Het filmfestival in Venetië Slechts een deel van de ingezonden werken neemt deel aan de internationale wedstrijd Internationale expositie van wandtapijten in Lausanne De negen Muzen^ ZATERDAG 1 SEPTEMBER 196 2 WIE GOBELINS ZEGT, moet Charles LeBrun noemen, de eerste directeur aan Wie dan ook dit jaar een tentoonstelling in de Manufacture des Gobelins te Pa rijs is gewijd. Deze veelzijdige kunste naar heeft als het ware al z'n werken doortrokken van de gevoelens van Lode- wijk XIV omtrent zijn koningschap, zij stralen alle de glans van „le roi soleil" af. Ook in de tapijtkunst werkte deze inspiratie door, zij imponeert en verrukt door een intens gevoel voor grootheid en stijl; hoe moet zij, op haar beurt, de koning opgestuwd hebben, omringd als hij werd door een zo herhaalde weer gave van zijn persoon en koningschap. De serie „l'histoire du Roi" werd reeds in 1662 door de koning besteld, in 1654 vond zijn kroning plaats, het eerste tapijt der serie geeft dit weer. Ondanks de detaille ring en vulling tot in alle hoeken is de decoratieve werking gebleven door de een voudige en heldere opstelling der talrijke figuren links en rechts van het middel punt: de kroon, die wordt vastgehouden boven de koning, die met de rug naar ons toe geknield ligt. Ook de rand van een met bloemen omwonden staaf, onder broken door het Franse wapen, initialen en de naam van het tapijt is in de stijl der feestelijke plechtigheid en bindt door z'n herhaling de hele serie in deze geest. Toch was hij oorspronkelijk met een an dere rand geweven, nog rijker, in de geest van de grotesken van Rafael, die nu voor de tweede keer in de tapijt kunst een grote rol spelen. Dit komt deels doordat veel Vlaamse tapijten uit de 16e eeuw de eerste periode van Rafael- invloed in de tapijtkunst in Frans be zit waren, deels doordat in 1666 Colbert een Franse academie had gesticht te Ro me, waarheen jonge schilders werden ge stuurd om de werken der Italiaanse re naissance te bestuderen en te kopiëren. Naast de stijl die door voorstellingen uit zijn leven of door toespelingen op zijn grootheid met scènes uit levens van antieke helden de koning verheerlijkt, komt een richting op, die door rijkdom van decoratieve elementen allèèn zijn bij drage aan de schittering van het Franse hof wil leveren. De ornamenten der ran den gaan zich over het hele tapijt uit breiden. Deze tapijten staan ons nu veel nader, omdat zij geen schilderijen willen zijn. Bérain, Coypel, Audran ontwikkelen een Franse grotesken-stijl, waaraan b.v. sommige tapijten van Lucien Coutand, van Jean Picart le Doux of Mare Saint- Saens m.i. iets te danken hebben. HET LANGST zal mij bijblijven het meesterschap der wevers en de diepe gloed der kleuren waarbij alle kwesties van stijl verbleken. En nu is de afstand tot de hedendaagse tapijten opeens niet meer zo groot, deze zelfde manufactuur is immers ook op de Biennale present. De Gobelins weven nu ook naar eigen tijdse ontwerpen, zij gingen daarin vóór, zij zijn teruggekomen van het schilderen in wol en zijde en hun kleuren (die on der Colbert ook nog tot 130 moesten wor den beperkt, na hem ging pas het hek van de dam!) zijn dus ook weer drastisch beperkt. Hun bijdrage aan de Biennale bestaat o.a. uit een mooie Jean Picart le Doux: „Hiver couleur de vieilles mi grations célestcs", dichterlijk abstract zonder geheel non-figuratief te zijn, net als de ingeweven tekst. De kwestie ab stract of vertellend op de oude manier wordt steeds minder belangrijk nu het blijkt, dat wij toch eigenlijk nog veel van eikaars tekens verstaan. Een verheu gende ervaring van verbondenheid geeft dit