Hooggebergte-expedities
eisen veel voorbereiding
Annapurna-bestijging was
strijd op leven en dood
WEE
Voor het eerst gaat een grote Nederlandse
expeditie het enorme Himalaya-massief
doorvorsen. De leiders, prof. dr. G. G.
Egeler en dr. Tom de Booy, zijn al in
India, waar zij de laatste voorbereidingen
treffen voor een gigantische onderneming
die de aandacht zal trekken van ieder, die
in alpinisme en geologie is geïnteresseerd.
De expeditie bestaat uit negen Nederlan
ders en de Fransman Lionel Terray. Op
het programma staat onder meer een be
klimming van de Nilgiri-noordtop, die
7030 meter hoog is.
Alpinisme en geologie gaan vaak samen.
De levensgeschiedenis van prof. Egeler en
dr. De Booy is daar een duidelijk bewijs
van. Prof. Egeler werd al op vijfjarige
leeftijd door zijn ouders meegenomen
naar Zwitserland en spelenderwijs leerde
hij zich vlot in de bergen te bewegen. Toen
hij in Delft ging studeren, ontdekte hij het
middel om bergbeklimmen en beroep
grotendeels samen te laten vallen: hij koos
geologie. Veel grond-onderzoeken worden
namelijk op grote hoogte uitgevoerd en een
dergelijk onderzoek leidde er toe, dat prof.
Egeler in 1952 zelfs in de Andes terecht
kwam, samen met Tom de Booy, die als
verwoed bergbeklimmer ook geologie als
studierichting had gekozen.
Structuuronderzoek
Uitdroging
Wordingsgeschiedenis
Eerste bedwongen achtduizender
Spoorboekje
Vergeefse omweg
Martelgang
Toch dankbaar
Bokhara
c-J/> -OURKHA^
ATHfl* MPU
J6UTWAI
DARJÏIUN6
PAKISTAN
ft AST)
at in een
het kerk
verband,
irkbezoek
en daalt.
i.
k dat de
iet kerk-
ging, die
■celereert
aken be-
situatie"
veel mee
en leren
veroor-
orie van
culturen
n verval
leppende
ïlde uit
ing dus,
in in de
)ns land
m werd
liens ten,
k om de
laar een
n China
en het
iken dat
bronnen
in onze
1! In de
overige
bepaald
ing het
het in
it ver-
js drie
die tijd
ik voor
itte het
de kust
;rd aan
eigd en
Ie Rus
van de
Maar,
over-
lardoor
il door
acht de
zich de
25.
>or een
zond
iet be-
jaar in
achten
ijgt de
ng toe.
oordat
werd,
>g van
mijnen
nomen
vijl de
sakker
noeten
indu-
op het
00 tot
ikbaar
>m uit
p, die
t land
ïrt de
tiende
treeks
tech-
itroon
n om
oede-
kunst,
lie de
Negen Nederlanders gaan slag leveren tegen de Himalaya
DE EXPEDITIE van de twee geleer
den werd een doorslaand succes. Zij
beklommen in de Cordillera Blanca in
Peru enkele tot dan toe onbestegen
toppen: een naamloze berg van 5.463
meter, die zij de Nevado Quesque doop
ten, de 5.711 meter hoge Nevado Pon-
gos en de twee toppen van de 6.395 me
ter hoge ongenaakbare Huantsan. Zij
deden dat niet alleen. Als klimvirtuoos
hadden de twee geologen, die het spor
tieve met het zakelijke verenigden, een
grootheid op dit gebied bij zich, „reus"
Lionel Terray, momenteel wel de berg
beklimmer met de grootste staat van
dienst. Lionel Terray hoorde bij de
tweede groep klimmers, die de beruchte
Eigemoordwand beklom (tot de eerste
groep hoorde Heinrich Harrer, die on
langs in Nieuw-Guinea een opzienbaren
de expeditie heeft gehouden), en hij was
ook lid van de befaamde expeditie van
Maurice Herzog, die in 1950 de eerste
Himalayatop boven de 8.000 meter, de
Annapurna, bedwong. De Nederlandse
ala
Himaïaya-expeditie gaat de komende
weken naar een gebied, dat beheerst
wordt door twee toppen, de Dhaulagiri
(8.172 meter) en de.... Annapurna
(8.078 meter). Men zal begrijpen, dat de
expeditieleden blij zijn weer Lionel Ter
ray bij zich te hebben, die juist dit ge
bied zo goed kent, en op de expeditie
naar de Andes zo'n voortreffelijk kame
raad is gebleken.
