MODE-TROEVEN UIT PARIJS TANTE PATENT EN DE SOF PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER Ons vervolgverhaal (Vertaald uit het Deens) door Grete Dölker-Rehder Toverritueel door Egypte verboden Rheingold Express rijdt 160 km per uur feu» .J DINSDAG 28 AUGUSTUS 1962 7 -1 h EIKE AGENA 17) H Haar medelijden en haar liefde had ji den haar nog stiller en deemoediger gemaakt dan vroeger. Maar drie dagen voor de bruiloft zei Moy Haulsen 's morgens tegen haar: ,Eike, nu is het belangrijkste gebeurd. Hier heb je de sleutel van je moeders kamer. Hou hem maar, Hij is van jou". Moy zei het zo plechtig en ze keek Eike zo ernstig aan, dat het jonge 5 ding een rilling over haar rug voel- de lopen. Met neergeslagen ogen en kloppend hart nam ze de sleutel aan. „Ja", zei ze verlegen, en stotterend voegde ze eraan toe: „Ik dank je, Moy, voor alles". j= Maar toen viel Moy plotseling woe- dend uit: „Je moet me niet bedan- E ken! Je moet van me houden! Want ik zal niet lang meer leven en nog nooit heeft iemand echt van me ge- houden!" Verschrikt stond Eike voor haar, met neerhangende armen, half ge- opende mond en neergeslagen ogen. Wat moest ze nu doen? Wat verwacht- E te Moy van haar? Ze moest iets goeds doen, iets bijzonders, iets dergelijks als ze met Bertien gedaan had. Ja het leven was moeilijk, als je E vrouw werd, het eiste vreemde din- gen en moeilijke beslissingen van je. Wat was alles gemakkelijk, toen ze nog kind was. Geen besluit hoefde ze E te nemen, geen enkele verantwoor- =j ding droeg ze, het leven verliep als een beekje. Maar nu werd de beek een stroom, en ze zag in de verte al E de zee, die aanzwol over het wad, als E een stormvloed, en ze wist niet meer, wat daar uit voort zou komen. E De beide vrouwen keken elkaar E aan en wachtten in spanning op wat er nu zou gebeuren. Maar in Eike stonden nu, zonder dat ze het wilde, de zeven eenzame jaren op, die ze E in dit huis had doorgebracht al die jaren, waarin ze zwijgend om liefde gebedeld had, vergeefs. Ze sloeg haar ogen weer neer. E Zacht zei ze: „Ja Moy", en het klonk E weer even deemoedig als altijd. Ze schaamde zich verschrikkelijk, omdat ze in gebreke gebleven was, maar ze E kon niet anders. E Toen sloeg ook Moy haar ogen neer. E „Het is goed kind, het is goed" mom- pelde ze, als ter verontschuldiging. E Daarna draaide ze zich om en ging E naar buiten. Haar voeten sleepten over de grónd. E Eike stond nog op dezelfde plaats, en de sleutel brandde in haar hand §f als vuur. Toen Eike naar haar ouderlijk E huis ging, was het volkomen stil in het dorp. Op de blauwe, blinkende waddenzee waren enkele boten te zien, E op het strand en hier en daar op de akkers was zo nu en dan een stem te horen. Maar de vissershutten lagen als uitgestorven in de zon. Wat zag E Agena's hut er armoedig en smerig E uit. Het rieten dak was met mos be- groeid, er zaten gaten in en het E scheen dat het in jaren niet gerepa- E reerd was, de muren waren vuilgrijs E in plaats van wit, en op verscheidene plaatsen was de pleister er in grote E stukken afgevallen. De gordijnen ach- E ter de ramen waren vuil en gescheurd. E De kleine tuin was alleen nog maar een stukje zandgrond met wat kool- E stronken, en de tuindeur hing scheef E in de gebroken hengsels. Eike stond met gefronste wenk- brauwen naast de zwerfsteen, waéProp E ze eens als kind gezeten had. Ze was E boos op de mensen, die haar eigendom bewoonden en het zo verwaarloosden. Maar toen voelde ze medelijden. Ze E wist, dat die mensen arm waren en E veel kinderen hadden. Zou ze eigen- lijk wel huur van hen aannemen? Ja, dat was ze aan Bertien verplicht. Ze E waren toch zelf ook niet rijk. Of zou E ze de hut verkopen, zoals Hannis Haul- sen haar had aangeraden? Neen, het was toch niet mogelijk E om Agena's hut te verkopen? Dat E was toch maar niet iets als een paar klompen of een paard of een koe? E Hier was ze toch geboren? Neen, het was Agena's hut en die bleef Eikes eeuwig eigendom. Eike ging naar binnen, maar er e was niets, dat haar vertrouwd voor- E kwam. Overal stonden vreemde din- E gen, ook in de kamer, waar vroeger Hallesöt had zitten spinnen, zingen en vertellen. E Het was er benauwd. Er was nie- mand te zien, alleen in een bed te- e gen de muur lag een oude man, die E vanuit het duister zijn