Rafael den Haan's boodschap aan
de Papoea's„Het is afgelopen"
BLONDEREN
VOOR UW
f.
Net ambtelijk apparaat in Hollandia gaat nu haperen
Zandmassa drukt bocht in
Alphense Kalkovenweg
Verdachte van moordzaak
in Amsterdam bekent
THUIS ZELF DOEH
pol V-COI .OR
LOGBOEK VAN EEN AFSCHEIDSVLUCHT
Kamerlid dringt aan
op vijfdaagse N.S.-
weekkaarten
VJS.-bestuur zal moeilijk voldoende
ambtenaren kunnen vinden
Voorbedachte rade zou ontbreken
Schoener vastgelopen
bij Texel
1/ ii i n r i i/ii ut
iy 11 i r dbknnnn i
BIJSTAND
Fa. B. J. VAft LIEMT
VRIJDAG 2 4 AUGUSTUS 1962
9
TUBE
2.95
I
Nieuwe Italiaanse
ambassadeur
Aa-Be PLAIDS Zaalberg
195 x 145 100% WOL 41.75
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
CENTRAAL BERGLAND (Nieuw-
Guinea). Voor bestuursambtenaar Ra
fael den Haan is het een van de laatste
keren dat hij met zendingspiloot Johann-
son in diens „afgeragde" Cessna ramme
lend over de eerste heuvelrug bij het
vliegveld Sentani vliegt en koers zet
naar het centrale bergland van wat nog
maar korte tijd Nederlands Nieuw-Gui-
nea zal heten. De vliegende zendeling
Johannson is een lange, dunne Ameri
kaan, die een mooie losse hand van vlie
gen heeft: in onbegrensd vertrouwen
kruipt hij door kleine gaatjes, begrensd
door zwarte bergen en wit-grijze wol
kenmassa's, die, ieder op hun manier,
van het Cessna'tje een verfrommeld
hoopje aluminium, een ongelukkig zil
veren vlekje in de donkergroene jungle
zouden kunnen maken.
Voor Rafael den Haan is het allemaal
niets nieuws. Hij een man met een on
begrensd zelfvertrouwen is in 1952 be
gonnen met het openleggen en onder be
stuur brengen van het grootste openlucht
museum van de wereld, het centrale berg
land, de absolute praehistorie, met de Pa
poea's van de valleien, de kleine, zwarte
naakte mannen met hun stenen bijlen.
Bestuursambtenaar Den Haan is maan
denlang te voet door die valleien getrok
ken om de Dani's en de Kapauko's aan
het gezicht, de macht en de vrede van de
blanke man te wennen. Nu is hij commis
saris van de afdeling centraal bergland,
maar al reist hij per vliegtuig, iedere
bergrug is hem vertrouwd. Het enige nieu
we aan deze tocht is de boodschap die hij
meebrengt voor zijn bestuursambtenaren
en voor de Papoea's: „Het is afgelopen...
Nederland gaat vertrekken".
Wat het Nederlandse vertrek kan bete
kenen, is te zien in Wolo, een zendings-
post. Terwijl Johannson de Cessna door
een valleitje walst om een driepuntslanding
te maken op een airstrip ter grootte van
een uitgerekt voetbalveld, wijst Den Haan
op een serie verbrande kampongs en
roept: „De Dani's van om de hoek hebben
deze vallei schoongeveegd. Elf doden
Huizinga en twee agenten hebben hen op
een halve kilometer van de zendingspost
kunnen tegenhouden. Daar zitten de Da
ni's van deze vallei nu nog omheen ge
klonterd. Kijk maar".
Inderdaad, er staan wel duizend Dani's
op de strip. Aan de ene kant de mannen,
bruin, glanzend, lachend, het zwarte haar
in vette tressen, naakt, op wat officieel
het „adatkostuum" heet, na. Aan de an
dere kant de vrouwen. Zij lachen wat min
der en hebben kinderen aan de borst.
Haar adatkostuum is gemakkelijker te be
schrijven: een rieten rokje dat minder
verbergt dan een bikini.
DAT DE DANI'S PAS van een massa
moord zijn teruggehouden, doet niets af
aan hun volstrekte gelukzaligheid. Het ro
de vlees van zes varkens ligt op een houts
koolvuur te roosteren, de zon schijnt, er
komt een feest.