dan. Overkwam mij dit bij het zien van het tapijt „Macbeth" van Prassi- nos? Ik zocht helemaal niet naar een naam, ik vond het heel erg mooi, warm en menselijk. Het zwart en rood, tot vele nuances gemengd tegen wit, heeft mij dan wel niet genoeg verontrust, bleek later toen ik de naam las al weet ik precies nog de allerroodste plek links boven maar deze Griekse Fransman mnte ebeeorgij emfw cmfwyp cmfwypw geen angstig griezelende visie hebben ge had, als ik hem goed versta. Een ander moet een begrijpend concluderende en hoogtepunt kwam voor mij uit Tsjecho- Slowakije, dat vier uiteenlopende ontwer pen instuurde. Antonin Kybal ontwierp „Monuments his- torigues de la Tchécoslovaquie" en de Ho- Kunstnijverheidschool te Praag voerde het uit. En hoe! Op een grove staande sche ring van bruinrode katoen, die dus onder aan de breedte de franje geeft, strekt zich over bijna tien meter een gloed van kleu ren uit, waarin roden de boventoon voe ren en met een dikke gouddraad de na men der verschillende op en naast elkaar gestapelde historische bouwwerken zijn ge schreven. Dit is een levend voortbouwen op volkskunst, geen coqueteren ermee. Hier is ook een duidelijke samenwerking van ontwerper en uitvoerders, die in verschil lende technieken weefden, kleine stukken zijn geknoopt uit korte pluizen, andere lij ken met de naald ingebracht. Soms ziet men de schering, waar dezelfde dikke gouddraad van de letters of zware naturel zijde werd gebruikt. De ontwerper is sinds 1945 aan de Hogere Kunstnijverheid school te Praag verbonden, hij had daar voor jarenlang een eigen weverij. Ik ben blij dat de president van Tsjecho-Slowa- kije deze feestelijke en vorstelijke wand van zijn kamer heeft willen afstaan. Te meer omdat er tegenover een wandtapijt hangt, dat ik allerminst bewonderen kan het heet „Praag" en het is Praag, een geweven foto. niseerde produktie van Aubusson, zou men met één voorbeeld van een becijferd car ton in zwart-wit kunnen volstaan, maar er zijn in verschillende landen, ook in Frankrijk, ateliers, die anders werken. In Frankrijk is H.G. Adam een voorgan ger geweest. Hij werkt alleen met zwar te en witte wol en heeft daarin een prach tige reeks van tonen bereikt door afwis selend een draad wit, een zwart te weven in verschillende diktes. Men noemt dit fil a fil. Bina alle Franse ontwerpers vol gen hem daarin na, Prassinos liet het ta pijt dat ik besprak bij dezelfde weverij in Aubusson, Goubely-Gatien, weven. Dat fil a fil met meer dan twee kleuren het gevaar van weeïge tinten meebrengt, be wijst mij „Cöte d'or" van M. Tourlière en dezelfde weverij. Het doet op de zwart wit foto van de catalogus veel sterker aan! Hier wilde het fil a fil de kleurovergan gen door middel van hachures vervangen, m.i. ten onrechte, de charme van dit zo decoratieve in elkaar grijpen van langere of korte kleurpunten is moeilijk te even aren. IN DE CATALOGUS van Lausanne is van enkele ontwerpen en juist ook van Adam's „Melkweg" niet het tapijt, maar het carton afgedrukt; de herkomst uit zijn grafisch werk en de grotere rol van de wever blijkt bij vergelijking van car ton en weefsel. Nog belangrijker is die Een Zweeds tapijt is blijkbaar verlengd, het tapijt Kongo van Lars Gynning werd in Aubusson geweven. Ik vond het wel boeiend, expressionistisch figuratief. PORTUGAL'S INZENDING behoort met zes tapijten tot de grotere inzenders, maar voor mij was dat niet nodig. Ze zijn alle van dezelfde Manufactura en Ta- pecarias de Portalegre. Ik vind ze lelijk, branderig van kleur en theatraal van voorstelling. De andere techniek, uitge vonden door de oprichter dezer manu factuur. werkt ook vervlakkend, het is eigenlijk geen handwerk meer, deze nog jonge weverij moet maar geheel mecha- Claude Loewer, „l'Oiseleur", geweven te Aubusson. 