„Anders dan anderen" wellicht
komende winter voor het laatst
(Vertaald uit het Deens)
door Grete Dölker-Rehder
TANTE PATENT EN DE SOF
PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER
7
Ons vervolgverhaal
Bert Garthoff: „Ik stop er liever twee jaa\
te vroeg mee dan een uitzending te laat
DINSDAG 21 AUGUSTUS 1962
Motorisch ziekenhuisbed
„Weer of geen weer"
J
Dit is uw leven"
Sleutelfiguur
Niets teveel
Geen sensatie
Gaat u met vakantie?
Kerkelijk nieuws
V
3
EIKE AGENA
12)
Kalm kwam» hij de keuken binnen
en zijn ogen waren stil als altijd. Hij
zag haar nog altijd op dezelfde plaats
staan, hulpeloos. Toen kwam hij vlak
voor haar staan hief onhandig zijn
zware rechterhand op en streek haar
een paar maal voorzichtig over het
blanke voorhoofd.
Toen vroeg hij moeilijk met zware
tong, en het was de eerste complete
volzin, die hij zich dwong te zeggen:
„Zou je graag eens op de vuurtoren
willen?"
Daar werden Eikes ogen zelf als
twee stralende lichen. Ze voelde zijn
goedheid en alle twijfel viel van haar
af als een zware last
Mocht ze met hem op de vuurto
ren? Mocht ze werkelijk op die toren
waar alles haar zo vreemd, zo indruk
wekkend, zo geheimzinnig scheen?
Ze begreep wel het bijzondere van
zijn aanbod maar pas veel later wist
ze, dat dit de grootste liefde was, die
hij haar bewijzen kon. Nog nooit had
bij iemand meegenomen op de vuur
toren en ook daarna zou hij niemand
meer meenemen.
Van de muur in de keuken nam hij
een grote sleutel, die Eike al eerder
opgevallen was door zijn bijzondere
omvang en vorm. Hij hing daar mid
den aan de muur, ongeveer als in an
dere huizen een schilderij.
Bertien en Eike verlieten samen het
huis en liepen de duinen af, naar het
strand. Eike zag, dat de vloed op
kwam en dat er naast een kleine
vlonder een plompe, donkere boot lag.
die waarschijnlijk eerst in de mod
der gelegen had, zodat ze hem niet
had opgemerkt. Als het water hele
maal hoog is, zal hij me met deze
boot terugroeien, dacht ze.
„Bertien, ik wil bij je blijven" zei
ze zacht, maar hij antwoordde haar
niet.
Hij liep enkele treden op, die daar
aangebracht waren om de waker en
zijn gezin in geval van uitzonderlijk
hoge vloed een laatste toevlucht in de
toren te kunnen verzekeren en open
de de zware met ijzer beslagen deur.
Ze betraden het ronde gebouw en
klommen de wenteltrap op. Door
kleine spleten in de muur kwam juist
voldoende licht naar binnen. Twee
maal per dag klimt Bertien hier op,
dacht Eike. Iedere avond moet hij de
petroleumlampen aansteken en iedere
morgen moet hij ze weer uitdoven,
oppoetsen en vullen. Hoe zou het toch
wel komen, dat de schijnwerper
draait?
Maar ze zei en vroeg niets.
Toen stond ze, hijgend en met zwaar
kloppend hart, boven. Hetzelfde ogen
blik was ze Bertien en de vuurtoren
vergeten en scheen ze boven alles wat
ze tot nu toe gezien of beleefd had,
geheven. Licht was om haar heen en
blauw. Het was, alsof ze als een
meeuw, de aarde ontvlogen was in de
reine luchtzee zwevend en aan alle
kanten door blauw omspoeld Het eer
ste ogenblik begreep Eike niet, waar
om ook beneden haar alles blauw was
zover haar blik reikte Toen pas zag
ze, dat het de zee was. Maar was de
zee dan zo groot, kwam er dan geen
einde aan? Dat had ze niet gedacht.