Een vreemde ontroering beneemt mij
de adem: ik zie voor het eerst „wilden".
Wat in Afrika al niet meer te zien is,
treedt mij hier tegemoet: de mens in zijn
oorspronkelijke uitvoering. Zijn schouders
zijn vierkant, zijn rug ongebogen door de
last van schuld en zonde. Hij lacht met
dezelfde totale onbevangenheid waarmee
hij doodt. Ik ben in één uur zevenduizend
jaar in de geschiedenis teruggevlogen.
In tien minuten vliegen we weer naar de
twintigste eeuw: de Cessna landt in Wa-
mena, de gouvernementspost in de Ba-
liem-vallei. Die post is in 1956 gevestigd.
Nu staan er huizen en kantoren van blin
kende aluminium-platen. Want alles moet
per vliegtuig worden aangevoerd. Op de
veranda van het logeergebouw staan zes
Nederlandse ambtenaren: de dokter, de
landbouwspecialist, de man van openbare
werken, de man van het onderwijs, de de
tachementscommandant, de beheerster
van de „pasanggrahan", het logeerge
bouw. Zij zien eruit als mensen die bezig
Advertentie
HAAR
zijn. Shorts, open hemd, afgezakte sokken,
khaki-petje op, de gezichten die men al
tijd ziet als Nederland wat doet: havens
aanleggen, dijken bouwen, inpolderen,
landbouw moderniseren.
WEER EEN ONTROERING: „Raaf"
den Haan spreekt zijn mensen toe. „Jul
lie hebben het al gehoordhet ak
koord is getekendiedereen die wil
blijven, kan dat doen tot de eerste mei
maar de dienst wordt gepapoeaniseerd
de diensthoofden worden vervangen door
Papoea's, de Hollanders kunnen alleen nog
maar adviseren na één oktober". De dok
ter zegt „ik wou wel blijven, mijn vrouw
trouwens ook. Hier in de Baliem kan
toch niks gebeuren". De landbouwman, zo
uit Wageningen: „Weet die Papoea die jul
lie hebben uitgezocht van de landbouw
werkelijk wat?Ik heb er niets op
tegen om nog wat rond te hangen hier".
De meesten vallen hem bij met de non
chalance die Nederlands beste sentimen
taliteit is. Ze zijn een beetje verslagen
door de gebeurtenissen, maar de Baliem is
een beetje van hen. Den Haan zegt: „We
streven naar een loyale, ordelijke over
dracht". Ze knikken bedachtzaam, zeggen
nog: „Nou dag dan" en steken een hand
op als de Cessna weghobbelt over de
strip.
IN HET VLIEGTUIG ZEG IK tegen
Den Haan, dat dit heel wat anders is
dan Hollandia, de zenuwachtige broeikas
vol ambtenaren en geruchten. Hij knikt
en glimlacht. Als Hollandia van vlag ver
andert is dat een zaak van nationaal pres
tige. Als in Wamena het door de zon ge
bleekte rood-wit-blauw langs de vlagge-
mast naar beneden zakt, valt ook de
nacht van de prae-historie weer: weg
broedervrede, weg jonge aanplant, weg
aap-noot-mies, weg ochtendgloren van be
ginnende civilisatie waar ook de „edele
wilde", Rousseau ten spijt, wat aan heeft
gehad. Want in de zes jaar die verliepen
sinds de ambtenaar Veldkampe de Baliem
onder bestuur bracht, is er wel wat ge
beurd voor de 80.000 Papoea's in het ge
bied van de grote vallei. Veel of niet
veel? Er zijn visvijvers aangelegd, de tuin
bouw is verbeterd, de wonden van fram-
boesia genezen, het sterftecijfer terugge
bracht. In dat laatste ligt de kiem
van nieuwe stamoorlogen, clanconflicten
eigenlijk. Want ook binnen de stam wordt
oorlog gevoerd. De Papoea volken zijn in
tijd van vrede op z'n best ieder een confe
deratie van wantrouwige familiegroepen.
„Le Baliem des patries", zou De Gaulle
zeggen, „de Baliem van de vaderlanden".