NEGEN NEDERLANDERS zullen deel
uitmaken van de expeditie. Behalve prof.
Egeler en dr. De Booy zijn dat dr. J. W.
A. Bodenhausen (38) en drs. H. J. Nij-
huis (26) van het geologisch instituut te
Amsterdam, dr. G. Schaar (29), geoloog
te Amsterdam, dr. A. Tammes (44), chi
rurg van het Bronovo-ziekenhuis te Den
Haag, de Amsterdamse arts drs. P. van
Lookeren Campagne (30), ir. H. C. van
Lookeren Campagne (27) uit Delft en zijn
tweelingbroer dr. P. F. J. van Lookeren
Campagne (27) uit Groningen, de laatste
drie als alpinisten.
Prof. Egeler en dr. De Booy zullen in
Katmandoe, de hoofdstad van Nepal, een
groot aantal dragers trachten te vinden
om goederen, die niet door de lucht kun
nen worden vervoerd, zoals petroleum, via
een uitsluitend te voet begaanbare weg
naar het honderd kilometer verder gelegen
Pochara te vervoeren.
In deze plaats, aan de voet van de Anna
purna, zullen de Nederlandse expeditiele
den zich op 9 september verenigen. Geza
menlijk zullen zij met de in totaal 6000
kilo wegende bagage naar het noordelijk
gelegen, 2800 meter hoge bergland van
Toekoecha trekken.
De expeditie zal hier een woest berg
land vinden, dat allerminst op toerisme is
ingericht. Er zijn geen wegen, geen brug-
Door dergelijke dalen zal de karavaan de
Nilgiri (op de achtergrond) moeten be
reiken. En dat zijn nog maar de kleinste
moeilijkheden.
ratorium vast te stellen) en aan de ouder
dom en graad van de metamorfose der
verschillende gesteenten waaruit de struk-
turele eenheden zijn opgebouwd.
De expeditie zal bij haar „marche d'ap-
proche" een der hoofd-karavaanwegen
volgen, die van Tibet naar Zuid-Nepal voe
ren. Op haar tocht zal de expeditie ver
gezeld worden door een groot aantal dra
gers die elk dertig kilo bagage in water
dichte zakken en containers op de rug tor
sen. De weg voert namelijk aanvankelijk
door jungle, waar tropische regens in de
beginperiode veelvuldig zullen voorkomen.
Prof. dr. C. Egeler
gen en geen nederzettingen. Het tijdstip
van de expeditie is zo gekozen dat de
weersomstandigheden zich goed zuilen le
nen voor geologisch onderzoek op grote
hoogte.
Doel van de expeditie is het verzamelen
van gegevens over de structuur van dit
deel van de machtige Himalayaketen.
Men verwacht hier vele fossielen te vin
den.
Terwijl de wetenschappelijke staf onder
zoekingen verricht zullen de alpinisten
zorgen voor het transport van de bagage.
In een later stadium zullen de alpinisten
de nog nimmer bestegen toppen van de
blauwe bergen beklimmen.
Zij zullen hierbij door Lionel Terray
worden vergezeld. Dr. Tammes zal met
de leiding van het basiskamp worden be
last.
In november zal voor dr. Tammes en de
alpinisten een einde aan het avontuur ko
men. De geologen zullen echter tot besluit
in zuidelijke richting trekken tot India,
voor een afronding van het bodemkundig
onderzoek. Pas daarna zal men naar Ne
derland terugkeren.
De expeditie, die ongeveer 170.000 zal
kosten, is mogelijk geworden door subsi
die van verschillende instellingen, door
giften van bedrijven en particulieren en
door bijzondere faciliteiten van onder
andere vervoersmaatschappijen.
Van groot belang is het voor de geologen
een inzicht te verkrijgen in de wordings
geschiedenis van het Himalayagebergte.