2.50 x 5.20 m. (Fot. F. Per- ret, La Chaux-de-Fonds). niseren of van de ingeslagen weg terug keren. Tenslotte het land der gastheren: Zwit serland zond vier wandtapijten, twee werden in Aubusson geweven, één in Griekenland, één bij Denise Binet te Tré- lex, dichtbij Lausanne. De ontwerper, Ch. Fr. Philippe werkte drie jaar bij Lurcat, maar is geen epigoon. In nauwe samenwerking met de weefster ontstond een mooi weefsel maar wat slap van kleur. Claude Loewer is duidelijker be- invloed door de Fransen, maar zijn ta pijt in groenen .en ivoor beviel me beter. De catalogus is mede door het inlassen van reclamepagina's, zwaar onj mee te torsen, maar erg goed ingericht en nut tig door korte historische overzichten voor ieder land, naast uitvoerige gegevens over de deelnemers. In verband met de tijd, die de vervaar diging van een wandtapijt vordert, lijkt mij een tweejaarlijkse herhaling te veel van het goede, maar goed is het schil ders en wevers van waar die maar zijn, te confronteren. E. J. Kalf „Melkweg" van Georges Adam, wand tapijt van 390 bij 390 cm, geweven door het atelier Goubely-Gatien te Aubusson. VOOR IK NOG IETS zeg over de Pool se tapijten, wil een andere dan de inde ling van de catalogus naar nationaliteiten naar voren brengen. Er zijn hier duide lijk twee richtingen, de ene weeft „orto- dox", d.w.z. steeds met één dikte van draad en met één kleur op de spoel, zó, dat de wever met een carton met kleurnum- mers en stalen z'n gang kan gaan, de an der brengt meer nuances aan in de draad dikte, werkt hier en daar met meer kleu ren op één spoel en gebruikt zelfs andere dan de een-op-en-neer techniek van het gobelin. Hiervoor is veelvuldiger overleg tussen ontwerper en wever nodig en het is voor de laatste boeiender, scheppender werk. Hoewel bij de eerste methode de taak van de wever zeker moeilijk en be langrijk is, zou ik vooral bij de tweede methode de naam van de wever meer naar voren willen halen, dat is recht vaardiger en juister. Ik zou ook nog iets anders willen voorstellen: een tentoonstel ling van wandtapijten met de cartons er naast. Voor de min of meer gemecha- Detail van een Jachttapijt geweven ca. 1685 in de Manufacture des Gobelins naar een 16e eeuws Vlaams tapijt, ontworpen door Bernard van Orley. rol bij de Poolse tapijten. Van de zeven ingezonden tapijten zijn er vier door de ontwerpster zelf geweven, van de twee hors catalogus weet ik het niet. Boven dien is er een heel mooi tapijt van een thans Canades Poolse, Krystyna Sadows- ka, ook op eigen atelier geweven. Slechts een van deze tapijten is van het klassie ke gobelin-weefsel, de andere geven een grote afwisseling van aard en dikte van het materiaal te zien. Het zijn zeker alle unica misschien werd er helemaal geen carton (ontwerp op ware grootte) ge maakt en werd de schets ervan op een envelop gekrabbeld. Men voelt hoe de creatieve spanning ook in de uitvoerende handen meetnlde, maar lang niet altijd zijn beeldende en ambachtelijke gaven in fn mens aanwezig en zo blijft ook hier de deugdelijkheid van het werkstuk wel £e?S J? /eeI. ac,hter bii de aandrift. En kele kleden, toch in dit jaar pas tot stand gekomen, hingen al scheef uitgezakt of golvend aan de muur. dat HET OOK mogelijk is dat de we ver de creatieve spanning als het ware overneemt van de ontwerper toont een der drie Nederlandse tapijten: „La terre donne", ontwerp Gisèle Waterschoot van der Gracht, uitvoering weverij „De Uil" te Amsterdam. Dit is bijzonder warm