In Lissum had ze tussen de bocht,
de duinen en het wad geleefd dat heel
in de verte door een smalle kuststrook
begrensd werd Daar lag ongemerkt
overgaande in de nevel het vasteland:
Wolvermar-Atterdags-Land. Maar wat
maakte dat zo hoog gezien nog uit,
dat het daar lag? Zo ver lag het daar.
zo klein en nietig tussen de blauwe
oneindigheden
Wat moest de aarde toch groot zijn
dat je hier, in die eindeloze verte,
niets anders kon zien dan de Noord
zee! Want er moest toch nog ergens
land zijn. Ergens moest het toch lig
gen dat land waar mensen woonden
en waarvan ze al gehoord had. En
dat de wereld zo mooi was, neen, dat
had ze nooit kunnen denken.
En hier stond ze nu, overweldigd
en gegrepen voor de werkelijke
schoonheid, die iets bovenaards had.
Alles scheen onstoffelijk te zijn en
zich op te lossen in licht en glans,
t.lles scheen alleen maar een vloeien
en stromen en stralen te zijn, zee en
hemel schenen zich zonder scheiding
te versmelten. Boven straalde de zon
Ir, een wolkenloze hemel, beneden fon
kelde en schitterde de zee haar vuur
terug
Maar nu zag Eike toch wel enig on
derscheid. Boven was de grote, eeu
wige rust, de bijna volkomen bewe
gingloosheid, maar beneden haar
was de rusteloze beweging, daar rol
den de schuimende golven en was de
zilveren rand van de branding. Want
eindelijk had Eike haar ogen van de
afschrikwekkende grenzeloosheid van
hemel en water afgewend en keek ze
verbaasd omlaag naar het witte,
blauw omspoelde land. Dat was im
mers het Zouteiland. Wat was het
klein en nietig in de eindeloosheid van
de Noordzee. En wat groot was het
toch ook. Daar, tussen de waddenzee,
de duinen en de bocht, lag Lissum.
Een erbarmelijk hoopje huizen in ver
houding tot het hele eiland. Daar
ginds dat moest Nönnkegeest zijn,
daar Fennen, verderop Norderland
en heel, heel ver, helemaal aan het
andere einde, Puantum, dat nauwe
lijks meer te onderscheiden was. Dat
wist ze wel, dat al die plaatsen op
haar eiland lagen, ook dat Lissum
daarvan het kleinste en het armste
was. Maar wat er allemaal nog tus
sen die plaatsen in lag, daar had ze
niets van geweten. Ze had niet ge
dacht, dat de dorpjes zo dichtbij el
kaar lagen en dat het Zouteiland
voornamelijk uit een zo langgerekte
duinenrij en zulke verre, verre heide
vlakten bestond.
Maar er was nog meer land. Heel
in de verte, aan de horizon, in het
noorden, zag ze het, zilverig als een
lichte nevel: Thule, het eiland Thule.
Hallesöt Agena had het zo genoemd.
Eike wist niet, of het de werkelijke
naam was. Haar moeder had haar van
koningen en helden verteld, die daar
op Thule geleefd, gestreden, bemind
en geleden hadden. Terwijl ze over
die donkere sagen nadacht, voelde ze
'n hand, die haar voorzichtig aanraak
te. Ze keek in Bertiens baardige ge
zicht, sloeg haar ogen neer en begon
half verblind door het vele licht om
haar heen, tastend de trap af te da
len.
Ze kon geen woord uitbrengen.
Maar Bertien was ook geen man,
die veel woorden vroeg. Hij had al
les gezien en alles begrepen Toen ze
beiden weer beneden stonden en Ber
tien de deur van de toren gesloten
had, wees hij naar de bocht en zei:
„Nu! Voor de vuurtoren" En Eike, die
hem met in spanning gefronst wenk
brauwen had aangekeken, begreep dat
ze nu weg moesten, omdat hij tijdig
weer terug moest zijn om het licht in
de toren aan te steken.
