Rafael den Haan's boodschap aan de Papoea's„Het is afgelopen" BLONDEREN VOOR UW f. Net ambtelijk apparaat in Hollandia gaat nu haperen Zandmassa drukt bocht in Alphense Kalkovenweg Verdachte van moordzaak in Amsterdam bekent THUIS ZELF DOEH pol V-COI .OR LOGBOEK VAN EEN AFSCHEIDSVLUCHT Kamerlid dringt aan op vijfdaagse N.S.- weekkaarten VJS.-bestuur zal moeilijk voldoende ambtenaren kunnen vinden Voorbedachte rade zou ontbreken Schoener vastgelopen bij Texel 1/ ii i n r i i/ii ut iy 11 i r dbknnnn i BIJSTAND Fa. B. J. VAft LIEMT VRIJDAG 2 4 AUGUSTUS 1962 9 TUBE 2.95 I Nieuwe Italiaanse ambassadeur Aa-Be PLAIDS Zaalberg 195 x 145 100% WOL 41.75 (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) CENTRAAL BERGLAND (Nieuw- Guinea). Voor bestuursambtenaar Ra fael den Haan is het een van de laatste keren dat hij met zendingspiloot Johann- son in diens „afgeragde" Cessna ramme lend over de eerste heuvelrug bij het vliegveld Sentani vliegt en koers zet naar het centrale bergland van wat nog maar korte tijd Nederlands Nieuw-Gui- nea zal heten. De vliegende zendeling Johannson is een lange, dunne Ameri kaan, die een mooie losse hand van vlie gen heeft: in onbegrensd vertrouwen kruipt hij door kleine gaatjes, begrensd door zwarte bergen en wit-grijze wol kenmassa's, die, ieder op hun manier, van het Cessna'tje een verfrommeld hoopje aluminium, een ongelukkig zil veren vlekje in de donkergroene jungle zouden kunnen maken. Voor Rafael den Haan is het allemaal niets nieuws. Hij een man met een on begrensd zelfvertrouwen is in 1952 be gonnen met het openleggen en onder be stuur brengen van het grootste openlucht museum van de wereld, het centrale berg land, de absolute praehistorie, met de Pa poea's van de valleien, de kleine, zwarte naakte mannen met hun stenen bijlen. Bestuursambtenaar Den Haan is maan denlang te voet door die valleien getrok ken om de Dani's en de Kapauko's aan het gezicht, de macht en de vrede van de blanke man te wennen. Nu is hij commis saris van de afdeling centraal bergland, maar al reist hij per vliegtuig, iedere bergrug is hem vertrouwd. Het enige nieu we aan deze tocht is de boodschap die hij meebrengt voor zijn bestuursambtenaren en voor de Papoea's: „Het is afgelopen... Nederland gaat vertrekken". Wat het Nederlandse vertrek kan bete kenen, is te zien in Wolo, een zendings- post. Terwijl Johannson de Cessna door een valleitje walst om een driepuntslanding te maken op een airstrip ter grootte van een uitgerekt voetbalveld, wijst Den Haan op een serie verbrande kampongs en roept: „De Dani's van om de hoek hebben deze vallei schoongeveegd. Elf doden Huizinga en twee agenten hebben hen op een halve kilometer van de zendingspost kunnen tegenhouden. Daar zitten de Da ni's van deze vallei nu nog omheen ge klonterd. Kijk maar". Inderdaad, er staan wel duizend Dani's op de strip. Aan de ene kant de mannen, bruin, glanzend, lachend, het zwarte haar in vette tressen, naakt, op wat officieel het „adatkostuum" heet, na. Aan de an dere kant de vrouwen. Zij lachen wat min der en hebben kinderen aan de borst. Haar adatkostuum is gemakkelijker te be schrijven: een rieten rokje dat minder verbergt dan een bikini. DAT DE DANI'S PAS van een massa moord zijn teruggehouden, doet niets af aan hun volstrekte gelukzaligheid. Het ro de vlees van zes varkens ligt op een houts koolvuur te roosteren, de zon schijnt, er komt een feest. Een vreemde ontroering beneemt mij de adem: ik zie voor het eerst „wilden". Wat in Afrika al niet meer te