Met het bestuderen van de ingewikkelde
struktuur en stratigrafie van het betrok
ken deel van de Himalaya-keten, hopen
zij een bijdrage te kunnen leveren tot de
kennis van het tot dusver nog weinig on
derzochte, grootste alpiene ketengebergte
op aarde.
Voorts zal aandacht worden besteed aan
enige speciale onderwerpen, zoals aan
de ouderdom van granietische lichamen
(waarvan getracht zal worden de absolute
ouderdom later hier te lande in het labo-
De medici zullen zich bezighouden met
de kwesties van zuurstofgebrek en van uit
droging op grote hoogte, waaraan de mens
daar is blootgesteld. Op grote hoogte be
vat de koude lucht zeer weinig waterdamp
en wanneer de bergbeklimmer deze droge
lucht inademt, is zij bij het uitademen bij
na geheel met waterdamp verzadigd, het
geen betekent, dat er bij elke ademhaling
vocht uit het lichaam verdwijnt.
Daar de alpinist door gebrek aan zuur
stof zijn longen sterk moet ventileren
soms tot waarden van honderd liter
lucht per minuut is het duidelijk, dat
hij grote hoeveelheden vocht verliezen
kan.
Deze hoeveelheden worden geschat op
ca. zes liter per dag. In het hooggebergte
moet alle drinkwater verkregen worden
door het smelten van sneeuw en dit vergt
veel brandstof en veel smelttijd. Tenge
volge hiervan kan er minder vocht wor
den opgenomen dan er verloren gaat en
door deze negatieve vochtbalans ontstaat
de uitdroging.
DR. TAMMES EN dokter van Lookeren
Campagne willen trachten door gewichts-
en volumemetingen na te gaan hoeveel
vocht er verloren wordt en wat de invloed
daarvan op de bloedcirculatie is. Ver
wacht wordt dat het bloed door het vocht
verlies indikt en door uitdroging visceuser
wordt.
Dit is ook reeds het geval door versterk
te aanmaak van rode bloedlichaampjes,
als aanpassingsverschijnsel aan het zuur
stofgebrek op grote hoogte. Dit onderzoek
wordt financieel gesteund door de stich
ting tot bevordering van medisch en we
tenschappelijk onderzoek.
Het Himalajagebergte is een wereld van zijn. De foto's zijn ontleend aan „Anna-
ijs en rotsen. De Annapurna, waarvan men purna" van Maurice Herzog en „Naar
hier de westelijke helling ziet, is één van onbestegen Andestoppen" van prof. È'geler
de toppen, die meer dan 8000 meter hoog
Een overzicht van het gebied, dat de Nederlandse Himaïaya-expeditie gaat
doorkruisen.
Het gebied, waar de Nederlandse Himaïaya-expeditie haar onderzoekingen gaat
verrichten, is een legendarisch gebied. Maandenlang heeft daar de befaamde expeditie
van de Fransman Maurice Herzog in 1950 een strijd op leven en dood met de Anna
purna geleverd. De beklimming slaagde en daarmee werd bewezen, dat de gigantische
Himalayatoppen te beklimmen zijn. Maar de offers waren niet gering, ai vallen ze
nog in het niet bij die van verscheidene Mount Everest-expedities, die verscheidene
doden kostten.
VOOR EEN EXPEDITIE naar een
gebergte als de Himalaya zijn enorme
voorbereidingen nodig. Vele maanden
lang is men bezig de nodige voorraden
in te slaan. Als men hoog op een berg
staat kan men moeilijk teruggaan om
iets te halen dat vergeten is. Dat klemt
op de Himalaya wel heel sterk, want
men moet er weken lopen voor men het
eigenlijke hooggebergte heeft bereikt.
Als men de historie van de verovering
van de Mount Everest er op naslaat ziet
men ook daar een beeld van een gigan
tisch transportbedrijf.
Voor kolonel Hunt en zijn mannen aan
de eigenlijke aanval op 's werelds hoogste
berg toe waren, waren ze vele weken in
touw geweest om de voorraden naar het
basiskamp over te brengen. Zo zal het ook
met de Nederlandse expeditie gaan, al zal
de omvang van het geheel wel wat minder
zijn. Tenslotte hoeven de Nederlanders
geen top van 8.800 meter te beklimmen
maar „slechts" één van 7.030.