en boeiend van kleur en materiaal, ik zag cartons van deze samenwerking en weet hoeveel Joke Haverkorn van Rijsewijk en haar weefsters aan het resultaat bijdra gen. Zij kunnen met meer kleuren tege lijk op de spoel de intensiteit opvoeren en overwinnen het grote gevaar, waar mee zij spelen, van een spikkelig en ver grauwend effect van deze werkwijze. Laat ik er overigens aan mogen herinneren dat in oude tapijten ook materiaal vari verschillende dikte voorkomt, ook drukt men met de kam bepaalde gedeelten sterker in elkaar. De inzending van België viel me erg tegen, deels aanleunend tegen tradities, deels tegen Lurcat, met Jugend-Stil re mimscenties. Ook Noorwegen en Zweden, waar een heel andere weeftraditie nog leeft, zijn met sterk vertegenwoordigd. Maar voor hen zowel ais voor alle andere landen moet er rekening mede worden gehouden la' pai.vrii laat de bepaling bekend werd, dat voor deze eerste Biennale een minimum maat van 12 m2 verlangd werd Van onze medewerker Jan Koomen LI DO Dl VENEZIA, 29 augustus. Dertig jaar geleden werd voor het eerst in het kader van de Venetiaanse „Bien nale" een internationaal filmfestival ge organiseerd, de „Mostra Internazionale d'Arte Cinematografica" (letterlijk: inter nationale tentoonstelling van filmkunst). Aanvankelijk was dit oudste van alle filmfestivals ter wereld tweejaarlijks, zo dat nu, in 1962, dertig jaar na het begin, het 23ste wordt gehouden in een reeks, die uiteraard vooral na de oorlog haar grote betekenis heeft gekregen (en haar concurrenten!). Dit 23ste is een soort jubileumfestival. Helaas is al kort na het begin het festival van het prachtige Venetië zelf verplaatst naar het nogal vervelende badplaatseiland aan de buitenkant van de lagune, het Lido, waar men een prachtig paleis voor de voorstel lingen heeft opgetrokken. Het Lido is nogal saai, maar nu de hitte ^it jaar tijdens het festival haast onverdraaglijk is, bemerkt men van de verplaatsing daarheen toch ook enkele voordelen. ER NEMEN DIT jaar achttien landen met lange films deel aan het festival, maar van slechts zeven landen zijn films toegelaten tot de grote internationale wed strijd. De andere worden vertoond in „in formatieve" en „culturele" voorstellingen wat dat in dit verband dan ook mo ge zijn maar van de daarin ver toonde werken, dingen toch die films, die het eerste werk van een cineast zijn, te zamen naar één prijs: de prijs voor de beste eerste film van een beginneling. Er zijn ook nog korte films, bijvoorbeeld uit Nederland „Delta, Phase I", van Bert Haanstra; die korte films zijn als 't ware „over" van hier weken tevoren al ge houden festivals voor documentaires enz. en men neemt niet eens de moeite, ze ook te vertonen in de voorstellingen, die men speciaal voor de pers organiseert. Tenslotte dient nog een serie vertoningen te worden genoemd van belangrijke films uit het (meestal verre) verleden. De films in de wedstrijd worden zowel gedraaid in het Palazzo del Cinema als tegen wat meer bescheiden entreeprijzen in het openluchttheater, de Arena, achter het Palazzo. In de Arena komen geen filmsterren. Onder de films, die niet deel nemen aan de internationale wedstrijd zijn zowel werken van betekenis als werken waarvan het een schande is, dat men ze naar Venetië heeft gezonden. Van beteke nis was bijvoorbeeld een getrouwe fil mische of als men wil fotografische weer geving van een ontroerende toneelvoorstel ling van Sophocles' Electra door het Na tionale Toneel van Griekenland. Met film heeft zulk een werk niet zo heel veel te maken, maar een dergelijke reproduc tie-op-filmband is cultureel zeker niet ver