zien is, treedt mij hier tegemoet: de mens in zijn oorspronkelijke uitvoering. Zijn schouders zijn vierkant, zijn rug ongebogen door de last van schuld en zonde. Hij lacht met dezelfde totale onbevangenheid waarmee hij doodt. Ik ben in één uur zevenduizend jaar in de geschiedenis teruggevlogen. In tien minuten vliegen we weer naar de twintigste eeuw: de Cessna landt in Wa- mena, de gouvernementspost in de Ba- liem-vallei. Die post is in 1956 gevestigd. Nu staan er huizen en kantoren van blin kende aluminium-platen. Want alles moet per vliegtuig worden aangevoerd. Op de veranda van het logeergebouw staan zes Nederlandse ambtenaren: de dokter, de landbouwspecialist, de man van openbare werken, de man van het onderwijs, de de tachementscommandant, de beheerster van de „pasanggrahan", het logeerge bouw. Zij zien eruit als mensen die bezig Advertentie HAAR zijn. Shorts, open hemd, afgezakte sokken, khaki-petje op, de gezichten die men al tijd ziet als Nederland wat doet: havens aanleggen, dijken bouwen, inpolderen, landbouw moderniseren. WEER EEN ONTROERING: „Raaf" den Haan spreekt zijn mensen toe. „Jul lie hebben het al gehoordhet ak koord is getekendiedereen die wil blijven, kan dat doen tot de eerste mei maar de dienst wordt gepapoeaniseerd de diensthoofden worden vervangen door Papoea's, de Hollanders kunnen alleen nog maar adviseren na één oktober". De dok ter zegt „ik wou wel blijven, mijn vrouw trouwens ook. Hier in de Baliem kan toch niks gebeuren". De landbouwman, zo uit Wageningen: „Weet die Papoea die jul lie hebben uitgezocht van de landbouw werkelijk wat?Ik heb er niets op tegen om nog wat rond te hangen hier". De meesten vallen hem bij met de non chalance die Nederlands beste sentimen taliteit is. Ze zijn een beetje verslagen door de gebeurtenissen, maar de Baliem is een beetje van hen. Den Haan zegt: „We streven naar een loyale, ordelijke over dracht". Ze knikken bedachtzaam, zeggen nog: „Nou dag dan" en steken een hand op als de Cessna weghobbelt over de strip. IN HET VLIEGTUIG ZEG IK tegen Den Haan, dat dit heel wat anders is dan Hollandia, de zenuwachtige broeikas vol ambtenaren en geruchten. Hij knikt en glimlacht. Als Hollandia van vlag ver andert is dat een zaak van nationaal pres tige. Als in Wamena het door de zon ge bleekte rood-wit-blauw langs de vlagge- mast naar beneden zakt, valt ook de nacht van de prae-historie weer: weg broedervrede, weg jonge aanplant, weg aap-noot-mies, weg ochtendgloren van be ginnende civilisatie waar ook de „edele wilde", Rousseau ten spijt, wat aan heeft gehad. Want in de zes jaar die verliepen sinds de ambtenaar Veldkampe de Baliem onder bestuur bracht, is er wel wat ge beurd voor de 80.000 Papoea's in het ge bied van de grote vallei. Veel of niet veel? Er zijn visvijvers aangelegd, de tuin bouw is verbeterd, de wonden van fram- boesia genezen, het sterftecijfer terugge bracht. In dat laatste ligt de kiem van nieuwe stamoorlogen, clanconflicten eigenlijk. Want ook binnen de stam wordt oorlog gevoerd. De Papoea volken zijn in tijd van vrede op z'n best ieder een confe deratie van wantrouwige familiegroepen. „Le Baliem des patries", zou De Gaulle zeggen, „de Baliem van de vaderlanden". Raken zij aan eikaars varkens, tuinen of vrouwen (in deze volgorde) dan brandt de strijd los en pijlen zij elkaar neer. -Ik vraag aan commissaris Den Haan of on der deze omstandigheden (en 90 percent der Papoea's leeft daarin) iemand, die wel bij het hoofd is, werkelijk mag hopen dat het zelfbeschikkingsrecht