Maar, ze was nu gegroeid. Ze voel
de het plotseling haast lichamelijk.
Daar, boven op die toren, had ze nieu
we maatstaven leren kennen voor
grootte en verte, niet alleen maar van
de eeuwige, maar ook van de mense
lijke dipgen. Het ging er nu om,
schuwheid en schaamte te overwin
nen, het ging er nu om, geen kind
meer te zijn. maar een mens, die zijn
leven zelf in zijn hand neemt. Hier
moest gestreden worden, om te over
winnen.
Ze richtte zich hoog op, liep snel
en zeker op Bertien Flor toe, legde
haar beide handen op zijn borst en zei
snel en dringend: „Bertien, ga jij
alleen naar Lissum! Ga naar de Haul-
sens. Zeg Moy en Hannis, dat ik hier
blijf Zeg hun, dat ze voorbereidingen
moeten maken voor onze bruiloft, en
dat ik wel pen week van tevoren kom.
want ik heb geen tijd meer voor iets
anders. Zeg hun, dat ik nu voorgoed
aan de witte Knee blijf Zeg hun, dat
ik nu voor altijd bij jou blijf.
Toen Eike Agena dat gezegd had en
ze daarmee haar diepste gevoelens
had blootgelegd, legde ze haar blan
ke voorhoofd, verborgen tussen haar
handen, tegen zijn borst en huilde van
schaamte.
(Wordt vervolgd
„IN DE LAATSTE zes jaar hebben we 23 maal „Dit is
uw leven" voor de radio en 17 keer „Anders dan anderen"
voor de televisie gebracht, en het schijnt in de bedoeling te
liggen er zeker nog in het komende seizoen mee door te
gaan. Maar toch.je moet bij zoiets altijd op je qui-vive
zijn om er tijdig mee op te houden, anders gaat de verrassing
of de spanning van zo'n programma verloren. Dan dreigt
het gevaar, dat je het teveel in stunts gaat zoeken, waardoor
het aanzienlijk minder menselijk wordt. Of je vervalt in
herhalingen, zodat men precies tevoren weet wat er gaat
komen. Het wordt een soort schablone. Dat wil ik absoluut
voorkomen. Ik schei er liever twee jaar te vroeg mee uit dan
één uitzending te laat. Ik zou het eigenlijk zo willen formu
leren: de overweging om er mee te stoppen wordt steeds
sterker".
Het laatste nieuwtje op het gebied van
dè ziekenhuisverpleging is een dezer da
gen in Engeland gedemonstreerd: een
ziekenhuisbed dat is uitgerust met een
kleine electromotor, die de verpleegster
in staat stelt, het bed aan hoofd- of
voeteneind te verstellen of het hele bed
zonder schokken te verplaatsen. Het mo
torische bed is ontworpen in opdracht
van het Northern Group Hospital Manag-
ment Committee een coöperatief ver
bond van ziekenhuizen en een Brits
fabrikant zal binnenkort met de massapro-
duktie beginnen. De nieuwe vinding zal
zowel het lot van de patiënten als dat van
de overbelaste ziekenzusters (ook in Enge
land is een groot gebrek aan verpleegsters)
verlichten.
BEET GARTHOFF zegt het bedacht
zaam, weloverwogen. Hij is thuis aan
de Meidoornlaan in Nieuw-Loosdrecht
dezelfde als voor microfoon of camera:
bijzonder sympathiek, erg rustig en zeker
van zichzelf. Hoewel hij er niet op uit is,
zichzelf op de voorgrond te plaatsen, ont
wijkt hij een persoonlijk gesprek niet,
mits men zijn particuliere leven maar ge
scheiden weet te houden van zijn werk.