Raken zij aan eikaars varkens, tuinen of
vrouwen (in deze volgorde) dan brandt de
strijd los en pijlen zij elkaar neer. -Ik
vraag aan commissaris Den Haan of on
der deze omstandigheden (en 90 percent
der Papoea's leeft daarin) iemand, die wel
bij het hoofd is, werkelijk mag hopen dat
het zelfbeschikkingsrecht voor Nieuw-
Guinea (dat economisch niet kan be
staan) werkelijk tot een keuze voor de on
afhankelijkheid zal leiden. Commissaris
Den Haan glimlacht
Het tweede kamerlid de heer J. Maenen
(K.V.P) heeft aan de ministers van Ver
keer en Waterstaat en van Economische
Zaken gevraagd of de Nederlandse spoor
wegen het plan om in verband met de
kortere werkweek de zesdaagse weekkaar
ten te vervangen door goedkopere vijf
daagse weekkaarten heeft ingetrokken
omdat de regering een algemene tariefs
verhoging voor het treinvervoer heeft ge
weigerd. Het kamerlid vraagt waarom de
door de Nederlandse Spoorwegen gevraag
de tariefsverhoging is afgewezen en of
de ministers het juist achten dat op grond
van deze weigering de zesdaagse week
kaarten, die vrij algemeen slechts vijf
dagen per week worden gebruikt, gehand
haafd blijven, waardoor vele werkforen-
sen in feite een indirecte tariefsverho
ging moeten betalen. Het kamerlid vraagt
de ministers bevorderen dat de Neder
landse Spoorwegen alsnog de goedkopere
vijfdaagse weekkaart invoeren, waardoor
deze eenzijdige indirecte tariefsverhoging
ongedaan wordt gemaakt.
Commissaris Den Haan licht zijn amb
tenaren in de Baliemvallei in.
Ernstig luisteren de Papoea's toe.
(Van onze Haagse redacteur)
Het plotselinge vertrek van staatsse
cretaris Bot naar Nieuw-Guinea heeft
aanleiding gegeven tot tal van veronder
stellingen in Den Haag. Daartoe was te
meer aanleiding, omdat mr. Bot de pers
op Schiphol niet te woord wenste te staan.
Een communiqué, waarin gezegd werd
dat de staatssecretaris met gouverneur
Platteel de consequenties van het akkoord
zou gaan bespreken, was het enige offi
ciële commentaar.
Het is waarschijnlijk, dat mr. Bot de
consequenties van het personeelsbeleid
met de gouvereneur gaat bespreken, zo
zei men ons in kringen, die contact on
derhouden met de ambtenarenorganisaties
op Nieuw-Guinea. Nog steeds is de Alge
mene Maatregel van Bestuur, die de wet
op het Bijstandskorps (garantiewet voor
overheidsdienaren op Nieuw-Guinea) moet
realiseren, niet verschenen.
De meeste ambtenaren vertrekken dan
ook uit Nieuw-Guinea zodra zij daartoe de
gelegenheid krijgen. In feite staat het
ambtelijk apparaat op tal van onderde
len stil door afwezigheid van deskundige
ambtenaren. Wel heeft men, door vele
Papoea's promotie te laten maken, ge
tracht de gaten op te vullen, maar daar
mee loopt de zaak nog piet zoals het moet.
Als dezer dagen het bestuursapparaat
raat van de Verenigde Naties wordt ge
vormd, zal het voor de hoge ambtenaren
de grootste zorg zijn om voldoende su
balterne (middelbare) ambtenaren te vin
den om het dagelijks werk te doen. Er
lopen dan nu ook al geruchten, dat het
V.N.-bestuur een extra toelage zal gaan
geven aan ambtenaren, die op hun post
blijven. En aangezien het V.N.-apparaat
gewend is met veel hogere salarissen te
werken dan op Nieuw-Guinea het geval
was (bovendien: Nederland en Indonesië
moeten de kosten betalen) zal men wel
grif zijn met toezeggingen. Er wordt
reeds gefluisterd over dubbele salarissen.
Aan de ene kant wil de Nederlandse
De Kalkovenweg in Alphen aan de Rijn
is niet bestand gebleken tegen de druk
van duizenden kubieke meters zand, waar
mee het industrieterrein Heimanswetering
wordt opgespoten. De weg is plotseling
over een lengte van 100 meter in ooste
lijke richting verschoven, waardoor een
grote bocht is ontstaan.