voor Nieuw- Guinea (dat economisch niet kan be staan) werkelijk tot een keuze voor de on afhankelijkheid zal leiden. Commissaris Den Haan glimlacht Het tweede kamerlid de heer J. Maenen (K.V.P) heeft aan de ministers van Ver keer en Waterstaat en van Economische Zaken gevraagd of de Nederlandse spoor wegen het plan om in verband met de kortere werkweek de zesdaagse weekkaar ten te vervangen door goedkopere vijf daagse weekkaarten heeft ingetrokken omdat de regering een algemene tariefs verhoging voor het treinvervoer heeft ge weigerd. Het kamerlid vraagt waarom de door de Nederlandse Spoorwegen gevraag de tariefsverhoging is afgewezen en of de ministers het juist achten dat op grond van deze weigering de zesdaagse week kaarten, die vrij algemeen slechts vijf dagen per week worden gebruikt, gehand haafd blijven, waardoor vele werkforen- sen in feite een indirecte tariefsverho ging moeten betalen. Het kamerlid vraagt de ministers bevorderen dat de Neder landse Spoorwegen alsnog de goedkopere vijfdaagse weekkaart invoeren, waardoor deze eenzijdige indirecte tariefsverhoging ongedaan wordt gemaakt. Commissaris Den Haan licht zijn amb tenaren in de Baliemvallei in. Ernstig luisteren de Papoea's toe. (Van onze Haagse redacteur) Het plotselinge vertrek van staatsse cretaris Bot naar Nieuw-Guinea heeft aanleiding gegeven tot tal van veronder stellingen in Den Haag. Daartoe was te meer aanleiding, omdat mr. Bot de pers op Schiphol niet te woord wenste te staan. Een communiqué, waarin gezegd werd dat de staatssecretaris met gouverneur Platteel de consequenties van het akkoord zou gaan bespreken, was het enige offi ciële commentaar. Het is waarschijnlijk, dat mr. Bot de consequenties van het personeelsbeleid met de gouvereneur gaat bespreken, zo zei men ons in kringen, die contact on derhouden met de ambtenarenorganisaties op Nieuw-Guinea. Nog steeds is de Alge mene Maatregel van Bestuur, die de wet op het Bijstandskorps (garantiewet voor overheidsdienaren op Nieuw-Guinea) moet realiseren, niet verschenen. De meeste ambtenaren vertrekken dan ook uit Nieuw-Guinea zodra zij daartoe de gelegenheid krijgen. In feite staat het ambtelijk apparaat op tal van onderde len stil door afwezigheid van deskundige ambtenaren. Wel heeft men, door vele Papoea's promotie te laten maken, ge tracht de gaten op te vullen, maar daar mee loopt de zaak nog piet zoals het moet. Als dezer dagen het bestuursapparaat raat van de Verenigde Naties wordt ge vormd, zal het voor de hoge ambtenaren de grootste zorg zijn om voldoende su balterne (middelbare) ambtenaren te vin den om het dagelijks werk te doen. Er lopen dan nu ook al geruchten, dat het V.N.-bestuur een extra toelage zal gaan geven aan ambtenaren, die op hun post blijven. En aangezien het V.N.-apparaat gewend is met veel hogere salarissen te werken dan op Nieuw-Guinea het geval was (bovendien: Nederland en Indonesië moeten de kosten betalen) zal men wel grif zijn met toezeggingen. Er wordt reeds gefluisterd over dubbele salarissen. Aan de ene kant wil de Nederlandse De Kalkovenweg in Alphen aan de Rijn is niet bestand gebleken tegen de druk van duizenden kubieke meters zand, waar mee het industrieterrein Heimanswetering wordt opgespoten. De weg is plotseling over een lengte van 100 meter in ooste lijke richting verschoven, waardoor een grote bocht is ontstaan. Dit merkwaardige voorval heeft zjch voorgedaan aan de oostkant van het in dustrieterrein aan de Heimanswetering, dat op het ogenblik wordt opgespoten