En dan horen wij, dat hij in Amsterdam
het lyceum afliep en daarna vier jaar
sociografie studeerde. Hij betreurt het
nog dat hij die studie niet voltooide: „Wat
doe je met iets halfsMaar het
heeft hem in zijn verdere carrière geen
parten gespeeld. Toen hij 23 jaar was,
stapte hij op de boot naar Nederlandsch-
Indië dat toen snel opleefde na de crisis
van de jaren dertig. Het eerste het beste
baantje, dat hij daar kon krijgen, accep
teerde hij: dat van omroeper bij de Ne-
derlandsch-Indische Radio Omroep Maat
schappij NIROM. Een niet te groot be
drijf met een kleine staf, ideaal dus om
het vak grondig onder de knie te krijgen.
Met uitzondering van de oorlogsjaren
die hij in kampen overleefde werkte
hij tot begin 1951 bij de radio in Indone
sië. Toen liep het Nederlandse program
ma af en Bert Garthoff had geen andere
keus dan de weg terug naar het vader
land in te slaan. Daarna volgden vier jaar
als maker van klankbeelden en reportages
bij de Wereldomroep. Begin 1955 stapte
hij over als reporter naar de VARA.
REEDS ENKELE MAANDEN later be
gon hij op de zondagochtend met zijn in
middels wel heel populair geworden pro
gramma „Weer of geen weer". Meer dan
zeven jaar later draait het nog: na onge
veer 370 uitzendingen.
„Ik wil op de vroege zondagochtend wat
gezelligheid en huiselijkheid brengen. Niet
als een soort tegenwicht, maar als iets,
dat iedereen kan verstouwen", definieert
hij de opzet van zijn programma. De
praktijd heeft duidelijk aangetoond dat hij
met deze gedachte en de wijze, waarop
hij deze heeft menen te moeten realise
ren, midden in de roos heeft geschoten.
De reacties zijn legio.
Om een antwoord te geven op een
vraag, die velen steeds schijnt te
In Londen toonde de Britse mode
ontwerper Victor Stiebel zijn najaars-
en wintercollectie, waarin onder meer
dit sportieve tweed mantelpakje voor
komt. De ceintuur is van kalfsleer, de
rok heeft aan de voorkant een over
slaand pand.
kwellen „Wat doen we met die
zondag?" geeft hij onder andere
toeristische tips. De ervaring heeft
hem echter geleerd, dat hij er beter
aan doet de plaatsbepaling wat in
het vage te houden. De laatste twee
jaar gebeurt dat opzettelijk. Want
voor die tijd bleef er nooit veel over
van de stilte, die hij zijn luisteraars
beloofde. Soms zagen de besproken
plaatsjes of streken na zijn praatje
van 's ochtends des middags al zwart
van de mensen. En dat ontketende
vanzelfsprekend weer een lawine van
boze brieven
„ALLEEN AL voor Mt programma kan
ik elke week op zeker vijftig brieven re
kenen. Geen verzoeken om handtekenin
gen, maar post „met inhoud." Talloze
tips, soms hele lappen met beschrijvin
gen van een streek. Dat vergt veel aan
dacht. Het kost een zee van tijd en die
heb ik niet. U mag het gerust weten, ik
ben maanden achter", bekent Bert Gart-
heff.