Dit merkwaardige voorval heeft zjch
voorgedaan aan de oostkant van het in
dustrieterrein aan de Heimanswetering,
dat op het ogenblik wordt opgespoten
met zand uit het Brasemermeer.
De Kalkovenweg vormt sinds enkele ja
ren de verbinding tussen de Oudhoornse-
weg en de Woubrugseweg en is afge
zien van een dunne zandlaag op een me
tersdikke veenlaag aangelegd. Deze slap
pe ondergrond kon de druk van.de enor
me zandmassa, die in een flinke laag
op het nieuwe industrieterrein was aan
gebracht, niet weerstaan.
Plotseling ging het zand werken. Het
zocht een uitweg door de veenlaag. Dui
zenden en nog eens duizenden kubieke
meters zand verdwenen in de grond en
„stroomden" gedeeltelijk onder de weg
en de dijk door.
De Kalkovenweg werd over een groot
gedeelte meegenomen en een oostelijk van
deze weg gelegen sloot werd dichtgedrukt.
Stenen sprongen door de enorme druk
als projectielen omhoog.
Het zand opspuiten is onmiddellijk ge
staakt en de weg is voor alle verkeer
gesloten.
Hoe men deze werking van het zand
op de veenlaag, waarvoor het raadslid
Gesman destijds bij. de aanleg van de
weg heeft gewaarschuwd, denkt tegen te
gaan, konden de deskundigen nog niet
mededelen. Wel zal het zand opspuiten
naar het midden van het industrieterrein
worden verplaatst.
De vernieling aan de Kalkovenweg en
het verdwenen zand betekenen in ieder
geval een zeer grote schadepost.
rigenng alles op alles zetten drft bij het
verlaten van Nieuw-Guinea een tot op het
laatste ogenblik bijgehouden .fstaat vani
dienst" te kunnen uitbrengen. Het zal het
laatste rapport van Nederland over Nieuw-
Guinea aan de V.N. zijn. Aan de andere
kant is men er niet op gesteld dat er
maar met het geld gesmeten wordt. In
derdaad kan dus wel gesproken worden
van „consequenties van het akkoord", die
in Hollandia aan de orde worden gesteld..
De hoge salarissen van de V.N mogen
dan de ambtenaren -verlokken om te blij-
n, er zijn ook gevallen waarbij het
door Nederland in uitzicht gestelde sala
ris een attractie genoemd kan worden.
Ongeveer drie weken vóór het akkoord
getekend werd, kwam een Rotterdammer
in Hollandia aan met zijn vrouw en ze
ven kinderen. Hij was op „kort verband
in dienst genomen door het gouvernement
als havenmeester in Hollandia. Indien
deze man nu, na ten hoogste twee maan
den te hebben gewerkt, zou besluiten naar
Nederland terug te keren, dan zou Ne
derland, behalve de uitrustingskosten
voor de man en zijn gezin, de passage-
kosten heen en terug voor de man en zijn
gezin, het salaris gedurende de heenreis,
het verblijf op Nieuw-Guinea en de terug
reis, ook de in uitzicht gestelde bonus
en kort verband-toelage moeten betalen
totaal precies twaalf maanden salaris.
Intussen heeft de regionale afdeling
Nieuw-Guinea van de ARKA (Alg. R.K.
Ambtenarenvereniging) verklaard, dat zij
het beroep, dat zowel door prof De Quay
als door gouverneur Platteeel op de ambte
naren is gedaan om onder het V.N.-be
stuur nog enige tijd op hun post te blij
ven, ongemotiveerd acht, zolang niets
gebleken is van daadwerkelijke waarbor
gen voor de veiligheid van persoon en
goed van de ambtenaren. Het bestuur zal
daarom dit beroep op de ambtenaren niet
ondersteunen.
Aan het hoofdbestuur van de ARKA in
Nederland is verzocht er bij de Neder
landse regering opaan te dringen dat aan
iedere ambtenaar die zulks wenst, gele
genheid geboden wordt, om zelfs nog voor
de overdracht van het bestuur aan de
V.N., te repatriëren, behoudens stringen
te onmisbaarheid. Het bestuur noemt het
grievend dat regelingen voor spoedige
repatriëring van de strijdkrachten wor
den aangekondigd terwijl de ambtena
ren daarover nog in het onzekere verke
ren.