grote, zieke E ogen op haar richtte. Eike ging naar hem toe, zei hem e wie ze was, wat ze wilde en liet hem E de sleutel zien. Zijn rode oogleden E vielen over zijn grote ogen. Ze wist niet of het toestemming betekende, e of zwakte. Zijn gezicht was zo bleek, E dat het leek of hij stierf. E Maar daar kon Eike zich nu geen S zorgen over maken. Neen, nu moest E ze om andere dingen denken. Ze E ging nu naar haar moeder, naar e Hallesöt Agena, ze ging terug naar e haar kinderjaren. E Hier beneden woonden vreemden E maar boven was haar rijk. Ze haastte zich het smalle trapje e op. Onder de balken van het dak E hing het vol met wasgoed. Maar E vooraan de zolder was een kamer, Eike maakte de deur open, ging snel naar binnen en sloot de deur weer E achter zich. Het was er stil en sche- E merig, en het rook er naar voorbije tijden. Ze leunde met haar rug tegen de E deur, legde haar handen over elkaar E en haalde diep adem. Nu was ze thuis. Nu was ze dus daar teruggekeerd, E waar de mensen haar weggehaald hadden, toen de hele wereld voor haar ineenstortte. Vader, moeder, E grootmoeder allen waren ze van E haar weggegaan en nooit meer terug- gekomen. Met één klap was het af- e gelopen met haar kindertijd en was E het harde liefdeloze leven onder E vreemden voor haar begonnen. Ze liep naar het raam, schoof de gordijnen van elkaar en zette het E raam wijd open. Toen ging ze met E overleg, haar gedachten bij het huis- je aan de witte Knee, uitkiezen wat e haar het meest geschikt leek. Liefkozend streek ze daarbij met E haar hand over het bed, waarin haar ouders geslapen hadden en waarin ze ook gestorven waren, met een E kreet van blijdschap knielde ze naast haar moeders spinwiel, en haastig opende ze de kast, waarin nog altijd E de kleren van haar ouders hingen. E Maar met bijzondere aandacht bleef ze staan voor de mooie oude staan- de klok, die haar vader eens, als jon- e ge man, had meegebracht van een g zeereis. Ze was altijd zo trots geweest e op dat pronkstuk van het ouderlijk E huisraad! Ze zag nu, dat het inder- E daad een kostbaar stuk was. De me- E talen wijzerplaat stelde de aarde voor de randen waren blauw als de he- E mei. Boven de twaalf stond een gou- s den zon, naast de drie en de negen waren een wassende en een afne- e mende maan te zien onder de zes E een fonkelende ster. In de vier hoe- E ken waren het .hoofd van een oude man, een jonge man, een kind en een duif geschilderd. Het kind had E vleugels, en scheen dus een engel te E zijn. i Eike weerstond de verleiding, de klok op te winden en te laten slaan, E en ze ging verder met haar werk. Ze pakte de kleren tezamen en bun- delde de bedden. Ze ruimde de e kasten leeg en verviel steeds weer E even in zoete dromen bij het zien van al die eenvoudige voorwerpen, die zoveel herinneringen bij haar opwek- E ten. Maar toen ze haar pop vond, E vergat ze alles. Ze vergat zelfs zich- zelf en voelde zich weer helemaal de e kleine Eike van vroeger. Opeens drong het tot haar door, dat het al bijna avond geworden was. Ze had zelfs helemaal niet aan e eten gedacht. Zorgvuldig sloot ze de E deur weer af en ging naar beneden, E waar intussen de man thuisgekomen was. (Wordt vervolgd) Foto's hierboven v.l.n.r Pierre C ar din heel elegant, deze toch eenvoudige japon van hemelsblauwe zijde, omdat het accent valt op de rug door de stola met struis veren. Het lijkt ons een bui tengewoon geschikt model voor de twens, die hoge eisen stellen aan hun garderobe. Madame Gres gebruikte voor de door haar ontworpen capemantel die zeer en vogue komt voor de Franse najaars- en wintermode blauw met gele tweed. De capu chon geeft de indruk van een omgekeerde puntzak. De slui- ting van de jas is op de rech terschouder. Nina Ric ci heeft al haar avondjaponnen een hoge taille gegeven, terwijl het rugdécol leté vaak overgaat in een sjerp. Model „Angelique" is van groene satijn Bodin. J aqueline G o d ar d zocht het getuige de foto rechts ook niet bepaald in moei lijke modellen voor een cock tailparty. „Nougatine" is van beige satijn vervaardigd en wordt in de taille gegarneerd met een byou van Madeleine Rivière. Vooral de taille, die een ietsje bol uitstaat, maakt dit eenvoudige japonnetje zeer gedistingeerd. Jean D e s s s werd gefasci neerd door het werk van de schilder