Die tips komen veelal van plaatselijke
v.v.v.'s of andere organisaties, die er wel
voor voelen, hun omgeving in het zonne
tje te zien. („De stromen belangstellen
den moeten van limonade voorzien wor
den"). Bert Garthoff ontvangt ze dan ook
graag, hoewel hij ze lang niet altijd ge
bruikt. De meeste plekjes zoekt hij zelf
op. Trouwens, hij doet haast alles zelf
voor dit programma. Hij heeft enkele vas
te medewerkers als dr. Fop I. Brouwer
en de weerman, maar voor het overige
trekt hij er zelf op uit. Om een persoon
lijke toonaard te vinden. Om te zien, wat
hij kan gebruiken en met wie hij een
praatje kan maken. Hij heeft wel eens
ter plaatse een uitzending verzorgd, zoals
eens uit de Keukenhof, maar dat is een
uitzondering. Usance is een directe uit
zending uit de studio. „Dan zijn we min
der gebonden aan plaats en persoon. Het
is dus prettiger werken en bovendien is
het wat huiselijker", vindt hij zelf
Maar „Weer of geen weer" is niet de
enig oorzaak dat Bert Garthoff de ge
neugten van de vijfdaagse werkweetc moet
ontzeggen. Zes jaar geleden begon hij met
„Dit is uw leven" voor de radio. Deze
biografieën van bekende en/of verdiens
telijke Nederlanders oogstten onmiddellijk
zoveel succes, dat zij een jaar later ook
voor de televisie verschenen. Ook daar
werden zij een groot succes, niet in het
minst door de innemende, bescheiden en
beheerste wijze, waarop zij door Bert
Garthoff gepresenteerd werden.
Bert Garthoff weigert echter categorisch
de lauweren voor dit succes alleen te
oogsten.
„Dat is het werk van een team. Van
een redactieraad, welke bestaat uit de
producer, mijzelf en twee „speurhonden".
Deze laatsten zijn medewerkers, die nooit
voor camera of microfoon hebben gestaan.
Hun verschijning noch hun stem is dus
bekend".
„We beginnen uiteraard met het kiezen
van een hoofdpersoon. Ons verlanglijstje
is schier onuitputtelijk. We hebben nog
talloze Nederlanders, die we graag voor
radio of televisie zouden brengen, wegens
hun persoonlijke bekendheid of om in
hen een bepaalde categorie verdienste
lijke landgenoten naar voren te halen.
Vanzelfsprekend is het nodig, voor afwis
seling te zorgen. En er kan er altijd een
plotseling uitvallen of er kan een andere
kink in de kabel komen. Daarom zijn we
in de praktijk altijd wel met twee of drie
personen tegelijk bezig. Alleen in de aller
laatste periode voor de uitzending concen
treren wij ons volledig op de hoofdpersoon
daarvan", vertelt Bert Garthoff.
Een echtgenoot, een broer, een zoon of
iemand anders, die de hoofdpersoon zeer
goed kent. Die wordt geheel op de hoogte
gebracht van de plannen. En hem of
haar wordt gevraagd of de persoon in
kwestie er wel voor zal voelen. Zou hij
het niet erg onplezierig vinden, zo in het
zonnetje te komen? Pas wanneer de ze
kerheid bestaat dat de kans op een wei
gering van de toestemming in het begin
van de uitzending nihil of althans zeer
gering is, wordt er verder gewerkt.
„Dan is het een kwestie van veel ge
duld en vindingrijkheid", meent Garthoff.
„De eerste keren hadden we reuze-succes
met een oude schoolmeester, die plotse
ling kwam opdagen, maar dan kan je
zo'n figuur daarna ook nooit meer
laten komen. Dan moet het een school
vriend of misschien zelfs een schoolvijand
worden. De vraag, hoe zo'n persoon te
vinden, is hier in Nederland niet zo moei-
i lijk te beantwoorden. De burgerlijke stand
is voortreffelijk en heeft ons zelden in
de steek gelaten".
Is de grote lijn van het programma
bepaald en zijn de personen, die erin
zullen verschijnen bekend en opgespoord,
dan gaat men na waar zij het over zul
len hebben. Ze krijgen niet precies voor
gekauwd wat ze moeten zeggen. Men wil
de gesprekken spontaan houden. Maar wel
tracht men zoveel mogelijk doublures te
voorkomen. Derhalve wordt uitvoerig met
deze mensen gesproken. Hele middagen,
lange avonden, soms tot diep in de nacht.
Als het even kan doet Bert Garthoff het
zelf. Dan kan hij de hoofdpersoon goed
leren kennen. Want hij ziet het als zijn
taak, om zich sterk in te leven in die
hoofdpersoon.