met zand uit het Brasemermeer. De Kalkovenweg vormt sinds enkele ja ren de verbinding tussen de Oudhoornse- weg en de Woubrugseweg en is afge zien van een dunne zandlaag op een me tersdikke veenlaag aangelegd. Deze slap pe ondergrond kon de druk van.de enor me zandmassa, die in een flinke laag op het nieuwe industrieterrein was aan gebracht, niet weerstaan. Plotseling ging het zand werken. Het zocht een uitweg door de veenlaag. Dui zenden en nog eens duizenden kubieke meters zand verdwenen in de grond en „stroomden" gedeeltelijk onder de weg en de dijk door. De Kalkovenweg werd over een groot gedeelte meegenomen en een oostelijk van deze weg gelegen sloot werd dichtgedrukt. Stenen sprongen door de enorme druk als projectielen omhoog. Het zand opspuiten is onmiddellijk ge staakt en de weg is voor alle verkeer gesloten. Hoe men deze werking van het zand op de veenlaag, waarvoor het raadslid Gesman destijds bij. de aanleg van de weg heeft gewaarschuwd, denkt tegen te gaan, konden de deskundigen nog niet mededelen. Wel zal het zand opspuiten naar het midden van het industrieterrein worden verplaatst. De vernieling aan de Kalkovenweg en het verdwenen zand betekenen in ieder geval een zeer grote schadepost. rigenng alles op alles zetten drft bij het verlaten van Nieuw-Guinea een tot op het laatste ogenblik bijgehouden .fstaat vani dienst" te kunnen uitbrengen. Het zal het laatste rapport van Nederland over Nieuw- Guinea aan de V.N. zijn. Aan de andere kant is men er niet op gesteld dat er maar met het geld gesmeten wordt. In derdaad kan dus wel gesproken worden van „consequenties van het akkoord", die in Hollandia aan de orde worden gesteld.. De hoge salarissen van de V.N mogen dan de ambtenaren -verlokken om te blij- n, er zijn ook gevallen waarbij het door Nederland in uitzicht gestelde sala ris een attractie genoemd kan worden. Ongeveer drie weken vóór het akkoord getekend werd, kwam een Rotterdammer in Hollandia aan met zijn vrouw en ze ven kinderen. Hij was op „kort verband in dienst genomen door het gouvernement als havenmeester in Hollandia. Indien deze man nu, na ten hoogste twee maan den te hebben gewerkt, zou besluiten naar Nederland terug te keren, dan zou Ne derland, behalve de uitrustingskosten voor de man en zijn gezin, de passage- kosten heen en terug voor de man en zijn gezin, het salaris gedurende de heenreis, het verblijf op Nieuw-Guinea en de terug reis, ook de in uitzicht gestelde bonus en kort verband-toelage moeten betalen totaal precies twaalf maanden salaris. Intussen heeft de regionale afdeling Nieuw-Guinea van de ARKA (Alg. R.K. Ambtenarenvereniging) verklaard, dat zij het beroep, dat zowel door prof De Quay als door gouverneur Platteeel op de ambte naren is gedaan om onder het V.N.-be stuur nog enige tijd op hun post te blij ven, ongemotiveerd acht, zolang niets gebleken is van daadwerkelijke waarbor gen voor de veiligheid van persoon en goed van de ambtenaren. Het bestuur zal daarom dit beroep op de ambtenaren niet ondersteunen. Aan het hoofdbestuur van de ARKA in Nederland is verzocht er bij de Neder landse regering opaan te dringen dat aan iedere ambtenaar die zulks wenst, gele genheid geboden wordt, om zelfs nog voor de overdracht van het bestuur aan de V.N., te repatriëren, behoudens stringen te onmisbaarheid. Het bestuur noemt het grievend dat regelingen voor spoedige repatriëring van de strijdkrachten wor den aangekondigd terwijl de ambtena ren daarover nog in het onzekere verke ren. Door de versnelde