schappij NIROM. Een niet te groot be drijf met een kleine staf, ideaal dus om het vak grondig onder de knie te krijgen. Met uitzondering van de oorlogsjaren die hij in kampen overleefde werkte hij tot begin 1951 bij de radio in Indone sië. Toen liep het Nederlandse program ma af en Bert Garthoff had geen andere keus dan de weg terug naar het vader land in te slaan. Daarna volgden vier jaar als maker van klankbeelden en reportages bij de Wereldomroep. Begin 1955 stapte hij over als reporter naar de VARA. REEDS ENKELE MAANDEN later be gon hij op de zondagochtend met zijn in middels wel heel populair geworden pro gramma „Weer of geen weer". Meer dan zeven jaar later draait het nog: na onge veer 370 uitzendingen. „Ik wil op de vroege zondagochtend wat gezelligheid en huiselijkheid brengen. Niet als een soort tegenwicht, maar als iets, dat iedereen kan verstouwen", definieert hij de opzet van zijn programma. De praktijd heeft duidelijk aangetoond dat hij met deze gedachte en de wijze, waarop hij deze heeft menen te moeten realise ren, midden in de roos heeft geschoten. De reacties zijn legio. Om een antwoord te geven op een vraag, die velen steeds schijnt te In Londen toonde de Britse mode ontwerper Victor Stiebel zijn najaars- en wintercollectie, waarin onder meer dit sportieve tweed mantelpakje voor komt. De ceintuur is van kalfsleer, de rok heeft aan de voorkant een over slaand pand. kwellen „Wat doen we met die zondag?" geeft hij onder andere toeristische tips. De ervaring heeft hem echter geleerd, dat hij er beter aan doet de plaatsbepaling wat in het vage te houden. De laatste twee jaar gebeurt dat opzettelijk. Want voor die tijd bleef er nooit veel over van de stilte, die hij zijn luisteraars beloofde. Soms zagen de besproken plaatsjes of streken na zijn praatje van 's ochtends des middags al zwart van de mensen. En dat ontketende vanzelfsprekend weer een lawine van boze brieven „ALLEEN AL voor Mt programma kan ik elke week op zeker vijftig brieven re kenen. Geen verzoeken om handtekenin gen, maar post „met inhoud." Talloze tips, soms hele lappen met beschrijvin gen van een streek. Dat vergt veel aan dacht. Het kost een zee van tijd en die heb ik niet. U mag het gerust weten, ik ben maanden achter", bekent Bert Gart- heff. Die tips komen veelal van plaatselijke v.v.v.'s of andere organisaties, die er wel voor voelen, hun omgeving in het zonne tje te zien. („De stromen belangstellen den moeten van limonade voorzien wor den"). Bert Garthoff ontvangt ze dan ook graag, hoewel hij ze lang niet altijd ge bruikt. De meeste plekjes zoekt hij zelf op. Trouwens, hij doet haast alles zelf voor dit programma. Hij heeft enkele vas te medewerkers als dr. Fop I. Brouwer en de weerman, maar voor het overige trekt hij er zelf op uit. Om een persoon lijke toonaard te vinden. Om te zien, wat hij kan gebruiken en met wie hij een praatje kan maken. Hij heeft wel eens ter plaatse een uitzending verzorgd, zoals eens uit de Keukenhof, maar dat is een uitzondering. Usance is een directe uit zending uit de studio. „Dan zijn we min der gebonden aan plaats en persoon. Het is dus prettiger werken en bovendien is het wat huiselijker", vindt hij zelf Maar „Weer of geen weer" is niet de enig oorzaak dat Bert Garthoff de ge neugten van de vijfdaagse werkweetc moet ontzeggen. Zes jaar geleden begon hij met „Dit is uw leven" voor de radio. Deze biografieën van bekende en/of verdiens telijke Nederlanders oogstten onmiddellijk zoveel succes, dat zij een jaar later ook voor de televisie verschenen. Ook daar werden zij een groot succes, niet in het minst door de innemende, bescheiden en beheerste wijze, waarop zij door Bert Garthoff gepresenteerd werden. Bert Garthoff weigert echter categorisch de lauweren voor dit succes alleen te oogsten. „Dat is het werk van een team. Van een redactieraad, welke bestaat uit de producer, mijzelf en twee „speurhonden". Deze laatsten zijn medewerkers, die nooit voor camera of microfoon hebben gestaan. Hun verschijning noch hun stem is dus bekend". „We beginnen uiteraard met het kiezen van een hoofdpersoon. Ons verlanglijstje is schier onuitputtelijk. We hebben nog talloze Nederlanders, die we graag voor radio of televisie zouden brengen, wegens hun persoonlijke bekendheid of om in hen een