HOE GAAT het dan verder?
Allereerst wordt het „slachtoffer" gron
dig gewogen. Tevoren moet namelijk ab
soluut vaststaan, dat de man of vrouw
geheel aanvaardbaar is om zo nadrukke
lijk voor het voetlicht gehaald te wor
den. Daarna wordt er in zijn naaste om
geving naar een sleutelfiguur gezocht.
DAARVOOR is geen moeite hem teveel.
Destijds heeft hij voor de uitzending met
majoor Bosschart van het Léger des
Heils in „Donker Amsterdam" vele mee
tings bezocht, urenlang achter haar groep
je over de Zeedijk gezworven en bijna
alles gelezen, wat er over het Leger te
lezen viel. Voor de uitzending van Rob
de Vries heeft hij talloze uren doorge
bracht in gesprek met toneelspelers, Jo
den en andere mensen, die de acteur in
het verzet of anderszins hadden meege
maakt, direct of indirect.
Dat Bert Garthoff zich zo diep inleeft
in de hoofdpersoon heeft twee goede ge
volgen. In de eerste plaats is hij daar
door volkomen zeker van zichzelf. „Ik
kan haast niet voor verrassingen komen
te staan. Ik weet bijna zeker, wat hij of
zij gaat zeggen. En als het gesprek toch
onverhoopt een verkeerde wending neemt,
dan heb ik altijd een uitwijkmogelijkheid
bij de hand. Ik kan dus rustig zijn. Daar
leg ik mij trouwens op toe, want hoe kan
ik anders de hoofdpersoon op zijn gemak
stellen?"
Het tweede gevolg houdt daar eigenlijk
mee verband. Het is het geheim van het
programma :„De hoofdpersoon voelt zich
in goede handen. Hij voelt zich thuis. Hij
weet dat hij niet voor pijnlijke incidenten
geplaatst zal worden. Dat is ook nóg
nooit gebeurd".
BERT GARTHOFF vermijdt óók de
zaken, waar zijn „slachtoffers" niet over
Zo kennen honderdduizenden kijkers
hem en zijn „slachtoffers". Bert Gart
hoff leidt, sympathiek, bescheiden op
de achtergrond, maar toch met vaste
hand, een van zijn „Anders dan ande
ren"-uitzendingen. Hoofdpersoon in dit
programma was de majoor Bosshart
van het Leger des Heils in „donker"
Amsterdam.
willen spreken. Toen de Vlaamse auteur
Gerard Walschap niet wilde uitweiden
over zijn anti-clericale inzichten en toen
de emigratiespecialist dr. ir. B. Have-
mann niet wilde happen in het aas, dat
duidelijk werd uitgeworpen naar zijn rol
in het verzet „de langdurige stilte,
die viel, was welsprekender dan elke wei
gering" drong hij niet verder aan. Hij
zoekt geen sensatie. Het menselijke staat
voorop in zijn programma's en hij laat
het daarbij mede aan zijn hoofdperso
nen over, te bepalen hoe ver men in deze
zal gdan.
Maar juist dat menselijke is vermoe
delijk de oorzaak geweest, dat het radio-
en televisieprogramma zo lang heeft stand
kunnen houden. De belangstelling ervoor
is nog niet getaand. Dat bleek wel bij Rob
de Vries. Van alle kanten kwamen brieven,
vooral voor de acteur persoonlijk, van
Joden, van mensen, die hun bewondering
wilden uitspreken voor zijn dappere hou
ding in de oorlogsjaren. Van Rotterdam
mers, die hun vreugde over zijn komst
wilden uiten. En van mensen, die de
spoorwegman, die in de uitzending ver
scheen, wilden verrassen. En niet te verge
ten van jongeren, die diep getroffen wa
ren door de verschillende facetten, die
over Rob de Vries' leven naar voren wa
ren gekomen.
De ene uitzending is vanzelfsprekend
meer spectaculair dan de andere, maar
het lijdt geen twijfel: luisteraars en kij
kers beleven er nog steeds genoegen aan.