Boldini en putte zijn inspiratie uit de vrouw van de Belle Epoque. De schouders zijn smal, de mouwen lang en de taille vaag. De roklengte is 45 centimeter van de grond. De tailleur van pied de poule is zwart-wit en wordt gedra gen met een bloese van con trasterende kleur. „SIMPLE comme bonjour", kunnen we vaststellen als we de nieuwste mode-foto's onder handen krijgen. Weinig nieuws onder de zon? Dat is betrekke- .lijk. De mode rouleert en dus kunnen we vroeg of laat de zelfde modellen weer aantref fen in wat we „de nieuwe mode" noemen. De mode is geconcentreerd op Parijs. Ja vooral Parijs, want veel Italiaanse mode heren hadden dit jaar meer vertrouwen in de lichtstad en befaamde huizen als Capucci, Fabiani en Simonetta verlie ten Italië, om zich in Parijs te vestigen. In Parijs dus zijn weer een aantal shows gehou den, waar men indrukken kon opdoen voor de mode voor de komende winter. En die in drukken geven nu niet be paald aanleiding te denken, dat de mode-ontwerpers zich alleen maar beperken tot het creëren van modellen voor mannequins, op wier slanke leest ieder toiletje past. Er kwamen veel modellen uit de bus, die voor heel veel dames draagbaar zijn, zoals uit bij gaande foto's blijkt. Iedere nieuwe lancering ont lokt in de regel een storm van protesten. De doorsnee-vrouw vindt de modellen van Parijs niet draagbaar, of alleen ge schikt voor de hyperslanke mannequins, en voor dames met een grote beurs, maar hierover hoeven we beslist niet meer uit te weiden: elk seizoen zijn deze klachten de zelfde. En eigenlijk mogen we het de mode-ontwerpers niet eens kwalijk nemen, dat ze model len ontwerpen die het voor deligst uitkomen op hun tje, een bepaald type vrouw voor ogen et voila: de bron van inspiratie. Iets nieuws voor de komen de winter? Neen. De mode rouleert en of de modellen nu op de mode anno 1900, 1910 of zelfs 1960 geïnspireerd zijn, helemaal nieuw zijn ze nooit. Wel mogen we constateren dat we dit jaar veel tailleurs, bont kragen en -garneringen, soms een ietsje langere rok en veel capes en capemanteltjes te zien krijgen. Vooral de capes moeten we in het oog houden; bijzonder flatteus en gesoig neerd. De pakjes, deux-pièces en tailleurs, wijken niet veel af van de modellen van de af gelopen winter; hier en daar wellicht een tikkeltje meer uitgebuit door nieuwe vindin gen, zoals bijvoorbeeld de coupe van het jasje model .Paris-Londres" In een volgend artikel zullen we de meer extravagante creaties van de mode-ont werpers belichten. 'I C ar v en kwam met de stijl „Dandy" en ligne „Amazone" De korte cap A la Constantin Guy is afgezet met bont. Het pakje is van oranjekleurig tweed. mannequins. Ieder ontwerper creëert naar zijn eigen idee, heeft dus een bepaald figuur- ZWART wordt een be langrijke toets in het win- termodegamma, vaak in combinatie met felle warme kleuren ais oranje of met zachte pasteltinten. De ROKKEN blijven on geveer waar zjj waren: tot op of halverwege de knie, en vallen veelal ruim zoals de twistrok van vorig jaar. DE TAILLE: hier en daar vaag en vaak geaccen tueerd door een grote sier- knoop of broche. Leer en bont ouden repertoire op het modeprogram. Marc B oh an ontwierp „Paris-Londres" een mantel pak van grijze wol, gegarneerd met chinchilla en kennelijk bedoeld voor een retourtje Parijs-Londen. La ligne flèche is over het algemeen nauw en kort, terwijl de knie net bedekt is. Door de chinchilla-garnering, de koning onder de bontsoorten krijgt dit pakje een extra kroon. OOGOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOQOOQOOOOOOOOOOiOGOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOiOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÖ Een Egyptisch toverritueel, zo oud als de sfinx, is door de regering gebrand merkt als zwendel en verboden. De rite is bekend onder de naam „zaar" en vele bijgelovige Egyptenaren zien in haar een uitstekend middel om ziekten en boze gees ten uit te drijven. De zaar-dokter is een vrouw, die „koe dia" genoemd wordt, zich kleedt in witte gewaden en met de boze geesten conver seert in de geheime „taal der Dzjinns" (demonen). In minder geheime taal heeft de regering kort geleden de „koedia's" aan de kaak gesteld als bedriegsters en de hoge beloningen, die zij eisen, mis dadig genoemd. Deze beloningen bestaan