bepaalde categorie verdienste lijke landgenoten naar voren te halen. Vanzelfsprekend is het nodig, voor afwis seling te zorgen. En er kan er altijd een plotseling uitvallen of er kan een andere kink in de kabel komen. Daarom zijn we in de praktijk altijd wel met twee of drie personen tegelijk bezig. Alleen in de aller laatste periode voor de uitzending concen treren wij ons volledig op de hoofdpersoon daarvan", vertelt Bert Garthoff. Een echtgenoot, een broer, een zoon of iemand anders, die de hoofdpersoon zeer goed kent. Die wordt geheel op de hoogte gebracht van de plannen. En hem of haar wordt gevraagd of de persoon in kwestie er wel voor zal voelen. Zou hij het niet erg onplezierig vinden, zo in het zonnetje te komen? Pas wanneer de ze kerheid bestaat dat de kans op een wei gering van de toestemming in het begin van de uitzending nihil of althans zeer gering is, wordt er verder gewerkt. „Dan is het een kwestie van veel ge duld en vindingrijkheid", meent Garthoff. „De eerste keren hadden we reuze-succes met een oude schoolmeester, die plotse ling kwam opdagen, maar dan kan je zo'n figuur daarna ook nooit meer laten komen. Dan moet het een school vriend of misschien zelfs een schoolvijand worden. De vraag, hoe zo'n persoon te vinden, is hier in Nederland niet zo moei- i lijk te beantwoorden. De burgerlijke stand is voortreffelijk en heeft ons zelden in de steek gelaten". Is de grote lijn van het programma bepaald en zijn de personen, die erin zullen verschijnen bekend en opgespoord, dan gaat men na waar zij het over zul len hebben. Ze krijgen niet precies voor gekauwd wat ze moeten zeggen. Men wil de gesprekken spontaan houden. Maar wel tracht men zoveel mogelijk doublures te voorkomen. Derhalve wordt uitvoerig met deze mensen gesproken. Hele middagen, lange avonden, soms tot diep in de nacht. Als het even kan doet Bert Garthoff het zelf. Dan kan hij de hoofdpersoon goed leren kennen. Want hij ziet het als zijn taak, om zich sterk in te leven in die hoofdpersoon. HOE GAAT het dan verder? Allereerst wordt het „slachtoffer" gron dig gewogen. Tevoren moet namelijk ab soluut vaststaan, dat de man of vrouw geheel aanvaardbaar is om zo nadrukke lijk voor het voetlicht gehaald te wor den. Daarna wordt er in zijn naaste om geving naar een sleutelfiguur gezocht. DAARVOOR is geen moeite hem teveel. Destijds heeft hij voor de uitzending met majoor Bosschart van het Léger des Heils in „Donker Amsterdam" vele mee tings bezocht, urenlang achter haar groep je over de Zeedijk gezworven en bijna alles gelezen, wat er over het Leger te lezen viel. Voor de uitzending van Rob de Vries heeft hij talloze uren doorge bracht in gesprek met toneelspelers, Jo den en andere mensen, die de acteur in het verzet of anderszins hadden meege maakt, direct of indirect. Dat Bert Garthoff zich zo diep inleeft in de hoofdpersoon heeft twee goede ge volgen. In de eerste plaats is hij daar door volkomen zeker van zichzelf. „Ik kan haast niet voor verrassingen komen te staan. Ik weet bijna zeker, wat hij of zij gaat zeggen. En als het gesprek toch onverhoopt een verkeerde wending neemt, dan heb ik altijd een uitwijkmogelijkheid bij de hand. Ik kan dus rustig zijn. Daar leg ik mij trouwens op toe, want hoe kan ik anders de hoofdpersoon op zijn gemak stellen?" Het tweede gevolg houdt daar eigenlijk mee verband. Het is het geheim van het programma :„De hoofdpersoon voelt zich in goede handen. Hij voelt zich thuis. Hij weet dat hij niet voor pijnlijke incidenten geplaatst zal worden. Dat is ook nóg nooit gebeurd". BERT GARTHOFF vermijdt óók de zaken, waar zijn „slachtoffers" niet over Zo kennen honderdduizenden kijkers hem en zijn „slachtoffers". Bert Gart hoff leidt, sympathiek, bescheiden op de achtergrond, maar toch met vaste hand, een van zijn „Anders dan ande ren"-uitzendingen. Hoofdpersoon in dit programma was de majoor Bosshart van het Leger des Heils in „donker" Amsterdam. willen spreken. Toen de Vlaamse auteur Gerard Walschap niet wilde uitweiden over zijn anti-clericale inzichten en toen de emigratiespecialist dr. ir. B. Have- mann niet wilde happen in het aas, dat duidelijk werd uitgeworpen naar zijn rol in het verzet „de langdurige stilte, die viel, was welsprekender dan elke wei gering" drong hij niet verder aan. Hij zoekt