Door de versnelde Papoeanisering en
door andere omstandigheden zullen vol
gens he+ ARKA-bestuur vele ambtenaren
reeds vóór de eerste oktober hun be
stemming verliezen. Als de regering voor
alsnog niet van plan zou zijn hen te re
patriëren zou zij volgens de ARKA hen
Tot ambassadeur van Italië in Neder
land is benoemd de heer Aldo Maria Ma-
zio, thans ambassadeur van Italië in Tu
nesië. De heer Mazio volgt markies Rai-
mondo Giustiniani op, die terugkeert naar
Italië om een functie aan het ministerie
van Buitenlandse Zaken te aanvaarden.
daarmee feitelijk dwingen in V.N.-dienst
te gaan. Zij zouden dan gedwongen zijn
tot onder normale omstandigheden onge
oorloofde, maar thans door het beroep
van prof. De Quay erkende, non-coöperatie.
Het zou de internationale naam van Ne
derland niet sieren, indien de V.N.-auto-
riteiten'itf&kfc gëdönffonteerd zouden wor*
den met door hun eigen overheid in de
steefc gelaten,- repatriërende en wellielrt
betogende Nederlandse ambtenaren", al
dus het ARKA-bestuur, dat de regering
verantwoordelijk stelt voor een onverwijl
de repatriëring van de ambtenaren.
Advertentie
Grote Houtstraat 62 en 67 - Tel. 10657 - 12620
De „moord" op de 55-jarige kantoorbediende J. K. T., die in de nacht van
zondag op maandag dood is gevonden in een sloot op een opgespoten terrein
in Amsterdam-West, is rond. De in diezelfde nacht gearresteerde 24-jarige
expeditieknecht heeft na langdurige verhoren gisteravond tegenover hoofd
inspecteur P. H. Verhoeff van de Amsterdamse politie bekend, dat hij het slacht
offer in de nacht van zaterdag op zondag heeft ontmoet en dat het overlijden
uit deze ontmoeting is voortgekomen.
Zoals vermeld, heeft het lichaam bijna
24 uur in de sloot gelegen alvorens de
politie door een tweetal telefoontjes van
een onbekende werd gealarmeerd.
De expeditieknecht werd aangehouden,
omdat hij zich zonder enige aanvaard
bare reden in de nabijheid van de zoe
kende politiemannen ophield. Later bleek
hij geen alibi te hebben voor zijn doen
en laten in de nacht, waarin T. is over
leden.
De verdenking werd tenslotte ernstig,
toen zich in een tas, die aan de brom
fiets van de verdachte was bevestigd,
een horloge bevond dat aan het slacht
offers had toebehoord.
De expeditieknecht heeft thans toege
geven, dat hij T. die hij niet kende
zaterdagnacht had ontmoet in de De
Clercqstraat. Beide mannen begaven zich
daarna met oneerbare bedoelingen naar
het verlaten opgespoten terrein, waar te
zijner tijd het Rembrandtspark zal wor
den aangelegd.
De verdachte heeft de politie een ver
klaring gegeven van de gebeurtenissen,
die zich hier hebben voorgedaan. Om
streeks 4 uur, aldus de gearresteerde,
zou de heer T. het bewustzijn hebben
verloren. Hij meende, dat de man dood
was, wist met de situatie geen raad en
sleept# zffn' metgezel d&arorh 'naar dé
sloot óm hem daar te verbergen.
Zoals maandag bij de sectie is geble
ken kan de heer T. op het ogenblik dat
hij in de sloot werd gelegd nog niet
dood zijn geweest. Hij was bewusteloos
maar is daarna door verdrinking om het
leven gekomen.
Verdachte telefoneerde
De expeditieknecht heeft inmiddels ook
verklaard dat hij na een hevige innerlijke
strijd in de nacht van zondag op maan
dag de politie heeft opgebeld om te zeg
gen waar het slachtoffer verborgen lag.
Toen hij merkte dat de agenten op een
verkeerde plaats zochten heeft hij op
nieuw gebeld. Deze telefoontjes geschied
de vanuit een telefooncel op het nabij
gelegen Mercatorplein.