werpelijk. Daarentegen betekende de ver toning van de Mexicaanse kleurenfilm La Bandida, nog wel in een „culturele voor stelling", een dieptepunt: zulk een werk met alle elementen van de ouderwetse melodramatiek en van de knokfilm, op conventionele manier gemaakt, hoort niet thuis op een festival. Maar Maria Felix en Pedro Armendariz, die er de hoofd rollen in spelen, zijn boeiende figuren en daarvan weten ze in Mexico blijkbaar partij te trekken. Heel wat interessanter was overigens een Amerikaanse film, Third of a Man (Het derde deel van een man), een diepgravend psychologisch dra ma, dat geschreven, geproduceerd en ge regisseerd werd door Robert Lewin. Godard heeft volkomen gebroken met het geijkte genre prostitutiefilm. Hij heeft zijn verhaal voorts ingedeeld in twaalf hoofdstukken en het geheel bewust sta tisch gehouden, hetgeen nogal wonderlijk contrasteert tegen de dynamiek in zijn vroegere werken. Hij wilde blijkbaar to nen, dat hij alle genres beheerst en elke stijl baas kan. Dat kan hij misschien ook, maar bij alle waardering ook voor dit werk moge toch worden vastgesteld, dat hij zijn publiek meer zal boeien als hij tot zijn dynamiek terugkeert en de dialogen een beetje binnen de perken houdt. DE RUSSISCHE regisseur Serge Geras- simow kan ook meer, dan hij in het fes tival toonde, toen daar zijn film Mensen en beesten draaide. Drie uitstekende ac- teurs, onder wie de nog jeugdige Jeanne gaan. De film is niet slecht gemaakt, maar van een meesterlijke filmvorm, zo als men aantreft bij Bunuel die ook graag heilige huisjes intrapt en die door Torre Nilsson zeer wordt bewonderd is hier toch geen sprake. Een merkwaardige Italiaanse film, Smog (Rook) van Franco Rossi, die te onzent bekend is als re gisseur van De naakte Odyssée, heeft het festival geopend, een film die hinkt op twee gedachten: die van de speelfilm en die van de documentaire. Een stampvolle zaal ^toegangsprijs 36 gulden!) heeft die openingsvoorstelling bijgewoond en kon be halve aan de film óók een oogje wa gen aan talloze bekende figuren uit de filmwereld, onder wie Gina Lollobrigida, die ondanks haar geblondeerde haren nog altijd het aanzien waard is. De Venetianen waren er in elk geval voor met duizen den naar het Lido gestroomd. WAT DE FILMS in de wedstrijd be treft: het interessantst tot nu toe was stellig de Franse festivalbijdrage „Vivre sa Vie" (Zijn eigen leven leiden), waar in Jean-Luc Godard, van „A bout de souffle" en „Une femme est une femme" (beide te Berlijn bekroond) ineens een nieuwe stijl toont. Hij vertelt hoe een meisje uit de Franse provincie te Parijs tot prostituee wordt, een beetje omdat ze in financiële moeilijkheden zit, een beet je uit gemakzucht, een beetje uit gebrek aan intelligentie, een beetje uit gebrek aan karakter, enz. Zo worden jaarlijks in de Franse hoofdstad (maar daar niet alleen) velen van „amatrices" tot „be roeps" en wat dat betekent wordt in de commentaar geïllustreerd door een nuch tere opsomming van feiten uit Franse sta tistieken en wetten. Bolotova, spelen prachtige rollen in een verhaal van Gerassimow zelf, dat veel te veel is uitgesponnen en waarvan de duur tot de helft zou kunnen worden terugge bracht, waardoor het geheel aan intensi teit zou hebben gewonnen. Gerassimow zelf speelt in de uitstekend-gefotografeer- ?e,.?,n ^eer menselijke film een aantrek kelijke bijrol. Hij vertelde ons na de voor stelling, dat de artistieke vrijheid in de Sovjet-Unie na de dood van Stalin veel groter is geworden, hetgeen overigens ieder kan constateren, die de Russische film kunst nauwlettend volgt. Aanval op religie of niet? DE ARGENTIJNSE regisseur