Dat is ook niet de reden, waarom „de
overweging om er mee te stoppen steeds
sterker wordt". Die aandrang komt van
binnen uit. Van Bert Garthoff en zijn
medewerkers, die de kwaliteit tot het al
lerlaatste willen handhaven. „Wat doe je
met iets halfs
en wilt u dat wij uw krant naar uw
vakantie-adres opzenden
Stuurt u ons dan minstens drie dagen
voor uw vertrek een briefkaart met
vermelding van uw naam, uw vaste
adres, uw vakantie-adres, de datum
waarop de eerste krant naar uw
vakantie-adres gezonden moet worden
en de datum waarop de krant voor het
laatst moet worden toegezonden
Als u de krant per week betaalt wilt
u dan het abonnementsgeld voor de
vakantieweken vooruit aan de bezor
ger betalen
DE ADMINISTRATIE
Geref. Gemeenten
Beroepen te Kampen P. Blok te Dirks-
land.
Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp
92. „Hè, hè," zei tante Patent. „We zijn in het
vliegtuig. We stijgen al op, voel je dat m'n jongen?
En kijk eens wie daar voor ons zit? Met mijn vaas?"
Vriendelijk tikte tante Patent de Amerikaan op
de schouder en zei: „Zis is maaj vees, plies" „Hm?"
bromde de Amerikaan, achter zich kijkend. „Zis is
maaj vees", zei tante Patent weer. „Zet vees is from
mie. Plies." De Amerikaan glimlachte haar harte
lijk toe, maar verder deed hij niets want hij be
greep haar niet. „Hij verstaat geen Engels", riep
Tante Patent. „Nu blijft er nog maar een ding over
voor me. Heb jij een pistool, Keesje?" Kees gaf
haar zijn waterpistool. Tante Patent nam het en
begaf zich naar de cockpit Tot de verbijsterde pi
loot zei ze: „Draait U onmiddellijk om. Keert V
dadelijk terug. En andersZe keek hem zwij
gend aan over het pistool. De piloot begon te trillen
en zijn ogen werden groot van angst en ontzetting.
21. Joris Goedbloed stapte met bekwame spoed door
de nachtelijke straten, en al spoedig doemde het Ge
schiedkundig Museum voor hem op. „Er is slechts één
hinderlijke omstandigheid in deze veelbelovende onder
neming", zo mompelde hij in zichzelf, „en dat is het
optreden van die in-gemene Isengrim. Die uiterst slech
te figuur zal geen middel schuwen om de schat te be
machtigen, en dat baart me zorgen. Het is zelfs moge
lijk, dat hij vóór mij in het museum is doorgedrongen,
en dat zou hoogst bedenkelijk zijn. Het betreden van
dit bouwwerk zal overigens geen moeite geven; het is
zo oud, dat het stellig tal van gerieflijke kelderraamp
jes biedt. Zéér inbreekbaar, om kort te gaan."
Hij zou minder gerust geweest zijn als hij geweten
had, dat de zak waar Panda in verpakt was intussen
zeer uitbreekbaar bleek te zijn. Het was een oude, ver
sleten jute zak, en aangezien Panda onvermoeibaar
was blijven kreukelen en worstelen en schoppen, ont
stond er al spoedig een flinke scheur waardoor de ge
vangene zich naar buiten kon werken. „Die gemene
Joris!' dacht hij woedend. „Wat een nare streek om mij
als een baal aardappels te verpakken! En nu wil hij
weer inbreken en stelen en alles wat verboden is. Maar
deze keer zal het hem niet glad zitten. Ik ga er een
stokje voor stekenl Hij zal nog lelijk op zijn neus
kijken als ik nu gauw het museum ga waarschuwen."
Zo denkend draafde hij de tent uit; en misschien zou
hij nog wel op tijd zijn om een nieuwe misdaad te
verhinderen.