Papoeanisering en door andere omstandigheden zullen vol gens he+ ARKA-bestuur vele ambtenaren reeds vóór de eerste oktober hun be stemming verliezen. Als de regering voor alsnog niet van plan zou zijn hen te re patriëren zou zij volgens de ARKA hen Tot ambassadeur van Italië in Neder land is benoemd de heer Aldo Maria Ma- zio, thans ambassadeur van Italië in Tu nesië. De heer Mazio volgt markies Rai- mondo Giustiniani op, die terugkeert naar Italië om een functie aan het ministerie van Buitenlandse Zaken te aanvaarden. daarmee feitelijk dwingen in V.N.-dienst te gaan. Zij zouden dan gedwongen zijn tot onder normale omstandigheden onge oorloofde, maar thans door het beroep van prof. De Quay erkende, non-coöperatie. Het zou de internationale naam van Ne derland niet sieren, indien de V.N.-auto- riteiten'itf&kfc gëdönffonteerd zouden wor* den met door hun eigen overheid in de steefc gelaten,- repatriërende en wellielrt betogende Nederlandse ambtenaren", al dus het ARKA-bestuur, dat de regering verantwoordelijk stelt voor een onverwijl de repatriëring van de ambtenaren. Advertentie Grote Houtstraat 62 en 67 - Tel. 10657 - 12620 De „moord" op de 55-jarige kantoorbediende J. K. T., die in de nacht van zondag op maandag dood is gevonden in een sloot op een opgespoten terrein in Amsterdam-West, is rond. De in diezelfde nacht gearresteerde 24-jarige expeditieknecht heeft na langdurige verhoren gisteravond tegenover hoofd inspecteur P. H. Verhoeff van de Amsterdamse politie bekend, dat hij het slacht offer in de nacht van zaterdag op zondag heeft ontmoet en dat het overlijden uit deze ontmoeting is voortgekomen. Zoals vermeld, heeft het lichaam bijna 24 uur in de sloot gelegen alvorens de politie door een tweetal telefoontjes van een onbekende werd gealarmeerd. De expeditieknecht werd aangehouden, omdat hij zich zonder enige aanvaard bare reden in de nabijheid van de zoe kende politiemannen ophield. Later bleek hij geen alibi te hebben voor zijn doen en laten in de nacht, waarin T. is over leden. De verdenking werd tenslotte ernstig, toen zich in een tas, die aan de brom fiets van de verdachte was bevestigd, een horloge bevond dat aan het slacht offers had toebehoord. De expeditieknecht heeft thans toege geven, dat hij T. die hij niet kende zaterdagnacht had ontmoet in de De Clercqstraat. Beide mannen begaven zich daarna met oneerbare bedoelingen naar het verlaten opgespoten terrein, waar te zijner tijd het Rembrandtspark zal wor den aangelegd. De verdachte heeft de politie een ver klaring gegeven van de gebeurtenissen, die zich hier hebben voorgedaan. Om streeks 4 uur, aldus de gearresteerde, zou de heer T. het bewustzijn hebben verloren. Hij meende, dat de man dood was, wist met de situatie geen raad en sleept# zffn' metgezel d&arorh 'naar dé sloot óm hem daar te verbergen. Zoals maandag bij de sectie is geble ken kan de heer T. op het ogenblik dat hij in de sloot werd gelegd nog niet dood zijn geweest. Hij was bewusteloos maar is daarna door verdrinking om het leven gekomen. Verdachte telefoneerde De expeditieknecht heeft inmiddels ook verklaard dat hij na een hevige innerlijke strijd in de nacht van zondag op maan dag de politie heeft opgebeld om te zeg gen waar het slachtoffer verborgen lag. Toen hij merkte dat de agenten op een verkeerde plaats zochten heeft hij op nieuw gebeld. Deze telefoontjes geschied de vanuit een telefooncel op het nabij gelegen Mercatorplein. De verdachte heeft ontkend dat hij het horloge zou hebben gestolen. Volgens