uit geld, juwe len, kleding en alles wat de lijder verder maar op kan brengen. In ruil daarvoor treedt de koedia in verbinding met de geesten terwijl het slachtoffer en de toe schouwers op het ritme van de hyste rische muziek woeste dansen uitvoeren en geiten of koeien als offers slachten. De macht van een koedia over een ge lovige is bijna niet te schokken. „Ik heb Zaar verschrikkelijk nodig" zeide Eisja Hamdy, een 24-jarige huisvrouw. „Ik ben onvruchtbaar en mijn man dreigt met schei ding als ik hem geen kind schenk". „Ik wil geld lenen of alles wat ik heb ver kopen om te genezen", vervolgde zij. En Zenab Fattoeh, een 30-jarige meis je, dat op een bank werkt, wilde een man hebben. Zij kreeg de raad, een Zaar- plechtigheid te laten houden om de demo nen een man voor haar te laten zoeken. Na vijf van die plechtigheden die bijna 6.000 gulden kostten heeft die man zich nog altijd niet vertoond. Maar een bekende koedia zegt, dat de ze aloude ceremonie doeltreffender is dan elke medicijn „en dat Zaar diep gewor teld is in de harten van haar cliënten. Zij zullen er nooit afstand van doen" zegt zij. Zaar-doktoressen werken nog altijd in een nachtclub te Cairo in de buurt van de pyramiden. Ofschoon er geen bloed vloeit en de klanten alleen offeren wat de whiskey of de champagne kost, sleept het gedreun der trommen hen mee en stampen zij éven hard met de voeten als de bijgelovige Egyptenaren. In de winterdienstregeling van de West- duitse Spoorwegen zijn 21 treinen opgenomen, die met een snelheid van meer dan 90 km per uur rijden. Als eerste trein na de Tweede Wereldoorlog zal de „Rheingold" op delen van het traject Amsterdam-Emmerik-Bazel een snelheid van 160 km rijden. De gemid delde snelheid op dit traject bedraagt 101,6 km. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp WA' COPYRIGHT 8WAN FEATURR8 8YNHICATF 98. Hijgend was tante Patent in haar eigen tuintje gearriveerd en ze greep onmiddellijk de spade. „Kom Keesje," zei ze, „voordat er nog meer ver velende dingen gebeuren met die vaas, moeten we hem begraven. Daar, waar hij hoort. Onder de pere boom." Op dat moment woedde er een ontzaglijk on weer in het Vulpense Bos, een paar kilometer buiten de stad. Het donderde en bliksemde en de grote Sof hief zijn gelaat omhoog en riep: „Genade, O Thor. Aanvaard mijn offer! Een kalkoen, O grote Thor, zie mijn kalkoen." Maar de grote Thor in het Walhalla had onmiddellijk in de gaten dat het een diepvries kalkoen was. En dat bovendien het offervat niet het ware was. En daarom ratelden de donderslagen on genadig door. De leden van de Impulsieve Beweging waren allemaal op een kluitje gaan zitten tussen het geboomte en trilden van angst. 2.7-72. COe. MAITfN lOONDf» 27. Nu zijn tegenstander zich van het Isengrim-schild had voorzien en de kansen dus schenen te keren, besloot Joris Goedbloed tot een uiterste poging. „O mores delendam esse! zoals mijn voorvaderen kreten als zij iemand mores leerden!" riep hij vervaarlijk; en tege lijkertijd deelde hij een harde slag uit met zijn helle baard. Graaf Isengnm was echter ook een niet te onder schatten strijder, zodat hij de klap behendig wist op te vangen met het antieke schild. De aangerichte schade bleef dan ook tot dit schild beperkt, en de verf schilfers sprongen van het wapen der Isengrims dat er op stond afgebeeld maar dit onbelangrijke feit bleek vol doende te zijn om een voorlopige onderbreking van de strijd te veroorzaken. „Tut tut! Wat ziet mijn oog?" riep Joris uit en ja hoor! Met het verdwijnen van de bovenste verflaag was een nieuwe voorstelling zicht baar geworden, en die zag er zo belangwekkend uit dat Joris het gevecht vergat en zich voorover boog om hem te bestuderen. Ook Isengrim probeerde het geval te be kijken, en zelfs Panda, op veilige afstand, begreep wat er aan de hand was. Die pas ontdekte schildering was misschien wel de kaart van de schat, waar in het oude boek over gesproken werd! De enige die het belang van deze ontdekking niet inzag was Rochus van Sokkum, de nachtwaker, die zich plotseling zijn plicht herinnerde. „Spoken of geen spoken," riep hij uit, „maar het aan raken van de tentoongestelde voorwerpen is ten streng ste verboden en toegebrachte schade moet verqoed wor den!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7