Leopoldo Torre Nilsson, die Eerbetuiging aan het uur van de middagrust heeft gemaakt, naar een scenario van zijn vrouw, be handelt daarin de dood van vier zende- lingen, die in handen van moordlustige Indianen zijn gevallen. Hun nabestaanden en de kerk willen hen zien als helden die voor hun geloof zijn gevallen, maar hun gids, die de gebeurtenissen heeft over leefd en een niets ontziende Amerikaanse journalist, maken hun weduwen duide lijk, dat ze zich minder helfhaftig en god vruchtig hebben gedragen, dan die we duwen en de kerk aannemen. Dat ge beurt op de walgelijkst-denkbare manier. Nog afgezien van een zekere aantasting van het geloof in hogere idealen betekent alleen reeds het optreden tegenover de weduwen een afgrijselijke grofheid. Torre Nilsson verklaarde ons na de voorstel ling, dat hij niet de religie heeft willen aanvallen, maar zó zullen de toeschou wers van zijn film het toch zeker onder- Een psychologische film met veel diep gang leverden de Amerikanen met het niet in de wedstrijd vertoonde werk „Third of man" (het derde deel van een man) van regisseur-producer-sce narioschrijver Robert Lewin. Winst van een kwarteeuw Van 4 tot en met 29 september zal in het Rijksmu seum Meermanno—Westrenianum (mu seum van het boek) in Den Haag, een ten toonstelling worden gehouden die een mkl hetgeen door de Konink- Biblotheek onder het bestuur van iQfio Brummel in de jaren 1937— 1962 is verworven. Deze tentoonstelling die de naam zal dragen „Winst van een kwart eeuw en een bloemlezing omvat op het gebied van handschriften, oude«drukken typografie en boekbinden, zal worden se- opend op 3 september. Prof. Brummel, die 35 jaar aan de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag verbonden is geweest, waarvan 25 jaar als bibliothecaris, neemt op 4 sep tember wegens het bereiken van de pen sioengerechtigde leeftijd, officieel afscheid „Adam en Eva" - Vanaf 1 september IV ir Haarlemse Cafe-chantant „Adam h«Ir a3 ^?arjan Berk geëngageerd, die bekend is door haar optreden voor radio televisie en haar engagementen bij het ge zelschap van Wim Kan. IN ^LAUSANNE wordt tn het Kantonale Kunstmuseum tot 11 september de „Eerste Internationale Biennale van Tapijtweefkunst gehouden, waaraan met zestig wand tapijten door kunstenaars uit zeventien landen wordt deel genomen. Ook twee moderne kunsthandels in de stad expo seren, maar vooral is het nodig te wijzen op de belangrijke verzameling van wandtapijten van de Manufacture des Gobe lins te Parijs, die in het kasteel van Coppet werd bijeen gebracht. Het reclamebiljet van deze tentoonstelling „Les Gobedns (1662—1962), Trois siècles de tapisserie Frangaise" verplaatst ons met een ruk niet alleen naar het charmante stadje tussen Lausanne en Genève, maar ook drie eeuwen terug in de tijd; dat geeft een der tapijten weer: „Le re- nouvellement du Trinité d'Alliance avec les Suisses" uit de serie J'Histoire du Roi". Die koning is natuurlijk Lode- wijk XIV; de hernieuwing van het verbond met de Zwitserse kantons vond plaats in de Notre Dame te Parijs op 18 no vember 1663. Van dit tapijt gedetailleerd als een prent uit die dagenmen herkent gezichten, het interieur van de kathedraal, sttikken van wandtapijten naar Rafael achter het altaar naar het hedendaagse, dat is geen stap, maar een sprong. Die sprong is daarom zo groot,^omdat de Manufac ture des Gobelins haar werkzaamheden begint op een punt, dat de ontwikkeling van het wandtapijt al een heel eind is voortgeschreden en het stadium, waaraan de twintigste eeuw weer heeft aangeknoopt, allang voorbij is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 4