Een groot probleem bij een Himalayabe-
khmming is dat van de acclimatisatie. Bij
een hoogte van 5.000 meter krijgt de mens
al last van de ijle lucht, en men zal zich
dus kunnen voorstellen hoe dat gaat als
men naar een niveau van 7.000 meter moet
klimmen.
Bij vele Himalaya-toppen van 8.000 me
ter en meer is dan ook het zuurstofpro
bleem steeds een beslissende factor ge
weest.
De expeditie-Hunt naar de Mount Eve
rest heeft aan dat punt indertijd veel aan
dacht besteed en met succes, want Hilary
en Tensing bereikten de top. De eerste
aanvalsploeg, Bourdilion en Evans, deed
dat niet. De oorzaak? Een lekke zuurstof
cilinder.
De expeditie-Herzog, waarvan ook de nu
40-jarige Lionel Terray deel uitmaakte,
had zich ten doel gesteld één van de twee
achtduizenders in het gebied te bestijgen:
de Dhaulagiri of de Annapurna. Natuurlijk
probeerde men eerst de hogere Dhaulagi
ri, maar na lange verkenningen en natuur
lijk de noodzakelijke acclimatisatie be
sloot men uiteindelijk de aanval achter
wege te laten. De moeilijkheden leken te
groot.
Men zette toen koers naar de Annapur
na, maar het probleem was nu, dat men
niet eens wist, waar deze berg lag. Een
kaartje waarover men beschikte bleek op
verschillende punten totaal foutief, zoals
ook al bij de Dhaulagiriverkenningen was
geconstateerd.
Een verkenningsploeg trok tenslotte
noordelijk om de blauwe bergen (Nilgiri),
heen. Een inspannende tocht, die tenslotte
op niets uitliep, want men stond op een
gegeven moment wel voor een enorme
bergwand, maar de Annapurna was ook
daar niet te zien.
Terug du: en toen viel men maar op
goed geluk via een dal het massief aan.
Nu bleek men goed te zitten, en tenslotte
was men in staat een correcte kaart van
het gebied te tekenen en de definitieve
aanvalsplannen te ontwerpen.
De eigenlijke aanval vergde het uiterste
van de klimmers. Langzaam wist men
omhoog te kruipen, waarbij het moeilijk
bleek op de verticale wand kampen in te
richten. Maurice Herzog waagde tenslotte
samen met Louis Lachenal de definitieve
poging. In een ijzige kou zwoegden de
mannen voort, na elke paar passen stil
staand, omdat de ijle lucht iedere bewe
ging moeilijk maakte. Lachenal kreeg last
van bevriezende voeten, maar Herzog wist
van geen opgeven.
„Wat zou je zeggen, als ik terugging?"
vroeg Lachenal tenslotte. „Dan ga ik al
leen door", antwoordde Herzog. „Dat
dacht ik welzei Lachenal en hij bleef bij
Herzog. Na een moeizame strijd bereikten
de mannen de top.
Ze bleven maar even en stoven toen in
sneltreinvaart over de sneeuw naar bene
den, elk gevaar vergetend. Herzog ver
loor zijn handschoen, Lachenal kreeg
steeds meer last van zijn voeten.
voeten van Herzog en Lachenal wreven.
De volgende dag bleek het kamp vlak bo
ven hen te staan
Verder ging de tocht naar beneden,
waarbij vooral Herzog er nu erg aan toe
was. Hij moest een steile afdaling maken,
hangend aan een touw. Het was een mar
teling. Het zou niet de laatste zijn.
Want toen de mannen eindelijk in het
basiskamp waren ging expeditiedokter
Oudot een verbitterde strijd voeren om de
ledematen van de twee veroveraars te red
den. De gehele dag was hij bezig de man
nen injecties te geven, die de mannen het
gevoel gaven, dat men ook krijgt, als men
met tintelende vingers bij een kachel gaat
zitten, alleen duizendmaal erger.
Weken duurde de marteling en onder
tussen sjouwden de dragers de brancards
met de gewondenen langs gapende afgron
den over paden waar ze zelf bijna niet
overheen durfden, laat staan met hun ge
wonde last. e
Toen de injectievloeistof van dokter
Oudot opraakte, bevroren de ledematen
weer volledig. De dokter ging amputeren,
elke dag een of twee vingers of tenen.