zijn verklaring heeft de heer T. die geen geld bij zich had, hem het horloge gegeven toen zij naar het terrein liepen. Onder leiding van de officier van jus titie, mr. L. van den Berge, zullen de verklaringen op hun juistheid worden on derzocht. Als zij met de waarheid over eenkomen is het uitgesloten dat de ver dachte voor moord kan worden vervolgd daar de voorbedachte rade ontbreekt. In dat geval zal een juridisch bewijs voor doodslag of mishandeling nodig zijn om hem te doen vervolgen. De tweemast schoener „Johanna Lu- cretia", eigendom van de heer B. T. Vermeer uit Amsterdam, is op het hoofd van de oude Schilderhaven in Oudeschild (Texel) gelopen waarbij het schip zeer zwaar beschadigd werd. De schpeper .had reeds enkele uren te voren ligplaats gekozen bi] Oudeschild, maar omdat de zee steeds ruwer werd, probeerde de bemanning de haven te be reiken. Ofschoon er niet om assistentie was verzocht, besloten twee Texelse sche pen uit te varen. Zij wisten vast te ma ken maar door het breken van een tros botste de schoener op het hoofd. Er de den zich geen persoonlijke ongelukken voor. De eigenaar was niet verzekerd en daarom had hij eerst zelf geprobeerd zich uit de hachelijke positie te bevrijden. KERKELIJK NIEUWS Geref. gemeenten Beroepen te Rotterdam-Zuidwijk-Pen- drecht-Lombardijen P- Blok te Dirksland. Nu het er naar uitziet dat Nederland bevrijd raakt van de last van het conflict om Nieuw-Guinea krijgt de publieke opi nie gelegenheid zich wat meer op binnen landse belangen te richten. De dezer da gen door de minister van Maatschappelijk Werk en van Sociale Zaken bij de Tweede Kamer ingediende Bijstandswet, die de uit 1912 daterende zal vervangen, heeft echter net niet van dat voordeel kunnen profiteren. Het uitgangspunt van de wet dat bijstand in behoeftige omstandig heden een recht en geen gunst behoort te zijn wordt in de eerste perscommenta ren gunstig beoordeeld. Zo herinnert de LEEUWARDER COURANT eraan, dat „Armenzorg zo oud als de wereld is en een voorschrift van vrijwel alle gods diensten. Zij is in alle mogelijke vormen beoefend en daarbij is in de praktijk het plichtmatige karakter ervan nogal eens verloren gegaan. De liefdadigheid kwam vaak op een vrijwillige basis te berusten; het bedélen verloor zijn oorspronkelijke betekenis van „hun deel geven" Het ALGEMEEN HANDELSBLAD maakt duidelijk dat de Bijstandswet de in stemming van de V.V.D. heeft „In een rapport, dat het vorige jaar werd uitge bracht door een commissie uit de V.V.D. onder voorzitterschap van prof. mr. C. W. de Vries werd terecht als eerste grondslag voor een wettelijke bijstandsre geling genoemd: Het op aanvrage verle nen van bijstand aan degene, die zich het levensonderhoud niet kan verschaffen, is de rechtsplicht van de overheid. Dit liberale beginsel vinden we in het thans ingediende wetsontwerp terug. De commissie-De Vries somde voorts o.m. nog als grondslag op: De bijstand blijft beperkt tot materiële bijstand, d.w.z. op geld waardeerbare bijstand. Ook deze grondslag vindt men in het ontwerp van minister Klompé terug". DE TIJD-DE MAASBODE ziet tevens belangrijke consequenties voor degenen die tot nu toe particuliere liefdadigheid be dreven: „Niet langer meer zullen kerke lijke en particuliere instellingen genood zaakt zijn alle zeilen bij te zetten teneinde degenen die bij hen aankloppen zoveel mo gelijk die bestaansbasis te verschaffen. Zij kunnen aanvullend werkzaam zijn wan neer en waar zij dit noodzakelijk of nut tig achten. Extreem voorgesteld