Wilko A. G. M. Bergmans schrijft 13 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1962 In Perzië zijn kïndertranen verboden De catastrofale aardbeving, die het land van de sjah van Perzië onlangs heeft getroffen, waarbij tienduizend mensen jammerlijk om het leven kwamen en het feit, dat onze konink lijke familie binnenkort een staatsbezoek aan Perzië (Iran) zal brengen, was voor ons aanleiding de reizende reporter Wilko A. G. M. Bergmans, die dit land herhaalde malen bezocht, zijn indrukken in deze reportage te laten neerschrijven. Farah Dibah de keizerin, die Soraya opvolgde maar die niet zo'n grote sympathie heeft verworven als haar voorgangster. De leraar van de Koran is streng voor zijn pupillen (boven links). in Perzië zijn kindertranen verboden Dit jongetje van nauwelijks acht jaar werkt tien uur per dag aan een primitieve draaibank. Tafereel in de tapijten kasba van Teheran, waar voor miljoenen dol lars aan tapijten wordt verhandeld. (Links) Slaven en slavinnen van een tapijten- fabriek in Perzië (rechts). RIJKELIJK VLOEIT DE OLIE DOOR DE pijpleidingen van het gloeiend hete Abadan aan de Perzische Golf. In Teheran verrijzen moderne regeringsmastodonten naast armelijke tweekamerwoningen. In Shiraz en overal in dit geweldige land knopen tengere kindervingers tapijten in gloedvolle kleuren, waarvoor straks hoge prijzen worden be taald. De eeuw van het kind is in Perzië ondanks de gigantische bodem schatten nog niet aangebroken. In dit land zijn kindertranen verboden. DE MAGERE blote beentjes van Kaika Pashan uit Shiraz in het hete hart van Perzië bengelden onder de ruwhouten plank, waarop het zes jarige meisje met vlugge vingertjes aan een tapijt zat te knopen. Schuw keken haar grote, bruine melancho lieke ogen naar de camera in mijn hand. Toen ik de lens op het met een versleten hoofddoekje omrande ge zichtje richtte, kroop het kind ver schrikt in elkaar en ging naarstig verder aan haar werk. Het meisje naast haar op de plank was iets vrij moediger en toen de heer en meester van de weverij zich even omdraaide, lachten haar ogen en bedelden haar vingers om een paar realen. Zonder dat de bedrijfsleider het merkte, stopte ik twee biljetten van honderd realen onder een kluwen wol. Het kind gichelde gelukkig. Tot twee maal toe lichtte mijn blitzlamp in de ruimte, die spotte met alle in het westen geldende arbeidsvoorschrif ten. Toen vluchtte ik door de lage deur van de „tapijtenfabriek" naar buiten, waar de zon uit een heldere lucht scheen en vogels in de bomen tierelierden. De grote, bruine ogen van het klei ne meisje kon ik niet vergeten. Ik moest denken aan de schoolmelk en de speelvelden van onze eigen kin deren, aan de verzorging door de schooltandarts en de oversteekplaat sen op de drukke wegen. Bij ons de eeuw van het kind. In Perzië zijn kindertranen verboden. Met het beklemmende en schrij nende tafereel in de weverij voor ogen ben ik mijn oriëntatietocht door dit geweldige, fabelachtige, rijke en ...armoedige land begonnen: van Teheran naar Shiraz, verder naar Is pahan en naar de steurencultuur aan de Kaspische Zee. Tenslotte beland de ik in het oliecentrum Abadan aan de Perzische Golf. Inderdaad, Perzië is een land vol tegenstellingen, waar aan de ene kant ijzer met handen wordt gebroken om het westen te evenaren en bij te blijven en aan de andere kant de tijd en de ontwikke ling volkomen stilstaan. Na mijn aankomst in Teheran per straalvliegtuig van de Pan American Airways zocht ik contact met de re geringsvoorlichtingsdienst, die zijn taak nauwgezet, maar eenzijdig uit voert. Een uiterst vriendelijke man, die perfect Frans en Engels sprak, ontving mij met een stevige hand druk. Toen ik een kwartier