De verdachte heeft ontkend dat hij het
horloge zou hebben gestolen. Volgens zijn
verklaring heeft de heer T. die geen geld
bij zich had, hem het horloge gegeven
toen zij naar het terrein liepen.
Onder leiding van de officier van jus
titie, mr. L. van den Berge, zullen de
verklaringen op hun juistheid worden on
derzocht. Als zij met de waarheid over
eenkomen is het uitgesloten dat de ver
dachte voor moord kan worden vervolgd
daar de voorbedachte rade ontbreekt.
In dat geval zal een juridisch bewijs
voor doodslag of mishandeling nodig zijn
om hem te doen vervolgen.
De tweemast schoener „Johanna Lu-
cretia", eigendom van de heer B. T.
Vermeer uit Amsterdam, is op het hoofd
van de oude Schilderhaven in Oudeschild
(Texel) gelopen waarbij het schip zeer
zwaar beschadigd werd.
De schpeper .had reeds enkele uren te
voren ligplaats gekozen bi] Oudeschild,
maar omdat de zee steeds ruwer werd,
probeerde de bemanning de haven te be
reiken. Ofschoon er niet om assistentie
was verzocht, besloten twee Texelse sche
pen uit te varen. Zij wisten vast te ma
ken maar door het breken van een tros
botste de schoener op het hoofd. Er de
den zich geen persoonlijke ongelukken
voor.
De eigenaar was niet verzekerd en
daarom had hij eerst zelf geprobeerd zich
uit de hachelijke positie te bevrijden.
KERKELIJK NIEUWS
Geref. gemeenten
Beroepen te Rotterdam-Zuidwijk-Pen-
drecht-Lombardijen P- Blok te Dirksland.
Nu het er naar uitziet dat Nederland
bevrijd raakt van de last van het conflict
om Nieuw-Guinea krijgt de publieke opi
nie gelegenheid zich wat meer op binnen
landse belangen te richten. De dezer da
gen door de minister van Maatschappelijk
Werk en van Sociale Zaken bij de Tweede
Kamer ingediende Bijstandswet, die de
uit 1912 daterende zal vervangen, heeft
echter net niet van dat voordeel kunnen
profiteren. Het uitgangspunt van de wet
dat bijstand in behoeftige omstandig
heden een recht en geen gunst behoort te
zijn wordt in de eerste perscommenta
ren gunstig beoordeeld. Zo herinnert de
LEEUWARDER COURANT eraan, dat
„Armenzorg zo oud als de wereld is en
een voorschrift van vrijwel alle gods
diensten. Zij is in alle mogelijke vormen
beoefend en daarbij is in de praktijk het
plichtmatige karakter ervan nogal eens
verloren gegaan. De liefdadigheid kwam
vaak op een vrijwillige basis te berusten;
het bedélen verloor zijn oorspronkelijke
betekenis van „hun deel geven"
Het ALGEMEEN HANDELSBLAD
maakt duidelijk dat de Bijstandswet de in
stemming van de V.V.D. heeft „In een
rapport, dat het vorige jaar werd uitge
bracht door een commissie uit de V.V.D.
onder voorzitterschap van prof. mr.
C. W. de Vries werd terecht als eerste
grondslag voor een wettelijke bijstandsre
geling genoemd: Het op aanvrage verle
nen van bijstand aan degene, die zich het
levensonderhoud niet kan verschaffen, is
de rechtsplicht van de overheid.
Dit liberale beginsel vinden we in het
thans ingediende wetsontwerp terug. De
commissie-De Vries somde voorts o.m.
nog als grondslag op: De bijstand blijft
beperkt tot materiële bijstand, d.w.z. op
geld waardeerbare bijstand. Ook deze
grondslag vindt men in het ontwerp van
minister Klompé terug".
DE TIJD-DE MAASBODE ziet tevens
belangrijke consequenties voor degenen die
tot nu toe particuliere liefdadigheid be
dreven: „Niet langer meer zullen kerke
lijke en particuliere instellingen genood
zaakt zijn alle zeilen bij te zetten teneinde
degenen die bij hen aankloppen zoveel mo
gelijk die bestaansbasis te verschaffen.