geen sensatie. Het menselijke staat voorop in zijn programma's en hij laat het daarbij mede aan zijn hoofdperso nen over, te bepalen hoe ver men in deze zal gdan. Maar juist dat menselijke is vermoe delijk de oorzaak geweest, dat het radio- en televisieprogramma zo lang heeft stand kunnen houden. De belangstelling ervoor is nog niet getaand. Dat bleek wel bij Rob de Vries. Van alle kanten kwamen brieven, vooral voor de acteur persoonlijk, van Joden, van mensen, die hun bewondering wilden uitspreken voor zijn dappere hou ding in de oorlogsjaren. Van Rotterdam mers, die hun vreugde over zijn komst wilden uiten. En van mensen, die de spoorwegman, die in de uitzending ver scheen, wilden verrassen. En niet te verge ten van jongeren, die diep getroffen wa ren door de verschillende facetten, die over Rob de Vries' leven naar voren wa ren gekomen. De ene uitzending is vanzelfsprekend meer spectaculair dan de andere, maar het lijdt geen twijfel: luisteraars en kij kers beleven er nog steeds genoegen aan. Dat is ook niet de reden, waarom „de overweging om er mee te stoppen steeds sterker wordt". Die aandrang komt van binnen uit. Van Bert Garthoff en zijn medewerkers, die de kwaliteit tot het al lerlaatste willen handhaven. „Wat doe je met iets halfs en wilt u dat wij uw krant naar uw vakantie-adres opzenden Stuurt u ons dan minstens drie dagen voor uw vertrek een briefkaart met vermelding van uw naam, uw vaste adres, uw vakantie-adres, de datum waarop de eerste krant naar uw vakantie-adres gezonden moet worden en de datum waarop de krant voor het laatst moet worden toegezonden Als u de krant per week betaalt wilt u dan het abonnementsgeld voor de vakantieweken vooruit aan de bezor ger betalen DE ADMINISTRATIE Geref. Gemeenten Beroepen te Kampen P. Blok te Dirks- land. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp 92. „Hè, hè," zei tante Patent. „We zijn in het vliegtuig. We stijgen al op, voel je dat m'n jongen? En kijk eens wie daar voor ons zit? Met mijn vaas?" Vriendelijk tikte tante Patent de Amerikaan op de schouder en zei: „Zis is maaj vees, plies" „Hm?" bromde de Amerikaan, achter zich kijkend. „Zis is maaj vees", zei tante Patent weer. „Zet vees is from mie. Plies." De Amerikaan glimlachte haar harte lijk toe, maar verder deed hij niets want hij be greep haar niet. „Hij verstaat geen Engels", riep Tante Patent. „Nu blijft er nog maar een ding over voor me. Heb jij een pistool, Keesje?" Kees gaf haar zijn waterpistool. Tante Patent nam het en begaf zich naar de cockpit Tot de verbijsterde pi loot zei ze: „Draait U onmiddellijk om. Keert V dadelijk terug. En andersZe keek hem zwij gend aan over het pistool. De piloot begon te trillen en zijn ogen werden groot van angst en ontzetting. 21. Joris Goedbloed stapte met bekwame spoed door de nachtelijke straten, en al spoedig doemde het Ge schiedkundig Museum voor hem op. „Er is slechts één hinderlijke omstandigheid in deze veelbelovende onder neming", zo mompelde hij in zichzelf, „en dat is het optreden van die in-gemene Isengrim. Die uiterst slech te figuur zal geen middel schuwen om de schat te be machtigen, en dat baart me zorgen. Het is zelfs moge lijk, dat hij vóór mij in het museum is doorgedrongen, en dat zou hoogst bedenkelijk zijn. Het betreden van dit bouwwerk zal overigens geen moeite geven; het is zo oud, dat het stellig tal van gerieflijke kelderraamp jes biedt. Zéér inbreekbaar, om kort te gaan." Hij zou minder gerust geweest zijn als hij geweten had, dat de zak waar Panda in verpakt was intussen zeer uitbreekbaar bleek te zijn. Het was een oude, ver sleten jute zak, en aangezien Panda onvermoeibaar was blijven kreukelen en worstelen en schoppen, ont stond er al spoedig een flinke scheur waardoor de ge vangene zich naar buiten kon werken. „Die gemene Joris!' dacht hij woedend. „Wat een nare streek om mij als een baal aardappels te verpakken! En nu wil hij weer inbreken en stelen en alles wat verboden is. Maar deze keer zal het hem niet glad zitten. Ik ga er een stokje voor stekenl Hij zal nog lelijk op zijn neus kijken als ik nu gauw het museum ga waarschuwen." Zo denkend draafde hij de tent uit; en misschien zou hij nog wel op tijd zijn om een nieuwe misdaad te verhinderen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7