later zijn met paperassen overladen kantoor verliet, liep ik scheef van de brochu res, die één lofzang waren op de sjah en zijn dynastie. Aan boord van een tweedeksbus ben ik Teheran gaan verkennen en het was juist in dit openbare vervoermiddel, dat ik in aanraking kwam met de werkelijk heid van het huidige Perzië, waar slechts weinigen profiteren van de rijkdommen van de grond. Zeker, niemand kan ontkennen, dat er voor uitgang te bespeuren valt, sinds de stichter van het keizerrijk, sjah Reza de Grote, het heft in handen nam en met ijzeren wil de ergste corruptie neersloeg. Maar het nationalisme en de maatschappelijke evolutie, waar van deze gewezen woestijnruiter de grote promotor was, hebben het moeten afleggen tegen de macht en, intriges der twaalf families, die het land nog altijd in een vaste greep houden. Dat heel Perzië in staat van gelukkige opwinding verkeerde bij de geboorte van de troonopvolger van de sjah en Fara Dibah is een fa beltje, dat de wereld uit moet, om dat het een leugen is. De opgetrom melde claqueurs die voor zes gulden per dag langs de wegen stonden en bloemen strooiden, gaven de pauwe- troon slechts valse glans, want de meerderheid van de bevolking was volkomen onverschillig voor dit heuglijke feit. Van verschillende on verdachte kanten werd mij dit ver teld en zelf heb ik kunnen waarne men, dat, toen de sjah .met zijn ge malin uittrok, er een enorme politie macht op de been was en dat vlak achter de Rolls Royce van het kei zerlijk echtpaar twee politieauto's reden, waarin verdekt machinege weren waren opgesteld. PER DAKOTA van de Iranian Airways ben ik naar de vruchtbare hoogvlakte van Ispahan gevlogen en in deze lieflijke omgeving ging ik even geloven in het sprookje van Perzië. Te midden van groene wei den en veel bloemen trof ik een be volking aan, die, hoewel ze even ar moedig was, als elders, toch meer levensblijheid bezat. Zij miste de somberheid van de mensen in Tehe ran en zelfs de kleine knulletjes, die in bonte pyamabroeken hamer en vijl hanteerden keken opgewekter dan ik had verwacht. Maar hoe te leurstellend ondanks alle gepraat over emancipatie is in Perzië nog de positie van de vrouw. Slechts en kelen van hen hebben het gewaagd de sluier af te leggen en meestal ge beurt dat onder streng protest van de mannen, die zich vaak hevig op wonden, wanneer ik de lens op een Perzische schone richtte. In Abadan, waar de olie rijkelijk vloeit, spekken de twaalf families en vele buitenlanders slapende bun bankrekeningen. „Abadan is de grootste en modernste raffinaderij ter wereld", vertelden de brochures. Maar de samenstellers hebben ver geten erbij te zetten, dat in de scha duw van de zilverachtig glanzende pijpen, de retorten en de eeuwige vlam mensen verkommeren in lemen hutten, waar hygiëne een vreemd begrip is. OLIE, DE TROTS en de rijkdom van Perzië. Onstuitbaar welt de gou den stroom omhoog uit de grond en de bodem van de zee. Miljarden dol lars rollen door de pijpleidingen; de meeste blijven kleven aan de strijk stokken van de groten en uitgekook- ten, die verzuimen voor hun arbei ders menswaardige woningen te bouwen. Het volk van Perzië heeft geen deel aan de welvaart, die de enclaves in Abadan kenmerken. De „plant", zoals het complex wordt genoemd, is het gouden kalf uit de samenleving daarginds. Wan neer de bron verdroogt, zal het in gruizelementen vallen. Arm rijk PerZië. De vangarmen van de sovjet nabuur strekken zich reeds uit over de Kaspische Zee. Klein slavinnetje uit de „tapijten- fabriek" van Ispahan, waar tien tallen kinderen tussen zeven en vijf tien jaar een armelijk en fantasie loos bestaan moeten leiden. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 13