kan een instelling ondanks een ruim gevulde kas elke aan vullende bijstand weigeren of, als dit naar haar inzicht juist is, alle beschikbare mid delen voor één enkel geval aanwenden. De Algemene Bijstandswet, die de instellingen deze grotere vrijheid verschaft, bevordert daardoor ook voor deze instellingen de mo gelijkheid tot het beleven van de eigen ver antwoordelijkheid." DE VOLKSKRANT wijst vooral op de veranderde mentaliteit ten opzichte van het verhaalsrecht: „Het is nog niet zo lang geleden dat men er huiverig tegen over stond de overheid in dit opzicht voor op te laten gaan. Van de plicht tot hulp van familieleden werd gezegd, dat het een groot goed was om deze verplichting le vend te houden. Het met dwang handha ven van die zedelijke verplichting heeft veel ellende gebracht. De Armenwet van 1912 maakte mogelijk dat kerkelijke in stellingen en de gemeentelijke overheid hun ondersteuning op nalatige verwanten konden verhalen Als daarvan gebruik ge maakt werd, veroorzaakte dit verwijdering tussen ouders en kinderen. Vele oudjes, die het niet zover wilden laten komen, le den liever armoe. Enige tijd geleden heeft minister Klompé dit verhaalsrecht dan ook al voor een groot deel beperkt." De uitvoering van de wet zal in han den worden gelegd van de gemeentebestu ren. Het ALGEMEEN DAGBLAD is het daarmee eens: „Alleen de gemeentebe sturen kunnen de behoeften in bepaalde gezinnen en onder bepaalde omstandighe den beoordelen. Toch wordt op deze be sturen hierdoor een zware last gelegd. Men kan namelijk dit wetsontwerp toe juichen en wij doen dit om verschil lende redenen gaarne maar de bij stand verlenende instanties zullen alles moeten doen om deze bijstand binnen re delijke perken te houden. De bedragen die zij uitkeren zullen veel meer een aanmoediging moeten zijn voor hen, die een beroep of bijstand doen, om er door eigen werkzaamheid weer bovenop te ko men, dan steun om behoeftige omstandig heden te doen verkeren in redelijk welva rende". Het ALGEMEEN HANDELSBLAD is er echter niet gerust op dat de gemeenten „wel geheel aan hun trekken zullen ko men. Er wordt wel voorgesteld het uit keringspercentage uit het Gemeentefonds te verhogen, maar we zijn er niet zeker van, dat daarmee de gemeentelijke uit gaven krachtens deze nieuwe wet geheel zullen kunnen worden gedekt". Ongeveer op het ogenblik dat de Alge mene Bijstandswet werd ingediend hield DE ONDERNEMING, het orgaan van het Centraal Sociaal Werkgeversverbond zich bezig met de verhoging van de A.O.W. met vijftien percent en de interimregeling voor de trekkers van invaliditeitsrenten: „Deze maatregelen hebben financiële gevolgen aan de premiekant, beïnvloeden de mogelijkheden in de loonpolitiek, ver hogen de druk op de prijzen en belasten het bedrijfsleven met verhoogde loonkos ten". „En wat dan nog?" vraagt HET VRIJE VOLK, dat onder meer aanvoert: „De me ning wint in snel tempo veld, dat de groeiende welvaart meer en meer geleid moet worden naar collectieve voorzienin gen. Dit betekent, dat in bepaalde geval len een loonsverhoging geheel of gedeelte lijk achterwege zou moeten blijven om so ciale voorzieningen mogelijk te maken. Het betekent nog eerder, dat via andere kanalen die sociale voorzieningen tot stand komen. En dan vinden wij het helemaal niet erg, als de loonkosten groter worden ten koste van de winsten of wanneer via de belastingen de overheid een groter deel van de sociale voorzieningen voor haar rekening neemt." Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9