Toen er eindelijk een einde aan de tocht
kwam, vervoerde men de gewonden zo
snel mogelijk naar Frankrijk. Maanden
lang brachten zij nog in het ziekenhuis
door.
Het verhaal van de Everestbeklimming
doet dan ook wat aan een spoorboekje
denken. Een doorlopende geschiedenis
van vrachtvervoer van het ene kamp
naar het andere, van heen en weer
manoeuvreren van bergbeklimmers,
die de aanval op de top moesten voor
bereiden, moesten acclimatiseren, maar
zo nu en dan toch weer naar beneden
moesten, om beneden de 5.000 meter-
grens weer op hun verhaal te komen.
Ook de Nederlandse expeditie zal met
dergelijke moeilijkheden te worstelen krij
gen. Maar er komt nog iets bij. Veel berg
beklimmers huldigen de opvatting, dat in
de Himalaya de 8.000 meter-toppen over
het algemeen klimtechnisch minder moei
lijk zijn dan zevenduizenders. De Nilgiris
die door Terray, Egeler, De Booy en de
drie Van Lookerens Campagne zal worden
aangevallen, heeft dan ook een slechte
reputatie. Niet voor niets is deze top nog
nooit beklommen!
Behalve de materiële voorbereidingen is
ae lichamelijke voorbereiding dus wel zeer
belangrijk. Technische vaardigheid staat
natuurlijk voorop, maar ook wordt er van
de klimmers een enorm uithoudingsver-
mogen gevraagd en een goede teamgeest.
Aan die voorbereidingen heeft het niet
ontbroken. Dat zou ook onmogelijk zijn bij
een leider als prof. Egeler, die de gehele
winter voordat hij naar de Andes vertrok
in de morgenuren een privé veldloopje
rondom de vijver in het Vondelpark maak
te en by een man als Tom de Booy, die in
die tijd elke dag in volle ren de Blinkert
opsnelde.
Men kan er dan ook zeker van zijn, dat
getrainde mannen straks de Himalaya bin
nen zullen trekken. Zij hebben een man
bij zich, die het gebied op zijn duimpje
kent en precies weet hoe men moet han
delen. Men kan de resultaten van de ex
peditie dan ook met optimisme tegemoet
zien.
Kees Maas
Het was nog maar het begin. Toen ze
bij het aanvalskamp terug waren, had
den ze allebei al bevroren ledematen.
Maar ze moesten verder. Samen met
hun twee kameraden, Gaston Rébuffat
en Lionel Terray, die aangewezen wa
ren voor de tweecfe poging, gingen zij op
zoek naar het volgende kamp.
Maar ze verdwaalden in een sneeuw
storm. Lionel Terray werd sneeuwblind.
Slechts een spleet redde de mannen het
leven, want zij konden er de nacht door
brengen. Een vreselijke nacht, waarin Ré
buffat en Terray doorlopend de handen en
Voor de veroveraars van de Annapurna
was het vervolg niet zo vrolijk geweest.
Maar zij waren toch dankbaar dat hun le
ven was gered door een dokter, die zelf I
aan het eind van zijn krachten was, toen
hu de gewonden in een ziekenhuis kon af-
leveren.
Als de Nederlandse expeditie straks de
Nilgiri gaat beklimmen zal de nu veertig-
jarige Lionel Terray ongetwijfeld met ge
mengde gevoelens naar de Annapurna op
zien. Hij zal in gedachten weer het gegil
horen van Herzog en Lachenal, dat weken-
lang de terugtocht van de berg begeleidde,
hij za zich herinneren hoe hij zelf als
een blinde reus rondstrompelde over de
sneeuwhellingen van de berg, die zich
goedgunstig liet overwinnen, maar onmid
dellijk wraaknam en nu weer trots boven
de nietige stervelingen uittroont.
Maar zijn bergbeklimmersinstinct is zo
groot, dat hij tegelijk naar een nieuwe
aanvalsroute zal speuren. Juist zoals de
Nederlanders van de top van de Nilgiri
verlangend zullen uitzien naar de impo
sante achtduizender. Daar zijn het nu een
maal alpinisten voor
Lionel Terray in actie.
t