Zij kunnen aanvullend werkzaam zijn wan
neer en waar zij dit noodzakelijk of nut
tig achten.
Extreem voorgesteld kan een instelling
ondanks een ruim gevulde kas elke aan
vullende bijstand weigeren of, als dit naar
haar inzicht juist is, alle beschikbare mid
delen voor één enkel geval aanwenden. De
Algemene Bijstandswet, die de instellingen
deze grotere vrijheid verschaft, bevordert
daardoor ook voor deze instellingen de mo
gelijkheid tot het beleven van de eigen ver
antwoordelijkheid."
DE VOLKSKRANT wijst vooral op de
veranderde mentaliteit ten opzichte van
het verhaalsrecht: „Het is nog niet zo
lang geleden dat men er huiverig tegen
over stond de overheid in dit opzicht voor
op te laten gaan. Van de plicht tot hulp
van familieleden werd gezegd, dat het een
groot goed was om deze verplichting le
vend te houden. Het met dwang handha
ven van die zedelijke verplichting heeft
veel ellende gebracht. De Armenwet van
1912 maakte mogelijk dat kerkelijke in
stellingen en de gemeentelijke overheid
hun ondersteuning op nalatige verwanten
konden verhalen Als daarvan gebruik ge
maakt werd, veroorzaakte dit verwijdering
tussen ouders en kinderen. Vele oudjes,
die het niet zover wilden laten komen, le
den liever armoe. Enige tijd geleden heeft
minister Klompé dit verhaalsrecht dan ook
al voor een groot deel beperkt."
De uitvoering van de wet zal in han
den worden gelegd van de gemeentebestu
ren. Het ALGEMEEN DAGBLAD is het
daarmee eens: „Alleen de gemeentebe
sturen kunnen de behoeften in bepaalde
gezinnen en onder bepaalde omstandighe
den beoordelen. Toch wordt op deze be
sturen hierdoor een zware last gelegd.
Men kan namelijk dit wetsontwerp toe
juichen en wij doen dit om verschil
lende redenen gaarne maar de bij
stand verlenende instanties zullen alles
moeten doen om deze bijstand binnen re
delijke perken te houden. De bedragen
die zij uitkeren zullen veel meer een
aanmoediging moeten zijn voor hen, die
een beroep of bijstand doen, om er door
eigen werkzaamheid weer bovenop te ko
men, dan steun om behoeftige omstandig
heden te doen verkeren in redelijk welva
rende".
Het ALGEMEEN HANDELSBLAD is er
echter niet gerust op dat de gemeenten
„wel geheel aan hun trekken zullen ko
men. Er wordt wel voorgesteld het uit
keringspercentage uit het Gemeentefonds
te verhogen, maar we zijn er niet zeker
van, dat daarmee de gemeentelijke uit
gaven krachtens deze nieuwe wet geheel
zullen kunnen worden gedekt".
Ongeveer op het ogenblik dat de Alge
mene Bijstandswet werd ingediend hield
DE ONDERNEMING, het orgaan van het
Centraal Sociaal Werkgeversverbond zich
bezig met de verhoging van de A.O.W.
met vijftien percent en de interimregeling
voor de trekkers van invaliditeitsrenten:
„Deze maatregelen hebben financiële
gevolgen aan de premiekant, beïnvloeden
de mogelijkheden in de loonpolitiek, ver
hogen de druk op de prijzen en belasten
het bedrijfsleven met verhoogde loonkos
ten".
„En wat dan nog?" vraagt HET VRIJE
VOLK, dat onder meer aanvoert: „De me
ning wint in snel tempo veld, dat de
groeiende welvaart meer en meer geleid
moet worden naar collectieve voorzienin
gen. Dit betekent, dat in bepaalde geval
len een loonsverhoging geheel of gedeelte
lijk achterwege zou moeten blijven om so
ciale voorzieningen mogelijk te maken.
Het betekent nog eerder, dat via andere
kanalen die sociale voorzieningen tot stand
komen. En dan vinden wij het helemaal
niet erg, als de loonkosten groter worden
ten koste van de winsten of wanneer via
de belastingen de overheid een groter deel
van de sociale voorzieningen voor haar
rekening neemt."
Advertentie